EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1913

Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector en tot wijziging van bepaalde verordeningen

OJ L 365, 21.12.2006, p. 52–63 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 326M, 10.12.2010, p. 456–467 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 080 P. 87 - 98
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 080 P. 87 - 98
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 001 P. 273 - 284

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/09/2014; opgeheven door 32014R0907

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1913/oj

21.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 365/52


VERORDENING (EG) Nr. 1913/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2006

houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector en tot wijziging van bepaalde verordeningen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (1), en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie van 22 december 1998 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector (2) is sinds de vaststelling ervan sterk gewijzigd. Bovendien zijn de bepalingen inzake de compenserende steun in geval van een aanzienlijke revaluatie of een daling van de voor de rechtstreekse steun toegepaste wisselkoersen nu als gevolg van het bepaalde in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2799/98 achterhaald. Daarom dient Verordening (EG) nr. 2808/98 duidelijkheids- en eenvoudigheidshalve te worden ingetrokken en door een nieuwe verordening te worden vervangen.

(2)

De ontstaansfeiten voor de wisselkoers die gelden in de verschillende situaties die zich in het kader van de landbouwregelingen voordoen, moeten aan de hand van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2799/98 vermelde criteria worden vastgesteld onverminderd nadere of afwijkende bepalingen waarin de regelgeving voor de betrokken sectoren eventueel voorziet.

(3)

Voor alle prijzen of bedragen die in het kader van het handelsverkeer met derde landen moeten worden bepaald, is de aanvaarding van de douaneaangifte het ontstaansfeit dat in het licht van het te bereiken economische doel het meest geschikt is. Hetzelfde geldt voor de uitvoerrestituties en voor de bepaling van de prijs bij invoer van groenten en fruit in de Gemeenschap op basis waarvan deze producten in het gemeenschappelijk douanetarief worden ingedeeld. Daarom dient dat ontstaansfeit in aanmerking te worden genomen.

(4)

De prijs bij invoer van groenten en fruit in de Gemeenschap wordt bepaald aan de hand van de forfaitaire invoerwaarde van groenten en fruit zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (3). Voor de berekening van die forfaitaire waarde worden de representatieve prijzen op de invoermarkten gebruikt. Bepaald dient te worden dat het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor die prijzen plaatsvindt op de datum waarop die prijzen worden toegepast.

(5)

Voor productierestituties is het ontstaansfeit voor de wisselkoers doorgaans gekoppeld aan de vervulling van bepaalde specifieke formaliteiten. Met het oog op harmonisatie van de geldende regels dient te worden bepaald dat in het geval dat een bepaalde bestemming is voorgeschreven, het ontstaansfeit plaatsvindt op de datum waarop wordt verklaard dat de producten die bestemming hebben bereikt, en dat in alle overige gevallen het ontstaansfeit de goedkeuring door het betaalorgaan van de aanvraag tot betaling van de restitutie is.

(6)

Bij de steun voor de verwerking van citrusvruchten en van groenten en fruit zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten (4), respectievelijk in artikel 2 en artikel 6 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (5) bij de in artikel 6 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde minimumprijs en bij de steun voor gedroogde voedergewassen zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (6), wordt het economische doel bereikt op het tijdstip waarop de producten door de verwerker worden overgenomen. Derhalve dient het ontstaansfeit voor de wisselkoers op die basis te worden bepaald.

(7)

Voor steun die wordt toegekend per hoeveelheid in de handel gebracht of op specifieke wijze te gebruiken product, heeft de verplichting die met het oog op toekenning van de steun moet worden nagekomen, betrekking op een handeling die het mogelijk maakt een passend gebruik van de betrokken producten te garanderen. De overname van de producten door de betrokken marktdeelnemer is een eerste vereiste opdat de bevoegde autoriteiten de boekhouding van die marktdeelnemer aan de nodige controles kan onderwerpen en opdat een homogene behandeling van de dossiers zal zijn gewaarborgd. Derhalve dient een ontstaansfeit voor de wisselkoers te worden vastgesteld dat in verband staat met de overname van de producten.

(8)

Wat de overige in de landbouwsector verleende steun betreft, kan de situatie sterk verschillen van regeling tot regeling. Dergelijke steun wordt echter altijd op basis van een aanvraag en binnen een in de regelgeving bepaalde termijn toegekend. Derhalve dient te worden bepaald dat het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaatsvindt op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen.

(9)

Voor de steunregelingen zoals bedoeld in bijlage I bij en artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (7) is het ontstaansfeit voor de wisselkoers vastgesteld bij artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (8). Verwezen moet worden naar die bepaling.

(10)

Voor de prijzen, premies en steunbedragen in de sector wijn waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmark (9), moet het ontstaansfeit voor de wisselkoers al naar gelang van het geval worden gekoppeld aan de begindatum van het wijnoogstjaar, de uitvoering van specifieke contracten of het verrichten van bepaalde werkzaamheden zoals de verrijking of de verwerking van wijnbouwproducten. Bijgevolg dient voor elke situatie te worden gepreciseerd welk ontstaansfeit in aanmerking moet worden genomen.

(11)

In de sector melk en zuivelproducten moet bij de bepaling van het ontstaansfeit met zeer uiteenlopende situaties rekening worden gehouden waar het gaat om de steunbedragen zoals bedoeld in artikel 1, onder b), punten i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (10), in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder (11), in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2707/2000 van de Commissie van 11 december 2000 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van communautaire steun voor de verstrekking van melk en bepaalde zuivelproducten aan leerlingen in onderwijsinstellingen (12) en in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (13), en om de heffing zoals bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten (14). Derhalve dient het ontstaansfeit te worden vastgesteld met inachtneming van de specifieke kenmerken van elk van die situaties.

(12)

Voor de vervoerskosten zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (15) en in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder (16) moet het ontstaansfeit voor de wisselkoers afhankelijk zijn van de datum waarop de offertes in het kader van de inschrijvingen worden ingediend. Derhalve dient te worden bepaald dat dit ontstaansfeit plaatsvindt op de datum waarop de bevoegde autoriteit voor het betrokken vervoer een ontvankelijke offerte ontvangt.

(13)

De referentieprijs voor suiker en de minimumprijs voor quotumbieten zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (17), zijn nauw met elkaar verbonden en moeten voor een heel verkoopseizoen bij de marktdeelnemers bekend zijn. Hetzelfde geldt voor de eenmalige heffing op de extra suikerquota, de eenmalige heffing op de aanvullende isoglucosequota, de overschotheffing en de productieheffing zoals respectievelijk bedoeld in artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 3, artikel 15 en artikel 16 van Verordening (EG) nr. 318/2006. Daarom moet het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor deze prijzen en bedragen plaatsvinden op een datum vóór de oogst die zo dicht mogelijk bij die oogst ligt.

(14)

Voor de bedragen in verband met structuur- of milieumaatregelen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (18), en voor de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (19) goedgekeurde bedragen waarvoor de betalingen worden gefinancierd in het kader van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1698/2005 goedgekeurde programma's voor plattelandsontwikkeling, geldt dat het gaat om bedragen die zijn vastgesteld voor een verkoopseizoen of een kalenderjaar. Bijgevolg wordt het economische doel bereikt als het ontstaansfeit voor de wisselkoers wordt vastgesteld voor het betrokken jaar. Op basis van deze elementen dient te worden bepaald dat het ontstaansfeit plaatsvindt op 1 januari van het jaar waarin het besluit tot toekenning van de steun wordt genomen.

(15)

De in punt 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1433/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van financiële steun betreft (20) bedoelde forfaitaire bedragen, die bestemd zijn ter dekking van de overheadkosten die specifiek zijn gemoeid met de actiefondsen en de operationele programma's zoals bedoeld in de artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (21), worden bepaald voor een gegeven jaar. Derhalve dient te worden bepaald dat het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaatsvindt op 1 januari van het jaar waarop die kosten betrekking hebben.

(16)

Voor de overige prijzen en voor de met die prijzen verband houdende bedragen geldt dat het economische doel wordt bereikt wanneer de rechtshandeling plaatsvindt op basis waarvan die prijzen en bedragen worden bepaald. Het ontstaansfeit voor de wisselkoers moet echter ook verband houden met de boekhoud- of aangifteverplichtingen van de marktdeelnemers en van de lidstaten. Met het oog daarop en ter vereenvoudiging van het beheer is het wenselijk om voor alle prijzen en bedragen betreffende een bepaald type van verrichtingen gedurende een bepaalde periode één enkel ontstaansfeit vast te stellen op voorwaarde dat die verrichtingen niet te ver verwijderd zijn van het economische doel, en om daartoe de eerste dag in aanmerking te nemen van de maand waarin de betrokken rechtshandelingen plaatsvinden.

(17)

Wat voorschotten en zekerheden betreft, worden de te betalen bedragen of de gegarandeerde bedragen overeenkomstig de landbouwregelingen, en met name artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1290/2005, vastgesteld in euro. De voor deze bedragen geldende wisselkoers moet derhalve dicht liggen bij de datum waarop het voorschot wordt betaald of de zekerheid wordt gesteld. Bij gebruik van de zekerheden moet het bedrag ervan het ook mogelijk maken om het geheel te dekken van de risico's waarvoor deze zijn gesteld. Onder deze omstandigheden moet het ontstaansfeit voor de wisselkoers worden gebaseerd hetzij op de dag waarop het voorschotbedrag wordt vastgesteld of de zekerheid wordt gesteld, hetzij op de datum van betaling van een en ander.

(18)

In artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten (22) is bepaald dat, onverminderd de specifieke regels en ontstaansfeiten die zijn vastgesteld in de bijlagen bij die verordening of in de landbouwregelingen, de uitgaven die worden berekend op basis van in euro vastgestelde bedragen, en de uitgaven of de ontvangsten die in het kader van die verordening in de nationale valuta gebeuren, al naar gelang van het geval in de nationale valuta of in euro worden omgerekend op basis van de laatste wisselkoers die vóór het boekjaar waarin de verrichtingen in de rekeningen van het betaalorgaan worden opgenomen, door de Europese Centrale Bank is bepaald en dat deze wisselkoers eveneens geldt voor de boekingen met betrekking tot de verschillende specifieke gevallen zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, van die verordening. Derhalve dient naar die bepaling te worden verwezen.

(19)

Door de vaststelling, bij Verordening (EG) nr. 1290/2005, van een uniform ontstaansfeit voor de wisselkoers voor alle rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet, zijn bepaalde bij sectorale landbouwregelingen vastgestelde ontstaansfeiten nu achterhaald of in tegenspraak met dat uniforme ontstaansfeit, waarbij het met name gaat om ontstaansfeiten die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1003/81 van de Commissie van 10 april 1981 houdende vaststelling van het ontstaansfeit bij de verkoop van voorraden in het bezit van de interventiebureaus in de sectoren granen en rijst (23), Verordening (EEG) nr. 3749/86 van de Commissie van 9 december 1986 houdende vaststelling van het ontstaansfeit voor de berekening van de heffingen en restituties in de rijstsector (24), Verordening (EEG) nr. 1713/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van bijzondere voorschriften voor de toepassing van de landbouwomrekeningskoers in de suikersector (25), Verordening (EEG) nr. 1718/93 van de Commissie van 30 juni 1993 betreffende het ontstaansfeit voor de landbouwomrekeningskoers in de sector zaaizaad (26), Verordening (EEG) nr. 1756/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de voor de sector melk en zuivelproducten toe te passen ontstaansfeiten voor de landbouwomrekeningskoers (27), Verordening (EEG) nr. 1759/93 van de Commissie van 1 juli 1993 betreffende de ontstaansfeiten voor de in de sector rundvlees toe te passen omrekeningskoersen (28), Verordening (EEG) nr. 1785/93 van de Commissie van 30 juni 1993 betreffende de ontstaansfeiten voor de landbouwomrekeningskoersen voor agrarische textielgrondstoffen (29), Verordening (EEG) nr. 1793/93 van de Commissie van 30 juni 1993 betreffende het ontstaansfeit voor de landbouwomrekeningskoersen in de hopsector (30), Verordening (EG) nr. 3498/93 van de Commissie van 20 december 1993 tot vaststelling van de specifiek in de olijfoliesector toe te passen ontstaansfeiten (31), Verordening (EG) nr. 594/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van de ontstaansfeiten voor de sectoren verse groenten en fruit en verwerkte producten op basis van groenten en fruit (32) en Verordening (EG) nr. 383/2005 van de Commissie van 7 maart 2005 tot vaststelling van de ontstaansfeiten voor de wisselkoersen voor producten van de sector wijn (33).

(20)

Derhalve dienen de Verordeningen (EEG) nr. 1003/81, (EEG) nr. 3749/86, (EEG) nr. 1713/93, (EEG) nr. 1718/93, (EEG) nr. 1756/93, (EEG) nr. 1759/93, (EEG) nr. 1785/93, (EEG) nr. 1793/93, (EG) nr. 3498/93, (EG) nr. 594/2004 en (EG) nr. 383/2005 te worden ingetrokken.

(21)

De volgende verordeningen dienen te worden gewijzigd:

Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (34),

Verordening (EEG) nr. 3164/89 van de Commissie van 23 oktober 1989 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor hennepzaad (35),

Verordening (EEG) nr. 3444/90 van de Commissie van 27 november 1990 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor de particuliere opslag van varkensvlees (36),

Verordening (EEG) nr. 3446/90 van de Commissie van 27 november 1990 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees (37),

Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1766/92 en (EEG) nr. 1418/76 van de Raad wat de regelingen inzake de productierestituties in de sector granen respectievelijk rijst betreft (38),

Verordening (EEG) nr. 1858/93 van de Commissie van 9 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad ten aanzien van de regeling inzake compenserende steun voor verlies aan opbrengsten uit de afzet in de sector bananen (39),

Verordening (EEG) nr. 2825/93 van de Commissie van 15 oktober 1993 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de vaststelling en de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen betreft (40),

Verordening (EG) nr. 1905/94 van de Commissie van 27 juli 1994 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 399/94 van de Raad betreffende specifieke maatregelen voor krenten en rozijnen (41),

Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (42),

Verordening (EG) nr. 562/2000 van de Commissie van 15 maart 2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft (43),

Verordening (EG) nr. 907/2000 van de Commissie van 2 mei 2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de steun voor de particuliere opslag in de sector rundvlees betreft (44),

Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (45),

Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie van 5 februari 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (46),

Verordening (EG) nr. 2236/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (47),

Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten,

Verordening (EG) nr. 917/2004 van de Commissie van 29 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt (48),

Verordening (EG) nr. 382/2005 van de Commissie van 7 maart 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (49),

Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suike (50).

(22)

Er dient in de sector suiker, rekening houdende met de contracten die in dit verband tussen de bietenproducenten en de suikerproducenten zijn gesloten, voor de op de minimumprijs voor bieten toepasselijke wisselkoers ook te worden voorzien in een overgangsperiode voor het lopende verkoopseizoen 2006/2007.

(23)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONTSTAANSFEITEN VOOR DE WISSELKOERS

Artikel 1

Uitvoerrestituties en handelsverkeer met derde landen

1.   Voor in de communautaire landbouwregelgeving in euro vastgestelde restituties en in euro uitgedrukte prijzen en bedragen die moeten worden toegepast in het handelsverkeer met derde landen, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers de aanvaarding van de douaneaangifte.

2.   Voor de berekening van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarde van groenten en fruit met het oog op de bepaling van de in artikel 5 van die verordening bedoelde invoerprijs vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor de representatieve prijzen die worden gebruikt om die forfaitaire waarde en het bedrag van de in artikel 2, lid 3, van die verordening bedoelde vermindering te berekenen, plaats op de dag waarop de representatieve prijzen betrekking hebben.

Artikel 2

Productierestituties en specifieke steunbedragen

1.   Voor de productierestituties die in de communautaire regelgeving in euro zijn vastgesteld:

a)

vindt, in het geval dat bij die regelgeving een bestemming is voorgeschreven, het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de datum waarop wordt verklaard dat de producten die bestemming hebben bereikt;

b)

is het ontstaansfeit voor de wisselkoers in de gevallen waarin geen bestemming is voorgeschreven, de goedkeuring door het betaalorgaan van de aanvraag tot betaling van de restitutie.

2.   Voor verwerkingssteun, en met name in de hierna genoemde gevallen, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de datum waarop de producten door de verwerker worden overgenomen:

a)

de steun voor de verwerking van citrusvruchten en van groenten en fruit zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2202/96, respectievelijk artikel 2 en artikel 6 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2201/96;

b)

de in artikel 6 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde minimumprijs;

c)

de in de artikelen 4 bis en 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde minimumprijs en premie.

3.   Voor de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1786/2003 bedoelde steun voor gedroogde voedergewassen en de daarmee samenhangende bedragen vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop de gedroogde voedergewassen het verwerkingsbedrijf verlaten.

4.   Voor steun die wordt toegekend per hoeveelheid in de handel gebracht of op specifieke wijze te gebruiken product, is onverminderd de artikelen 4, 5 en 6 het ontstaansfeit voor de wisselkoers de eerste handeling die, nadat het product door de betrokken marktdeelnemer is overgenomen, een passend gebruik van het product garandeert en die met het oog op de toekenning van de steun verplicht is.

5.   Voor de steun voor particuliere opslag vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag waarvoor de steun wordt verleend binnen het kader van eenzelfde contract.

6.   Voor de andere steunbedragen dan die welke in het onderhavige artikel, leden 2, 3, 4 en 5, en in de artikelen 4 en 5 worden bedoeld, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen.

Artikel 3

Rechtstreekse betalingen

Voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 genoemde steunregelingen en het in artikel 12 van die verordening bedoelde extra steunbedrag vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de in artikel 45, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde datum.

Artikel 4

Prijzen, premies en steunbedragen in de sector wijn

1.   Wat de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde premie voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van het wijnoogstjaar waarin de betalingsaanvraag wordt ingediend.

Wat de in artikel 27, leden 9 en 11, en artikel 28, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde prijzen en steunbedragen betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van het wijnoogstjaar waarvoor de aankoopprijs wordt betaald.

Wat de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde financiële toewijzingen voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 juli voorafgaande aan het begrotingsjaar waarvoor de financiële toewijzingen worden vastgesteld.

2.   Wat de in artikel 29, leden 2 en 4, en artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde prijzen, steunbedragen en crisisdistillatiemaatregelen en de in artikel 69, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie (51) bedoelde minimumprijs betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van de maand waarin de eerste levering van wijn in het kader van een contract wordt verricht.

3.   Wat de in artikel 34, lid 1, en artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde steun betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van de maand waarin de eerste handeling voor de verrijking of verwerking van de wijnbouwproducten wordt verricht.

Artikel 5

Bedragen en betalingen in de sector melk en zuivelproducten

1.   Wat de in artikel 1, onder b), punt i), van Verordening (EG) nr. 1898/2005 bedoelde steun voor het gebruik van boter, boterconcentraat en room voor de vervaardiging van banketbakkerswerk en consumptie-ijs en de in artikel 1, onder b), punt ii), van die verordening bedoelde steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de uiterste datum voor de indiening van de offertes.

2.   Wat de in artikel 1, onder b), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1898/2005 bedoelde steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van de geldigheidsduur van de in artikel 75, lid 1, van die verordening bedoelde bon.

3.   Wat de in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop de ondermelk of het mageremelkpoeder in mengvoeder wordt verwerkt of waarop het mageremelkpoeder wordt gedenatureerd.

4.   Wat de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2707/2000 bedoelde steun voor de verstrekking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen in onderwijsinstellingen betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de eerste dag van de maand van de periode waarop de in artikel 11 van die verordening bedoelde steunaanvraag betrekking heeft.

5.   Voor de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 bedoelde steun voor ondermelk die tot caseïne of caseïnaten is verwerkt, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop de caseïne wordt of de caseïnaten worden vervaardigd.

6.   Voor de betaling van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 595/2004 bedoelde heffing voor een bepaald tijdvak van twaalf maanden in de zin van Verordening (EG) nr. 1788/2003 vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 april volgende op het betrokken tijdvak.

7.   Wat de in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2771/1999 en in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 214/2001 bedoelde vervoerskosten betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop de geldige offerte door de bevoegde autoriteit wordt ontvangen.

Artikel 6

Minimumprijs voor bieten, eenmalige heffing, overschotheffing en productieheffing in de sector suiker

Voor de minimumprijs voor bieten, de eenmalige heffing op de extra suikerquota, de eenmalige heffing op de aanvullende isoglucosequota, de overschotheffing en de productieheffing zoals bedoeld in respectievelijk artikel 5, artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 3, artikel 15 en artikel 16 van Verordening (EG) nr. 318/2006, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 oktober van het verkoopseizoen waarvoor de prijzen en bedragen worden toegepast of betaald.

Artikel 7

Bedragen in verband met structuur- of milieumaatregelen en overheadkosten voor operationele programma's

1.   Voor de bedragen zoals bedoeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 en voor de bedragen die verband houden met op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 goedgekeurde maatregelen waarvoor de betalingen aan de begunstigden ten laste komen van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1698/2005 goedgekeurde programma's voor plattelandsontwikkeling, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 januari van het jaar waarin het besluit tot toekenning van de steun wordt genomen.

Indien echter de betaling van de in de eerste alinea bedoelde bedragen op grond van communautaire voorschriften over verscheidene jaren wordt gespreid, vindt voor elk van de jaartranches het ontstaansfeit voor de toepasselijke wisselkoers plaats op 1 januari van het jaar waarvoor de betrokken tranche wordt betaald.

2.   Voor de in punt 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1433/2003 bedoelde forfaitaire bedragen die bestemd zijn ter dekking van de overheadkosten die specifiek zijn gemoeid met de actiefondsen en de operationele programma's zoals bedoeld in de artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 2200/96, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op 1 januari van het jaar waarop die kosten betrekking hebben.

Artikel 8

Andere bedragen en prijzen

Voor andere prijzen of bedragen dan die welke in de artikelen 1 tot en met 7 worden bedoeld, of met dergelijke andere prijzen verband houdende bedragen, uitgedrukt in euro in de communautaire regelgeving of uitgedrukt in euro in het kader van een inschrijvingsprocedure, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop een van de volgende rechtshandelingen wordt gesteld:

a)

wat aankopen betreft, wanneer de geldige offerte is ontvangen of, in de sector groenten en fruit, wanneer de producten worden overgenomen door de opslaghouder;

b)

wat verkopen betreft, wanneer het geldige bod is ontvangen of, in de sector groenten en fruit, wanneer de betrokken marktdeelnemer de producten overneemt;

c)

wat het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit betreft, de dag waarop de producten uit de markt worden genomen;

d)

wat kosten van vervoer, verwerking of openbare opslag en bedragen voor studies of promotieactiviteiten als onderdeel van een inschrijvingsprocedure betreft, de uiterste datum voor de indiening van offertes;

e)

wat de notering van prijzen, bedragen of offertes op de markt betreft, de dag waarvoor de prijs, het bedrag of de offerte wordt genoteerd;

f)

wat sancties wegens niet-naleving van landbouwregelgeving betreft, de datum van de akte waarbij de feiten zijn geconstateerd door de bevoegde autoriteit;

g)

wat omzetcijfers of bedragen in verband met productievolumes betreft, het begin van de in de landbouwregelgeving bepaalde referentieperiode.

Artikel 9

Betaling van voorschotten

Voor voorschotten is, indien het ontstaansfeit dat geldt voor de prijs of het bedrag waarop het voorschot betrekking heeft, reeds heeft plaatsgevonden wanneer het voorschot wordt betaald, dat ontstaansfeit het ontstaansfeit voor de wisselkoers en vindt in andere gevallen het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de datum waarop het voorschot in euro wordt vastgesteld, of, bij ontstentenis daarvan, op de datum waarop het voorschot wordt betaald.

Dat ontstaansfeit voor de wisselkoers wordt op voorschotten toegepast onverminderd de toepassing van het voor de volledige prijs of het volledige bedrag geldende ontstaansfeit op die prijs of dat bedrag.

Artikel 10

Zekerheden

Wat zekerheden betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de datum waarop de zekerheid wordt gesteld.

De volgende uitzonderingen zijn evenwel van toepassing:

a)

wat zekerheden in verband met voorschotten betreft, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers het voor het voorschotbedrag bepaalde ontstaansfeit indien dit ontstaansfeit reeds heeft plaatsgevonden wanneer de zekerheid wordt betaald;

b)

wat zekerheden in verband met de indiening van offertes betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de dag waarop de offerte wordt ingediend;

c)

wat zekerheden in verband met de uitvoering van offertes betreft, vindt het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaats op de sluitingsdatum van de inschrijving.

HOOFDSTUK II

WISSELKOERS

Artikel 11

Bepaling van de wisselkoers

Indien op grond van communautaire regelgeving een ontstaansfeit wordt vastgesteld, is de te gebruiken wisselkoers de koers die de Europese Centrale Bank laatstelijk heeft bepaald vóór de eerste dag van de maand waarin het ontstaansfeit plaatsvindt.

In de volgende gevallen moet evenwel de volgende wisselkoers worden gebruikt:

a)

in de in artikel 1, lid 1, bedoelde gevallen, waarin het ontstaansfeit voor de wisselkoers de aanvaarding van de douaneaangifte is, de in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (52) bedoelde koers;

b)

voor interventie-uitgaven in het kader van verrichtingen in verband met openbare opslag, de uit de toepassing van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 884/2006 voortvloeiende koers;

c)

voor de minimumprijs voor bieten zoals bedoeld in artikel 6, waarbij het ontstaansfeit voor de wisselkoers plaatsvindt op 1 oktober, de door de Europese Centrale Bank vastgestelde gemiddelde koers in de laatste maand vóór het ontstaansfeit.

HOOFDSTUK III

WIJZIGINGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2220/85

Artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 wordt vervangen door:

„Artikel 12

1.   Elke in artikel 1 bedoelde zekerheid wordt gesteld in euro.

2.   In afwijking van lid 1 wordt, wanneer de zekerheid in de nationale valuta wordt aanvaard in een lidstaat die niet tot de eurozone behoort, het in euro uitgedrukte zekerheidsbedrag van die lidstaat omgerekend in de desbetreffende valuta overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (53). De bij de zekerheid behorende verbintenis en het bedrag dat eventueel zou worden ingehouden in geval van een onregelmatigheid of een niet-naleving, blijven in euro vastgesteld.

Artikel 13

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3164/89

Artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3164/89 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de steun, is het in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (54) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 14

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3444/90

Artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3444/90 wordt vervangen door:

„Artikel 8

De ontstaansfeiten voor de wisselkoers die gelden voor de steun en voor de zekerheden, zijn die welke worden bedoeld in artikel 2, lid 5, respectievelijk artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (55).

Artikel 15

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3446/90

Artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3446/90 wordt vervangen door:

„Artikel 8

De ontstaansfeiten voor de wisselkoers die gelden voor de steun en voor de zekerheden, zijn die welke worden bedoeld in artikel 2, lid 5, respectievelijk artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (56).

Artikel 16

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1722/93

In artikel 6, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1722/93 wordt de tweede zin vervangen door:

„Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de restitutie, is het in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (57) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 17

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1858/93

Artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1858/93 wordt vervangen door:

„Artikel 11

Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de compenserende steun, is het in artikel 2, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (58) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 18

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2825/93

In artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De restitutievoet is die welke geldt op de dag waarop de granen onder controle worden geplaatst. Voor de hoeveelheden die worden gedistilleerd in elk van de fiscale distillatieperioden die volgen op de periode waarin de granen onder controle worden geplaatst, is de restitutievoet echter die welke geldt op de eerste dag van elke betrokken fiscale distillatieperiode.

Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de restitutie, is het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (59) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 19

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/94

In artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1905/94 wordt lid 8 vervangen door:

„8.   Voor de bedragen die worden vastgesteld in het kader van de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde acties, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers het in artikel 2, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (60) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 20

Wijziging van Verordening (EG) nr. 800/1999

De laatste alinea van artikel 6 en de tweede alinea van artikel 37, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999 worden vervangen door:

„Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de restitutie, is het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (61) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 21

Wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2000

Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 562/2000 wordt vervangen door:

„Artikel 19

Wisselkoers

De ontstaansfeiten voor de wisselkoers die gelden voor het bedrag en de prijzen zoals bedoeld in artikel 14, en voor de zekerheid zoals bedoeld in artikel 12, zijn die welke worden bedoeld in artikel 8, onder a), respectievelijk artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (62).

Artikel 22

Wijziging van Verordening (EG) nr. 907/2000

Artikel 13 van Verordening (EG) nr. 907/2000 wordt vervangen door:

„Artikel 13

De ontstaansfeiten voor de wisselkoers die gelden voor de steun en voor de zekerheden, zijn die welke worden bedoeld in artikel 2, lid 5, respectievelijk artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (63).

Artikel 23

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1291/2000

In artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt de tweede alinea geschrapt.

Artikel 24

Wijziging van Verordening (EG) nr. 245/2001

Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 245/2001 wordt vervangen door:

„Artikel 16

Ontstaansfeit

Voor elk van de in artikel 6, lid 2, bedoelde perioden is het ontstaansfeit dat de voor de omrekening van het voorschot en de verwerkingssteun voor de betrokken hoeveelheid te gebruiken wisselkoers van de euro bepaalt, het in artikel 2, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (64) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 25

Wijziging van Verordening (EG) nr. 2236/2003

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2236/2003 wordt geschrapt.

Artikel 26

Wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2004

Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 595/2004 wordt vervangen door:

„Artikel 14

Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dat geldt voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 595/2004 bedoelde betaling van de heffing, is het in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (65) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 27

Wijziging van Verordening (EG) nr. 917/2004

Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 917/2004 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Wat de in artikel 3 bedoelde bedragen betreft, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers van de euro hetzelfde als het in artikel 7, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie (66) bedoelde ontstaansfeit.

Artikel 28

Wijziging van Verordening (EG) nr. 382/2005

Artikel 22 van Verordening (EG) nr. 382/2005 wordt geschrapt.

Artikel 29

Wijziging van Verordening (EG) nr. 967/2006

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 967/2006 wordt geschrapt.

Artikel 30

Intrekking

De Verordeningen (EEG) nr. 1003/81, (EEG) nr. 3749/86, (EEG) nr. 1713/93, (EEG) nr. 1718/93, (EEG) nr. 1756/93, (EEG) nr. 1759/93, (EEG) nr. 1785/93, (EEG) nr. 1793/93, (EG) nr. 3498/93, (EG) nr. 2808/98, (EG) nr. 594/2004 en (EG) nr. 383/2005 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen concordantietabel.

Artikel 31

Overgangsregeling in de sector suiker

Wat de omrekening in nationale valuta betreft van de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde minimumprijs voor bieten in de lidstaten die niet tot de eurozone behoren, gelden voor het verkoopseizoen 2006/2007 de voorschriften van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1713/93.

Artikel 32

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.

(2)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 36. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2005 (PB L 172 van 5.7.2005, blz. 76).

(3)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).

(4)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(5)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).

(6)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 583/2004 (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).

(7)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1405/2006 (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

(8)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

(9)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).

(10)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1474/2006 (PB L 275 van 6.10.2006, blz. 44).

(11)  PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2006 (PB L 288 van 19.10.2006, blz. 21).

(12)  PB L 311 van 12.12.2000, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 943/2006 (PB L 173 van 27.6.2006, blz. 9).

(13)  PB L 279 van 11.10.1990, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1487/2006 (PB L 278 van 10.10.2006, blz. 8).

(14)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 22. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1468/2006 (PB L 274 van 5.10.2006, blz. 6).

(15)  PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1474/2006 (PB L 275 van 6.10.2006, blz. 44).

(16)  PB L 37 van 7.2.2001, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).

(17)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1585/2006 van de Commissie (PB L 294 van 25.10.2006, blz. 19).

(18)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1463/2006 (PB L 277 van 9.10.2006, blz. 1).

(19)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(20)  PB L 203 van 12.8.2003, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 576/2006 (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 4).

(21)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(22)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 35.

(23)  PB L 100 van 11.4.1981, blz. 11.

(24)  PB L 348 van 10.12.1986, blz. 32.

(25)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 94. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1509/2001 (PB L 200 van 25.7.2001, blz. 19).

(26)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 103.

(27)  PB L 161 van 2.7.1993, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 569/1999 (PB L 70 van 17.3.1999, blz. 12).

(28)  PB L 161 van 2.7.1993, blz. 59.

(29)  PB L 163 van 6.7.1993, blz. 9.

(30)  PB L 163 van 6.7.1993, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1410/1999 (PB L 164 van 30.6.1999, blz. 53).

(31)  PB L 319 van 21.12.1993, blz. 20.

(32)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 17.

(33)  PB L 61 van 8.3.2005, blz. 20.

(34)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 673/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 17).

(35)  PB L 307 van 24.10.1989, blz. 22. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3587/92 (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 26).

(36)  PB L 333 van 30.11.1990, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 851/2003 (PB L 123 van 17.5.2003, blz. 7).

(37)  PB L 333 van 30.11.1990, blz. 39. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1641/2001 (PB L 217 van 11.8.2001, blz. 3).

(38)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1950/2005 (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 18).

(39)  PB L 170 van 13.7.1993, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 789/2005 (PB L 132 van 26.5.2005, blz. 13).

(40)  PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1633/2000 (PB L 187 van 26.7.2000, blz. 29).

(41)  PB L 194 van 29.7.1994, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 94/2002 (PB L 17 van 19.1.2002, blz. 20).

(42)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 671/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 5).

(43)  PB L 68 van 16.3.2000, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1067/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 60).

(44)  PB L 105 van 3.5.2000, blz. 6.

(45)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

(46)  PB L 35 van 6.2.2001, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 873/2005 (PB L 146 van 10.6.2005, blz. 3).

(47)  PB L 339 van 24.12.2003, blz. 45. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1950/2005 (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 18).

(48)  PB L 163 van 30.4.2004, blz. 83. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1484/2004 (PB L 273 van 21.8.2004, blz. 5).

(49)  PB L 61 van 8.3.2005, blz. 4. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 432/2006 (PB L 79 van 16.3.2006, blz. 12).

(50)  PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22.

(51)  PB L 194 van 31.7.2000, blz. 45.

(52)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(53)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(54)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(55)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(56)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(57)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(58)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(59)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(60)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(61)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(62)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(63)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(64)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(65)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”

(66)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.”


BIJLAGE

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 1003/81

Artikel 1

Artikel 8

Verordening (EEG) nr. 3749/86

Artikel 1

Artikel 8

Verordening (EEG) nr. 1713/93

Artikel 1

Artikel 6

Bijlage I.I

Artikel 8, onder a)

Bijlage I.II

Artikel 8, onder b)

Bijlage I.III

Bijlage I.IV

Bijlage I.V

Bijlage I.VI

Bijlage I.VII

Bijlage I.VIII

Bijlage I.IX

Bijlage I.X

Bijlage I.XII

Bijlage I.XIII

Bijlage I.XIV

Artikel 1

Bijlage I.XV

Artikel 10

Bijlage I.XVI

Verordening (EEG) nr. 1718/93

Artikel 1

Artikel 3

Verordening (EEG) nr. 1756/93

Artikel 1, lid 1

Artikel 2, lid 5

Artikel 1, lid 2

Artikel 10

Artikel 1, lid 3

Artikel 5

Bijlage, deel B III, punt 1.

Artikel 5, lid 1

Bijlage, deel B III, punt 5, onder A

Artikel 5, lid 2

Bijlage, deel C III, punt 3

Artikel 5, lid 3

Bijlage, deel D, punt 4

Artikel 5, lid 4

Bijlage, deel D, punt 6

Artikel 5, lid 5

Verordening (EEG) nr. 1759/93

Artikel 1, lid 1

Artikel 8, onder a)

Artikel 1, leden 2, 4, 5, 6 en 7

Artikel 10

Artikel 1, lid 3

Artikel 8, onder b)

Verordening (EEG) nr. 1785/93

Artikel 1

Artikel 3

Verordening (EEG) nr. 1793/93

Artikel 1

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 3498/93

Artikel 1

Artikel 3

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 2808/98

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 11

Artikel 2

Artikel 1, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 8, onder a), b) en c)

Artikel 3, lid 2

Artikel 2, lid 4

Artikel 3, lid 3

Artikel 2, lid 5

Artikel 4, lid 1

Artikel 3

Artikel 4, lid 2

Artikel 7

Artikel 4, lid 3

Artikel 5, lid 1

Artikel 8, onder d)

Artikel 5, lid 2

Artikel 8, onder e)

Artikel 5, lid 3

Artikel 9

Artikel 5, lid 4

Artikel 10

Artikelen 6 tot en met 15

Verordening (EG) nr. 594/2004

Artikel 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 3, lid 1

Artikel 8, onder c)

Artikel 3, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 4

Artikel 8, onder c)

Artikel 5, lid 1

Artikel 1, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 5, lid 3

 

Artikel 6

Artikel 1, lid 1

Artikel 7

Artikel 2, lid 2

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, onder a)

Artikel 8, lid 2

Artikel 2, lid 5

Artikel 8, lid 3

Artikel 8, onder b)

Artikel 8, lid 4

Artikel 10, onder b)

Artikel 9

Artikel 1, lid 1

Artikel 10

Artikel 2, lid 2

Verordening (EG) nr. 383/2005

Artikel 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 2, lid 2

Artikel 4, lid 1

Artikel 2, lid 3

Artikel 4, lid 2

Artikel 2, lid 4

Artikel 4, lid 2

Artikel 2, lid 5

Artikel 4, lid 2

Artikel 2, lid 6

Artikel 4, lid 3

Artikel 2, lid 7

Artikel 4, lid 3


Top