EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993L0093

Richtlijn 93/93/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de massa's en afmetingen van twee- of driewielige motorvoertuigen

OJ L 311, 14.12.1993, p. 76–82 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Czech: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Estonian: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Latvian: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Lithuanian: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Hungarian Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Maltese: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Polish: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Slovak: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Slovene: Chapter 07 Volume 002 P. 194 - 200
Special edition in Bulgarian: Chapter 07 Volume 003 P. 105 - 111
Special edition in Romanian: Chapter 07 Volume 003 P. 105 - 111
Special edition in Croatian: Chapter 07 Volume 002 P. 44 - 50

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015; opgeheven door 32013R0168

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1993/93/oj

31993L0093

Richtlijn 93/93/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de massa's en afmetingen van twee- of driewielige motorvoertuigen

Publicatieblad Nr. L 311 van 14/12/1993 blz. 0076 - 0082


RICHTLIJN 93/93/EEG VAN DE RAAD van 29 oktober 1993 betreffende de massa's en afmetingen van twee- of driewielige motorvoertuigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 110 A,

Gelet op Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen(1) ,

Gezien het voorstel van de Commissie(2) ,

In samenwerking met het Europees Parlement(3) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(4) ,

Overwegende dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat, waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd; dat de maatregelen dienen te worden vastgesteld die nodig zijn voor de werking van die interne markt;

Overwegende dat in elke Lid-Staat twee- of driewielige voertuigen, wat hun massa's en afmetingen betreft, bepaalde technische kenmerken dienen te bezitten, die in dwingende, van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillende voorschriften zijn vervat; dat deze door hun ongelijkheid een belemmering voor het handelsverkeer in de Gemeenschap vormen;

Overwegende dat deze hinderpalen voor de werking van de interne markt kunnen worden weggenomen, indien alle Lid-Staten hun nationale regelingen door dezelfde voorschriften vervangen;

Overwegende dat het, om voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig de goedkeuringsprocedures van Richtlijn 92/61/EEG te kunnen toepassen, noodzakelijk is geharmoniseerde voorschriften voor de massa's en afmetingen van zulke voertuigen vast te stellen;

Overwegende dat, vanwege de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector, de met deze richtlijn beoogde communautaire maatregelen noodzakelijk en zelfs onontbeerlijk zijn om het gestelde doel te bereiken, namelijk de communautaire goedkeuring per type voertuig, en dat dit niet voldoende door de Lid-Staten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt;

Overwegende dat de voorschriften van deze richtlijn er niet toe mogen leiden dat de Lid-Staten die niet toestaan dat op hun grondgebied aanhangwagens getrokken worden door twee- of driewielige motorvoertuigen, verplicht worden tot wijziging van hun regelgeving,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn en de bijlage zijn van toepassing op de massa's en afmetingen van elk type voortuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 92/61/EEG.

Artikel 2

De procedure voor het verlenen van de goedkeuring wat de massa's en afmetingen van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/61/EEG in respectievelijk hoofdstuk II en hoofdstuk III.

Artikel 3

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de in de bijlagen neergelegde voorschriften aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG(5) .

Artikel 4

1. De Lid-Staten stellen de bepalingen die nodig zijn om vóór 1 mei 1995 aan deze richtlijn te voldoen vast en maken ze bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. Vanaf de in lid 1 vermelde datum mogen de Lid-Staten het voor het eerst in het verkeer brengen van aan deze richtlijn beantwoordende voertuigen niet verbieden om redenen die met de massa's en afmetingen verband houden.

Zij passen de bepalingen bedoeld in lid 1 toe vanaf 1 november 1995.

3. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. URBAIN

(1) PB nr. L 255 van 10. 8. 1992, blz. 72.

(2) PB nr. C 293 van 9. 11. 1992, blz. 1.

(3) PB nr. C 337 van 21. 12. 1992, blz. 104 en besluit van 27 oktober 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(4) PB nr. C 73 van 15. 3. 1993, blz. 22.

(5) Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/53/EEG (PB nr. L 225 van 10. 8. 1992, blz. 1).

BIJLAGE

DEFINITIES - ALGEMENE EN BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN 1. DEFINITIES

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.1. lengte

de afstand tussen twee loodrecht op het langsvlak van het voertuig staande verticale vlakken die het voertuig respectievelijk aan de voor- en achterkant raken. Alle delen van het voertuig, met name alle naar voren of naar achteren uitstekende vaste onderdelen (bumper, spatbord, enz.) bevinden zich tussen deze twee vlakken;

1.2. breedte

de afstand tussen twee met het langsvlak evenwijdige vlakken die het voertuig aan weerszijden van dit vlak raken. Alle delen van het voertuig, met name alle opzij uitstekende vaste onderdelen, bevinden zich tussen deze twee vlakken, met uitzondering van de achteruitkijkspiegel(s);

1.3. hoogte

de afstand tussen het steunvlak van het voertuig en een daarmee evenwijdig vlak dat het hoogste deel van het voertuig raakt. Alle vaste delen van het voertuig, met uitzondering van de achteruitkijkspiegel(s), bevinden zich tussen deze twee vlakken;

1.4. langsvlak

een verticaal vlak dat evenwijdig is met de rijrichting van het in rechte lijn rijdende voertuig;

1.5. ledige massa

massa van het voertuig, gereed voor normaal gebruik, inclusief:

- de aanvullende uitrusting die enkel voor het beschouwde normale gebruik is vereist,

- de volledige elektrische installatie, met inbegrip van de door de fabrikant geleverde verlichtings- en lichtsignaalinrichting,

- de instrumenten en voorzieningen die vereist zijn bij de wet waarvoor de meting van de ledige massa van het voertuig geschiedt,

- de vloeistoffen die nodig zijn om de goede werking van alle delen van het voertuig te garanderen.

Opmerking: de brandstof of mengsmeering wordt bij deze meting niet meegerekend, doch met vloeistoffen zoals het accuzuur, de vloeistof voor de hydraulische circuits, de koelvloeistof en de motorolie moet wel rekening worden gehouden;

1.6. rijklare massa

ledige massa vermeerderd met de massa van:

- brandstof: de brandstoftank is gevuld tot ten minste 90 % van de door de fabrikant opgegeven inhoud,

- aanvullende voorzieningen die gewoonlijk door de fabrikant worden geleverd ter aanvulling van de voor normaal gebruik benodigde voorzieningen (gereedschapstas, bagagedrager, windscherm, beveiligingsmiddelen, enz.).

Opmerking: bij voertuigen die op mengsmering rijden:

a) wordt de mengsmering als brandstof beschouwd indien de brandstof en olie voorgemengd zijn,

b) wordt uitsluitend de benzine als brandstof beschouwd indien de brandstof en olie afzonderlijk worden toegevoegd. De olie is in dit geval reeds in de ledige massa begrepen;

1.7. massa van de bestuurder

een vaste waarde die op 75 kg wordt gesteld;

1.8. technisch toelaatbare maximummassa

massa die door de fabrikant berekend is voor bepaalde bedrijfsomstandigheden, waarbij rekening is gehouden met aspecten zoals de sterkte van de materialen, het draagvermogen van de banden enzovoort;

1.9. door de fabrikant opgegeven nuttige lading

laadvermogen dat wordt verkregen door de in punt 1.6 gedefinieerde massa vermeerderd met de massa van de bestuurder (gedefinieerd in punt 1.7) af te trekken van de in punt 1.8 gedefinieerde massa.

2. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

Bij de keuringen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

2.1. bij de meting van de afmetingen is de massa van het voertuig de ledige massa en zijn de banden gebracht op de spanning die door de fabrikant is aanbevolen voor de ledige massa van het voertuig;

2.2. de stand van het voertuig is verticaal en de stand van de wielen is die welke past bij rijden in rechte lijn;

2.3. alle wielen van het voertuig rusten op het steunvlak, met uitzondering van het reservewiel, indien aanwezig.

3. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN

3.1. Maximale afmetingen

3.1.1. De maximaal toelaatbare afmetingen van twee- of driewielige motorvoertuigen zijn de volgende:

3.1.1.1. - lengte: 4,00 m;

3.1.1.2. - breedte: 1,00 m voor bromfietsen,

2,00 m voor de overige voertuigen;

3.1.1.3. - hoogte: 2,50 m.

3.2. Maximale massa's

3.2.1. De maximale massa van tweewielige motorvoertuigen is de technisch toelaatbare massa volgens fabrieksopgave.

3.2.2. De maximale ledige massa's van drie- of vierwielige motorvoertuigen zijn de volgende:

3.2.2.1. driewielige motorvoertuigen:

270 kg voor bromfietsen;

1 000 kg voor driewielers (de massa van aandrijfbatterijen van elektrische voertuigen wordt niet meegerekend);

3.2.2.2. vierwielige motorvoertuigen:

350 kg voor lichte vierwielers;

400 kg voor andere dan lichte vierwielers voor het vervoer van personen;

550 kg voor andere dan lichte vierwielers voor het vervoer van goederen

(de massa van aandrijfbatterijen van elektrische voertuigen wordt niet meegerekend).

3.2.3. De door de fabrikant opgegeven nuttige lading van drie- of vierwielige motorvoertuigen mag niet groter zijn dan:

3.2.3.1. voor driewielige bromfietsen:

300 kg;

3.2.3.2. voor lichte vierwielers:

200 kg;

3.2.3.3. voor driewielers:

3.2.3.3.1. voor het vervoer van goederen:

1 500 kg;

3.2.3.3.2. voor het vervoer van personen:

300 kg;

3.2.3.4. voor andere dan lichte vierwielers:

3.2.3.4.1. voor het vervoer van goederen:

1 000 kg;

3.2.3.4.2. voor het vervoer van personen:

200 kg.

3.2.4. Voor twee, drie- of vierwielige motorvoertuigen mag het trekken van een door de fabrikant opgegeven massa van ten hoogste 50 % van de ledige massa van het voertuig worden toegestaan.

Aanhangsel 1 Inlichtingenformulier wat betreft de massa's en afmetingen van een type twee- of driewielig motorvoertuig

(Bij de goedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag van goedkeuring van het voertuig wordt ingediend)

Volgnummer (door de aanvrager toegekend): .

Bij de aanvraag om goedkeuring wat betreft de massa's en afmetingen van een type twee- of driewielig motorvoertuig moeten de inlichtingen worden verstrekt die zijn genoemd in bijlage II van Richtlijn 92/61/EEG,

- deel A, punten:

- 0.1,

- 0.2,

- 0.4 t/m 0.6,

- 1.2,

- 2.1 t/m 2.5;

- deel C, punt 1.2.1.

Aanhangsel 2 Naam van de bevoegde instantie

Goedkeuringscertificaat wat betreft de massa's en afmetingen van een type twee- of driewielig

motorvoertuig

MODEL

Verslag nr. . van de technische dienst . d.d. .

Goedkeuring nr.: .Uitbreiding nr.: .

1. Fabrieks- of handelsmerk van het voertuig: .

2. Type voertuig: .

3. Naam en adres van de constructeur: .

.

4. Naam en adres van de eventueel gemachtigde van de constructeur: .

.

5. Voertuig ter keuring aangeboden op: .

6. De goedkeuring is verleend/geweigerd(1) ().

7. Plaats: .

8. Datum: .

9. Handtekening: .

(1)() Doorhalen wat niet van toepassing is.

Top