EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013R1067
Commission Regulation (EU) No 1067/2013 of 30 October 2013 amending Regulation (EC) No 1881/2006 as regards maximum levels of the contaminants dioxins, dioxin-like PCBs and non-dioxin-like PCBs in liver of terrestrial animals Text with EEA relevance
Verordening (EU) nr. 1067/2013 van de Commissie van 30 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten van de contaminanten dioxinen, dioxineachtige pcb’s en niet-dioxineachtige pcb’s in de lever van landdieren Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 1067/2013 van de Commissie van 30 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten van de contaminanten dioxinen, dioxineachtige pcb’s en niet-dioxineachtige pcb’s in de lever van landdieren Voor de EER relevante tekst
OJ L 289, 31.10.2013, p. 56–57
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915
31.10.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 289/56 |
VERORDENING (EU) Nr. 1067/2013 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2013
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten van de contaminanten dioxinen, dioxineachtige pcb’s en niet-dioxineachtige pcb’s in de lever van landdieren
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) zijn maximumgehalten voor dioxinen en dioxineachtige polychloorbifenylen (pcb’s) in een aantal levensmiddelen vastgesteld, met inbegrip van de lever van bepaalde landdieren. |
(2) |
Het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen („het panel”) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft op verzoek van de Commissie op 5 juli 2011 een advies uitgebracht over de risico’s voor de volksgezondheid in verband met de aanwezigheid van hoge gehalten aan dioxinen en dioxineachtige pcb’s in schapen- en hertenlevers (3). |
(3) |
De Commissie had verzocht om in het advies aan te geven of er voor subgroepen van de bevolking die dergelijke producten consumeren mogelijk een hoger risico voor de consumentengezondheid bestaat (bv. mensen die grote hoeveelheden consumeren of met specifieke diëten enz.). Ook vroeg de Commissie de mogelijke oorzaken te onderzoeken van de hoge gehalten aan dioxinen en pcb’s die in schapen- en hertenlevers waren aangetroffen, en wetenschappelijke elementen te verstrekken over de wenselijkheid om in de toekomst wettelijke grenswaarden voor levers op productbasis in plaats van op vetbasis vast te stellen. |
(4) |
Het panel concludeerde dat de regelmatige consumptie van schapenlever gemiddeld een verhoging van de achtergrondblootstelling aan dioxinen en dioxineachtige pcb’s met ongeveer 20 % tot gevolg zou hebben. Bij gelegenheid kan de consumptie van schapenlever in een hoge opname van deze contaminanten resulteren die de toelaatbare wekelijkse inname (tolerable weekly intake — TWI) overschrijdt. Het panel concludeerde dat de veelvuldige consumptie van schapenlever, met name bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd en bij kinderen, een potentieel risico voor de gezondheid kan vormen. |
(5) |
Het panel concludeerde verder dat aarde en afzettingen natuurlijke reservoirs van dioxinen en pcb’s zijn. De overbrenging van dioxinen en pcb’s van de bodem naar planten via het wortelstelsel is over het algemeen van minder belang. De afgelopen jaren zijn er in een aantal schapenlevers uit verschillende Europese landen hoge concentraties dioxinen en pcb’s gevonden, maar dit is niet in verband gebracht met specifieke besmettingsbronnen. Bij schapen is het grazen een primaire factor voor blootstelling. Schapen kunnen via aardedeeltjes die op groenten zijn afgezet aarde binnenkrijgen, of rechtstreeks wanneer zij dicht boven de grond grazen. De opname van aarde varieert sterk, vooral naargelang het seizoen: volgens rapporten bedraagt de gemiddelde opname van aarde ongeveer 8 % van de totale opname van droge stoffen. De totale opname van aarde zou aanzienlijk kunnen bijdragen aan de blootstelling van het schaap aan dioxinen en pcb’s. Er zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar over de overbrenging van dioxinen en/of pcb’s van diervoeder naar de schaapslever. Overdrachtsverhoudingen varieerden, al naargelang het polychloordibenzo-p-dioxinecongeneren (PCDD), polychloordibenzofuraancongeneren (PCDF) of PCB-congeneren betrof, van 5 tot 175 en waren voor de lever ongeveer 4 keer hoger dan voor vlees of nier. |
(6) |
De EFSA concludeerde ook dat de schaapslever een belangrijk opslagorgaan van dioxinen en pcb’s is. Verschillen in metabolisme zouden een gedeeltelijke verklaring kunnen vormen voor de relatief hoge opslag van dioxinen en verwante verbindingen in schaapslevers in vergelijking tot de levers van rundvee. |
(7) |
De EFSA concludeerde dat de resultaten op basis van vers gewicht niet zouden verschillen van de resultaten op vetbasis, ook als er opslag in de lever zou zijn en de dioxinen en de pcb’s niet op basis van de vetfractie van de lever waren vastgesteld, aangezien alle dioxinen en pcb’s tijdens de analyseprocedure worden geëxtraheerd ongeacht waar zij zich in de lever bevinden. |
(8) |
De Commissie heeft het referentielaboratorium van de Europese Unie (EU-RL) voor dioxinen en pcb’s in levensmiddelen en diervoerders verzocht de invloed van de verschillende extractiemethoden op de gehalten aan dioxinen en pcb’s in schapenlever te onderzoeken, met het oog op het rapporteren van het analyseresultaat op vetbasis dan wel op basis van vers gewicht. Het EU-RL concludeerde dat de variaties tussen de concentraties dioxinen en pcb’s op vetbasis aanzienlijk groter waren dan op basis van versgewicht. De concentraties aan dioxinen en pcb’s op vetbasis waren afhankelijk van de toegepaste extractiemethode of van oplosmiddelen, en dus van het resulterende vetgehalte. Bij een vergelijking van de resultaten op basis van vers gewicht bleken de gehalten aan dioxinen en pcb’s goed vergelijkbaar. |
(9) |
Om vergelijkbare resultaten te verkrijgen en een uniforme handhavingsaanpak binnen de gehele Unie met betrekking tot dioxine en pcb’s in de levers van landdieren te waarborgen, moeten maximumgehalten derhalve op basis van vers gewicht worden vastgesteld, zoals eerder al voor vislever en daarvan afgeleide producten is bepaald. |
(10) |
Er moet worden bepaald dat de maximumgehalten niet van toepassing zijn op levensmiddelen die vóór de datum van inwerkingtreding in de handel worden gebracht. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingsbepalingen
In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt punt 5.2 vervangen door:
„5.2 |
Lever van landdieren zoals bedoeld in 5.1, met uitzondering van schapen en afgeleide producten daarvan |
0,30 pg/g vers gewicht |
0,50 pg/g vers gewicht |
3,0 ng/g vers gewicht |
|
Schapenlever en daarvan afgeleide producten |
1,25 pg/g vers gewicht |
2,00 pg/g vers gewicht |
3,0 ng/g vers gewicht” |
Artikel 2
Overgangsbepalingen
1. Deze verordening is niet van toepassing op producten die vóór 1 januari 2014 overeenkomstig de tot die datum toepasselijke bepalingen in de handel zijn gebracht.
2. De bewijslast betreffende het tijdstip waarop de producten in de handel zijn gebracht, ligt bij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.
(2) PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5.
(3) EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (Contam); Scientific Opinion on the risk to public health related to the presence of high levels of dioxins and dioxin-like PCBs in liver from sheep and deer. EFSA Journal 2011; 9(7):2297. [71 pp.] doi:10.2903/j.efsa.2011.2297. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal