31999R1352

VERORDENING (EG) Nr. 1352/1999 VAN DE COMMISSIE

van 23 juni 1999

tot uitstel van de uiterste datum voor het inzaaien van sommige akkerbouwgewassen in bepaalde gebieden voor het verkoopseizoen 1999/2000

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1251/1999(2), en met name op artikel 12,

(1) Overwegende dat in artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de producenten, om in aanmerking te kunnen komen voor de compensatiebedragen voor granen, eiwithoudende gewassen en lijnzaad in het kader van de steunregeling voor bepaalde akkerbouwgewassen, het gewas uiterlijk op 15 mei voorafgaand aan de betrokken oogst moeten hebben ingezaaid;

(2) Overwegende dat bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 658/96 van de Commissie van 9 april 1996 betreffende bepaalde voorwaarden voor de toekenning van compensatiebedragen in het kader van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 610/1999(4), de uiterste datum voor de inzaai van oliehoudende gewassen vaststelt;

(3) Overwegende dat wegens de bijzonder ongunstige weersomstandigheden dit jaar de voor verschillende lidstaten vastgestelde uiterste inzaaidata niet in alle gevallen in acht zullen kunnen worden genomen; dat daarom de termijn voor het inzaaien van granen en/of oliehoudende gewassen, en/of eiwithoudende gewassen en/of lijnzaad voor het verkoopseizoen 1999/2000, eventueel voor specifieke regio's, moet worden verlengd; dat daartoe, zoals krachtens artikel 12, zevende streepje, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is toegestaan, dient te worden afgeweken van het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 1765/92 en (EG) nr. 658/96;

(4) Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1098/1999 van de Commissie(5), de uiterste datum voor het inzaaien van sommige akkerbouwgewassen in bepaalde gebieden voor het verkoopseizoen 1999/2000 is verschoven;

(5) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Gezamenlijke Comité van beheer voor granen, oliën en vetten en gedroogde voedergewassen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage worden de uiterste data vastgesteld voor de inzaai van de daarin vermelde gewassen in de eveneens daartoe aangegeven lidstaten en regio's voor het verkoopseizoen 1999/2000.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 15 mei 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juni 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 12.

(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1.

(3) PB L 91 van 12.4.1996, blz. 46.

(4) PB L 75 van 20.3.1999, blz. 24.

(5) PB L 133 van 28.5.1999, blz. 25.

BIJLAGE

Uiterste datum voor het inzaaien voor het verkoopseizoen 1999/2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>