EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22016D1901

Besluit nr. 1/2016 van de Stabilisatie- en Associatieraad EU-voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van 20 januari 2016 tot vervanging van Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2016/1901]

OJ L 293, 28.10.2016, p. 58–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/1901/oj

28.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 293/58


BESLUIT Nr. 1/2016 VAN DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

van 20 januari 2016

tot vervanging van Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2016/1901]

DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,

Gezien de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (1), en met name artikel 40,

Gezien Protocol 4 bij de bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 40 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd), wordt verwezen naar Protocol 4 bij de overeenkomst (hierna „Protocol 4” genoemd), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

(2)

Krachtens artikel 39 van Protocol 4 kan de bij artikel 108 van de overeenkomst opgerichte Stabilisatie- en Associatieraad besluiten de bepalingen van Protocol 4 te wijzigen.

(3)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) (hierna „de conventie” genoemd) is opgesteld om de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en andere deelnemers uit de Westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad in juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd om deel te nemen aan het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd om partij te worden bij de conventie.

(4)

De Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben de conventie op 15 juni 2011 ondertekend.

(5)

De Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 14 juni 2012 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Vervolgens is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, de conventie voor de Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië respectievelijk op 1 mei 2012 en 1 augustus 2012 in werking getreden.

(6)

Protocol 4 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 mei 2015.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2016.

Voor de Stabilisatie- en Associatieraad

De voorzitter


(1)  PB L 84 van 20.3.2004, blz. 13.

(2)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


 

Image Image Image

BIJLAGE

Protocol 4

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) (hierna „de conventie” genoemd) van toepassing.

2.   Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

1.   Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die die controle moet uitvoeren, wordt het aan de Stabilisatie- en Associatieraad voorgelegd.

2.   In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

De Stabilisatie- en Associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

1.   Indien ofwel de Europese Unie ofwel de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 te willen opzeggen, onderhandelen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onmiddellijk over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

2.   Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven op deze overeenkomst de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie van toepassing. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie echter zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I van de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.


(1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


Top