EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0737

2010/737/EU: Besluit van de Commissie van 2 december 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat staalplaten met polyestercoating en plastisolcoating betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 389) Voor de EER relevante tekst

OJ L 317, 3.12.2010, p. 39–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 059 P. 177 - 179

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/737/oj

3.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/39


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 2 december 2010

tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat staalplaten met polyestercoating en plastisolcoating betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 389)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/737/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten (1), en met name artikel 20, lid 2, onder a),

Na raadpleging van het Permanent Comité voor de bouw,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG kan het met het oog op de op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau uiteenlopende beschermingsniveaus voor bouwwerken nodig zijn om in de basisdocumenten voor ieder fundamenteel voorschrift klassen vast te stellen voor het gedrag van producten. Deze documenten zijn in de vorm van een mededeling van de Commissie betreffende de basisdocumenten van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (2) gepubliceerd.

(2)

Met betrekking tot het fundamentele voorschrift „brandveiligheid” noemt basisdocument nr. 2 een aantal onderling samenhangende maatregelen die tezamen de brandveiligheidsstrategie bepalen, die in de lidstaten op verschillende wijze kan worden uitgewerkt.

(3)

Een van die maatregelen die in basisdocument nr. 2 worden genoemd, is het beperken van het ontstaan en de verspreiding van brand en rook op een bepaalde plaats door de kans dat voor de bouw bestemde producten bijdragen tot de volledige ontwikkeling van een brand te verkleinen.

(4)

Het niveau van die beperking kan slechts worden uitgedrukt als een bepaald materiaalgedrag bij brand van de producten in hun uiteindelijke toepassing.

(5)

Als geharmoniseerde oplossing is bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (3) een systeem van klassen vastgesteld.

(6)

Voor staalplaten met polyestercoating en plastisolcoating moet de klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG worden toegepast.

(7)

Het materiaalgedrag bij brand van veel voor de bouw bestemde producten en/of materialen die zijn opgenomen in de klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG is duidelijk vastgesteld en is bij de voor brand bevoegde regelgevende instanties in de lidstaten voldoende bekend, zodat zij op dit specifieke gedragskenmerk niet hoeven te worden getest,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De voor de bouw bestemde producten en/of materialen die aan alle eisen van het gedragskenmerk „materiaalgedrag bij brand” voldoen zonder verdere tests te moeten ondergaan, zijn vermeld in de bijlage.

Artikel 2

De specifieke klassen die overeenkomstig de bij Beschikking 2000/147/EG vastgestelde indeling naar materiaalgedrag bij brand voor de verschillende voor de bouw bestemde producten en/of materialen gelden, zijn in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

Artikel 3

De producten worden, waar nodig, beoordeeld ten aanzien van de uiteindelijke toepassing ervan.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 december 2010.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12.

(2)  PB C 62 van 28.2.1994, blz. 1.

(3)  PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14.


BIJLAGE

In de tabellen in deze bijlage zijn de voor de bouw bestemde producten en/of materialen opgenomen die aan alle voorschriften voor het gedragskenmerk „materiaalgedrag bij brand” voldoen en niet hoeven te worden getest.

Tabel 1

Klassen van materiaalgedrag bij brand voor staalplaten met polyestercoating voor eenlaags gebruik (zonder achterliggende isolatie)

Product

Nominale dikte „t” van de metallisch beklede staalplaat

(mm)

Profiel

Klasse (1)

Metallisch beklede staalplaat, geprofileerd of vlak, met een nominale dikte t (mm), waarvan het aan brand blootgestelde oppervlak is gecoat met een polyestercoating met een nominale dikte van maximaal 25 μm, overeenkomstig het desbetreffende onderdeel van EN 14782 en EN 10169, indien de coating een massa van niet meer dan 70 g/m2 en een PCS van niet meer dan 1,0 MJ/m2 heeft.

Het niet aan brand blootgestelde oppervlak van de staalplaat mag organisch gecoat zijn, mits deze coating een dikte van niet meer dan 15 μm en een PCS van niet meer dan 0,7 MJ/m2 heeft.

0,40 ≤ t ≤ 1,50

Vlak of geprofileerd (2)

A1

Gebruikte symbolen: PCS = calorische bovenwaarde.


Tabel 2

Klassen van materiaalgedrag bij brand voor staalplaten met plastisolcoating

Product (3)

Nominale dikte „t” van de metallisch beklede staalplaat

(mm)

Montagegegevens

Klasse (4)

Metallisch beklede staalplaat, geprofileerd of vlak, met een nominale dikte t (mm), waarvan het aan brand blootgestelde oppervlak is gecoat met een plastisolcoating met een nominale dikte van maximaal 200 μm, een coatingmassa van niet meer dan 300 g/m2 en een PCS van niet meer dan 0,7 MJ/m2.

Het niet aan brand blootgestelde oppervlak van de staalplaat mag organisch gecoat zijn, mits deze coating een dikte van niet meer dan 15 μm en een PCS van niet meer dan 0,7 MJ/m2 heeft.

0,55 ≤ t ≤ 1,00

Vlak of geprofileerd product voor eenlaags gebruik (zonder achterliggende isolatie) of met achterliggende minerale wol als onderdeel van een (eventueel tweelaagse) constructie. Indien het product geprofileerd is, mag het geprofileerde (gegolfde) oppervlak niet meer dan tweemaal zo groot zijn als het totale (bekledings)oppervlak van het product.

De minerale wol moet ten minste tot klasse A2-s1,d0 behoren. De minerale wol moet ten minste 100 mm dik zijn, tenzij het materiaal dat zich (eventueel) onmiddellijk achter de minerale wol bevindt (met inbegrip van de eventuele dampwerende laag) ten minste tot klasse A2-s1,d0 behoort.

De ondersteunende structuur moet ten minste tot klasse A2-s1,d0 behoren.

C-s3,d0

Gebruikte symbolen: PCS = calorische bovenwaarde.


(1)  De klasse is vastgesteld in tabel 1 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG.

(2)  Het geprofileerde (gegolfde) oppervlak mag niet meer dan tweemaal zo groot zijn als het totale (bekledings)oppervlak van het product.

Gebruikte symbolen: PCS = calorische bovenwaarde.

(3)  De tolerantie met betrekking tot de nominale dikte moet voldoen aan de desbetreffende voorwaarden in EN 14782 en EN 14783.

(4)  De klasse is vastgesteld in tabel 1 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG.

Gebruikte symbolen: PCS = calorische bovenwaarde.


Top