EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005E0888

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/888/GBVB van de Raad van 12 december 2005 betreffende specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die verdacht worden van betrokkenheid bij de moord op voormalig premier van Libanon Rafiq Hariri

OJ L 327, 14.12.2005, p. 26–27 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 175M, 29.6.2006, p. 191–192 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 18 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Romanian: Chapter 18 Volume 004 P. 141 - 143
Special edition in Croatian: Chapter 18 Volume 006 P. 54 - 55

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 16/02/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2005/888/oj

14.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/26


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2005/888/GBVB VAN DE RAAD

van 12 december 2005

betreffende specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die verdacht worden van betrokkenheid bij de moord op voormalig premier van Libanon Rafiq Hariri

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 oktober 2005 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1636 (2005) (hierna „UNSCR 1636 (2005)” genoemd) aangenomen, waarin het rapport wordt aanvaard van de internationale VN-onderzoekscommissie onder leiding van de heer Detlev Mehlis (hierna „de onderzoekscommissie” genoemd) betreffende de terroristische bomaanslag van 14 februari 2005 in Beiroet in Libanon waarbij 23 personen omkwamen, onder wie voormalig premier van Libanon Rafiq Hariri, en tientallen mensen verwondingen opliepen.

(2)

UNSCR 1636 (2005) legt maatregelen op om te verhinderen dat personen die door het bij lid 3, onder b), van Resolutie 1636 (2005) ingestelde Comité van de Veiligheidsraad (hierna „het Comité” genoemd) geregistreerd zijn als verdacht van betrokkenheid bij het plannen, financieren, organiseren of plegen van de terroristische bomaanslag, het grondgebied van de lidstaten binnenkomen of er doorheen reizen, alsmede maatregelen om hun tegoeden en economische middelen te bevriezen.

(3)

De Raad heeft op 7 november 2005 conclusies betreffende Syrië en Libanon aangenomen. De Raad betreurde dat Syrië het onderzoeksteam duidelijk geen volledige medewerking heeft verleend en riep Syrië op onvoorwaardelijk mee te werken met de onderzoekers.

(4)

Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in de bijlage bij dit gemeenschappelijk standpunt genoemde natuurlijke personen te beletten.

2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn hun eigen onderdanen te beletten het grondgebied binnen te komen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Comité vooraf per geval bepaalt dat dergelijke reizen gerechtvaardigd zijn om humanitaire redenen, met inbegrip van religieuze voorschriften, of wanneer het Comité concludeert dat een vrijstelling zou bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van UNSCR 1636 (2005).

4.   Wanneer een lidstaat krachtens lid 3 en overeenkomstig de bevindingen van het Comité een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage genoemde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor zij is verleend en voor de personen waarop zij betrekking heeft.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die gehouden worden door, in bezit zijn of onder beheer staan van de in de bijlage genoemde natuurlijke personen of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap direct of indirect berust bij die personen of bij personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, een en ander zoals vermeld in de bijlage, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect aan of ten behoeve van de in de bijlage genoemde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Mits zij zijn goedgekeurd door het Comité, kunnen er uitzonderingen worden gemaakt voor tegoeden en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen.

4.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van rente of andere inkomsten op die rekeningen, mits deze rente of andere inkomsten onder lid 1 blijven vallen.

Artikel 3

1.   De lidstaten zorgen er conform het toepasselijke recht voor dat indien een in de bijlage opgenomen natuurlijke persoon op hun grondgebied wordt aangetroffen, die persoon desgewenst beschikbaar is voor verhoor door de onderzoekscommissie.

2.   De lidstaten verlenen conform het toepasselijke recht hun volledige medewerking aan internationaal onderzoek betreffende de tegoeden of economische middelen of financiële transacties van in de bijlage genoemde personen of entiteiten, onder meer door het delen van financiële informatie.

Artikel 4

De Raad stelt de lijst van betrokken personen en met hen verbonden entiteiten en personen in de bijlage vast en implementeert eventuele wijzigingen daarvan op basis van de bevindingen van het Comité.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van zijn vaststelling.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. STRAW


BIJLAGE

Lijst van natuurlijke personen en entiteiten als bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3

(De lijst zal worden opgesteld nadat de personen en entiteiten zijn geregistreerd door het Comité ingesteld bij lid 3, onder b), van UNSCR 1636 (2005))


Top