EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31987D0305

87/305/EEG: Besluit van de Commissie van 26 mei 1987 betreffende de oprichting van een raadgevend comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten

OJ L 152, 12.6.1987, p. 32–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 06 Volume 002 P. 155 - 156
Special edition in Swedish: Chapter 06 Volume 002 P. 155 - 156
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 001 P. 168 - 169
Special edition in Bulgarian: Chapter 01 Volume 001 P. 59 - 60
Special edition in Romanian: Chapter 01 Volume 001 P. 59 - 60

No longer in force, Date of end of validity: 23/10/2011; opgeheven door 32011D1004(01) . Latest consolidated version: 04/10/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1987/305/oj

31987D0305

87/305/EEG: Besluit van de Commissie van 26 mei 1987 betreffende de oprichting van een raadgevend comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten

Publicatieblad Nr. L 152 van 12/06/1987 blz. 0032 - 0033
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 2 blz. 0155
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 2 blz. 0155


*****

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 1987

betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten

(87/305/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat de werkelijke en effectieve openstelling van de markt voor overheidsopdrachten in de gehele Gemeenschap een van de voornaamste doelstellingen van de Gemeenschap in het perspectief van de voltooiing van de interne markt tegen 1992 vormt;

Overwegende dat de verwezenlijking van deze doelstelling met zich brengt dat de Commissie beter de feitelijke economische, technische, juridische en sociale omstandigheden op de markt voor overheidsopdrachten moet kunnen beoordelen en dat de betrokken kringen van het bedrijfsleven een beter inzicht moeten kunnen verkrijgen in de problematiek die aan de toepassing van de communautaire voorschriften op dit gebied is verbonden;

Overwegende dat hiertoe kan worden bijgedragen door een nauw en voortdurend contact met de kringen van het bedrijfsleven die werkzaam zijn op de markten voor overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten;

Overwegende dat het meest geschikte middel voor de organisatie van deze contacten de instelling bij de Commissie is van een raadgevend comité waarin deze kringen zijn vertegenwoordigd; dat voorts in dit comité bijzonder gekwalificeerde personen zitting dienen te hebben die hun algemene kennis op het gebied van de overheidsopdrachten op het niveau van de Gemeenschap kunnen inbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten in de Gemeenschap opgericht, hierna »het comité" te noemen.

Artikel 2

Het comité heeft tot taak de Commissie, hetzij op haar verzoek, hetzij op eigen initiatief bij te staan bij de beoordeling van de feitelijke economische, technische, juridische en sociale omstandigheden op de markt voor overheidsopdrachten. Het comité heeft ook tot taak de betrokken kringen van het bedrijfsleven een beter inzicht te verschaffen in de problematiek die aan de toepassing van de communautaire voorschriften op dit gebied is verbonden.

Artikel 3

Het comité bestaat uit ten hoogste 24 leden.

Artikel 4

Het comité is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen wier beroepservaring en kennis op het gebied van de overheidsopdrachten op communautair niveau algemeen zijn erkend. De leden van het comité worden door de Commissie, na raadpleging van de betrokken beroepskringen, benoemd.

Artikel 5

Het mandaat van een lid van het comité duurt twee jaar. Het kan worden verlengd. Na het verstrijken van de periode van twee jaar, blijven de leden van het comité in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun mandaat is voorzien.

Aan het mandaat van een lid kan vóór het verstrijken van de periode van twee jaar een einde komen door uittreding of overlijden. De Commissie behoudt zich het recht voor het mandaat van een lid te allen tijde te beëindigen.

Het lid wordt voor de resterende duur van het mandaat vervangen overeenkomstig de procedure van artikel 4.

De betrokken functies worden niet bezoldigd.

Artikel 6

De Commissie maakt de lijst van de leden van het comité ter informatie bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Het comité wordt door een vertegenwoordiger van de Commissie voorgezeten.

Artikel 8

Het comité kan elke persoon die bijzonder deskundig is ten aanzien van een bepaald agendapunt uitnodigen als deskundige aan de werkzaamheden deel te nemen.

De deskundigen nemen uitsluitend deel aan de beraadslagingen van het comité met betrekking tot de vraagstukken die reden waren voor hun aanwezigheid.

Artikel 9

Het comité kan werkgroepen instellen.

Artikel 10

1. Het comité wordt door de Commissie bijeengeroepen en vergadert daar waar deze haar zetel heeft. 2. De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie nemen deel aan de vergaderingen van het comité en van de werkgroepen.

3. Het secretariaat van het comité en van de werkgroepen wordt waargenomen door de diensten van de Commissie.

Artikel 11

Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag mogen de leden van het comité en in voorkomend geval de overeenkomstig artikel 8 uitgenodigde deskundigen geen gegevens bekendmaken waarvan zij kennis hebben gekregen ter gelegenheid van de werkzaamheden van het comité of van de werkgroepen, indien de Commissie hun meedeelt dat het gevraagde advies of het gestelde probleem een vertrouwelijk karakter draagt.

In dit geval nemen alleen de leden van het comité en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aan de vergaderingen deel.

Artikel 12

Dit besluit wordt van kracht op 26 mei 1987.

Gedaan te Brussel, 26 mei 1987.

Voor de Commissie

COCKFIELD

Vice-Voorzitter

Top