This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31990L0269
Council Directive 90/269/EEC of 29 May 1990 on the minimum health and safety requirements for the manual handling of loads where there is a risk particularly of back injury to workers (fourth individual Directive within the meaning of Article 16 (1) of Directive 89/391/EEC)
Richtlijn 90/269/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende de minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (vierde bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Richtlijn 90/269/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende de minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (vierde bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
PB L 156 van 21.6.1990, p. 9–13
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 26/07/2019
Richtlijn 90/269/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende de minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (vierde bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Publicatieblad Nr. L 156 van 21/06/1990 blz. 0009 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 4 blz. 0198
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 4 blz. 0198
RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 mei 1990 betreffende de minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (vierde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (90/269/EEG) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 118 A, Gezien het voorstel van de Commissie (1), opgesteld na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats, In samenwerking met het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat in artikel 118 A van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vaststelt om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, ten einde een hogere graad van bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te waarborgen; Overwegende dat volgens dat artikel in deze richtlijnen wordt vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen; Overwegende dat de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op het werk (4) voorziet in de vaststelling van richtlijnen om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te garanderen; Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 21 december 1987 betreffende de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats (5), nota heeft genomen van het voornemen van de Commissie om hem op korte termijn een richtlijn voor te leggen betreffende de bescherming tegen risico's in verband met het langs niet-mechanische weg verplaatsen van zware lasten; Overwegende dat naleving van de minimumvoorschriften die een hogere graad van bescherming en gezondheid op de arbeidsplaats kunnen garanderen dwingend vereist is om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te waarborgen; Overwegende dat deze richtlijn een bijzondere richtlijn is in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk (6); dat de bepalingen van die richtlijn daarom ten volle gelden voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers, onverminderd meer dwingende en/of specifieke bepalingen die in de onderhavige richtlijn zijn opgenomen; Overwegende dat de onderhavige richtlijn een concreet element vormt in het kader van de verwezenlijking van de sociale dimensie van de interne markt; Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats krachtens Besluit 74/325/EEG (7) door de Commissie wordt geraadpleegd voor het uitwerken van voorstellen op dit gebied, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Doel 1. In deze richtlijn, die de vierde bijzondere richtlijn is in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG, worden minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften vastgesteld voor het manueel hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers. 2. De bepalingen van Richtlijn 89/391/EEG gelden ten volle voor het gehele in lid 1 bedoelde terrein, onverminderd meer dwingende en/of specifieke bepalingen die in onderhavige richtlijn zijn opgenomen. Artikel 2 Definitie In de zin van deze richtlijn wordt onder manueel hanteren van lasten verstaan, elke handeling waarbij een last door een of meer werknemers wordt vervoerd of ondersteund, zoals het optillen, neerzetten, duwen, trekken, dragen of verplaatsen van een last en die vanwege de kenmerken ervan of ergonomisch ongunstige omstandigheden, bij de werknemers met name rugletsel kan veroorzaken. AFDELING II VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVERS Artikel 3 Algemene bepaling 1. De werkgever neemt passende organisatorische maatregelen of gebruikt passende middelen, met name mechanische uitrustingen, om te voorkomen dat de werknemers lasten manueel moeten hanteren. 2. Wanneer niet kan worden vermeden dat werknemers lasten manueel moeten hanteren, neemt de werkgever passende organisatorische maatregelen, gebruikt hij passende middelen of verschaft hij de werknemers dergelijke middelen, ten einde de risico's ten gevolge van het manueel hanteren van die lasten te verkleinen, met inachtneming van bijlage I. Artikel 4 Inrichting van de werkplek In alle gevallen waarin niet kan worden vermeden dat de werknemer lasten manueel moet hanteren, richt de werkgever de werkplek zodanig in dat dit hanteren zo veilig en zo gezond mogelijk geschiedt, en: a) beoordeelt hij, zo mogelijk vooraf, de veiligheids- en gezondheidsaspecten van het soort werk, waarbij hij met name let op de kenmerken van de last, met inachtneming van bijlage I; b) ziet hij erop toe dat het gevaar van met name rugletsel voor de werknemer door passende maatregelen wordt vermeden of verminderd, waarbij hij met name let op de kenmerken van de werkomgeving en de eisen van de taak, met inachtneming van bijlage I. Artikel 5 Inachtneming van bijlage II Voor de tenuitvoerlegging van artikel 6, lid 3, onder b), van artikel 14 en van artikel 15 van Richtlijn 89/391/EEG, dient rekening te worden gehouden met bijlage II. Artikel 6 Voorlichting en opleiding van de werknemers 1. Onverminderd artikel 10 van Richtlijn 89/391/EEG worden de werknemers en/of hun vertegenwoordigers in kennis gesteld van alle maatregelen die ter uitvoering van deze richtlijn dienen te worden genomen voor de bescherming van de veiligheid en de gezondheid. De werkgever dient erop toe te zien dat de werknemers en/of hun vertegenwoordigers algemene indicaties - en telkens wanneer dat mogelijk is, nauwkeurige inlichtingen - krijgen betreffende: - het gewicht van een last; - het zwaartepunt of de zwaarste kant wanneer het gewicht van de inhoud van een verpakking niet gelijk is verdeeld. 2. Onverminderd artikel 12 van Richtlijn 89/391/EEG dient de werkgever ervoor te zorgen dat de werknemers daarenboven adequate opleiding en nauwkeurige inlichtingen krijgen over de manier waarop lasten gehanteerd moeten worden en over de risico's die zij meer in het bijzonder lopen wanneer de werkzaamheden technisch verkeerd worden uitgevoerd, met inachtneming van de bijlagen I en II. Artikel 7 Raadpleging en medezeggenschap van de werknemers Overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 89/391/EEG worden de werknemers en/of hun vertegenwoordigers geraadpleegd en hebben zij medezeggenschap omtrent de materies die onder deze richtlijn, met inbegrip van de bijlagen, vallen. AFDELING III DIVERSE BEPALINGEN Artikel 8 Aanpassing van de bijlagen De zuiver technische aanpassingen van de bijlagen I en II in verband met de technische vooruitgang, de ontwikkeling van internationale regelingen of specificaties of de kennis op het gebied van het manueel hanteren van lasten, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG. Artikel 9 Slotbepalingen 1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. 2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied reeds hebben vastgesteld of vaststellen. 3. De Lid-Staten brengen de Commissie om de vier jaar verslag uit over de praktische tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze richtlijn, onder vermelding van de standpunten van de sociale partners. De Commissie geeft kennis van het verslag aan het Europese Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats. 4. De Commissie legt op gezette tijden aan het Europese Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, met inachtneming van de leden 1, 2 en 3. Artikel 10 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 29 mei 1990. Voor de Raad De Voorzitter B. AHERN (1) PB nr. C 117 van 4. 5. 1988, blz. 8. (2) PB nr. C 326 van 19. 12. 1988, blz. 137, en PB nr. C 96 van 17. 4. 1990, blz. 82. (3) PB nr. C 318 van 12. 12. 1988, blz. 37. (4) PB nr. C 28 van 3. 2. 1988, blz. 3. (5) PB nr. C 28 van 3. 2. 1988, blz. 1. (6) PB nr. L 183 van 29. 6. 1989, blz. 1. (7) PB nr. L 185 van 9. 7. 1974, blz. 15. BIJLAGE I (*) REFERENTIEFACTOREN (Artikel 3, lid 2, artikel 4, onder a) en b), alsmede artikel 6, lid 2) 1. Kenmerken van de last Het manueel hanteren van een last kan gevaar opleveren, met name voor rugletsel, wanneer de last: - te zwaar of te groot is; - onhandig of moeilijk vast te pakken is; - onstabiel is of de inhoud ervan kan gaan schuiven; - zo ligt dat hij op een afstand van de romp of met voorovergebogen of verdraaide romp gehanteerd moet worden; - door zijn vorm en/of consistentie, met name in geval van stoten, voor de werknemer letsels kan veroorzaken. 2. Vereiste lichamelijke inspanning Een lichamelijke inspanning kan gevaar, met name voor rugletsel, opleveren wanneer de inspanning: - te groot is; - slechts mogelijk is door een draaiende beweging van de romp; - kan leiden tot een plotselinge beweging van de last; - uitgevoerd wordt met het lichaam in onstabiele positie. 3. Kenmerken van de werkomgeving De kenmerken van de werkomgeving kunnen het gevaar voor met name rugletsel doen toenemen, wanneer - er niet genoeg ruimte is, met name in verticale richting, om het werk te verrichten; - de bodem oneffen is, en dus gevaar oplevert voor struikelen, of glad is, zodat de werknemer erop kan uitglijden met het schoeisel dat hij draagt; - de ruimte of de werkomgeving zodanig is dat de werknemer de lasten niet manueel kan hanteren op een veilige hoogte of in een gunstige houding; - de bodem of de werkplek hoogteverschillen vertoont, zodat de last op verschillende hoogten moet worden gehanteerd; - de bodem of het steunpunt instabiel zijn; - temperatuur, luchtvochtigheid of luchtcirculatie niet aangepast zijn. 4. Eisen van de taak De taak kan ook gevaar voor met name rugletsel opleveren, wanneer daarmee een of meer van de volgende factoren gemoeid zijn: - er moeten lichamelijke inspanningen worden verricht die met name de wervelkolom te vaak of te langdurig belasten; - er zijn onvoldoende rust- of recuperatieperioden; - de lasten moeten over te grote afstanden worden opgetild, neergezet of gedragen; - het werktempo wordt bepaald door een proces dat door de werknemer niet kan worden aangepast. (*) Voor een multifactoriële analyse kan tegelijkertijd rekening worden gehouden met de verschillende punten van de bijlagen I en II. BIJLAGE II (*) INDIVIDUELE RISICOFACTOREN (Artikel 5 en artikel 6, lid 2) De werknemer kan gevaar lopen, indien: - hij fysiek niet in staat is de taak uit te voeren; - hij verkeerde kleding, schoeisel of andere persoonlijke uitrusting draagt; - zijn kennis of opleiding onvoldoende of niet is aangepast. (*) Voor een multifactoriële analyse kan tegelijkertijd rekening worden gehouden met de verschillende punten van de bijlagen I en II.