EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R1206R(04)

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001)

OJ L 324, 30.11.2016, p. 19–19 (ES, DE, NL)
OJ L 324, 30.11.2016, p. 19–20 (FR)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/1206/corrigendum/2016-11-30/oj

30.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 324/19


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken

( Publicatieblad van de Europese Unie L 174 van 27 juni 2001 )

Bladzijde 4, artikel 8, lid 1:

in plaats van:

„1.   Indien een verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat het niet alle in artikel 5 bedoelde gegevens bevat, stelt het aangezochte gerecht …”,

lezen:

„1.   Indien een verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat het niet alle in artikel 4 bedoelde gegevens bevat, stelt het aangezochte gerecht …”.

Bladzijde 8, artikel 22, eerste lid:

in plaats van:

„Uiterlijk op 1 juli 2003 deelt elke lidstaat de Commissie het volgende mee:

1)

de lijst met gegevens overeenkomstig artikel 2, lid 2, met vermelding van de territoriale en, voor zover van toepassing, de bijzondere bevoegdheid van de gerechten;

2)

de namen en adressen van de centrale organen en bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 4, met vermelding van hun territoriale bevoegdheid;

3)

de technische middelen voor de ontvangst van verzoeken waarover de in artikel 2, lid 2, bedoelde gerechten beschikken;

4)

de talen waarin het verzoek kan worden gesteld zoals bepaald in artikel 5.”,

lezen:

„Uiterlijk op 1 juli 2003 deelt elke lidstaat de Commissie het volgende mee:

a)

de lijst met gegevens overeenkomstig artikel 2, lid 2, met vermelding van de territoriale en, voor zover van toepassing, de bijzondere bevoegdheid van de gerechten;

b)

de namen en adressen van de centrale organen en bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 4, met vermelding van hun territoriale bevoegdheid;

c)

de technische middelen voor de ontvangst van verzoeken waarover de in artikel 2, lid 2, bedoelde gerechten beschikken;

d)

de talen waarin het verzoek kan worden gesteld zoals bepaald in artikel 5.”.


Top