EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22014D0152

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 152/2014 van 27 juni 2014 tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-overeenkomst

OJ L 342, 27.11.2014, p. 63–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/152(2)/oj

27.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 342/63


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 152/2014

van 27 juni 2014

tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie (2) wordt bij Verordening (EU) nr. 651/2014 met ingang van 1 juli 2014 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt met ingang van 1 juli 2014.

(3)

Bijlage XV bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XV bij de EER-overeenkomst wordt punt 1j (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie) met ingang van 1 juli 2014 vervangen door:

32014 R 0651: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gelezen:

a)

de woorden „artikel 107, lid 1, van het Verdrag” worden gelezen als „artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst”;

b)

de woorden „artikelen 107 en 108 van het Verdrag” worden gelezen als „artikelen 61 en 62 van de EER-overeenkomst”;

c)

de woorden „artikel 107, lid 3, van het Verdrag” worden gelezen als „artikel 61, lid 3, van de EER-overeenkomst”;

d)

de woorden „artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag” worden gelezen als „artikel 61, lid 3, onder a), van de EER-overeenkomst”;

e)

de woorden „artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag” worden gelezen als „artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst”;

f)

wat betreft de EVA-staten worden de woorden „artikel 108, lid 3, van het Verdrag” gelezen als „artikel 1, lid 3, van deel I van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst”;

g)

de woorden „verenigbaar met de interne markt” worden gelezen als „verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst”;

h)

het woord „lidstaat” wordt gelezen als „EU-lidstaat of EVA-staat”; het woord „lidstaten” wordt gelezen als „EU-lidstaten of EVA-staten”;

i)

het woord „Commissie” wordt gelezen als „bevoegde Toezichthoudende Autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 62 van de EER-overeenkomst”;

j)

de woorden „bijlage I bij het Verdrag” worden gelezen als „vermeld in het aanhangsel bij deze bijlage en vallende binnen het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst”;

k)

de woorden „in de Unie zijn geregistreerd” worden gelezen als „zijn geregistreerd in de gebieden die vallen onder de EER-overeenkomst”;

l)

het woord „Uniefinanciering” wordt gelezen als „Unie- of EER-financiering”;

m)

het woord „Unierecht” wordt gelezen als „de EER-overeenkomst”;

n)

verwijzingen naar Uniewetgeving impliceren niet dat de EVA-staten de Uniewetgeving moeten naleven wanneer deze wetgeving niet is opgenomen in de Overeenkomst.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 651/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 28 juni 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Gianluca GRIPPA


(1)  PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1.

(2)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top