EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0032

2001/32/EG: Beschikking van de Commissie van 20 december 2000 inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 2000, in de financiering van een programma voor de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3993)

OJ L 8, 12.1.2001, p. 47–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/32(1)/oj

32001D0032

2001/32/EG: Beschikking van de Commissie van 20 december 2000 inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 2000, in de financiering van een programma voor de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3993)

Publicatieblad Nr. L 008 van 12/01/2001 blz. 0047 - 0052


Beschikking van de Commissie

van 20 december 2000

inzake de bijdrage van de Gemeenschap, voor 2000, in de financiering van een programma voor de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3993)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2001/32/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/1999(2), en met name op artikel 11, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Beschikking 93/522/EEG van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/633/EG(4), is bepaald welke maatregelen in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap in het kader van de programma's voor de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, alsmede op de Azoren en op Madeira.

(2) In verband met de specifieke teeltomstandigheden is in de Franse overzeese departementen een bijzondere aanpak vereist. Voor deze regio's dienen maatregelen in de sector plantaardige producten te worden vastgesteld, in het bijzonder op fytosanitair gebied, respectievelijk bestaande regelingen te worden verbeterd.

(3) Met de maatregelen of de verbetering van de bestaande regelingen op fytosanitair gebied zijn aanzienlijke kosten gemoeid.

(4) De bevoegde Franse autoriteiten hebben bij de Commissie een programma met dergelijke maatregelen ingediend. In dat programma zijn, met het oog op een eventuele bijdrage van de Gemeenschap in de financiering ervan, met name het doel, de aard, de duur en de kosten ervan vermeld.

(5) De Gemeenschap kan een financiële bijdrage verlenen van ten hoogste 60 % van de subsidiabele uitgaven, maar maatregelen ter bescherming van de bananenteelt zijn van financiering uitgesloten.

(6) De maatregelen in het voorliggende programma mogen niet dezelfde zijn als die welke op het gebied van de gewasbescherming in de Franse overzeese departementen zijn opgenomen in de enkelvoudige programmeringsdocumenten voor de periode 2000-2006 overeenkomstig de Verordeningen van de Raad (EG) nr. 1257/1999 en (EG) nr. 1260/1999(5).

(7) De maatregelen in het onderhavige programma mogen niet dezelfde zijn als die in het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

(8) Aan de hand van de door Frankrijk verstrekte technische gegevens heeft het Permanent Plantenziektekundig Comité de toestand nauwkeurig en volledig kunnen onderzoeken.

(9) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage voor het door Frankrijk voor 2000 ingediende officiële programma voor de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen.

Artikel 2

Het officiële programma bestaat uit drie deelprogramma's:

1. een deelprogramma voor het departement Guadeloupe, dat de volgende vijf onderdelen omvat:

- proefstation;

- mobiele fytosanitaire adviesdienst ("labo vert");

- bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, met name Acromyrmex octospinosus;

- bestrijding van bodempathogenen met biologische meststoffen op meloenen;

- residuen van bestrijdingsmiddelen in groenten en fruit;

2. een deelprogramma voor het departement Guyana, dat de volgende drie onderdelen omvat:

- diagnostiek en goede landbouwmethoden;

- afvalinzameling en bestrijdingsmiddelenopslag;

- ontwikkeling van biologische bestrijdingsmethoden;

3. een deelprogramma voor het departement Martinique, dat de volgende twee onderdelen omvat:

- fytosanitaire beoordeling en diagnostiek;

- ontwikkeling van biologische bestrijding.

Artikel 3

In 2000 bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van het door Frankrijk ingediende programma 60 % van de uitgaven voor de subsidiabele maatregelen die door de Commissie zijn vastgesteld bij Beschikking 93/522/EEG, met een maximum van 437722 EUR (exclusief BTW).

Het financieringsschema is opgenomen als bijlage I bij deze beschikking.

Artikel 4

Aan Frankrijk wordt een voorschot van 200000 EUR verstrekt.

Artikel 5

De bijdrage van de Gemeenschap betreft de uitgaven voor in het kader van dit programma uitgevoerde subsidiabele maatregelen waarvoor Frankrijk tussen 1 oktober en 31 december 2000 de financiële middelen heeft vastgelegd. De betalingen met betrekking tot deze maatregelen moeten uiterlijk op 30 september 2001 zijn verricht; bij niet-gerechtvaardigde overschrijding van deze termijn, vervalt het recht op de bijdrage van de Gemeenschap.

Wanneer een verlenging van de betalingstermijn noodzakelijk is, moet de bevoegde instantie daartoe vóór de afloop van deze termijn een met redenen omklede aanvraag indienen.

Artikel 6

De bepalingen inzake de financiering van het programma, de bepalingen inzake de inachtneming van het beleid van de Gemeenschap op de verschillende terreinen en de bepalingen met betrekking tot de door Frankrijk aan de Commissie te verstrekken gegevens zijn opgenomen in bijlage II.

Artikel 7

Overheidsopdrachten voor investeringen in het kader van het in deze beschikking bedoelde programma worden gegund overeenkomstig de communautaire regelgeving.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 20 december 2000.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 356 van 24.12.1991, blz. 1.

(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(3) PB L 251 van 8.10.1993, blz. 35.

(4) PB L 283 van 5.11.1996, blz. 58.

(5) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

BIJLAGE I

FINANCIERINGSSCHEMA VOOR 2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

I. BEPALINGEN INZAKE DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA

A. BEPALINGEN VOOR DE FINANCIËLE UITVOERING

1. Het ligt in de bedoeling van de Commissie om het programma uit te voeren in nauwe samenwerking met de voor het programma bevoegde autoriteiten die hieronder worden genoemd.

Betalingsverplichtingen en betalingen

2. Frankrijk garandeert dat alle overheidsinstanties of particuliere ondernemingen die betrokken zijn bij het beheer of de uitvoering van de maatregelen die de Gemeenschap cofinanciert, een adequate boekhouding voeren, zodat de Gemeenschap en de nationale controleautoriteiten de uitgaven gemakkelijk kunnen controleren.

3. Voor het aangaan van de oorspronkelijke betalingsverplichting wordt uitgegaan van een indicatief financieringsschema; de kredieten worden vastgelegd voor één jaar.

4. De kredieten worden vastgelegd zodra het Permanent Plantenziektekundig Comité volgens de procedure van artikel 18 van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad(1) de bijstandsbeschikking heeft goedgekeurd.

5. Wanneer de kredieten zijn vastgelegd, wordt een eerste voorschot van 200000 EUR verstrekt.

6. Het saldo wordt in twee keer betaald (telkens 118886 EUR). Het eerste deel van het saldo wordt betaald na indiening van een voortgangsverslag bij de Commissie en nadat de Commissie dat verslag heeft goedgekeurd. Het tweede en laatste deel van het saldo wordt betaald na indiening bij de Commissie van een volledig eindverslag en een overzicht van de uitgaven en goedkeuring daarvan door de Commissie.

Voor de uitvoering van het programma verantwoordelijke autoriteiten

- Voor de centrale overheid

Ministère de l'Agriculture et de la Pêche Sous-Direction de la Protection des Végétaux 251, rue de Vaugirard F - 75732 Paris Cedex 15

- Voor de lokale overheid

- Guadeloupe:

Ministère de l'Agriculture et de la Pêche Direction de l'Agriculture et de la Forêt

Jardin Botanique

F - 97109 Basse-Terre Cedex

- Martinique:

Ministère de l'Agriculture et de la Pêche Direction de l'Agriculture et de la Forêt

Jardin Desclieux

BP 642 F - 97262 Fort-de-France Cedex

- Guyana:

Ministère de l'Agriculture et de la Pêche Direction de l'Agriculture et de la Forêt Cité Rebard

Route de Baduel

BP 746 F - 97305 Cayenne Cedex

7. De bij de Commissie in te dienen uitgaven worden naar maatregel of deelprogramma uitgesplitst, zodat er een duidelijk verband kan worden gelegd tussen het indicatieve financieringsschema en de reële uitgaven. Een adequate gecomputeriseerde boekhouding van Frankrijk kan in dit verband worden geaccepteerd.

8. De door de Gemeenschap in het kader van deze beschikking toegekende steun wordt betaald aan de door Frankrijk aangewezen instantie, die ook verantwoordelijk is voor de terugbetaling van niet bestede bedragen aan de Gemeenschap.

9. De bedragen van betalingsverplichtingen en betalingen worden uitgedrukt in euro.

De in de financieringsschema's vermelde bedragen en de communautaire steun worden uitgedrukt in euro. Het geld wordt overgemaakt op het volgende rekeningnummer:

Ministère du Budget Direction de la Comptabilité Publique

Agence Comptable Centrale du Trésor

139, rue de Bercy F - 75572 Paris Cedex 12 N° E 478 98 Divers

Financiële controle

10. Er kunnen controles worden verricht door de Commissie of, op verzoek, door de Rekenkamer. Frankrijk en de Commissie wisselen onmiddellijk alle relevante gegevens uit met betrekking tot de resultaten.

11. Na de laatste betaling voor de betrokken maatregel stelt de voor de uitvoering van de maatregel verantwoordelijke instantie nog gedurende drie jaar alle bewijsstukken betreffende de voor de maatregel verrichte uitgaven ter beschikking van de Commissie.

12. Wanneer Frankrijk een betalingsaanvraag indient, stelt het alle betrokken officiële controleverslagen ter beschikking van de Commissie.

Verlaging, schorsing en intrekking van de bijdrage

13. Frankrijk verklaart dat de communautaire middelen voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt. Als blijkt dat de Gemeenschap voor een actie of een maatregel meer geld ter beschikking heeft gesteld dan nodig is, vordert de Commissie het teveel betaalde bedrag onmiddellijk terug. Bij betwisting onderzoekt de Commissie het geval grondig en verzoekt zij Frankrijk of de door Frankrijk voor de uitvoering van de maatregel aangewezen instanties, binnen twee maanden hun opmerkingen te doen toekomen.

14. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat onrechtmatig wijzigingen zijn aangebracht in de aard van de actie of de maatregel, of de uitvoering daarvan, en daarvoor geen toestemming is gevraagd aan de Commissie, kan de Commissie de bijdrage voor de actie of maatregel verlagen of schorsen.

Terugvordering van onverschuldigde bedragen

15. Teruggevorderde bedragen worden aan de Gemeenschap terugbetaald door de in punt 8 bedoelde instantie. Over niet-terugbetaalde bedragen kan rente worden berekend. Indien de in punt 8 bedoelde instantie om de een of andere reden de onverschuldigde bedragen niet aan de Gemeenschap terugbetaalt, betaalt Frankrijk deze aan de Commissie terug.

Preventie en opsporing van onregelmatigheden

16. De partners houden zich aan een door Frankrijk opgestelde gedragscode, zodat elke onregelmatigheid met betrekking tot de bijstand wordt ontdekt. Frankrijk ziet erop toe dat:

- adequaat wordt opgetreden;

- bedragen die, op grond van een onregelmatigheid, ten onrechte zijn betaald, worden teruggevorderd;

- maatregelen worden genomen om onregelmatigheden te voorkomen.

B. TOEZICHT EN EVALUATIE

B.I. Toezichtcomité

1. Oprichting

Los van de financiering van de maatregelen wordt een toezichtcomité voor het programma opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van Frankrijk en van de Commissie. Het comité moet regelmatig nagaan in hoeverre het programma is uitgevoerd en zo nodig voorstellen indienen om het bij te sturen.

2. Het toezichtcomité stelt uiterlijk één maand na de datum van kennisgeving van deze beschikking aan Frankrijk een intern reglement vast.

3. Taken van het toezichtcomité

Het comité:

- is verantwoordelijk voor de goede afwikkeling van het programma, zodat de doelstellingen kunnen worden bereikt. Het comité is bevoegd wat de communautaire steun voor de maatregelen van het programma betreft. Het ziet er in het bijzonder op toe dat de communautaire regelgeving, ook de regels inzake de subsidiabiliteit van de maatregelen of projecten, worden nageleefd;

- gaat, op basis van de beschikbare gegevens over de selectie van reeds goedgekeurde en uitgevoerde projecten, na of de projecten zijn geselecteerd volgens de criteria die zijn aangegeven in het programma;

- stelt de maatregelen voor die nodig zijn om de uitvoering van het programma te versnellen wanneer de periodieke uitkomsten op grond van de voor het toezicht gehanteerde indicatoren en de tussentijdse evaluaties een achterstand te zien geven;

- kan, met instemming van de vertegenwoordiger(s) van de Commissie, de financieringsschema's aanpassen; deze aanpassing mag betrekking hebben op ten hoogste 15 % van de communautaire bijdrage voor de volledige looptijd van een deelprogramma of een maatregel, of 20 % voor de jaarbijdrage, mits het totale bedrag dat voor het programma is uitgetrokken, niet worden overschreden. Er moet evenwel op worden toegezien dat de voornaamste doelstellingen niet in gevaar komen;

- brengt advies uit over de aan de Commissie voorgestelde aanpassingen;

- brengt advies uit over de in het programma opgenomen projecten voor technische bijstand;

- brengt advies uit over het ontwerp-eindverslag;

- brengt regelmatig - ten minste twee keer voor de betrokken periode - bij het Permanent Plantenziektekundig Comité verslag uit over de stand van de werkzaamheden en de uitgaven.

B.II. Toezicht op en evaluatie van het programma tijdens de uitvoering (continu toezicht en continue evaluatie)

1. De nationale instantie die het operationeel programma uitvoert, is ook verantwoordelijk voor het continue toezicht op en de evaluatie van het programma.

2. Onder continu toezicht wordt verstaan een informatiesysteem betreffende de voortgang van de werkzaamheden. Het continue toezicht bestrijkt de in het programma opgenomen maatregelen. Voor het continue toezicht wordt gebruikgemaakt van fysieke en financiële indicatoren die zodanig zijn gekozen dat kan worden nagegaan in hoeverre de uitgaven voor de afzonderlijke maatregelen beantwoorden aan de vooraf vastgestelde fysieke indicatoren die aangeven in welke mate de maatregel is uitgevoerd.

3. De continue evaluatie van een programma omvat een analyse van de resultaten waarbij wordt gekeken naar de feitelijke resultaten, uitgedrukt in cijfers, en de naleving van de juridische voorschriften en de procedureregels. Dit moet de garantie geven dat de maatregelen beantwoorden aan de doelstellingen van het programma.

Verslag over de uitvoering van programma's en toetsing van programma's

4. Frankrijk deelt uiterlijk één maand na de goedkeuring van het programma aan de Commissie de naam mee van de instantie die het eindverslag moet opstellen en indienen.

Het eindverslag bevat een balans van het gehele programma (mate waarin de fysieke en kwalitatieve doelstellingen zijn verwezenlijkt en gemaakte vooruitgang) en een evaluatie van de onmiddellijke fytosanitaire en economische resultaten.

Voor dit programma wordt dit eindverslag uiterlijk op 30 september 2001 door de bevoegde instantie bij de Commissie en zo spoedig mogelijk na die datum bij het Permanent Plantenziektekundig Comité ingediend.

5. De Commissie kan in overleg met Frankrijk besluiten de in punt 3 omschreven continue evaluatie door een onafhankelijk bureau te laten verrichten aan de hand van de gegevens van het continue toezicht. Het bureau kan naar aanleiding van moeilijkheden bij de uitvoering voorstellen indienen om de deelprogramma's en/of maatregelen op bepaalde punten aan te passen, de criteria aan de hand waarvan de projecten worden geselecteerd te wijzigen, enzovoort. Op grond van de gegevens van het toezicht op het beheer kan het bureau advies verstrekken over de te nemen administratieve maatregelen.

C. VOORLICHTING EN PUBLICITEIT

De voor de uitvoering van deze steunregeling verantwoordelijke instantie ziet erop toe dat aan deze actie voldoende bekendheid wordt gegeven.

Zij moet er met name voor zorgen dat:

- de potentiële begunstigden en de beroepsverenigingen zich bewust zijn van de mogelijkheden die via deze actie worden geboden;

- het publiek zich duidelijk bewust wordt van de rol die de Gemeenschap bij deze actie speelt.

Frankrijk en de verantwoordelijke instantie raadplegen de Commissie over de initiatieven die zij op dit gebied willen nemen en doen dit eventueel via het toezichtcomité. Zij stellen de Commissie door middel van een eindverslag of via het toezichtcomité geregeld in kennis van de acties die zij voeren op het gebied van de voorlichting en publiciteit.

Voor vertrouwelijke informatie geldt de nationale regelgeving terzake.

II. INACHTNEMING VAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID OP DE VERSCHILLENDE TERREINEN

Het communautaire beleid op de verschillende terreinen moet in acht worden genomen.

Bij de uitvoering van het programma moeten de voorschriften inzake de coördinatie van het communautaire beleid worden nageleefd. In dit verband moet door Frankrijk de volgende informatie worden verstrekt.

1. Plaatsen van overheidsopdrachten

De "vragenlijst overheidsopdrachten"(2) moet worden ingevuld voor de volgende overheidsopdrachten:

- overheidsopdrachten waarvan de waarde de in de richtlijnen "leveringen" en "werken", vastgestelde drempels overschrijdt en die door de in die richtlijnen bedoelde aanbestedende dienst worden geplaatst en niet onder in die richtlijnen genomede uitzonderingen vallen;

- overheidsopdrachten waarvan de waarde beneden de drempel blijft, wanneer het delen van een werk of van een levering van homogene goederen betreft waarvan de totale waarde de drempel overschrijdt. Onder "werk" wordt verstaan het resultaat van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken in hun geheel, dat als zodanig volstaat om voor de gebruiker een economische en technische functie te vervullen.

De drempels zijn die welke gelden op de datum waarop deze beschikking wordt bekendgemaakt.

2. Milieubescherming

a) Algemene informatie

- Beschrijving van de belangrijkste milieuaspecten en -problemen in het betrokken gebied, met onder meer een beschrijving van de uit een oogpunt van milieubehoud belangrijke zones (kwetsbare zones).

- Algemene beschrijving van alle belangrijke positieve en negatieve effecten van het programma voor het milieu, rekening houdend met de geplande investeringen.

- Beschrijving van de maatregelen om aanzienlijke negatieve effecten voor het milieu te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren.

- Synthese van de uitkomsten van de gesprekken met de voor het milieu verantwoordelijke autoriteiten (advies van het ministerie voor milieuzaken of een overeenkomstige instantie) en van de hoorzittingen, als die er zijn geweest.

b) Beschrijving van de overwogen maatregelen

Voor maatregelen die een aanzienlijk negatief milieueffect kunnen sorteren:

- de procedures voor de evaluatie van de afzonderlijke projecten tijdens de uitvoering van het programma;

- de maatregelen die worden genomen om tijdens de uitvoering van het programma het effect op het milieu na te gaan, de uitkomsten te evalueren en negatieve effecten te voorkomen, tot een minimum te beperken of te compenseren.

(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2) Mededeling C(88) 2510 van de Commissie aan de lidstaten betreffende het toezicht op de naleving van de voorschriften inzake overheidsopdrachten bij PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Projecten en programma's die door de structuurfondsen en financiële instrumenten worden gefinancierd (PB C 22 van 28.1.1989, blz. 3).

Top