EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000Y0324(03)

Conclusies van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

OJ C 86, 24.3.2000, p. 4–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

32000Y0324(03)

Conclusies van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Publicatieblad Nr. C 086 van 24/03/2000 blz. 0004 - 0005


Conclusies van de Raad

van 18 november 1999

betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

(2000/C 86/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1. BENADRUKKEND dat artikel 152 van het Verdrag voorschrijft dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd, en dat derhalve gezondheidsrisico's in overweging moeten worden genomen in alle met tabak verband houdende aangelegenheden, waaronder besluiten op het gebied van de interne markt, belastingen en landbouw;

2. HERINNEREND AAN de resolutie van de Raad van 26 november 1996 betreffende de terugdringing van het roken in de Europese Gemeenschappen(1), die een overzicht bevatte van de op dit gebied ondernomen acties, en richtsnoeren voor het toekomstige optreden aangaf;

3. HERINNEREND, naast de Richtlijn "Televisie zonder grenzen" en de richtlijnen betreffende respectievelijk de etikettering en het teergehalte, AAN de aanneming van Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten(2);

4. HERINNEREND AAN Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak(3) waarbij het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak werd opgericht, en Verordening (EEG) nr. 2427/93 van de Commissie van 1 september 1993 houdende nadere voorschriften voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad wat het Communautair Fonds voor onderzoek en informatie over tabak betreft(4);

5. REKENING HOUDEND met de mededeling van de Commissie van 18 december 1996 betreffende de huidige en voorgestelde rol van de Gemeenschap bij de bestrijding van het tabaksgebruik;

6. NEEMT NOTA van het verslag van de Commissie van 8 september 1999 betreffende de vooruitgang in verband met de bescherming van de volksgezondheid tegen de schadelijke effecten van het tabaksgebruik;

7. NEEMT MET GENOEGEN KENNIS van het feit dat de Commissie binnenkort met een voorstel zal komen tot versterking en aanvulling van de bestaande bepalingen van de richtlijnen betreffende de etikettering en de inhoud van tabaksproducten;

8. NEEMT ER NOTA van dat het beleid inzake tabaksbeheersing per lidstaat aanzienlijke verschillen blijft vertonen;

9. IS VAN MENING dat de bestrijding van het tabaksgebruik één van de prioriteiten van het beleid en het optreden van de Gemeenschap en de lidstaten moet zijn;

10. ONDERSTREEPT dat de inspanningen moeten worden gericht op de prioritaire gebieden die in het Commissieverslag worden genoemd, namelijk voorkomen dat men met roken begint, het bijstaan van rokers die met roken willen stoppen, en de bescherming tegen onvrijwillige blootstelling aan tabaksrook; dat binnen deze actiegebieden bijzondere prioriteit aan jongeren en vrouwen moet worden gegeven;

11. ONDERSTREEPT de noodzaak een algemene strategie te ontwikkelen die de volgende bestanddelen omvat:

- een doeltreffend systeem ter bewaking van het tabaksgebruik, het tabaksbeleid en het effect ervan in de hele Gemeenschap evenals van de uitvoering van de communautaire wetgeving;

- een gecoördineerd gamma van communautaire instrumenten en activiteiten op alle relevante beleidsterreinen;

- verbeterde samenwerking tussen de lidstaten; en

- internationale samenwerking, inzonderheid met de Wereldgezondheidsorganisatie;

12. BENADRUKT in dit verband het belang van de geplande kaderovereenkomst inzake terugdringing van het roken, tot de opstelling waarvan met eenparigheid van stemmen werd besloten op de 52e Vergadering (1999) van de Wereldgezondheidsorganisatie;

13. SPOORT de lidstaten AAN deze algemene strategie actief te steunen met hun maatregelen, en de Commissie regelmatig volledige informatie te verschaffen;

14. VERZOEKT de Commissie om als bijdrage tot de algemene strategie:

- een aanbeveling van de Raad voor te stellen met het oog op de bescherming tegen onvrijwillige blootstelling aan tabaksrook op openbare plaatsen en op het werk;

- activiteiten tot beperking van het tabaksgebruik te integreren in het toekomstige actieprogramma voor de volksgezondheid, rekening houdend met de resultaten van de evaluaties halverwege;

- de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten over de beste praktijken en de opgedane ervaringen in verband met het terugdringen van het tabaksgebruik te bevorderen;

- ervoor te zorgen dat de middelen voor tabakspreventieacties van het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak effectief worden gebruikt en dat een en ander met de nationale volksgezondheidsautoriteiten wordt gecoördineerd;

- de mogelijkheid na te gaan voor initiatieven die gericht zijn op de bescherming van minderjarigen, waaronder regels inzake verkoopvoorwaarden, verkoop langs elektronische weg (Internet) en verkoopautomaten;

- de samenwerking tussen volksgezondheid en de andere beleidsgebieden, zoals interne markt en landbouw, te versterken, met als doel het waarborgen van een hoog niveau van gezondheidsbescherming op deze gebieden;

- maatregelen in het kader van de belasting op tabak te onderzoeken die ervoor moeten zorgen dat deze daadwerkelijk effect heeft op de terugdringing van het tabaksgebruik en de preventie van fraude en smokkel;

- acties tot terugdringing van het tabaksgebruik in het kader van de samenwerking met de kandidaat-lidstaten te stimuleren;

- mogelijkheden te onderzoeken om maatregelen tot terugdringing van het tabaksgebruik op te nemen in de Nieuwe Transatlantische Agenda en in de samenwerking met Canada op het gebied van volksgezondheid;

15. VERZOEKT de Commissie de ontwikkelingen op dit gebied te volgen, indien nodig nieuwe maatregelen voor te stellen en eens in de twee jaar verslag uit te brengen over het verrichte werk en de geboekte vooruitgang.

(1) PB C 374 van 11.12.1996, blz. 4.

(2) PB L 213 van 30.7.1998, blz. 9.

(3) PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 660/1999 (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 10).

(4) PB L 223 van 2.9.1993, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1620/95 (PB L 154 van 5.7.1995, blz. 12).

Top