EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0437

Verordening (EG) nr. 437/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen

OJ L 128, 27.5.2009, p. 54–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 055 P. 222 - 224

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020R1987 zie art. 4

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/437/oj

27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/54


VERORDENING (EG) Nr. 437/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens lijst CXL van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent openen voor de invoer van 169 000 jonge mannelijke mestrunderen. Als gevolg van de onderhandelingen die hebben geleid tot de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 (2), die is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (3), heeft de Gemeenschap zich er evenwel toe verbonden het aantal in dat invoercontingent opgenomen dieren aan te passen tot 24 070 en te integreren in haar lijst voor alle lidstaten.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 558/2007 van de Commissie van 23 mei 2007 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (4) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de wijze van beheer van dit invoercontingent vastgesteld voor jaarlijkse perioden van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar.

(3)

De toepassing van het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt” heeft gunstige resultaten opgeleverd in andere landbouwsectoren en met het oog op administratieve vereenvoudiging moet het invoercontingent voor jonge mannelijke mestrunderen voortaan worden beheerd volgens de in artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde methode. Dit dient te gebeuren overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5).

(4)

Wegens de bijzondere omstandigheden die gepaard gaan met het overschakelen van de ene beheersmethode op de andere, mag het in de onderhavige verordening bedoelde contingent niet als kritiek in de zin van artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden beschouwd.

(5)

In artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (6) is bepaald dat goederen die op grond van hun bijzondere bestemming met toepassing van een verlaagd recht in het vrije verkeer worden gebracht, onder douanetoezicht blijven. Om te garanderen dat de dieren die in het kader van het in de onderhavige verordening vastgestelde tariefcontingent worden ingevoerd, gedurende ten minste 120 dagen in de aangewezen productie-eenheden worden gemest, moeten die dieren gedurende een voldoende lange periode onder toezicht staan.

(6)

Er moet een zekerheid worden gesteld om de inachtneming van deze verplichte mestperiode te garanderen. Het bedrag van de zekerheid moet op de datum waarop de betrokken dieren in het vrije verkeer worden gebracht, het verschil dekken tussen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief en het toe te passen verlaagde recht.

(7)

Verordening (EG) nr. 558/2007 moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar (hierna „invoercontingentperiode” genoemd) wordt jaarlijks een tariefcontingent geopend voor de invoer van 24 070 jonge mannelijke runderen van de GN-codes 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49, bestemd om in de Gemeenschap te worden gemest.

Dit tariefcontingent heeft het volgnummer 09.0113.

2.   Het in lid 1 van dit artikel bedoelde contingent wordt beheerd overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Artikel 308 quater, leden 2 en 3, van die verordening is niet van toepassing.

3.   Voor het in lid 1 bedoelde tariefcontingent geldt een invoerrecht van 16 % ad valorem, vermeerderd met 582 EUR per ton nettogewicht.

Het in de eerste alinea vastgestelde recht geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in de lidstaat waar zij zijn ingevoerd.

Artikel 2

1.   Op grond van artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 worden de ingevoerde dieren onder toezicht geplaatst om te garanderen dat zij gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in de productie-eenheden die door de importeur moeten worden aangewezen in de maand die volgt op die waarin de dieren in het vrije verkeer zijn gebracht.

2.   Om te garanderen dat de in lid 1 bedoelde verplichte mestperiode wordt nageleefd en de niet-geïnde rechten bij niet-naleving van die verplichting toch kunnen worden geïnd, moet door de importeur bij de bevoegde douaneautoriteiten een zekerheid worden gesteld. Het bedrag van deze zekerheid is voor elke toegestane GN-code vastgesteld in de bijlage.

3.   Behoudens overmacht wordt de in lid 2 bedoelde zekerheid slechts vrijgegeven indien aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge runderen:

a)

op het/de overeenkomstig lid 1 aangewezen bedrijf/bedrijven zijn gemest;

b)

niet binnen 120 dagen na de dag van invoer zijn geslacht, of

c)

binnen die periode om gezondheidsredenen zijn geslacht of als gevolg van een ziekte of een ongeval zijn gestorven.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 558/2007 wordt ingetrokken. Zij blijft evenwel van toepassing voor de rechten die voortvloeien uit certificaten die vóór 1 juli 2009 zijn afgegeven, zolang die certificaten geldig zijn.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 15.

(3)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13.

(4)  PB L 132 van 24.5.2007, blz. 21.

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(6)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.


BIJLAGE

ZEKERHEIDSBEDRAGEN

Mannelijke mestrunderen (GN-code)

Bedrag EUR/per dier

0102 90 05

28

0102 90 29

56

0102 90 49

105


Top