Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0607

Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten

PB L 193 van 24.7.2009, p. 60–139 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/01/2019; opgeheven door 32019R0033

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/607/oj

24.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 193/60


VERORDENING (EG) Nr. 607/2009 VAN DE COMMISSIE

van 14 juli 2009

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (1), en met name op de artikelen 52, 56 en 63 en artikel 126, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn de algemene regels vastgesteld voor de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van bepaalde wijnbouwproducten.

(2)

Om te garanderen dat de in de Gemeenschap geregistreerde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 479/2008 voldoen, moeten de aanvragen door de nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat in het kader van een inleidende nationale bezwaarprocedure worden onderzocht. Vervolgens moeten controles worden verricht om te garanderen dat de aanvragen aan de voorwaarden van de onderhavige verordening voldoen, dat in alle lidstaten een eenvormige aanpak wordt gevolgd en dat de registratie van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen niet nadelig is voor derden. Bijgevolg moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de aanvraag-, onderzoek-, bezwaar- en annuleringsprocedures die moeten worden gevolgd voor de oorsprongsbenamingen en de geografische aanduidingen van bepaalde wijnbouwproducten.

(3)

De voorwaarden waaronder een natuurlijke persoon of een rechtspersoon een registratieaanvraag kan indienen, moeten worden vastgesteld. Specifieke aandacht dient te gaan naar de afbakening van het betrokken gebied, waarbij zowel met het productiegebied als met de kenmerken van het product rekening moet worden gehouden. Elke producent die in het afgebakende geografische gebied is gevestigd, moet de geregistreerde naam kunnen gebruiken voor zover aan de voorwaarden van het productdossier wordt voldaan. Elk gebied moet op gedetailleerde, nauwkeurige en ondubbelzinnige wijze worden afgebakend zodat de producenten, de bevoegde autoriteiten en de controleorganen kunnen nagaan of de behandelingen wel degelijk in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

(4)

Er moeten specifieke voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de registratie van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.

(5)

Dat een wijnbouwproduct met een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding in het afgebakende geografische gebied moet worden verpakt en dat ook de behandelingen in verband met de presentatie van het product in dat afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden, zijn beperkingen van het vrije verkeer van goederen en van de vrijheid van dienstverlening. In het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie mogen dergelijke beperkingen alleen worden opgelegd als zij voor de bescherming van de reputatie van de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding noodzakelijk zijn, daarmee in verhouding zijn en daartoe geschikt zijn. Elke beperking moet naar behoren worden verantwoord vanuit het standpunt van het vrije verkeer van goederen en de vrijheid van dienstverlening.

(6)

Er moeten bepalingen worden vastgesteld betreffende de verplichte productie in het afgebakende gebied. In de Gemeenschap wordt namelijk in een beperkt aantal gevallen hiervan afgeweken.

(7)

Voorts moet worden omschreven welke gegevens moeten worden verstrekt om de band met de kenmerken van het geografische gebied en de invloed van die kenmerken op het eindproduct aan te tonen.

(8)

Als een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding in een communautair register wordt opgenomen, moet daarover informatie worden verstrekt aan al wie bij de handel betrokken is en aan de consument. Om ervoor te zorgen dat die informatie voor iedereen toegankelijk is, moet zij elektronisch beschikbaar zijn.

(9)

Om het specifieke karakter van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te behouden en de regelgeving van de lidstaten nader op elkaar af te stemmen teneinde een gelijk speelveld voor de mededinging in de Gemeenschap te creëren, moet een communautair rechtskader voor de controle van dergelijke wijnen worden vastgesteld, waarmee de specifieke bepalingen van de lidstaten moeten stroken. Dergelijke controles moeten het mogelijk maken de traceerbaarheid van de betrokken producten te verbeteren en te specificeren welke aspecten moeten worden gecontroleerd. Om concurrentie te voorkomen moet permanent worden gecontroleerd en moeten de controles door onafhankelijke instanties worden verricht.

(10)

Met het oog op de coherente toepassing van Verordening (EG) nr. 479/2008 moeten modelformulieren worden opgesteld voor aanvragen, bezwaren, wijzigingen en annuleringen.

(11)

In titel III, hoofdstuk V, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn de algemene regels vastgesteld voor het gebruik van beschermde traditionele aanduidingen met betrekking tot bepaalde wijnbouwproducten.

(12)

Het gebruik en de bescherming van bepaalde aanduidingen (andere dan oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen) voor de omschrijving van wijnbouwproducten, alsmede de desbetreffende regelgeving zijn gevestigde praktijken in de Gemeenschap. Deze traditionele aanduidingen roepen bij de consument de associatie op met een productie- of rijpingsmethode dan wel met een kwaliteit, een kleur, een plaats of een specifieke gebeurtenis die met de geschiedenis van de wijn verband houdt. Bijgevolg moet, om een eerlijke mededinging te garanderen en misleiding van de consument te voorkomen, een gemeenschappelijk kader worden vastgesteld voor de definiëring, de erkenning, de bescherming en het gebruik van dergelijke traditionele aanduidingen.

(13)

Voor producten uit derde landen mogen traditionele aanduidingen worden gebruikt op voorwaarde dat die aanduidingen voldoen aan dezelfde of gelijkwaardige voorwaarden als die welke aan de lidstaten worden gesteld om misleiding van de consumenten te voorkomen. Voorts moeten, aangezien tal van derde landen niet hetzelfde niveau van gecentraliseerde voorschriften hebben als het communautaire rechtsbestel, bepalingen betreffende „representatieve beroepsorganisaties” in derde landen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat dezelfde garanties worden geboden als die waarin de communautaire regels voorzien.

(14)

In titel III, hoofdstuk VI, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn de algemene regels vastgesteld voor de etikettering en de presentatie van bepaalde wijnbouwproducten.

(15)

Bepaalde voorschriften inzake etikettering van levensmiddelen zijn vastgesteld bij Eerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad (2), Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (3), Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten (5). Deze voorschriften gelden ook voor wijnbouwproducten, tenzij in de betrokken richtlijnen uitdrukkelijk anders is bepaald.

(16)

Bij Verordening (EG) nr. 479/2008 is de etikettering van alle wijnbouwproducten geharmoniseerd en is het gebruik van andere aanduidingen dan die waarin de communautaire regelgeving uitdrukkelijk voorziet, toegestaan mits die aanduidingen juist zijn.

(17)

In Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat de voorwaarden moeten worden vastgesteld voor het gebruik van bepaalde aanduidingen van onder meer de herkomst, de bottelaar, de producent, de importeur enz. Voor sommige van die aanduidingen moeten, met het oog op de soepele werking van de interne markt, communautaire regels worden vastgesteld. Deze regels moeten zo veel mogelijk gebaseerd zijn op bestaande bepalingen. Voor andere aanduidingen moet elke lidstaat voor de op zijn grondgebied geproduceerde wijnen met het Gemeenschapsrecht verenigbare regels vaststellen, om er aldus voor te zorgen dat die regels zo dicht mogelijk bij de producent tot stand komen. Deze regels moeten niettemin volledig transparant zijn.

(18)

In het belang van de consument moeten bepaalde verplichte gegevens binnen hetzelfde gezichtsveld op de recipiënt worden gegroepeerd, moeten voor de vermelding van het effectieve alcoholgehalte tolerantiegrenzen worden vastgesteld en moet rekening worden gehouden met het specifieke karakter van de betrokken producten.

(19)

De bestaande regels voor het gebruik van vermeldingen of merktekens op de etikettering die het mogelijk maken de partij te identificeren waartoe een levensmiddel behoort, hebben hun nut bewezen en moeten bijgevolg worden gehandhaafd.

(20)

De begrippen die naar de biologische productie van de druiven verwijzen, vallen uitsluitend onder Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten (6) en zijn van toepassing voor alle wijnbouwproducten.

(21)

Het gebruik van loodhoudende capsules om de sluiting van recipiënten waarin onder Verordening (EG) nr. 479/2008 vallende producten worden bewaard, te bedekken, moet verboden blijven om enerzijds elk gevaar voor verontreiniging, met name door toevallig contact met die capsules, en anderzijds elk risico voor milieuvervuiling met loodhoudend afval van die capsules te voorkomen.

(22)

Met het oog op de traceerbaarheid van de producten en de transparantie moeten nieuwe regels inzake de aanduiding van de herkomst worden ingevoerd.

(23)

Voor het gebruik van aanduidingen betreffende de wijndruivenrassen en het wijnoogstjaar bij wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding zijn specifieke uitvoeringsbepalingen nodig.

(24)

Het gebruik van bepaalde typen flessen voor bepaalde producten is vanouds een gevestigd gebruik in de Gemeenschap en in derde landen. Doordat deze flessen reeds lang worden gebruikt, kunnen zij bij de consumenten associaties oproepen met bepaalde kenmerken of met een bepaalde oorsprong van een product. Het gebruik van deze typen flessen moet dus voor de betrokken wijnen worden voorbehouden.

(25)

Ook de voorschriften inzake de etikettering van wijnbouwproducten uit derde landen die in de Gemeenschap in de handel zijn, moeten zoveel mogelijk worden geharmoniseerd met de voor de communautaire wijnbouwproducten vastgestelde aanpak, teneinde misleiding van de consument en oneerlijke concurrentie tussen de producenten te voorkomen. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met de verschillen in productieomstandigheden, wijnbouwtradities en wetgeving in de betrokken derde landen.

(26)

Gelet op de verschillen tussen de onder deze verordening vallende producten en tussen de markten waarop zij worden verhandeld en gezien de verwachtingen van de consument moeten de voorschriften worden gedifferentieerd naargelang van de betrokken producten, met name wat betreft bepaalde facultatieve aanduidingen voor wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding waarop toch namen van wijndruivenrassen en wijnoogstjaren worden vermeld als die wijnen via een certificeringsprocedure zijn erkend (de zogenoemde cépagewijnen). Daarom moeten, om binnen de categorie wijnen zonder BOB/BGA een onderscheid te maken tussen de wijnen die onder de subcategorie cépagewijnen vallen en die welke niet onder die subcategorie vallen, specifieke voorschriften voor het gebruik van facultatieve aanduidingen worden vastgesteld voor enerzijds wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding en anderzijds wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, er rekening mee houdend dat deze laatste ook cépagewijnen omvatten.

(27)

Er moeten maatregelen worden vastgesteld om de overgang van de vroegere wijnbouwregeling, met name Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (7), naar de bij de onderhavige verordening vastgestelde regeling te vergemakkelijken ten einde te voorkomen dat de marktdeelnemers onnodig worden belast. Om de marktdeelnemers die in de Gemeenschap of in een derde land zijn gevestigd, in staat te stellen aan de etiketteringsvoorschriften te voldoen, moet voor de aanpassing een overgangsperiode worden gelaten. Derhalve moeten bepalingen worden vastgesteld die garanderen dat producten die overeenkomstig de bestaande regels zijn geëtiketteerd, nog tijdens een overgangsperiode mogen worden verkocht.

(28)

Door de hiermee gepaard gaande administratieve lasten zijn sommige lidstaten niet in staat om de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om tegen 1 augustus 2009 aan artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008 te voldoen. Om ervoor te zorgen dat de marktdeelnemers en de bevoegde autoriteiten geen nadeel van deze deadline ondervinden, moet een overgangsperiode worden gelaten en moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld.

(29)

Deze verordening moet gelden onverminderd specifieke voorschriften die worden overeengekomen in het kader van overeenkomsten met derde landen die volgens de procedure van artikel 133 van het Verdrag worden gesloten.

(30)

De nieuwe uitvoeringsbepalingen voor titel III, hoofdstukken IV, V en VI, van Verordening (EG) nr. 479/2008 moeten de bestaande regelgeving ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 vervangen. Verordening (EG) nr. 1607/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van enige uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (8), en in het bijzonder de titel betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijn, en Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten (9) moeten derhalve worden ingetrokken.

(31)

Bij artikel 128 van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt de bestaande regelgeving van de Raad in de wijnbouwsector, met inbegrip van die welke betrekking heeft op aspecten die door deze verordening worden bestreken, ingetrokken. Om handelsproblemen te voorkomen, een vlotte overgang voor de marktdeelnemers mogelijk te maken en de lidstaten een redelijke termijn te laten voor de vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen, moet in overgangsperioden worden voorzien.

(32)

De uitvoeringsbepalingen die in de onderhavige verordening worden vastgesteld, moeten van toepassing worden met ingang van de datum waarop de hoofdstukken IV, V en VI van titel III van Verordening (EG) nr. 479/2008 van toepassing worden.

(33)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van titel III van Verordening (EG) nr. 479/2008, met name wat betreft:

a)

de bepalingen van hoofdstuk IV van die titel, die betrekking hebben op beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van de in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde producten;

b)

de bepalingen van hoofdstuk V van die titel, die betrekking hebben op traditionele aanduidingen van de in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde producten;

c)

de bepalingen van hoofdstuk VI van die titel, die betrekking hebben op de etikettering en de presentatie van bepaalde wijnbouwproducten.

HOOFDSTUK II

BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN EN GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

AFDELING 1

Beschermingsaanvraag

Artikel 2

Aanvrager

1.   Een individuele producent kan een aanvrager zijn in de zin van artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 als wordt aangetoond dat:

a)

de betrokken persoon de enige producent in het afgebakende geografische gebied is, en

b)

wanneer het betrokken afgebakende geografische gebied door gebieden met oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen wordt omringd, dit betrokken gebied kenmerken vertoont die wezenlijk verschillen van die van de omringende afgebakende gebieden, of de kenmerken van het product verschillen van die van de producten die in de omringende afgebakende gebieden worden verkregen.

2.   Een lidstaat of derde land, of de respectieve autoriteiten daarvan, zijn geen aanvrager in de zin van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 479/2008.

Artikel 3

Beschermingsaanvraag

Een beschermingsaanvraag bestaat uit de op grond van de artikelen 35 of 36 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vereiste documenten en een elektronische kopie van het productdossier en van het enige document.

De beschermingsaanvraag en het enige document worden opgesteld volgens het model in bijlage I, respectievelijk bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 4

Naam

1.   De te beschermen naam wordt uitsluitend geregistreerd in de taal (talen) die wordt (worden) gebruikt om het betrokken product in het afgebakende geografische gebied te omschrijven.

2.   De naam wordt geregistreerd in zijn originele spellingwijze(n).

Artikel 5

Afbakening van het geografische gebied

Het gebied wordt op gedetailleerde, nauwkeurige en ondubbelzinnige wijze afgebakend.

Artikel 6

Productie in het afgebakende geografische gebied

1.   Met het oog op de toepassing van artikel 34, lid 1, onder a), iii) en onder b), iii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van het onderhavige artikel heeft „productie” betrekking op alle betrokken behandelingen, van het oogsten van de druiven tot de voltooiing van het wijnbereidingsproces, met uitzondering van eventuele procedés die pas na het productiestadium plaatsvinden.

2.   Voor producten met een beschermde geografische aanduiding is het aandeel druiven van ten hoogste 15 % dat overeenkomstig artikel 34, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 van buiten het afgebakende geografische gebied mag komen, afkomstig uit de betrokken lidstaat of het betrokken derde land waarin het afgebakende geografische gebied ligt.

3.   In afwijking van artikel 34, lid 1), onder a), ii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 is punt 3 van deel B van bijlage III van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie (10) betreffende de toegestane oenologische procedés en beperkingen, van toepassing.

4.   In afwijking van artikel 34, lid 1, onder a), iii), en lid 1, onder b), iii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en voor zover dit in het productdossier is bepaald, mag een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding tot wijn worden verwerkt:

a)

hetzij in een gebied in de onmiddellijke nabijheid van het afgebakende geografische gebied,

b)

hetzij in een gebied dat overeenkomstig de regelgeving van de lidstaat tot dezelfde administratieve eenheid of een naburige administratieve eenheid behoort,

c)

hetzij, wanneer het om een grensoverschrijdende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding gaat of wanneer er tussen twee of meer lidstaten of tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen een overeenkomst inzake controlemaatregelen bestaat, in een gebied dat zich in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende geografische gebied bevindt.

In afwijking van artikel 34, lid 1), onder b), iii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en voor zover dit in het productdossier is bepaald, mogen wijnen met een beschermde geografische aanduiding nog tot en met 31 december 2012 tot wijn worden verwerkt in een gebied dat niet in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende geografische gebied ligt.

In afwijking van artikel 34, lid 1), onder a), iii), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en voor zover dit in het productdossier is bepaald, mag een product in een gebied dat niet in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende geografische gebied ligt, tot mousserende wijn of parelwijn met een beschermde oorsprongsbenaming worden verwerkt voor zover dit procedé reeds vóór 1 maart 1986 werd toegepast.

Artikel 7

Verband

1.   Met de in artikel 35, lid 2), onder g), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde gegevens over het geografische verband wordt gepreciseerd in welke mate de kenmerken van het afgebakende geografische gebied het eindproduct beïnvloeden.

Als een aanvraag op meer dan één wijncategorie betrekking heeft, worden voor elk van de betrokken wijnbouwproducten gegevens over het geografische verband verstrekt.

2.   Voor een oorsprongsbenaming omvat het productdossier de volgende gegevens:

a)

voor het verband relevante bijzonderheden over het geografische gebied, en met name natuurlijke en menselijke factoren;

b)

bijzonderheden over de kwaliteit of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven zijn aan de geografische omgeving;

c)

een beschrijving van de causale interactie tussen de onder a) en b) bedoelde bijzonderheden.

3.   Voor een geografische aanduiding omvat het productdossier de volgende gegevens:

a)

voor het verband relevante bijzonderheden over het geografische gebied;

b)

bijzonderheden over de kwaliteit, de reputatie of andere specifieke kenmerken van het product die toe te schrijven zijn aan de geografische oorsprong van het product;

c)

een beschrijving van de causale interactie tussen de onder a) en de onder b) bedoelde bijzonderheden.

4.   In het productdossier voor een geografische aanduiding wordt vermeld of dat dossier is gebaseerd op een specifieke kwaliteit, een specifieke reputatie of andere kenmerken die met de geografische oorsprong van het product verband houdt of houden.

Artikel 8

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Als op grond van een vereiste als bedoeld in artikel 35, lid 2, onder h), van Verordening (EG) nr. 479/2008 in een productdossier staat dat het product in het afgebakende geografische gebied of in een gebied in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken afgebakende geografische gebied moet worden verpakt, wordt deze vereiste voor het betrokken product verantwoord.

AFDELING 2

Onderzoeksprocedure van de Commissie

Artikel 9

Ontvangst van de aanvraag

1.   De aanvraag wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van een aanvraag bij de Commissie is de datum waarop die aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie. Deze datum wordt met passende middelen bij het publiek bekendgemaakt.

2.   De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van de aanvraag, de datum van ontvangst en het aan de aanvraag toegekende dossiernummer aan.

De autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager krijgen een ontvangstbevestiging waarop ten minste de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

het dossiernummer;

b)

de te registreren naam;

c)

het aantal ontvangen bladzijden, en

d)

de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10

Indiening van een grensoverschrijdende aanvraag

1.   Bij een grensoverschrijdende aanvraag mag de gezamenlijke aanvraag voor een naam die een grensoverschrijdend geografisch gebied aanduidt, worden ingediend door verschillende producentenverenigingen die dat gebied vertegenwoordigen.

2.   Als bij een grensoverschrijdende aanvraag uitsluitend lidstaten betrokken zijn, geldt de in artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde inleidende nationale procedure in alle betrokken lidstaten.

Met het oog op de toepassing van artikel 38, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt een grensoverschrijdende aanvraag aan de Commissie voorgelegd door één lidstaat namens alle andere en bevat die aanvraag een machtiging van elke andere betrokken lidstaat voor de lidstaat die de aanvraag voorlegt, om namens hem te handelen.

3.   Als bij een grensoverschrijdende aanvraag uitsluitend derde landen betrokken zijn, wordt de aanvraag aan de Commissie voorgelegd door hetzij een van de aanvragende verenigingen namens de andere, hetzij een van de derde landen namens de andere en bevat zij de volgende gegevens:

a)

elementen waaruit blijkt dat de in de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde voorwaarden zijn vervuld;

b)

het bewijs van bescherming in de betrokken derde landen, en

c)

een in lid 2 bedoelde machtiging van elk ander betrokken derde land.

4.   Als bij een grensoverschrijdende aanvraag minstens één lidstaat en minstens één derde land betrokken zijn, geldt de in artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde inleidende nationale procedure in alle betrokken lidstaten. De aanvraag wordt aan de Commissie voorgelegd door één van de lidstaten of derde landen of door één van de aanvragende verenigingen van de derde landen en bevat de volgende gegevens:

a)

elementen waaruit blijkt dat de in de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde voorwaarden zijn vervuld;

b)

het bewijs van bescherming in de betrokken derde landen, en

c)

een in lid 2 bedoelde machtiging van elke andere betrokken lidstaat of elk ander betrokken derde land.

5.   De lidstaten, de derde landen of de in derde landen gevestigde producentenverenigingen die een in de leden 2, 3 of 4 van dit artikel bedoelde grensoverschrijdende aanvraag aan de Commissie voorleggen, fungeren als geadresseerde van elke desbetreffende kennisgeving of elk desbetreffend besluit van de Commissie.

Artikel 11

Ontvankelijkheid

1.   Om te bepalen of een beschermingsaanvraag ontvankelijk is, verifieert de Commissie of de in bijlage I opgenomen registratieaanvraag is ingevuld en of de bewijsstukken bij de aanvraag zijn gevoegd.

2.   Elke registratieaanvraag die ontvankelijk wordt geacht, wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

Als de aanvraag niet of slechts gedeeltelijk is ingevuld of als de in lid 1 bedoelde bewijsstukken niet samen met de registratieaanvraag zijn overgelegd of als sommige daarvan ontbreken, brengt de Commissie de aanvrager daarvan op de hoogte en nodigt zij hem uit om binnen twee maanden de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie de aanvraag onontvankelijk. Elk onontvankelijkheidsbesluit wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

Artikel 12

Onderzoek van de inachtneming van de geldigheidsvoorwaarden

1.   Als een ontvankelijke aanvraag voor de bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding niet voldoet aan de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 479/2008, stelt de Commissie de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van de weigeringsgronden en stelt zij een termijn vast voor de intrekking of de wijziging van de aanvraag of voor het maken van opmerkingen.

2.   Als de autoriteiten van de lidstaat of het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager de belemmeringen voor de registratie niet binnen de vastgestelde termijn verhelpen, wijst de Commissie de aanvraag af overeenkomstig artikel 39, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

3.   De Commissie neemt haar besluit om de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding af te wijzen op basis van de documenten en de informatie waarover zij beschikt. Elk afwijzingsbesluit wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

AFDELING 3

Bezwaarprocedures

Artikel 13

Nationale bezwaarprocedure bij grensoverschrijdende aanvragen

Met het oog op de toepassing van artikel 38, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt, als bij een grensoverschrijdende aanvraag uitsluitend lidstaten of ten minste één lidstaat en ten minste één derde land betrokken zijn, de bezwaarprocedure in alle betrokken lidstaten toegepast.

Artikel 14

Indiening van bezwaren in het kader van de communautaire procedure

1.   De in artikel 40 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde bezwaren worden opgesteld aan de hand van het in bijlage III bij de onderhavige verordening vastgestelde formulier. Het bezwaarschrift wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van een bezwaar bij de Commissie is de datum waarop het betrokken bezwaarschrift is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie. Deze datum wordt met passende middelen bij het publiek bekendgemaakt.

2.   De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van het bezwaarschrift, de datum van ontvangst en het aan het bezwaarschrift toegekende dossiernummer aan.

Degene die bezwaar maakt, krijgt een ontvangstbevestiging waarin minstens de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

het dossiernummer,

b)

het aantal ontvangen bladzijden, en

c)

de datum van ontvangst van het verzoek.

Artikel 15

Ontvankelijkheid in het kader van de communautaire procedure

1.   Om te bepalen of een krachtens artikel 40 van Verordening (EG) nr. 479/2008 opgesteld bezwaarschrift ontvankelijk is, gaat de Commissie na of de verworven rechten waarop aanspraak wordt gemaakt en de bezwaargronden in het bezwaarschrift zijn vermeld en of het bezwaarschrift binnen de vastgestelde termijn bij de Commissie is ingediend.

2.   Als het bezwaar overeenkomstig artikel 43, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt gemaakt omdat er reeds een merk met reputatie en bekendheid bestaat, wordt bij het bezwaarschrift een bewijs van het depot, de registratie of het gebruik van dat reeds bestaande merk gevoegd, zoals het registratiecertificaat of het bewijs van het gebruik van dat merk, alsmede een bewijs van de reputatie en de bekendheid ervan.

3.   Elk naar behoren gemotiveerd bezwaarschrift bevat gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar en gaat vergezeld van de desbetreffende onderbouwende bescheiden.

De inlichtingen en de bewijsstukken die moeten worden verstrekt om het gebruik van een reeds bestaand merk aan te tonen, hebben betrekking op de plaats, de duur, de omvang en de aard van dat gebruik en op de reputatie en de bekendheid van dat merk.

4.   Als de gegevens over de verworven rechten waarop aanspraak wordt gemaakt, de bezwaargronden, de feiten, de bewijsstukken, de opmerkingen en de onderbouwende bescheiden als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, niet samen met het bezwaarschrift worden voorgelegd of als sommige daarvan ontbreken, stelt de Commissie de opposant daarvan in kennis en verzoekt zij hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie het bezwaar onontvankelijk. Het onontvankelijkheidsbesluit wordt gemeld aan degene die bezwaar maakt en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

5.   Elk ontvankelijk geacht bezwaar wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

Artikel 16

Onderzoek van een bezwaar in het kader van de communautaire procedure

1.   Als de Commissie het bezwaar niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 15, lid 4, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van het bezwaar en nodigt zij hen of hem uit binnen twee maanden na de datum van die kennisgeving opmerkingen te maken. Alle opmerkingen die binnen die twee maanden worden ontvangen, worden meegedeeld aan degene die bezwaar maakt.

Tijdens het onderzoek van het bezwaarschrift verzoekt de Commissie de partijen om, indien nodig, binnen twee maanden na dat verzoek opmerkingen te maken over de mededelingen van de andere partijen.

2.   Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land, de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager of degene die bezwaar maakt, vervolgens geen opmerkingen maken of de vastgestelde termijnen niet naleven, neemt de Commissie een besluit betreffende het bezwaar.

3.   De Commissie neemt elk besluit om de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding af te wijzen of te registreren op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Het afwijzingsbesluit wordt gemeld aan degene die bezwaar maakt, de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

4.   Als meerdere personen bezwaar maken, is het mogelijk dat, na een verkennend onderzoek van één of meer van die bezwaren, wordt besloten dat de registratieaanvraag niet kan worden aanvaard; in dergelijke gevallen kan de Commissie de overige bezwaarprocedures schorsen. De Commissie stelt de andere opposanten in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.

Als een aanvraag wordt afgewezen, worden de geschorste bezwaarprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de betrokken opposanten daarvan naar behoren in kennis gesteld.

AFDELING 4

Bescherming

Artikel 17

Beschermingsbesluit

1.   Tenzij de aanvragen voor de bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding overeenkomstig de artikelen 11, 12, 16 of 28 worden afgewezen, besluit de Commissie de betrokken oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen te beschermen.

2.   Beschermingsbesluiten die overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) nr. 479/2008 worden genomen, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 18

Register

1.   De Commissie houdt het in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen”, hieronder „het register” genoemd, bij.

2.   Een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die is aanvaard, wordt opgenomen in het register.

Als het gaat om namen die zijn geregistreerd op grond van artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008, neemt de Commissie de in lid 3 van het onderhavige artikel vermelde gegevens in het register op, behalve het onder f) bedoelde gegeven.

3.   De Commissie neemt de volgende gegevens in het register op:

a)

de geregistreerde naam van het product of de producten;

b)

de vermelding dat de naam beschermd is als geografische aanduiding of als oorsprongsbenaming;

c)

de naam van het land of de landen van oorsprong;

d)

de datum van registratie;

e)

de verwijzing naar het rechtsinstrument waarbij de naam is geregistreerd;

f)

de verwijzing naar het enige document.

Artikel 19

Bescherming

1.   De bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding loopt vanaf de datum waarop die benaming of aanduiding in het register is opgenomen.

2.   Bij onrechtmatig gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op eigen initiatief overeenkomstig artikel 45, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008, dan wel op verzoek van een partij, de nodige maatregelen om dat onrechtmatige gebruik te stoppen en het in de handel brengen of de uitvoer van de betrokken producten te voorkomen.

3.   De bescherming van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding geldt voor de hele benaming, met inbegrip van alle elementen waaruit die bestaat, voor zover die elementen op zich distinctief zijn. Een niet-distinctief of generisch element van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt niet beschermd.

AFDELING 5

Wijzigingen en annulering

Artikel 20

Wijziging van het productdossier of van het enige document

1.   Een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen in het productdossier die wordt ingediend door een in artikel 37 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde aanvrager van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, wordt opgesteld overeenkomstig bijlage IV bij de onderhavige verordening.

2.   Om te bepalen of een krachtens artikel 49, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 ingediende aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen in het productdossier ontvankelijk is, gaat de Commissie na of zij de op grond van artikel 35, lid 2, van die verordening vereiste gegevens alsmede een in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde ingevulde aanvraag heeft ontvangen.

3.   Met het oog op de toepassing van artikel 49, lid 2, eerste zin, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn de artikelen 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 van de onderhavige verordening van overeenkomstig toepassing.

4.   Een wijziging wordt geacht minimaal te zijn als zij:

a)

geen betrekking heeft op de wezenlijke kenmerken van het product;

b)

het verband niet wijzigt;

c)

geen wijziging inhoudt van de naam van het product of van delen daarvan;

d)

geen invloed heeft op het afgebakende geografische gebied;

e)

geen verdere beperkingen meebrengt voor het in de handel brengen van het product.

5.   Als de aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen in het productdossier door een andere dan de oorspronkelijke aanvrager wordt ingediend, stelt de Commissie de oorspronkelijke aanvrager in kennis van de aanvraag.

6.   Als de Commissie besluit haar goedkeuring te hechten aan een wijziging in het productdossier die van invloed is op de in het register opgenomen gegevens of van die gegevens afwijkt, schrapt zij de originele gegevens uit het register en voert zij de nieuwe gegevens in, die van kracht worden op de datum waarop het betrokken besluit in werking treedt.

Artikel 21

Indiening van een annuleringsverzoek

1.   Een verzoek tot annulering op grond van artikel 50 van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt opgesteld aan de hand van het in bijlage V bij de onderhavige verordening vastgestelde formulier. Het annuleringsverzoek wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van het annuleringsverzoek bij de Commissie is de datum waarop dat verzoek is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie. Deze datum wordt met passende middelen bij het publiek bekendgemaakt.

2.   De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van het annuleringsverzoek, de datum van ontvangst en het aan het annuleringsverzoek toegekende dossiernummer aan.

De opsteller van het annuleringsverzoek krijgt een ontvangstbevestiging die minstens de volgende gegevens bevat:

a)

het dossiernummer;

b)

het aantal ontvangen bladzijden, en

c)

de datum van ontvangst van het verzoek.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing als de annulering door de Commissie wordt ingeleid.

Artikel 22

Ontvankelijkheid

1.   Om te bepalen of een krachtens artikel 50 van Verordening (EG) nr. 479/2008 opgesteld annuleringsverzoek ontvankelijk is, gaat de Commissie na of in het verzoek:

a)

het rechtmatige belang, de redenen en de verantwoording van de opsteller van het annuleringsverzoek zijn vermeld;

b)

de annuleringsgrond is toegelicht, en

c)

wordt verwezen naar een verklaring ter onderbouwing van het annuleringsverzoek die is opgesteld door de lidstaat of het derde land waar zich de verblijfplaats of statutaire zetel van de opsteller van het verzoek bevindt.

2.   Elk annuleringsverzoek bevat gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van de gevraagde annulering en gaat vergezeld van de desbetreffende onderbouwende bescheiden.

3.   Als de gegevens over de annuleringsgronden, de feiten, de bewijsstukken, de opmerkingen en de onderbouwende bescheiden als bedoeld in de leden 1 en 2, niet samen met het annuleringsverzoek worden voorgelegd, stelt de Commissie de opsteller van het annuleringsverzoek daarvan in kennis en verzoekt zij hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie het verzoek onontvankelijk. Het besluit over de onontvankelijkheid wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde opsteller van het annuleringsverzoek.

4.   Ontvankelijk geachte annuleringsverzoeken en door de Commissie ingeleide annuleringsprocedures worden gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het derde land gevestigde aanvragers van wie de oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen door de annulering worden getroffen.

Artikel 23

Onderzoek van een annuleringsverzoek

1.   Als de Commissie het annuleringsverzoek niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 22, lid 3, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde producenten in kennis van het annuleringsverzoek en nodigt zij hen uit binnen twee maanden na de datum van die kennisgeving opmerkingen te maken. Alle opmerkingen die binnen die twee maanden worden ontvangen, worden, indien nodig, meegedeeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek.

Tijdens het onderzoek van het annuleringsverzoek nodigt de Commissie de partijen uit om, indien nodig, binnen twee maanden na de datum van die uitnodiging opmerkingen te maken over de mededelingen van de andere partijen.

2.   Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land, de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager of de opsteller van het annuleringsverzoek vervolgens geen opmerkingen maken of de vastgestelde termijnen niet naleven, neemt de Commissie een besluit betreffende de annulering.

3.   De Commissie neemt haar besluit om een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te annuleren op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Zij gaat na of het productdossier voor een wijnbouwproduct met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding niet langer kan worden nageleefd dan wel of de naleving ervan niet langer kan worden gegarandeerd, met name wanneer de voorwaarden van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 479/2008 niet langer worden vervuld of misschien in de nabije toekomst niet langer zullen worden vervuld.

Een dergelijk annuleringsbesluit wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

4.   Als meerdere annuleringsverzoeken worden ingediend, is het mogelijk dat, na een verkennend onderzoek van één of meer van die verzoeken, niet kan worden aanvaard dat een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding nog langer wordt beschermd, in welk geval de Commissie de overige annuleringsprocedures kan schorsen. In dit geval stelt de Commissie de overige opstellers van annuleringsverzoeken in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.

Als een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt geannuleerd, worden de geschorste annuleringsprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de opstellers van de betrokken annuleringsverzoeken daarvan naar behoren in kennis gesteld.

5.   Als een annulering van kracht wordt, schrapt de Commissie de naam uit het register.

AFDELING 6

Controles

Artikel 24

Aangifte door de marktdeelnemers

Elke marktdeelnemer die een product met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wenst te produceren of te verpakken, of een deel van die activiteiten wenst uit te voeren, geeft dit aan bij de in artikel 47 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde bevoegde controleautoriteit.

Artikel 25

Jaarlijkse verificatie

1.   De door de bevoegde controleautoriteit verrichte jaarlijkse verificatie als bedoeld in artikel 48, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 omvat het volgende:

a)

voor producten met een oorsprongsbenaming: een organoleptisch en een analytisch onderzoek;

b)

voor producten met een geografische aanduiding: enkel een analytisch onderzoek of zowel een organoleptisch als een analytisch onderzoek, en

c)

een controle op de naleving van het productdossier.

De jaarlijkse verificatie wordt verricht in de lidstaat waar volgens het productdossier de productie heeft plaatsgevonden, en wordt uitgevoerd:

a)

via op een risicoanalyse gebaseerde aselecte controles, of

b)

via steekproeven, of

c)

op systematische wijze.

Bij een aselecte controle bepaalt de lidstaat het minimum aantal marktdeelnemers dat moet worden gecontroleerd.

Als steekproefsgewijs wordt gecontroleerd, zien de lidstaten erop toe dat de controles qua aantal, aard en frequentie representatief zijn voor het hele betrokken afgebakende geografische gebied en in overeenstemming zijn met de hoeveelheid wijnbouwproducten die in de handel is gebracht of met het oog daarop in voorraad wordt gehouden.

Aselecte controles mogen met steekproefsgewijze controles worden gecombineerd.

2.   De in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bedoelde onderzoeken worden verricht op anonieme monsters, moeten aantonen dat het onderzochte product de kenmerken en kwaliteiten bezit die in het productdossier voor de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding zijn beschreven, en worden uitgevoerd in elke fase van het productieproces, met inbegrip van de verpakkingsfase, of later. Elk monster moet representatief zijn voor de betrokken wijnen die door de marktdeelnemer in voorraad worden gehouden.

3.   Om de naleving van het productdossier te controleren als bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder c), controleert de controleautoriteit:

a)

de gebouwen van de marktdeelnemers, waarbij zij nagaat of de marktdeelnemers werkelijk aan de voorwaarden van het productdossier kunnen voldoen, en

b)

de producten in elke fase van het productieproces, met inbegrip van de verpakkingsfase, volgens een inspectieplan dat vooraf door de controleautoriteit is opgesteld, waarvan de marktdeelnemers in kennis zijn gesteld en dat elke productiefase omvat.

4.   De jaarlijkse verificatie garandeert dat voor een product geen op dat product betrekking hebbende beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt gebruikt tenzij:

a)

uit de resultaten van de in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), en in lid 2 bedoelde onderzoeken blijkt dat het betrokken product aan de grenswaarden voldoet en alle desbetreffende kenmerken van de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bezit;

b)

aan de overige in het productdossier opgesomde voorwaarden is voldaan, wat blijkt uit de overeenkomstig lid 3 verrichte controles.

5.   Producten die niet aan de in dit artikel vastgestelde voorwaarden voldoen, mogen in de handel worden gebracht, maar zonder de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding en voor zover zij in overeenstemming zijn met de overige rechtsvoorschriften.

6.   Als het om een grensoverschrijdende beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding gaat, mag de verificatie worden verricht door de controleautoriteit van eender welke lidstaat die bij deze oorsprongsbenaming of geografische aanduiding betrokken is.

7.   Als de jaarlijkse verificatie wordt verricht in de fase waarin het product wordt verpakt op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat van productie, is artikel 84 van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (11) van toepassing.

8.   De leden 1 tot en met 7 zijn van toepassing op wijnen met een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding voor zover voor die benaming of aanduiding aan het bepaalde in artikel 38, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt voldaan.

Artikel 26

Analytisch en organoleptisch onderzoek

De analytische en organoleptische onderzoeken als bedoeld in artikel 25, lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bestaan uit:

a)

een analyse van de betrokken wijn waarbij de volgende kenmerkende eigenschappen worden gemeten:

i)

via een fysische en chemische analyse:

het totale en het effectieve alcoholgehalte;

het totaal aan suikers, uitgedrukt in fructose en glucose (met inbegrip van de eventuele sucrose wanneer het om parelwijn of mousserende wijn gaat);

het totaalgehalte aan zuren;

het gehalte aan vluchtige zuren;

het totaalgehalte aan zwaveldioxide;

ii)

via een aanvullende analyse:

het koolzuurgehalte (parelwijn en mousserende wijn, overdruk in bar bij 20 °C);

eventuele andere kenmerkende eigenschappen die in de wetgeving van de lidstaten of het productdossier voor de betrokken beschermde oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen zijn vastgesteld;

b)

een organoleptisch onderzoek van het uitzicht, de geur en de smaak.

Artikel 27

Controle van producten van oorsprong uit derde landen

Als wijnen uit derde landen door een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding worden beschermd, stuurt het betrokken derde land de Commissie desgevraagd gegevens over de in artikel 48, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde bevoegde instanties en over de aspecten waarop de controle betrekking heeft, alsmede het bewijs dat de betrokken wijn voldoet aan de voorwaarden van de desbetreffende oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.

AFDELING 7

Omzetting in een geografische aanduiding

Artikel 28

Verzoek

1.   De autoriteiten van een lidstaat of een derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager kunnen om de omzetting van een beschermde oorsprongsbenaming in een beschermde geografische aanduiding verzoeken als de naleving van het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming niet langer mogelijk is of niet langer kan worden gegarandeerd.

Het omzettingsverzoek, dat bij de Commissie wordt ingediend, wordt opgesteld volgens het model in bijlage VI bij deze verordening. Het omzettingsverzoek wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van het omzettingsverzoek bij de Commissie is de datum waarop dat verzoek is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie.

2.   Als het verzoek tot omzetting in een geografische aanduiding niet voldoet aan de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 479/2008, stelt de Commissie de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van de weigeringsgronden en nodigt zij hen uit binnen twee maanden het verzoek in te trekken of te wijzigen of opmerkingen te maken.

3.   Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager de belemmeringen voor de omzetting in een geografische aanduiding niet binnen de vastgestelde termijn hebben verholpen, wijst de Commissie het verzoek af.

4.   De Commissie neemt haar besluit tot afwijzing van een omzettingsverzoek op basis van de documenten en de informatie waarover zij beschikt. Elk afwijzingsbesluit wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager.

5.   Artikel 40, en artikel 49, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn niet van toepassing.

HOOFDSTUK III

TRADITIONELE AANDUIDINGEN

AFDELING 1

Aanvraag

Artikel 29

Aanvragers

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of in derde landen gevestigde representatieve beroepsorganisaties kunnen bij de Commissie een aanvraag indienen voor de bescherming van traditionele aanduidingen in de zin van artikel 54, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   Onder „representatieve beroepsorganisatie” wordt verstaan elke producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties die dezelfde voorschriften heeft vastgesteld en actief is in één of meer gebieden waarvoor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding geldt, als ten minste twee derde van de producenten die in dat gebied of die gebieden actief zijn, bij haar is aangesloten en zij ten minste twee derde van de productie van dat gebied of die gebieden voor haar rekening neemt. Een representatieve beroepsorganisatie mag alleen een beschermingsaanvraag indienen voor wijnen die zij zelf produceert.

Artikel 30

Beschermingsaanvraag

1.   De aanvraag tot bescherming van een traditionele aanduiding wordt ingediend volgens het model in bijlage VII en gaat vergezeld van een kopie van de voorschriften betreffende het gebruik van de betrokken aanduiding.

2.   Als de aanvraag wordt ingediend door een representatieve beroepsorganisatie die in een derde land is gevestigd, worden ook de gegevens van die beroepsorganisatie bijgevoegd. Deze informatie, met inbegrip van relevante gegevens over de leden van de representatieve beroepsorganisatie, wordt indien nodig in bijlage XI opgenomen.

Artikel 31

Taal

1.   De te beschermen aanduiding is gesteld:

a)

in de officiële taal of talen dan wel de regionale taal of talen van de lidstaat of het derde land waar de aanduiding vandaan komt, of

b)

in de taal die in de handel voor deze aanduiding wordt gebruikt.

De in een bepaalde taal gebruikte term verwijst naar specifieke producten als bedoeld in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   De aanduiding wordt geregistreerd in haar originele spellingwijze(n).

Artikel 32

Voorschriften voor traditionele aanduidingen van derde landen

1.   Artikel 54, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 geldt mutatis mutandis voor traditioneel in derde landen gebruikte aanduidingen wanneer het wijnbouwproducten betreft waarop geografische aanduidingen van de betrokken derde landen zijn aangebracht.

2.   Als bij wijnen uit derde landen andere traditionele vermeldingen op het etiket zijn aangebracht dan de traditionele aanduidingen welke in bijlage XII zijn vermeld, mogen die traditionele vermeldingen worden gebruikt volgens de in de betrokken derde landen geldende voorschriften, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties.

AFDELING 2

Onderzoeksprocedure

Artikel 33

Indiening van de aanvraag

De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van de aanvraag, de datum van ontvangst en het aan de aanvraag toegekende dossiernummer aan. De aanvraag wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van de aanvraag bij de Commissie is de datum waarop die aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie. Deze datum en de traditionele aanduiding worden met passende middelen bij het publiek bekendgemaakt.

De aanvrager krijgt een ontvangstbevestiging waarin minstens de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

het dossiernummer;

b)

de traditionele aanduiding;

c)

het aantal ontvangen documenten, en

d)

de datum van de ontvangst daarvan.

Artikel 34

Ontvankelijkheid

De Commissie gaat na of het aanvraagformulier volledig is ingevuld en vergezeld gaat van de in artikel 30 vermelde vereiste documenten.

Als het aanvraagformulier onvolledig is of als er documenten ontbreken of onvolledig zijn, brengt de Commissie de aanvrager daarvan op de hoogte en nodigt zij hem uit om binnen twee maanden de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie de aanvraag onontvankelijk. Het onontvankelijkheidsbesluit wordt ter kennis gebracht van de aanvrager.

Artikel 35

Geldigheidsvoorwaarden

1.   De erkenning van een traditionele aanduiding wordt aanvaard als:

a)

de aanduiding voldoet aan de definitie van artikel 54, lid 1, onder a) of b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en de bepalingen van artikel 31 van de onderhavige verordening;

b)

de aanduiding uitsluitend bestaat uit:

i)

hetzij een naam die traditioneel in een groot deel van het grondgebied van de Gemeenschap of van het betrokken derde land in de handel wordt gebruikt om de in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde specifieke wijncategorieën te identificeren;

ii)

hetzij een gereputeerde naam die traditioneel minstens op het grondgebied van de betrokken lidstaat of het betrokken derde land in de handel wordt gebruikt om de in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde specifieke wijncategorieën te identificeren;

c)

de aanduiding:

i)

geen soortnaam is;

ii)

in de regelgeving van de lidstaat is gedefinieerd en daarbij is geregeld, of

iii)

moet worden gebruikt volgens voorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de voorschriften welke in het betrokken derde land voor de wijnproducenten gelden, met inbegrip van de voorschriften die zijn vastgesteld door representatieve beroepsorganisaties.

2.   Met het oog op de toepassing van lid 1, onder b), wordt onder traditioneel gebruik verstaan gebruik gedurende:

a)

minstens vijf jaar voor aanduidingen waarvoor de aanvraag wordt ingediend in de in artikel 31, onder a), van deze verordening bedoelde taal of talen,

b)

minstens vijftien jaar voor aanduidingen waarvoor de aanvraag wordt ingediend in de in artikel 31, onder b), van deze verordening bedoelde taal,

3.   Met het oog op de toepassing van lid 1, onder c), i), wordt met „soortnaam” bedoeld dat de traditionele aanduiding, hoewel die betrekking heeft op een specifieke productie- of rijpingsmethode dan wel op een kwaliteit, een kleur, een plaats of een specifieke gebeurtenis die met de geschiedenis van een wijnbouwproduct verband houdt, in de Gemeenschap de gebruikelijke naam van het betrokken wijnbouwproduct is geworden.

4.   De voorwaarde van lid 1, onder b), van dit artikel geldt niet voor de in artikel 54, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde traditionele aanduidingen.

Artikel 36

Weigeringsgronden

1.   Als een aanvraag voor een traditionele aanduiding niet voldoet aan de definitie van artikel 54, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en de bepalingen van de artikelen 31 en 35, stelt de Commissie de aanvrager in kennis van de weigeringsgronden en stelt zij een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de datum van die kennisgeving, vast voor de intrekking of de wijziging van de aanvraag of voor het maken van opmerkingen.

De Commissie neemt haar besluit inzake de bescherming op basis van de informatie waarover zij beschikt.

2.   Als de aanvrager de belemmeringen niet heeft verholpen binnen de in lid 1 vermelde termijn, wijst de Commissie de aanvraag af. De Commissie neemt haar besluit om de betrokken traditionele aanduiding af te wijzen op basis van de documenten en de informatie waarover zij beschikt. Een dergelijk afwijzingsbesluit wordt ter kennis gebracht van de aanvrager.

AFDELING 3

Bezwaarprocedures

Artikel 37

Indiening van een bezwaarschrift

1.   Binnen twee maanden te rekenen vanaf de in de eerste alinea van artikel 33 bedoelde datum van bekendmaking kan elke lidstaat, elk derde land of elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang bezwaar tegen de voorgestelde erkenning aantekenen door indiening van een bezwaarschrift.

2.   Het bezwaarschrift wordt opgesteld aan de hand van het formulier volgens het model in bijlage VIII en wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van het bezwaarschrift bij de Commissie is de datum waarop dat bezwaarschrift is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie.

3.   De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van het bezwaarschrift, de datum van ontvangst en het aan het bezwaarschrift toegekende dossiernummer aan.

Degene die bezwaar maakt, krijgt een ontvangstbevestiging waarin minstens de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

het dossiernummer;

b)

het aantal ontvangen bladzijden, en

c)

de datum van ontvangst van het bezwaarschrift.

Artikel 38

Ontvankelijkheid

1.   Om te bepalen of een bezwaarschrift ontvankelijk is, gaat de Commissie na of de verworven rechten waarop aanspraak wordt gemaakt en de bezwaargronden in het bezwaarschrift zijn vermeld en of het bezwaarschrift binnen de in artikel 37, lid 1, gestelde termijn bij de Commissie is ingediend.

2.   Als het bezwaar wordt gemaakt omdat er reeds een merk met reputatie en bekendheid bestaat overeenkomstig artikel 41, lid 2, wordt bij het bezwaarschrift een bewijs gevoegd van het depot, de registratie of het gebruik van dat reeds bestaande merk, zoals het registratiecertificaat, alsmede een bewijs van de reputatie en de bekendheid ervan.

3.   Elk naar behoren gemotiveerd bezwaarschrift bevat gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van het bezwaar en gaat vergezeld van de desbetreffende onderbouwende bescheiden.

De inlichtingen en de bewijsstukken die moeten worden verstrekt om het gebruik van een reeds bestaand merk aan te tonen, hebben betrekking op de plaats, de duur, de omvang en de aard van dat gebruik en op de faam en de bekendheid van dat merk.

4.   Als de gegevens over de verworven rechten waarop aanspraak wordt gemaakt, de bezwaargronden, de feiten, de bewijsstukken, de opmerkingen of de onderbouwende bescheiden als bedoeld in de leden 1, 2 en 3, niet samen met het bezwaarschrift worden voorgelegd of als sommige daarvan ontbreken, stelt de Commissie de opposant daarvan in kennis en verzoekt zij hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn verholpen, verklaart de Commissie het bezwaarschrift onontvankelijk. Het onontvankelijkheidsbesluit wordt gemeld aan degene die bezwaar maakt en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie.

5.   Elk ontvankelijk geacht bezwaarschrift wordt gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie.

Artikel 39

Onderzoek van een bezwaar

1.   Als de Commissie het bezwaarschrift niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 38, lid 4, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie in kennis van het bezwaar en nodigt zij hen uit binnen twee maanden na de datum van die kennisgeving opmerkingen te maken. Alle opmerkingen die binnen die twee maanden worden ontvangen, worden meegedeeld aan degene die bezwaar maakt.

Tijdens het onderzoek van het bezwaarschrift verzoekt de Commissie de partijen om, indien nodig, binnen twee maanden na dat verzoek opmerkingen te maken over de mededelingen van de andere partijen.

2.   Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land, de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie of degene die bezwaar maakt, vervolgens geen opmerkingen maken of de vastgestelde termijnen niet naleven, neemt de Commissie een besluit betreffende het bezwaar.

3.   De Commissie neemt haar besluit om de betrokken traditionele aanduiding af te wijzen of te erkennen op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Zij gaat na of de in artikel 40, lid 1, bedoelde voorwaarden en de voorwaarden van artikel 41, lid 3, of artikel 42 al dan niet zijn vervuld. Elk afwijzingsbesluit wordt gemeld aan degene die bezwaar maakt en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde representatieve beroepsorganisatie.

4.   Als meerdere bezwaarschriften worden ingediend, is het mogelijk dat, na een verkennend onderzoek van één of meer van die bezwaarschriften, wordt besloten dat de erkenningsaanvraag niet kan worden aanvaard; in dergelijke gevallen kan de Commissie de overige bezwaarprocedures schorsen. De Commissie stelt de andere opposanten in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.

Als een aanvraag wordt afgewezen, worden de geschorste bezwaarprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de betrokken opposanten daarvan naar behoren in kennis gesteld.

AFDELING 4

Bescherming

Artikel 40

Algemene bescherming

1.   Als een aanvraag voldoet aan de bepalingen van artikel 54, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van de artikelen 31 en 35 en niet is afgewezen op grond van de artikelen 38 en 39, wordt de traditionele aanduiding opgenomen in bijlage XII bij de onderhavige verordening.

2.   De in bijlage XII opgenomen traditionele aanduidingen worden uitsluitend in de in de aanvraag gebruikte taal en voor de in de aanvraag vermelde wijncategorieën beschermd tegen:

a)

elk misbruik, zelfs als de beschermde traditionele aanduiding vergezeld gaat van uitdrukkingen als „soort”, „type”, „methode”, „op de wijze van”, „imitatie”, „smaak”, „zoals” en dergelijke;

b)

enige andere bedrieglijke of misleidende vermelding over de aard, de kenmerken of de wezenlijke kwaliteiten van het product op de binnen- of de buitenverpakking, in reclamemateriaal of in documenten die op het betrokken product betrekking hebben;

c)

andere praktijken die de consument kunnen misleiden, met name praktijken die de indruk wekken dat de wijn recht heeft op de beschermde traditionele aanduiding.

Artikel 41

Verband met merken

1.   Als een traditionele aanduiding op grond van deze verordening is beschermd, wordt de registratie van een merk in een van de in artikel 40 bedoelde situaties geweigerd als de registratie van het merk wordt aangevraagd voor wijn die niet in aanmerking komt voor die traditionele aanduiding, de registratieaanvraag is ingediend na de datum waarop de aanvraag tot bescherming van de traditionele aanduiding bij de Commissie is ingediend en de traditionele aanduiding vervolgens is beschermd.

Merken die in strijd met de eerste alinea zijn geregistreerd, worden nietig verklaard als daartoe een aanvraag wordt ingediend volgens de daarvoor geldende procedures van Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad (12) of van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad (13).

2.   Een merk waarvoor een van de in artikel 40 van de onderhavige verordening bedoelde situaties van toepassing is en dat vóór 4 mei 2002 of vóór de datum waarop de aanvraag tot bescherming van de traditionele aanduiding bij de Commissie is ingediend, op het grondgebied van de Gemeenschap is gedeponeerd, is geregistreerd of, mits de betrokken regelgeving in deze mogelijkheid voorziet, door gebruik rechten heeft verworven, mag ondanks de bescherming van de traditionele aanduiding verder worden gebruikt, waarbij de duur van de registratie mag worden verlengd.

In die gevallen mag de traditionele aanduiding naast het desbetreffende merk worden gebruikt.

3.   Een naam wordt niet als traditionele aanduiding beschermd indien de bescherming, rekening houdend met de reputatie en de bekendheid van een merk, de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit, de aard, de kenmerken of de kwaliteit van de wijn.

Artikel 42

Homoniemen

1.   Bij de bescherming van een traditionele aanduiding waarvoor een aanvraag is ingediend en die volledig of gedeeltelijk homoniem is met een reeds krachtens dit hoofdstuk beschermde traditionele aanduiding, wordt naar behoren rekening gehouden met de plaatselijke en traditionele gebruiken en het risico van verwarring.

Een homonieme traditionele aanduiding die de consument misleidt ten aanzien van de aard, de kwaliteit of de echte oorsprong van het product, wordt niet geregistreerd, ook al is de aanduiding correct.

Het gebruik van een beschermde homonieme aanduiding is slechts toegestaan indien de praktische omstandigheden garanderen dat het in tweede instantie beschermde homoniem zich duidelijk onderscheidt van de reeds in bijlage XII opgenomen traditionele aanduiding, rekening houdend met het feit dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en de consument niet mag worden misleid.

2.   Lid 1 geldt mutatis mutandis voor traditionele aanduidingen die vóór 1 augustus 2009 zijn beschermd en gedeeltelijk homoniem zijn met een beschermde oorsprongsbenaming, een beschermde geografische aanduiding of een in bijlage XV vermelde naam van een wijndruivenras of synoniem daarvan.

Artikel 43

Handhaving van de bescherming

Met het oog op de toepassing van artikel 55 van Verordening (EG) nr. 479/2008 nemen de bevoegde nationale autoriteiten bij onrechtmatig gebruik van een beschermde traditionele aanduiding, op eigen initiatief of op verzoek van een partij, alle maatregelen die nodig zijn om het in de handel brengen van de betrokken producten, met inbegrip van de uitvoer ervan, te stoppen.

AFDELING 5

Annuleringsprocedure

Artikel 44

Annuleringsgronden

Een traditionele aanduiding wordt geannuleerd als zij niet langer voldoet aan de definitie van artikel 54, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 of aan de bepalingen van artikel 31, artikel 35, artikel 40, lid 2, artikel 41, lid 3, of artikel 42.

Artikel 45

Indiening van een annuleringsverzoek

1.   Een lidstaat, een derde land, een natuurlijke persoon of een rechtspersoon met een rechtmatig belang kan een naar behoren gemotiveerd annuleringsverzoek bij de Commissie indienen aan de hand van het formulier volgens het model in bijlage IX. Het annuleringsverzoek wordt op papier of elektronisch bij de Commissie ingediend. De datum van indiening van het annuleringsverzoek bij de Commissie is de datum waarop dat verzoek is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie. Deze datum wordt met passende middelen bij het publiek bekendgemaakt.

2.   De Commissie brengt op de documenten die deel uitmaken van het annuleringsverzoek, de datum van ontvangst en het aan het annuleringsverzoek toegekende dossiernummer aan.

De opsteller van het annuleringsverzoek krijgt een ontvangstbevestiging die minstens de volgende gegevens bevat:

a)

het dossiernummer;

b)

het aantal ontvangen bladzijden, en

c)

de datum van ontvangst van het verzoek.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing als de annulering door de Commissie wordt ingeleid.

Artikel 46

Ontvankelijkheid

1.   Om te bepalen of een annuleringsverzoek ontvankelijk is, gaat de Commissie na of in het verzoek:

a)

het rechtmatige belang van de opsteller van het annuleringsverzoek is vermeld;

b)

de annuleringsgrond is vermeld, en

c)

wordt verwezen naar een verklaring die is opgesteld door de lidstaat of het derde land waar zich de verblijfplaats of statutaire zetel van de opsteller van het verzoek bevindt en waarin het rechtmatige belang, de redenen en de verantwoording van de opsteller van het annuleringsverzoek zijn toegelicht.

2.   Elk annuleringsverzoek bevat gedetailleerde gegevens over de feiten, bewijsstukken en opmerkingen ter staving van de annulering en gaat vergezeld van de desbetreffende onderbouwende bescheiden.

3.   Als de gegevens over de in de leden 1 en 2 bedoelde annuleringsgronden, feiten, bewijsstukken, opmerkingen en onderbouwende bescheiden niet samen met het annuleringsverzoek worden voorgelegd, stelt de Commissie de opsteller van het annuleringsverzoek daarvan in kennis en verzoekt zij hem de geconstateerde tekortkomingen binnen twee maanden te verhelpen. Als de tekortkomingen niet binnen de vastgestelde termijn zijn verholpen, verklaart de Commissie het verzoek onontvankelijk. Het onontvankelijkheidsbesluit wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek en aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde opsteller van het annuleringsverzoek.

4.   Ontvankelijk geachte annuleringsverzoeken en door de Commissie ingeleide annuleringsprocedures worden gemeld aan de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of aan de in het derde land gevestigde opstellers van het annuleringsverzoek van wie de traditionele aanduiding door de annulering wordt getroffen.

Artikel 47

Onderzoek van een annuleringsverzoek

1.   Als de Commissie het annuleringsverzoek niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 46, lid 3, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van het annuleringsverzoek en nodigt zij hen uit binnen twee maanden na de datum van die kennisgeving opmerkingen te maken. Alle opmerkingen die binnen die twee maanden worden ontvangen, worden aan de opsteller van het annuleringsverzoek meegedeeld.

Tijdens het onderzoek van het annuleringsverzoek verzoekt de Commissie de partijen om, indien nodig, binnen twee maanden na de datum van dat verzoek opmerkingen te maken over de mededelingen van de andere partijen.

2.   Als de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land, de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager of de opsteller van een annuleringsverzoek vervolgens geen opmerkingen maken of de vastgestelde termijnen niet naleven, neemt de Commissie een besluit betreffende de annulering.

3.   De Commissie neemt haar besluit om de betrokken traditionele aanduiding te annuleren op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Zij gaat na of de voorwaarden van artikel 44 niet langer worden vervuld.

Een dergelijk annuleringsbesluit wordt gemeld aan de opsteller van het annuleringsverzoek en aan de betrokken autoriteiten van de lidstaat of van het derde land.

4.   Als meerdere annuleringsverzoeken worden ingediend, is het mogelijk dat, na een verkennend onderzoek van één of meer van die annuleringsverzoeken, niet kan worden aanvaard dat de traditionele aanduiding nog langer wordt beschermd, in welk geval de Commissie de overige annuleringsprocedures kan schorsen. In dit geval stelt de Commissie de overige opstellers van annuleringsverzoeken in kennis van alle tijdens de procedure genomen besluiten die voor hen van belang zijn.

Als een traditionele aanduiding wordt geannuleerd, worden de geschorste annuleringsprocedures geacht te zijn afgesloten en worden de opstellers van de betrokken annuleringsverzoeken daarvan naar behoren in kennis gesteld.

5.   Als een annulering van kracht wordt, schrapt de Commissie de betrokken naam uit de in bijlage XII vastgestelde lijst.

AFDELING 6

Bestaande beschermde traditionele aanduidingen

Artikel 48

Bestaande beschermde traditionele aanduidingen

Traditionele aanduidingen die beschermd zijn op grond van de artikelen 24, 28 of 29 van Verordening (EG) nr. 753/2002, worden automatisch beschermd op grond van de onderhavige verordening op voorwaarde dat:

a)

tegen 1 mei 2009 bij de Commissie een samenvatting van de definitie of van de gebruiksvoorwaarden was ingediend;

b)

de lidstaten of derde landen geen einde hebben gemaakt aan de bescherming van de betrokken traditionele aanduidingen.

HOOFDSTUK IV

ETIKETTERING EN PRESENTATIE

Artikel 49

Gemeenschappelijke regel voor alle etiketteringsaanduidingen

Tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald, mogen bij de etikettering van de producten als bedoeld in de punten 1 tot en met 11 en de punten 13, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 (hieronder „de producten” genoemd) geen andere aanduidingen worden gebruikt dan die welke zijn bedoeld in artikel 58 of zijn vastgesteld in artikel 59, lid 1, en artikel 60, lid 1, van die verordening, behalve wanneer die aanduidingen voldoen aan artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG.

AFDELING 1

Verplichte aanduidingen

Artikel 50

Presentatie van de verplichte aanduidingen

1.   De in artikel 58 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde en de in artikel 59 van diezelfde verordening vastgestelde verplichte aanduidingen staan op de recipiënt in hetzelfde gezichtsveld, en wel zo dat zij tegelijk kunnen worden gelezen zonder dat het nodig is de recipiënt daarvoor te draaien.

Het is evenwel toegestaan de verplichte aanduidingen betreffende het nummer van de partij en de in artikel 51 en artikel 56, lid 4, van de onderhavige verordening bedoelde aanduidingen te vermelden buiten het gezichtsveld waarin de andere verplichte aanduidingen zich bevinden.

2.   De in lid 1 bedoelde verplichte aanduidingen en die welke van toepassing zijn op grond van de in artikel 58 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde rechtsinstrumenten, worden met onuitwisbare karakters aangebracht en kunnen duidelijk worden onderscheiden van de omringende tekst of tekeningen.

Artikel 51

Toepassing van bepaalde horizontale voorschriften

1.   Wanneer één van de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 vermelde producten één of meer van de in bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG opgenomen ingrediënten bevat, worden deze laatste bij de etikettering vermeld, voorafgegaan door het woord „bevat”. Voor sulfieten mogen de aanduidingen „sulfiet” of „zwaveldioxide” worden gebruikt.

2.   Het in lid 1 bedoelde verplichte etiketteringsgegeven kan worden gecombineerd met het in bijlage X bij deze verordening afgebeelde pictogram.

Artikel 52

In de handel brengen en uitvoer

1.   Producten waarvan het etiket of de presentatie niet aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening voldoen, mogen niet in de Gemeenschap in de handel worden gebracht of worden uitgevoerd.

2.   In afwijking van de hoofdstukken V en VI van Verordening (EG) nr. 479/2008 kunnen de lidstaten, als de betrokken producten voor uitvoer zijn bestemd, toestaan dat aanduidingen die in strijd zijn met de communautaire etiketteringsvoorschriften, toch op de etiketten van voor uitvoer bestemde wijnen worden aangebracht als die aanduidingen op grond van de wetgeving van het betrokken derde land zijn vereist. Deze aanduidingen mogen in andere dan de officiële talen van de Gemeenschap worden aangebracht.

Artikel 53

Verbod op het gebruik van loodhoudende capsules of folie

De sluiting van de in artikel 49 bedoelde producten mag niet zijn bekleed met een capsule of folie die lood bevat.

Artikel 54

Effectief alcoholgehalte

1.   Het in artikel 59, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde effectieve alcoholvolumegehalte wordt vermeld per alcoholvolumeprocent of half alcoholvolumeprocent.

Het getal waarmee het effectieve alcoholgehalte wordt aangegeven, wordt gevolgd door „% vol” en kan worden voorafgegaan door de woorden „effectief alcoholgehalte” of „effectieve alcohol” of door de afkorting „alc.”.

Onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentieanalysemethode gelden, mag het vermelde alcoholgehalte maximaal 0,5 % hoger of lager zijn dan het bij analyse geconstateerde gehalte. Voor producten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die gedurende meer dan drie jaar in flessen worden opgeslagen, mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, likeurwijn en wijn verkregen uit overrijpe druiven mag het vermelde alcoholgehalte, onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentieanalysemethode gelden, maximaal 0,8 % vol hoger of lager zijn dan het bij analyse geconstateerde gehalte.

2.   Het effectieve alcoholvolumegehalte wordt op de etikettering vermeld in karakters die, als het nominale volume groter is dan 100 cl, ten minste 5 mm hoog zijn, als het nominale volume gelijk is aan of kleiner dan 100 cl en groter dan 20 cl, ten minste 3 mm hoog zijn en, als het nominale volume gelijk is of kleiner dan 20 cl, ten minste 2 mm hoog zijn.

Artikel 55

Aanduiding van de herkomst

1.   De in artikel 59, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde aanduiding van de herkomst wordt als volgt vermeld:

a)

voor de in de punten 1, 2, 3, 7, 8, 9, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde wijnen die geen beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben, aan de hand van een van de volgende uitdrukkingen:

i)

de woorden „wijn van (…)”, „geproduceerd in (…)”, of „product van (…)”, of equivalente begrippen, en de naam van de lidstaat of het derde land waar de druiven zijn geoogst en tot wijn zijn verwerkt.

Als het gaat om grensoverschrijdende wijnen van bepaalde wijndruivenrassen als bedoeld in artikel 60, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008, mag alleen de naam van één of meer lidstaten of derde landen worden vermeld;

ii)

hetzij de woorden „wijn van de Europese Gemeenschap” of een equivalente uitdrukking, dan wel „mengsel van wijnen uit verschillende landen van de Europese Gemeenschap” voor wijn die is verkregen door vermenging van wijnen van oorsprong uit een aantal lidstaten,

hetzij de woorden „mengsel van wijn uit verschillende niet tot de Europese Gemeenschap behorende landen” of „mengsel van wijn uit (…)”, en de naam van de betrokken derde landen voor wijn die is verkregen door vermenging van wijnen van oorsprong uit een aantal derde landen;

iii)

hetzij de woorden „wijn van de Europese Gemeenschap” of een equivalente uitdrukking, dan wel „wijn verkregen in (…) uit in (…) geoogste druiven”, en de naam van de betrokken lidstaten, voor wijn die in een lidstaat met druiven uit een andere lidstaat is gemaakt;

hetzij de woorden „wijn verkregen in (…) uit in (…) geoogste druiven”, en de naam van de betrokken derde landen, voor wijn die in een derde land met druiven uit een ander derde land is gemaakt;

b)

voor de in de punten 4, 5 en 6 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde wijnen die geen beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding hebben, aan de hand van een van de volgende uitdrukkingen:

i)

de woorden „wijn van (…)”, „geproduceerd in (…)”, „product van (…)” of „sekt van (…)” of equivalente begrippen, en de naam van de lidstaat of het derde land waar de druiven zijn geoogst en tot wijn zijn verwerkt;

ii)

de woorden „geproduceerd in (…)”, of equivalente begrippen, en de naam van de lidstaat waar de tweede gisting plaatsvindt;

c)

voor wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, aan de hand van de woorden „wijn van (…)”, „geproduceerd in (…)”, of „product van (…)”, of equivalente begrippen, en de naam van de lidstaat of het derde land waar de druiven zijn geoogst en tot wijn zijn verwerkt.

Als het gaat om een grensoverschrijdende beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding mag alleen de naam van één of meer lidstaten of derde landen worden vermeld.

Dit lid laat de artikelen 56 en 67 onverlet.

2.   De in artikel 59, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde aanduiding van de herkomst wordt op de etiketten van druivenmost, gedeeltelijk gegiste druivenmost, geconcentreerde druivenmost of jonge, nog gistende wijn vermeld aan de hand van de volgende uitdrukkingen:

a)

most van (…)” of „most geproduceerd in (….)” of equivalente begrippen, en de naam van de lidstaat of van het tot een lidstaat behorende aparte land waar het product is gemaakt;

b)

mengsel van producten van twee of meer landen van de Europese Gemeenschap” bij vermenging van producten die in twee of meer lidstaten zijn bereid;

c)

most verkregen in (…) uit in (…) geoogste druiven” wanneer het gaat om druivenmost die niet is bereid in de lidstaat waarin de gebruikte druiven zijn geoogst.

3.   Als het om het Verenigd Koninkrijk gaat, mag de naam van de lidstaat worden vervangen door de naam van het aparte land dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk.

Artikel 56

Aanduiding van bottelaar, producent, importeur en verkoper

1.   Met het oog op de toepassing van artikel 59, lid 1, onder e) en f), van Verordening (EG) nr. 479/2008 en van het onderhavige artikel wordt verstaan onder:

a)

bottelaar”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die de producten bottelt of voor zijn rekening laat bottelen;

b)

bottelen”: het aftappen, voor latere verkoop, van het betrokken product in recipiënten met een inhoud van 60 liter of minder;

c)

producent”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen door wie of in opdracht van wie de druiven, de druivenmost en de wijn zijn verwerkt tot mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn;

d)

importeur”: de in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen van niet-communautaire goederen in de zin van artikel 4, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (14);

e)

verkoper”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die niet onder de definitie van producent valt en mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn aankoopt en vervolgens in het vrije verkeer brengt;

f)

adres”: de naam van de gemeente en van de lidstaat waar het hoofdkantoor van de bottelaar, de producent, de verkoper of de importeur is gevestigd.

2.   De naam en het adres van de bottelaar worden aangevuld met:

a)

hetzij de woorden „bottelaar” of „gebotteld door (…)”;

b)

hetzij begrippen waarvoor de gebruiksvoorwaarden door de lidstaten zijn vastgesteld indien het bottelen van de wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding plaatsvindt:

i)

op het wijnbouwbedrijf, of

ii)

in de gebouwen van de producentengroepering, of

iii)

in een bedrijf dat zich bevindt in het afgebakende geografische gebied of in de onmiddellijke omgeving van het betrokken afgebakende geografische gebied.

Als in loondienst wordt gebotteld, wordt de aanduiding van de bottelaar aangevuld met de woorden „gebotteld voor (…)” of, als ook de naam en het adres van degene die voor rekening van een derde het product heeft gebotteld, worden vermeld, met de woorden „gebotteld voor (…) door (…)”.

Als op een andere plaats wordt gebotteld dan op de plaats waar de bottelaar is gevestigd, gaan de in dit lid vermelde aanduidingen vergezeld van een verwijzing naar de exacte plaats waar de handeling heeft plaatsgevonden en, als die in een andere lidstaat is verricht, van de naam van die lidstaat.

Als de wijn in andere recipiënten dan flessen wordt aangeboden, worden de woorden „bottelaar” en „gebotteld door (…)” vervangen door „verpakker”, respectievelijk „verpakt door (…)”, tenzij in de gebruikte taal geen onderscheid tussen deze begrippen wordt gemaakt.

3.   De naam en het adres van de producent of verkoper worden aangevuld met de woorden „producent” of „geproduceerd door” en „verkoper” of „verkocht door”, of equivalente begrippen. De lidstaten kunnen opleggen dat de producent wordt vermeld.

4.   De naam en het adres van de importeur worden voorafgegaan door de woorden „importeur” of „ingevoerd door (…)”.

5.   Als de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde aanduidingen betrekking hebben op eenzelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon, mogen zij worden gegroepeerd.

Een van deze aanduidingen mag worden vervangen door een code die wordt vastgesteld door de lidstaat waar de bottelaar, de producent, de importeur of de verkoper zijn hoofdkantoor heeft. De code wordt aangevuld met een verwijzing naar de betrokken lidstaat. De naam en het adres van andere natuurlijke personen of rechtspersonen die betrokken zijn bij het verhandelen van het product, andere dan de met een code aangeduide bottelaar, producent, importeur of verkoper, worden ook op het etiket van het betrokken wijnbouwproduct vermeld.

6.   Als de naam of het adres van de bottelaar, de producent, de importeur of de verkoper geheel of gedeeltelijk bestaat uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, worden die op het etiket vermeld:

a)

in letters die hoogstens half zo groot zijn als die welke zijn gebruikt voor de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding of voor de aanduiding van de betrokken wijncategorie, of

b)

aan de hand van een code als die waarin is voorzien in lid 5, tweede alinea.

De lidstaten mogen beslissen welke optie van toepassing is voor op hun grondgebied bereide producten.

Artikel 57

Aanduiding van het bedrijf

1.   De in bijlage XIII opgenomen aanduidingen die naar een bedrijf verwijzen, andere dan aanduidingen van de naam van de bottelaar, de producent of de verkoper, worden uitsluitend gebruikt voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding voor zover:

a)

de wijn uitsluitend is bereid van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die door dat bedrijf worden geëxploiteerd;

b)

de wijnbereiding volledig op dat bedrijf plaatsvindt;

c)

de lidstaten het gebruik regelen van hun in bijlage XIII opgenomen aanduidingen. Derde landen bepalen welke voorschriften, met inbegrip van voorschriften die zijn vastgesteld door representatieve beroepsorganisaties, van toepassing zijn met betrekking tot het gebruik van hun in bijlage XIII opgenomen aanduidingen.

2.   De naam van een bedrijf mag slechts door andere bij het verhandelen van het product betrokken marktdeelnemers worden gebruikt als het betrokken bedrijf daarmee instemt.

Artikel 58

Aanduiding van het suikergehalte

1.   De in deel A van bijlage XIV bij deze verordening opgenomen vermeldingen ter aanduiding van het suikergehalte worden aangebracht op het etiket van de in artikel 59, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 479/2008 genoemde producten.

2.   Als het suikergehalte van deze producten, uitgedrukt in fructose en glucose (met inbegrip van eventuele sucrose), het gebruik van twee van die in deel A van bijlage XIV opgenomen vermeldingen rechtvaardigt, wordt slechts één van die twee vermeldingen gekozen.

3.   Onverminderd de in deel A van bijlage XIV zijn omschreven gebruiksvoorwaarden, mag het suikergehalte niet met meer dan 3 gram per liter afwijken van wat op het etiket van het product is vermeld.

Artikel 59

Afwijkingen

Overeenkomstig artikel 59, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 mag de vermelding „beschermde oorsprongsbenaming” worden weggelaten voor wijnen met de onderstaande beschermde oorsprongsbenamingen op voorwaarde dat de regelgeving van de lidstaat of de in het betrokken derde land geldende voorschriften, met inbegrip van de voorschriften van representatieve beroepsorganisaties, in deze mogelijkheid voorzien:

a)

Cyprus:

Κουμανδαρία (Commandaria)

b)

Griekenland:

Σάμος (Samos)

c)

Spanje:

Cava

Jerez, Xérès of Sherry

Manzanilla

d)

Frankrijk:

Champagne

e)

Italië:

Asti

Marsala

Franciacorta

f)

Portugal:

Madeira of Madère

Port of Porto

Artikel 60

Bijzondere voorschriften voor mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en mousserende kwaliteitswijn

1.   De vermeldingen „mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd” en „parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd” als bedoeld in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008, worden in letters die even groot en van hetzelfde type zijn, aangevuld met de woorden „verkregen door toevoeging van koolzuurgas” of „verkregen door toevoeging van kooldioxide”, tenzij de vermelding in de gebruikte taal vanzelf aangeeft dat koolzuurgas is toegevoegd.

De woorden „verkregen door toevoeging van koolzuurgas” of „verkregen door toevoeging van kooldioxide” worden vermeld zelfs als artikel 59, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 van toepassing is.

2.   Wat mousserende kwaliteitswijn betreft, mag de verwijzing naar de wijncategorie worden weggelaten voor wijnen waarvoor op het etiket de vermelding „Sekt” is opgenomen.

AFDELING 2

Facultatieve aanduidingen

Artikel 61

Wijnoogstjaar

1.   Het wijnoogstjaar als bedoeld in artikel 60, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 mag op de etiketten van de in artikel 49 bedoelde producten worden vermeld op voorwaarde dat ten minste 85 % van de druiven die voor de bereiding van de producten zijn gebruikt, in het betrokken jaar is geoogst. Hieronder vallen niet:

a)

hoeveelheden producten die voor het verzoeten zijn gebruikt, „dosagelikeur” of „liqueur de tirage”, of

b)

hoeveelheden producten als bedoeld in punt 3, onder e) en f), van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   Voor producten die traditioneel worden verkregen uit in januari of februari geoogste druiven, is het wijnoogstjaar dat op het etiket van de wijn moet worden vermeld, het voorafgaande kalenderjaar.

3.   Producten zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding moeten ook in overeenstemming zijn met de leden 1 en 2 van dit artikel en met artikel 63.

Artikel 62

Naam van het wijndruivenras

1.   De in artikel 60, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen die worden gebruikt voor de bereiding van de in artikel 49 van de onderhavige verordening bedoelde producten, mogen op de etiketten van de betrokken producten worden vermeld onder de in punt a) of punt b) van dit artikel vastgestelde voorwaarden.

a)

Voor in de Europese Gemeenschap geproduceerde wijnen zijn de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen die welke zijn vermeld in de in artikel 24, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde indeling van wijndruivenrassen.

Voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de verplichting tot indeling zijn vrijgesteld, moeten de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen vermeld zijn in de „Internationale lijst van druivenrassen en synoniemen daarvan” die door de Internationale Organisatie voor wijnbouw en wijnbereiding (OIV) wordt beheerd.

b)

Voor wijnen uit derde landen worden de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen gebruikt overeenkomstig de voorschriften die voor de wijnproducenten in het betrokken derde land gelden, met inbegrip van die van representatieve beroepsorganisaties, en moeten die namen of synoniemen in de lijsten van minstens één van de onderstaande organisaties zijn opgenomen:

i)

de Internationale Organisatie voor wijnbouw en wijnbereiding (Organisation Internationale de la Vigne et du Vin — OIV);

ii)

de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (Union for the Protection of Plant Varieties — UPOV);

iii)

de Internationale Raad voor plantaardige genetische hulpbronnen (International Board for Plant Genetic Resources — IBPGR).

c)

Voor producten met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding of met een geografische aanduiding van een derde land, mogen de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen worden vermeld indien:

i)

bij vermelding van slechts één wijndruivenras of een synoniem daarvan, minstens 85 % van de producten uit dat ras is bereid, waarbij niet worden meegerekend:

hoeveelheden producten die voor het verzoeten zijn gebruikt, „dosagelikeur” of „liqueur de tirage”, of

hoeveelheden producten als bedoeld in punt 3, onder e) en f), van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008;

ii)

bij vermelding van twee of meer wijndruivenrassen of synoniemen daarvan, 100 % van de betrokken producten uit die rassen is bereid, waarbij niet worden meegerekend:

hoeveelheden producten die voor het verzoeten zijn gebruikt, „dosagelikeur” of „liqueur de tirage”, of

hoeveelheden producten als bedoeld in punt 3, onder e) en f), van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

In het onder ii) bedoelde geval worden de wijndruivenrassen vermeld in dalende volgorde van hun aandeel en in karakters van gelijke grootte.

d)

Voor producten zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding mogen de namen, of synoniemen daarvan, van de wijndruivenrassen worden vermeld op voorwaarde dat wordt voldaan aan lid 1, onder a) of b), en onder c), en aan artikel 63.

2.   Bij mousserende wijn en mousserende kwaliteitswijn mogen de ter aanvulling van de omschrijving van het product gebruikte namen van de wijndruivenrassen, namelijk „Pinot blanc”, „Pinot noir”, „Pinot meunier” en „Pinot gris” en de overeenkomstige namen in de andere talen van de Gemeenschap, worden vervangen door het synoniem „Pinot”.

3.   In afwijking van artikel 42, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2008 mogen de namen, en synoniemen daarvan, van wijndruivenrassen die zijn opgenomen in deel A van bijlage XV bij de onderhavige verordening en geheel of gedeeltelijk bestaan uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, slechts op het etiket van een product met een beschermde oorsprongsbenaming, een beschermde geografische aanduiding of een geografische aanduiding van een derde land worden vermeld als zij waren toegestaan op grond van de communautaire voorschriften die van kracht waren op 11 mei 2002 of, indien dit later is, op de datum van toetreding van de betrokken lidstaat.

4.   De in deel B van bijlage XV bij deze verordening opgenomen namen, en synoniemen daarvan, van wijndruivenrassen die gedeeltelijk bestaan uit een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding en rechtstreeks verwijzen naar het geografische element van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, mogen enkel worden vermeld op het etiket van een product met een beschermde oorsprongsbenaming, een beschermde geografische aanduiding of een geografische aanduiding van een derde land.

Artikel 63

Bijzondere voorschriften betreffende wijndruivenrassen en wijnoogstjaren voor wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding

1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteit of autoriteiten die verantwoordelijk is of zijn voor de in artikel 60, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde certificering, aan volgens de criteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (15).

2.   De wijn wordt in elke productiefase, met inbegrip van de verpakkingsfase, gecertificeerd door:

a)

de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit of autoriteiten, of

b)

één of meer controleorganen in de zin van artikel 2, tweede alinea, punt 5, van Verordening (EG) nr. 882/2004 die overeenkomstig artikel 5 van die verordening optreden als certificeringsorgaan voor het product.

De in lid 1 bedoelde autoriteit of autoriteiten bieden adequate garanties inzake objectiviteit en onpartijdigheid, en beschikken over het gekwalificeerde personeel en de middelen die nodig zijn om hun taak te vervullen.

De in de eerste alinea, onder b), bedoelde certificeringsorganen moeten voldoen aan, en vanaf 1 mei 2010 geaccrediteerd zijn volgens, de Europese norm EN 45011 of ISO/IEC Guide 65 (Algemene voorschriften voor instanties die productcertificeringssystemen toepassen).

De kosten van de certificering zijn ten laste van de betrokken marktdeelnemer.

3.   De in artikel 60, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde certificeringsprocedure moet administratieve gegevens opleveren waaruit blijkt dat de op de etiketten van de betrokken wijnen aangegeven wijndruivenrassen of wijnoogstjaren correct zijn.

Daarnaast mag een producerende lidstaat besluiten dat:

a)

de wijn aan de hand van anonieme steekproeven organoleptisch op geur en smaak moet worden onderzocht om te verifiëren of de essentiële kenmerken van de wijn aan het (de) gebruikte wijndruivenras(sen) toe te schrijven zijn;

b)

als de wijn bereid is uit één enkel wijndruivenras, een analytisch onderzoek moet worden verricht.

De certificeringsprocedure wordt door de in de leden 1 en 2 bedoelde bevoegde autoriteiten of controleorganen uitgevoerd in de lidstaat waarin de productie plaatsvond.

De certificering wordt uitgevoerd:

a)

hetzij via op een risicoanalyse gebaseerde aselecte controles,

b)

hetzij via steekproeven,

c)

hetzij op systematische wijze.

Bij de aselecte controles wordt uitgegaan van een vooraf door de autoriteit(en) opgesteld controleprogramma dat de verschillende stadia van de bereiding van het product omvat. De marktdeelnemers worden van het controleprogramma in kennis gesteld. De lidstaten selecteren op aselecte wijze het minimum aantal marktdeelnemers dat moet worden gecontroleerd.

Als steekproefsgewijs wordt gecontroleerd, ziet de lidstaat erop toe dat de controles qua aantal, aard en frequentie representatief zijn voor zijn hele grondgebied en in overeenstemming zijn met de hoeveelheid wijnbouwproducten die in de handel is gebracht of met het oog daarop in voorraad wordt gehouden.

Aselecte controles mogen met steekproefsgewijze controles worden gecombineerd.

4.   Wat artikel 60, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 betreft, zien de producerende lidstaten erop toe dat de producenten van de betrokken wijnen zijn erkend door de lidstaat waar de productie plaatsvindt.

5.   Op het gebied van de controle, met inbegrip van de traceerbaarheid, zien de producerende lidstaten erop toe dat titel V van Verordening (EG) nr. 555/2008 en Verordening (EG) nr. 606/2009 worden toegepast.

6.   Bij mengsels van wijnen uit verschillende lidstaten als bedoeld in artikel 60, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008 kan de certificering worden uitgevoerd door de autoriteit(en) van ongeacht welke betrokken lidstaat.

7.   Voor overeenkomstig artikel 60, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 geproduceerde wijnen mogen de lidstaten besluiten de aanduiding „cépagewijn” te gebruiken, aangevuld met de naam van:

a)

de betrokken lidstaat of lidstaten;

b)

het wijndruivenras of de wijndruivenrassen.

Voor in derde landen geproduceerde wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of geografische aanduiding, op het etiket waarvan de naam van één of meer wijndruivenrassen of het wijnoogstjaar zijn vermeld, mogen derde landen besluiten de vermelding „cépagewijn” te gebruiken, aangevuld met de naam van het betrokken derde land of de betrokken derde landen.

Als de naam van de lidstaat (lidstaten) of van het (de) derde land(en) wordt aangeduid, is artikel 55 van deze verordening niet van toepassing.

8.   De leden 1 tot en met 6 zijn van toepassing voor producten die zijn bereid van druiven welke in 2009 of daarna zijn geoogst.

Artikel 64

Aanduiding van het suikergehalte

1.   Tenzij in artikel 58 van deze verordening anders is bepaald, mag het overeenkomstig deel B van bijlage XIV bij deze verordening als fructose en glucose uitgedrukte suikergehalte worden vermeld op het etiket van de in artikel 60, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde producten.

2.   Als het suikergehalte van de producten het gebruik van twee van de in deel B van bijlage XIV bij deze verordening opgenomen vermeldingen rechtvaardigt, wordt slechts één van die twee vermeldingen gekozen.

3.   Onverminderd de gebruiksvoorwaarden die in deel B van bijlage XIV bij deze verordening zijn omschreven, mag het suikergehalte niet met meer dan 1 gram per liter afwijken van wat op het etiket van het product is vermeld.

4.   Lid 1 geldt niet voor de in de punten 3, 8 en 9 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde producten voor zover de lidstaten of derde landen voorwaarden voor het gebruik van de aanduiding van het suikergehalte hebben vastgesteld.

Artikel 65

Aanduiding van de communautaire symbolen

1.   De in artikel 60, lid 1, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde communautaire symbolen mogen op de etiketten van wijn worden weergegeven overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie (16). Onverminderd artikel 59 mogen de aanduidingen „BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMING” en „BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDING” in de symbolen worden vervangen door de in de bovengenoemde bijlage vastgestelde overeenkomstige vermeldingen in een andere officiële taal van de Gemeenschap.

2.   Als de in artikel 60, lid 1, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde communautaire symbolen of aanduidingen op het etiket van een product worden aangebracht, gaan zij vergezeld van de overeenkomstige beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.

Artikel 66

Aanduidingen die verwijzen naar bepaalde productiemethoden

1.   Overeenkomstig artikel 60, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 479/2008 mogen op wijnen die in de Gemeenschap verhandeld worden, aanduidingen worden aangebracht die verwijzen naar bepaalde productiemethoden, waaronder die welke zijn vastgesteld in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel.

2.   Om wijn met een beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of geografische aanduiding van een derde land die in een houten recipiënt is gegist, verouderd of gerijpt te omschrijven, mogen enkel de in bijlage XVI vastgestelde aanduidingen worden gebruikt. De lidstaten en de derde landen mogen voor dergelijke wijnen evenwel andere aanduidingen vaststellen die gelijkwaardig zijn aan die van bijlage XVI.

Het gebruik van een van de in de eerste alinea bedoelde aanduidingen is toegestaan wanneer de wijn in een houten recipiënt is gerijpt overeenkomstig de geldende nationale regels, zelfs wanneer de rijping in een andere soort recipiënt wordt voortgezet.

De in de eerste alinea bedoelde aanduidingen mogen niet worden gebruikt om een wijn te beschrijven die met behulp van stukjes eikenhout is bereid, zelfs niet wanneer daarbij houten recipiënten zijn gebruikt.

3.   De uitdrukking „gisting op fles” mag alleen voor de beschrijving van mousserende wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding van een derde land of voor mousserende kwaliteitswijnen worden gebruikt op voorwaarde dat:

a)

het product mousserend is gemaakt door een tweede alcoholische vergisting op fles;

b)

het bereidingsproces, met inbegrip van de rijping in het productiebedrijf, gerekend vanaf het begin van de gisting die is bestemd om de cuvée mousserend te maken, ten minste negen maanden heeft geduurd;

c)

de gisting die is bestemd om de cuvée mousserend te maken, en de aanwezigheid van de cuvée op de wijnmoer ten minste 90 dagen hebben geduurd, en

d)

het product van de wijnmoer is gescheiden door filtreren bij het oversteken of door degorgering.

4.   De uitdrukkingen „gisting op fles volgens de traditionele methode” of „traditionele methode” of „klassieke methode” of „traditionele klassieke methode” mogen alleen worden gebruikt om mousserende wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of met een geografische aanduiding van een derde land dan wel mousserende kwaliteitswijnen te omschrijven op voorwaarde dat het product:

a)

mousserend is gemaakt door een tweede alcoholische vergisting op fles;

b)

zonder onderbreking gedurende ten minste negen maanden vanaf de samenstelling van de cuvée in dezelfde onderneming op de wijnmoer is gebleven;

c)

van de wijnmoer is gescheiden door degorgering.

5.   De uitdrukking „crémant” mag alleen worden gebruikt voor witte of „rosé” mousserende kwaliteitswijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of met een geografische aanduiding van een derde land op voorwaarde dat:

a)

de druiven manueel zijn geoogst;

b)

de wijn is verkregen door persing van volledige of afgeriste druiven. De verkregen hoeveelheid most mag hoogstens 100 liter per 150 kg druiven bedragen;

c)

het maximumgehalte aan zwaveldioxide niet meer bedraagt dan 150 mg/l;

d)

het suikergehalte minder bedraagt dan 50 g/l;

e)

de wijn aan de eisen van lid 4 voldoet, en

f)

onverminderd artikel 67 de uitdrukking „crémant” op de etiketten van mousserende kwaliteitswijnen wordt vermeld in combinatie met de naam van de geografische eenheid die ten grondslag ligt aan het afgebakende gebied van de beschermde oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding van het betrokken derde land.

De punten a) en f) zijn niet van toepassing op producenten die vóór 1 maart 1986 geregistreerde merken bezitten waarin de uitdrukking „crémant” voorkomt.

6.   Verwijzingen naar de biologische productie van de druiven vallen onder Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (17).

Artikel 67

Naam van een geografische eenheid die kleiner of groter is dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding ten grondslag ligt, en verwijzingen naar een geografisch gebied

1.   Wat artikel 60, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 479/2008 betreft, mogen, onverminderd de artikelen 55 en 56 van de onderhavige verordening, de naam van een geografische eenheid en verwijzingen naar een geografisch gebied uitsluitend worden vermeld op de etiketten van wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding of met een geografische aanduiding van een derde land.

2.   De naam van een kleinere geografische eenheid dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding ten grondslag ligt, mag slechts worden gebruikt als het gebied van de betrokken geografische eenheid goed omschreven is. De lidstaten mogen voorschriften vaststellen voor het gebruik van de naam van deze geografische eenheden. Minstens 85 % van de druiven waarmee de wijn is gemaakt, moet afkomstig zijn uit die kleinere geografische eenheid. De overige 15 % van de druiven moet afkomstig zijn uit het afgebakende geografische gebied van de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.

Bij geregistreerde merken of merken die door gebruik vóór 11 mei 2002 rechten hebben verworven en geheel of gedeeltelijk bestaan uit de naam van een kleinere geografische eenheid dan het gebied dat ten grondslag ligt aan de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, en uit verwijzingen naar een geografisch gebied van de betrokken lidstaat, mag de lidstaat besluiten de vereisten van de derde en de vierde zin van de eerste alinea niet toe te passen.

3.   De naam van een kleinere of een grotere geografische eenheid dan het gebied dat aan de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding ten grondslag ligt, en verwijzingen naar een geografisch gebied bestaan uit:

a)

een buurtschap of een groep van buurtschappen;

b)

een gemeente of een deel van een gemeente;

c)

een wijndeelgebied of een gedeelte daarvan;

d)

een administratief gebied.

AFDELING 3

Voorschriften voor bepaalde specifieke flestypen en -sluitingen en aanvullende bepalingen van wijnproducerende lidstaten

Artikel 68

Voorwaarden voor het gebruik van specifieke flestypen

Om te kunnen worden opgenomen in de lijst van specifieke flestypen van bijlage XVII moet het flestype aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

het wordt traditioneel sinds ten minste 25 jaar op authentieke en exclusieve wijze gebruikt voor een bepaalde wijn met een specifieke beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, en

b)

het gebruik ervan doet de consument denken aan een specifieke beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.

In bijlage XVII zijn de voorwaarden vermeld waaronder de erkende specifieke flestypen mogen worden gebruikt.

Artikel 69

Voorschriften inzake de presentatie van bepaalde producten

1.   In glazen flessen van het type „mousserende wijn” die op de onderstaande wijze worden gesloten, worden uitsluitend mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn en aromatische mousserende kwaliteitswijn in de handel gebracht of uitgevoerd:

a)

voor flessen met een nominale inhoud van meer dan 0,20 liter: een paddenstoelvormige stop van kurk of van een ander materiaal dat met levensmiddelen in contact mag komen, die met een korfsluiting aan de fles is bevestigd en in voorkomend geval is bedekt met een capsule en bekleed met een folie die de stop geheel en de hals van de fles geheel of gedeeltelijk omsluit;

b)

voor flessen met een nominale inhoud van hoogstens 0,20 liter: elke andere passende sluiting.

2.   De lidstaten mogen besluiten dat de in lid 1 vastgestelde voorwaarde geldt voor:

a)

producten die traditioneel in dergelijke flessen worden gebotteld en:

i)

zijn bedoeld in artikel 25, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008,

ii)

zijn bedoeld in de punten 7, 8 en 9 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008,

iii)

zijn bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (18), of

iv)

een effectief alcoholvolumegehalte hebben dat niet hoger is dan 1,2 % vol;

b)

andere dan de onder a) vermelde producten op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid omtrent de ware aard van het product.

Artikel 70

Aanvullende bepalingen van de wijnproducerende lidstaten met betrekking tot de etikettering en de presentatie

1.   Voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die op het grondgebied van een lidstaat zijn geproduceerd, mogen de in de artikelen 61, 62 en 64 tot en met 67 bedoelde aanduidingen worden verplicht, verboden of in hun gebruik beperkt door de invoering, via het productdossier van de betrokken wijn, van strengere voorwaarden dan die welke in dit hoofdstuk zijn vastgesteld.

2.   Voor wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die op hun grondgebied zijn geproduceerd, mogen de lidstaten de in de artikelen 64 en 66 bedoelde aanduidingen verplicht stellen.

3.   Met het oog op de controle mogen de lidstaten besluiten om voor op hun grondgebied geproduceerde wijnen andere dan de in artikel 59, lid 1, en artikel 60, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 opgenomen aanduidingen te definiëren en daaromtrent regels vast te stellen.

4.   Met het oog op de controle mogen de lidstaten besluiten de toepassing van de artikelen 58, 59 en 60 van Verordening (EG) nr. 479/2008 te verplichten voor wijn die op hun grondgebied is gebotteld, maar nog niet in de handel is gebracht of uitgevoerd.

HOOFDSTUK V

ALGEMENE BEPALINGEN, OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 71

In het kader van Verordening (EG) nr. 1493/1999 beschermde wijnnamen

1.   De Commissie vermeldt op elk krachtens artikel 51, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de lidstaten ontvangen document betreffende een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding als bedoeld in artikel 51, lid 3, van die verordening, de datum van ontvangst en het dossiernummer.

De betrokken lidstaat krijgt een ontvangstbevestiging waarin minstens de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

het dossiernummer,

b)

het aantal ontvangen documenten, en

c)

de datum van ontvangst van de documenten.

De datum van indiening bij de Commissie is de datum waarop die documenten zijn ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie.

2.   Elk besluit om een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding overeenkomstig artikel 51, lid 4, van Verordening (EG) nr. 479/2008 te annuleren, wordt door de Commissie genomen op grond van de documenten waarover zij op grond van artikel 51, lid 2, van die verordening beschikt.

Artikel 72

Voorlopige etikettering

1.   In afwijking van artikel 65 van deze verordening worden wijnen met een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding waarvan die benaming of aanduiding voldoet aan de in artikel 38, lid 5, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde voorwaarden, geëtiketteerd overeenkomstig hoofdstuk IV van de onderhavige verordening.

2.   Als de Commissie op grond van artikel 41 van Verordening (EG) nr. 479/2008 besluit geen bescherming te verlenen aan een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, worden wijnen die overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel zijn geëtiketteerd, uit de handel genomen of opnieuw geëtiketteerd overeenkomstig hoofdstuk IV van de onderhavige verordening.

Artikel 73

Overgangsbepalingen

1.   Voor wijnnamen die tegen 1 augustus 2009 door de lidstaten zijn erkend als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, maar niet door de Commissie zijn bekendgemaakt op grond van artikel 54, lid 5, van Verordening (EG) nr.1493/1999 of artikel 28 van Verordening (EG) nr. 753/2002, wordt de procedure toegepast waarin is voorzien bij artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   Voor elke uiterlijk op 1 augustus 2009 bij de lidstaat ingediende wijziging in een productdossier met betrekking tot wijnnamen die beschermd zijn op grond van artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 of tot wijnnamen die niet beschermd zijn op grond van artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008, wordt de in artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde procedure gevolgd op voorwaarde dat, uiterlijk op 31 december 2011, de lidstaat een goedkeuringsbesluit heeft aangenomen en een in artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoeld technisch dossier aan de Commissie heeft voorgelegd.

3.   Lidstaten die de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke nodig zijn om tegen 1 augustus 2009 aan artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008 te voldoen, nog niet hebben ingevoerd, doen dit tegen 1 augustus 2010. In de tussenperiode gelden de artikelen 9, 10, 11 en 12 in de betrokken lidstaten mutadis mutandis als inleidende nationale procedure als bedoeld in artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008.

4.   Wijnen die vóór 31 december 2010 in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd en die voldoen aan de vóór 1 augustus 2009 geldende bepalingen, mogen worden verkocht tot de voorraden zijn uitgeput.

Artikel 74

Intrekking

De Verordeningen (EG) nr. 1607/2000 en (EG) nr. 753/2002 worden ingetrokken.

Artikel 75

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 juli 2009

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.

(2)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 1.

(3)  PB L 186 van 30.6.1989, blz. 21.

(4)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.

(5)  PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17.

(6)  PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.

(7)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

(8)  PB L 185 van 25.7.2000, blz. 17.

(9)  PB L 118 van 4.5.2002, blz. 1.

(10)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(11)  PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1.

(12)  PB L 299 van 8.11.2008, blz. 25.

(13)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

(14)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(15)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(16)  PB L 369 van 23.12.2006, blz. 1.

(17)  PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.

(18)  PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1.


BIJLAGE I

AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN OORSPRONGSBENAMING OF GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van de aanvraag …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aanvrager

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Rechtsvorm, omvang en samenstelling (In het geval van rechtspersonen) …

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van een derde land (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Telefoon, fax, e-mail …

Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd 

Oorsprongsbenaming (*)

Geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Bewijs van bescherming in het derde land …

Wijncategorieën 

[op een afzonderlijk blad]

Productdossier

Aantal bladzijden …

Naam van de ondertekenaar(s) …

Handtekening(en) …


BIJLAGE II

ENIG DOCUMENT

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van de aanvraag …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aanvrager

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Rechtsvorm (in het geval van rechtspersonen) …

Nationaliteit …

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van een derde land (*)

[(*)Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd 

Oorsprongsbenaming (*)

Geografische aanduiding (*)

[(*)Doorhalen wat niet van toepassing is]

Beschrijving van de wijn(en) (1) …

Vermelding van traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 54, lid 1, onder a)  (2) , die verband houden met deze oorsprongsbenaming of geografische aanduiding …

Specifieke oenologische procedés  (3) …

Afgebakend gebied …

Maximumopbrengst per hectare …

Toegestane druivenrassen …

Verband met het geografische gebied  (4) …

Verdere voorwaarden  (3) …

Verwijzing naar het productdossier


(1)  Met een verwijzing naar de producten die vallen onder artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008.

(2)  Artikel 54, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008.

(3)  Facultatief.

(4)  Beschrijf de specifieke aard van het product en het geografische gebied en geef het oorzakelijke verband tussen beide aan.


BIJLAGE III

BEZWAARSCHRIFT TEGEN EEN OORSPRONGSBENAMING OF GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van het bezwaarschrift …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Persoon die bezwaar maakt

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land)

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van een derde land (facultatief) (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Naam waartegen bezwaar wordt gemaakt 

Oorsprongsbenaming (*)

Geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Verworven rechten

Beschermde oorsprongsbenaming (*)

Beschermde geografische aanduiding (*)

Nationale geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam …

Registratienummer …

Datum van registratie (DD/MM/JJJJ) …

Merk

Symbool …

Lijst van producten en diensten …

Registratienummer …

Registratiedatum …

Land van oorsprong …

Reputatie/bekendheid (*) …

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Bezwaargronden

Artikel 42, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 43, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 45, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 45, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 45, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 45, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Toelichting bij de bezwaargrond(en) …

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE IV

AANVRAAG TOT WIJZIGING VAN EEN OORSPRONGSBENAMING OF GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van de wijziging …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van een derde land (facultatief) (*)

[(*) DSoorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Telefoon, fax, e-mail …

Benaming 

Oorsprongsbenaming (*)

Geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Beschermde naam (*)

Omschrijving van het product (*)

Toegepaste oenologische procedés (*)

Geografisch gebied (*)

Opbrengst per hectare (*)

Gebruikte wijndruivenrassen (*)

Verband (*)

Naam en adres van de controlerende autoriteiten (*)

Andere (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Wijziging

Wijziging in het productdossier die geen wijziging van het enig document meebrengt (*)

Wijziging in het productdossier die een wijziging van het enig document meebrengt (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Geringe wijziging (*)

Grote wijziging (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Toelichting bij de wijziging …

Gewijzigd enig document

[op een afzonderlijk blad]

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE V

VERZOEK TOT ANNULERING VAN EEN OORSPRONGSBENAMING OF GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Opsteller van het annuleringsverzoek …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Taal van het annuleringsverzoek …

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Betwiste naam 

Oorsprongsbenaming (*)

Geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Rechtmatig belang van de opsteller van het verzoek …

Verklaring van de lidstaat of het derde land …

Annuleringsgronden

Artikel 34, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 34, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder h), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Artikel 35, lid 2, onder i), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Staving van de annuleringsgrond(en) …

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE VI

VERZOEK TOT OMZETTING VAN EEN BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMING IN EEN GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van het omzettingsverzoek …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aanvrager

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land)

Rechtsvorm, omvang en samenstelling (In het geval van rechtspersonen) …

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van een derde land (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land)

Telefoon, fax, e-mail …

Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd 

Bewijs van bescherming in het derde land …

Productcategorieën

[op een afzonderlijk blad]

Productdossier

Aantal bladzijden …

Naam van de ondertekenaar(s) …

Handtekening(en) …


BIJLAGE VII

AANVRAAG TOT ERKENNING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van de aanvraag …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aanvrager

Bevoegde autoriteit van de lidstaat (*)

Bevoegde autoriteit van het derde land (*)

Representatieve beroepsorganisatie (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Juridische entiteit (alleen bij eenrepresentatieve beroepsorganisatie) …

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Benaming 

Traditionele aanduiding krachtens artikel 54, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

Traditionele aanduiding krachtens artikel 54, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Taal

Artikel 31, onder a) (*)

Artikel 31, onder b) (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Lijst van de betrokken beschermde oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen …

Wijncategorieën …

Definitie …

Exemplaar van de voorschriften

[moet worden bijgevoegd]

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE VIII

BEZWAARSCHRIFT TEGEN EEN TRADITIONELE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Taal van het bezwaarschrift …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Persoon die bezwaar maakt

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Bemiddelende instantie

Lidsta(a)t(en) (*)

Autoriteit van het derde land (facultatief) (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam van de bemiddelende instantie(s) …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land) …

Traditionele aanduiding waartegen bezwaar wordt gemaakt …

Verworven rechten

Beschermde oorsprongsbenaming (*)

Beschermde geografische aanduiding (*)

Nationale geografische aanduiding (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Naam …

Registratienummer …

Datum van registratie (DD/MM/JJJJ) …

Merk

Symbool …

Lijst van producten en diensten …

Registratienummer …

Registratiedatum …

Land van oorsprong …

Reputatie/bekendheid (*) …

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Bezwaargronden

Artikel 31 (*)

Artikel 35 (*)

Artikel 40, lid 2, onder a) (*)

Artikel 40, lid 2, onder b) (*)

Artikel 40, lid 2, onder c) (*)

Artikel 41, lid 3 (*)

Artikel 42, lid 1 (*)

Artikel 42, lid 2 (*)

Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 479/2008

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Toelichting bij de bezwaargrond(en) …

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE IX

VERZOEK TOT ANNULERING VAN EEN TRADITIONELE AANDUIDING

Datum van ontvangst (DD/MM/JJJJ) …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) …

Opsteller van het annuleringsverzoek …

Dossiernummer …

[wordt door de Commissie ingevuld]

Taal van het annuleringsverzoek …

Naam van de rechtspersoon of de natuurlijke persoon …

Volledig adres (straatnaam, huisnummer, gemeente/stad en postcode, land)

Nationaliteit …

Telefoon, fax, e-mail …

Betwiste traditionele aanduiding …

Rechtmatig belang van de opsteller van het verzoek …

Verklaring van de lidstaat of het derde land …

Annuleringsgronden

Artikel 31 (*)

Artikel 35 (*)

Artikel 40, lid 2, onder a) (*)

Artikel 40, lid 2, onder b) (*)

Artikel 40, lid 2, onder c) (*)

Artikel 41, lid 3 (*)

Artikel 42, lid 1 (*)

Artikel 42, lid 2 (*)

Artikel 54 van Verordening (EG) nr. 479/2008 (*)

[(*) Doorhalen wat niet van toepassing is]

Staving van de annuleringsgrond(en) …

Naam van de ondertekenaar …

Handtekening …


BIJLAGE X

PICTOGRAM ALS BEDOELD IN ARTIKEL 51, LID 2

Image


BIJLAGE XI

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 30, LID 2, BEDOELDE REPRESENTATIEVE BEROEPSORGANISATIES EN DE LEDEN DAARVAN

Derde land

Naam van de representatieve beroepsorganisatie

Leden van de representatieve beroepsorganisatie

Zuid-Afrika

Zuid-Afrikan Fortified Wine Producers Association (SAFPA)

Allesverloren Estate

Axe Hill

Beaumont Wines

Bergsig Estate

Boplaas Wine Cellar

Botha Wine Cellar

Bredell Wines

Calitzdorp Wine Cellar

De Krans Wine Cellar

De Wet Co-op

Dellrust Wines

Distell

Domein Doornkraal

Du Toitskloof Winery

Groot Constantia Estate

Grundheim Wine Cellar

Kango Wine Cellar

KWV International

Landskroon Wine

Louiesenhof

Morgenhog Estate

Overgaauw Estate

Riebeek Cellars

Rooiberg Winery

Swartland Winery

TTT Cellars

Vergenoegd Wine Estate

Villiera Wines

Withoek Estate


BIJLAGE XII

LIJST VAN DE TRADITIONELE AANDUIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 40

Traditionele aanduidingen

Taal

Wijnen (1)

Samenvatting van de definitie/gebruiksvoorwaarden (2)

Betrokken derde land(en)

DEEL A —   Traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 54, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 479/2008

BELGIË

Appellation d'origine contrôlée

Frans

BOB

(1, 4)

In plaats van „beschermde oorsprongsbenamingen” worden traditionele aanduidingen gebruikt.

 

Gecontroleerde oorsprongsbenaming

Nederlands

BOB

(1, 4)

 

Landwijn

Nederlands

BGA

(1)

In plaats van „beschermde geografische aanduidingen” worden traditionele aanduidingen gebruikt.

 

Vin de pays

Frans

BGA

(1)

 


BULGARIJE

Гарантирано наименование запроизход (ГНП)

(guaranteed designation of origin)

Bulgaars

BOB

(1, 3, 4)

Traditionele aanduidingen die worden gebruikt in plaats van „beschermde oorsprongsbenamingen” of „beschermde geografische aanduidingen”

14.4.2000

 

Гарантирано и контролиранонаименование за произход (ГКНП)

(guaranteed and controlled designation of origin)

Bulgaars

BOB

(1, 3, 4)

 

Благородно сладко вино (БСВ) (noble sweet wine)

Bulgaars

BOB

(3)

 

 

Pегионално вино

(Regional wine)

Bulgaars

BGA

(1, 3, 4)

 

 


TSJECHIË

Jakostní šumivé víno stanovené oblasti

Tsjechisch

BOB

(4)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven die in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied zijn geoogst. De wijn die voor de bereiding van de in een specifiek gebied geproduceerde mousserende kwaliteitswijn is gebruikt, is geproduceerd in het wijnbouwgebied. In het afgebakende gebied is de opbrengst per hectare niet overschreden. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften.

 

Jakostní víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven die in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied zijn geoogst. De opbrengst per hectare is niet verhoogd. De druiven waaruit de wijn is bereid, hebben een suikergehalte van ten minste 15 °NM. Het oogsten van de druiven en het bereiden van de wijn, uitgezonderd het bottelen, vinden in het betrokken wijnbouwgebied plaats. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften.

 

Jakostní víno odrůdové

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven, pulp of wijnmost; wijn geproduceerd uit in een bepaalde wijngaard geoogste druiven of door het vermengen van kwaliteitswijnen, die ten hoogste van drie verschillende wijndruivenrassen afkomstig mogen zijn.

 

Jakostní víno známkové

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven, pulp of wijnmost en misschien uit wijn die gemaakt is van in een bepaalde wijngaard geoogste druiven.

 

Jakostní víno s přívlastkem, aangevuld met:

Kabinetní víno

Pozdní sběr

Výběr z hroznů

Výběr z bobulí

Výběr z cibéb

Ledové víno

Slámové víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven, pulp of wijnmost en misschien uit wijn die gemaakt is van in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied of deelgebied geoogste druiven. De opbrengst per hectare is niet overschreden. De wijn is bereid uit druiven waarvan de oorsprong, het suikergehalte en het gewicht en indien nodig het wijndruivenras of het mengsel van wijndruivenrassen en de eventuele aantasting daarvan door de grauwe schimmel Botrytis cinerea P. in de vorm van edelrot door de inspectiedienst zijn gecontroleerd en die voldoet aan de voorschriften voor die specifieke soort kwaliteitswijn met die kenmerken, of door het vermengen van kwaliteitswijnen met die kenmerken. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften. De wijn is door de inspectiedienst ingedeeld als kwaliteitswijn die aan een van de volgende omschrijvingen beantwoordt:

„Kabinetní víno” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 19 °NM,

„Pozdní sběr” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 21 °NM,

„Výběr z hroznů” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 24 °NM,

„Výběr z bobulí” mag alleen worden bereid uit geselecteerde druiven waarvan het suikergehalte minstens 27 °NM bedraagt,

„Výběr z cibéb” mag alleen worden bereid uit geselecteerde, door edelrot aangetaste druiven of overrijpe druiven die een suikergehalte van minstens 32 °NM hebben,

„Ledové víno” mag alleen worden bereid uit druiven die bij een temperatuur van –7 °C en lager zijn geoogst, tijdens het oogsten en de verwerking bevroren zijn gebleven en waarvan de most een suikergehalte van minstens 27 °NM heeft,

„Slámové víno” mag alleen worden bereid uit druiven die vóór de verwerking op stro of riet zijn opgeslagen en indien nodig gedurende minstens drie maanden in een geventileerd lokaal zijn opgehangen; de verkregen most heeft een suikergehalte van minstens 27 °NM.

 

Pozdní sběr

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven die in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied zijn geoogst. De opbrengst per hectare is niet verhoogd. De druiven waaruit de wijn is bereid, hebben een suikergehalte van ten minste 21 °NM. Het oogsten van de druiven en het bereiden van de wijn, uitgezonderd het bottelen, vinden in het betrokken wijnbouwgebied plaats. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften.

 

Víno s přívlastkem, aangevuld met:

Kabinetní víno

Pozdní sběr

Výběr z hroznů

Výběr z bobulí

Výběr z cibéb

Ledové víno

Slámové víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven, pulp of wijnmost en misschien uit wijn die gemaakt is van in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied of deelgebied geoogste druiven, waar de opbrengst per hectare niet overschreden is. De wijn is bereid uit druiven waarvan de oorsprong, het suikergehalte en het gewicht en indien nodig het wijndruivenras of het mengsel van wijndruivenrassen en de eventuele aantasting daarvan door de grauwe schimmel Botrytis cinerea P. in de vorm van edelrot door de inspectiedienst zijn gecontroleerd en die voldoet aan de voorschriften voor die specifieke soort kwaliteitswijn met predikaten, of door het vermengen van kwaliteitswijnen met predikaten. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften. De wijn is door de inspectiedienst ingedeeld als kwaliteitswijn met een van de volgende predikaten:

„Kabinetní víno” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 19 °NM,

„Pozdní sběr” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 21 °NM,

„Výběr z hroznů” mag alleen worden bereid uit druiven met een suikergehalte van minstens 24 °NM,

„Výběr z bobulí” mag alleen worden bereid uit geselecteerde druiven waarvan het suikergehalte minstens 27 °NM bedraagt,

„Výběr z cibéb” mag alleen worden bereid uit geselecteerde, door edelrot aangetaste druiven of overrijpe druiven die een suikergehalte van minstens 32 °NM hebben,

„Ledové víno” mag alleen worden bereid uit druiven die bij een temperatuur van –7 °C en lager zijn geoogst, tijdens het oogsten en de verwerking bevroren zijn gebleven en waarvan de most een suikergehalte van minstens 27 °NM heeft,

„Slámové víno” mag alleen worden bereid uit druiven die vóór de verwerking op stro of riet zijn opgeslagen en indien nodig gedurende minstens drie maanden in een geventileerd lokaal zijn opgehangen; de verkregen most heeft een suikergehalte van minstens 27 °NM.

 

Jakostní likérové víno

Tsjechisch

BOB

(3)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven die in de betrokken wijngaard in het specifieke gebied zijn geoogst. De opbrengst per hectare is niet overschreden. De wijn is geproduceerd in het specifieke wijnbouwgebied waar de druiven zijn geoogst. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften.

 

Zemské víno

Tsjechisch

BGA

(1)

Wijn die bereid is uit druiven die op het Tsjechische grondgebied zijn geoogst en voor de productie van kwaliteitswijn in het specifieke gebied geschikt zijn, of uit rassen die zijn opgenomen in de lijst van wijndruivenrassen welke in de uitvoeringsbepalingen is vastgesteld. Op het etiket van deze wijn mag alleen de geografische aanduiding worden aangebracht die in de uitvoeringsbepalingen is vastgesteld. Voor de productie van deze wijn met een geografische aanduiding mogen alleen druiven worden gebruikt met een suikergehalte van minstens 14 °NM die zijn geoogst in de geografische eenheid die de geografische aanduiding overeenkomstig dit punt draagt en voor zover die wijn aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften voldoet. Het gebruik van een naam van een andere geografische eenheid dan die welke in de uitvoeringsbepalingen is vastgesteld, is verboden.

 

Víno origininální certifikace (VOC of V.O.C.)

Tsjechisch

BOB

(1)

De wijn moet in het wijnbouwgebied of een kleiner gebied worden geproduceerd; de producent moet lid zijn van de vereniging die gemachtigd is de aanduiding van de wijn met originele certificering overeenkomstig het rechtsbesluit te verlenen; de wijn voldoet minstens aan de kwalitetsvereisten met betrekking tot kwaliteitswijn die in dit rechtsbesluit zijn vastgesteld; de wijn voldoet aan de voorwaarden van het besluit tot machtiging om aanduidingen voor wijn met originele certificering te verlenen; voor het overige moet de wijn voldoen aan de vereisten voor specifieke wijnsoorten die bij dit besluit zijn vastgesteld.

 


DENEMARKEN

Regional vin

Deens

BGA

(1, 3, 4)

Wijn of mousserende wijn die in Denemarken overeenkomstig de nationale regelgeving is geproduceerd. De „Regional wine” heeft een organoleptisch en een analytisch onderzoek ondergaan. De aard en het karakter van de wijn zijn gedeeltelijk toe te schrijven aan het productiegebied, de gebruikte druiven en de bekwaamheid van de producent en de wijnbereider.

 


DUITSLAND

Prädikatswein (Qualitätswein mit Prädikat (1)), aangevuld met:

Kabinett

Spätlese

Auslese

Beerenauslese

Trockenbeerenauslese

Eiswein

Duits

BOB

(1)

Algemene categorie van wijnen met speciale predikaten die een bepaald minimaal mostgewicht hebben bereikt en niet zijn verrijkt (niet zijn gechaptaliseerd of met geconcentreerd druivensap zijn verrijkt) en waarvan de naam met een van de volgende aanduidingen is aangevuld:

(Kabinett): eerste kwaliteitsniveau bij de kwaliteitswijnen met speciale predikaten (Prädikatsweine); Kabinett-wijnen zijn licht en verfijnd en bereiken 67 tot 85 graden Öchsle naargelang van het wijndruivenras en het gebied;

(Spätlese): kwaliteitswijn met speciaal predikaat waarvan het mostgewicht, naargelang van het wijndruivenras en het gebied, tussen 76 en 95 graden Öchsle ligt; de druiven moeten laat worden geoogst en volledig rijp zijn; Spätlese-wijnen hebben een intense smaak (niet noodzakelijk zoet);

(Auslese): bereid uit afzonderlijk geselecteerde volrijpe druiven waarvan de concentratie door Botrytis cinerea kan zijn verhoogd en het mostgewicht, naargelang van het wijndruivenras en het gebied, tussen 85 en 100 graden Öchsle ligt;

(Beerenauslese): bereid uit speciaal geselecteerde volrijpe druiven die door Botrytis cinerea (edelrot) een hoge suikerconcentratie hebben verkregen; de druiven worden meestal na de normale oogstperiode geoogst. Het mostgewicht ligt, naargelang van het wijndruivenras en het gebied, tussen 110 en 125 graden Öchsle; deze wijnen zijn zeer zoet en kunnen lang worden bewaard;

(Trockenbeerenauslese): hoogste kwaliteitsniveau bij de kwaliteitswijnen met speciale predikaten (Prädikatswein); het mostgewicht is groter dan 150 graden Öchsle. Wijnen van deze categorie zijn bereid uit zorgvuldig geselecteerde overrijpe druiven waarvan het sap door Botrytis cinerea (edelrot) is geconcentreerd. De druiven zijn verschrompeld en zien eruit als rozijnen. De hiervan afkomstige wijn is uiterst zoet en bevat weinig alcohol;

(Eiswein): Eiswein wordt bereid uit druiven die worden geoogst in perioden van strenge vorst waarin de temperatuur tot onder –7 graad Celsius daalt; deze druiven worden in bevroren toestand geperst. Unieke wijn van superieure kwaliteit met extreem hoge concentraties aan zoetheid en zuren.

 

Qualitätswein, al dan niet aangevuld met b.A. (Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete)

Duits

BOB

(1)

Uit afgebakende gebieden afkomstige kwaliteitswijn waarop een analytisch en een organoleptisch onderzoek zijn verricht en die beantwoordt aan de voorschriften inzake rijpheid van de druiven (mostgewicht van de wijn/graden Öchsle)

 

Qualitätslikörwein, al dan niet aangevuld met b.A. (Qualitätslikörwein bestimmter Anbaugebiete) (2)

Duits

BOB

(3)

Uit afgebakende gebieden afkomstige kwaliteitslikeurwijn waarop een analytisch en een organoleptisch onderzoek zijn verricht en die beantwoordt aan de voorschriften inzake rijpheid van de druiven (mostgewicht van de wijn/graden Öchsle).

 

Qualitätsperlwein, al dan niet aangevuld met b.A. (Qualitätsperlwein bestimmter Anbaugebiete) (2)

Duits

BOB

(8)

Uit afgebakende gebieden afkomstige kwaliteitsparelwijn waarop een analytisch en een organoleptisch onderzoek zijn verricht en die beantwoordt aan de voorschriften inzake rijpheid van de druiven (mostgewicht van de wijn/graden Öchsle).

 

Sekt b.A. (Sekt bestimmter Anbaugebiete) (2)

Duits

BOB

(4)

Mousserende kwaliteitswijn uit afgebakende gebieden

 

Landwein

Duits

BGA

(1)

Superieure wijn wegens zijn iets hoger mostgewicht

 

Winzersekt (2)

Duits

BOB

(1)

Mousserende kwaliteitswijn die bereid is in specifieke wijnbouwgebieden en is verkregen uit druiven die zijn geoogst op hetzelfde wijnbouwbedrijf waar ook de druiven worden verwerkt tot de wijn waarmee de in een specifiek wijnbouwgebied geproduceerde mousserende kwaliteitswijn wordt gemaakt; geldt ook voor producentenverenigingen.

 


GRIEKENLAND

Ονομασία Προέλευσης Ανωτέρας Ποιότητας (ΟΠΑΠ)

(appellation d’origine de qualité supérieure)

Grieks

BOB

(1, 3, 4, 15, 16)

De naam van een regio of een specifieke plaats die administratief is erkend en waarmee wijnen worden beschreven die aan de volgende vereisten voldoen:

zij zijn bereid uit druiven van hoogwaardige wijndruivenrassen die tot Vitis vinifera behoren en uitsluitend uit dit geografische gebied komen; ook de productie van deze wijnen vindt in dit gebied plaats,

zij zijn bereid uit druiven van wijngaarden met een lage opbrengst per hectare,

de kwaliteit en de kenmerken van de wijnen zijn hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven aan de specifieke geografische omgeving met haar eigen door natuur en mens bepaalde factoren.

[L.D. 243/1969 en L.D. 427/76 betreffende de verbetering en de bescherming van de wijnbouwproductie]

 

Ονομασία Προέλευσης Ελεγχόμενη (ΟΠΕ)

(appellation d'origine contrôlée)

Grieks

BOB

(3, 15)

De wijnen die tot deze categorie behoren, voldoen niet alleen aan de vereisten voor een „appellation d’origine de qualité supérieure”, maar ook aan de volgende voorschriften:

zij zijn bereid uit druiven die afkomstig zijn van hoogwaardige wijngaarden met een lage opbrengst per hectare, en zijn geteeld op bodems die voor de productie van kwaliteitswijnen geschikt zijn,

zij voldoen aan bepaalde voorschriften betreffende het snoeien van de wijngaarden en het minimale suikergehalte van de most.

[L.D. 243/1969 en L.D. 427/76 betreffende de verbetering en de bescherming van de wijnbouwproductie]

 

Οίνος γλυκός φυσικός

(vin doux naturel)

Grieks

BOB

(3)

Wijnen die tot de categorie „appellation d'origine contrôlée” of „appellation d’origine de qualité supérieure” behoren en bovendien aan de volgende vereisten voldoen:

zij zijn afkomstig van druivenmost met een oorspronkelijk natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 12 % vol,

zij hebben een effectief alcoholvolumegehalte van ten minste 15 % vol en ten hoogste 22 % vol,

zij hebben een totaal alcoholvolumegehalte van ten hoogste 17,5 % vol.

[L.D. 212/1982 inzake de registratie van wijnen met de oorsprongsbenaming „Samos”]

 

Οίνος φυσικώς γλυκύς

(vin naturellement doux)

Grieks

BOB

(3, 15, 16)

Wijnen die tot de categorie „appellation d'origine contrôlée” of „appellation d’origine de qualité supérieure” behoren en bovendien aan de volgende vereisten voldoen:

zij zijn bereid uit druiven die in de zon of in de schaduw werden gelaten,

zij zijn bereid zonder verrijking,

zij hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 17 % vol (of 300 gram suiker per liter).

[L.D. 212/1982 inzake de registratie van wijnen met de oorsprongsbenaming „Samos”]

 

ονομασία κατά παράδοση

(appellation traditionnelle)

Grieks

BGA

(1)

Wijnen die uitsluitend op het geografische grondgebied van Griekenland zijn geproduceerd en bovendien:

als het wijn met de traditionele aanduiding „Retsina” betreft, zijn bereid uit druivenmost die met hars van de Aleppo-pijnboom is behandeld, en

als het wijn met de traditionele aanduiding „Verntea” betreft, zijn bereid uit druiven van wijngaarden op het eiland Zakynthos en voldoen aan bepaalde voorwaarden inzake het gebruikte druivenras, de opbrengst per hectare van de wijngaarden en het suikergehalte van de most.

[P.D. 514/1979 inzake de productie, de controle en de bescherming van retsinawijnen en M.D. 397779/92 tot vaststelling van voorschriften voor het gebruik van de aanduiding „Verntea Traditional Designation of Zakynthos”]

 

τοπικός οίνος

(vin de pays)

Grieks

BGA

(1, 3, 4, 11, 15, 16)

De naar een regio of een specifieke plaats verwijzende aanduiding die administratief is erkend en waarmee wijnen worden beschreven die aan de volgende vereisten voldoen:

zij bezitten een specifieke kwaliteit, reputatie of andere kenmerken die aan hun oorsprong kunnen worden toegeschreven,

minstens 85 % van de druiven die voor de productie worden gebruikt, komt uitsluitend uit dit geografische gebied en de productie van deze wijnen vindt in dit geografische gebied plaats,

zij zijn afkomstig van wijndruivenrassen die in het specifieke gebied zijn ingedeeld,

zij zijn bereid uit druiven van wijngaarden waarvan de bodem voor wijnbouw geschikt is en waarvan de opbrengst per hectare laag is,

voor elk van deze wijnen is een natuurlijk en een effectief alcoholvolumegehalte vastgesteld.

[C.M.D. 392169/1999 Algemene voorschriften voor het gebruik van de aanduiding „τοπικός οίνος” (streekwijn) voor tafelwijn, als gewijzigd bij C.M.D. 321813/2007].

 


SPANJE

Denominación de origen (DO)

Spaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Naam van een regio, een gebied, een lokaliteit of een afgebakende plaats die administratief is erkend voor de aanduiding van wijnen die aan de volgende voorwaarden voldoen:

zij zijn in de regio, het gebied, de lokaliteit of de afgebakende plaats bereid uit druiven die daarvan afkomstig zijn,

in het handelsverkeer staan zij in hoog aanzien wegens hun oorsprong, en

de kwaliteit en de kenmerken zijn grotendeels of volledig toe te schrijven aan de geografische kenmerken die factoren van natuurlijke en menselijke aard omvatten.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; andere rechtsbepalingen zijn vastgesteld in de reeds genoemde regelgeving en in andere voorschriften)

Chili

Denominación de origen calificada (DOCa)

Spaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Naast de vereisten voor de „denominación de origen” gelden voor de „denominación de origen calificada” de volgende voorschriften:

sinds de erkenning als „denominación de origen” moeten minstens tien jaar verstreken zijn,

de beschermde producten worden verhandeld na botteling in wijnmakerijen die in het afgebakende geografische gebied zijn geregistreerd en gevestigd, en

het gebied dat geschikt wordt geacht voor de productie van wijnen die recht hebben op de beschreven oorsprongsbenaming, is door elke gemeente cartografisch afgebakend.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; andere rechtsbepalingen zijn vastgesteld in de reeds genoemde wet en in andere voorschriften)

 

Vino de calidad con indicación geográfica

Spaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Wijn die in een regio, een gebied, een lokaliteit of een afgebakende plaats is bereid uit druiven die daarvan afkomstig zijn en waarvan de kwaliteit, de reputatie of de kenmerken aan de geografische of aan de menselijke factor of aan beide toe te schrijven zijn, in die zin dat die factoren van invloed zijn op de productie van de druiven, de wijnbereiding of de rijping van de wijn. De wijnen worden geïdentificeerd met de begrippen „vino de calidad de”, gevolgd door de naam van de regio, het gebied, de lokaliteit of de afgebakende plaats waar zij zijn geproduceerd en bereid.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; andere rechtsbepalingen zijn vastgesteld in de reeds genoemde wet en in andere voorschriften)

 

Vino de pago

Spaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Geeft de plaats of de plattelandssite aan die door specifieke bodemkenmerken en een microklimaat van de omringende plaatsen of sites wordt onderscheiden en bekend is onder een naam die traditioneel en notoir verbonden is met de cultuur van de wijngaarden die wijnen met bijzondere kenmerken en kwaliteiten opleveren en waarvan de maximumoppervlakte door de bevoegde overheidsdienst is vastgesteld met inachtneming van de kenmerken van elke regio. De oppervlakte moet kleiner zijn dan die van de gemeente(n) waarin zij zich bevindt. Er bestaat een notoir verband met de cultuur van de wijngaarden als de naam van de „pago” gedurende minstens vijf jaar in het normale handelsverkeer wordt gebruikt om wijnen te identificeren die daarvan afkomstig zijn. Alle druiven die voor de „vino de pago” bestemd zijn, zijn afkomstig van wijngaarden die in die „pago” gevestigd zijn en de wijn wordt apart van andere wijnen bereid, opgeslagen en in voorkomend geval gerijpt.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; andere bepalingen zijn vastgesteld in de reeds genoemde wet en in andere voorschriften)

 

Vino de pago calificado

Spaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Als de volledige „pago” tot het gebied van een „Denominación de origen calificada” behoort, mag de wijn worden aangeduid met „vino de pago calificado” en wordt de daar geproduceerde wijn altijd aangeduid met „de pago calificado” als hij voldoet aan de vereisten voor wijnen met een „Denominación de origen calificada” en als hij daar als dusdanig is geregistreerd.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; andere rechtsbepalingen zijn vastgesteld in de reeds genoemde wet en in andere voorschriften)

 

Vino de la tierra

Spaans

BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Voorschriften voor het gebruik van de traditionele aanduiding „vino de la tierra” vergezeld van een geografische aanduiding:

1. In de regeling betreffende de geografische aanduidingen voor de in artikel 1 vermelde producten zal minstens met de volgende aspecten rekening moeten worden gehouden:

a)

de wijncategorie of -categorieën waarvoor de aanduiding van toepassing is,

b)

de te gebruiken naam van de geografische aanduiding,

c)

de precieze grens van het geografische gebied,

d)

de aanduiding van de te gebruiken wijndruivenrassen,

e)

het natuurlijk alcoholvolumegehalte van de verschillende soorten wijnen die recht op de aanduiding hebben,

f)

een beoordeling of indicatie van de organoleptische kenmerken,

g)

de door een overheidsinstantie of privé-instantie ten uitvoer te leggen controleregeling voor de wijnen.

2. Het gebruik van een geografische aanduiding voor wijnen die het resultaat zijn van een mengsel van wijnen waarvoor druiven uit verschillende productiegebieden zijn gebruikt, wordt aanvaard als ten minste 85 procent van de wijn afkomstig is uit het productiegebied waarvan hij de naam draagt.

(Wet 24/2003 betreffende wijnbouw en wijnbereiding; Decreet 1126/2003)

 

Vino dulce natural

Spaans

BOB

(3)

(Bijlage III, punt B.6, van Verordening (EG) nr. 606/2009)

 

Vino Generoso

Spaans

BOB

(3)

(Bijlage III, punt B.8, van Verordening (EG) nr. 606/2009)

Chili

Vino Generoso de licor

Spaans

BOB

(3)

(Bijlage III, punt B.10, van Verordening (EG) nr. 606/2009)

 


FRANKRIJK

Appellation d'origine contrôlée

Frans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 15, 16)

Naam van een lokaliteit die wordt gebruikt om een product te beschrijven dat van oorsprong is uit die lokaliteit en waarvan de kwaliteit of de kenmerken hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven zijn aan de specifieke geografische omgeving met haar eigen door natuur en mens bepaalde factoren; dit product geniet grote bekendheid en voor de productie gelden goedkeuringsprocedures die o.m. de goedkeuring van de belanghebbenden, de controle van de productieomstandigheden en de productcontrole omvatten.

Algerije

Zwitserland

Tunesië

Appellation 606/2009 contrôlée

Frans

 

Appellation d'origine vin délimité de qualité supérieure

Frans

 

Vin doux naturel

Frans

BOB

(3)

Gemuteerde wijn, d.i. wijn waarvan de alcoholische gisting is gestopt door toevoeging van neutrale wijnalcohol. Dit procedé heeft tot doel het alcoholgehalte van de wijn te verhogen met behoud van het grootste gedeelte van de natuurlijke suikers van de druiven.

Naargelang van het type „Vin doux naturel” dat wordt bereid — wit, rood of rosé — vindt de stuiting van de gisting plaats tijdens een bepaalde fase van de alcoholische gisting, met of zonder maceratie.

 

Vin de pays

Frans

BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 15, 16)

Wijn met een geografische aanduiding die geïndividualiseerd is door de vermelding van de geografische oorsprong (gebiedsaanduiding). Een „vin de pays” mag uitsluitend afkomstig zijn van het productiegebied waarvan hij de naam draagt. Deze wijn voldoet aan strikte, bij besluit vastgestelde productievoorwaarden die o.m. de maximumopbrengst, het minimumalcoholgehalte, de wijndruivenrassen en strikte analysevoorschriften omvatten.

 


ITALIË

Denominazione di origine controllata (D.O.C.)

Italiaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 15, 16)

Met de oorsprongsbenaming van de wijnen wordt de geografische naam van een wijnbouwgebied bedoeld dat gekenmerkt wordt door een specifieke productie; deze naam wordt gebruikt voor de beschrijving van een vermaard kwaliteitsproduct waarvan de kenmerken aan de geografische omgeving en de menselijke factor toe te schrijven zijn. De genoemde wet voorziet voor de Italiaanse benamingen in de specifieke traditionele aanduiding „D.O.C.” om het bovenstaande concept van kwalitatief zeer hoogstaande en traditionele oorsprongsbenamingen te verduidelijken.

[Wet nr. 164 van 10.2.1992]

 

Kontrollierte Ursprungsbezeichnung

Duits

 

Denominazione di origine controllata e garantia (D.O.C.G.)

Italiaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 15, 16)

Deze benaming gelijkt op de D.O.C.-omschrijving, maar bevat ook het woord „gegarandeerd” en wordt toegekend aan wijnen met een specifieke waarde die sinds ten minste vijf jaar als DOC-wijnen zijn erkend. Zij worden verhandeld in recipiënten met een inhoud van ten hoogste 5 liter en dragen een identificatiemerk van de regering om de consument een betere garantie te bieden.

[Wet nr. 164 van 10.2.1992]

 

Kontrollierte und garantierte Ursprungsbezeichnung

Duits

 

Vino dolce naturale

Italiaans

BOB

(1, 3, 11, 15)

Traditionele aanduiding voor de beschrijving en de kwalificatie van sommige wijnen die zijn verkregen door extractie van ingedroogde druiven en een bepaald gehalte aan van de druiven afkomstig suikerresidu bevatten, zonder dat er verrijking heeft plaatsgevonden.

Het gebruik van deze aanduiding is toegestaan bij de specifieke besluiten betreffende de verschillende wijnen.

 

Indicazione geografica tipica (IGT)

Italiaans

BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 15, 16)

Een uitsluitend Italiaanse aanduiding die is vastgesteld bij Wet nr. 164 van 10 februari 1992, en wordt gebruikt voor de beschrijving van Italiaanse wijnen met een geografische aanduiding waarvan de bijzondere aard en kwaliteit toe te schrijven zijn aan het geografische gebied waar de druiven worden geteeld.

 

Landwein

Duits

 

Vin de pays

Frans

 


CYPRUS

Οίνος Ελεγχόμενης Ονομασίας

Προέλευσης (ΟΕΟΠ)

(Controlled Designation of Origin)

Grieks

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Duidt wijnen met een BOB aan.

Κ.Δ.Π.403/2005 Αρ.4025/19.8.2005/Ε.Ε. Παρ. ΙΙΙ (Ι)

Κ.Δ.Π.212/2005 Αρ.3896/26.04.2005/Ε.Ε. Παρ. ΙΙΙ (Ι)

Κ.Δ.Π.706/2004 Αρ.3895/27.08.2004/Ε.Ε. Παρ. ΙΙΙ (Ι)

 

Τοπικός Οίνος

(Regional Wine)

Grieks

BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 15, 16)

Duidt wijnen met een BGA aan.

Κ.Δ.Π. 704/2004 Αρ.3895/27.8.2004/Ε.Ε. Παρ. ΙΙΙ(Ι)

 


LUXEMBURG

Crémant de Luxembourg

Frans

BOB

(4)

[Regeringsbesluit van 4 januari 1991] De belangrijkste normen die bij de productie in acht moeten worden genomen, zijn:

de druiven worden manueel geoogst en speciaal voor de productie van „Crémant” geselecteerd;

de cuvée van basiswijnen voldoet aan de kwaliteitsnormen voor kwaliteitswijnen;

het product is afkomstig van most verkregen uit de persing van — voor witte of rosé mousserende wijnen — volledige druiven, tot een maximum van 100 liter per 150 kg geoogste druiven;

het product is op de fles gegist via de traditionele methode;

het maximumgehalte aan zwaveldioxide bedraagt niet meer dan 150 mg/l;

het koolzuurgas heeft een minimumdruk van ten minste 4 atmosfeer bij 20 °C;

het suikergehalte bedraagt minder dan 50 g/l.

 

Marque nationale, aangevuld met:

appellation contrôlée

appellation d'origine contrôlée

Frans

BOB

(1, 4)

(Wijnen):

Het „Marque nationale” (Nationaal keurmerk) voor wijnen met de benaming „Moselle luxembourgeoise” is ingesteld bij het besluit van de regering van 12 maart 1935. Het opschrift „Marque nationale — appellation contrôlée” op het rechthoekige etiket dat achteraan op de fles is aangebracht, certificeert dat de productie en de kwaliteit van de wijn door de staat zijn gecontroleerd. Het keurmerk wordt afgegeven door het „Bureau de la Marque nationale”. Uitsluitend wijnen van Luxemburgse oorsprong die niet met wijn uit andere landen zijn vermengd en aan de nationale en de Europese voorschriften voldoen, kunnen aanspraak op deze benaming maken. Voorts moeten de wijnen die dit etiket dragen, worden verkocht in flessen en mogen het oogsten en het tot wijn verwerken van de druiven slechts in het nationale productiegebied plaatsvinden. De wijnen worden systematisch aan analytische en organoleptische tests onderworpen.

(Mousserende wijnen):

Het „Marque nationale” van de Luxemburgse mousserende wijnen is ingesteld bij het besluit van de regering van 18 maart 1988 en garandeert:

dat de mousserende wijn uitsluitend is verkregen van wijn die geschikt is om er kwaliteitswijn van het Luxemburgse moezelgebied van te maken;

dat de wijn voldoet aan de kwaliteitsnormen die daarvoor in de nationale en de communautaire voorschriften zijn vastgesteld;

dat de wijn onder staatscontrole is geplaatst.

 


HONGARIJE

Minőségi bor

Hongaars

BOB

(1)

Betekent „kwaliteitswijn” en duidt wijnen met een BOB aan.

 

Védett eredetű bor

Hongaars

BOB

(1)

Duidt wijnen met een beschermde oorsprong aan.

 

Tájbor

Hongaars

BGA

(1)

Betekent „landwijn” en duidt wijnen met een BGA aan.

 


MALTA

Denominazzjoni ta’ Origini Kontrollata (D.O.K.)

Maltees

BOB

(1)

[Government Gazette nr. 17965 van 5 september 2006]

 

Indikazzjoni Ġeografika Tipika (I.G.T.)

Maltees

BGA

(1)

[Government Gazette nr. 17965 van 5 september 2006]

 


NEDERLAND

Landwijn

Nederlands

BGA

(1)

Deze wijn is op het Nederlandse grondgebied geproduceerd met op het Nederlandse grondgebied geoogste druiven. Op het etiket mag de naam worden vermeld van de provincie waar de druiven zijn geoogst. Het natuurlijk alcoholvolumegehalte van deze wijn bedraagt minstens 6,5 % vol. Voor de productie van deze wijn in Nederland mogen alleen wijndruivenrassen worden gebruikt die voorkomen op een nationale lijst.

 


OOSTENRIJK

Districtus Austriae Controllatus (DAC)

Latijn

BOB

(1)

De voorwaarden voor deze kwaliteitswijnen (bijv. wijndruivenrassen, smaak, alcoholgehalte) zijn vastgesteld door een regionaal comité.

 

Prädikatswein of Qualitätswein besonderer Reife und Leseart, al dan niet aangevuld met:

Ausbruch/Ausbruchwein

Auslese/Auslesewein

Beerenauslese/Beerenauslesewein

Kabinett/Kabinettwein

Schilfwein

Spätlese/Spätlesewein

Strohwein

Trockenbeerenauslese

Eiswein

Duits

BOB

(1)

Deze wijnen zijn kwaliteitswijnen en worden hoofdzakelijk gedefinieerd aan de hand van het natuurlijke suikergehalte van de druiven en van de oogstomstandigheden. Verrijking en verzoeting zijn niet toegestaan.

Ausbruch/Ausbruchwein: van overrijpe en door Botrytis aangetaste druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 27 °Klosterneuburger Mostwaage (KMW) hebben; voor een betere extractie kan verse most of wijn worden toegevoegd.

Auslese/Auslesewein: van strikt geselecteerde druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 21 °KMW.

Beerenauslese/Beerenauslesewein: van overrijpe en/of door Botrytis aangetaste geselecteerde druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 25 °KMW hebben.

Kabinett/Kabinettwein: van druiven die tot volle rijpheid zijn gekomen en een natuurlijk suikergehalte van minstens 17 °KMW hebben.

Schilfwein, Strohwein: de druiven moeten gedurende minstens 3 maanden vóór het persen op riet of stro worden opgeslagen en natuurlijk worden gedroogd; het suikergehalte moet minstens 25 °KMW bedragen.

Spätlese/Spätlesewein: van druiven die tot volle rijpheid zijn gekomen en een natuurlijk suikergehalte van minstens 19 °KMW hebben.

Trockenbeerenauslese: de druiven moeten grotendeels door Botrytis zijn aangetast en op natuurlijke wijze zijn verschrompeld; het suikergehalte moet minstens 30 °KMW bedragen.

Eiswein: de druiven moeten bij het oogsten en het persen op natuurlijke wijze bevroren zijn en moeten een minimum suikergehalte van 25 °KMW hebben.

 

Qualitätswein of Qualitätswein mit staatlicher Prüfnummer

Duits

BOB

(1)

Uit tot volle rijpheid gekomen druiven van bepaalde rassen die een natuurlijk suikergehalte van minstens 15 °KMW hebben; de opbrengst mag hoogstens 6 750 liter per ha bedragen. De wijn mag alleen worden verkocht met een controlenummer voor kwaliteitswijn.

 

Landwein

Duits

BGA

(1)

Uit tot volle rijpheid gekomen druiven van bepaalde rassen die een natuurlijk suikergehalte van minstens 14 °KMW hebben; de opbrengst mag hoogstens 6 750 liter per ha bedragen.

 


PORTUGAL

Denominação de origem (D.O.)

Portugees

BOB

(1, 3, 4, 8)

Geografische naam van een regio of een specifieke plaats, of een traditionele naam, al dan niet verband houdend met de geografische oorsprong, die wordt gebruikt om een product te beschrijven of te identificeren dat afkomstig is van druiven uit die regio of specifieke plaats; de kwaliteit en de kenmerken van dit product zijn hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven aan de specifieke geografische omgeving met haar eigen door natuur en mens bepaalde factoren en de productie vindt in dat afgebakende gebied of die geografische regio plaats.

[Decreto-Lei nr. 212/2004 van 23.8.2004]

 

Denominação de origem controlada (D.O.C.)

Portugees

BOB

(1, 3, 4, 8)

Op de etikettering van wijnbouwproducten die recht hebben op een oorsprongsbenaming, mogen de volgende aanduidingen worden aangebracht: „Denominação de Origem Controlada” of „DOC”.

[Decreto-Lei nr. 212/2004 van 23.8.2004]

 

Indicação de proveniência regulamentada (I.P.R.)

Portugees

BOB

(1, 3, 4, 8)

Naam van een land, een regio of een specifieke plaats, of een traditionele naam, al dan niet verband houdend met de geografische oorsprong, die wordt gebruikt om een wijnbouwproduct te beschrijven en te identificeren dat afkomstig is van druiven die, als het om een specifieke plaats of regio gaat, voor minstens 85 % in dat gebied zijn geoogst, en waarvan de reputatie, de specifieke kwaliteit of andere kenmerken aan die geografische oorsprong kunnen worden toegeschreven; de productie vindt in dat afgebakende geografische gebied of die afgebakende geografische regio plaats.

[Decreto-Lei nr. 212/2004 van 23.8.2004]

 

Vinho doce natural

Portugees

BOB

(3)

Wijn met een hoog suikergehalte die bereid is uit druiven die laat zijn geoogst of door edelrot zijn aangetast.

[Portaria nr. 166/1986 van 26.6.1986]

 

Vinho generoso

Portugees

BOB

(3)

De likeurwijnen die traditioneel worden geproduceerd in de afgebakende gebieden van Douro, Madeira, Setúbal en Carcavelos en portwijn of port worden genoemd en de vertaling hiervan in de andere talen, madeirawijn of madeira en de vertaling hiervan in de andere talen, Moscatel de Setúbal of Setúbal en Carcavelos.

[Decreto-Lei nr. 166/1986 van 26.6.1986]

 

Vinho regional

Portugees

BGA

(1)

Op de etikettering van wijnbouwproducten die recht hebben op een geografische aanduiding, mogen de volgende aanduidingen worden aangebracht: „Vinho Regional” of „Vinho da Região de”.

[Decreto-Lei nr. 212/2004 van 23.8.2004]

 


ROEMENIË

Vin cu denumire de origine controlată (D.O.C.), aangevuld met:

Cules la maturitate deplină — C.M.D.

Cules târziu — C.T.

Cules la înnobilarea boabelor — C.I.B.

Roemeens

BOB

(1, 3, 8, 15, 16)

Wijnen met een oorsprongsbenaming zijn bereid uit druiven die zijn geoogst in afgebakende gebieden waarvan het klimaat, de bodem en de blootstelling gunstig zijn voor de kwaliteit van de oogst; deze wijnen voldoen aan de volgende eisen:

a)

de druiven waarmee het product is bereid, zijn uitsluitend afkomstig uit het respectieve afgebakende gebied;

b)

de productie vindt plaats in het respectieve geografische gebied;

c)

de kwaliteit en de kenmerken van de wijn zijn hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven aan de specifieke geografische omgeving met haar eigen door natuur en mens bepaalde factoren,

d)

de wijnen zijn verkregen van wijndruivenrassen die behoren tot de soort Vitis vinifera.

Naargelang van de rijpingsfase van de druiven en de kwaliteitskenmerken bij de oogst, worden wijnen met een oorsprongsbenaming ingedeeld als volgt:

a)

DOC — CMD — wijn met een oorsprongsbenaming die is bereid uit druiven welke volledig rijp zijn geoogst;

b)

DOC — CT — wijn met een oorsprongsbenaming die is bereid uit druiven welke laat zijn geoogst;

c)

DOC — CIB — wijn met een oorsprongsbenaming die is bereid uit druiven welke bij het oogsten door edelrot zijn aangetast.

 

Vin spumant cu denumire de origine controlată (D.O.C.)

Roemeens

BOB

(5, 6)

Mousserende wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming zijn gemaakt van rassen die voor dit soort productie worden aanbevolen en worden geteeld in specifieke wijngaarden, waar de wijn als grondstof wordt geproduceerd; de volledige verwerking tot en met de afzet vindt in het toegestane gebied plaats.

 

Vin cu indicație geografică

Roemeens

BGA

(1, 4, 9, 15, 16)

Wijnen met een geografische aanduiding zijn bereid uit druiven die in specifieke wijngaarden in afgebakende gebieden worden geoogst; zij voldoen aan de volgende voorwaarden:

a)

de wijnen hebben een specifieke kwaliteit, reputatie of andere kenmerken die aan deze geografische oorsprong kunnen worden toegeschreven;

b)

ten minste 85 % van de voor de bereiding van het wijnbouwproduct gebruikte druiven is uitsluitend afkomstig uit dit geografische gebied;

c)

de productie vindt plaats in dit geografische gebied;

d)

de wijnen zijn verkregen van wijndruivenrassen die tot de soort Vitis vinifera behoren of die het resultaat zijn van een kruising van deze soort met andere soorten van het geslacht Vitis.

Het effectieve alcoholgehalte moet minstens 9,5 % vol bedragen voor wijnen die in wijnbouwzone B worden geproduceerd, en minstens 10,0 % vol voor de wijnbouwzones CI en CII. Het totale alcoholgehalte mag niet meer dan 15 % vol bedragen.

 


SLOVENIË

Kakovostno vino z zaščitenim geografskim poreklom (kakovostno vino ZGP), al dan niet aangevuld met Mlado vino

Sloveens

BOB

(1)

Wijn van volrijpe druiven met een natuurlijk alcoholgehalte van minstens 8,5 % vol (9,5 % vol in zone CII) en een maximumopbrengst van 8 000 l/ha. Een analytische en een organoleptische beoordeling zijn verplicht.

 

Kakovostno peneče vino z zaščitenim geografskim poreklom (Kakovostno vino ZGP)

Sloveens

BOB

(1)

Wijn die door een eerste en een tweede alcoholische gisting is verkregen en een effectief alcoholgehalte van minstens 10 % vol heeft; het totale alcoholgehalte van de cuvée mag niet minder dan 9 % vol bedragen.

 

Penina

Sloveens

 

Vino s priznanim tradicionalnim poimenovanjem (vino PTP)

Sloveens

BOB

(1)

De voorwaarden voor deze kwaliteitswijnen (bijv. wijndruivenrassen, alcoholgehalte, opbrengst enz.) zijn bij ministerieel besluit vastgesteld op basis van een gedetailleerd verslag van een deskundige.

 

Renome

Sloveens

 

Vrhunsko vino z zaščitenim geografskim poreklom (vrhunsko vino ZGP), al dan niet aangevuld met:

Pozna trgatev

Izbor

Jagodni izbor

Suhi jagodni izbor

Ledeno vino

Arhivsko vino (Arhiva)

Slamnovino (vino iz sušenega grozdja)

Sloveens

BOB

(1)

Wijn van volrijpe druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 83o graden Öchsle en een maximumopbrengst van 8 000 liter per ha. Verrijking, verzoeting, aanzuring en ontzuring zijn niet toegestaan. Een analytische en een organoleptische beoordeling zijn verplicht.

Pozna trgatev: van overrijpe en/of door Botrytis aangetaste druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 92 graden Öchsle hebben;

Izbor: van overrijpe en door Botrytis aangetaste druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 108 graden Öchsle hebben;

Jagodni izbor: van overrijpe en door Botrytis aangetaste druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 128 graden Öchsle hebben;

Suhi jagodni izbor: van overrijpe en door Botrytis aangetaste druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 154 graden Öchsle hebben;

Ledeno vino: de druiven moeten bij het oogsten en het persen op natuurlijke wijze bevroren zijn en moeten een suikergehalte van minstens 128 graden Öchsle hebben;

Arhivsko vino (arhiva): gerijpte wijn van volrijpe druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 83 graden Öchsle hebben;

Slamno vino (vino iz sušenega grozdja): de druiven moeten vóór het persen op riet of stro worden opgeslagen en daar op natuurlijke wijze worden gedroogd.

 

Vrhunsko peneče vino z zaščitenim geografskim poreklom (Vrhunsko peneče vino ZGP)

Sloveens

BOB

(1)

Wijn die door een eerste en een tweede alcoholische gisting is verkregen en een effectief alcoholgehalte van minstens 10,5 % vol heeft; het totale alcoholgehalte van de cuvée mag niet minder dan 9,5 % vol bedragen.

 

Penina

Sloveens

 

Deželno vino s priznano geografsko oznako (Deželno vino PGO), al dan niet aangevuld met Mlado vino

Sloveens

BGA

(1)

Wijn van volrijpe druiven met een natuurlijk alcoholgehalte van minstens 8,5 % vol en een maximumopbrengst van 12 000 l/ha. Een analytische en een organoleptische beoordeling zijn verplicht.

 


SLOWAKIJE

Akostné víno

Slowaaks

BOB

(1)

De wijn is door het controle-instituut ingedeeld als wijn van een kwaliteitsras of kwaliteitsmerkwijn en is bereid uit druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 16o NM; de maximumopbrengst per hectare is niet overschreden en de wijn voldoet aan de in een speciale verordening vastgestelde kwaliteitseisen.

 

Akostné víno s prívlastkom, aangevuld met:

Kabinetné

Neskorý zber

Výber z hrozna

Bobuľovývýber

Hrozienkový výber

Cibébový výber

L'adový zber

Slamové víno

Slowaaks

BOB

(1)

De wijn is door het controle-instituut ingedeeld als kwaliteitswijn met predikaat en voldoet aan de in de speciale verordening vastgestelde kwaliteitseisen; de maximumopbrengst per hectare is niet overschreden; het wijndruivenras, de oorsprong en het natuurlijke suikergehalte van de druiven, het gewicht en de gezondheidstoestand worden door de functionaris van het controle-instituut gecertificeerd voordat de druiven worden verwerkt; het verbod op de verhoging van het natuurlijke alcoholvolumegehalte en op de aanpassing van het gehalte aan suikerresidu wordt in acht genomen.

Akostné víno s prívlastkom wordt ingedeeld in:

kabinetné víno, verkregen van volrijpe druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 19 °NM,

neskorý zber, verkregen van volrijpe druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 21 °NM,

výber z hrozna, verkregen van zorgvuldig geselecteerde trossen volrijpe druiven met een natuurlijk suikergehalte van minstens 23 °NM,

bobuľový výber, verkregen van manueel geselecteerde overrijpe druiventrossen waaruit onrijpe en beschadigde druiven met de hand zijn verwijderd; de druiven hebben een natuurlijk suikergehalte van minstens 26 °NM,

hrozienkový výber, uitsluitend verkregen van met de hand geselecteerde overrijpe druiven die een natuurlijk suikergehalte van minstens 28 °NM hebben,

cibébový výber, uitsluitend verkregen van met de hand geselecteerde overrijpe druiven die door de inwerking van Botrytis cinerea Persoon zijn verfijnd en een natuurlijk suikergehalte van minstens 28 °NM hebben,

ľadové víno, verkregen van druiven die bij een temperatuur van ten hoogste –7 °C zijn geoogst, waarbij de druiven tijdens het oogsten en het verwerken nog steeds bevroren waren; de verkregen most had een natuurlijk suikergehalte van minstens 27 °NM,

slamové víno, verkregen van goed gerijpte druiven die vóór de verwerking op strooien of rieten matten zijn opgeslagen en eventueel aan touwen zijn opgehangen gedurende minstens drie maanden; het natuurlijk suikergehalte van de verkregen most bedraagt minstens 27° NM.

 

Esencia

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die bereid is door trage gisting van zonder persen verkregen wijn van afzonderlijk geselecteerde cibebas uit de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast”. Esencia bevat minstens 450 g per liter natuurlijke suikers en 50 g per liter suikervrij extract. Deze wijn moet minstens drie jaar rijpen, waarvan minstens twee jaar in een houten fust.

 

Forditáš

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door alcoholische gisting van most of wijn van hetzelfde wijnoogstjaar, afkomstig van de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast” en gegoten op draf van cibebas. Deze wijn moet minstens twee jaar rijpen, waarvan minstens één jaar in een houten fust.

 

Mášláš

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door alcoholische gisting van most of wijn van hetzelfde wijnoogstjaar, afkomstig van de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast” en gegoten op moer van vergiste Samorodné of Výber. Deze wijn moet minstens twee jaar rijpen, waarvan minstens één jaar in een houten fust.

 

Pestovateľský sekt (3)

Slowaaks

BOB

(4)

Deze wijn voldoet aan de basisvoorwaarden voor de productie van mousserende kwaliteitswijn en de laatste fase van de bereiding van de mousserende wijn wordt uitgevoerd door de wijnbouwer die de wijngaard exploiteert waar de voor de productie gebruikte druiven vandaan komen. Alle bestanddelen van de cuvée voor „Pestovateľský sekt” zijn uit één wijnbouwgebied afkomstig.

 

Samorodné

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door alcoholische gisting van het wijndruivenras Tokaj, geteeld in de omschreven wijngaard in het wijnbouwgebied „Tokajská vinohradnícka oblast”, als de voorwaarden voor de grootschalige productie van cibebas niet gunstig zijn. De wijn mag op zijn vroegst twee jaar na het rijpen, waarvan mintens één jaar in een houten fust, in de handel worden gebracht.

 

Sekt vinohradníckej oblasti (3)

Slowaaks

BOB

(4)

Mousserende wijn die is verkregen door een eerste of een tweede gisting van kwaliteitswijn, bereid uit druiven die op wijnbouwareaal in wijnbouwgebieden zijn geteeld, en wel uitsluitend in het wijnbouwgebied waar de voor de productie gebruikte druiven zijn geteeld of in het aangrenzende gebied, en die voldoet aan de basisvoorwaarden voor de productie van mousserende kwaliteitswijnen.

 

Výber (3)(4)(5)(6) putňový

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door alcoholische gisting na het begieten van de cibebas met most die een suikergehalte van minstens 21° NM moet hebben en afkomstig moet zijn uit de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast”, of met wijn van dezelfde kwaliteit en hetzelfde wijnoogstjaar uit de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast”. Naargelang van de hoeveelheid toegevoegde cibebas wordt „Tokajský výber” in 3 tot 6 putňový ingedeeld. Deze Výber moet minstens drie jaar rijpen, waarvan minstens twee jaar in een houten fust.

 

Výberová esencia

Slowaaks

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door alcoholische gisting van cibebas. Tijdens het oogsten worden de druiven afzonderlijk geselecteerd en onmiddellijk na de verwerking worden zij begoten met most van de omschreven wijngaard „Tokajská vinohradnícka oblast” of met wijn van hetzelfde wijnoogstjaar die minstens 180 gram per liter natuurlijke suikers en 45 gram per liter suikervrij extract bevat. Deze wijn moet minstens drie jaar rijpen, waarvan minstens twee jaar in een houten fust.

 


VERENIGD KONINKRIJK

quality (sparkling) wine

Engels

BOB

(1, 4)

Wijn of mousserende wijn die in Engeland en Wales overeenkomstig de nationale regelgeving van die landen is geproduceerd. De als kwaliteitswijn verhandelde wijnen hebben een organoleptisch en een analytisch onderzoek ondergaan. De specifieke aard en het specifieke karakter van de wijn zijn gedeeltelijk toe te schrijven aan het productiegebied, de kwaliteit van de gebruikte druiven en de bekwaamheid van de producent en de wijnbereider.

 

Regional (sparkling) wine

Engels

BGA

(1, 4)

Wijn of mousserende wijn die in Engeland en Wales overeenkomstig de nationale regelgeving van die landen is geproduceerd. De „Regional wine” heeft een organoleptisch en een analytisch onderzoek ondergaan. De aard en het karakter van de wijn zijn gedeeltelijk toe te schrijven aan het productiegebied, de gebruikte druiven en de bekwaamheid van de producent en de wijnbereider.

 

DEEL B —   Traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 54, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 479/2008

BULGARIJE

Колекционно

(collection)

Bulgaars

BOB

(1)

Wijn die voldoet aan de voorwaarden van de speciale reserve, minstens gedurende één jaar op de fles is gerijpt en waarvan de hoeveelheid niet groter is dan de helft van de partij „speciale reserve”.

 

Ново

(young)

Bulgaars

BOB/BGA

(1)

De wijn is uitsluitend bereid met druiven van één bepaalde oogst en is vóór het einde van het jaar gebotteld. Hij mag met de aanduiding „nieuw” worden verkocht tot 1 maart van het daaropvolgende jaar. In dit geval moet op de etiketten ook worden vermeld: „Uiterste verkoopdatum: 1 maart 606/2009”. Na afloop van de genoemde termijn mag de wijn niet meer worden verhandeld en aangeboden als was het „nieuwe” wijn en moeten de hoeveelheden wijn die nog in de handel zijn, na 31 maart van het betrokken jaar een nieuw etiket krijgen dat met de ordonnantie strookt.

 

Премиум

(premium)

Bulgaars

BGA

(1)

Wijn die is bereid uit één wijndruivenras dat de hoogste kwaliteit van de hele oogst oplevert. De geproduceerde hoeveelheid is niet groter dan 1/10e van de hele oogst.

 

Премиум оук, или първо зареждане в бъчва

(premium oak)

Bulgaars

BOB

(1)

Wijn die is gerijpt in nieuwe eiken vaten met een inhoud van hoogstens 500 liter.

 

Премиум резерва

(premium reserve)

Bulgaars

BGA

(1)

Wijn die is bereid uit één wijndruivenras en een voorbehouden hoeveelheid van het beste gedeelte van de oogst vertegenwoordigt.

 

Резерва

(reserve)

Bulgaars

BOB/BGA

(1)

Wijn die is bereid uit één wijndruivenras en minstens één jaar is gerijpt sinds november van het oogstjaar.

 

Розенталер

(Rosenthaler)

Bulgaars

BOB

(1)

Wijn die uit aanbevolen wijndruivenrassen is bereid en een suikergehalte van minstens 22 gewichtspercenten heeft. De wijn heeft een alcoholgehalte van minstens 11°. Zijn kenmerken zijn voornamelijk toe te schrijven aan de toevoeging, ten laatste 30 dagen vóór de verzending, van druivenmost of geconcentreerde druivenmost.

 

Специална селекция

(special selection)

Bulgaars

BOB

(1)

Wijn van één wijndruivenras of een mengsel, die minstens twee jaar gerijpt is sinds de in het productdossier vermelde uiterste datum.

 

Специална резерва

(special reserve)

Bulgaars

BOB

(1)

Wijn van één wijndruivenras of een mengsel, gedurende minstens één jaar in eiken vaten gerijpt sinds de in het productdossier vermelde uiterste datum.

 


TSJECHIË

Archivní víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die minstens drie jaar na het oogstjaar in de handel is gebracht.

 

Burčák

Tsjechisch

BOB

(1)

Gedeeltelijk gegiste druivenmost waarvan het effectieve alcoholgehalte groter is dan 1 % vol en lager dan drie vijfden van het totale alcoholgehalte.

 

Klaret

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die uit zwarte druiven is bereid zonder gisting op schil.

 

Košer, Košer víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die volgens de liturgische voorschriften van de Joodse congregatie is bereid.

 

Labín

Tsjechisch

BGA

(1)

Wijn van zwarte druiven die zonder gisting op schil in het Tsjechische wijnbouwgebied is geproduceerd.

 

Mladé víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die uiterlijk op het einde van het kalenderjaar waarin de voor de productie gebruikte druiven zijn geoogst, aan de eindconsument wordt aangeboden.

 

Mešní víno

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die in de liturgie van de katholieke kerk kan worden gebruikt.

 

Panenské víno, Panenská sklizeň

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die afkomstig is van de eerste oogst van de wijngaard; onder de eerste oogst van de wijngaard wordt de oogst verstaan die in het derde jaar na de aanplanting plaatsvindt.

 

Pěstitelský sekt (4)

Tsjechisch

BOB

(4)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie als mousserende wijn is ingedeeld en voldoet aan de communautaire voorschriften betreffende mousserende kwaliteitswijn die in een specifiek gebied wordt bereid uit druiven uit de wijngaard van de wijnbouwer.

 

Pozdní sběr

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die door de Tsjechische dienst voor landbouw- en levensmiddeleninspectie is ingedeeld en bereid is uit druiven die in een bepaalde wijngaard in het betrokken gebied zijn geoogst. De opbrengst per hectare is niet overschreden. De druiven waaruit de wijn is bereid, hebben een suikergehalte van ten minste 21 °NM. Het oogsten van de druiven en het bereiden van de wijn, uitgezonderd het bottelen, vinden in het betrokken wijnbouwgebied plaats. De wijn voldoet aan de bij de uitvoeringsbepalingen vastgestelde kwaliteitsvoorschriften.

 

Premium

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn met een bepaald predikaat — naargelang van de selectie van de druiven of de ingedroogde druiven — die is bereid uit druiven die voor tenminste 30 % door Botrytis cinerea P. (edelrot) zijn aangetast.

 

Rezerva

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die gedurende ten minste 24 maanden in een houten vat en vervolgens op de fles is gerijpt; de rijping in het vat moet minstens 12 maanden duren voor rode wijn en 6 maanden voor witte wijn of roséwijn.

 

Růžák, Ryšák

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn van een mengsel van druiven of druivenmost van witte, eventueel ook rode of zwarte druiven.

 

Sur lie, Zrálo na kvasnicích, Krášleno na kvasnicích, Školeno na kvasnicích

Tsjechisch

BOB

(1)

Wijn die bij de bereiding gedurende ten minste zes maanden op de wijnmoer is gebleven.

 


DUITSLAND

Affentaler

Duits

BOB

(1)

Oorsprongsbenaming voor rode kwaliteitswijn en wijn met predikaat van het wijndruivenras „Blauer Spätburgunder” uit de gebieden Altschweier, Bühl, Eisental en Neusatz in de stad Bühl, Bühlertal, en uit het gebied Neuweier in de stad Baden-Baden.

 

Badisch Rotgold

Duits

BOB

(1)

Wijn die is geproduceerd door het versnijden (mengen) van witte druiven, al dan niet gekneusd, met rode druiven die afkomstig zijn uit het specifieke wijnbouwgebied Baden.

 

Classic (Klassic)

Duits

BOB

(1)

Rode wijn of witte kwaliteitswijn die uitsluitend is gemaakt van klassieke wijndruivenrassen die typisch zijn voor de regio; de voor de productie gebruikte most heeft een natuurlijk alcoholgehalte dat minstens 1 % vol hoger is dan het natuurlijke alcoholgehalte dat minstens moet worden bereikt in de wijnbouwzone waar de druiven zijn geoogst; het totale alcoholgehalte moet minstens 11,5 % vol bedragen; het gehalte aan suikerresidu mag niet hoger zijn dan 15 gram per liter en niet hoger dan tweemaal het totaalgehalte aan zuren; vermelding van één enkel wijndruivenras, vermelding van het wijnoogstjaar, maar geen vermelding van de smaak.

 

Ehrentrudis

Duits

BOB

(1)

Verklaring van oorsprong voor kwaliteitsvolle en superieure roséwijn van het wijndruivenras „Blauer Spätburgunder” uit de streek van Tuniberg.

 

Federweisser

Duits

BOB/BGA

(1)

Gedeeltelijk gegiste druivenmost uit Duitsland, met geografische aanduiding, of uit andere EU-lidstaten; geografische aanduidingen die met „landwijn” verwijzen naar de wijnbouwzone; „Federweißer”: de meest gebruikelijke benaming voor gedeeltelijk gegiste druivenmost met het oog op de regionale diversiteit van de benamingen.

 

Hock

Duits

BOB

(1)

Witte wijn met geografische aanduiding van de Rijnstreek waarvan het gehalte aan suikerresidu als middelzoet kan worden aangemerkt; geschiedenis van de benaming: Hock is de traditionele Anglo-Amerikaanse benaming voor Rijnwijn en gaat terug op de plaatsnaam „Hochheim” (langs de Main, het wijnbouwgebied Rheingau).

 

Liebfrau(en)milch

Duits

BOB

(1)

Traditionele naam van een Duitse witte kwaliteitswijn die voor minstens 70 procent bestaat uit een mengsel van Riesling, Silvaner, Müller-Thurgau of Kerner uit de regio Nahe, Rheingau, Rheinhessen of Pfalz. Het gehalte aan suikerresidu valt onder „middelzoet”. Bijna uitsluitend voor de uitvoer bestemd.

 

Riesling-Hochgewächs (5)

Duits

BOB

(1)

Witte kwaliteitswijn, uitsluitend bereid met druiven van het wijndruivenras Riesling; de voor de bereiding gebruikte most heeft een natuurlijk alcoholgehalte dat minstens 1,5 % vol hoger is dan het minimumgehalte aan natuurlijke alcohol dat voorgeschreven is voor het betrokken wijnbouwgebied of voor het gedeelte van dat gebied waar de druiven zijn geoogst; deze wijn haalt bij de kwaliteitstest minstens 3,0 punten.

 

Schillerwein

Duits

BOB

(1)

Wijn uit het specifieke wijnbouwgebied Württemberg; kwaliteitswijn met een lichtrode tot dieprode kleur, bereid door het mengen (versnijden) van (ook geplette) witte druiven met (ook geplette) rode druiven. „Schillersekt b.A.” of „Schillerperlwein b.A.” toegestaan als Schillerwein de basiswijn is.

 

Weissherbst

Duits

BOB

(1)

Kwaliteitswijn die in het specifieke wijnbouwgebied is bereid of Prädikatswein (wijn met speciale predikaten) die uit één enkel rood wijndruivenras is bereid en voor minstens 95 procent van licht geperste most afkomstig is; het wijndruivenras moet samen met de benaming Weißherbst worden aangegeven in letters van hetzelfde type, dezelfde grootte en dezelfde kleur; mag ook worden gebruikt voor binnenlandse mousserende kwaliteitswijn die is bereid uit wijn welke de benaming „Weißherbst” mag dragen.

 


GRIEKENLAND

Αγρέπαυλη

(Agrepavlis)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf waar een gebouw met de kenmerken van een „Agrepavlis” staat; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Αμπέλι

(Ampeli)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn die uitsluitend bereid is van druiven welke zijn geoogst in wijngaarden die door een bedrijf worden geëxploiteerd; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Αμπελώνας(ες)

(Ampelonas (-ès))

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn die uitsluitend bereid is van druiven welke zijn geoogst in wijngaarden die door een bedrijf worden geëxploiteerd; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Αρχοντικό

(Archontiko)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf waar een gebouw met de kenmerken van een „archontiko” staat; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Κάβα

(Cava)

Grieks

BGA

(1, 3, 8, 11, 15, 16)

Wijn die rijpt onder gecontroleerde omstandigheden.

 

Από διαλεκτούς αμπελώνες

(Grand Cru)

Grieks

BOB

(3, 15, 16)

Wijn die uitsluitend bereid is van druiven uit geselecteerde wijngaarden waar de opbrengst per hectare bijzonder laag is.

 

Ειδικά Επιλεγμένος

(Grande réserve)

Grieks

BOB

(1, 3, 15, 16)

Geselecteerde wijn die onder gecontroleerde omstandigheden gedurende een specifieke periode is gerijpt.

 

Κάστρο

(Kastro)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf waar een historisch kasteel of een ruïne daarvan staat; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Κτήμα

(Ktima)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf dat zich in het betrokken beschermde wijnbouwgebied bevindt.

 

Λιαστός

(Liastos)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 15, 16)

Wijn van druiven die in de zon of de schaduw hebben gelegen met het oog op gedeeltelijke dehydratatie.

 

Μετόχι

(Metochi)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf dat zich bevindt buiten het kloosterdomein waartoe het bedrijf behoort.

 

Μοναστήρι

(Monastiri)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die tot een klooster behoren.

 

Νάμα

(Nama)

Grieks

BOB/BGA

(1)

Zoete miswijn.

 

Νυχτέρι

(Nychteri)

Grieks

BOB

(1)

Wijn met de BOB „Santorini” die uitsluitend op de eilanden „Thira” en „Thiresia” wordt geproduceerd en gedurende minstens drie maanden in vaten rijpt.

 

Ορεινό κτήμα

(Orino Ktima)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die worden geëxploiteerd door een bedrijf dat zich op een hoogte van meer dan 500 m bevindt.

 

Ορεινός αμπελώνας

(Orinos Ampelonas)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn die uitsluitend is bereid met druiven van wijngaarden die op een hoogte van meer dan 500 m liggen.

 

Πύργος

(Pyrgos)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 8, 11, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden welke worden geëxploiteerd door een bedrijf waar een gebouw met de kenmerken van een „Pyrgos” staat; de wijnbereiding vindt op het bedrijf plaats.

 

Επιλογή ή Επιλεγμένος

(Réserve)

Grieks

BOB

(1, 3, 15, 16)

Geselecteerde wijn die onder gecontroleerde omstandigheden gedurende een bepaalde periode is gerijpt.

 

Παλαιωθείς επιλεγμένος

(Vieille réserve)

Grieks

BOB

(3, 15, 16)

Geselecteerde likeurwijn die onder gecontroleerde omstandigheden gedurende een bepaalde periode is gerijpt.

 

Βερντέα

(Verntea)

Grieks

BGA

(1)

Wijn met een traditionele benaming die is bereid met druiven die zijn geoogst in wijngaarden op het eiland Zakynthos, waar ook de wijnbereiding plaatsvindt.

 

Vinsanto

Grieks

BOB

(1, 3, 15, 16)

Wijn met de BOB „Santorini” die in het complex van Santo Erini-Santorini op de eilanden „Thira” en „Thirasia” zijn geproduceerd van druiven die in de zon hebben gelegen.

 


SPANJE

Amontillado

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (Vino generoso) met de BOB’s „Jerez-Xérès-Sherry”,„Manzanilla-Sanlúcar de Barrameda” en „Montilla-Moriles”: droge wijn die een uitgesproken aroma en een milde, volle smaak heeft, amber- of goudkleurig is en waarvan het effectieve alcoholgehalte tussen 16° en 22° ligt. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” gerijpt in eiken vaten met een maximuminhoud van 1 000 l.

 

Añejo

Spaans

BOB/BGA

(1)

Wijn die in totaal gedurende minstens vierentwintig maanden is gerijpt in een eiken vat met een maximuminhoud van 600 l of in een fles.

 

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn met de BOB „Málaga” die tussen drie en vijf jaar is gerijpt.

 

Chacolí-Txakolina

Spaans

BOB

(1)

Wijn met de BOB’s „Chacolí de Bizkaia-Bizkaiko Txakolina”, „Chacolí de Getaria-Getariako Txakolina” en „Chacolí de Álava-Arabako Txakolina”, die vooral met de druivenrassen „Ondarrabi Zuri” en „Ondarrabi Beltza” is bereid. Wijn met een effectief alcoholgehalte van minstens 9,5 % vol (11 % vol voor witte wijn die in het vat is gegist) die hoogstens 0,8 mg/l vluchtige zuren bevat en een totaal maximumgehalte aan zwavel bezit van 180 mg/l (140 mg/l voor rode wijn).

 

Clásico

Spaans

BOB

(3, 16)

Wijn met een suikerresidu van meer dan 45 g/l.

Chili

Cream

Engels

BOB

(3)

Likeurwijn „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla-Sanlúcar de Barrameda”, „Montilla-Moriles”, „Málaga” en „Condado de Huelva” die een gehalte aan reducerende stoffen heeft van minstens 60 g/l en amber- tot mahoniekleurig is. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” of het systeem van de „añadas” gerijpt in eiken vaten.

 

Criadera

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla-Sanlúcar de Barrameda”, „Montilla-Moriles”, „Málaga” en „Condado de Huelva” die is gerijpt volgens het systeem „criaderas y soleras” dat traditioneel in dat gebied wordt gebruikt.

 

Criaderas y Soleras

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla-Sanlúcar de Barrameda”, „Montilla-Moriles”, „Málaga” en „Condado de Huelva” waarvoor een systeem wordt gebruikt van op elkaar geplaatste eiken vaten die „criaderas” worden genoemd; de wijn van het betrokken jaar krijgt een plaats op het hoogste niveau van het systeem en doorloopt de verschillende niveaus of „criaderas” door gedeeltelijke en opeenvolgende overhevelingen gedurende een lange periode totdat het laatste niveau „solera” wordt bereikt, waar het rijpingsproces wordt beëindigd.

 

Crianza

Spaans

BOB

(1)

Andere wijnen dan mousserende wijn, parelwijn en likeurwijn die aan de volgende voorwaarden voldoen:

de rode wijnen moeten rijpen gedurende minstens 24 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met een inhoud van ten hoogste 330 l;

de witte wijnen en de roséwijnen moeten rijpen gedurende minstens 18 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met de genoemde maximuminhoud.

 

Dorado

Spaans

BOB

(3)

Gerijpte Likeurwijn met de BOB’s „Rueda” en „Málaga”.

 

Fino

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (vino generoso) met de BOB’s „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla Sanlúcar de Barrameda” en „Montilla Moriles” met de volgende kwaliteiten: strokleurig, droog, enigermate bitter, licht en geparfumeerd. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras”„in flor” gerijpt in eiken vaten met een maximuminhoud van 1 000 l.

 

Fondillón

Spaans

BOB

(16)

Wijn met de BOB „Alicante”, bereid met druiven van het ras Monastrell die onder uitzonderlijke kwaliteits- en gezondheidsvoorwaarden overrijp aan de wijnstok zijn gebleven. Bij de gisting worden enkel ter plaatse aanwezige rijsmiddelen gebruikt en het effectieve alcoholgehalte (minstens 16 % vol) moet helemaal natuurlijk zijn. Gedurende minstens tien jaar gerijpt in eiken vaten.

 

Gran reserva

Spaans

BOB

(1)

Andere wijnen dan mousserende wijn, parelwijn en likeurwijn die aan de volgende voorwaarden voldoen:

de rode wijnen moeten rijpen gedurende minstens 60 maanden, waarvan minstens 18 maanden in eiken vaten met een inhoud van ten hoogste 330 l en de rest van deze periode op de fles;

de witte wijnen en de roséwijnen moeten rijpen gedurende minstens 48 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met de genoemde maximuminhoud en de rest van deze periode op de fles.

 

Spaans

BOB

(4)

De rijpingsperiode voor de mousserende wijnen met de BOB „Cava” bedraagt 30 maanden van de „tiraje” tot de „degüelle”.

 

Lágrima

Spaans

BOB

(3)

Zoete wijn met de BOB „Málaga” die wordt verkregen door het laten uitlekken van de most nadat de druiven zonder mechanische persing met de voeten zijn geplet. Deze wijn moet gedurende ten minste twee jaar in een eiken vat met een maximuminhoud van 1 000 l rijpen via het systeem van de „criaderas y soleras” of van het systeem van de wijnoogstjaren.

 

Noble

Spaans

BOB/BGA

(1)

Wijn die in totaal minstens achttien maanden is gerijpt in een eiken vat met een maximuminhoud van 600 l of in een fles.

 

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn met de BOB „Málaga” die tussen twee en drie jaar is gerijpt.

 

Oloroso

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (vino generoso) „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla Sanlúcar de Barrameda” en „Montilla Moriles” met de volgende kwaliteiten: stevige, volle wijn met fluwelen smaak, aromatisch, energetisch, overwegend droog, mahoniekleurig, met een effectief alcoholgehalte tussen 16 en 22o. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” gerijpt in eiken vaten met een maximuminhoud van 1 000 l.

 

Pajarete

Spaans

BOB

(3)

Zoete of halfzoete wijn met de BOB „Málaga”, die gedurende ten minste twee jaar in een eiken vat met een maximuminhoud van 1 000 l is gerijpt via het systeem van de „criaderas y soleras” of van het systeem van de „añadas”.

 

Pálido

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (vino generoso) „Condado de Huelva” die gedurende minstens drie jaar op biologische wijze is gerijpt en een effectief alcoholgehalte van 15-17 % vol heeft.

 

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn met de BOB „Rueda” die gerijpt is gedurende minstens vier jaar, waarvan de laatste drie jaar in eik.

 

Spaans

BOB

(3)

Wijn met de BOB „Málaga” van de wijndruivenrassen Pedro Ximenez en/of Moscatel, zonder toevoeging van „arrope” (gekookte most) en zonder rijpingsproces.

 

Palo Cortado

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (vino generoso) „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla Sanlúcar de Barrameda” en „Montilla Moriles” waarvan de organoleptische kenmerken verwijzen naar het aroma van een Amontillado en de smaak en de kleur gelijken op die van een Oloroso, met een effectief alcoholgehalte tussen 16 en 22 procent. Gerijpt in twee fasen: eerst biologisch, onder een film van „flor”, en vervolgens via oxidatie.

 

Primero de Cosecha

Spaans

BOB

(1)

Wijn met BOB „Valencia” waarvoor de druiven zijn geoogst in de eerste tien dagen van de oogstperiode en de botteling binnen de daaropvolgende dertig dagen plaatsvindt om het eindproduct te verkrijgen; het oogstjaar moet op het etiket worden vermeld.

 

Rancio

Spaans

BOB

(1, 3)

Wijn die een sterk oxiderend rijpingsproces heeft ondergaan waarbij zich bruuske temperatuurschommelingen voordoen, onder inwerking van zuurstof of in een houten of glazen verpakking.

 

Raya

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn (vino generoso) „Montilla Moriles”, die dezelfde kenmerken heeft als de Oloroso-wijnen, maar minder smaak en minder aroma heeft. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” gerijpt in eiken vaten met een maximuminhoud van 1 000 l.

 

Reserva

Spaans

BOB

(1)

Andere wijnen dan mousserende wijn, parelwijn en likeurwijn die aan de volgende voorwaarden voldoen:

de rode wijnen moeten rijpen gedurende minstens 36 maanden, waarvan minstens 12 maanden in eiken vaten met een inhoud van ten hoogste 330 l en de rest van deze periode op de fles;

de witte wijnen en de roséwijnen moeten rijpen gedurende minstens 24 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met de genoemde maximuminhoud en de rest van deze periode op de fles.

Chili

Sobremadre

Spaans

BOB

(1)

Witte wijn „Vinos de Madrid” die, als gevolg van de bijzondere bereidingswijze, al koolzuurgas bevat nog voordat het eigen most met de „madres” (geritste en geplette druiven) gaat gisten.

 

Solera

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn „Jerez-Xérès-Sherry”, „Manzanilla-Sanlúcar de Barrameda”, „Montilla-Moriles”, „Málaga” en „Condado de Huelva” die is gerijpt volgens het systeem „criaderas y soleras”.

 

Superior

Spaans

BOB

(1)

Wijn die voor minstens 85 % is verkregen uit rassen die voor de respectieve afgebakende gebieden worden aanbevolen.

Chili

Zuid-Afrika

Trasañejo

Spaans

BOB

(3)

Likeurwijn met de BOB „Málaga” die meer dan vijf jaar is gerijpt.

 

Vino Maestro

Spaans

BOB

(3)

Wijn met de BOB „Málaga” die afkomstig is van een zeer onvolledige gisting omdat vóór het begin van de gisting 7 % wijnalcohol wordt toegevoegd. De gisting is bijgevolg uiterst langzaam en valt stil als het alcoholgehalte 15-16° bereikt, waardoor ongeveer 160-200 g suiker per liter overblijft dat niet vergist. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” of het systeem van de „añadas” gerijpt in eiken vaten.

 

Vendimia Inicial

Spaans

BOB

(1)

Wijn „Utiel–Requena” van druiven die zijn geoogst in de eerste tien dagen van de oogstperiode; deze wijn heeft een alcoholgehalte tussen 10 en 11,5 procent vol en zijn bijzondere kenmerken, waaronder een geringe afgifte van koolzuurgas, zijn een gevolg van het feit dat deze wijn nog jong is.

 

Viejo

Spaans

BOB/BGA

(1)

Wijn die zesendertig maanden oud is en een „roestig” karakter heeft door de inwerking van licht, zuurstof, warmte of al deze factoren samen.

 

Spaans

BOB/BGA

(3)

Likeurwijn (vino generoso) met BOB „Condado de Huelva”, met de volgende eigenschappen: stevige, volle wijn met fluwelen smaak, aromatisch, energetisch, overwegend droog, mahoniekleurig, met een effectief alcoholgehalte tussen 15 en 22°. Gedurende minstens twee jaar volgens het systeem „criaderas y soleras” gerijpt in eiken vaten met een maximuminhoud van 1 000 l.

 

Vino de Tea

Spaans

BOB

(1)

BOB-wijn van het noordelijke deelgebied „La Palma” die gedurende ten hoogste zes maanden in houten recipiënten van Pinus canariensis („Tea”) is gerijpt. Het effectieve alcoholgehalte van de witte wijnen ligt tussen 11-14,5 % vol, dat van de roséwijnen tussen 11-13 % vol en dat van de rode wijnen tussen 12-14 % vol.

 


FRANKRIJK

Ambré

Frans

BOB

(3)

Artikel 7 van het decreet van 29 december 1997: BOB „Rivesaltes”: witte wijnen hebben slechts recht op de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Rivesaltes”, aangevuld met „ambré”, als de élevage ervan op het bedrijf plaatsvindt in een oxiderende omgeving en duurt tot 1 september van het tweede jaar na het oogstjaar.

 

Clairet

Frans

BOB

(1)

BOB „Bourgogne”, „Bordeaux”: lichtrode wijn of roséwijn.

 

Claret

Frans

BOB

(1)

BOB „Bordeaux”: uitdrukking die wordt gebruikt om een lichtrode wijn aan te duiden.

 

Tuilé

Frans

BOB

(3)

Artikel 7 van het decreet van 29 december 1997: rode wijnen hebben slechts recht op de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Rivesaltes”, aangevuld met „tuilé”, als de élevage ervan op het bedrijf plaatsvindt in een oxiderende omgeving en duurt tot 1 september van het tweede jaar na het oogstjaar.

 

Vin jaune

Frans

BOB

(1)

BOB „Arbois”, „Côtes du Jura”, „L'Etoile”, „Château-Châlon”: wijnen die uitsluitend zijn gemaakt van wijndruivenrassen die in de nationale regelgeving zijn vastgesteld. trage gisting, rijping in eiken vaten gedurende minstens zes jaar, zonder dat de vaten worden bijgevuld.

 

Château

Frans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 15, 16)

Historische uitdrukking met betrekking tot een soort gebied en een soort wijn en alleen wordt gebruikt voor wijn van een landgoed dat werkelijk bestaat of precies met dit woord wordt aangeduid.

Chili

Clos

Frans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 15, 16)

Chili

Cru artisan

Frans

BOB

(1)

BOB „Médoc”, „Haut-Médoc”, „Margaux”, „Moulis”, „Listrac”, „St Julien”, „Pauillac”, „St Estèphe”:

uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, zijn geschiedenis en het gebiedstype, die de wijnen van een specifiek landgoed naar waarde indeelt.

 

Cru bourgeois

Frans

BOB

(1)

BOB „Médoc”, „Haut-Médoc”, „Margaux”, „Moulis”, „Listrac”, „Saint-Julien”, „Pauillac”, „Saint-Estèphe”: uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, zijn geschiedenis en het gebiedstype, die de wijnen van een specifiek landgoed naar waarde indeelt.

Chili

Cru classé, al dan niet aangevuld met Grand, Premier Grand, Deuxième, Troisième, Quatrième, Cinquième

Frans

BOB

(1)

BOB „Barsac”, „Côtes de Provence”, „Graves”, „Saint-Emilion grand cru”, „Médoc”, „Haut-Médoc”, „Margaux”, „Pessac-Leognan”, „Saint Julien”, „Pauillac”, „Saint Estèphe”, „Sauternes”:

uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, zijn geschiedenis en het gebiedstype, die de wijnen van een specifiek landgoed naar waarde indeelt.

 

Edelzwicker

Duits

BOB

(1)

BOB-wijnen „Alsace” van één of meer wijndruivenrassen die in het productdossier zijn vermeld.

 

Grand cru

Frans

BOB

(1, 4)

Uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, voorbehouden voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming die is vastgesteld bij decreet en voor gevallen waarin deze uitdrukking collectief wordt gebruikt door integratie in een oorsprongsbenaming.

Chili

Zwitserland

Tunesië

Hors d’âge

Frans

BOB

(3)

BOB „Rivesaltes”, „Banyuls”: mag worden gebruikt voor wijn die na de bereiding minstens vijf jaar is gerijpt.

 

Passe-tout-grains

Frans

BOB

(1)

BOB „Bourgogne” van twee wijndruivenrassen die in het productdossier zijn vermeld.

 

Premier Cru

Frans

BOB

(1)

Uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, voorbehouden voor wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming die is vastgesteld bij decreet en voor gevallen waarin deze uitdrukking collectief wordt gebruikt door integratie in een oorsprongsbenaming.

Tunesië

Primeur

Frans

BOB

(1)

Wijn die aan de consument wordt verkocht vanaf de derde donderdag van november van het oogstjaar.

 

Frans

BGA

(1)

Wijn die aan de consument wordt verkocht vanaf de derde donderdag van oktober van het oogstjaar.

 

Rancio

Frans

BOB

(1, 3)

BOB „Grand Roussillon”, „Rivesaltes”, „Rasteau”, „Banyuls”, „Maury”, „Clairette du Languedoc”: uitdrukking betreffende een soort wijn en een specifieke productiemethode die is voorbehouden voor een aantal kwaliteitswijnen op basis van hun leeftijd en van de bodemomstandigheden waarin de betrokken druiven zijn geteeld.

 

Sélection de grains nobles

Frans

BOB

(1)

BOB „Alsace”, „Alsace Grand Cru”, „Condrieu”, „Monbazillac”, „Graves supérieur”, „Bonnezeaux”, „Jurançon”, „Cérons”, „Quarts de Chaume”, „Sauternes”, „Loupiac”, „Côteaux du Layon”, „Barsac”, „Sainte Croix du Mont”, „Côteaux de l'Aubance”, „Cadillac”: wijn die verkregen is van druiven die, in opeenvolgende selecties, met de hand zijn geplukt. Hierbij worden de druiven uitgezocht die edelrot hebben ondergaan of enigszins zijn ineengeschrompeld op de wijnstok.

 

Sur lie

Frans

BOB

(1)

BOB „Muscadet”, „Muscadet Coteaux de la Loire”, „Muscadet-Côtes de Grandlieu”, „Muscadet-Sèvre et Maine”, „Gros Plant du Pays Nantais”: wijn met bijzondere specificaties (zoals opbrengst, alcoholgehalte) die tot 1 maart van het jaar na het wijnoogstjaar op de moer blijft.

 

Frans

BGA

(1)

BGA „Vin de pays d'Oc”, „Vin de pays des Sables du Golfe du Lion”: wijn met bijzondere specificaties die minder dan één winter in het vat blijft en op de moer blijft tot hij gebotteld wordt.

 

Vendanges tardives

Frans

BOB

(1)

BOB „Alsace”, „Alsace Grand Cru”, „Jurançon”: uitdrukking betreffende een bepaald soort wijn en een bepaalde productiemethode die uitsluitend wordt gebruikt voor wijnen van overrijpe druiven die voldoen aan bepaalde voorwaarden inzake dichtheid en alcoholgehalte.

 

Villages

Frans

BOB

(1)

BOB „Anjou”, „Beaujolais”, „Côte de Beaune”, „Côtes de Nuits”, „Côtes du Rhône”, „Côtes du Roussillon”, „Mâcon”: uitdrukking betreffende de kwaliteit van een wijn, voorbehouden voor wijnen met een oorsprongsbenaming die is vastgesteld bij decreet en voor gevallen waarin deze uitdrukking collectief wordt gebruikt door integratie in een oorsprongsbenaming.

 

Vin de paille

Frans

BOB

(1)

BOB „Arbois”, „Côtes du Jura”, „L'Etoile”, „Hermitage”: uitdrukking betreffende een bereidingswijze die bestaat in het selecteren van druiven van in de nationale regelgeving vastgestelde rassen, die minstens zes weken op stromatten, op horden of omhooggehangen worden gedroogd. De rijping duurt minstens drie jaar vanaf het persen van de druiven en tijdens die periode rijpt de wijn gedurende minstens 18 maanden in houten vaten.

 


ITALIË

Alberata of vigneti ad alberata

Italiaans

BOB

(1)

Specifieke term in verband met de wijntypologie „Aversa”. Er wordt verwezen naar de zeer oude wijnteelttraditie in het kader waarvan het product is verkregen.

 

Amarone

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve historische term voor de productiemethode van de „Valpolicella”-wijntypologie. Deze term wordt sinds de oudheid gebruikt om de plaats van oorsprong aan te geven van de wijn die wordt verkregen volgens een specifieke productiemethode waarbij ingedroogde druiven worden gebruikt en de suikers volledig worden vergist. Dit laatste kan de oorsprong van de naam „Amarone” verklaren. Het is een zeer specifieke en welbekende term die het product op zich kan identificeren.

 

Ambra

Italiaans

BOB

(3)

Term betreffende de productiemethode en de bijzondere min of meer diepe ambergelige kleur van de „Mársala”-wijntypologie. De bijzondere kleur vloeit voort uit de lange productiemethode, met o.m. rijping en verfijning, procedés die het oxidegehalte van de polyfenolen en van de kleurstoffen aanzienlijk verminderen.

 

Ambrato

Italiaans

BOB

(1, 3)

Term betreffende de productiemethode en de bijzondere min of meer diepe amberkleur die typisch is voor de wijntypologieën van de „Malvasia from Lipari” en de „Vernaccia from Oristano”. De bijzondere kleur vloeit voort uit de lange productieperiode, met o.m. rijping en verfijning, methoden die het oxidegehalte van de polyfenolen en van de kleurstoffen aanzienlijk verminderen.

 

Annoso

Italiaans

BOB

(1)

Term betreffende de „Controguerra”-wijntypologie. Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere productiemethode die het gebruik van ingedroogde druiven impliceert, alsmede een verplichte rijpingsperiode van minstens 30 maanden in houten recipiënten voordat het eindproduct mag worden afgezet en geconsumeerd.

 

Apianum

Latijn

BOB

(1)

Exclusieve term voor de „Fiano di Avellino”-wijn. Deze term heeft een klassieke oorsprong. Ze verwijst naar de kwaliteit van de druiven, die erg gewaardeerd wordt door de „bijen” („api” in het Italiaans).

 

Auslese

Duits

BOB

(1)

Zie de traditionele aanduiding„scelto”. Exclusieve term voor de wijnen „Caldaro” en „Caldaro Classico — Alto Adige”.

 

Buttafuoco

Italiaans

BOB

(1, 6)

Exclusieve term die uitsluitend betrekking heeft op het soort wijn dat afkomstig is van het deelgebied van de „Oltrepò Pavese”-wijnen. Deze term wordt sinds lang gebruikt om een zeer bijzonder product te beschrijven dat, overeenkomstig de betekenis van het woord, een „bijzondere warmte” kan afgeven.

 

Cannellino

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term voor een soort „Frascati”-wijnen en de productie daarvan. Deze term wordt sinds lang gebruikt om de genoemde soort wijnen te omschrijven, die worden bereid volgens een specifiek productieprocedé waarmee de zogenoemde abboccato-wijn wordt verkregen, een enigszins zoete en mondvullende wijn.

 

Cerasuolo

Italiaans

BOB

(1)

Traditionele en historische term, uitsluitend voor „Cerasuolo di Vittoria”-wijnen. Deze term maakt integraal deel uit van de DOCG-naam en vormt het niet-geografische aspect ervan. Hij houdt verband met de productie en met de bijzondere kleur. Hij wordt ook traditioneel gebruikt voor de beschrijving van een andere soort „Montepulciano d'Abruzzo”-wijnen, waarmee hij nauw verbonden is.

 

Chiaretto

Italiaans

BOB/BGA

(1, 3, 4, 5, 6)

Term betreffende de productiemethode en de bijzondere kleur van de betrokken wijnsoort, die van zwarte druiven is gemaakt.

 

Ciaret

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term voor „Monferrato”-wijnen, die verband houdt met de specifieke kleur van het product; de naam betekent traditioneel „lichtrood”.

 

Château

Frans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 15, 16)

Term betreffende de naam van het wijnbouwbedrijf voor zover de druiven uitsluitend van dat bedrijf afkomstig zijn en ook de wijnbereiding daar heeft plaatsgevonden.

Chili

Classico

Italiaans

BOB

(1, 3, 8, 8, 11, 15, 16)

Term vastgesteld in Wet nr. 164/1992. Voorbehouden voor niet-mousserende wijnen van het oudste oorsprongsgebied waaraan een autonome BOB-regeling kan worden toegeschreven.

Chili

Dunkel

Duits

BOB

(1)

Term betreffende de productiemethode en de typisch donkere kleur van de overeenkomstige typologie van „Trentino”-wijnen.

 

Fine

Italiaans

BOB

(3)

Term die uitsluitend betrekking heeft op een van de „Marsala”-typologieën. Hij verwijst naar de specifieke productiemethode die een rijpingsperiode van minstens één jaar impliceert, waarvan minstens 8 maanden in houten vaten.

 

Fior d’Arancio

Italiaans

BOB

(1, 6)

Term betreffende de twee „Colli Euganei”-typologieën: mousserende en „passito”-wijnen (d.i. geëxtraheerd uit ingedroogde druiven). Deze term verwijst naar de productiemethode en de typische aromatische kenmerken van het product, dat is geëxtraheerd uit via zorgvuldige productieprocedés verkregen muskaatrassen.

 

Flétri

Italiaans

BOB

(1)

Term betreffende de specifieke DOC-wijntypologieën „Valle d'Aosta” of „Vallée d'Aoste”. Hiermee wordt verwezen naar de productiemethode en de typische productkenmerken, die het resultaat zijn van een zorgvuldige productiemethode op basis van gedeeltelijk ingedroogde druiven.

 

Garibaldi Dolce (or GD)

Italiaans

BOB

(3)

Exclusieve historische term voor een specifieke DOC-typologie „Marsala” superieur. In het begin werd deze term gebruikt ter ere van Garibaldi, die deze wijn proefde bij zijn landing in Marsala. Hij waardeerde deze wijn voor zijn kenmerken die zijn toe te schrijven aan het specifieke productieprocedé, dat een rijpingsperiode van minstens twee jaar in houten vaten inhoudt.

 

Governo all’uso toscano

Italiaans

BOB/BGA

(1)

Oorspronkelijk was de term verbonden met de BOB-wijnen „Chianti” en „Chianti Classico”. Vervolgens werd het gebruik ervan uitgebreid tot de BGA-wijn „Colli della Toscana Centrale”, die in hetzelfde productiegebied wordt gemaakt. De term verwijst naar het specifieke productieprocedé dat in Toscane wordt gebruikt en waarbij aan het einde van de winter aan de wijn ingedroogde druiven worden toegevoegd, die een extra vergisting op gang brengen.

 

Gutturnio

Italiaans

BOB

(1, 8)

Exclusieve historische term die betrekking heeft op een soort wijn welke afkomstig is van het deelgebied van de „Colli Piacentini”-wijnen. Hiermee wordt verwezen naar de productiemethode van de genoemde rode wijn, een zeer typische wijn van hoge kwaliteit. Deze wijn werd opgediend in zilveren bekers van Romeinse oorsprong, die „Gutturnium” werden genoemd.

 

Italia Particolare (of IP)

Italiaans

BOB

(3)

Exclusieve historische term voor de wijnen „Marsala fine”. Oorspronkelijk werd „Marsala” uitsluitend voor de nationale markt geproduceerd.

 

Klassisch/Klassisches Ursprungsgebiet

Duits

BOB

(1)

Traditioneel productiegebied „Caldaro”„Alto Adige” (met aanduiding Santa Maddalena en„Terlano”).

(Zie omschrijving van „Classico”).

 

Kretzer

Duits

BOB

(1)

Term waarmee wordt verwezen naar de productiemethode en naar de typische rosékleur.

Hij wordt gebruikt voor de overeenkomstige wijntypologieën „Alto Adige”, „Trentino” en „Teroldego rotaliano”.

 

Lacrima

Italiaans

BOB

(1)

Term die uitsluitend betrekking heeft op de naam voor „Lacrima di Morro d'Alba”-wijn, het geïntegreerde deel van de naam van deze wijn. Hiermee wordt verwezen naar de specifieke productiemethode, waarbij het lichte uitpersen van de druiven een product van hoge kwaliteit oplevert.

 

Lacryma Christi

Italiaans

BOB

(1, 3, 4, 5)

Exclusieve historische term die uitsluitend betrekking heeft op de „Vesuvio”-wijnen. Deze term was traditioneel verbonden met sommige typologieën van de genoemde wijnen (zowel normale wijnen als likeurwijnen en mousserende wijnen), die zijn bereid volgens een bijzondere productiemethode waarbij het lichte uitpersen van de druiven een product van hoge kwaliteit oplevert dat religieuze connotaties heeft.

 

Lambiccato

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term die betrekking heeft op de „Castel San Lorenzo”-wijntypologieën. Hiermee wordt verwezen naar het soort product en de bijzondere productiemethode, waarbij muskaatdruiven worden gebruikt en de druiven bij een gecontroleerde temperatuur macereren in bepaalde recipiënten, die traditioneel „Lambicchi” worden genoemd.

 

London Particolar (of LP of Inghilterra)

Italiaans

BOB

(3)

Exclusieve historische term voor de wijntypologie „Marsala Superiore”. Deze term of de initialen ervan worden traditioneel gebruikt voor de beschrijving van een product dat voor de Engelse markt is bestemd. Ook het gebruik van het Engels is traditioneel en is vastgesteld in het productdossier en in de regels voor „Marsala”-wijnen. Het is algemeen bekend dat het belang en de reputatie van deze benaming als likeurwijn toe te schrijven zijn aan de activiteit van zowel de producenten als de Engelse handelaars, die sinds 1773 Marsala hebben ontdekt en deze buitengewone wijn hebben geproduceerd en verhandeld, waardoor hij op ruime schaal bekend werd in de hele wereld, en vooral in England.

 

Occhio di Pernice

Italiaans

BOB

(1)

Term die betrekking heeft op sommige wijntypologieën van „Vin Santo”. Hiermee wordt verwezen naar de productiemethode en naar de specifieke kleur. De bijzondere productiemethode, op basis van rode druiven, maakt het mogelijk een zeer typisch product te maken met een buitengewone kleur, die varieert van hel tot licht roze. Deze kleur doet denken aan de ogen van de patrijs („Pernice”), de vogel die zijn naam aan de wijn heeft gegeven.

 

Oro

Italiaans

BOB

(3)

Term met betrekking tot de specifieke „Marsala”-wijnen. Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere kleur en naar de productiemethode waarbij het gebruik van gekookte most verboden is. Hierdoor wordt een product verkregen dat bijzonder waardevol is en een min of meer levendige gouden kleur heeft.

 

Passito of Vino passito of Vino Passito Liquoroso

Italiaans

BOB/BGA

(1, 3, 15, 16)

Term die verwijst naar het soort product en naar de overeenkomstige productiemethode. De termen „passito”, „vino passito” of „vino passito liquoroso” zijn voorbehouden voor normale wijnen of likeurwijnen die worden verkregen doordat de druiven, naargelang van de bepalingen van het productdossier, vergisten via natuurlijke droging of in een gecontroleerde ruimte. Bij wet nr. 82/2006 is deze term uitgebreid tot overrijpe druiven.

 

Ramie

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term die verbonden is aan een van de wijntypologieën „Pinerolese”. Hiermee wordt verwezen naar het soort product en naar de overeenkomstige productiemethode waarbij gedeeltelijk gedroogde druiven worden gebruikt.

 

Rebola

Italiaans

BOB

(1, 15)

Exclusieve term die verbonden is aan een van de wijntypologieën „Colli di Rimini”. Hiermee wordt verwezen naar de productiemethode en naar het soort product, waarvan de kleur varieert van goud tot amber en dat verkregen is van gedeeltelijk gedroogde druiven.

 

Recioto

Italiaans

BOB

(1, 4, 5)

Historisch-traditionele term die nauw verbonden is met de naam van drie wijnen die in Veneto worden geproduceerd en een oorsprongsbenaming hebben: BOB „Valpolicella”, „Gambellara” en „Recioto di Soave”, benamingen voor productiegebieden die erg dicht bij elkaar liggen en soortgelijke tradities hebben, vooral in de provincies Verona en Vicenza. De naam dateert reeds van de vijfde eeuw. Toen omschreven bucolische auteurs deze wijn als bijzonder waardevol en vermaard; de productie ervan was beperkt tot de provincie Verona en de naam was afgeleid van „Retia”, het heuvel- en bergrijke gebied dat in de oudheid over het gebied van Veronese-Trentino doorliep tot de grenzen met Comasco-Valtellina. Deze term wordt dus al eeuwenlang gebruikt en nog steeds worden daarmee wijnen aangeduid die zijn verkregen volgens de bijzondere productiemethode waarbij druiven worden gedroogd.

 

Riserva

Italiaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 15, 16)

Wijnen die gedurende een bepaalde periode rijpen, minstens twee jaar voor rode wijnen en minstens één jaar voor witte wijnen; daarna rijpen ze nog verder in vaten gedurende een in het productdossier vastgestelde periode. Naast de gewone bepalingen bevat het productdossier ook de verplichting het wijnoogstjaar op het etiket te vermelden, alsmede de regels voor het bewaren van de wijn als het gaat om een vermenging van wijnen van verschillende wijnoogstjaren. De BOB’s voor mousserende wijnen en likeurwijnen kunnen van deze term vergezeld gaan overeenkomstig het desbetreffende productdossier en overeenkomstig de communautaire regelgeving.

 

Rubino

Italiaans

BOB

(1)

Term die gelinkt is aan de BOB „Cantavenna”. Hij verwijst naar het hele productieprocedé en naar de specifieke kleur. Voorts is de term „Rubino” gelinkt aan de specifieke typologie van de DOC-wijnen „Teroldego Rotaliano”, „Trentino” en „Garda Colli Mantovani” en verwijst hij naar de specifieke kleur van het product.

 

Italiaans

BOB

(3)

Term gelinkt aan de specifieke „Marsala”-wijnen. Hij verwijst naar het specifieke productieprocedé waarbij geen gekookte most mag worden gebruikt. Voorts heeft deze wijn een bijzondere robijnrode kleur die, na het rijpen, een amberkleurige glans krijgt.

 

Sangue di Giuda

Italiaans

BOB

(4, 5, 8)

Exclusieve historische traditionele aanduiding die betrekking heeft op een wijnsoort die in het gebied van Oltrepò Pavese wordt geproduceerd. Deze term wordt al heel lang gebruikt om een zeer typisch roodkleurig product aan te duiden dat zoet, mousserend of exuberant is en een aangename smaak heeft, m.a.w. hij is zo zacht dat de consument er bij het drinken geen erg in heeft dat deze wijn verraderlijk is, net als de bekende apostel (Judas)!!

 

Scelto

Italiaans

BOB

(1)

Term gelinkt aan de wijnen „Caldaro”, „Caldaro Classico — Alto Adige” en „Colli del Trasimeno”. Hiermee wordt verwezen naar het specifieke product en naar de daarvoor toegepaste productiemethode, die begint bij het uitkiezen van de druiven (vandaar „scelto” — „gekozen”).

 

Sciacchetrà

Italiaans

BOB

(1)

Historisch-traditionele term die nauw samenhangt met „Cinque Terre”. Hiermee wordt verwezen naar de toegepaste productiemethode, met o.m. het persen en opslaan van de druiven. Letterlijk betekent de term „uitpersen zonder te beschadigen”, een methode die voor hoogwaardige producten wordt toegepast.

 

Sciac-trà

Italiaans

BOB

(1)

Idem als voor Schiacchetrà. Het verschil bestaat erin dat de term voor een specifieke wijntypologie geldt.

 

Spätlese

Duits

BOB/BGA

(1, 3, 15, 16)

Zie de term „late druivenoogst” die in de autonome provincie Bolzano wordt gebruikt.

 

Soleras

Italiaans

BOB

(3)

Term gelinkt aan de specifieke „Marsala”-likeurwijnen. Hiermee wordt verwezen naar het product en naar de specifieke productiemethode waarbij de wijn minstens vijf jaar in houten vaten rijpt. Verrijking met gekookte of geconcentreerde most is verboden. Het resultaat is een zuiver, natuurlijk product dat geen additieven bevat, zelfs geen die van de wijnbouw afkomstig zijn, met uitzondering natuurlijk van alcohol, aangezien het om een likeurwijn gaat.

 

Stravecchio

Italiaans

BOB

(3)

Term die uitsluitend betrekking heeft op de unieke typologie „Virgin” en/of „Soleras” van „Marsala”. Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere productiemethode waarbij de wijn minstens tien jaar in houten vaten rijpt.

 

Strohwein

Italiaans

BOB/BGA

(1, 3, 11, 15, 16)

Zie de traditionele aanduiding „Passito”.

De term betekent letterlijk „strowijn”.

Hiermee wordt verwezen naar de specifieke wijn die in de provincie Bolzano wordt geproduceerd volgens een methode waarbij de druiven, na de oogst, op strooien horden worden gedroogd volgens de bepalingen van de diverse productdossiers.

 

Superiore

Italiaans

BOB

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 15, 16)

Wijnen met hogere kwaliteitskenmerken waarvoor de productievoorschriften veel strikter zijn dan voor andere wijnen. In het productdossier wordt het volgende onderscheid gemaakt:

a)

een natuurlijk alcoholgehalte van de druiven dat minstens 0,5° vol groter moet zijn;

b)

een totaal alcoholgehalte bij consumptie dat minstens 0,5° vol groter moet zijn.

San Marino

Superiore Old Marsala

Italiaans

BOB

(3)

Term gelinkt aan de „Marsala Superiore”-wijntypologie. Hiermee wordt verwezen naar het specifieke product en de bijzondere productiemethode waarbij de wijn minstens twee jaar in houten vaten rijpt. De naam bevat ook een Engelse term, die traditioneel voor likeurwijnen wordt gebruikt en zowel door het productdossier als door de wet betreffende de Marsala-wijnen wordt bekrachtigd. Het belang en het prestige van deze benaming zijn toe te schrijven aan de activiteit van zowel de producenten als de Engelse handelaars, die sinds 1773 deze buitengewone wijn hebben ontdekt, geproduceerd en verhandeld, waardoor hij op ruime schaal bekend werd in de hele wereld, en vooral in England.

 

Torchiato

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term die gelinkt is aan de wijnen „Colli di Conegliano — Torchiato di Fregona”. Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere kenmerken van het product, dat wordt verkregen door een degelijke productiemethode waarbij de druiven zacht uitgeperst worden.

 

Torcolato

Italiaans

BOB

(1)

Exclusieve term die verbonden is met de specifieke wijnsoort „Breganze”.

Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere kenmerken van het product, dat wordt verkregen door een zorgvuldige productiemethode waarbij gedeeltelijk gedroogde druiven worden gebruikt. Na de oogst worden de druiven op daartoe gevlochten horden opgehangen en eventueel nog eens verhangen. Zo verloopt het drogen.

 

Vecchio

Italiaans

BOB

(1, 3)

Term gelinkt aan de wijnen „Rosso Barletta”, „Aglianico del Vuture”, „Marsala” en „Falerno del Massico”. Hiermee wordt verwezen naar de rijpingsvoorwaarden en naar de rijping en de verfijning van het product.

 

Vendemmia Tardiva

Italiaans

BOB/BGA

(1, 3, 15, 16)

Term die betrekking heeft op de bijzondere typologie van het product, waarvoor de druiven laat worden geoogst. De daaropvolgende rijping en droging van de druiven op de wijnstok in de diverse milieu- en weersomstandigheden brengen een product voort dat buitengewoon is qua suikergehalte en aroma. Het resultaat is een zeer buitengewone wijn. Deze wijnen worden ook als dessertwijnen of „meditatie”-wijnen aangemerkt.

 

Verdolino

Italiaans

BOB/BGA

(1)

Term die verband houdt met de productiemethode en de typische groene kleur.

 

Vergine

Italiaans

BOB

(1, 3)

Term gelinkt aan de specifieke „Marsala”-wijnen. Hiermee wordt verwezen naar het specifieke product en naar de bijzondere productiemethode die een rijpingsperiode van minstens vijf jaar in houten vaten en een verbod op de toevoeging van gekookte of geconcentreerde most inhoudt. Dit betekent dat het product zuiver en natuurlijk is en geen additieven bevat, zelfs geen die van de wijnbouw afkomstig zijn, met uitzondering van alcohol, aangezien het om een likeurwijn gaat.

Voorts is deze term gelinkt aan de wijnen van „Bianco Vergine Valdichiana”. Hij houdt verband met de traditionele productiemethode waarbij een vergisting zonder schil plaatsvindt, wat tot een zuiver en natuurlijk eindproduct leidt.

 

Vermiglio

Italiaans

BOB

(1)

Deze term is gelinkt aan de wijnen „Colli dell’Etruria Centrale”. Hij verwijst zowel naar de bijzondere kwaliteitskenmerken als naar de specifieke kleur.

 

Vino Fiore

Italiaans

BOB

(1)

Term met betrekking tot de bijzondere productiemethode van sommige witte wijnen of roséwijnen. Methode waarbij de druiven licht worden uitgeperst, wat resulteert in een bijzonder delicate smaak die het beste van de wijn naar boven kan brengen, namelijk de „bloem” (fiore).

 

Vino Novello of Novello

Italiaans

BOB/BGA

(1, 8)

Deze term heeft betrekking op de bijzondere productiemethode en de productieperiode die, voor afzet en consumptie, begint op 6 november van elk druivenoogstjaar.

 

Vin Santo of Vino Santo of Vinsanto

Italiaans

BOB

(1)

Historisch-traditionele term met betrekking tot sommige wijnen die worden geproduceerd in de regio’s Toscana, Marche, Umbria, Emilia Romagna, Veneto en Trentino Alto Adige.

Hiermee wordt verwezen naar de bijzondere wijntypologie en de desbetreffende, complexe productiemethode, waarbij de druiven worden opgeslagen en gedroogd in geschikte, verluchte lokalen en de wijn lange tijd rijpt in traditionele houten vaten.

Wat de oorsprong van de term betreft, zijn reeds tal van hypothesen naar voren geschoven, die meestal met de middeleeuwen te maken hebben. De meest geloofwaardige houdt verband met de religieuze waarde van de wijn. De wijn werd als hoogst uitzonderlijk beschouwd en zou miraculeuze krachten bezitten.

Hij werd op grote schaal gebruikt voor de misviering, wat de term „heilige wijn” (vinsanto) kan verklaren.

De term wordt nog steeds gebruikt en wordt gedetailleerd omschreven in het productdossier van de BOB; het gaat om een wijnsoort die in de hele wereld bekend is en overal geapprecieerd wordt.

 

Vivace

Italiaans

BOB/BGA

(1, 8)

Term die verband houdt met de productiemethode en met het verkregen product. Deze wijn mousseert als gevolg van het koolzuurgas dat hij bevat en dat het gevolg is van een exclusief en natuurlijk gistingsprocedé.

 


CYPRUS

Αμπελώνας (-ες)

(Ampelonas (-es))

(Vineyard(-s))

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die minstens 1 hectare groot zijn en deel uitmaken van een landbouwbedrijf. De wijnbereiding vindt volledig plaats op het in het wijnbouwgebied gelegen bedrijf.

WPC — Board act 6/2006

(EC382/2007, L95, 5.4.2007)

 

Κτήμα

(Ktima)

(Domain)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die minstens 1 hectare groot zijn en deel uitmaken van een landbouwbedrijf. De wijnbereiding vindt volledig plaats op het bedrijf.

WPC — Board act 6/2006

(EC382/2007, L95, 5.4.2007)

 

Μοναστήρι

(Monastiri)

(Monastery)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 15, 16)

Wijn van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die minstens 1 hectare groot zijn en deel uitmaken van een landbouwbedrijf. In het betrokken landbouwgebied bevindt zich een klooster. De wijnbereiding vindt volledig plaats op het bedrijf.

WPC — Board act 6/2006

(EC382/2007, L95, 5.4.2007)

 

Μονή

(Moni)

(Monastery)

Grieks

BOB/BGA

(1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 15, 16)

 


LUXEMBURG

Château

Frans

BOB

(1)

Term die betrekking heeft op het bedrijf voor zover de druiven uitsluitend van dat bedrijf afkomstig zijn en de wijn door dit bedrijf zelf wordt bereid.

Chili

Grand premier cru

Frans

BOB

(1)

Wijnen die recht hebben op het nationale keurmerk „Marque nationale”, mogen ook een van de volgende, sinds 1959 gebruikte aanvullende kwaliteitsaanduidingen dragen: „Vin classé”, „Premier cru” of „Grand premier cru”. Deze aanduidingen worden aan de afzonderlijke wijnen toegekend nadat een officieel comité ze heeft geproefd en ze op een schaal van 20 punten heeft beoordeeld:

wijnen die minder dan 12 punten krijgen, krijgen geen officiële indeling en mogen de vermelding „Marque nationale — appellation contrôlée” niet gebruiken,

wijnen die minstens 12 punten halen, worden officieel erkend en mogen de vermelding „Marque nationale — appellation contrôlée” gebruiken,

wijnen die minstens 14 punten halen, mogen naast de vermelding „Marque nationale — appellation contrôlée” de aanduiding „Vin classé” gebruiken,

wijnen die minstens 16 punten halen, mogen naast de vermelding „Marque nationale — appellation contrôlée” de aanduiding „Premier cru” gebruiken,

wijnen die minstens 18 punten halen, mogen naast de vermelding „Marque nationale — appellation contrôlée” de aanduiding „Grand premier cru” gebruiken.

 

Premier cru

Tunesië

Vin classé

 

Vendanges tardives

Frans

BOB

(1)

Duidt een wijn van laat geoogste druiven aan die is verkregen uit slechts één van de volgende rassen: Auxerrois, Pinot blanc, Pinot gris, Riesling of Gewürztraminer. De druiven worden manueel geoogst en het natuurlijke alcoholvolumegehalte voor Riesling is vastgesteld op minstens 95 graden Öchsle en op minstens 105 graden Öchsle voor de andere rassen.

(Regeringsbesluit van 8 januari 2001)

 

Vin de glace

Frans

BOB

(1)

Duidt een ijswijn aan die gemaakt is van druiven welke in een bevroren toestand bij een temperatuur van ten hoogste –7 °C manueel zijn geoogst. Voor de wijnbereiding mogen alleen druiven van de rassen Pinot blanc, Pinot gris en Riesling worden gebruikt en de most moet een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 120 graden Öchsle hebben.

(Regeringsbesluit van 8 januari 2001)

 

Vin de paille

Frans

BOB

(1)

Duidt een strowijn aan die is verkregen uit slechts één van de volgende rassen: Auxerrois, Pinot blanc, Pinot gris of Gewürztraminer. De druiven worden manueel geoogst en worden op strooien matten gelegd om daar gedurende minstens twee maanden te drogen. Het stro mag door moderne rekken worden vervangen. De druiven moeten een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 130 graden Öchsle hebben.

(Regeringsbesluit van 8 januari 2001)

 


HONGARIJE

Aszú (3)(4)(5)(6) puttonyos

Hongaars

BOB

(1)

Wijn die is gemaakt door nieuwe wijn, most of jonge, nog gistende wijn te gieten op door edelrot aangetaste druiven (aszú) en die gedurende minstens drie jaar is gerijpt (waarvan twee jaar in een vat). Het suikergehalte en het gehalte aan suikervrij extract zijn ook vastgesteld. Deze term mag alleen met de BOB „Tokaji” worden gebruikt.

 

Aszúeszencia

Hongaars

BOB

(1)

 

Bikavér

Hongaars

BOB

(1)

Rode wijn van minstens drie verschillende wijndruivenrassen, die gedurende minstens 12 maanden in een houten vat is gerijpt; in lokale voorschriften kunnen verdere specificaties worden vastgesteld. Deze wijn mag alleen worden geproduceerd in Eger (BOB’s: „Egri Bikavér” en „Egri Bikavér Superior”) of in Szekszárd (BOB: „Szekszárdi Bikavér”).

 

Eszencia

Hongaars

BOB

(1)

Het sap van door edelrot aangetaste druiven (aszú) dat op natuurlijke wijze uit de kuipen lekt waarin de druiven bij de oogst worden verzameld. Gehalte aan suikerresidu: minstens 450 g/l. Suikervrij extract: minstens 50 g/l. Deze term mag alleen met de BOB „Tokaji” worden gebruikt.

 

Fordítás

Hongaars

BOB

(1)

Wijn die is gemaakt door het gieten van wijn op geperste aszú-pulp van hetzelfde wijnoogstjaar en die gedurende ten minste twee jaar is gerijpt (waarvan één jaar in een vat). Deze term mag alleen met de BOB „Tokaji” worden gebruikt.

 

Máslás

Hongaars

BOB

(1)

Wijn die is gemaakt door het gieten van wijn op moer van „Tokaji Aszú”-wijn van hetzelfde wijnoogstjaar en die gedurende ten minste twee jaar is gerijpt (waarvan één jaar in een vat).

 

Késői szüretelésű bor

Hongaars

BOB/BGA

(1)

Late oogst. Het suikergehalte van de most bedraagt minstens 204,5 g/l.

 

Válogatott szüretelésű bor

Hongaars

BOB/BGA

(1)

Wijn van geselecteerde druiven. Het suikergehalte van de most bedraagt minstens 204,5 g/l.

 

Muzeális bor

Hongaars

BOB/BGA

(1)

Wijn die gedurende minstens vijf jaar op de fles is gerijpt.

 

Siller

Hongaars

BOB/BGA

(1)

Rode wijn met zeer heldere kleur als gevolg van de korte maceratietijd.

 

Szamorodni

Hongaars

BOB

(1)

Wijn van zowel door edelrot aangetaste druiven (aszú) als gezonde druiven, die gedurende ten minste twee jaar is gerijpt (waarvan één jaar in een vat). De most bevat minstens 230,2 gram suiker per liter. Deze wijn mag alleen worden gebruikt met de BOB Tokaji.

 


OOSTENRIJK

Ausstich

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn moet van druiven van één enkel oogstjaar gemaakt zijn en op de etikettering moeten gegevens over de selectiecriteria vermeld zijn.

 

Auswahl

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn moet van druiven van één enkel oogstjaar gemaakt zijn en op de etikettering moeten gegevens over de selectiecriteria vermeld zijn.

 

Bergwein

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn is gemaakt van druiven die op terrassen of steile hellingen met een hellingspercentage van meer dan 26 % zijn geteeld.

 

Klassik/Classic

Duits

BOB

(1)

Deze wijn moet van druiven van één enkel oogstjaar gemaakt zijn en op de etikettering moeten gegevens over de selectiecriteria vermeld zijn.

 

Heuriger

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn moet vóór het einde van de maand december die op de oogst van de betrokken druiven volgt, aan de kleinhandelaar zijn verkocht en moet vóór het einde van de daaropvolgende maand maart aan de consument zijn verkocht.

 

Gemischter Satz

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn moet een mengsel zijn van verschillende wittewijnrassen of rodewijnrassen.

 

Jubiläumswein

Duits

BOB/BGA

(1)

De wijn moet van druiven van één enkel oogstjaar gemaakt zijn en op de etikettering moeten gegevens over de selectiecriteria vermeld zijn.

 

Reserve

Duits

BOB

(1)

Deze wijn moet een alcoholgehalte van minstens 13 % vol hebben. Voor rode wijn kan het controlenummer voor kwaliteitswijn niet vóór 1 november volgende op het wijnoogstjaar worden aangevraagd; voor witte wijn kan deze aanvraag niet vóór 15 maart volgende op het wijnoogstjaar worden ingediend.

 

Schilcher

Duits

BOB/BGA

(1)

Deze wijn moet in Steiermark geproduceerd zijn en uitsluitend afkomstig zijn van druiven van het ras „Blauer Wildbacher” die in het wijnbouwgebied Steirerland zijn geteeld.

 

Sturm

Duits

BGA

(1)

Gedeeltelijk gegist druivenmost met een alcoholgehalte van minstens 1 % vol. De „Sturm” moet worden verkocht tussen augustus en december van het oogstjaar en moet bij de verkoop nog aan het gisten zijn.

 


PORTUGAL

Canteiro

Portugees

BOB

(3)

De wijn wordt na gisting verrijkt en in een vat opgeslagen, waar hij gedurende minstens twee jaar rijpt; hij moet in een specifiek register zijn ingeschreven en mag pas worden gebotteld zodra hij drie jaar oud is.

[Portaria nr. 125/98 van 24.7.1998]

 

Colheita Seleccionada

Portugees

BOB

(1)

Term voorbehouden voor wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, met distinctieve organoleptische kenmerken en een effectief alcoholgehalte dat minstens 1 % vol hoger is dan het wettelijk vastgestelde minimum; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven en de vermelding van het wijnoogstjaar is verplicht.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

 

Crusted/Crusting

Engels

BOB

(3)

Portwijn met uitzonderlijke organoleptische kenmerken, rood en met een volle smaak op het ogenblik van de botteling, met een fijn aroma en een fijne smaak die zijn verkregen door wijnen van verschillende jaren te mengen zodat de organoleptische kenmerken elkaar aanvullen. Hierdoor ontstaat een afzetting (crust) op de wand van de fles, waar een deel van de ontwikkeling van de wijn plaatsvindt. Deze wijn heeft volgens het instituut voor port- en dourowijnen recht op het gebruik van deze benaming.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

 

Escolha

Portugees

BOB

(1)

Term voorbehouden voor wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, met distinctieve organoleptische kenmerken; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

 

Escuro

Portugees

BOB

(3)

Wijn met een sterk aromatische intensiteit die voortvloeit uit een evenwicht van de kleuren oranje en bruin, waarbij de bruinachtige tint de overhand haalt; een en ander is het gevolg van de oxidatie van de kleurstof van de wijn en van de migratie van uit het vat verwijderde extractiestoffen.

[Portaria nr. 125/98 van 24.7.1998]

 

Fino

Portugees

BOB

(3)

Elegante kwaliteitswijn met een perfect evenwicht tussen de versheid van de zuren, de rijpheid van de wijn en het aroma dat zich door de rijping in het vat heeft ontwikkeld.

[Portaria nr. 125/98 van 24.7.1998]

 

Frasqueira

Portugees

BOB

(3)

Wijn waarvan de benaming met het oogstjaar samenhangt; het product moet verkregen zijn van traditionele rassen en moet gedurende minstens 20 jaar rijpen; hij is van een uitzonderlijke kwaliteit en moet vóór en na het bottelen in een specifiek register zijn ingeschreven.

[Portaria nr. 125/98 van 24.7.1998]

 

Garrafeira

Portugees

BOB/BGA

(1, 3)

1.

Term die is voorbehouden voor wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming en samenhangt met het oogstjaar; de wijn heeft distinctieve organoleptische kenmerken; rode wijn moet minstens 30 maanden rijpen, waarvan minstens 12 maanden in glazen flessen, terwijl witte wijn of roséwijn minstens 12 maanden moet rijpen, waarvan minstens zes in glazen flessen; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

2.

Portwijn die, na een verblijf in houten vaten, in glazen recipiënten wordt verpakt voor een periode van minstens acht jaar, waarna hij wordt gebotteld.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

 

Lágrima

Portugees

BOB

(3)

Portwijn waarvan het suikergehalte moet overeenkomen met een dichtheid van 1 034 tot 1 084 bij een temperatuur van 20o C.

[Decreto-Lei nr. 166/86 van 26.6.1986]

 

Leve

Portugees

BOB

(1, 3)

1.

Term voorbehouden voor de streekwijn van Estremadura die het minimale natuurlijke alcoholgehalte voor de betrokken wijnbouwzone heeft en een effectief alcoholgehalte van ten hoogste 10 % vol, een vast zuurgehalte, uitgedrukt in wijnsteenzuur, van minstens 4,5 g/l en een maximumdruk van 1 bar; de overige analytische parameters stroken met de algemene waarden voor wijn met een geografische aanduiding.

[Portaria nr. 1066/2003 van 26.9.2003]

2.

Term voorbehouden voor de streekwijn van Ribatejo die het minimale natuurlijke alcoholgehalte voor de betrokken wijnbouwzone heeft en een effectief alcoholgehalte van ten hoogste 10,5 % vol, een vast zuurgehalte, uitgedrukt in wijnsteenzuur, van minstens 4 g/l en een maximumdruk van 1 bar; de overige analytische parameters stroken met de algemene waarden voor wijn met een geografische aanduiding.

[Portaria nr. 424/2001 van 19.4.2001]

 

Nobre

Portugees

BOB

(1)

Term die uitsluitend met de oorsprongsbenaming Dão mag worden gebruikt voor wijn die voldoet aan de bepalingen van het Dão-wijnbouwgebied.

[Decreto-Lei nr. 376/93 van 5.11.1993]

 

Reserva

Portugees

BOB

(1, 3, 4)

1.

Term die samenhangt met het oogstjaar en is voorbehouden voor wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, met distinctieve organische kenmerken en een effectief alcoholgehalte dat minstens 0,5 % vol hoger is dan het wettelijk vastgestelde minimum; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

2.

Term voorbehouden voor mousserende kwaliteitswijn of mousserende wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming die tussen 12 en 24 maanden is gebotteld voordat hij wordt afgeheveld, gedegorgeerd of van de wijnmoer ontdaan.

3.

Term die samenhangt met het oogstjaar en is voorbehouden voor likeurwijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, die pas na drie jaar in de handel mag worden gebracht; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

4.

Portwijn met distinctieve organoleptische kenmerken, complexe geur en smaak, die is verkregen door het mengen van wijnen van verschillende rijping, wat de specifieke organoleptische kenmerken geeft.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

 

Velha reserva (ou grande reserva)

Portugees

BOB

(1, 3)

Term voorbehouden voor mousserende kwaliteitswijn of mousserende wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming die meer dan 36 maanden is gebotteld voordat hij wordt afgeheveld, gedegorgeerd of van de wijnmoer ontdaan.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

 

Ruby

Engels

BOB

(3)

Portwijn van rode of dieprode kleur. Dit zijn wijnen waarbij de wijnbouwer de ontwikkeling van de dieprode kleur probeert af te remmen om zo het fruitige en de kracht van een jonge wijn te bewaren.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

Zuid-Afrika (6)

Solera

Portugees

BOB

(3)

Wijn die gelinkt is aan de datum van de oogst die de basis van de partij vormt. Elk jaar wordt voor de botteling een hoeveelheid afgetapt die niet meer dan 10 % van de voorraad bedraagt en deze hoeveelheid wordt door andere kwaliteitswijn vervangen. De voorraad mag ten hoogste 10 maal worden aangevuld; daarna kan de nog resterende wijn tegelijk worden gebotteld.

[Portaria nr. 125/98 van 24.7.1998]

 

Super reserva

Portugees

BOB

(4)

Term voorbehouden voor mousserende kwaliteitswijn of mousserende wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming die tussen 24 en 36 maanden is gebotteld voordat hij wordt afgeheveld, gedegorgeerd of van de wijnmoer ontdaan.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

 

Superior

Portugees

BOB

(1, 3)

1.

Term die is voorbehouden voor wijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, met distinctieve organische kenmerken en een effectief alcoholgehalte dat minstens 1 % vol hoger is dan het wettelijk vastgestelde minimum; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

2.

Term voorbehouden voor likeurwijn met een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming, verpakt in glazen flessen, die pas na vijf jaar in de handel mag worden gebracht; deze wijn moet in een specifiek register zijn ingeschreven.

[Portaria nr. 924/2004 van 26.7.2004]

 

Tawny

Engels

BOB

(3)

Rode portwijn die gedurende minstens zeven jaar in een houten vat is gerijpt. Deze wijn is verkregen uit tal van verschillende wijnen die gedurende een langere of kortere periode in grote of kleine vaten zijn gerijpt. Met de leeftijd gaat de kleur van de wijnen geleidelijk geelbruin worden („tawny”), „medium tawny” of „light tawny”, met een boeket van gedroogde vruchten en hout; hoe ouder de wijn, hoe sterker de aroma’s.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

Zuid-Afrika (6)

Vintage, al dan niet aangevuld met Late Bottle (LBV) of Character

Engels

BOB

(3)

Portwijn met organoleptische kenmerken van hoge kwaliteit, verkregen uit druiven van één enkele oogst, rood en met een volle smaak op het ogenblik van de erkenning, fijne geur en smaak; deze wijn heeft volgens het instituut voor port- en dourowijnen recht op het gebruik van deze benaming. De naam „Late Bottled Vintage” of „LBV” mag worden gebruikt vanaf het vierde jaar na het oogstjaar en de laatste botteling mag plaatsvinden tot en met 31 december van het zesde jaar na het oogstjaar.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

 

Vintage

Engels

BOB

(3)

Portwijn met uitzonderlijke organoleptische kenmerken, verkregen uit druiven van één enkele oogst, rood en met een volle smaak op het ogenblik van de erkenning, zeer fijne geur en smaak; deze wijn heeft volgens het instituut voor port- en dourowijnen recht op het gebruik van deze benaming en de daarbij horende datum. De naam „Vintage” mag worden gebruikt vanaf het tweede jaar na het oogstjaar en de laatste botteling moet plaatsvinden vóór 30 juli van het derde jaar na de betrokken oogst. De afzet mag pas beginnen vanaf 1 mei van het tweede jaar na de betrokken oogst.

[Regulamento nr. 36/2005 van 18.4.2005]

Zuid-Afrika (6)


ROEMENIË

Rezervă

Roemeens

BOB/BGA

(1)

Wijn die gedurende minstens 6 maanden in een eiken vat is gerijpt en gedurende minstens zes maanden verder op de fles is gerijpt.

 

Vin de vinotecă

Roemeens

BOB

(1, 15, 16)

Wijn die gedurende minstens één jaar in een eiken vat is gerijpt en gedurende minstens vier jaar verder op de fles is gerijpt.

 


SLOWAKIJE

Mladé víno

Slowaaks

BOB

(1)

De wijn moet zijn gebotteld vóór het einde van het kalenderjaar waarin de voor de wijnbereiding gebruikte druiven zijn geoogst. Hij mag in de handel worden gebracht vanaf de eerste maandag van november van hetzelfde wijnoogstjaar.

 

Archívne víno

Slowaaks

BOB

(1)

De wijn is gerijpt gedurende ten minste drie jaar na het oogsten van de voor de wijnbereiding gebruikte druiven.

 

Panenská úroda

Slowaaks

BOB

(1)

De voor de wijnbereiding gebruikte druiven zijn afkomstig van de eerste oogst van een wijngaard. De eerste oogst moet plaatsvinden in het derde jaar of uiterlijk het vierde jaar na de aanplant.

 


SLOVENIË

Mlado vino

Sloveens

BGA/PGO

(1)

Wijn die op zijn vroegst 30 dagen na de oogst van de betrokken druiven en uiterlijk op 31 januari in de handel mag worden gebracht.

 

Toelichting:

(1)

BOB (beschermde oorsprongsbenaming) of BGA (beschermde geografische aanduiding), aangevuld met de verwijzing naar de wijncategorieën als bedoeld in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

(2)

Cursief gedrukte woorden worden alleen ter informatie en/of bij wijze van toelichting gegeven en vallen niet onder artikel 3 van deze verordening. Aangezien zij slechts indicatief zijn, kunnen zij in geen enkel geval de betrokken nationale regelgeving vervangen.


(1)  De aanduiding „Qualitätswein mit Prädikat” is toegestaan tijdens een overgangsperiode die afloopt op 31.12.2010.

(2)  Er is geen bescherming aangevraagd voor de aanduiding „Sekt”, „Likörwein” en „Perlwein”.

(3)  Er is geen bescherming aangevraagd voor de aanduiding „Sekt”.

(4)  Er is geen bescherming aangevraagd voor de aanduiding „Sekt”.

(5)  Er is geen bescherming aangevraagd voor de aanduidingen „Riesling” en „Sekt”.

(6)  De aanduidingen „Ruby”, „Tawny” en „Vintage” worden gebruikt in combinatie met de Zuid-Afrikaanse geografische aanduiding „CAPE”.


BIJLAGE XIII

AANDUIDINGEN DIE NAAR EEN BEDRIJF VERWIJZEN

Lidstaat of derde land

Aanduidingen

Oostenrijk

Burg, Domäne, Eigenbau, Familie, Gutswein, Güterverwaltung, Hof, Hofgut, Kloster, Landgut, Schloss, Stadtgut, Stift, Weinbau, Weingut, Weingärtner, Winzer, Winzermeister

Tsjechië

Sklep, vinařský dům, vinařství

Duitsland

Burg, Domäne, Kloster, Schloss, Stift, Weinbau, Weingärtner, Weingut, Winzer

Frankrijk

Abbaye, Bastide, Campagne, Chapelle, Château, Clos, Commanderie, Cru, Domaine, Mas, Manoir, Mont, Monastère, Monopole, Moulin, Prieuré, Tour

Griekenland

Αγρέπαυλη (Agrepavlis), Αμπελι (Ampeli), Aμπελώνας(-ες) (Ampelonas-(es)), Αρχοντικό (Archontiko), Κάστρο (Kastro), Κτήμα (Κtima), Μετόχι (Metochi), Μοναστήρι (Monastiri), Ορεινό Κτήμα (Orino Ktima), Πύργος (Pyrgos)

Italië

abbazia, abtei, ansitz, burg, castello, kloster, rocca, schlofl, stift, torre, villa

Cyprus

Αμπελώνας (-ες) (Ampelonas (-es), Κτήμα (Ktima), Μοναστήρι (Monastiri), Μονή (Moni)

Portugal

Casa, Herdade, Paço, Palácio, Quinta, Solar

Slowakije

Kaštieľ, Kúria, Pivnica, Vinárstvo, Usadlosť

Slovenië

Klet, Kmetija, Posestvo, Vinska klet


BIJLAGE XIV

AANDUIDING VAN HET SUIKERGEHALTE

Vermeldingen

Gebruiksvoorwaarden

DEEL A —   

Lijst van de vermeldingen die moeten worden gebruikt voor mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn

brut nature, naturherb, bruto natural, pas dosé, dosage zéro, natūralusis briutas, īsts bruts, přírodně tvrdé, popolnoma suho, dosaggio zero, брют натюр, brut natur

Als het suikergehalte lager is dan 3 gram per liter; deze vermeldingen mogen slechts worden gebruikt voor producten waaraan na de tweede gisting geen suiker is toegevoegd.

extra brut, extra herb, ekstra briutas, ekstra brut, ekstra bruts, zvláště tvrdé, extra bruto, izredno suho, ekstra wytrawne, екстра брют

Als het suikergehalte tussen 0 en 6 gram per liter ligt.

brut, herb, briutas, bruts, tvrdé, bruto, zelo suho, bardzo wytrawne, брют

Als het suikergehalte lager is dan 12 gram per liter.

extra dry, extra trocken, extra seco, labai sausas, ekstra kuiv, ekstra sausais, különlegesen száraz, wytrawne, suho, zvláště suché, extra suché, екстра сухо, extra sec, ekstra tør

Als het suikergehalte tussen 12 en 17 gram per liter ligt.

sec, trocken, secco, asciutto, dry, tør, ξηρός, seco, torr, kuiva, sausas, kuiv, sausais, száraz, półwytrawne, polsuho, suché, сухо

Als het suikergehalte tussen 17 en 32 gram per liter ligt.

demi-sec, halbtrocken, abboccato, medium dry, halvtør, ημίξηρος, semi seco, meio seco, halvtorr, puolikuiva, pusiau sausas, poolkuiv, pussausais, félszáraz, półsłodkie, polsladko, polosuché, polosladké, полусухо

Als het suikergehalte tussen 32 en 50 gram per liter ligt.

doux, mild, dolce, sweet, sød, γλυκός, dulce, doce, söt, makea, saldus, magus, édes, ħelu, słodkie, sladko, sladké, сладко, dulce, saldais

Als het suikergehalte hoger is dan 50 gram per liter.

DEEL B —   

Lijst van vermeldingen die voor andere dan de in deel A genoemde producten moeten worden gebruikt

сухо, seco, suché, tør, trocken, kuiv, ξηρός, dry, sec, secco, asciuttto, sausais, sausas, száraz, droog, wytrawne, seco, sec, suho, kuiva

Als het suikergehalte niet hoger is dan:

4 gram per liter, of

9 gram per liter voor zover het totaalgehalte aan zuren, uitgedrukt in wijnsteenzuur per liter, niet meer dan 2 gram per liter lager is dan het gehalte aan suikerresidu.

полусухо, semiseco, polosuché, halvtør, halbtrocken, poolkuiv, ημίξηρος, medium dry, demi-sec, abboccato, pussausais, pusiau sausas, félszáraz, halfdroog, półwytrawne, meio seco, adamado, demisec, polsuho, puolikuiva, halvtorrt

Als het suikergehalte hoger is dan de genoemde maxima, maar niet hoger dan:

12 gram per liter, of

18 gram per liter voor zover het totaalgehalte aan zuren, uitgedrukt in wijnsteenzuur per liter, niet meer dan 10 gram per liter lager is dan het gehalte aan suikerresidu.

полусладко, semidulce, polosladké, halvsød, lieblich, poolmagus, ημίγλυκος, medium, medium sweet, moelleux, amabile, pussaldais, pusiau saldus, félédes, halfzoet, półsłodkie, meio doce, demidulce, polsladko, puolimakea, halvsött

Als het suikergehalte hoger is dan de genoemde maxima, maar niet hoger dan 45 gram per liter.

сладко, dulce, sladké, sød, süss, magus, γλυκός, sweet, doux, dolce, saldais, saldus, édes, ħelu, zoet, słodkie, doce, dulce, sladko, makea, sött.

Als het suikergehalte minstens 45 gram per liter bedraagt.


BIJLAGE XV

LIJST VAN WIJNDRUIVENRASSEN EN SYNONIEMEN DAARVAN DIE OP DE ETIKETTERING VAN WIJN MOGEN VOORKOMEN

(*)   LEGENDA:

Cursief gedrukt

verwijzing naar een synoniem voor het wijndruivenras

„°”

geen synoniemen

Vetgedrukt

kolom 3: naam van het wijndruivenras

kolom 4: land waar de naam betrekking heeft op een druivenras en verwijzing naar het druivenras