31994D0451

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 27 juni 1994 tot machtiging van het Verenigd Koninkrijk om bepaald vervoer vrij te stellen van de toepassing van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (94/451/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (1), inzonderheid op artikel 13, lid 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (2), inzonderheid op artikel 3, lid 3,

Overwegende dat op 25 oktober 1993 de Regering van het Verenigd Koninkrijk de Commissie per brief verzocht heeft haar te machtigen de uitsluitend op het terrein van de luchthavens gebruikte voertuigen vrij te stellen van de toepassing van de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85;

Overwegende dat de betreffende voertuigen qua constructie en uitrusting specifiek bestemd zijn voor werkzaamheden op luchthavens, dat zij uitsluitend op het terrein van de luchthavens rijden en in geen geval van de openbare wegen buiten de luchthavens gebruik mogen maken, maar dat zij wel op wegen op het terrein van de luchthavens mogen rijden die onder bepaalde voorwaarden toegankelijk zijn voor het publiek;

Overwegende dat de Commissie van mening is dat dit soort vervoer plaatsvindt in uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 13, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 en artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3821/85, en dat deze ontheffing niet ernstig afbreuk zal doen aan de doelstellingen van genoemde twee verordeningen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Op grond van de bepalingen van artikel 13, lid 2, wordt het Verenigd Koninkrijk gemachtigd vrijstelling van de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3820/85 te verlenen voor voertuigen die uitsluitend op het terrein van de luchthavens rijden, die alleen ten behoeve van de werking van die luchthavens mogen worden gebruikt, en die niet toegelaten worden tot noch technisch goedgekeurd zijn voor het verkeer op de openbare weg buiten de luchthavens.

2. Het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd de in lid 1 bedoelde voertuigen vrij te stellen van de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3821/85, met dien verstande dat de doelstellingen van Verordening (EEG) nr. 3820/85 niet in het geding komen.

3. Deze uitzonderingen zijn uitsluitend binnen het Verenigd Koninkrijk van toepassing.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk.

Gedaan te Brussel, 27 juni 1994.

Voor de Commissie

Marcelino OREJA

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 370 van 31. 12. 1985, blz. 1.

(2) PB nr. L 370 van 31. 12. 1985, blz. 8.