EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22020D0066

Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. 49/2018 van 23 maart 2018 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2020/66]

OJ L 26, 30.1.2020, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/66/oj

30.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/28


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 49/2018

van 23 maart 2018

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst [2020/66]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst“ genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 van de Commissie van 24 april 2015 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (1), gerectificeerd bij PB L 185 van 14.7.2015, blz. 31 en PB L 125 van 18.5.2017, blz. 75, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (3) wordt bij Verordening (EU) nr. 2015/1011 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(4)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 15x (Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende ingevoegd:

„15xa.

32015 R 1011: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 van de Commissie van 24 april 2015 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (PB L 162 van 27.6.2015, blz. 12), gerectificeerd bij PB L 185 van 14.7.2015, blz. 31 en PB L 125 van 18.5.2017, blz. 75.

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

De verordening is alleen van toepassing op de EER-EVA-staten met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004.

15xb.

32015 R 1013: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (PB L 162 van 27.6.2015, blz. 33).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt aangepast:

 

De verordening is alleen van toepassing op de EER-EVA-staten met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004.“.

2)

De tekst van punt 15ze (Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie) wordt geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011, gerectificeerd bij PB L 185 van 14.7.2015, blz. 31 en PB L 125 van 18.5.2017, blz. 75, en van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 24 maart 2018, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2018.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Claude MAERTEN


(1)  PB L 162 van 27.6.2015, blz. 12.

(2)  PB L 162 van 27.6.2015, blz. 33.

(3)  PB L 202 van 3.8.2005, blz. 7.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top