EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0465

2014/465/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 16 juli 2014 betreffende de goedkeuring van de efficiënte alternator van DENSO als innoverende technologie ter beperking van de CO 2 -emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie Voor de EER relevante tekst

OJ L 210, 17.7.2014, p. 17–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020D1806

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/465/oj

17.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 210/17


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 16 juli 2014

betreffende de goedkeuring van de efficiënte alternator van DENSO als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/465/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 12, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 oktober 2013 heeft de toeleverancier DENSO Corporation (hierna de „aanvrager” genoemd) een aanvraag ingediend voor goedkeuring van de „DENSO efficient alternator” (hierna „efficiënte alternator van DENSO” genoemd) als innoverende technologie. De aanvraag is beoordeeld op volledigheid overeenkomstig artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie (2). De Commissie stelde vast dat in de oorspronkelijke aanvraag relevante informatie ontbrak en verzocht de aanvrager ze te completeren. De aanvrager verstrekte die informatie op 30 januari 2014. De aanvraag werd geacht volledig te zijn en de periode voor de beoordeling van de aanvraag door de Commissie ging in op de dag volgende op de datum van de officiële ontvangst, d.w.z. 31 januari 2014.

(2)

De aanvraag is beoordeeld overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 en de Technical Guidelines for the preparation of applications for the approval of innovative technologies pursuant to Regulation (EC) No 443/2009 („de technische richtsnoeren”) (3).

(3)

De aanvraag heeft betrekking op de efficiënte alternator van DENSO voor de afgifteklassen 150A, 180A, en 210A. De alternator heeft een rendement van ten minste 77 % zoals vastgesteld overeenkomstig de in punt 5.1.2 van bijlage I bij de technische richtsnoeren beschreven aanpak van het VDA (Verband der Automobilindustrie). Deze aanpak verwijst naar de testmethodologie beschreven in de internationale norm ISO 8854:2012 (4). Het rendement van de alternator van de aanvrager is groter dan dat van de basisalternator doordat de volgende drie verliezen worden beperkt: rectificatieverliezen, door het optimaliseren van de rectificatie via het gebruik van een „MOSFET-module”, d.w.z. een metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor); ijzerverliezen in de stator, door het gebruik van een dunne gelamineerde kern van magnetisch staal, en koperverliezen in de stator, door het gebruik van een „segment conductor” die een grotere factor ruimte en een korter spoeluiteinde heeft. Deze technologie verschilt dus van de bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie (5) als eco-innovatie goedgekeurde Valeo Efficient Generation Alternator.

(4)

De Commissie is van oordeel dat uit de in de aanvraag verstrekte informatie blijkt dat aan de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009 en in de artikelen 2 en 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 bedoelde voorwaarden en criteria is voldaan.

(5)

De aanvrager heeft aangetoond dat een hoogrendementsalternator van het type beschreven in deze toepassing in niet meer dan 3 % van de in het referentiejaar 2009 geregistreerde nieuwe personenauto's is toegepast.

(6)

Om te bepalen welke CO2-besparingen deze innoverende technologie bij montage in een voertuig zal opleveren, moet het basisvoertuig worden aangegeven waaraan de doelmatigheid van het met de innoverende technologie uitgeruste voertuig overeenkomstig de artikelen 5 en 8 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 getoetst moet worden. De Commissie is van oordeel dat een alternator met een rendement van 67 % als passende basistechnologie kan gelden wanneer de innoverende technologie op een nieuw voertuigtype wordt gemonteerd. Indien de efficiënte alternator van DENSO in een bestaand voertuigtype wordt gemonteerd, moet de meest recente in de handel gebrachte versie van dat type alternator als basistechnologie worden genomen.

(7)

De aanvrager heeft een testmethode voor de CO2-reducties voorgelegd die formules bevat die consistent zijn met de in de technische richtsnoeren beschreven formules voor de vereenvoudigde benadering met betrekking tot efficiënte alternatoren. De Commissie is van oordeel dat de testmethode verifieerbare, reproduceerbare en vergelijkbare resultaten zal opleveren en dat de methode de CO2-emissievoordelen van de innoverende technologie op realistische wijze en met een sterke statistische significantie kan aantonen, overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011.

(8)

De Commissie merkt op dat de aanvrager in zijn methodologie gebruik heeft gemaakt van een formule voor de berekening van de standaardafwijking van de rendementswaarde van de alternator die de nauwkeurigheid van de resultaten vergroot in vergelijking met formule 1) van de methode bepaald in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU. Op alle andere vlakken zijn de testmethode van de aanvrager en de formule om de CO2-besparing te berekenen, identiek aan die van het uitvoeringsbesluit. Bijgevolg meent de Commissie dat de methode bepaald in Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU moet worden gebruikt om te bepalen hoezeer de CO2-uitstoot wordt verlaagd als gevolg van het gebruik van de efficiënte alternator van DENSO. Gezien de verbeterde nauwkeurigheid dankzij de berekening van de standaardafwijking die DENSO voorstelt, is het raadzaam formule 1) bepaald in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU, aan te passen. De aanpassing heeft geen invloed op de CO2-besparingen die zijn gecertificeerd met de methode van Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

(9)

Tegen die achtergrond is de Commissie van oordeel dat de aanvrager afdoende heeft aangetoond dat de door de innoverende technologie bereikte emissiereductie ten minste 1 g CO2/km bedraagt.

(10)

De Commissie merkt op dat de uit de innoverende technologie voortvloeiende besparingen deels op de standaardtestcyclus mogen worden aangetoond en dat de te certificeren definitieve totale besparingen derhalve overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 moeten worden bepaald.

(11)

De Commissie stelt vast dat het verificatierapport door het Vehicle Certification Agency (VCA) (een onafhankelijke en gecertificeerde instantie) is opgesteld en dat het de conclusies ondersteunt die in de aanvraag zijn uiteengezet.

(12)

Tegen die achtergrond moet er volgens de Commissie geen bezwaar worden gemaakt tegen de goedkeuring van de innoverende technologie in kwestie.

(13)

Om de algemene eco-innovatiecode vast te stellen die overeenkomstig de bijlagen I, VIII en IX bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumenten moet worden vermeld, moet voor de bij dit besluit goedgekeurde innoverende technologie de individuele code worden gespecificeerd.

(14)

Fabrikanten die de CO2-besparingen die uit de toepassing van de bij dit besluit goedgekeurde innovatieve technologie voortvloeien, willen aanwenden voor een verlaging van hun gemiddelde specifieke CO2-emissies en zo hun specifieke emissiedoelstellingen te verwezenlijken, moeten overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 in hun aanvraag voor een EG-typegoedkeuringscertificaat voor de betrokken voertuigen naar dit besluit verwijzen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De efficiënte alternator van DENSO die een rendement heeft van ten minste 77 % door drie verschillende verliezen in te perken en bestemd is voor gebruik in voertuigen van categorie M1, wordt goedgekeurd als innoverende technologie in de zin van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009.

2.   De reductie van de CO2-emissies door het gebruik van de in lid 1 genoemde alternator wordt bepaald volgens de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU beschreven methode.

3.   Krachtens artikel 11, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 mag de overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgestelde CO2-emissiereductie slechts worden gecertificeerd en in het certificaat van overeenstemming en de desbetreffende typegoedkeuringsdocumentatie zoals omschreven in de bijlagen I, VIII en IX bij Richtlijn 2007/46/EG worden opgenomen als de reductie gelijk is aan of meer is dan de in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 vastgestelde drempelwaarde.

4.   De individuele eco-innovatiecode die moet worden vermeld in de typegoedkeuringsdocumentatie voor de bij dit besluit goedgekeurde innoverende technologie, is „6”.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU

1.   In punt 2 van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU wordt formule 1) vervangen door:

Formula
”.

2.   Deze wijziging heeft geen invloed op de certificering die overeenkomstig artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 is verricht vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie van 25 juli 2011 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 194 van 26.7.2011, blz. 19).

(3)  http://ec.europa.eu/clima/policies/transport/vehicles/cars/docs/guidelines_en.pdf

(4)  „ISO 8854” genoemd. Road vehicles — Alternators with regulators — Test methods and general requirements Referentienummer: ISO 8854:2012(E).

(5)  Uitvoeringsbesluit 2013/341/EU van de Commissie van 27 juni 2013 betreffende de goedkeuring van de Valeo Efficient Generation Alternator als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 179 van 29.6.2013, blz. 98).

(6)  Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).


Top