EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988L0661

Richtlijn 88/661/EEG van de Raad van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens

OJ L 382, 31.12.1988, p. 36–38 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 028 P. 96 - 98
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 028 P. 96 - 98
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 008 P. 172 - 174
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 007 P. 39 - 41
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 007 P. 39 - 41
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 018 P. 3 - 5

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2018; opgeheven door 32016R1012

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1988/661/oj

31988L0661

Richtlijn 88/661/EEG van de Raad van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens

Publicatieblad Nr. L 382 van 31/12/1988 blz. 0036 - 0038
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0096


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 19 december 1988 betreffende de zooetechnische normen die gelden voor fokvarkens ( 88/661/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite ( 3 ),

Overwegende dat het fokken en produceren van varkens in de landbouw van de Gemeenschap een zeer belangrijke plaats inneemt; dat het fokken en produceren van varkens een bron van inkomsten kan zijn voor een gedeelte van de landbouwbevolking;

Overwegende dat de produktie van varkens bevorderd dient te worden en dat het grotendeels van het gebruik van raszuivere fokdieren of van hybride fokdieren afhangt of op dit gebied bevredigende resultaten worden bereikt;

Overwegende dat de meeste Lid-Staten zich in het kader van hun nationaal veeteeltbeleid tot nu toe hebben ingespannen om de produktie te bevorderen van dieren die aan welbepaalde zooetechnische normen voldoen; dat het bestaan van verschillen bij de tenuitvoerlegging van dit beleid een hinderpaal kan vormen voor het intracommunautaire handelsverkeer;

Overwegende dat, om aan deze verschillen een einde te maken en aldus tot de opvoering van de produktiviteit van de landbouw in de betrokken sector bij te dragen, het intracommunautaire handelsverkeer in alle fokdieren geleidelijk moet worden geliberaliseerd; dat voor de volledige liberalisering van het handelsverkeer een latere aanvullende harmonisatie nodig is, met name op het gebied van de toelating tot de fokkerij en van de criteria voor de inschrijving in stamboeken of registers;

Overwegende dat de Lid-Staten de overlegging van volgens een communautaire procedure opgestelde certificaten moeten kunnen eisen;

Overwegende dat er uitvoeringsmaatregelen dienen te worden getroffen; dat voor de tenuitvoerlegging van de voorgenomen maatregelen een procedure dient te worden vastgesteld waardoor een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht in het door de Raad bij Besluit 77/505/EEG ( 4 ) ingestelde permanent Zooetechnisch Comite;

( 5 ) PB nr . C 44 van 21. 2 . 1980, blz . 12 . ( 6 ) PB nr . C 147 van 16 . 6 . 1980, blz . 34 . ( 7 ) PB nr . C 182 van 21 . 7 . 1980, blz . 5 . ( 8 ) PB nr . L 206 van 12 . 8 . 1977, blz . 11 .

Overwegende dat de Lid-Staten, in afwachting van aanvullende communautaire besluiten, hun nationale bepalingen mogen handhaven, mits zij de algemene voorschriften van het Verdrag in acht nemen;

Overwegende dat bepaald dient te worden dat de invoer van raszuivere fokvarkens uit derde landen niet kan plaatsvinden onder gunstiger voorwaarden dan die welke in de Gemeenschap gelden;

Overwegende dat het, gezien de bijzondere omstandigheden in Spanje en Portugal, noodzakelijk is te voorzien in een aanvullende termijn voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

HOOFDSTUK I

Definities

Artikel 1

In deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) raszuiver fokvarken : ieder varken waarvan de ouders en de grootouders zijn ingeschreven of geregistreerd in een stamboek voor hetzelfde ras en dat zelf in dat stamboek is ingeschreven, dan wel geregistreerd en geschikt is om erin te worden ingeschreven;

b ) hybride fokvarken : ieder varken dat aan de volgende voorwaarden voldoet :

1 . het is aomstig van een doelbewuste kruising :

- tussen raszuivere fokvarkens van verschillende rassen of stammen;

- tussen dieren die zelf afkomstig zijn van een kruising tussen verschillende rassen of stammen;

- tussen raszuivere dieren en dieren die tot de ene of de andere van bovengenoemde groepen behoren;

2 . het is in een register ingeschreven;

c ) stamboek : elk boek, kaartsysteem of elke informatiedrager :

- bijgehouden hetzij door een fokkersvereniging die officieel wordt erkend door de Lid-Staat waarin deze vereniging is gevestigd, hetzij door een officïele dienst van de Lid-Staat .

De Lid-Staten kunnen echter ook bepalen dat het stamboek wordt bijgehouden door een fokkerijgroepering die officieel wordt erkend door de Lid-Staat waarin deze groepering is gevestigd;

- waarin raszuivere fokvarkens van een bepaald ras met vermelding van hun voorgeslacht worden ingeschreven of geregistreerd;

d ) register : elk boek, kaartsysteem of elke informatiedrager :

- bijgehouden hetzij door een fokkersvereniging, een fokkerijgroepering of een particuliere onderneming die officieel wordt erkend door de Lid-Staat waarin deze vereniging, groepering of onderneming is gevestigd, hetzij door een officïele dienst van de betrokken Lid -Staat;

- waarin hybride fokvarkens met vermelding van hun voorgeslacht worden ingeschreven .

HOOFDSTUK II

Voorschriften voor de intracommunautaire handel in raszuivere fokvarkens

Artikel 2

1 . De Lid-Staten mogen

- de intracommunautaire handel in raszuivere fokvarkens, alsmede hun sperma, eicellen en embryo's,

- de instelling van stamboeken voor zover deze voldoen aan de voorwaarden die uit hoofde van artikel 6 zijn vastgesteld,

- de officïele erkenning van de in artikel 1, onder c ), genoemde fokkersverenigingen of fokkerijgroeperingen die stamboeken bijhouden of instellen overeenkomstig artikel 6,

niet om zooetechnische redenen verbieden, beperken of belemmeren .

2 . De Lid-Staten mogen echter de nationale bepalingen die voldoen aan de algemene bepalingen van het Verdrag handhaven tot de inwerkingtreding van de desbetreffende communautaire besluiten bedoeld in de artikel en 3, 5 en 6 .

Artikel 3

Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen uiterlijk op 31 december 1990 de communautaire bepalingen vast voor de toelating van raszuivere fokvarkens tot de voortplanting .

Artikel 4

1 . De in artikel l, onder c ), bedoelde fokkersverenigingen en/of fokkerijgroeperingen die officieel door een Lid-Staat worden erkend en/of officïele diensten van een Lid-Staat kunnen zich er niet tegen verzetten dat raszuivere fokvarkens van herkomst uit een andere Lid-Staat in hun stamboeken orden ingeschreven, indien zij voldoen aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde normen .

2 . De Lid-Staten kunnen echter voorschrijven of toestaan dat bepaalde uit andere Lid-Staten verzonden raszuivere fokvarkens met specifieke kenmerken die deze dieren onderscheiden van het bestand van hetzelfde ras in de Lid-Staat van bestemming, worden ingeschreven in een afzonderlijke afdeling van het stamboek van het ras waanoe zij behoren .

Artikel 5

De Lid-Staten kunnen eisen dat de raszuivere fokvarkens, alsmede hun sperma, eicellen en embryo's, wanneer zij verhandeld worden, vergezeld gaan van overeenkomstig artikel 6 opgestelde certificaten .

Artikel 6

1 . Volgens de procedure van artikel 11 worden vastgesteld :

- de methoden inzake prestatie-onderzoek en beoordeling van de genetische waarde van raszuivere fokvarkens;

- de criteria voor de instelling van stamboeken;

- de criteria voor inschrijving in de stamboeken;

- de criteria voor de erkenning van en het toezicht op de in artikel 1, onder c ), genoemde fokkersverenigingen en/of de fokkerijgroeperingen die stamboeken bijhouden of instellen;

- het in artikel 5 genoemde certificaat .

2 . Tot de inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde bepalingen erkent iedere Lid-Staat de geldigheid van hetin lid 1, eerste streepje, bedoelde onderzoek dat in een andere Lid-Staat officieel is verricht alsmede van de stamboeken .

HOOFDSTUK III

Voorschriften voor de intracommunautaire handel in hybride fokvarkens

Artikel 7

1 . De Lid-Staten mogen

- de intracommunautaire handel in hybride fokvarkens, alsmede hun sperma, eicellen en embryo's,

- de instelling van registers voor zover deze voldoen aan de voorwaarden die uit hoofde van artikel 10 zijn vastgesteld,

- de officïele erkenning van de in artikel 1, onder d ), genoemde fokkersverenigingen en/of fokkerijgroeperingen en/of particuliere ondernemingen die registers bijhouden of instellen overeenkomstig artikel 10,

niet om zooetechnische redenen verbieden, beperken of belemmeren .

2 . De Lid-Staten mogen echter de nationale bepalingen die voldoen aan de algemene bepalingen van het Verdrag

handhaven tot de inwerkingtreding van de desbetreffende communautaire besluiten, bedoeld in de artikelen 8, 9 en 10 .

Artikel 8

Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen uiterlijk op 31 december 1990 communautaire bepalingen vast voor de toelating van hybride fokvarkens tot de voortplanting .

Artikel 9

De Lid-Staten kunnen eisen dat de hybride fokvarkens, alsmede hun sperma, eicellen en embryo's, wanneer zij verhandeld worden, vergezeld gaan van overeenkomstig artikel 10 opgestelde certificaten .

Artikel 10

1 . Volgens de procedure van artikel 11 worden vastgesteld :

- de methoden inzake prestatie-onderzoek en beoordeling van de genetische waarde van hybride fokvarkens;

- de criteria voor de instelling van de registers;

- de criteria voor inschrijving in de registers;

- de criteria voor de erkenning van en het toezicht op de in artikel 1, onder d ), genoemde fokkersverenigingen en fokkerijgroeperingen en/of particuliere ondernemingen die registers bijhouden of instellen;

- het in artikel 9 genoemde certificaat .

2 . Tot de inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde bepalingen erkent iedere Lid-Staat de geldigheid van het in lid l, eerste streepje, bedoelde onderzoek dat in een andere Lid-Staat officieel is verricht alsmede van de registers .

HOOFDSTUK IV

Algemene bepalingen

Artikel 11

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter van het bij Besluit 77/5O5/EEG ingestelde permanent Zooetechnisch Comite, hierna whet Comite'' genoemd, deze procedure, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een Lid-Staat, onverwijld in bij het Comite .

2 . In het Comite worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig artikel 148, lid 2, van het Verdrag . De voorzitter neemt niet deel aan de stemming .

3 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comite brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comite spreekt zich uit met een meerderheid van 54 stemmen .

4 . De Commissie stelt de overwogen maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer, wanneer deze in overeenstemming zijn met het advies van het Comite .

Wanneer de overwogen maatregelen niet overeenstemmen met het advies van het Comite of wanneer een advies ontbreekt, doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen .

De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen . Indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de datum van indiening van het voorstel, geen maatregelen heeft vastgesteld, stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast en legt zij deze onmiddellijk ten uitvoer .

Artikel 12

Totdat communautaire voorschriften ter zake van toepassing worden, mogen de zooetechnische voorwaarden die gelden voor de invoer van raszuivere en hybride fokvarkens uit derde landen niet gunstiger zijn dan die welke gelden in het intracommunautaire handelsverkeer .

Artikel 13

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1991 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek komen evenwel in aanmerking voor een aanvullende termijn van twee jaar om aan deze richtlijn te voldoen, behalve in het geval dat de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, besluit deze afwijking te verlengen .

Artikel 14

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 19 december 1988 .

Y . POTTAKIS

Top