EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003E0319

Gemeenschappelijk Standpunt 2003/319/GBVB van de Raad van 8 mei 2003betreffende steun van de Europese Unie voor de uitvoering van de staakt-hetvuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/203/GBVB

OJ L 115, 9.5.2003, p. 87–89 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Estonian: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Latvian: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Lithuanian: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Hungarian Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Maltese: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Polish: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Slovak: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113
Special edition in Slovene: Chapter 18 Volume 002 P. 111 - 113

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/02/2005; opgeheven door 32005E0082

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2003/319/oj

32003E0319

Gemeenschappelijk Standpunt 2003/319/GBVB van de Raad van 8 mei 2003betreffende steun van de Europese Unie voor de uitvoering van de staakt-hetvuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/203/GBVB

Publicatieblad Nr. L 115 van 09/05/2003 blz. 0087 - 0089


Gemeenschappelijk Standpunt 2003/319/GBVB van de Raad

van 8 mei 2003

betreffende steun van de Europese Unie voor de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/203/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europese Unie is van oordeel dat een duurzame vrede in de Democratische Republiek Congo kan worden bereikt door een via onderhandelingen tot stand gekomen en voor alle partijen billijke vredesregeling, door eerbiediging van de territoriale integriteit en de nationale soevereiniteit van de Democratische Republiek Congo en van de democratische beginselen en de mensenrechten in alle staten van de regio, alsook van de beginselen inzake goed nabuurschap en niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden, rekening houdend met de veiligheidsbelangen van de Democratische Republiek Congo en haar buurlanden.

(2) Op 10 juli 1999 is de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka ondertekend door de Democratische Republiek Congo, Angola, Namibië, Rwanda, Oeganda, Zimbabwe, en achteraf door de "Mouvement pour la Libération du Congo" en het "Rassemblement Congolais pour la Démocratie". Daarna volgden het akkoord van Pretoria tussen de Democratische Republiek Congo en Rwanda, ondertekend op 30 juli 2002, het akkoord van Luanda tussen de Democratische Republiek Congo en Oeganda, ondertekend op 6 september 2002, en de akkoorden van Pretoria in het kader van de inter-Congolese dialoog, ondertekend respectievelijk op 17 december 2002 en 6 maart 2003.

(3) De Europese Raad van Laken heeft op 15 december 2001 zijn volle steun aan de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka bevestigd.

(4) De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft de Resoluties 1234 (1999), 1258 (1999), 1291 (2000), 1304 (2000), 1332 (2000), 1341 (2001), 1355 (2001), 1376 (2001), 1399 (2002), 1417 (2002), 1445 (2002), 1457 (2003) en 1468 (2003) aangenomen.

(5) Gemeenschappelijk Standpunt 2001/203/GBVB van de Raad van 11 maart 2003 betreffende steun van de Europese Unie voor de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo(1) moet worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Dit gemeenschappelijk standpunt heeft ten doel de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka, de diverse vredesakkoorden die zowel intern als internationaal in de loop van 2002 en op 6 maart 2003 tot stand zijn gekomen, de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en het alomvattende lopende vredesproces in de Democratische Republiek Congo te ondersteunen.

Artikel 2

De Europese Unie zal de maatregelen van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie ter ondersteuning van de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka, het akkoord van Pretoria (juli 2002), het akkoord van Luanda (september 2002), de akkoorden van Pretoria in het kader van de inter-Congolese dialoog (respectievelijk december 2002 en maart 2003), alsook van de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad steunen, en nauw samenwerken met deze organisaties en met de andere betrokken actoren van de internationale gemeenschap bij de uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 3

De Europese Unie zal blijven ijveren voor een strikte naleving van de staakt-het-vuren-overeenkomst tussen de ondertekenaars van Lusaka en daartoe de VN-missie in de Democratische Republiek Congo (MONUC) en de Gemengde Militaire Commissie (GMC) blijven steunen. De Europese Unie herinnert eraan dat zij ingenomen is met de terugtrekking van vreemde troepen uit de Democratische Republiek Congo in aansluiting op het akkoord van Pretoria (juli 2002) en het akkoord van Luanda (september 2002), en zij zal verzoeken om de volledige terugtrekking van alle vreemde troepen uit de Democratische Republiek Congo overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst van Lusaka, de akkoorden van Pretoria en Luanda, de besluiten die op grond daarvan zijn genomen, en de toepasselijke resoluties van de Veiligheidsraad op de uitvoering waarvan op passende wijze controle wordt uitgeoefend door de MONUC.

Artikel 4

De Europese Unie is van oordeel dat de vredesakkoorden tussen de Democratische Republiek Congo en Rwanda (juli 2002) en tussen de Democratische Republiek Congo en Oeganda (september 2002) een belangrijke stap vormen voor de normalisering van de betrekkingen tussen de ondertekenaars en voor het herstel van duurzame vrede in het gebied van de Grote Meren. De Europese Unie is van oordeel dat de volledige uitvoering van deze akkoorden absoluut noodzakelijk is en dat dit dient te geschieden met dezelfde constructieve instelling die heeft geleid tot de alomvattende akkoorden, en zij zal alle partijen oproepen geen steun te verlenen aan lokale groeperingen die tegen deze akkoorden gekant zijn.

Artikel 5

De Europese Unie zal zich beijveren voor een snelle uitvoering van het proces inzake ontwapening, demobilisatie, repatriëring, herintegratie en hervestiging (DDRRR) van de strijders van de gewapende groepen, rekening houdend met het verschil dat moet worden gemaakt tussen buitenlandse en Congolese groepen, waarin de overeenkomst van Lusaka en de akkoorden van Pretoria voorzien en dat een essentieel element vormt van de terugkeer naar vrede in de regio. Zij zal eraan herinneren dat dit proces op vrijwillige basis moet plaatsvinden, met de medewerking van alle ondertekenaars van de overeenkomst van Lusaka, en moet kunnen worden ondersteund door een gecoördineerde actie van de internationale gemeenschap. Zij zal steun verlenen aan het optreden van de MONUC, het TPVM (verificatiemechanisme door derden) en de GMC, waarin de toepasselijke resoluties van de Veiligheidsraad, de overeenkomst van Lusaka en het akkoord van Pretoria (juli 2002) voorzien. De Europese Unie zal verdere steun aanbieden aan het proces van ontwapening, demobilisatie, repatriëring, reïntegratie en hervestiging met passende maatregelen, in het bijzonder door middel van steun aan het meerlandenprogramma voor demobilisatie en reïntegratie (MDRP) voor het gebied van de Grote Meren.

De Europese Unie zal de stappen steunen die de regering van de Democratische Republiek Congo heeft ondernomen om samen te werken met het Internationaal Tribunaal voor Rwanda, en zal het land oproepen dit te blijven doen.

Artikel 6

De Europese Unie bevestigt dat zij steun zal verlenen aan het algemene en alomvattende akkoord betreffende de overgang in de Democratische Republiek Congo, dat op 17 december 2002 in Pretoria is ondertekend, het akkoord van Pretoria van 6 maart 2003 betreffende de instelling van de overgang, alsmede het memorandum over de veiligheid en het leger, in het kader van de inter-Congolese dialoog. De Europese Unie zal er bij de ondertekenende partijen op aandringen de bepalingen van deze akkoorden te goeder trouw uit te voeren en samen te werken voor de vorming van een alomvattende nationale overgangsregering die het land moet leiden tot de eerste democratische verkiezingen met het oog op het spoedige en volledige herstel van de parlementaire democratie die essentieel is om een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling van het land te waarborgen. De Europese Unie zal klaar zijn om de uitvoering van deze akkoorden te ondersteunen. De Europese Unie zal haar volledige steun verlenen aan de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor de inter-Congolese dialoog. De Europese Unie bevestigt nogmaals haar bereidheid om de overgang te steunen, zodra de instellingen daartoe opgericht zijn, met projecten die met name zijn gericht op hulp aan de bevolking, versterking van de staatsstructuren, economische heropbouw van het land en DDRRR-projecten. In dit verband zal de Europese Unie onderstrepen dat het belangrijk is zich te houden aan de overeenkomsten tussen de Democratische Republiek Congo en de internationale financiële instellingen, in het bijzonder aan de overeenkomst betreffende armoedebestrijding en groeibevordering (PRGF) tussen de regering van de Democratische Republiek Congo en het Internationale Monetaire Fonds.

Artikel 7

De Europese Unie zal een oproep doen om onmiddellijk een einde te maken aan gewapende conflicten en geweld in alle delen van de Democratische Republiek Congo. De Europese Unie veroordeelt ten stelligste de wreedheden die recent zijn begaan in het oosten van het land, met name in de Ituri-regio. Zij die hiervoor verantwoordelijk zijn moeten voor de rechter worden gebracht. De Europese Unie wijst erop dat het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van toepassing is op alle genocidedaden, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven die zijn begaan op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo na de inwerkingtreding van het statuut (1 juli 2002). De Europese Unie zal aandringen op de volledige terugtrekking van buitenlandse troepen uit de Ituri-regio, alsook op versnelde DDRRR, de volledige uitvoering van het mandaat van de MONUC en vredesopbouwende inspanningen, hetgeen van vitaal belang is om een bepaalde graad van stabiliteit in de regio van Ituri en Kivu te bereiken. De Europese Unie zal alle groeperingen in de Ituri-regio oproepen om een einde te maken aan het conflict aldaar, en zal alle partijen verzoeken om volledig mee te werken aan de instelling van de Ituri-pacificatiecommissie (IPC). De Europese Unie zal tevens verzoeken om de opneming in de IPC van die groeperingen in de regio die deze commissie nog niet steunen. De Europese Unie is van oordeel dat de IPC gemakkelijker tot een overeenkomst zal komen onder een neutraal voorzitterschap en in geval van een volledige terugtrekking van vreemde troepen. De Europese Unie zal de regeringen van de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Oeganda oproepen al hun invloed aan te wenden om een einde te maken aan de spanningen en om ervoor te zorgen dat in de Ituri-regio de voorwaarden tot stand worden gebracht waaronder het akkoord van Luanda (september 2002) met succes kan worden uitgevoerd. De Europese Unie neemt nota van de daartoe strekkende recente wijziging van de Luandaovereenkomst, gedaan te Dar es Salaam in februari 2003, en zal overeenkomstig Resolutie 1468 (2003) van de Verenigde Naties de regering van Oeganda oproepen zich te houden aan haar toezegging om haar troepen onverwijld terug te trekken.

Artikel 8

De Europese Unie veroordeelt de illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen, één van de oorzaken en gevolgen van vier jaar oorlog, en één van de factoren die het conflict doen aanslepen, zoals blijkt uit het recente, door een groep deskundigen opgestelde VN-verslag over de illegale exploitatie van natuurlijke en andere rijkdommen in de Democratische Republiek Congo. De Europese Unie roept alle staten op de gepaste conclusies uit de bevindingen van de groep deskundigen te trekken en roept alle betrokken staten ook op de noodzakelijke maatregelen te nemen. De Europese Unie ondersteunt het bij Resolutie 1457 (2003) van de VN-Veiligheidsraad overeengekomen optreden dat moet helpen een einde te maken aan dergelijke exploitatie. De Europese Unie is bereid om met de groep samen te werken zodat zij haar nieuwe mandaat kan uitvoeren.

Artikel 9

Gelet op de in artikel 6 opgenomen voorwaarden, zal de Europese Unie zorgen voor een gepast niveau van ontwikkeling van en humanitaire hulp aan de Democratische Republiek Congo, en zal zij haar steun verlenen aan de overgangsregering bij de wederopbouw en de ontwikkeling van dit land, en er daarbij op toezien dat deze alle Congolezen en regio's van de Democratische Republiek Congo ten goede komt en op een dynamische en proactieve manier aan het vredesproces bijdraagt door het herstel van de Congolese staat, het behoorlijk bestuur, de verbetering van de economische situatie en de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen. De Raad neemt er nota van dat de Commissie voornemens is zich te blijven inspannen om de bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken.

Artikel 10

Bij de samenwerking van de Europese Unie met de landen van de regio die bij de Congolese crisis betrokken zijn, zal rekening worden gehouden met de inspanningen van deze landen om de staakt-het-vuren-overeenkomst, de vredesakkoorden en de resoluties van de VN-Veiligheidsraad als bedoeld in artikel 2 uit te voeren.

Artikel 11

De Europese Unie zal steun blijven verlenen aan het op de overeenkomst van Arusha gestoelde Burundese vredesproces, waarvan het welslagen gekoppeld is aan de oplossing van de Congolese crisis en dat als dusdanig de vrede en de stabiliteit in het gebied van de Grote Meren kan bevorderen. De Europese Unie zal de bijeenkomst steunen van een internationale conferentie over vrede, veiligheid, democratie en ontwikkeling in het gebied van de Grote Meren, zodra het verloop van de vredesprocessen van Lusaka en Arusha dat mogelijk maakt en de betrokken landen daartoe besluiten.

Artikel 12

De Europese Unie behoudt zich het recht voor activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en de latere akkoorden te wijzigen of te beëindigen indien de partijen de voorwaarden van de overeenkomst niet in acht nemen.

Artikel 13

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/203/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 14

De uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt zal geregeld worden bezien, met name om rekening te houden met de ontwikkelingen in het vredesproces van de Democratische Republiek Congo.

Artikel 15

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het wordt herzien in het licht van de ontwikkelingen in de regio. In ieder geval zal een nieuw besluit worden genomen vóór 8 mei 2004.

Artikel 16

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 mei 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Chrisochoïdes

(1) PB L 68 van 12.3.2003, blz. 1.

Top