EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21994A1231(20)

Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds - Protocol Nr. 1 betreffende textielprodukten en kledingartikelen - Protocol Nr. 2 betreffende EGKS- produkten - Protocol Nr. 3 betreffende het handelsverkeer tussen Roemenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten bedoeld in artikel 20 bij de Overeenkomst - Protocol Nr. 4 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking - Protocol Nr. 5 betreffende specifieke bepalingen betreffende de handel tussen Roemenië en Spanje en Portugal - Protocol Nr. 6 betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken - Protocol Nr. 7 betreffende aan jaarlijkse maxima gebonden concessies - Slotakte - Gemeenschappelijke verklaringen - Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende artikel 2, lid 3, van Protocol Nr. 1 - Verklaringen van de Gemeenschap - Verklaringen van Roemenië

OJ L 357, 31.12.1994, p. 2–173 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 11 Volume 035 P. 4 - 191
Special edition in Swedish: Chapter 11 Volume 035 P. 4 - 191
Special edition in Czech: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Estonian: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Latvian: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Lithuanian: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Hungarian Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Maltese: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Polish: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Slovak: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200
Special edition in Slovene: Chapter 11 Volume 059 P. 3 - 200

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1994/907(1)/oj

Related Council decision
Related Council regulation

21994A1231(20)

Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds - Protocol Nr. 1 betreffende textielprodukten en kledingartikelen - Protocol Nr. 2 betreffende EGKS- produkten - Protocol Nr. 3 betreffende het handelsverkeer tussen Roemenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten bedoeld in artikel 20 bij de Overeenkomst - Protocol Nr. 4 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking - Protocol Nr. 5 betreffende specifieke bepalingen betreffende de handel tussen Roemenië en Spanje en Portugal - Protocol Nr. 6 betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken - Protocol Nr. 7 betreffende aan jaarlijkse maxima gebonden concessies - Slotakte - Gemeenschappelijke verklaringen - Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende artikel 2, lid 3, van Protocol Nr. 1 - Verklaringen van de Gemeenschap - Verklaringen van Roemenië

Publicatieblad Nr. L 357 van 31/12/1994 blz. 0002 - 0189
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 35 blz. 0004
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 35 blz. 0004


EUROPA-OVEREENKOMST waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna "Lid-Staten" te noemen, en

de EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna "de Gemeenschap" te noemen,

enerzijds,

en ROEMENIË

anderzijds,

GELET op het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar Lid-Staten en Roemenië, en hun gemeenschappelijke waarden,

ERKENNENDE dat de Gemeenschap en Roemenië deze banden wensen te versterken en nauwe, duurzame betrekkingen tot stand willen brengen op grond van wederkerigheid, waardoor Roemenië zal kunnen deelnemen aan het proces van Europese integratie, en aldus de betrekkingen versterken en uitbreiden die in het verleden tot stand zijn gebracht, met name door de op 22 oktober 1990 ondertekende Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking,

GELET OP de mogelijkheden die het ontstaan van een nieuwe democratie in Roemenië biedt voor betrekkingen van een nieuw gehalte,

GELET OP de verbintenis van de Gemeenschap en haar Lid-Staten en van Roemenië tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van de associatie vormen,

ERKENNENDE de noodzaak om met bijstand van de Gemeenschap voort te gaan met en te zorgen voor de voltooiing van de overgang van Roemenië naar een nieuw politiek en economisch bestel dat de regels van de rechtsstaat en de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren, eerbiedigt, en dat voorziet in een meerpartijenstelsel met vrije, democratische verkiezingen en in economische liberalisering om een markteconomie tot stand te brengen,

GELET OP de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar Lid-Staten en van Roemenië tot volledige uitvoering van alle beginselen en bepalingen die vervat zijn in de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de slotdocumenten van Wenen en Madrid, het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, het CVSE-document van Helsinki "Uitdagingen van het veranderingsproces" en het Europees Energiehandvest,

ZICH BEWUST ZIJNDE van het belang van deze Overeenkomst om in Europa een systeem van stabiliteit op grond van samenwerking tot stand te brengen en op te bouwen, waarbij de Gemeenschap één van de hoekstenen is,

VAN OORDEEL ZIJNDE dat een verband dient te worden gelegd tussen de volledige uitvoering van de associatie, enerzijds, en voortzetting van de concrete verwezenlijking van hervormingen in Roemenië op politiek, economisch en juridisch vlak, anderzijds, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking en het werkelijk nader tot elkaar brengen van de systemen van de partijen, met name op grond van de conclusies van de CVSE van Bonn,

VERLANGENDE regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen en te bevorderen,

REKENING HOUDENDE met het feit dat de Gemeenschap bereid is om doorslaggevende steun te verlenen voor de uitvoering van hervormingen en bereid is Roemenië te helpen om de economische en sociale gevolgen van structurele aanpassing op te vangen,

REKENING HOUDENDE bovendien met het feit dat de Gemeenschap bereid is tot het instellen van instrumenten voor samenwerking en economische, technische en financiële bijstand op veelomvattende en meerjarige basis,

GELET OP de verbintenis van de Gemeenschap en Roemenië ten aanzien van vrijhandel, en met name ten aanzien van de inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel,

ZICH BEWUST ZIJNDE van de noodzaak de nodige maatregelen te treffen voor de vrijheid van vestiging, de vrijheid van dienstverlening en een vrij kapitaalverkeer,

GELET OP de economische en sociale verschillen tussen de Gemeenschap en Roemenië en daarbij erkennende dat de doeleinden van deze associatie dienen te worden verwezenlijkt door middel van de passende bepalingen waarin deze Overeenkomst voorziet,

ERVAN OVERTUIGD ZIJNDE dat deze Overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun economische betrekkingen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, instrumenten die onontbeerlijk zijn voor economische herstructuering en technologische modernisering,

VERLANGENDE culturele samenwerking tot stand te brengen en de uitwisseling van informatie te bevorderen,

ERKENNENDE dat het lidmaatschap van de Gemeenschap het uiteindelijke doel van Roemenië is en dat deze associatie, naar het oordeel van de partijen, Roemenië zal helpen dit doel te verwezenlijken,

HEBBEN BESLOTEN deze Overeenkomst te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

HET KONINKRIJK BELGIË:

Willy CLAES,

Minister van Buitenlandse Zaken;

HET KONINKRIJK DENEMARKEN:

Niels Helveg PETERSEN,

Minister van Buitenlandse Zaken;

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

Klaus KINKEL,

Bondsminister van Buitenlandse Zaken;

DE HELLEENSE REPUBLIEK:

Michel PAPACONSTANTINOU,

Minister van Buitenlandse Zaken;

HET KONINKRIJK SPANJE:

Javier SOLANA,

Minister van Buitenlandse Zaken;

DE FRANSE REPUBLIEK:

Roland DUMAS,

Minister van Staat,

Minister van Buitenlandse Zaken;

IERLAND:

Dick SPRING,

Minister van Buitenlandse Zaken;

DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

Emilio COLOMBO,

Minister van Buitenlandse Zaken;

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG:

Jacques POOS,

Minister van Buitenlandse Zaken;

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN:

P. KOOIJMANS,

Minister van Buitenlandse Zaken;

DE PORTUGESE REPUBLIEK:

J. M. DURÃO BARROSO,

Minister van Buitenlandse Zaken;

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND:

Douglas HURD,

Minister van Buitenlandse Zaken;

DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL:

Niels Helveg PETERSEN,

Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Denemarken,

Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen;

Leon BRITTAN,

Lid van de Commissie;

H. van den BROEK,

Lid van de Commissie;

ROEMENIË:

Nicolae VACAROIU,

Eerste Minister;

Teodor Viorel MELESCANU,

Minister van Staat,

Minister van Buitenlandse Zaken,

DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

ALS VOLGT ZIJN OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds. Deze associatie heeft ten doel:

- een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog tussen de partijen met het oog op het onderhouden van nauwe politieke betrekkingen;

- uitbreiding van de handel en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus de economische ontwikkeling van Roemenië te stimuleren;

- de grondslag te leggen voor economische, sociale, financiële en culturele samenwerking;

- steun te verlenen voor de inspanningen van Roemenië om zich economisch te ontwikkelen, de overschakeling naar een markteconomie te voltooien en zijn democratie te consolideren;

- instellingen in het leven te roepen die ervoor kunnen zorgen dat de associatie doelmatig verloopt;

- een kader tot stand te brengen voor de geleidelijke integratie van Roemenië in de Gemeenschap; daartoe zal Roemenië zich inzetten om aan de nodige voorwaarden te voldoen.

TITEL I POLITIEKE DIALOOG

Artikel 2

De partijen brengen een regelmatige politieke dialoog tot stand, die zal worden ontwikkeld en geïntensiveerd. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en Roemenië nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en economische veranderingen die in Roemenië aan de gang zijn en draagt bij tot het tot stand brengen van nieuwe banden van solidariteit en nieuwe vormen van samenwerking. De politieke dialoog:

- zal ertoe bijdragen dat Roemenië gemakkelijker volledig wordt opgenomen in de gemeenschap van democratische naties en geleidelijk nader tot de Gemeenschap komt; de in deze Overeenkomst bedoelde economische toenadering zal leiden tot grotere politieke convergentie;

- zal leiden tot grotere convergentie van standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor één van de partijen kunnen hebben;

- zal ertoe bijdragen dat de standpunten van de partijen over veiligheidsvraagstukken nader tot elkaar komen en dat er meer veiligheid en stabiliteit in heel Europa is.

Artikel 3

1. Het nodige overleg tussen de partijen vindt plaats op het hoogste politiek niveau.

2. Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de Associatieraad, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor alle aangelegenheden die de partijen de Associatieraad voorleggen.

Artikel 4

De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor politieke dialoog, met name in de volgende vormen:

- vergaderingen op hoog officieel niveau (hoge politieke ambtsdragers) tussen Roemeense functionarissen, enerzijds, en het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Gemeenschappen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen, anderzijds;

- het optimaal gebruik van diplomatieke kanalen;

- het opnemen van Roemenië in de groep van landen die regelmatig worden geïnformeerd over vraagstukken die zijn behandeld in het kader van de Europese Politieke Samenwerking, en het uitwisselen van informatie met het oog op het verwezenlijken van de in artikel 2 gestelde doeleinden;

- alle andere middelen die bijdragen tot het consolideren, ontwikkelen en opvoeren van deze dialoog.

Artikel 5

Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het Parlementair Associatiecomité.

TITEL II ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 6

Eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, als vastgelegd in de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, en de beginselen van de markteconomie vormen de grondslag van het binnen- en buitenlands beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van deze associatie.

Artikel 7

1. De associatie omvat een overgangsperiode van ten hoogste tien jaar, verdeeld in twee opeenvolgende fasen, die elk in beginsel vijf jaar duren. De eerste fase begint wanneer de Overeenkomst in werking treedt.

2. De Associatieraad, die er steeds rekening mee houdt dat de beginselen van de markteconomie en de steun van de Gemeenschap uit hoofde van deze Overeenkomst van essentieel belang zijn voor deze associatie, onderzoekt regelmatig hoe de Overeenkomst wordt toegepast en welke resultaten Roemenië heeft bereikt bij de economische hervormingen op grond van de in de preambule bedoelde beginselen.

3. In de periode van twaalf maanden vóór het verstrijken van de eerste fase komt de Associatieraad bijeen om te beslissen over de overgang naar de tweede fase en over eventuele veranderingen in de bepalingen die gelden voor de tweede fase. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten van het in lid 2 bedoelde onderzoek.

4. De twee fasen als bedoeld in lid 1 en lid 3 zijn niet van toepassing op titel III.

TITEL III VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN

Artikel 8

1. De Gemeenschap en Roemenië verbinden zich ertoe in de loop van de in artikel 7 bedoelde overgangsperiode geleidelijk een op wederzijdse en evenwichtige verplichtingen gebaseerde vrijhandelszone in te stellen op grond van deze Overeenkomst en overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT).

2. In het handelsverkeer tussen de partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.

3. Het basisrecht waarop de in de Overeenkomst vastgestelde achtereenvolgende verlagingen worden toegepast is voor elk produkt het recht dat erga omnes feitelijk wordt toegepast op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst.

4. Indien na de inwerkingtreding van de Overeenkomst enige tariefverlaging op erga omnes grondslag wordt toegepast, treden deze verlaagde rechten in de plaats van de in lid 3 bedoelde basisrechten, met ingang van de datum waarop de verlagingen toepassing vinden.

5. De Gemeenschap en Roemenië delen elkaar hun respectieve basisrechten mede.

HOOFDSTUK I Industrieprodukten

Artikel 9

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur bedoelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Roemenië, met uitzondering van de in bijlage I genoemde produkten.

2. De bepalingen van de artikelen 10 tot en met 14 zijn niet van toepassing op de in de artikelen 16 en 17 genoemde produkten.

Artikel 10

1. De douanerechten bij invoer die in de Gemeenschap van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit Roemenië, andere dan die bedoeld in de bijlagen IIa, IIb en III, worden afgeschaft bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

2. De douanerechten bij invoer die in de Gemeenschap van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit Roemenië vermeld in bijlage IIa worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:

- op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt elk recht teruggebracht tot 50 % van het basisrecht;

- een jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst worden de resterende rechten afgeschaft.

De douanerechten bij invoer die in de Gemeenschap van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit Roemenië vermeld in bijlage IIb worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst jaarlijks met 20 % van het basisrecht verlaagd, in dier voege dat zij aan het einde van het vierde jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst geheel zijn afgeschaft.

3. Voor de produkten van oorsprong uit Roemenië vermeld in bijlage III worden de douanerechten bij invoer geschorst binnen de grenzen van jaarlijkse communautaire tariefcontingenten of plafonds die geleidelijk worden verhoogd overeenkomstig het bepaalde in de genoemde bijlage, in dier voege dat de op de betrokken produkten rustende douanerechten bij invoer uiterlijk aan het einde van het vijfde jaar volledig zijn afgeschaft.

Terzelfder tijd worden de douanerechten bij invoer die van toepassing worden wanneer de contingenten uitgeput zijn of de douanerechten ten aanzien van onder tariefplafonds vallende goederen wederingesteld worden, met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst jaarlijks met 15 % van het basisrecht verlaagd. Aan het einde van het vijfde jaar worden de resterende rechten afgeschaft.

4. De kwantitatieve beperkingen bij invoer in de Gemeenschap en de maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen waaraan produkten van oorsprong uit Roemenië onderworpen zijn, worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst ingetrokken.

Artikel 11

1. De douanerechten bij invoer welke in Roemenië van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage IV worden afgeschaft op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst.

2. De douanerechten bij invoer die in Roemenië van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage V worden geleidelijk verlaagd overeenkomstig het hierna volgende tijdschema:

- op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 80 % van het basisrecht;

- drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 40 % van het basisrecht;

- vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 0 % van het basisrecht.

3. De douanerechten bij invoer die in Roemenië van toepassing zijn op de in bijlage VI opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft volgens het in deze bijlage vermelde tijdschema.

4. De douanerechten bij invoer welke in Roemenië van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die vermeld in de bijlagen IV, V en VI, worden geleidelijk verlaagd volgens het onderstaande tijdschema:

- drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 80 % van het basisrecht;

- vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 60 % van het basisrecht;

- zes jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 50 % van het basisrecht;

- zeven jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 35 % van het basisrecht;

- acht jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 20 % van het basisrecht;

- negen jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot 0 % van het basisrecht.

5. De douanerechten welke van toepassing zijn op de in bijlage VII vermelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden bij invoer in Roemenië geschorst binnen de grenzen van jaarlijkse contingenten die geleidelijk worden verhoogd overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage. De douanerechten bij invoer die van toepassing zijn op de hoeveelheden welke de vorengenoemde contingenten overschrijden, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het in lid 4 neergelegde tijdschema.

6. De kwantitatieve beperkingen welke bij invoer in Roemenië van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

7. De maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen welke bij invoer in Roemenië van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft, met uitzondering van de in bijlage VIII vermelde maatregelen die volgens het daarin vastgestelde tijdschema zullen worden afgeschaft.

Artikel 12

De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op de douanerechten van fiscale aard.

Artikel 13

1. De Gemeenschap verbindt zich ertoe ten aanzien van haar invoer uit Roemenië alle heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst af te schaffen.

2. Roemenië verbindt zich ertoe ten aanzien van zijn invoer uit de Gemeenschap alle heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst af te schaffen, met uitzondering van de heffing van 0,5 % ad valorem die als retributie voor de douaneformaliteiten wordt opgelegd en die zal worden afgeschaft volgens het onderstaande tijdschema:

- verlaging tot 0,25 % ad valorem aan het einde van het derde jaar;

- afschaffing uiterlijk aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

Artikel 14

1. De Gemeenschap en Roemenië verbinden zich ertoe uiterlijk tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst in hun onderlinge handelsverkeer geleidelijk alle douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking af te schaffen.

2. De kwantitatieve beperkingen bij uitvoer naar Roemenië en alle maatregelen van gelijke werking worden door de Gemeenschap bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

3. Roemenië verbindt zich ertoe de kwantitatieve beperkingen bij uitvoer naar de Gemeenschap en alle maatregelen van gelijke werking af te schaffen bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst, met uitzondering van de kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking bedoeld in bijlage IX die geleidelijk worden ingetrokken en die uiterlijk aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst geheel worden afgeschaft.

Artikel 15

Elke partij verklaart zich bereid haar douanerechten in het handelsverkeer met de andere partij te verlagen in een sneller tempo dan datgene waarin de artikelen 10 en 11 voorzien, mits haar algemene economische situatie en de situatie in de betrokken sector van de economie zulks toelaten.

De Associatieraad kan daartoe strekkende aanbevelingen doen.

Artikel 16

Protocol nr. 1 bevat de regelingen welke op de daarin genoemde textielprodukten van toepassing zijn.

Artikel 17

In Protocol nr. 2 zijn de regelingen neergelegd die van toepassing zijn op produkten welke onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen.

Artikel 18

1. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de handhaving door de Gemeenschap van een landbouwelement in de rechten welke op de in bijlage X genoemde produkten van oorsprong uit Roemenië van toepassing zijn.

2. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de invoering door Roemenië van een landbouwelement in de rechten welke op de in bijlage X genoemde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap van toepassing zijn.

HOOFDSTUK II Landbouw

Artikel 19

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap en Roemenië.

2. Met "landbouwprodukten" worden bedoeld de produkten vermeld in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en de produkten vermeld in bijlage I, met uitzondering van de visserijprodukten zoals deze in Verordening (EEG) nr. 3687/91 van de Raad van de Europese Gemeenschappen zijn omschreven.

Artikel 20

Protocol nr. 3 bevat de handelsregelingen voor de daarin vermelde verwerkte landbouwprodukten.

Artikel 21

1. Op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst heft de Gemeenschap de bij Verordening (EEG) nr. 3420/83 van de Raad van de Europese Gemeenschappen gehandhaafde kwantitatieve beperkingen op de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit Roemenië op, zoals deze op de datum van ondertekening van toepassing zijn.

2. De in de bijlagen XIa en XIb vermelde landbouwprodukten van oorsprong uit Roemenië komen op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst in aanmerking voor een verlaging van de heffingen in het kader van communautaire contingenten of voor een verlaging van de douanerechten overeenkomstig het bepaalde in de genoemde bijlage.

3. Roemenië verbindt zich ertoe de kwantitatieve beperkingen op de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst af te schaffen.

4. De Gemeenschap en Roemenië verlenen elkaar, op harmonische wijze en op basis van wederkerigheid, de in de bijlagen XIIa, XIIb en XIII bedoelde concessies, overeenkomstig de daarin bepaalde voorwaarden.

5. Rekening houdend met de omvang van hun onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten, de bijzondere gevoeligheid van deze produkten, de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap, het aandeel van de landbouw in de Roemeense economie en de gevolgen van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, onderzoeken de Gemeenschap en Roemenië in de Associatieraad, produkt per produkt, systematisch en op basis van wederkerigheid, de mogelijkheden die er zijn om elkaar verdere concessies te verlenen.

6. Rekening houdend met de noodzaak van een verdere harmonisatie van het landbouwbeleid in de Gemeenschap en Roemenië en met de wens van dit land om lid te worden van de Gemeenschap, plegen de partijen in de Associatieraad op gezette tijden overleg over de strategie en de praktische modaliteiten van hun respectieve beleid.

Artikel 22

Onverminderd de andere bepalingen van deze Overeenkomst, met name die van artikel 31, komen de partijen overeen, indien de bijzondere gevoeligheid van de markten voor landbouwprodukten ten gevolge heeft dat de invoer van produkten van oorsprong uit een partij bij de Overeenkomst waarvoor de in artikel 21 bedoelde concessies werden verleend, ernstige problemen veroorzaakt op de markt van de andere partij, onverwijld overleg te plegen ten einde een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van een dergelijke oplossing kan de betrokken partij de maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.

HOOFDSTUK III Visserij

Artikel 23

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de visserijprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap en Roemenië waarop Verordening (EEG) nr. 3687/91 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten van toepassing is.

Artikel 24

1. De Gemeenschap en Roemenië verlenen elkaar, op harmonische wijze en op basis van wederkerigheid, de in de bijlagen XIV en XV bedoelde concessies, overeenkomstig de in deze bijlagen vastgestelde voorwaarden. De bepalingen van artikel 21, lid 5, zijn van overeenkomstige toepassing op visserijprodukten.

2. De Associatieraad onderzoekt de mogelijkheid tot het sluiten van een visserijovereenkomst tussen de partijen wanneer de omstandigheden zulks toelaten.

HOOFDSTUK IV Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 25

Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk of in Protocol nr. 1, nr. 2 of nr. 3 zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op de handel in alle produkten.

Artikel 26

1. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Roemenië worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld, noch worden rechten of heffingen welke reeds van toepassing zijn verhoogd.

2. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Roemenië worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe kwantitatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking ingesteld, noch worden de bestaande beperkingen of maatregelen verscherpt.

3. Alle nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking dan wel verhogingen daarvan en alle nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking of verhogingen daarvan die door Roemenië worden ingesteld nadat de onderhandelingen zijn geopend, worden uiterlijk bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

4. Onverminderd de overeenkomstig artikel 21 gedane concessies vormen de bepalingen van de leden 1 en 2 van dit artikel in geen enkel opzicht een beletsel voor de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid van Roemenië en van de Gemeenschap, noch voor het nemen van enige maatregel in het kader van dit beleid.

Artikel 27

1. Beide partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van intern fiscale aard die, hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks, discrimineren tussen de produkten van de ene partij en soortgelijke produkten van oorsprong uit de andere partij.

2. Voor produkten die naar een der partijen worden uitgevoerd mogen de terugbetaalde bedragen aan binnenlandse belastingen niet hoger zijn dan de bedragen van de op deze produkten rustende directe of indirecte belastingen.

Artikel 28

1. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze Overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.

2. De partijen plegen in de Associatieraad overleg over de overeenkomsten tot oprichting van douane-unies of vrijhandelszones en, desgewenst, over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Gemeenschap, ten einde rekening te kunnen houden met de onderlinge belangen van de Gemeenschap en Roemenië als omschreven in deze Overeenkomst.

Artikel 29

Roemenië mag uitzonderingsmaatregelen van beperkte duur in de vorm van verhoogde douanerechten nemen die afwijken van het bepaalde in de artikelen 11 en 26, lid 1.

Deze maatregelen mogen uitsluitend worden genomen ten behoeve van jonge industrieën of van bepaalde sectoren waarin herstructureringen plaatsvinden of die met grote moeilijkheden te kampen hebben, vooral wanneer deze moeilijkheden ernstige sociale gevolgen hebben.

De douanerechten bij invoer die krachtens deze maatregelen door Roemenië worden toegepast ten aanzien van produkten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet meer dan 25 % ad valorem bedragen en dienen een preferentie voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in te houden. De totale waarde van de ingevoerde produkten waarop dergelijke maatregelen van toepassing zijn mag niet meer bedragen dan 15 % van de totale invoer van industrieprodukten uit de Gemeenschap als omschreven in hoofdstuk I gedurende het laatste jaar waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.

Deze maatregelen gelden voor een periode van ten hoogste vijf jaar, tenzij de Associatieraad de toepassing ervan over een langere periode toestaat. Zij treden uiterlijk bij het verstrijken van de overgangsperiode buiten werking.

Deze maatregelen kunnen voor een bepaald produkt niet worden getroffen indien meer dan drie jaren zijn verstreken sedert de afschaffing van alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen en maatregelen van gelijke werking die op het betrokken produkt van toepassing waren.

Roemenië stelt de Associatieraad in kennis van alle buitengewone maatregelen die het voornemens is te treffen. Op verzoek van de Gemeenschap vindt in de Associatieraad vooraf overleg plaats over deze maatregelen en de sectoren waarop zij betrekking hebben. Indien Roemenië dergelijke maatregelen neemt, is het gehouden de Associatieraad een tijdschema voor de afschaffing van de overeenkomstig dit artikel ingestelde douanerechten voor te leggen. Dit tijdschema dient te voorzien in de geleidelijke afschaffing van deze rechten in gelijke jaarlijkse percentages, beginnende uiterlijk twee jaar nadat zij werden ingesteld. De Associatieraad kan een ander tijdschema vaststellen.

Artikel 30

Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel en haar wetgeving ter zake, en overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 34.

Artikel 31

Indien de invoer van een produkt toeneemt tot hoeveelheden en plaatsvindt onder omstandigheden die:

- ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende produkten op het grondgebied van een der partijen, of

- in enige sector van de economie aanleiding geven of kunnen geven tot moeilijkheden die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de economische situatie in een bepaald gebied,

kan de benadeelde partij - de Gemeenschap of Roemenië - passende maatregelen nemen overeenkomstig de bepalingen en procedures van artikel 34.

Artikel 32

Wanneer de naleving van de artikelen 14 en 26:

i) ertoe leidt dat goederen wederuitgevoerd worden naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende partij, voor het betrokken produkt, kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of

ii) ernstige tekorten aan produkten die van wezenlijk belang zijn voor de exporterende partij doet ontstaan of dreigt te doen ontstaan,

en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij, kan deze partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de bepalingen en procedures van artikel 34. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra zij niet meer gerechtvaardigd zijn.

Artikel 33

De Lid-Staten en Roemenië passen alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, in dier voege dat tegen het einde van het vijfde jaar volgende op de inwerkingtreding van deze Overeenkomst tussen onderdanen van de Lid-Staten en van Roemenië geen discriminatie meer bestaat ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht. De Associatieraad wordt in kennis gesteld van de maatregelen welke te dien einde worden genomen.

Artikel 34

1. Indien de Gemeenschap of Roemenië de invoer van produkten die de in artikel 31 bedoelde moeilijkheden zouden kunnen geven, aan een administratieve procedure onderwerpen die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de ontwikkeling van de handelsstromen, stelt de betrokken partij de andere partij hiervan in kennis.

2. In de in de artikelen 30, 31 en 32 bedoelde gevallen verstrekt de Gemeenschap of Roemenië, al naar gelang van het geval, voordat zij of hij de in de genoemde artikelen bedoelde maatregelen neemt of, in de gevallen waarop lid 3, onder d), van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Associatieraad alle ter zake dienende informatie ten einde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de werking van de Overeenkomst het minst verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van de Associatieraad die hiervoor periodiek overleg pleegt, meer bepaald met het oog op de vaststelling van een tijdschema voor de afschaffing ervan zodra de omstandigheden zulks toelaten.

3. Voor de toepassing van lid 2 geldt het hierna volgende:

a) De moeilijkheden welke voortvloeien uit de omstandigheden bedoeld in artikel 31 worden ter bespreking voorgelegd aan de Associatieraad die alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een einde te maken aan deze moeilijkheden.

Indien de Associatieraad of de uitvoerende partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden of geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden binnen 30 dagen nadat de kwestie aan de Associatieraad is voorgelegd, kan de invoerende partij passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen. Deze maatregelen mogen niet verder strekken dan hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de gerezen moeilijkheden.

b) De Associatieraad wordt van de in artikel 30 bedoelde dumping in kennis gesteld zodra de autoriteiten van de invoerende partij een onderzoek hebben geopend. Indien de dumping niet is beëindigd of geen andere bevredigende oplossing is gevonden binnen 30 dagen nadat de zaak aan de Associatieraad is voorgelegd, kan de invoerende partij passende maatregelen nemen.

c) De moeilijkheden die voortvloeien uit de in artikel 32 bedoelde omstandigheden worden aan de Associatieraad voorgelegd.

De Associatieraad kan elke beslissing nemen die nodig is om een einde te maken aan de moeilijkheden. Indien de Associatieraad geen beslissing heeft genomen binnen 30 dagen nadat de zaak hem is voorgelegd, kan de exporterende partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken produkt.

d) Wanneer uitzonderlijke omstandigheden die tot onmiddellijk optreden nopen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek, al naar gelang van het geval, onmogelijk maken, kan de Gemeenschap of Roemenië, al naar gelang van het geval, in de in de artikelen 30, 31 en 32 bedoelde situaties onverwijld de tijdelijke vrijwaringsmaatregelen toepassen die strikt noodzakelijk zijn om het probleem op te lossen. De Associatieraad wordt hiervan onmiddellijk in kennis gesteld.

Artikel 35

In Protocol nr. 4 zijn de regels van oorsprong voor de toepassing van de in deze Overeenkomst vastgestelde tariefpreferenties neergelegd.

Artikel 36

Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen.

Artikel 37

Protocol nr. 5 bevat de specifieke bepalingen betreffende het handelsverkeer tussen Roemenië, enerzijds, en Spanje en Portugal, anderzijds.

TITEL IV HET VERKEER VAN WERKNEMERS, DE VESTIGING EN HET VERRICHTEN VAN DIENSTEN HOOFDSTUK I Het verkeer van werknemers

Artikel 38

1. Met inachtneming van de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten:

- is de behandeling van werknemers van Roemeense nationaliteit die legaal op het grondgebied van een Lid-Staat zijn tewerkgesteld vrij van elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit wat betreft de arbeidsvoorwaarden, de beloning of ontslag in vergelijking met de nationale onderdanen;

- hebben de legaal op het grondgebied van een Lid-Staat verblijvende echtgenoot en kinderen van een legaal op het grondgebied van een Lid-Staat tewerkgestelde werknemer, met uitzondering van seizoenwerknemers en werknemers die onder bilaterale overeenkomsten in de zin van artikel 42 vallen, tenzij dit in dergelijke overeenkomsten anders is bepaald, gedurende de periode van het toegestane tewerkstellingsverblijf van die werknemer toegang tot de arbeidsmarkt van die Lid-Staat.

2. Roemenië verleent, met inachtneming van de in dat land geldende voorwaarden en modaliteiten, aan werknemers die onderdaan zijn van een Lid-Staat en die legaal op zijn grondgebied zijn tewerkgesteld alsmede aan hun echtgenoten en kinderen die aldaar legaal verblijven de in lid 1 vermelde behandeling.

Artikel 39

1. Met het oog op de coördinatie van de sociale-zekerheidsregelingen voor legaal op het grondgebied van een Lid-Staat tewerkgestelde werknemers van Roemeense nationaliteit en hun aldaar legaal verblijvende gezinsleden en met inachtneming van de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten,

- worden alle door dergelijke werknemers in de verschillende Lid-Staten vervulde tijdvakken van verzekering, tewerkstelling of woonplaats bijeengeteld voor pensioenen en jaargelden uit hoofde van ouderdom, invaliditeit en overlijden, en voor de medische verzorging van dergelijke werknemers en dergelijke gezinsleden;

- zijn alle pensioenen of jaargelden uit hoofde van ouderdom, overlijden, een arbeidsongeval of een beroepsziekte dan wel wegens invaliditeit als gevolg daarvan, met uitzondering van uitkeringen waarvoor geen premie is betaald, vrij overdraagbaar tegen de krachtens de wetgeving van de debiteuren-Lid-Staat of -Lid-Staten toegepaste koers;

- ontvangen bedoelde werknemers kinderbijslag voor hun in het voorgaande omschreven gezinsleden.

2. Roemenië kent aan legaal op zijn grondgebied tewerkgestelde werknemers die onderdaan van een Lid-Staat zijn en aan hun aldaar legaal verblijvende gezinsleden een soortgelijke behandeling toe als die welke in het tweede en derde streepje van lid 1 wordt omschreven.

Artikel 40

1. De Associatieraad stelt bij besluit de passende bepalingen vast ter uitvoering van het in artikel 39 vermelde oogmerk.

2. De Associatieraad stelt bij besluit gedetailleerde regels vast voor administratieve samenwerking waarbij hij voorziet in de nodige beheer- en controlegaranties voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde bepalingen.

Artikel 41

De door de Associatieraad overeenkomstig artikel 40 vastgestelde bepalingen doen geen afbreuk aan eventuele rechten of verplichtingen voortvloeiende uit bilaterale overeenkomsten tussen Roemenië en de Lid-Staten, wanneer deze overeenkomsten in een gunstiger behandeling van Roemeense onderdanen of onderdanen van de Lid-Staten voorzien.

Artikel 42

1. Met inachtneming van de arbeidsmarktsituatie in een Lid-Staat, zijn wetgeving en de naleving van de in die Lid-Staat op het gebied van de mobiliteit van werknemers geldende regels,

- dienen de bestaande faciliteiten op het gebied van toegang tot tewerkstelling voor Roemeense werknemers door de Lid-Staten in het kader van bilaterale overeenkomsten toegekend, behouden te blijven en, zo mogelijk, te worden verbeterd;

- dienen de overige Lid-Staten de mogelijkheid van het sluiten van soortgelijke overeenkomsten te overwegen.

2. De Associatieraad onderzoekt de toekenning van andere verbeteringen, zoals bij voorbeeld toegang tot beroepsopleiding, overeenkomstig de in de Lid-Staten geldende regels en procedures en met inachtneming van de arbeidsmarktsituatie in de Lid-Staten en de Gemeenschap.

Artikel 43

De Associatieraad onderzoekt in de in artikel 7 bedoelde tweede fase, of eerder, indien aldus wordt besloten, verdere mogelijkheden tot verbetering van het verkeer van werknemers, met inachtneming van onder andere de sociale en economische situatie in Roemenië en de werkgelegenheidssituatie in de Gemeenschap. Hij doet met het oog hierop aanbevelingen.

Artikel 44

Ten einde de herschikking van de arbeidskrachten als gevolg van de economische herstructurering in Roemenië te vergemakkelijken, verleent de Gemeenschap technische bijstand voor de totstandbrenging van een passende sociale-zekerheidsregeling in Roemenië, zoals in artikel 89 uiteengezet.

HOOFDSTUK II De vestiging

Artikel 45

1. Elke Lid-Staat verleent vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst voor de vestiging van Roemeense vennootschappen en onderdanen en voor de exploitatie van op zijn grondgebied gevestigde Roemeense vennootschappen en onderdanen een niet minder gunstige behandeling dan die welke aan zijn nationale vennootschappen en onderdanen wordt verleend, behalve voor wat betreft het in bijlage XVI vermelde.

2. Onverminderd lid 3 verleent Roemenië vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst voor de vestiging van communautaire vennootschappen en onderdanen en voor de exploitatie van op zijn grondgebied gevestigde communautaire vennootschappen en onderdanen een niet minder gunstige behandeling dan die welke aan de nationale vennootschappen en onderdanen wordt verleend, behalve voor de in bijlage XVII vermelde sectoren. Mochten de bestaande wetgevingen en regelingen een dergelijke behandeling van communautaire vennootschappen en onderdanen voor bepaalde economische activiteiten in Roemenië bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst niet toekennen, dan dient Roemenië deze wetgevingen en regelingen te wijzigen om deze behandeling op zijn laatst aan het einde van het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst te verzekeren.

3. Voor de in bijlage XVIII vermelde sectoren en zaken, met uitzondering van bankactiviteiten als bedoeld in Wet nr. 33 van 1991, verleent Roemenië geleidelijk en op zijn laatst aan het einde van de in artikel 7 bedoelde overgangsperiode voor de vestiging van communautaire vennootschappen en onderdanen een behandeling die niet minder gunstig is dan die welke aan de nationale onderdanen en vennootschappen wordt verleend. Voor wat voornoemde bankactiviteiten betreft, wordt de nationale behandeling op zijn laatst aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst verleend.

4. Roemenië voert tijdens de in de leden 2 en 3 bedoelde overgangsperioden geen nieuwe wettelijke regelingen of maatregelen in die de vestiging en de exploitatie van communautaire vennootschappen en onderdanen op zijn grondgebied discrimineren in vergelijking met de nationale vennootschappen en onderdanen.

5. In de zin van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:

a) "vestiging":

i) voor onderdanen, het recht op toegang tot economische activiteiten anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede het recht op de oprichting en het beheer van ondernemingen, met name vennootschappen die zij daadwerkelijk besturen. De toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de oprichting en het beheer van ondernemingen door onderdanen strekken zich niet uit tot het zoeken naar of het aannemen van werk op de arbeidsmarkt van een andere partij en geven evenmin recht op toegang tot de arbeidsmarkt van de andere partij. Het bepaalde in dit hoofdstuk is niet van toepassing op hen die niet uitsluitend zelfstandig zijn;

ii) voor vennootschappen, het recht op toegang tot en de uitoefening van economische activiteiten door middel van de oprichting en het beheer van dochterondernemingen, filialen en agentschappen;

b) "dochterondernemingen" van een vennootschap: een vennootschap die daadwerkelijk door de eerste vennootschap wordt bestuurd;

c) "economische activiteiten": met name activiteiten van industriële aard, activiteiten van commerciële aard, activiteiten van het ambacht en activiteiten van de vrije beroepen.

6. De Associatieraad onderzoekt regelmatig de mogelijkheid van bespoediging van de verlening van nationale behandeling in de in bijlage XVIII vermelde sectoren en het onder de werkingssfeer van het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 4 van dit artikel brengen van de in de bijlagen XVI en XVII vermelde gebieden en zaken. Er kunnen bij besluit van de Associatieraad wijzigingen op deze bijlagen worden aangebracht.

Na het verstrijken van de in de leden 2 en 3 bedoelde overgangsperioden kan de Associatieraad bij uitzondering, op verzoek van Roemenië, en indien zulks noodzakelijk is, besluiten om de duur van deze overgangsperiode voor bepaalde gebieden of zaken voor een beperkte periode te verlengen.

7. In afwijking van het bepaalde in dit artikel hebben op het grondgebied van Roemenië gevestigde communautaire vennootschappen vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst het recht onroerend goed aan te kopen, te gebruiken, te huren en te verkopen en, wat staatseigendom, landbouwgrond en bossen betreft, het recht om te pachten, wanneer zulks direct noodzakelijk is voor de uitoefening van de economische activiteiten waarvoor zij gevestigd zijn. Dit recht omvat niet vestiging met het oog op het verhandelen van onroerend goed en natuurlijke rijkdommen of het bemiddelen hierbij.

Roemenië kent deze rechten uiterlijk aan het einde van de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst toe aan in Roemenië gevestigde filialen en agentschappen van communautaire vennootschappen.

Roemenië kent deze rechten uiterlijk aan het einde van de in artikel 7 bedoelde overgangsperiode toe aan als zelfstandige in Roemenië gevestigde communautaire onderdanen.

Artikel 46

1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 45 en uitgezonderd de in bijlage XVIII beschreven financiële diensten kan elke partij de vestiging van en de exploitatie door vennootschappen en onderdanen op haar grondgebied regelen, voor zover deze regelingen vennootschappen en onderdanen van de andere partij niet discrimineren in vergelijking met de eigen vennootschappen en onderdanen.

2. Ten aanzien van de in bijlage XVIII beschreven financiële diensten doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan het recht van de partijen om de maatregelen te treffen die nodig zijn voor het voeren van het monetaire beleid van een partij of die op beleidsgronden nodig zijn ten einde investeerders, depositohouders, verzekeringsnemers of diegenen jegens wie een fiduciaire verplichting is aangegaan te beschermen of de integriteit en stabiliteit van het financiële systeem te verzekeren. Deze maatregelen mogen de vennootschappen en onderdanen van de andere partij niet op grond van hun nationaliteit discrimineren ten opzichte van de nationale vennootschappen en onderdanen.

Artikel 47

Ten einde de toegang tot en de uitoefening van gereguleerde activiteiten van de vrije beroepen in respectievelijk Roemenië en de Gemeenschap voor communautaire en Roemeense onderdanen te vergemakkelijken, onderzoekt de Associatieraad welke maatregelen moeten worden getroffen met het oog op de onderlinge erkenning van diploma's. Hij kan daartoe alle noodzakelijke maatregelen nemen.

Artikel 48

Het bepaalde in artikel 46 vormt geen beletsel voor de toepassing door een partij van bijzondere regels met betrekking tot de vestiging en exploitatie op haar grondgebied van filialen en agentschappen van vennootschappen van een andere partij die op het grondgebied van de eerste partij niet als rechtspersoon zijn erkend, welke bijzondere regels op grond van juridische of technische verschillen tussen bedoelde filialen en agentschappen en wel op het grondgebied van de eerste partij als rechtspersoon erkende filialen en agentschappen van vennootschappen of, voor wat financiële diensten betreft, om beleidsredenen gerechtvaardigd zijn. Het verschil in behandeling blijft beperkt tot hetgeen als gevolg van dergelijke juridische of technische verschillen strikt noodzakelijk is of, voor wat de in bijlage XVIII beschreven financiële diensten betreft, tot hetgeen om beleidsredenen noodzakelijk is.

Artikel 49

1. In de zin van deze Overeenkomst wordt respectievelijk onder een "communautaire vennootschap" en een "Roemeense vennootschap" verstaan een vennootschap welke in overeenstemming met de wetgevingen van respectievelijk een Lid-Staat of Roemenië is opgericht en die haar statutaire zetel, haar hoofdbestuur of haar hoofdvestiging op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of Roemenië heeft. Indien de in overeenstemming met de wetgevingen van respectievelijk een Lid-Staat of Roemenië opgerichte vennootschap enkel haar statutaire zetel op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of Roemenië heeft, dan moet er een reële en voortdurende band tussen haar activiteiten en de economie van respectievelijk een van de Lid-Staten of Roemenië bestaan.

2. Wat het internationaal zeevervoer betreft, komt eveneens in aanmerking voor het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk III van deze titel een onderdaan of een scheepvaartmaatschappij van respectievelijk de Lid-Staten of Roemenië die buiten respectievelijk de Gemeenschap of Roemenië is gevestigd en wordt bestuurd door respectievelijk onderdanen van een Lid-Staat of Roemeense onderdanen, indien hun schepen in respectievelijk die Lid-Staat of Roemenië in overeenstemming met de respectieve wetgevingen zijn ingeschreven.

3. In de zin van deze Overeenkomst wordt respectievelijk onder een communautair en een Roemeens onderdaan verstaan een natuurlijke persoon die onderdaan is van respectievelijk één van de Lid-Staten of Roemenië.

4. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de uitvoering door elke partij van alle maatregelen die nodig zijn ter voorkoming van ontduiking van de door haar getroffen maatregelen ten aanzien van toegang van derde landen tot haar markt via de bepalingen van deze Overeenkomst.

Artikel 50

In de zin van deze Overeenkomst wordt onder "financiële diensten" verstaan de in bijlage XVIII beschreven activiteiten. De Associatieraad kan de werkingssfeer van bijlage XVIII uitbreiden of wijzigen.

Artikel 51

Roemenië kan in de eerste vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst ten aanzien van de vestiging van communautaire vennootschappen en onderdanen maatregelen invoeren die van de bepalingen van dit hoofdstuk afwijken, indien bepaalde industrieën:

- worden geherstructureerd of

- in grote moeilijkheden verkeren, met name wanneer deze ernstige sociale problemen in Roemenië tot gevolg hebben, of

- de uitschakeling van Roemeense vennootschappen of onderdanen in een bepaalde sector of bedrijfstak in Roemenië betekenen dan wel een forse daling van hun totale marktaandeel of

- voor Roemenië nieuwe industrieën zijn.

Dergelijke maatregelen:

i) gelden tot ten hoogste twee jaar na het verstrijken van het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst;

ii) zijn redelijk en afgestemd op het oplossen van de situatie;

iii) hebben slechts betrekking op na de inwerkingtreding van dergelijke maatregelen in Roemenië op te richten ondernemingen en mogen geen discriminatie betekenen voor de activiteiten van ten tijde van de invoering van een bepaalde maatregel reeds in Roemenië gevestigde vennootschappen of onderdanen in vergelijking met Roemeense vennootschappen of onderdanen.

De Associatieraad kan bij uitzondering, op verzoek van Roemenië, en indien de noodzaak zich voordoet, besluiten de onder i) bedoelde periode voor een bepaalde sector gedurende een beperkte termijn, die de duur van de in artikel 7 bedoelde overgangsperiode niet overschrijdt, te verlengen.

Bij het ontwerpen en uitvoeren van dergelijke maatregelen verleent Roemenië, wanneer zulks mogelijk is, een voorkeursbehandeling aan communautaire vennootschappen en onderdanen en in geen geval een behandeling die minder gunstig is dan die welke aan vennootschappen of onderdanen uit een derde land wordt verleend.

Roemenië raadpleegt de Associatieraad vóór de invoering van deze maatregelen en legt deze pas ten uitvoer nadat één maand is verstreken na de kennisgeving aan de Associatieraad van de concrete door Roemenië in te voeren maatregelen, behalve wanneer de dreiging van onherstelbare schade het treffen van urgente maatregelen vereist, in welk geval Roemenië de Associatieraad onmiddellijk na de invoering hiervan raadpleegt.

Bij het verstrijken van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst kan Roemenië dergelijke maatregelen slechts met toestemming van de Associatieraad en op de door de Associatieraad vastgestelde voorwaarden invoeren.

Artikel 52

1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op diensten in het kader van het luchtverkeer, het vervoer over de binnenwateren en cabotage in het zeevervoer.

2. De Associatieraad kan aanbevelingen doen voor verbetering van de vestiging en het uitoefenen van activiteiten op de in lid 1 vermelde gebieden.

Artikel 53

1. In afwijking van de bepalingen van hoofdstuk I van deze titel hebben de begunstigden van de door Roemenië respectievelijk de Gemeenschap toegekende rechten van vestiging recht op indienstneming, in overeenstemming met de in het gastland van vestiging geldende wetgeving, door henzelf of door één van hun dochterondernemingen, op het grondgebied van Roemenië respectievelijk van de Gemeenschap, van werknemers die onderdaan zijn van Lid-Staten van de Gemeenschap respectievelijk van Roemenië, mits dergelijke werknemers personeel met een sleutelpositie zijn, zoals in lid 2 omschreven, en zij uitsluitend door dergelijke begunstigden of hun dochterondernemingen worden tewerkgesteld. De verblijfs- en werkvergunningen van dergelijke werknemers bestrijken slechts het tijdvak van een dergelijke tewerkstelling.

2. Personeel met een sleutelpositie van de begunstigden van de rechten van vestiging, hierna "organisatie" genoemd, zijn:

a) hooggeplaatste werknemers van een organisatie die in de eerste plaats leiding geven aan het management van de organisatie, waarbij zij voornamelijk worden gecontroleerd door of aanwijzingen krijgen van de raad van bestuur of aandeelhouders van het bedrijf; hun taken omvatten:

- het leiding geven aan de organisatie of een afdeling of onderafdeling daarvan;

- het toezicht houden op en controleren van de werkzaamheden van andere toezichthoudende, deskundige of leidinggevende werknemers;

- het op grond van hun bevoegdheid persoonlijk mensen in dienst nemen en ontslaan of aanbevelingen doen tot het in dienst nemen, ontslaan of het uitvoeren van andere op het personeel betrekking hebbende maatregelen;

b) door een organisatie tewerkgestelden die in het bezit zijn van hoge of ongewone:

- kwalificaties voor een soort werkzaamheden of een vak dat specifieke technische kennis vereist;

- kennis die van essentieel belang is voor de dienstverlening, de onderzoeksuitrusting, de technieken of het management van de organisatie.

Deze personen kunnen leden zijn van de erkende vrije beroepen, maar dit behoeft niet het geval te zijn.

Elk van deze werknemers moet vóór de detachering door de organisatie sinds ten minste één jaar bij de betrokken organisatie in dienst zijn.

Artikel 54

1. De bepalingen van dit hoofdstuk worden toegepast behoudens beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.

2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de werkzaamheden die op het grondgebied van elke partij verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag, zelfs indien deze slechts voor een bepaalde gelegenheid geschieden.

Artikel 55

Vennootschappen die gezamenlijk door Roemeense vennootschappen of onderdanen en communautaire vennootschappen of onderdanen worden bestuurd en hun exclusieve eigendom zijn, komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van dit hoofdstuk en hoofdstuk III van deze titel.

HOOFDSTUK III Dienstenverkeer tussen de Gemeenschap en Roemenië

Artikel 56

1. De partijen verbinden zich overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk ertoe de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verlenen van diensten mogelijk te maken door ondernemingen of onderdanen van de Gemeenschap of van Roemenië welke zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht, met inachtneming van de ontwikkeling van de dienstverlenende sectoren op het grondgebied van de partijen.

2. Naargelang de in lid 1 bedoelde liberalisering tot stand komt en behoudens het bepaalde in artikel 59, lid 1, staan de partijen de tijdelijke verplaatsing toe van natuurlijke personen welke de dienst verlenen of als werknemer voor de dienstverlener een belangrijke functie vervullen zoals omschreven in artikel 53, lid 2, met inbegrip van de natuurlijke personen welke vertegenwoordigers zijn van een onderneming of onderdaan van de Gemeenschap of Roemenië en tijdelijke toegang wensen te krijgen voor onderhandelingen over de verkoop van diensten of voor het aangaan van overeenkomsten over de verkoop van diensten namens de dienstverlener, voor zover deze vertegenwoordigers niet zelf betrokken zijn bij de openbare directe verkoop of bij de eigenlijke dienstverlening.

3. De Associatieraad neemt de maatregelen die nodig zijn om geleidelijk uitvoering te geven aan lid 1 van dit artikel.

Artikel 57

Met betrekking tot de vervoerdiensten tussen de Gemeenschap en Roemenië komen de volgende bepalingen in de plaats van artikel 56:

1. ten aanzien van het internationaal maritiem vervoer verbinden de partijen zich tot het daadwerkelijk toepassen van het beginsel van onbeperkte toegang tot de markt en vervoer op commerciële basis.

a) Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen in het kader van de gedragscode van de Verenigde Naties voor lijnvaartconferences welke voor de ene of de andere van de partijen bij deze Overeenkomst van toepassing zijn.

De niet bij conferences aangesloten lijnvaartmaatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.

b) De partijen bevestigen dat zij vrije concurrentie beschouwen als een fundamentele noodzaak voor het vervoer van droge en vloeibare bulkgoederen;

2. bij de toepassing van de beginselen van punt 1 verbinden de partijen zich tot:

a) het niet opnemen van bepalingen inzake vrachtverdeling in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaartmaatschappijen van de ene of de andere partij bij deze Overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het vervoer van en naar het betrokken land deel te nemen;

b) het niet toestaan van het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen;

c) het bij het in werking treden van deze Overeenkomst opheffen van alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belemmeringen welke een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer;

3. met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling en een geleidelijke liberalisering van het vervoer tussen de partijen in overeenstemming met hun respectieve commerciële behoeften zullen de voorwaarden betreffende de wederzijdse toegang tot elkaars markten voor het luchtvervoer en het overlandvervoer worden vastgesteld in speciale vervoersovereenkomsten, waarover tussen de partijen na het in werking treden van deze Overeenkomst moet worden onderhandeld;

4. de partijen nemen voor het sluiten van de in punt 3 bedoelde overeenkomsten geen maatregelen welke een meer beperkende of discriminerende situatie tot gevolg hebben dan de situatie op de dag welke voorafgaat aan de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst;

5. tijdens de overgangsperiode past Roemenië zijn wetgeving, met inbegrip van zijn administratieve, technische en andere voorschriften, geleidelijk aan aan de op dat ogenblik op het gebied van het luchtvervoer en het overlandvervoer bestaande communautaire wetgeving, voor zover deze gericht is op de liberalisering en op de wederzijdse toegang tot de markten van de partijen en het verkeer van reizigers en van goederen vergemakkelijkt;

6. de Associatieraad onderzoekt, met inachtneming van de stand van zaken betreffende de gezamenlijke verwezenlijking van de doelstellingen van dit hoofdstuk, de wijze waarop de voor het verbeteren van de vrijheid van dienstverrichting in het luchtvervoer en het overlandvervoer noodzakelijke voorwaarden tot stand kunnen worden gebracht.

Artikel 58

Artikel 54 is van toepassing op de door dit hoofdstuk bestreken materie.

HOOFDSTUK IV Algemene bepalingen

Artikel 59

1. Voor de toepassing van titel IV van deze Overeenkomst zal geen enkele bepaling van de Overeenkomst de partijen ervan weerhouden hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, het verrichten van werk, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, op voorwaarde dat zulks niet op zodanige wijze geschiedt dat de toepassing de voor een partij uit een specifieke bepaling van de Overeenkomst voortvloeiende voordelen teniet doet of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 54.

2. De hoofdstukken II, III en IV van titel IV worden aangepast bij besluit van de Associatieraad in het licht van de resultaten van de onderhandelingen betreffende dienstverlening welke plaatshebben in het kader van de Uruguay-Ronde en vooral met de bedoeling ervoor te zorgen dat bij de toepassing van om het even welke bepaling van deze Overeenkomst een partij de andere partij een behandeling toekent welke niet minder gunstig is dan die welke op grond van een toekomstige algemene overeenkomst betreffende handel en diensten (GATS) wordt toegekend.

3. Het niet in aanmerking komen van overeenkomstig hoofdstuk II van titel IV in Roemenië gevestigde ondernemingen en onderdanen van de Gemeenschap voor door Roemenië verstrekte overheidssteun voor met het openbaar onderwijs en de gezondheidszorg verband houdende diensten en voor sociale en culturele dienstverlening, wordt voor de duur van de in artikel 7 bedoelde overgangsperiode beschouwd als verenigbaar met de bepalingen van titel IV en met de concurrentieregels bedoeld in titel V.

TITEL V BETALINGEN, KAPITAAL, CONCURRENTIE EN ANDERE ECONOMISCHE BEPALINGEN, EN ONDERLINGE AANPASSING VAN WETTEN HOOFDSTUK I Betalings- en kapitaalverkeer

Artikel 60

De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrije convertibele valuta voor zover de aan de betalingen ten grondslag liggende transacties betrekking hebben op krachtens deze Overeenkomst geliberaliseerd verkeer van goederen, diensten of personen tussen de partijen.

Artikel 61

1. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans garanderen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst zowel de Lid-Staten als Roemenië het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in ondernemingen welke in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II van titel IV, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.

2. In afwijking van bovenstaande bepaling worden bedoelde vrije verrichtingen, liquidatie en repatriëring gegarandeerd tegen het einde van de in artikel 7 bedoelde eerste fase voor alle investeringen welke verband houden met de vestiging van onderdanen van de Gemeenschap welke zich in Roemenië als zelfstandigen vestigen overeenkomstig hoofdstuk II van titel IV.

3. Onverminderd lid 1 stellen de Lid-Staten met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst en Roemenië vanaf het einde van het vijfde jaar volgend op de inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe beperkingen op de valutatransacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende betalingsverrichtingen tussen inwoners van de Gemeenschap en van Roemenië en geen meer restrictieve regelingen dan de bestaande vast.

4. De partijen raadplegen elkaar met het oog op de vergemakkelijking van kapitaalverrichtingen tussen de Gemeenschap en Roemenië gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst.

Artikel 62

1. Gedurende de vijf jaren volgend op de inwerkingtreding van deze Overeenkomst nemen de partijen maatregelen met het oog op de totstandbrenging van de voorwaarden welke nodig zijn voor het verder geleidelijk toepasselijk maken van de communautaire voorschriften op het vrije verkeer van kapitaal.

2. Tegen het einde van het vijfde jaar volgend op de inwerkingtreding van de Overeenkomst gaat de Associatieraad na op welke wijze de communautaire voorschriften met betrekking tot het kapitaalverkeer volledig kunnen worden toegepast.

Artikel 63

In het kader van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 65 kan Roemenië, in afwachting van een volledige convertibiliteit van de munteenheid van Roemenië in de zin van artikel VIII van het Internationaal Monetair Fonds, in uitzonderlijke omstandigheden deviezenbeperkingen in verband met het verlenen of opnemen van krediet op korte en middellange termijn toepassen voor zover dergelijke beperkingen aan Roemenië voor het verlenen van zulk krediet worden opgelegd en op grond van de IMF-status van Roemenië zijn toegestaan.

Roemenië past deze beperkingen op niet-discriminerende wijze toe. Zij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uitvoering van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren. Roemenië doet aan de Associatieraad onverwijld mededeling van de invoering en van alle wijzigingen van dergelijke maatregelen.

HOOFDSTUK II Bepalingen betreffende de concurrentie en andere economische aspecten

Artikel 64

1. Onverenigbaar met de goede werking van deze Overeenkomst voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Roemenië nadelig kunnen beïnvloeden zijn:

i) alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii) het feit dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op het grondgebied van de Gemeenschap of van Roemenië, of op een wezenlijk deel daarvan;

iii) alle openbare steunmaatregelen die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties vervalsen of dreigen te vervalsen.

2. Alle handelwijzen welke met dit artikel in strijd zijn, worden beoordeeld op grond van de criteria welke voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 85, 86 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.

3. De Associatieraad stelt binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de nodige voorschriften voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 en 2 vast.

4. a) Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1, onder iii), komen de partijen overeen dat tijdens de eerste vijf jaren na de inwerkingtreding van de Overeenkomst alle door Roemenië toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Roemenië wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 92, lid 3, onder a), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap bedoelde streken van de Gemeenschap. De Associatieraad besluit, met inachtneming van de economische situatie in Roemenië, of die periode met een verdere termijn van vijf jaar dient te worden verlengd.

b) Elke partij garandeert met betrekking tot overheidssteun doorzichtigheid door met name ieder jaar aan de andere partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma's te verstrekken. Op verzoek van een van de partijen verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.

5. Met betrekking tot de produkten vermeld in de hoofdstukken II en III van titel III:

- is het bepaalde in lid 1, onder iii), niet van toepassing;

- dienen alle handelwijzen welke in strijd zijn met lid 1, onder i), te worden beoordeeld overeenkomstig de criteria welke door de Gemeenschap zijn vastgesteld op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en meer bepaald bij Verordening nr. 26 van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

6. Indien de Gemeenschap of Roemenië van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met lid 1 en:

- niet op toereikende wijze wordt bestreken door in lid 3 bedoelde uitvoeringsbepalingen, of

- dergelijke regels niet bestaan en de handelwijze oorzaak is of dreigt te zijn van ernstige schade voor de belangen van de andere partij of van belangrijke schade voor de binnenlandse industrie van die partij, met inbegrip van haar dienstverlenende sector,

kan zij of hij passende maatregelen nemen na overleg in het kader van de Associatieraad of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.

Met betrekking tot handelwijzen welke onverenigbaar zijn met lid 1, onder iii), kunnen, indien de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel daarop van toepassing is, dergelijke passende maatregelen alleen worden vastgesteld in overeenstemming met de in de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel opgenomen procedures en voorwaarden en alle andere in het kader daarvan via onderhandelingen tot stand gekomen instrumenten welke voor beide partijen van toepassing zijn.

7. In afwijking van alle eventueel daarmee strijdige bepalingen welke in overeenstemming met lid 3 zijn vastgesteld, wisselen de partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit de vereisten inzake beroeps- en zakengeheim.

8. Dit artikel is niet van toepassing op de produkten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal betrekking heeft en welke in Protocol nr. 2 worden behandeld.

Artikel 65

1. De partijen proberen het opleggen van met de betalingsbalans verband houdende beperkende maatregelen met inbegrip van maatregelen betreffende de invoer te vermijden. Indien dergelijke maatregelen worden ingevoerd, verstrekt de daarvoor verantwoordelijke partij de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.

2. Wanneer een of verschillende Lid-Staten dan wel Roemenië op betalingsbalansgebied in ernstige moeilijkheden of in onmiddellijk gevaar voor moeilijkheden verkeren, kan de Gemeenschap respectievelijk Roemenië in overeenstemming met de voorwaarden van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel restrictieve maatregelen vaststellen met inbegrip van maatregelen betreffende de invoer, waarvoor de toepassingstermijn beperkt is en die niet meer omvatten dan nodig is om de betalingsbalanssituatie te corrigeren. De Gemeenschap respectievelijk Roemenië stelt de andere partij daarvan onverwijld in kennis.

3. De beperkende maatregelen mogen geen betrekking hebben op transfers in verband met investeringen en vooral de repatriëring van geïnvesteerde of geherinvesteerde bedragen en om het even welke daaruit voortvloeiende inkomsten.

Artikel 66

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het derde jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, en met name van artikel 90, en de beginselen van het slotdocument van de in april 1990 te Bonn bijeengekomen Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (en met name de besluitvormingsvrijheid van de ondernemers) worden gehandhaafd.

Artikel 67

1. Roemenië ziet verder toe op de verbetering van de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, ten einde tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst te kunnen voorzien in een bescherming overeenkomend met die welke bestaat in de Gemeenschap, met inbegrip van vergelijkbare middelen om dergelijke rechten af te dwingen.

2. Binnen hetzelfde tijdvak zal Roemenië een aanvraag indienen om toe te treden tot het Verdrag van München inzake de verlening van Europese octrooien, van 5 oktober 1973, en toetreden tot de andere multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten (bedoeld in bijlage XIX, punt 1) waarbij Lid-Staten partij zijn of welke de facto door Lid-Staten worden toegepast.

3. Bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal door Roemenië geen minder gunstige behandeling worden verleend dan die welke aan elk derde land onder elke bilaterale overeenkomst wordt verleend.

Artikel 68

1. De partijen beschouwen het openbaar maken van de aanbesteding van overheidsopdrachten op grond van de beginselen van non-discriminatie en wederkerigheid, vooral in de context van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, als een na te streven doelstelling.

2. De Roemeense ondernemingen zoals omschreven in artikel 49 krijgen toegang tot aanbestedingscontracten in de Gemeenschap overeenkomstig de daarvoor in de Gemeenschap geldende procedures en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor de communautaire ondernemingen, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

De communautaire ondernemingen in de zin van artikel 49 krijgen toegang tot aanbestedingscontracten in Roemenië overeenkomstig de aldaar geldende procedures en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor de Roemeense ondernemingen uiterlijk aan het einde van de overgangsperiode vermeld in artikel 7.

De in Roemenië overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van titel IV gevestigde communautaire ondernemingen in de vorm van dochterondernemingen als bedoeld bij artikel 45 en in de bij artikel 55 bedoelde vormen, krijgen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst toegang tot aanbestedingscontracten en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan die voor de Roemeense ondernemingen. De in Roemenië gevestigde ondernemingen in de vorm van bijkantoren en agentschappen als bedoeld bij artikel 45 verkrijgen een dergelijke behandeling uiterlijk tegen het einde van de in artikel 7 vermelde overgangsperiode.

De Associatieraad onderzoekt periodiek de mogelijkheid voor Roemenië om alle communautaire ondernemingen vóór het einde van de overgangsperiode toegang te verlenen tot aanbestedingscontracten in Roemenië.

3. Met betrekking tot vestigingen, activiteiten, dienstverlening alsook de indienstneming van personeel en de verplaatsing van arbeidskrachten in verband met de uitvoering van overheidsopdrachten, zijn de artikelen 38 tot en met 59 van toepassing.

HOOFDSTUK III Harmonisatie van wetgeving

Artikel 69

De partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor de economische integratie van Roemenië in de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van dat land met die van de Gemeenschap is. Roemenië doet het nodige om ervoor te zorgen dat zijn wetgeving geleidelijk in overeenstemming met die van de Gemeenschap wordt gebracht.

Artikel 70

De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen: douane, vennootschapsrecht, bankwezen, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers op de arbeidsplaats, sociale zekerheid, financiële dienstverlening, concurrentieregels, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, consumentenbescherming, indirecte belastingen, technische voorschriften en normen, wetgeving en reglementering op nucleair gebied, vervoer en milieu.

Artikel 71

De Gemeenschap verstrekt Roemenië technische bijstand bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen; die bijstand kan de volgende aspecten omvatten:

- uitwisseling van deskundigen,

- verstrekking van tijdige informatie, vooral over relevante wetgeving,

- organisatie van seminaries,

- opleidingsactiviteiten,

- steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de desbetreffende sectoren.

TITEL VI ECONOMISCHE SAMENWERKING

Artikel 72

1. De Gemeenschap en Roemenië brengen een samenwerking tot stand die erop gericht is de ontwikkeling en het groeipotentieel van Roemenië te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden op een zo breed mogelijke basis, zulks ten voordele van beide partijen.

2. Er zullen beleidsmaatregelen en andere maatregelen worden ontworpen voor de totstandbrenging van de economische en sociale ontwikkeling van Roemenië waarbij rekening wordt gehouden met het beginsel van duurzame ontwikkeling. Deze maatregelen houden in dat vanaf het begin ook de milieuaspecten volledig in het beleid worden geïntegreerd en worden gebonden aan de eisen van harmonische sociale ontwikkeling.

3. Met het oog hierop zou de samenwerking in het bijzonder moeten worden gericht op het beleid ter zake van de industrie, met inbegrip van de mijnbouw, en op investeringen, landbouw, energie, vervoer, regionale ontwikkeling en toerisme.

4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen ter bevordering van de samenwerking tussen de landen van Centraal- en Oost-Europa met het oog op een harmonische ontwikkeling van de regio.

Artikel 73

Industriële samenwerking

1. Bij de samenwerking worden in het bijzonder de volgende doelstellingen nagestreefd:

- industriële samenwerking tussen het bedrijfsleven aan beide zijden, meer in het bijzonder ten einde de particuliere sector te versterken;

- deelneming van de Gemeenschap aan het streven van Roemenië om zowel in de openbare als in de particuliere sector zijn industrie te moderniseren en te herstructureren met het oog op de overgang van een centraal geleide planeconomie naar een markteconomie op zodanige wijze dat de nodige zorg voor het milieu wordt gedragen;

- herstructurering van de afzonderlijke sectoren;

- vestiging van nieuwe ondernemingen op terreinen met een groeipotentieel;

- overdracht van technologie en know-how.

2. Bij de initiatieven voor industriële samenwerking wordt rekening gehouden met de door Roemenië vastgelegde prioriteiten. Daarbij wordt in het bijzonder gestreefd naar het uitwerken van een passend kader waarbinnen de ondernemingen kunnen functioneren, het verbeteren van de beheersdeskundigheid en het bevorderen van de doorzichtigheid van afzetmogelijkheden en voorwaarden voor ondernemingen. Waar nodig zal technische bijstand worden verleend.

Artikel 74

Bevordering en bescherming van investeringen

1. De samenwerking is gericht op het creëren van een gunstig klimaat voor binnen- en buitenlandse particuliere investeringen, die van essentieel belang zijn voor de economische en industriële wederopbouw van Roemenië.

2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de volgende doelstellingen:

- het creëren door Roemenië van een juridisch kader ter bevordering en bescherming van investeringen;

- het sluiten door de Lid-Staten en Roemenië van overeenkomsten voor de bevordering en bescherming van investeringen;

- tenuitvoerlegging van de nodige akkoorden voor kapitaaloverdracht;

- betere bescherming van investeringen;

- verdere deregulering en verbetering van de economische infrastructuur:

- uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden in de vorm van handelsbeurzen, tentoonstellingen, handelsweken en andere manifestaties.

Artikel 75

Agrarische en industriële normen en conformiteitsbeoordeling

1. De partijen werken samen ten einde de verschillen op het gebied van procedures voor standaardisering en conformiteitsbeoordeling te verkleinen.

2. Daartoe worden via samenwerking de volgende doelstellingen nagestreefd:

- bevordering van de naleving, door Roemenië, van communautaire technische voorschriften en Europese normen betreffende de kwaliteit van levensmiddelen en agro-industriële produkten;

- bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en procedures voor conformiteitsbeoordeling;

- indien nodig, het sluiten van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning op deze gebieden;

- aanmoediging van actieve en regelmatige deelneming van Roemenië aan de werkzaamheden van gespecialiseerde organisaties (CEN, Cenelec, ETSI, EOTC).

3. De Gemeenschap zal Roemenië waar nodig technische bijstand verlenen.

Artikel 76

Samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie

1. De partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling. Zij besteden daarbij bijzondere aandacht aan de volgende aspecten:

- uitwisseling van wetenschappelijke en technologische informatie, met inbegrip van informatie over elkaars beleid en activiteiten op wetenschappelijk en technologisch gebied;

- organisatie van gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomsten (seminaries en werkcolleges);

- gezamenlijke O & O-activiteiten om de wetenschappelijke vooruitgang en de overdracht van technologie en know-how aan te moedigen;

- opleidingsactiviteiten en programma's ter bevordering van de mobiliteit, ten behoeve van onderzoekers en specialisten aan beide zijden;

- het creëren van een milieu dat bevorderlijk is voor onderzoek, de toepassing van nieuwe technologieën en een passende bescherming van de intellectuele eigendom die het resultaat van het onderzoek is;

- deelneming van Roemenië aan communautaire programma's overeenkomstig lid 3.

Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

2. De Associatieraad stelt de passende procedures voor het ontwikkelen van de samenwerking vast.

3. De samenwerking die valt onder het kaderprogramma van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling wordt ten uitvoer gelegd via afzonderlijke akkoorden waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de wettelijke procedures van de respectieve partijen.

Artikel 77

Onderwijs en opleiding

1. De partijen werken samen ten einde het peil van het algemene onderwijs en de beroepskwalificaties in Roemenië op te trekken, zowel in de openbare als in de particuliere sector, rekening houdend met de prioriteiten van Roemenië. Er zullen institutionele raamwerken en plannen voor samenwerking worden opgezet (te beginnen met de Europese Stichting voor Opleiding, na oprichting daarvan, en het Tempus-programma). De deelneming van Roemenië aan andere communautaire programma's kan in dit verband eveneens worden onderzocht.

2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de volgende terreinen:

- hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels in Roemenië;

- beginopleiding, scholing binnen de diensten en herscholing, met inbegrip van de opleiding en leidinggevend personeel in de openbare en de particuliere sector, alsook van hogere ambtenaren, met name op vast te stellen prioritaire terreinen;

- samenwerking tussen universiteiten, samenwerking tussen universiteiten en ondernemingen en mobiliteit voor leraren, studenten, administrateurs en jongeren;

- bevordering van het onderwijs op het gebied van Europese studies in de relevante instellingen;

- wederzijdse erkenning van studieperioden en diploma's;

- het aanleren van communautaire talen;

- de opleiding van vertalers en tolken en de aanmoediging van het gebruik van communautaire linguïstische normen en terminologie en de opzet van een passend kader voor vertalingen van en naar het Roemeens en de communautaire talen;

- ontwikkeling van onderwijs per correspondentie of via andere media en nieuwe opleidingsmethoden;

- toekenning van beurzen en faciliteiten voor het volgen van stages;

- verstrekking van leermateriaal en -uitrusting.

Ten einde het niveau van de onderwijs- en onderzoeksinstellingen in Roemenië gelijk te trekken met dat van de Gemeenschap, zoals bepaald bij artikel 76, neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om de samenwerking van Roemenië met de desbetreffende Europese instellingen te vergemakkelijken. Zulks kan de deelneming van Roemenië aan de activiteiten van deze instellingen omvatten alsmede het oprichten van afdelingen daarvan in Roemenië. De doelstellingen van bovengenoemde instellingen zouden moeten worden gericht op de opleiding van onderzoekers, vakmensen en ambtenaren, die zich zullen bezighouden met het proces van Europese integratie en samenwerking met de Instellingen van de Gemeenschap.

Artikel 78

Landbouw en de agro-industriële sector

1. De samenwerking op dit terrein is gericht op de modernisering, herstructurering en privatisering van de landbouw en de agro-industriële sector in Roemenië. Zij beoogt met name de volgende doelstellingen:

- ontwikkeling van particuliere landbouwbedrijven en distributiekanalen, opslagmethoden, afzetsystemen, management, enz.;

- modernisering van de plattelandsinfrastructuur (vervoer, watervoorziening, telecommunicatie);

- verbetering van de ruimtelijke ordening op het platteland, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;

- verbetering van produktiviteit, kwaliteit en efficiency door het gebruik van passende methoden en produkten, verstrekken van opleiding en toezicht bij het gebruik van methoden voor bestrijding van de verontreiniging veroorzaakt door landbouwinputs;

- bevordering van de complementariteit in de landbouw;

- bevordering van de uitwisseling van know-how, in het bijzonder tussen de particuliere sectoren in de Gemeenschap en in Roemenië;

- ontwikkeling en modernisering van verwerkende bedrijven en hun afzetmethoden;

- ontwikkeling van de samenwerking op het gebied van de gezondheid van dier en plant en behandeling van agrarische levensmiddelen (met inbegrip van ionisatie) ten einde te komen tot een geleidelijke harmonisatie met de communautaire normen via bijstand voor opleiding en het uitvoeren van controles;

- totstandbrenging en bevordering van doelmatige samenwerking op het gebied van de methoden van landbouwvoorlichting;

- ontwikkeling en bevordering van doelmatige samenwerking inzake kwaliteitsverzekeringsstelsels welke verenigbaar zijn met communautaire modellen;

- uitwisseling van informatie over landbouwpolitiek en -wetgeving;

- technische bijstand en overdracht van know-how aan Roemenië met betrekking tot het stelsel van melkverstrekking aan scholen.

2. Daartoe verleent de Gemeenschap waar nodig technische bijstand.

Artikel 79

Energie

1. In het kader van de beginselen van de markteconomie en het Europees Energiehandvest werken de partijen samen ten einde de geleidelijke integratie van de energiemarkten in Europa tot stand te brengen.

2. De samenwerking omvat onder andere waar nodig technische bijstand op de volgende gebieden:

- uitstippeling en planning van het energiebeleid;

- beheer en opleiding in de energiesector;

- bevordering van energiebesparing en efficiënt gebruik van energie;

- ontwikkeling van energiebronnen;

- verbetering van de distributie en verbetering en diversificatie van de voorziening;

- milieu-effecten van energieproduktie en -verbruik;

- de sector kernenergie;

- grotere openstelling van de energiemarkt en vergemakkelijking van de doorvoer van gas en elektriciteit;

- de sectoren elektriciteit en gas, met inbegrip van onderzoek naar de mogelijkheid om de voorzieningsnetten op elkaar aan te sluiten;

- modernisering van de energie-infrastructuur;

- de opstelling van raamvoorwaarden voor samenwerking tussen bedrijven in deze sector, waaronder eventueel de aanmoediging van joint ventures;

- overdracht van technologie en know-how waaronder, indien gewenst, de bevordering en commercialisering van efficiënte energietechnologieën.

Artikel 80

Samenwerking in de sector kernenergie

1. Het doel van de samenwerking is mogelijkheden te verschaffen voor een veiliger gebruik van kernenergie.

2. De samenwerking bestrijkt vooral de volgende terreinen:

- industriële maatregelen voor de bedrijfsveiligheid van Roemeense kernenergiecentrales;

- verbetering van de opleiding van leidinggevend en ander personeel van kerncentrales;

- verbetering van de wetten en voorschriften van Roemenië inzake kernveiligheid en uitbreiding van de bevoegdheden van toezichthoudende autoriteiten en van hun middelen;

- nucleaire veiligheid, het voorbereid zijn op kernongevallen en maatregelen bij kernongevallen;

- stralingsbescherming, met inbegrip van meting van de straling in het milieu;

- vraagstukken in verband met de splijtstofcyclus en bescherming van nucleaire stoffen;

- beheer van radioactief afval;

- buitenbedrijfstelling en ontmanteling van nucleaire installaties;

- ontsmetting.

3. De samenwerking omvat de uitwisseling van informatie en ervaring alsmede O & O-activiteiten overeenkomstig artikel 76.

Artikel 81

Milieu

1. De partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volksgezondheid, die zij als een prioriteit beschouwen.

2. De samenwerking heeft betrekking op de bestrijding van het milieubederf en met name op:

- de daadwerkelijke controle van het verontreinigingspeil; een informatiesysteem betreffende de staat van het milieu;

- de bestrijding van de plaatselijke, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging;

- ecologisch herstel;

- duurzame doeltreffende en milieuvriendelijke technieken voor energieproduktie en -verbruik; de veiligheid van industriële installaties;

- de classificaties en veilige behandeling van scheikundige produkten;

- de waterkwaliteit, in het bijzonder van grensoverschrijdende waterwegen (de Donau, de Zwarte Zee);

- het verminderen, recycleren en veilig verwijderen van afval; de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Bazel;

- de milieu-effecten van de landbouw, bodemerosie en scheikundige verontreiniging;

- de bescherming van bossen;

- het in stand houden van de soortenrijkdom;

- ruimtelijke ordening, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;

- de aanwending van economische en fiscale instrumenten;

- klimaatverandering op wereldniveau;

- onderwijs en bewustmaking op milieugebied.

3. De samenwerking zal in hoofdzaak op de volgende wijze plaatshebben:

- uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën, en het veilig en milieuvriendelijk gebruik van biotechnologie;

- opleidingsprogramma's;

- gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;

- harmonisatie van wetgeving (communautaire normen);

- samenwerking in regionaal verband (met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieubureau, na de oprichting daarvan door de Gemeenschap) en op internationaal niveau;

- uitstippeling van strategieën, vooral in verband met wereldomvattende en klimatologische kwesties;

- milieu-effectstudies.

Artikel 82

Waterbeheer

De partijen ontwikkelen hun samenwerking op diverse terreinen van het waterbeheer met speciale aandacht voor:

- een milieuvriendelijk gebruik van het water van grensoverschrijdende stroomgebieden, rivieren en meren;

- de harmonisatie van de voorschriften betreffende waterbeheer en middelen voor technische waterregulering (richtlijnen, drempelwaarden, normen, richtsnoeren, logistiek);

- de modernisering van onderzoek en ontwikkeling en het leggen van een wetenschappelijke grondslag voor het waterbeheer.

Artikel 83

Vervoer

1. De partijen ontwikkelen en intensiveren hun samenwerking ten einde Roemenië in staat te stellen:

- het vervoer te herstructureren en te moderniseren;

- het verkeer van personen en goederen en de toegang tot de vervoermarkt te verbeteren door het wegwerken van administratieve, technische en andere hinderpalen;

- het communautair transitovervoer over de weg, per spoor, over de waterwegen en in het kader van gecombineerd vervoer door Roemenië te vergemakkelijken;

- de bedrijfsnormen van de Gemeenschap te evenaren.

2. De samenwerking omvat met name:

- economische, juridische en technische opleidingsprogramma's;

- het verlenen van technische bijstand en advies en de uitwisseling van informatie;

- middelen voor de ontwikkeling van de vervoersinfrastructuur in Roemenië.

3. De volgende gebieden zijn prioritair:

- de ontwikkeling en modernisering van het wegvervoer, met inbegrip van de geleidelijke vergemakkelijking van de doorvoer;

- het beheer van spoorwegen en luchthavens, met inbegrip van samenwerking tussen de ter zake bevoegde nationale instanties;

- de modernisering, op hoofdwegen van gemeenschappelijk belang en op transeuropese verkeersassen, van weg-, waterweg-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur;

- de ruimtelijke ordening met inbegrip van met het vervoer verband houdende nieuwbouwplanning en stadsplanning;

- de verbetering van de technische installaties om aan de communautaire normen te voldoen, vooral op het gebied van het weg- en spoorwegvervoer, met multimodaal vervoer en de overslag;

- het opzetten van een samenhangend vervoersbeleid dat verenigbaar is met dat van de Gemeenschap;

- de bevordering van gezamenlijke technologische programma's en onderzoekprogramma's in overeenstemming met artikel 76.

Artikel 84

Telecommunicatie, post- en omroepdiensten

1. De partijen verruimen en versterken hun samenwerking op dit terrein en zetten daartoe met name maatregelen op betreffende:

- de uitwisseling van informatie inzake telecommunicatie, post- en omroepdiensten;

- de uitwisseling van technische en andere informatie en de organisatie van seminaries, werkcolleges en lezingen voor deskundigen van beide zijden;

- opleiding en adviesverlening;

- de overdracht van technologie;

- de uitvoering van gezamenlijke projecten door de ter zake bevoegde diensten aan beide zijden;

- de bevordering van Europese normen, certificatiesystemen en regelgevingsmethoden;

- de bevordering van nieuwe communicatiefaciliteiten, diensten en installaties, vooral die met commerciële toepassing.

2. Deze activiteiten worden op de volgende prioritaire terreinen toegespitst:

- de modernisering van het Roemeense telecommunicatienetwerk en de integratie daarvan in het Europese en wereldomspannende netwerk;

- de samenwerking in het kader van de Europese normalisatiestructuren;

- de integratie van de transeuropese stelsels; de juridische en regelgevingsaspecten van de telecommunicatie;

- het beheer van de telecommunicatie en van de post- en omroepdiensten in het nieuwe economische milieu: organisatiestructuren, strategie en planning, aankoopbeginselen;

- de ruimtelijke ordening met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;

- de modernisering van de Roemeense post- en omroepdiensten met inbegrip van de juridische en regelgevingsaspecten.

Artikel 85

Bank- en verzekeringswezen, andere financiële dienstverlening en samenwerking op het gebied van de boekhoudcontrole

1. De partijen werken samen met het oog op de vaststelling en ontwikkeling van passende maatregelen voor de stimulering van het bank- en verzekeringswezen en van de financiële dienstverlening in Roemenië.

a) De samenwerking heeft voornamelijk betrekking op:

- de invoering van een met de Europese normen verenigbaar boekhoudsysteem;

- de uitbreiding en herstructurering van het bankwezen en van de financiële dienstverlening;

- de verbetering van het toezicht op en de reglementering van het bankwezen en van de financiële diensten;

- het opstellen van terminologische glossaria;

- de uitwisseling van informatie met betrekking tot de geldende of in uitwerking zijnde wetten.

b) Te dien einde zal de samenwerking het verstrekken van technische bijstand en opleiding omvatten.

2. De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling in Roemenië van doeltreffende systemen op het gebied van de boekhoudcontrole, gebaseerd op de gebruikelijke communautaire methoden en procedures.

Artikel 86

Monetair beleid

Op verzoek van de Roemeense autoriteiten verstrekt de Gemeenschap technische bijstand ter ondersteuning van het streven van Roemenië naar de invoering van de volledige convertibiliteit van de leu en de geleidelijke aanpassing van zijn beleid aan het Europees Monetair Stelsel. Dit zal een informele uitwisseling van gegevens over de beginselen en de werking van het Europees Monetair Stelsel omvatten.

Artikel 87

Witwassen van geld

1. De partijen treffen een samenwerkingsregeling om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengst van criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.

2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de vaststelling van passende normen ter voorkoming van het witwassen van geld, die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn aangenomen door de Gemeenschap en internationale forums op dit gebied, met inbegrip van de Financial Action Task Force (FATF).

Artikel 88

Regionale ontwikkeling

1. De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de regionale ontwikkeling en de ruimtelijke ordening.

2. Te dien einde kunnen maatregelen worden genomen betreffende:

- de uitwisseling van informatie door nationale, regionale of plaatselijke instanties over het beleid inzake regionale planning en ruimtelijke ordening, en waar nodig het verstrekken van bijstand aan Roemenië voor het uitwerken van dat beleid;

- gezamenlijke acties van regionale en plaatselijke instanties op het gebied van de economische ontwikkeling;

- wederzijdse bezoeken om de mogelijkheden voor samenwerking en bijstand na te gaan;

- de uitwisseling van ambtenaren en deskundigen;

- de technische bijstand met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van achtergebleven gebieden;

- programma's voor de uitwisseling van informatie en kennis, met name in het kader van studiebijeenkomsten.

Artikel 89

Sociale samenwerking

1. Op het gebied van de gezondheid en de veiligheid is de samenwerking tussen de partijen erop gericht het peil van de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te verbeteren, met als referentiepunt de mate van bescherming die in de Gemeenschap bestaat. De samenwerking heeft in het bijzonder betrekking op:

- technische bijstand;

- de uitwisseling van deskundigen;

- de samenwerking tussen ondernemingen;

- informatie- en opleidingsacties;

- samenwerking op het gebied van de volksgezondheid.

2. Op het gebied van de werkgelegenheid heeft de samenwerking tussen de partijen voornamelijk betrekking op:

- de organisatie van de arbeidsmarkt;

- de modernisering van de diensten voor arbeidsbemiddeling en loopbaanadvies;

- de planning en tenuitvoerlegging van regionale herstructureringsprogramma's;

- het stimuleren van de plaatselijke werkgelegenheid.

De samenwerking op dit gebied heeft plaats in de vorm van studies, het ter beschikking stellen van deskundigen en het verstrekken van voorlichting en opleiding.

3. Met betrekking tot de sociale zekerheid is de samenwerking tussen partijen gericht op het aanpassen van het sociale-zekerheidsstelsel in Roemenië aan de nieuwe economische en sociale situatie, in hoofdzaak via de terbeschikkingstelling van deskundigen, voorlichting en opleiding.

Artikel 90

Toerisme

De partijen vergroten en ontwikkelen hun samenwerking, met name aan de hand van maatregelen welke betrekking hebben op:

- de vergemakkelijking van het toerisme en de aanmoediging van het jongerentoerisme;

- het verbeteren van de informatiestroom via internationale netwerken, databanken, enz.;

- de overdracht van know-how via opleiding, uitwisselingen en seminaries;

- het bestuderen van de mogelijkheden voor gezamenlijke maatregelen (grensoverschrijdende projecten, stedenjumelages, enz.);

- de toetreding van Roemenië tot de belangrijke Europese toeristische organisaties;

- de harmonisatie van de statistische systemen en van de voorschriften inzake toerisme;

- de uitwisseling van nieuws en informatie over wederzijds belangrijke aangelegenheden welke van invloed zijn op de toeristische sector;

- technische bijstand voor de commerciële ontwikkeling van infrastructuur die bevorderlijk is voor het toerisme.

Artikel 91

Midden- en kleinbedrijf

1. De partijen streven naar een ontwikkeling en uitbreiding van het midden- en kleinbedrijf en van de samenwerking tussen kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) in de Gemeenschap en Roemenië.

2. Zij moedigen de uitwisseling van informatie en know-how aan met betrekking tot:

- het creëren van de vereiste juridische, administratieve, technische, fiscale en financiële voorwaarden voor de ontwikkeling en uitbreiding van KMO en voor grensoverschrijdende samenwerking;

- het verstrekken van de speciale diensten waaraan de KMO behoefte hebben (managementopleiding, boekhouding, afzetplanning, kwaliteitscontrole, enz.) en de uitbreiding van de bedrijven welke dergelijke diensten verlenen;

- het tot stand brengen van de nodige banden met communautaire ondernemers, ten einde de informatiestroom naar de KMO te verbeteren en de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen (bij voorbeeld via het Europees Netwerk voor samenwerking en toenadering tussen ondernemingen (BC-Net), de EG-adviescentra voor ondernemingen, lezingen, enz.).

3. De samenwerking omvat het verstrekken van technische bijstand vooral voor het tot stand brengen van de nodige institutionele steun voor de KMO, zowel op nationaal als op regionaal niveau, op het gebied van de financiële dienstverlening, de opleiding, de adviesverstrekking, de technologische dienstverlening en het afzetapparaat.

Artikel 92

Informatie en communicatie

De Gemeenschap en Roemenië ondernemen de nodige stappen om een doeltreffende onderlinge uitwisseling van informatie te stimuleren. Daarbij wordt prioriteit verleend aan programma's om het grote publiek te voorzien van essentiële informatie over de Gemeenschap, en beroepskringen in Roemenië meer gespecialiseerde informatie te verstrekken, waar mogelijk met inbegrip van toegang tot communautaire databanken.

Artikel 93

Bescherming van de consument

1. De partijen werken samen om te komen tot volledige verenigbaarheid van de regelingen voor het beschermen van de consument in Roemenië en in de Gemeenschap.

2. De samenwerking omvat, in het kader van de bestaande mogelijkheden, met het oog daarop:

- de uitwisseling van informatie en deskundigen,

- toegang tot de communautaire databanken,

- opleidingsacties en technische bijstand.

Artikel 94

Douane

1. Doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle op goedkeuring wachtende bepalingen betreffende het handelsverkeer en eerlijke handelspraktijken worden nageleefd en dat het Roemeense douanesysteem aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast, waardoor de in het kader van deze Overeenkomst geplande stappen in de richting van een liberalisering worden vergemakkelijkt.

2. De samenwerking omvat in het bijzonder:

- de uitwisseling van informatie;

- de invoering van het enig administratief document van de gecombineerde nomenclatuur;

- de koppeling van de regelingen voor douanevervoer van de Gemeenschap en Roemenië;

- de vereenvoudiging van de controles en formaliteiten voor het goederenvervoer;

- de organisatie van studiebijeenkomsten en stages.

Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

3. Onverminderd de verdere bepalingen inzake samenwerking van deze Overeenkomst en in het bijzonder artikel 97 vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten op douanegebied van de partijen plaats overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 6.

Artikel 95

Statistische samenwerking

1. De samenwerking op dit gebied beoogt het ontwikkelen van een efficiënt statistiekstelsel om snel en tijdig de betrouwbare statistieken op te stellen welke nodig zijn voor het ondersteunen van en toezien op het economisch hervormingsproces en voor het stimuleren van de ontwikkeling van de particuliere sector in Roemenië.

2. De samenwerking tussen de partijen is in het bijzonder gericht op:

- het opzetten van een betrouwbaar en onafhankelijk statistiekstelsel;

- de harmonisatie met internationale (en vooral communautaire) methoden, normen en classificaties;

- het beschikbaar maken van de gegevens die nodig zijn om de economische en sociale hervormingen in stand te houden en te controleren;

- het ter beschikking stellen van de nodige macro- en micro-economische gegevens aan particuliere ondernemingen;

- het waarborgen van de vertrouwelijkheid van gegevens;

- de uitwisseling van statistische informatie;

- het samenstellen van databanken.

3. Waar nodig wordt door de Gemeenschap technische bijstand verleend.

Artikel 96

Economie

1. De Gemeenschap en Roemenië vergemakkelijken het proces van economische hervormingen en integratie door samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de basisbeginselen van hun respectieve economie en op het uitstippelen en ten uitvoer leggen van een economisch beleid in het kader van een vrije-markteconomie.

2. De Gemeenschap en Roemenië zullen met het oog daarop:

- informatie uitwisselen over macro-economische prestaties en vooruitzichten en over ontwikkelingsstrategieën;

- gezamenlijk economische kwesties van wederzijds belang analyseren, met inbegrip van de plannen voor een economisch beleid en de instrumenten voor de tenuitvoerlegging daarvan;

- met name in het kader van het actieprogramma voor samenwerking op economisch gebied (Action for Cooperation in Economics - ACE) een brede samenwerking tussen economen en managers in de Gemeenschap en Roemenië aanmoedigen, ten einde de overdracht van know-how voor het uitwerken van een economisch beleid te versnellen en te zorgen voor de ruime verspreiding van onderzoekresultaten die voor het beleid van belang kunnen zijn.

Artikel 97

Drugs

1. De samenwerking is in het bijzonder gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van het beleid en de maatregelen om de voorziening met en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen tegen te gaan, en op het terugdringen van het misbruik van die produkten.

2. De partijen komen overeen welke samenwerkingsmethoden er nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken, met inbegrip van de wijze van tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke acties. Hun optreden wordt gebaseerd op overleg en nauwe coördinatie met betrekking tot de doelstellingen en beleidsmaatregelen op de in lid 1 genoemde terreinen.

3. De samenwerking tussen de partijen omvat technische en administratieve bijstand, met name op het gebied van:

- de uitwerking en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving;

- de oprichting van instellingen en informatiecentra en van centra voor sociale dienstverlening en gezondheidszorg;

- de opleiding van personeel en research;

- de preventie van het onrechtmatig gebruik van precursoren en andere scheikundige stoffen voor de illegale fabricage van verdovende middelen of psychotrope stoffen.

De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand gericht op de vaststelling van passende maatregelen tegen het misbruik van genoemde produkten in overeenstemming met die van de Gemeenschap en van de ter zake belangrijke internationale instellingen, met name de Chemical Action Task Force (CATF).

De partijen kunnen overeenkomen de samenwerking tot andere terreinen uit te breiden.

Artikel 98

Overheidsapparaat

De partijen bevorderen de samenwerking tussen hun overheidsdiensten en zetten daartoe met name uitwisselingsprogramma's op, ten einde de wederzijdse kennis van de structuur en de werking van hun respectieve systemen te bevorderen.

TITEL VII CULTURELE SAMENWERKING

Artikel 99

1. De partijen verbinden zich, met inachtneming van de Plechtige Verklaring betreffende de Europese Unie, tot het bevorderen, aanmoedigen en vergemakkelijken van de culturele samenwerking. Waar nodig kunnen de communautaire programma's voor culturele samenwerking of de programma's van een of meer Lid-Staten tot Roemenië worden uitgebreid en bijkomende maatregelen van wederzijds belang worden ontwikkeld.

Deze samenwerking kan met name betrekking hebben op:

- de niet-commerciële uitwisseling van kunstwerken en kunstenaars;

- de vertaling van literaire werken;

- het conserveren en restaureren van monumenten en plaatsen (architecturaal en cultureel erfgoed);

- de opleiding van personen die zich met culturele aangelegenheden bezighouden;

- de organisatie van culturele manifestaties met een Europees karakter;

- het geven van bekendheid aan opmerkelijke culturele verwezenlijkingen met inbegrip van de opleiding van Roemeense specialisten op dit gebied.

2. De partijen werken samen ter bevordering van de audiovisuele industrie in Europa. De audiovisuele sector in Roemenië zou met name kunnen deelnemen aan de door de Gemeenschap opgezette activiteiten in het kader van het Media-programma overeenkomstig procedures die in overleg met de beheersinstanties voor de diverse activiteiten moeten worden vastgelegd, en de bepalingen van het besluit van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1990 tot vaststelling van dat programma. De Gemeenschap moedigt de Roemeense audiovisuele sector aan tot deelneming aan de geschikte Eureka-programma's.

De partijen coördineren en, waar nodig, harmoniseren hun beleid in verband met de voorschriften voor grensoverschrijdende uitzendingen, technische audiovisuele normen en het bevorderen van een Europese audiovisuele technologie.

De samenwerking zou onder andere de uitwisseling van programma's, studiebeurzen en faciliteiten voor de opleiding van journalisten en voor andere mediaberoepen kunnen omvatten.

TITEL VIII FINANCIËLE SAMENWERKING

Artikel 100

Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst, in overeenstemming met de artikelen 101, 102, 104 en 105, en onverminderd artikel 103 ontvangt Roemenië tijdelijk financiële bijstand van de Gemeenschap in de vorm van schenkingen en leningen met inbegrip van leningen van de Europese Investeringsbank in overeenstemming met de bepalingen van artikel 18 van het statuut van de Bank, ten einde de economische hervorming van Roemenië te versnellen en het land te helpen de economische en sociale gevolgen van de structurele aanpassingen op te vangen.

Artikel 101

Deze financiële bijstand wordt verstrekt:

- hetzij in het kader van de Phare-maatregelen waarin Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd, voorziet, op meerjarige grondslag, hetzij in het kader van een nieuw meerjarig financieringsplan dat door de Gemeenschap wordt opgezet na overleg met Roemenië en met inachtneming van de overwegingen van de artikelen 104 en 105 van deze Overeenkomst;

- in de vorm van de bestaande leningen van de Europese Investeringsbank tot het verstrijken van de beschikbaarheidstermijn; de Gemeenschap stelt na overleg met Roemenië het maximumbedrag en de looptijd van leningen van de Europese Investeringsbank aan Roemenië vast voor de daaropvolgende jaren.

Artikel 102

De doelstellingen en terreinen van de financiële bijstand van de Gemeenschap worden in een door beide partijen overeen te komen indicatief programma vastgelegd. De partijen stellen de Associatieraad daarvan in kennis.

Artikel 103

1. Indien zich bijzondere behoeften voordoen, onderzoekt de Gemeenschap, met inachtneming van de richtsnoeren voor maatregelen van de G-24 en de beschikbaarheid van alle financiële middelen, op verzoek van Roemenië en in coördinatie met de internationale financiële instellingen, in het kader van de G-24 de mogelijkheid om tijdelijk financiële bijstand te verlenen

- ter ondersteuning van maatregelen voor het tot stand brengen en handhaven van de convertibiliteit van de Roemeense munteenheid;

- ter ondersteuning van de middellange-termijnmaatregelen voor stabilisering en structurele aanpassing, onder meer via steun voor de betalingsbalans.

2. Deze financiële bijstand wordt verleend op voorwaarde dat Roemenië door het IMF in het kader van de G-24 ondersteunde programma's indient voor convertibiliteit en/of voor de herstructurering van zijn economie, al naar gelang van de behoeften, dat de Gemeenschap met die programma's instemt, dat Roemenië zich aan die programma's blijft houden en, als uiteindelijk doel, dat een snelle overgang naar financiering uit particuliere bronnen tot stand komt.

3. De Associatieraad wordt ingelicht over de voorwaarden waaronder de bijstand wordt verleend en over de wijze waarop Roemenië zijn verplichtingen met betrekking tot de bijstand nakomt.

Artikel 104

De financiële bijstand van de Gemeenschap wordt beoordeeld in het licht van de behoeften en van het ontwikkelingspeil van Roemenië, met inachtneming van de vastgestelde prioriteiten, de absorptiecapaciteit van de Roemeense economie, het vermogen van het land om leningen af te lossen en de vooruitgang op de weg naar een markteconomie en haar herstructurering in Roemenië.

Artikel 105

Om optimaal profijt te kunnen trekken van de beschikbare middelen zorgen de overeenkomstsluitende partijen ervoor dat de bijdragen van de Gemeenschap worden toegekend in intensieve coördinatie met die uit andere financieringsbronnen zoals de Lid-Staten, andere landen, onder meer die van de G-24, en internationale financiële instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds, de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

TITEL IX INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 106

Hierbij wordt een Associatieraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst. Deze Associatieraad komt eens per jaar op ministersniveau bijeen of telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de Overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.

Artikel 107

1. De Associatieraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Gemeenschappen en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit door de Regering van Roemenië benoemde leden, anderzijds.

2. De leden van de Associatieraad mogen regelingen treffen om zich te doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de daartoe in de procedurevoorschriften van deze Associatieraad te stellen voorwaarden.

3. De Associatieraad stelt zijn eigen procedurevoorschriften vast.

4. De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Gemeenschappen en door een lid van de Regering van Roemenië, zulks overeenkomstig de in de procedurevoorschriften van deze Associatieraad neer te leggen bepalingen.

5. Waar nodig neemt de Europese Investeringsbank als waarneemster aan de werkzaamheden van de Associatieraad deel.

Artikel 108

Om de doelstellingen van de Overeenkomst te bereiken, krijgt de Associatieraad beslissingsbevoegdheid voor de in die Overeenkomst vermelde gevallen. De genomen beslissingen zijn bindend voor alle partijen, die de nodige maatregelen zullen treffen om de genomen beslissingen ten uitvoer te leggen. De Associatieraad mag ook doelgerichte aanbevelingen doen.

Deze raad zal zijn besluiten en aanbevelingen in onderlinge overeenstemming tussen beide partijen opstellen.

Artikel 109

1. Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.

2. De Associatieraad mag het geschil middels een besluit beslechten.

3. Elk van beide partijen is verplicht de voor de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit vereiste maatregelen te treffen.

4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en haar Lid-Staten geacht een der beide partijen bij het geschil te zijn.

De Associatieraad benoemt een derde bemiddelaar.

De beslissingen van de bemiddelaars worden met meerderheid van stemmen genomen.

Elke partij bij het geschil moet de nodige stappen ondernemen om het besluit van de bemiddelaars ten uitvoer te leggen.

Artikel 110

1. De Associatieraad wordt bij de vervulling van zijn plichten bijgestaan door een Associatiecomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Gemeenschappen en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de Regering van Roemenië, anderzijds. Gewoonlijk zullen dit hooggeplaatste ambtenaren zijn.

In zijn procedurevoorschriften zal de Associatieraad bepalen, welke de plichten van het Associatiecomité zijn. Die plichten omvatten onder meer de voorbereiding van de vergaderingen van de Associatieraad en de werkwijze van het Associatiecomité.

2. De Associatieraad mag ongeacht welke van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren. In dat geval neemt het Associatiecomité zijn beslissingen volgens de voorwaarden van artikel 108.

Artikel 111

De Associatieraad mag besluiten ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn plichten kan helpen, op te richten.

In zijn procedurevoorschriften bepaalt de Associatieraad hoe dergelijke comités of lichamen moeten worden samengesteld, welke hun plichten zijn en hoe zij zullen functioneren.

Artikel 112

Er wordt een Parlementair Associatiecomité opgericht. Dit zal als forum dienen, waar leden van het Roemeense Parlement en het Europese Parlement elkander kunnen ontmoeten en met elkander van gedachten kunnen wisselen. Het Parlementair Associatiecomité komt met door hemzelf te bepalen tussenpozen bijeen.

Artikel 113

1. Het Parlementair Associatiecomité bestaat uit leden van het Europees Parlement, enerzijds, en uit leden van het Roemeense Parlement, anderzijds.

2. Het Parlementaire Associatiecomité stelt zijn procedurevoorschriften vast.

3. Het Parlementair Associatiecomité wordt bij toerbeurt door het Europees Parlement en door het Roemeense Parlement voorgezeten, volgens de in zijn procedurevoorschriften op te nemen bepalingen.

Artikel 114

Het Parlementair Associatiecomité mag bij de Associatieraad ter zake doende inlichtingen over de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst inwinnen. De Associatieraad verstrekt het Associatiecomité de verlangde informatie.

Het Parlementair Associatiecomité wordt ingelicht over de besluiten van de Associatieraad.

Het Parlementair Associatiecomité mag aanbevelingen doen aan de Associatieraad.

Artikel 115

Binnen het toepassingsgebied van deze Overeenkomst, beijvert elk van beide partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtshoven en administratieve lichamen van de partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.

Artikel 116

Niets in de Overeenkomst zal een overeenkomstsluitende partij beletten maatregelen te nemen:

a) die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;

b) die verband houden met de produktie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of produktie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits dergelijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;

c) die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de handhaving van recht en orde in gevaar brengen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.

Artikel 117

1. Op de door deze Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen geldt het volgende:

- de regelingen die Roemenië ten opzichte van de Gemeenschap toepast zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen dan wel hun bedrijven of firma's;

- de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Roemenië toepast zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen Roemeense onderdanen dan wel Roemeense bedrijven of firma's.

2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de overeenkomstsluitende partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun vaste woonplaats.

Artikel 118

Produkten van oorsprong uit Roemenië krijgen bij de invoer daarvan in de Gemeenschap geen gunstiger behandeling dan die welke de Lid-Staten onderling toepassen.

De behandeling waarop Roemenië krachtens titel IV en hoofdstuk I van titel V aanspraak mag maken, zal niet gunstiger zijn dan die welke de Lid-Staten onderling toepassen.

Artikel 119

1. De partijen treffen alle algemene of specifieke maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze Overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.

2. Indien een van de partijen van mening is dat de andere partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in speciaal dringende gevallen, verstrekt zij de Associatieraad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van de Overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent in de Associatieraad overleg gepleegd.

Artikel 120

Totdat er onder de onderhavige Overeenkomst gelijkwaardige rechten zijn verworven voor zowel individuen als economische ondernemers, zal de onderhavige Overeenkomst geen afbreuk doen aan rechten die hun worden verzekerd door bestaande overeenkomsten, welke bindend zijn voor een of meer Lid-Staten, enerzijds, en voor Roemenië, anderzijds, behalve op gebieden van communautaire bevoegdheid en onverminderd de voor de Lid-Staten uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen in sectoren waarvoor zij bevoegd zijn.

Artikel 121

De Protocollen nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 en de bijlagen I tot en met XIX maken een wezenlijk onderdeel uit van deze Overeenkomst.

Artikel 122

Deze Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Elk van beide partijen mag deze Overeenkomst opzeggen door de andere partij van haar voornemen tot opzegging in kennis te stellen. Zes maanden na het tijdstip van die kennisgeving zal deze Overeenkomst dan niet meer van toepassing zijn.

Artikel 123

Deze Overeenkomst is van toepassing op, enerzijds, de grondgebieden waar de Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal worden toegepast, onder de in die Verdragen gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Roemenië.

Artikel 124

Deze Overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse, de Griekse, de Portugese en de Roemeense taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 125

Deze Overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkander kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.

Bij haar inwerkingtreding vervangt deze Overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Roemenië inzake handel en commerciële en economische samenwerking, die op 22 oktober 1990 te Luxemburg werd getekend.

Artikel 126

1. Voor het geval dat, zolang de procedures voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst nog niet zijn voltooid, de bepalingen van sommige onderdelen van deze Overeenkomst en in het bijzonder die met betrekking tot het goederenverkeer in 1993 van kracht worden via een Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en Roemenië, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat, onder dergelijke omstandigheden, in de zin van titel III, de artikelen 64 en 67 van deze Overeenkomst en de Protocollen nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 daarbij, de termen "datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst" de volgende betekenis krijgen:

- de datum van inwerkingtreding van de Interimovereenkomst in relatie tot verplichtingen die op dat tijdstip van kracht worden, en

- 1 januari 1993 in relatie tot verplichtingen die daarna van kracht worden, met verwijzing naar de datum van inwerkingtreding.

2. In geval van inwerkingtreding na 1 januari 1993 is het bepaalde in Protocol nr. 7 van toepassing.

En fe de lo cual, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo.

Til bekræftelse heraf har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne aftale.

Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.

Åéò ðßóôùóç ôùí áíùôÝñù, ïé õðïãåãñáììÝíïé ðëçñåîïýóéïé Ýèåóáí ôéò õðïãñáöÝò ôïõò óôçí ðáñïýóá óõìöùíßá.

In witness whereof the undersigned Plenipotentiaries have signed this Agreement.

En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord.

In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente accordo.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben gesteld.

Em fé do que, os plenipotenciários abaixo assinados apuseram as suas assinaturas no final do presente Acordo.

Drept pentru care subsemna Ktii Plenipoten Ktiari au semnat prezentul Acord.

Hecho en Bruselas, el uno de febrero de mil novecientos noventa y tres.

Udfærdiget i Bruxelles, den første februar nitten hundrede og treoghalvfems.

Geschehen zu Brüssel am ersten Februar neunzehnhundertdreiundneunzig.

¸ãéíå óôéò ÂñõîÝëëåò, ôçí ðñþôç Öåâñïõáñßïõ ÷ßëéá åííéáêüóéá åííåíÞíôá ôñßá.

Done at Brussels on the first day of February in the year one thousand nine hundred and ninety-three.

Fait à Bruxelles, le premier février mil neuf cent quatre-vingt-treize.

Fatto a Bruxelles, addì primo febbraio millenovecentonovantatré.

Gedaan te Brussel, de eerste februari negentienhonderd drieënnegentig.

Feito em Bruxelas, em um de Fevereiro de mil novecentos e noventa e três.

Încheiat la Bruxelles, în prima zi a lunii februarie, anul o mie nou Fa sute nou Fazeci Ksi trei.

Pour le royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

På Kongeriget Danmarks vegne

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Für die Bundesrepublik Deutschland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Ãéá ôçí ÅëëçíéêÞ Äçìïêñáôßá

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Por el Reino de España

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pour la République française

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Per la Repubblica italiana

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pela República Portuguesa

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Por el Consejo y la Comisión de las Comunidades Europeas

For Rådet og Kommissionen for De Europæiske Fællesskaber

Für den Rat und die Kommission der Europäischen Gemeinschaften

Ãéá ôï Óõìâïýëéï êáé ôçí ÅðéôñïðÞ ôùí Åõñùðáúêþí ÊïéíïôÞôùí

For the Council and the Commission of the European Communities

Pour le Conseil et la Commission des Communautés européennes

Per il Consiglio e la Commissione delle Comunità europee

Voor de Raad en de Commissie van de Europese Gemeenschappen

Pelo Conselho e Pela Comissão das Comunidades Europeias

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pentru Rômania

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

BIJLAGE I

Lijst van produkten bedoeld in de artikelen 9 en 19

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IIa

Lijst van produkten bedoeld in artikel 10, lid 2, eerste alinea

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IIb

Lijst van produkten bedoeld in artikel 10, lid 2, tweede alinea

GN-code

2818 20 00

2818 30 00

7601

BIJLAGE III

Lijst van produkten bedoeld in artikel 10, lid 3

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

Lijst van produkten bedoeld in artikel 11, lid 1

2502 00 00

2503 10 00

2503 90 00

2504 10 00

2504 90 00

2508 50 00

2508 60 00

2511 10 00

2512 00 00

2513 11 00

2513 19 00

2513 21 00

2513 29 00

2517 20 00

2517 30 00

2528 10 00

2528 90 00

2530 10 00

2530 20 00

2604 00 00

2605 00 00

2610 00 00

2612 20 10

2612 20 90

2614 00 10

2614 00 90

2615 10 00

2615 90 10

2615 90 90

2617 10 00

2617 90 00

2619 00 91

2619 00 93

2619 00 95

2619 00 99

2704 00 11

2704 00 90

2705 00 00

2706 00 00

2707 91 00

2709 00 10

2709 00 90

2710 00 71

2710 00 75

2710 00 79

2711 11 00

2711 12 11

2711 12 19

2711 12 91

2711 12 93

2711 12 99

2711 13 10

2711 13 30

2711 13 90

2711 14 00

2711 19 00

2711 21 00

2711 29 00

2714 10 00

2714 90 00

2715 00 00

2716 00 00

2801 20 00

2801 30 10

2801 30 90

2802 00 00

2805 11 00

2805 19 00

2805 21 00

2805 22 00

2805 30 10

2805 30 90

2805 40 10

2805 40 90

2825 10 00

2825 20 00

2825 30 00

2825 40 00

2825 60 10

2825 60 90

2825 70 00

2825 80 00

2827 34 00

2827 35 00

2827 37 00

2831 10 00

2831 90 00

2834 22 00

2835 10 00

2835 21 00

2835 24 00

2835 25 10

2835 25 90

2835 26 10

2835 26 90

2835 29 00

2835 31 00

2835 39 10

2835 39 30

2835 39 50

2835 39 80

2836 91 00

2836 92 00

2836 93 00

2837 11 00

2837 19 00

2837 20 00

2838 00 00

2841 10 00

2841 50 00

2841 60 00

2841 70 00

2841 80 00

2841 90 10

2841 90 30

2841 90 90

2843 10 10

2843 10 90

2843 21 00

2843 29 00

2843 30 00

2843 90 10

2843 90 90

2844 10 00

2844 20 11

2844 20 19

2844 20 91

2844 20 99

2844 30 11

2844 30 19

2844 30 51

2844 30 59

2844 30 90

2844 40 00

2844 50 00

2846 10 00

2846 90 00

2926 90 90

2936 28 00

3001 10 10

3001 10 90

3001 20 10

3001 20 90

3001 90 10

3001 90 91

3001 90 99

3002 10 10

3002 10 91

3002 10 95

3002 10 99

3002 20 00

3002 31 00

3002 39 00

3002 90 10

3002 90 30

3002 90 50

3002 90 90

3006 10 10

3006 10 90

3006 20 00

3006 30 00

3006 40 00

3006 50 00

3006 60 11

3006 60 19

3006 60 90

3101 00 00

3201 10 00

3201 20 00

3201 90 10

3201 90 90

3203 00 11

3203 00 19

3203 00 90

3301 11 10

3301 11 90

3301 12 10

3301 12 90

3301 13 10

3301 13 90

3301 14 10

3301 14 90

3301 19 10

3301 19 90

3303 00 90

3307 41 00

3307 49 00

3307 90 00

3406 00 11

3406 00 19

3406 00 90

3407 00 00

3701 91 00

3701 99 00

3702 39 00

3702 41 00

3702 42 00

3702 43 00

3702 44 00

3702 51 10

3702 51 90

3702 52 10

3702 52 90

3702 53 00

3702 54 00

3702 55 00

3702 56 10

3702 56 90

3702 91 10

3702 91 90

3702 92 10

3702 92 90

3702 93 10

3702 93 90

3702 94 10

3702 94 90

3702 95 00

3801 10 00

3801 20 10

3801 20 90

3801 30 00

3801 90 00

3802 10 00

3802 90 00

3803 00 10

3803 00 90

3805 10 10

3805 10 30

3805 10 90

3805 20 00

3805 90 00

3806 10 10

3806 10 90

3806 20 00

3806 30 00

3806 90 00

3815 11 00

3815 12 00

3815 19 00

3815 90 00

3818 00 10

3818 00 90

3821 00 00

3822 00 00

3823 10 00

3823 30 00

3823 60 11

3823 60 19

3823 60 91

3823 60 99

3823 90 10

3823 90 20

3823 90 30

3823 90 40

3823 90 50

3823 90 60

3823 90 70

3823 90 81

3823 90 83

3823 90 85

3823 90 87

3823 90 91

3823 90 93

3823 90 95

3823 90 96

3823 90 97

3823 90 98

3907 30 00

3913 10 00

3913 90 10

3913 90 90

3914 00 00

3916 90 11

3916 90 13

3916 90 15

3916 90 19

3916 90 51

3916 90 59

3916 90 90

3917 21 91

3917 22 91

3917 23 91

3917 29 91

3917 31 10

3917 33 10

3917 39 91

3917 40 10

3918 10 10

3918 10 90

3918 90 00

3920 41 11

3920 41 19

3920 41 91

3920 41 99

3926 90 10

4001 10 00

4001 21 00

4001 22 00

4001 29 10

4001 29 90

4001 30 00

4002 41 00

4008 29 10

4009 50 10

4011 30 10

4012 10 10

4012 20 10

4014 10 00

4014 90 10

4014 90 90

4015 11 00

4015 19 10

4015 19 90

4015 90 00

4016 10 10

4016 93 10

4016 99 10

4017 00 91

4101 10 10

4101 10 90

4101 21 00

4101 22 00

4101 29 00

4101 30 10

4101 30 90

4101 40 00

4102 10 10

4102 10 90

4102 21 00

4103 10 10

4103 10 90

4103 20 00

4103 90 00

4104 10 10

4104 10 30

4104 10 91

4104 10 95

4104 10 99

4104 21 00

4104 22 10

4104 22 90

4104 29 00

4104 31 11

4104 31 19

4104 31 30

4104 31 90

4104 39 10

4104 39 90

4105 11 10

4105 11 91

4105 11 99

4105 12 10

4105 12 90

4105 19 10

4105 19 90

4105 20 00

4106 11 10

4106 11 90

4106 12 00

4106 19 00

4106 20 00

4107 21 00

4107 29 10

4107 29 90

4107 90 10

4107 90 90

4108 00 10

4108 00 90

4109 00 00

4110 00 00

4111 00 00

4301 70 10

4301 70 90

4304 00 00

4401 10 00

4401 21 00

4401 22 00

4401 30 10

4401 30 90

4402 00 00

4403 10 10

4403 10 91

4403 10 99

4403 20 00

4403 31 00

4403 32 00

4403 33 00

4403 34 10

4403 34 30

4403 34 50

4403 34 70

4403 34 90

4403 35 10

4403 35 90

4403 91 00

4403 92 00

4403 99 10

4403 99 90

4404 10 00

4404 20 00

4405 00 00

4407 10 10

4407 10 30

4407 10 50

4407 10 71

4407 10 79

4407 10 91

4407 10 93

4407 10 99

4407 21 10

4407 21 31

4407 21 39

4407 21 50

4407 21 90

4407 22 10

4407 22 31

4407 22 39

4407 22 50

4407 22 90

4407 23 10

4407 23 30

4407 23 50

4407 23 90

4407 99 11

4407 99 19

4407 99 31

4407 99 39

4407 99 51

4407 99 59

4407 99 91

4407 99 93

4407 99 99

4408 20 10

4408 20 30

4408 20 50

4408 20 91

4408 20 99

4412 11 00

4501 10 00

4501 90 00

4502 00 00

4503 10 00

4503 90 00

4504 10 00

4504 90 10

4504 90 90

4701 00 10

4701 00 90

4702 00 00

4703 11 00

4703 19 00

4703 21 00

4703 29 00

4704 11 00

4704 19 00

4704 21 00

4704 29 00

4705 00 00

4706 10 00

4706 91 00

4706 92 10

4706 92 90

4706 93 00

4707 10 00

4707 20 00

4707 30 10

4707 30 90

4707 90 10

4707 90 90

4811 21 00

4818 90 10

4818 90 90

4823 90 10

4823 90 20

4823 90 30

4823 90 51

4823 90 71

4823 90 79

4823 90 90

4901 10 00

4901 91 00

4901 99 00

4902 10 00

4902 90 00

4903 00 00

4904 00 00

5102 10 10

5102 10 30

5102 10 50

5102 10 90

5102 20 00

5108 10 10

5108 10 90

5108 20 10

5108 20 90

5109 10 10

5109 10 90

5110 00 00

5113 00 00

5202 10 00

5202 91 00

5202 99 00

5203 00 00

5206 11 00

5206 12 00

5206 13 00

5206 14 00

5206 15 10

5206 15 90

5206 21 00

5206 22 00

5206 23 00

5206 24 00

5206 25 10

5206 25 90

5206 31 00

5206 32 00

5206 33 00

5206 34 00

5206 35 10

5206 35 90

5206 41 00

5206 42 00

5206 43 00

5206 44 00

5206 45 10

5206 45 90

5207 10 00

5207 90 00

5303 10 00

5303 90 00

5304 10 00

5304 90 00

5305 11 00

5305 19 00

5305 21 00

5305 29 00

5305 91 00

5305 99 00

5306 20 11

5306 20 19

5306 20 90

5307 10 10

5307 10 90

5307 20 00

5308 10 00

5308 90 11

5308 90 13

5308 90 19

5602 10 11

5602 10 19

5602 10 31

5602 10 35

5602 10 39

5602 10 90

5602 21 00

5602 29 10

5602 29 90

5602 90 00

5603 00 10

5603 00 91

5603 00 93

5603 00 95

5603 00 99

5608 11 11

5608 11 19

5608 11 91

5608 11 99

5608 19 11

5608 19 19

5608 19 31

5608 19 39

5608 19 91

5608 19 99

5608 90 00

5905 00 31

5905 00 39

5906 10 10

5906 10 90

5906 91 00

5906 99 10

5906 99 90

5907 00 00

5908 00 00

5909 00 10

5909 00 90

5911 10 00

5911 20 00

5911 31 11

5911 31 19

5911 31 90

5911 32 10

5911 32 90

5911 40 00

5911 90 10

5911 90 90

6301 10 00

6402 30 10

6402 30 90

6403 11 00

6403 40 00

6506 92 00

6506 99 00

6602 00 00

6804 10 00

6804 21 00

6804 22 12

6804 22 18

6804 22 30

6804 22 50

6804 22 90

6804 23 00

6804 30 00

6805 10 00

6805 20 00

6805 30 10

6805 30 90

6806 20 10

6806 20 90

6806 90 00

6812 90 10

6813 10 10

6813 10 90

6813 90 10

6813 90 90

6814 10 00

6814 90 10

6814 90 90

6815 20 00

6903 10 00

6903 20 10

6903 20 90

6903 90 10

6903 90 90

6906 00 00

7001 00 10

7001 00 91

7001 00 99

7002 10 00

7002 20 10

7002 20 90

7002 31 00

7002 32 00

7002 39 00

7007 21 10

7017 10 00

7017 20 00

7017 90 00

7020 00 10

7020 00 30

7020 00 90

7101 10 00

7101 21 00

7101 22 00

7102 10 00

7102 21 00

7102 29 00

7102 31 00

7102 39 00

7103 10 00

7103 91 00

7103 99 00

7104 10 00

7104 20 00

7104 90 00

7105 10 00

7105 90 00

7106 10 00

7106 91 10

7106 91 90

7106 92 10

7106 92 91

7106 92 99

7107 00 00

7108 11 00

7108 12 00

7108 13 10

7108 13 30

7108 13 50

7108 13 90

7108 20 00

7109 00 00

7110 11 00

7110 19 10

7110 19 30

7110 19 50

7110 19 90

7110 21 00

7110 29 00

7110 31 00

7110 39 00

7110 41 00

7110 49 00

7111 00 00

7112 10 00

7112 20 00

7112 90 00

7202 19 00

7202 60 00

7202 70 00

7202 80 00

7202 91 00

7202 92 00

7202 99 19

7202 99 30

7202 99 80

7205 10 00

7205 21 00

7205 29 00

7207 12 90

7207 19 19

7207 19 39

7207 19 90

7207 20 19

7207 20 39

7207 20 59

7207 20 79

7207 20 90

7209 90 90

7304 31 10

7304 39 20

7304 41 10

7304 49 30

7304 51 30

7304 59 50

7304 90 10

7306 30 10

7306 40 10

7306 50 10

7306 60 10

7312 10 10

7312 90 10

7319 20 00

7319 30 00

7319 90 00

7320 10 11

7320 10 19

7320 10 90

7320 20 20

7320 20 81

7320 20 89

7320 90 10

7320 90 30

7320 90 90

7324 10 10

7324 90 10

7326 20 10

7401 10 00

7401 20 00

7402 00 00

7403 11 00

7403 12 00

7403 13 00

7403 19 00

7403 21 00

7403 22 00

7403 23 00

7403 29 00

7404 00 10

7404 00 91

7404 00 99

7405 00 00

7413 00 10

7416 00 00

7419 10 00

7419 91 00

7419 99 00

7501 10 00

7501 20 00

7502 10 00

7502 20 00

7503 00 10

7503 00 90

7504 00 00

7508 00 10

7508 00 90

7608 10 10

7608 20 10

7801 10 00

7801 91 00

7801 99 10

7801 99 91

7801 99 99

7802 00 10

7802 00 90

7806 00 10

7806 00 90

7901 11 00

7901 12 10

7901 12 30

7901 12 90

7901 20 00

7902 00 00

7903 10 00

7903 90 00

8001 10 00

8001 20 00

8002 00 00

8101 10 00

8101 91 10

8101 91 90

8101 92 00

8101 93 00

8101 99 00

8102 10 00

8102 91 10

8102 91 90

8102 92 00

8102 93 00

8102 99 00

8103 10 10

8103 10 90

8103 90 10

8103 90 90

8104 11 00

8104 19 00

8104 20 00

8104 30 00

8104 90 10

8104 90 90

8105 10 10

8105 10 90

8105 90 00

8106 00 10

8106 00 90

8107 10 00

8107 90 00

8108 10 10

8108 10 90

8108 90 10

8108 90 30

8108 90 50

8108 90 70

8108 90 90

8109 10 10

8109 10 90

8109 90 00

8110 00 11

8110 00 19

8110 00 90

8111 00 11

8111 00 19

8111 00 90

8112 11 00

8112 19 00

8112 20 10

8112 20 31

8112 20 39

8112 20 90

8112 30 10

8112 30 90

8112 40 11

8112 40 19

8112 40 90

8112 91 10

8112 91 31

8112 91 39

8112 91 90

8112 99 10

8112 99 30

8112 99 90

8113 00 10

8113 00 90

8208 30 10

8208 30 90

8208 40 00

8208 90 00

8210 00 10

8210 00 90

8212 10 10

8212 10 90

8212 20 00

8212 90 00

8302 10 10

8302 20 10

8302 42 10

8302 49 10

8302 60 10

8302 60 90

8307 10 10

8307 10 90

8307 90 10

8307 90 90

8401 10 00

8401 20 00

8401 30 00

8401 40 10

8401 40 90

8404 20 00

8404 90 00

8407 10 10

8408 10 70

8408 10 80

8408 10 90

8408 90 10

8409 10 10

8409 10 90

8409 91 00

8411 11 10

8411 11 90

8411 12 11

8411 12 13

8411 12 19

8411 21 10

8411 22 11

8411 22 19

8411 81 10

8411 82 10

8411 91 10

8411 99 10

8412 10 10

8412 21 10

8412 29 10

8412 31 10

8412 39 10

8412 80 91

8412 90 10

8413 19 10

8413 20 10

8413 30 10

8413 50 10

8413 60 10

8413 70 10

8413 81 10

8413 91 10

8414 10 10

8414 10 30

8414 20 10

8414 30 10

8414 51 10

8414 51 90

8414 59 10

8414 80 10

8414 80 21

8414 90 10

8415 81 10

8415 81 90

8415 82 10

8415 83 10

8415 90 10

8418 10 10

8418 30 10

8418 40 10

8418 61 10

8418 61 90

8418 69 10

8418 69 91

8418 69 99

8418 99 10

8418 99 90

8419 31 00

8419 32 00

8419 39 00

8419 50 10

8419 50 90

8419 60 00

8419 81 10

8419 81 91

8419 81 99

8419 89 10

8419 89 30

8419 89 80

8419 90 10

8419 90 90

8421 19 10

8421 21 10

8421 23 10

8421 29 10

8421 31 10

8421 39 10

8421 99 00

8424 10 10

8424 90 00

8425 11 10

8425 19 10

8425 31 10

8425 39 10

8425 42 10

8425 49 10

8426 99 10

8428 10 10

8428 20 10

8428 33 10

8428 39 10

8428 90 10

8431 10 00

8431 31 00

8431 39 90

8431 49 20

8431 49 80

8445 11 00

8445 12 00

8445 13 00

8445 19 00

8445 20 00

8445 30 10

8445 30 90

8445 40 00

8445 90 00

8446 10 00

8446 21 00

8446 29 00

8446 30 00

8447 11 00

8447 12 00

8447 20 91

8447 20 93

8447 20 99

8447 90 00

8448 11 00

8448 19 00

8448 31 00

8448 32 00

8448 33 10

8448 33 90

8448 39 00

8448 41 00

8448 42 00

8448 49 00

8448 51 10

8448 51 90

8448 59 00

8449 00 00

8452 10 11

8452 10 19

8452 10 90

8452 21 00

8452 29 00

8452 30 00

8452 40 00

8452 90 00

8453 10 00

8453 20 00

8453 80 00

8453 90 00

8456 10 00

8456 20 00

8456 30 00

8456 90 00

8460 11 00

8464 10 00

8464 20 11

8464 20 19

8464 20 90

8464 90 00

8467 81 00

8467 89 00

8467 91 00

8467 92 00

8467 99 00

8469 10 00

8469 21 00

8469 29 00

8469 31 00

8469 39 00

8471 10 10

8471 10 90

8471 20 10

8471 20 40

8471 20 50

8471 20 60

8471 20 90

8471 91 10

8471 91 40

8471 91 50

8471 91 60

8471 91 90

8471 92 10

8471 92 90

8471 93 10

8471 93 40

8471 93 50

8471 93 60

8471 93 90

8471 99 10

8471 99 30

8471 99 90

8473 30 10

8473 30 90

8475 10 00

8475 20 00

8475 90 00

8477 10 00

8477 20 00

8478 10 00

8478 90 00

8479 10 00

8479 89 10

8479 89 30

8479 89 50

8479 89 60

8479 89 80

8479 90 10

8479 90 92

8479 90 98

8481 90 00

8483 10 10

8483 30 10

8483 40 10

8483 50 10

8483 60 10

8483 90 10

8484 10 10

8484 90 10

8485 90 10

8485 90 30

8485 90 51

8485 90 53

8485 90 55

8485 90 59

8485 90 70

8485 90 90

8501 20 10

8501 31 10

8501 32 10

8501 33 10

8501 34 10

8501 34 50

8501 40 10

8501 40 90

8501 51 10

8501 51 90

8501 52 10

8501 53 10

8501 61 10

8501 62 10

8501 63 10

8502 11 10

8502 12 10

8502 13 10

8502 20 10

8502 30 10

8502 40 10

8503 00 10

8503 00 91

8503 00 99

8504 10 10

8504 31 10

8504 32 10

8504 33 10

8504 40 10

8504 50 10

8507 10 10

8507 20 10

8507 30 10

8507 40 10

8507 80 10

8507 90 10

8511 10 10

8511 20 10

8511 30 10

8511 40 10

8511 50 10

8511 80 10

8514 10 10

8514 10 91

8514 10 99

8514 20 10

8514 20 90

8514 30 10

8514 30 90

8514 40 00

8514 90 10

8514 90 90

8515 31 00

8515 39 11

8515 39 13

8515 39 19

8515 39 90

8515 80 10

8515 80 90

8515 90 00

8518 10 10

8518 21 10

8518 22 10

8518 29 10

8518 30 10

8518 40 10

8518 50 10

8518 90 00

8519 10 00

8519 21 00

8519 29 00

8519 40 00

8520 10 00

8520 90 10

8521 10 10

8521 90 00

8522 10 00

8522 90 10

8522 90 30

8522 90 91

8522 90 99

8525 10 10

8525 10 90

8525 20 10

8525 20 90

8525 30 10

8525 30 91

8525 30 99

8526 10 11

8526 10 13

8526 10 19

8526 10 90

8526 91 11

8526 91 19

8526 91 90

8526 92 10

8526 92 90

8527 11 10

8527 90 10

8527 90 91

8527 90 99

8529 10 10

8529 90 10

8530 10 00

8530 80 00

8530 90 00

8531 10 10

8531 10 90

8531 20 10

8531 20 90

8531 80 10

8531 80 90

8531 90 00

8532 90 00

8533 90 00

8539 10 10

8540 11 10

8540 11 30

8540 11 50

8540 11 80

8540 20 10

8540 20 30

8540 20 90

8540 41 00

8540 42 00

8540 91 00

8540 99 00

8543 80 10

8543 90 10

8544 30 10

8609 00 10

8609 00 90

8702 10 91

8703 10 10

8703 10 90

8703 24 10

8703 33 11

8704 21 10

8704 22 10

8704 23 10

8704 31 10

8704 32 10

8709 11 10

8709 19 10

8709 90 10

8709 90 90

8801 10 10

8801 90 10

8801 90 91

8801 90 99

8802 11 10

8802 12 10

8802 20 10

8802 30 10

8802 40 10

8802 50 00

8803 10 10

8803 20 10

8803 30 10

8803 90 91

8805 10 10

8805 10 90

8805 20 10

8805 20 90

9001 10 10

9001 10 90

9001 30 00

9001 90 10

9001 90 90

9002 90 10

9002 90 91

9002 90 99

9006 10 00

9006 20 00

9006 30 00

9006 40 00

9006 51 00

9006 52 00

9006 53 00

9006 59 00

9006 61 00

9006 62 10

9006 62 90

9006 69 00

9006 91 10

9006 91 90

9006 99 00

9007 11 00

9007 19 00

9008 10 00

9008 20 00

9008 30 00

9008 90 00

9009 90 10

9009 90 90

9014 10 10

9014 20 11

9014 20 13

9014 20 15

9014 20 19

9014 20 90

9014 90 10

9014 90 90

9018 11 00

9018 19 00

9018 20 00

9018 31 10

9018 31 90

9018 32 10

9018 32 90

9018 39 00

9018 41 00

9018 49 00

9018 50 10

9018 50 90

9018 90 10

9018 90 20

9018 90 30

9018 90 41

9018 90 49

9018 90 50

9018 90 60

9018 90 90

9019 10 10

9019 10 90

9019 20 00

9020 00 10

9020 00 90

9021 11 00

9021 19 10

9021 19 90

9021 29 10

9021 29 90

9021 30 10

9021 30 90

9021 40 00

9021 50 00

9021 90 10

9021 90 90

9022 11 00

9022 19 00

9022 21 00

9022 29 00

9022 30 00

9022 90 10

9022 90 90

9024 90 00

9025 11 10

9025 19 10

9025 20 10

9025 80 10

9025 90 10

9025 90 90

9026 10 10

9026 20 10

9026 80 10

9026 90 10

9026 90 90

9027 10 10

9027 10 90

9027 20 10

9027 20 90

9027 30 00

9027 40 00

9027 50 00

9027 80 11

9027 80 19

9027 80 91

9027 80 99

9027 90 10

9027 90 90

9029 10 10

9029 20 10

9029 90 10

9030 10 10

9030 20 10

9030 31 10

9030 39 10

9030 40 10

9030 81 10

9030 89 10

9030 90 10

9031 80 10

9031 90 10

9032 10 10

9032 20 10

9032 81 10

9032 89 10

9032 90 10

9033 00 00

9104 00 10

9109 19 10

9109 90 10

9208 10 00

9208 90 00

9209 92 00

9209 93 00

9209 94 00

9209 99 10

9209 99 90

9401 10 10

9402 10 00

9402 90 00

9403 20 10

9403 70 10

9405 10 10

9405 60 10

9405 92 10

9405 99 10

9506 31 00

9506 32 00

9506 39 10

9506 39 90

9506 91 00

9506 99 10

9506 99 90

9601 10 00

9612 10 10

9612 10 90

9612 20 00

9701 10 00

9701 90 00

9702 00 00

9703 00 00

9704 00 00

9705 00 00

9706 00 00

BIJLAGE V

Lijst van produkten bedoeld in artikel 11, lid 2

2529 21 00

2529 22 00

2529 30 00

2712 90 39

2712 90 90

2713 20 00

2713 90 10

2713 90 90

2801 10 00

2804 61 00

2804 69 00

2804 70 00

2804 80 00

2804 90 00

2818 10 00

2833 23 00

2833 24 00

2833 25 00

2833 27 00

2833 29 10

2833 29 30

2833 29 50

2833 29 70

2833 29 90

2839 11 00

2839 19 00

2839 20 00

2839 90 10

2839 90 90

2850 00 10

2850 00 30

2850 00 50

2850 00 70

2850 00 90

2903 12 00

2903 13 00

2903 30 10

2903 40 69

2903 40 98

2905 17 00

2905 19 90

2905 39 90

2906 11 00

2906 13 00

2906 14 00

2906 19 00

2906 21 00

2906 29 10

2906 29 90

2908 10 10

2908 10 90

2908 20 00

2908 90 90

2914 21 00

2914 23 00

2914 30 00

2914 41 00

2914 49 00

2914 50 00

2915 11 00

2915 12 00

2915 13 00

2915 23 00

2915 24 00

2915 29 00

2915 31 00

2915 33 00

2915 35 00

2915 39 10

2915 39 30

2915 39 50

2915 39 90

2915 60 10

2915 60 90

2915 70 15

2915 70 20

2915 70 25

2915 70 30

2915 70 80

2915 90 10

2915 90 90

2918 12 00

2918 19 30

2918 19 90

2921 42 10

2921 42 90

2921 43 10

2921 43 90

2921 44 00

2921 49 10

2921 49 90

2922 11 00

2922 12 00

2922 13 00

2922 19 00

2922 21 00

2922 22 00

2922 29 00

2922 30 00

2922 41 00

2922 42 00

2922 49 10

2922 49 30

2922 49 90

2922 50 00

2929 10 00

2929 90 00

2930 10 00

2930 40 00

2930 90 80

2931 00 10

2931 00 20

2931 00 30

2931 00 90

2932 11 00

2932 13 00

2932 19 00

2932 21 00

2932 29 10

2932 29 90

2932 90 10

2932 90 30

2932 90 50

2932 90 70

2932 90 90

2933 11 10

2933 11 90

2933 19 10

2933 19 90

2933 21 00

2933 29 10

2933 29 90

2933 31 00

2933 39 10

2933 39 90

2933 40 10

2933 40 90

2933 51 10

2933 51 30

2933 51 90

2933 59 10

2933 59 90

2933 69 10

2933 69 90

2933 79 00

2933 90 10

2933 90 30

2933 90 50

2933 90 60

2933 90 70

2933 90 90

2934 10 00

2934 20 10

2934 20 30

2934 20 50

2934 20 90

2934 30 10

2934 30 90

2934 90 10

2934 90 30

2934 90 40

2934 90 50

2934 90 60

2934 90 70

2934 90 80

2934 90 90

2935 00 00

2936 10 00

2936 21 00

2936 22 00

2936 23 00

2936 24 00

2936 25 00

3003 10 00

3003 20 00

3003 31 00

3003 39 00

3003 40 00

3003 90 10

3003 90 90

3004 90 11

3004 90 19

3004 90 91

3004 90 99

3207 10 10

3207 10 90

3207 20 10

3207 20 90

3207 30 00

3207 40 10

3207 40 90

3212 10 10

3212 10 90

3212 90 10

3212 90 31

3212 90 39

3212 90 90

3301 21 10

3301 21 90

3301 22 10

3301 22 90

3301 23 10

3301 23 90

3301 24 10

3301 24 90

3301 25 10

3301 25 90

3301 26 10

3301 26 90

3301 29 11

3301 29 31

3301 29 51

3301 29 53

3301 29 55

3301 29 57

3301 29 59

3301 29 91

3301 30 00

3301 90 10

3301 90 90

3903 30 00

3905 11 00

3905 90 00

3906 10 00

3906 90 00

3907 20 11

3909 20 00

3909 30 00

3910 00 00

3911 10 00

3911 90 10

3911 90 90

4007 00 00

4301 80 10

4301 80 30

4301 80 50

4301 80 90

4302 19 10

4302 19 20

4302 19 41

4302 19 49

4302 19 70

4302 19 90

4302 30 51

4302 30 55

4302 30 71

4302 30 75

4406 10 00

4406 90 00

4802 10 00

4802 20 00

4811 29 00

4811 31 00

4811 39 00

4905 10 00

4905 91 00

4905 99 00

4906 00 00

4907 00 10

4907 00 30

4907 00 91

4907 00 99

4908 10 00

4908 90 00

4909 00 10

4909 00 90

4910 00 00

4911 10 00

4911 91 10

4911 91 80

4911 99 00

6802 22 00

6802 29 00

6802 92 00

6802 99 10

6802 99 90

6803 00 10

6803 00 90

6806 10 00

6815 10 00

7309 00 10

7309 00 30

7309 00 51

7309 00 59

7309 00 90

7312 10 30

7312 10 50

7312 10 71

7312 10 75

7312 10 79

7312 10 91

7312 10 95

7312 10 99

7312 90 90

7320 20 85

7407 10 00

7407 21 10

7407 21 90

7407 22 10

7407 22 90

7407 29 00

7409 11 00

7409 19 00

7409 21 00

7409 29 00

7409 31 00

7409 39 00

7409 40 11

7409 40 19

7409 40 91

7409 40 99

7409 90 10

7409 90 90

7415 10 00

7415 21 00

7415 29 00

7415 31 00

7415 32 10

7415 32 90

7415 39 00

7418 10 00

7418 20 00

7505 11 00

7505 12 00

7505 21 00

7505 22 00

7507 11 00

7507 12 00

7608 20 30

7608 20 91

7608 20 99

7616 10 00

7616 90 91

7616 90 99

8005 10 00

8005 20 00

8006 00 00

8007 00 00

8211 10 00

8211 91 10

8211 91 90

8211 92 10

8211 92 90

8211 93 10

8211 93 90

8211 94 00

8214 10 00

8214 20 00

8214 90 00

8303 00 10

8303 00 30

8303 00 90

8311 10 10

8311 10 90

8311 20 00

8311 30 00

8311 90 00

8407 21 11

8407 21 19

8407 21 91

8407 21 99

8407 29 30

8407 29 50

8407 29 70

8407 29 90

8408 20 31

8408 20 35

8408 20 37

8408 20 51

8408 20 55

8408 20 57

8408 90 21

8408 90 31

8408 90 33

8408 90 36

8408 90 37

8408 90 51

8408 90 55

8408 90 57

8408 90 71

8408 90 75

8414 59 30

8423 81 50

8423 81 90

8423 82 10

8423 82 91

8423 82 99

8423 89 10

8423 89 90

8423 90 00

8451 10 00

8451 21 10

8451 21 90

8451 29 00

8451 30 10

8451 30 90

8451 40 00

8451 50 00

8451 80 10

8451 80 90

8415 90 00

8468 10 00

8468 20 00

8468 80 00

8468 90 00

8476 11 10

8476 11 90

8476 19 10

8476 19 90

8476 90 00

8480 71 00

8481 10 11

8481 10 19

8481 20 10

8481 20 90

8481 30 10

8481 30 91

8481 30 99

8481 40 10

8481 40 90

8481 80 11

8481 80 19

8481 80 31

8481 80 39

8481 80 51

8481 80 59

8481 80 61

8481 80 63

8481 80 69

8481 80 71

8481 80 73

8481 80 79

8481 80 81

8481 80 85

8481 80 87

8481 80 99

8501 52 91

8501 53 99

8504 90 11

8504 90 19

8504 90 90

8516 31 90

8516 50 00

8516 60 70

8516 71 00

8516 72 00

8517 10 00

8517 20 00

8517 30 00

8517 40 00

8517 81 10

8517 81 90

8517 82 00

8517 90 10

8517 90 91

8517 90 99

8524 10 00

8524 21 10

8524 21 90

8524 22 10

8424 22 90

8524 23 10

8524 23 90

8524 90 10

8524 90 91

8524 90 99

8538 90 10

8538 90 90

8539 40 10

8539 40 30

8539 40 90

8540 12 10

8540 12 30

8540 12 90

8540 30 10

8540 30 90

8540 49 00

8540 81 00

8540 89 11

8540 89 19

8540 89 90

8542 11 10

8542 11 30

8542 11 41

8542 11 43

8542 11 45

8542 11 51

8542 11 52

8542 11 53

8542 11 55

8542 11 61

8542 11 63

8542 11 65

8542 11 66

8542 11 72

8542 11 76

8542 11 81

8542 11 83

8542 11 85

8542 11 87

8542 11 92

8542 11 93

8542 11 94

8542 11 99

8542 19 10

8542 19 20

8542 19 30

8542 19 50

8542 19 70

8542 19 90

8542 20 10

8542 20 50

8542 20 90

8608 00 30

8608 00 91

8608 00 99

8708 10 10

8708 21 10

8903 91 10

8903 91 91

8903 91 93

8903 91 99

8903 92 10

8903 92 91

8903 92 99

8903 99 10

8903 99 91

8903 99 99

9001 50 20

9001 50 41

9001 50 49

9001 50 80

9002 11 00

9002 19 00

9002 20 10

9002 20 90

9005 10 10

9005 10 90

9005 80 00

9005 90 00

9007 21 00

9007 29 00

9007 91 10

9007 91 90

9007 92 00

9009 11 00

9009 12 00

9009 21 00

9009 22 10

9009 22 90

9009 30 00

9010 10 00

9010 20 00

9010 30 00

9010 90 00

9017 10 10

9017 10 90

9017 20 11

9017 20 19

9017 20 30

9017 20 90

9017 30 10

9017 30 90

9017 80 10

9017 80 90

9017 90 00

9110 12 00

9110 19 00

9110 90 00

9111 10 00

9111 20 10

9111 80 00

9111 90 00

9112 10 00

9112 80 00

9112 90 00

9113 10 10

9113 10 90

9113 20 00

9114 10 00

9114 20 00

9114 30 00

9114 40 00

9114 90 00

9504 10 00

9504 20 10

9504 20 90

9504 30 10

9504 30 30

9504 30 50

9504 30 90

9504 90 10

9504 90 90

9506 11 10

9506 11 90

9506 12 00

9506 19 10

9506 19 90

9506 21 00

9506 29 10

9506 29 90

9506 40 10

9506 40 90

9506 51 00

9506 59 10

9506 59 90

9506 61 00

9506 62 10

9506 62 90

9506 69 10

9506 69 90

9506 70 10

9506 70 30

9506 70 90

9608 10 10

9608 10 30

9608 10 91

9608 10 99

9608 20 00

9608 31 00

9608 39 10

9608 39 90

9608 40 00

9608 50 00

9608 60 10

9608 60 90

9608 91 00

9608 99 10

9608 99 30

9608 99 91

9608 99 99

9609 10 10

9609 10 90

9609 20 00

9609 90 10

9609 90 90

9613 10 00

9613 20 10

9613 20 90

9613 30 00

9613 80 00

9613 90 00

9614 10 00

9614 20 10

9614 20 90

9614 90 00

BIJLAGE VI

1. De in Roemenië van toepassing zijnde douanerechten bij invoer voor de hieronder vermelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden overeenkomstig het navolgende tijdschema afgeschaft:

- bij het van kracht worden van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 80 % van het basisrecht;

- drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 70 % van het basisrecht;

- vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 60 % van het basisrecht;

- zeven jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 40 % van het basisrecht;

- acht jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 20 % van het basisrecht;

- negen jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden zij verlaagd tot 0 % van het basisrecht:

8703 21 10

8703 22 11

8703 23 11

8703 23 19

8703 31 10

8703 32 11

8703 33 19

8703 90 10.

2. De in Roemenië van toepassing zijnde douanerechten bij invoer voor de hieronder vermelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap worden overeenkomstig het navolgende tijdschema afgeschaft:

- drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tot 80 % van het basisrecht;

- vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tot 60 % van het basisrecht;

- zeven jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tot 40 % van het basisrecht;

- acht jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tot 20 % van het basisrecht;

- negen jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, tot 0 % van het basisrecht:

8703 21 90

8703 22 19

8703 22 90

8703 23 90

8703 24 90

8703 31 90

8703 32 19

8703 32 90

8703 33 90

8703 90 90.

BIJLAGE VII

Lijst van produkten bedoeld in artikel 11, lid 5

GN-code

8407 34 10

8407 34 91

8408 20 10.

Voor de bovengenoemde produkten bedraagt het jaarlijkse tariefcontingent waarnaar in artikel 11, lid 5, wordt verwezen, 20 000 stuks voor 1993. Het tariefcontingent zal jaarlijks met 10 % van het aanvankelijke bedrag worden verhoogd.

BIJLAGE VIII

Roemenië verbindt zich ertoe aan het einde van het achtste jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de maatregelen in te trekken die de registratie van ingevoerde gebruikte motorvoertuigen van acht jaar of ouder verbieden.

Deze maatregelen zijn van toepassing op de produkten van de hierna volgende GN-codes:

8702 10 19

8702 10 99

8702 90 19

8702 90 39

8703 21 90

8703 22 90

8703 23 90

8703 24 90

8703 31 90

8703 32 90

8703 33 90

8704 21 39

8704 21 99

8704 22 99

8704 23 99

8704 31 39

8704 31 99

8704 32 99.

BIJLAGE IX

Lijst van produkten bedoeld in artikel 14, lid 3

A. Lijst van goederen waarvoor in 1992 een tijdelijk uitvoerverbod geldt

- Elektrische energie

- Steenkool en cokeskool

- Steenkoolbriketten

- Concentraten van non-ferrometalen, goud en zilver

- Aardgas en vloeibaar gemaakt gas

- Ruwe olie

- Stookolie, kerosine en vloeibare brandstof voor verwarming

- Aromatische koolwaterstoffen (paraxyleen, mengsels van xyleenisomeren, cyclohexanon en cyclohexanol)

- Halfprodukten voor synthetische en kunstmatige vezels en garens (fenol, propyleen)

- Afval en recycleerbaar materiaal dat edele of zeldzame metalen bevat

- Afval van non-ferrometalen en van papier (met uitzondering van lood-koperkorsten)

- Non-ferrometalen in blokken (lood, zink, tin en hun legeringen), met uitzondering van secundaire brons- en messinglegeringen in blokken en van soldeerlegeringen in de vorm van staven en draden

- Gewalst en getrokken draad, warm geperste staven van koper

- Zwavel voor technische toepassingen

- Natuurlijke onbewerkte diamanten

- Mineralogische verzamelingen (dendrieten)

- Geneesmiddelen voor mensen en dieren; grondstoffen gebruikt door de Roemeense farmaceutische industrie, met uitzondering van de produkten vermeld in punt C

- Prothesen, orthopedische artikelen en watten van katoen voor medisch gebruik

- Stamhout, daksparren, gezaagd hout, dwarsliggers, kerstbomen, e.a.

- Brandhout, hout als grondstof voor cellulose en voor de vervaardiging van spaanplaat en vezelplaat

- Timmerhout van zachte of harde houtsoorten; houten lamellen (parket en eiken plinten daaronder begrepen)

- Fineerhout (alle houtsoorten)

- Cellulose en hemicellulose

- Cocons van zijderupsen, soort "Bombix Mori"

- Ruwe huiden van runderen

- Ruwe huiden van schapen en geiten

B. Lijst van goederen die in 1992 aan uitvoerquota zijn onderworpen

- Kabel en draad van koper, geïsoleerd en geëmailleerd

- Ferrolegeringen (ferrochroom, ferrosilicomangaan, ferrosilicium en metallisch silicium)

- Gerecupereerd schroot, gebruikte rails

- Primaire en secundaire aluminiumlegeringen in blokken

- Secundaire brons- en messinglegeringen in blokken, soldeerlegeringen in de vorm van staven en draden daaronder begrepen

- Lood-koperkorsten

- Koper voor elektrolyse, verkregen uit geïmporteerde koperconcentraten

- Benzine (behoudens schaarste op de binnenlandse markt)

- Dieselolie

- Naftenische minerale olie

- Chemische meststoffen verkregen uit stikstof en ureum

- Triplex en multiplex van beukehout

- Panelen

- Parket van beukehout

- Spaanplaat

- Houten kisten voor citrusfruit

- Timmerhout en halfprodukten van naaldhout, beuk en diverse zachte houtsoorten (populier, e.a.)

- Deur- en raamkozijnen

- Notitieboekjes

- Benzeen

- Tolueen

- Dimethyltereftalaat

- Acrylonitril

- Ethyleenglycol

- Onbewerkt marmer

C. Lijst van grondstoffen en geneesmiddelen die in 1992 aan uitvoerquota zijn onderworpen

- Chlooramfenicol (dragees)

- Calciumpantothenaat (bulk)

- Malonzuur-diëthylester (bulk)

- Vitamine K3 voor dierenvoeding (bulk)

- Injecteerbaar calciumgluconaat

- Injecteerbaar glucose (Dextrose)

- Pharyngosept (tabletten)

- Aspirine (bulk)

- Natriumbenzoaat

- Benzoëzuur 99 %

- Salicylzuur

- Romazulan (flacons)

- Insuline (ampullen)

- Hydrocortisone-acetaat 25 mg 5/1

- Heligal (tabletten × 20)

- Silimarine (tabletten × 80)

- Lanatoside (tabletten × 60)

- Apilarnil "potent" (tabletten × 40)

- Apilarnil "potent y" (tabletten × 40)

- Adenostop 100 ml

- Penicilline G steriel

- Penicilline G natrium

- Tetracycline (bulk)

- Oxytetracycline (bulk)

- Oxytetracycline voederkwaliteit 10 %

- Streptomycine (flacons)

- Streptomycine (bulk)

- Nistatine (bulk)

- Cloxacilline (bulk)

- Efitard (flacons)

- Chlooramfenicol hemisuccinaat (flacons)

- Moldamine (flacons)

- Pell-amar (zalf, crème, gel en bulk)

- Vitamine B12 voor diergeneeskundig gebruik

- Oxacilline (flacons × 500 mg)

- Meticilline (flacons × 1 g)

- Erythromycine-lactobionaat (flacons)

- Phosphobion (ampullen)

- Gerovital H-3 (ampullen)

- Gerovital H-3 (dragees)

- Aslavital (ampullen)

- Aslavital (dragees)

- Pell-amar (tabletten)

- Sulfathiazol (bulk)

- Ftalysulfathiazol (tabletten)

- Chlorochinefosfaat (tabletten)

- Sulfanylamide (bulk)

- Calciumgluconaat (ampullen)

- D,L-Methionine

- Kininesulfaat

- Tolbutamide (bulk)

- Paracetamol (bulk)

- Methylsalicylaat (bulk)

- Sulfochinoxaleïne (bulk)

- Fenoltaleïne (bulk)

- Chlooramine B

- Natriumsaccharine

- Salicylamide

- Saprosan

- Nicotine-amide

- Nipagine

- Fenacetine

- Nipasol

- Isoöctyl-salicylaat

- Natriumcyclamaat

- Chloorsoxazon

- Piracetam

- Meclofenoxaat

- Scobutil

- Piperazine-adipaat

- Colineditartraat

- Methylnicotinaat

- Semen colchici.

BIJLAGE X

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XIa

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 2 (1)

Voor de in deze bijlage vermelde produkten geldt een tariefverlaging van 50 %.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code te zamen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

BIJLAGE XIb

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 2 (1)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage bij de bijlagen XIb en XIIb

Regeling inzake de minimuminvoerprijzen voor bepaalde soorten klein fruit bestemd om te worden verwerkt

1. Minimuminvoerprijzen worden voor ieder verkoopseizoen vastgesteld voor de hierna volgende produkten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De minimuminvoerprijzen worden door de Gemeenschap in overleg met Roemenië vastgesteld, met inachtneming van de prijsontwikkeling, de ingevoerde hoeveelheden en de toestand van de communautaire markt.

2. De regeling inzake de minimuminvoerprijzen wordt toegepast met inachtneming van de volgende bepalingen:

- gedurende elke driemaandelijkse periode van het verkoopseizoen mag de gemiddelde eenheidswaarde van elk in punt 1 genoemd produkt dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan de minimuminvoerprijs voor dat produkt;

- gedurende elke periode van twee weken mag de gemiddelde eenheidswaarde van elk in punt 1 genoemd produkt dat in de Gemeenschap wordt ingevoerd, niet lager zijn dan 90 % van de minimuminvoerprijs voor dat produkt, voor zover de gedurende deze periode ingevoerde hoeveelheden niet minder dan 4 % van de normale jaarlijkse invoer bedragen.

3. Ingeval een van deze voorschriften niet wordt nageleefd kan de Gemeenschap de nodige maatregelen treffen om de naleving van de minimuminvoerprijs voor elke uit Roemenië ingevoerde zending van het betrokken produkt te verzekeren.

(1) Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code te zamen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

BIJLAGE XIIa

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 4 (1)

Voor invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Roemenië gelden de onderstaande concessies.

Voor de hoeveelheden die worden ingevoerd krachtens de GN-code waarnaar in deze bijlage, met uitzondering van de GN-codes 0104 en 0204, wordt verwezen, geldt een heffings- en rechtenverlaging van 20 % in het eerste jaar, 40 % in het tweede jaar en 60 % in de daaropvolgende jaren.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Overminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code te zamen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

BIJLAGE XIIb

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 4 (1)

Voor invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Roemenië gelden de onderstaande concessies.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code te zamen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

BIJLAGE XIII

Lijst van produkten bedoeld in artikel 21, lid 4

Invoer in Roemenië van de volgende produkten van oorsprong uit de Gemeenschap is onderworpen aan de hieronder genoemde concessies.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XIV

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XV

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XVI

Vestiging (artikel 45, lid 1)

Wettelijke besluiten aangaande onroerend goed in grensgebieden in overeenstemming met de in bepaalde Lid-Staten geldende wetgeving.

BIJLAGE XVII

Vestiging (artikel 45, lid 2)

1. Aankoop, eigendom, verkoop van grond en bosgrond

2. Aankoop, eigendom, verkoop van gebouwen voor bewoning, geen verband houdende met buitenlandse investeringen in Roemenië

3. Culturele en historische monumenten en gebouwen

4. Organisatie van kansspelen, weddenschappen, loterijen en soortgelijke activiteiten

5. Juridische diensten, juridische adviesdiensten niet inbegrepen.

BIJLAGE XVIII

Vestiging: financiële diensten (artikelen 45, 46, 48 en 50)

Definities

Een financiële dienst is een dienst van financiële aard die door een financieel dienstverlener van een partij wordt aangeboden. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten:

A. Alle verzekeringsdiensten en daarmee verband houdende diensten

1. Directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering):

i) levensverzekering

ii) niet-levensverzekering

2. Wederverzekering en retrocessie

3. Verzekeringsbemiddeling zoals diensten van makelaars en agenten

4. Ondersteunende diensten in de verzekeringssector zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en regeling van schade-eisen

B. Bankwezen en andere financiële diensten (verzekeringen niet inbegrepen)

1. Acceptatie van deposito's en andere terug te betalen middelen van het publiek

2. Alle soorten leningen, onder meer consumentenkrediet, hypotheekleningen, factorkrediet en financiering van commerciële transacties

3. Financiële leasing

4. Alle betalings- en geldovermakingsdiensten, met inbegrip van krediet- en betaalkaarten, reischeques en bankwissels

5. Garanties en verplichtingen

6. Verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van derden, hetzij op de beurs, hetzij op de parallelmarkt, hetzij anderszins, van de volgende produkten:

a) geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, enz.)

b) deviezen

c) afgeleide produkten, zoals bij voorbeeld termijnen en opties

d) wisselkoers- en rentevoetinstrumenten, met inbegrip van produkten zoals ruiltransacties, termijnkoerstransacties, enz.

e) verhandelbare effecten

f) andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver

7. Deelneming in de uitgifte van diverse soorten effecten, met inbegrip van het garanderen en plaatsen van effecten als agent (openbaar of particulier) en het verlenen van daarmee verband houdende diensten

8. Geldmakelaarsdiensten

9. Beheer van activa, bij voorbeeld van kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van gezamenlijk investeringsbeheer, beheer van pensioenfondsen alsmede bewaargevings-, deposito- en trustdiensten

10. Vereffenings- en verrekeningsdiensten voor financiële activa met inbegrip van effecten, afgeleide produkten en andere verhandelbare stukken

11. Advies en bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten in verband met de in de punten 1 tot en met 10 genoemde activiteiten, met inbegrip van kredietreferenties en -analyse, onderzoek en advies in verband met investeringen en beleggingsportefeuilles, alsmede advies over aankopen en over bedrijfsreorganisatie en -strategie

12. Verstrekken en overdragen van financiële informatie, financiële gegevensverwerking en bijbehorende software door andere financiële dienstverleners.

De volgende activiteiten zijn van de definitie van financiële diensten uitgesloten:

a) Activiteiten van centrale banken of andere overheidsinstellingen voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid of het wisselkoersbeleid

b) Activiteiten die voor rekening of met de garantie van de regering worden uitgevoerd door centrale banken, overheidsinstanties, ministeries of openbare instellingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met die overheidslichamen mogen worden uitgevoerd

c) Activiteiten die deel uitmaken van een wettelijk stelsel van sociale zekerheid of van wettelijke pensioenregelingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met overheidslichamen of particuliere instellingen mogen worden uitgevoerd.

BIJLAGE XIX

Intellectuele eigendom (artikel 67)

1. Artikel 67, lid 2, heeft betrekking op de volgende multilaterale verdragen:

- Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd in 1980)

- Protocol betreffende de Schikking van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid 1989)

- Berner-Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971)

- Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome 1961).

2. De Associatieraad kan besluiten dat artikel 67, lid 2, nog op andere huidige of toekomstige multilaterale verdragen van toepassing is.

3. De overeenkomstsluitende partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die uit de volgende multilaterale verdragen voortvloeien:

- Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, gewijzigd in 1979)

- Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm, 1967, gewijzigd 1979)

- Verdrag inzake samenwerking bij octrooien (Washington 1970, gewijzigd in 1979 en in 1984).

4. Vóór het einde van de eerste fase moet Roemenië in zijn interne wetgeving voldoen aan de essentiële bepalingen van de Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève 1977, gewijzigd in 1979).

5. Voor de toepassing van punt 3 van deze bijlage en van de bepalingen van artikel 76, lid 1, betreffende intellectuele eigendom, zijn de overeenkomstsluitende partijen Roemenië, de Europese Economische Gemeenschap en de Lid-Staten, elk voor zover zij bevoegd zijn in aangelegenheden betreffende industriële, intellectuele of commerciële eigendom die onder die verdragen of onder artikel 76, lid 1, vallen.

6. De bepalingen van deze bijlage en van artikel 76, lid 1, betreffende de intellectuele eigendom doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de Europese Economische Gemeenschap en haar Lid-Staten inzake industriële, intellectuele en commerciële eigendom.

LIJST VAN PROTOCOLLEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PROTOCOL Nr. 1 betreffende textielprodukten en kledingartikelen

Artikel 1

Dit Protocol heeft betrekking op textielprodukten en kledingartikelen (hierna "textielprodukten" genoemd). Hieronder zijn te verstaan:

- voor de toepassing van de kwantitatieve regelingen, de textielprodukten bedoeld in bijlage I bij de bilaterale overeenkomst tussen de Gemeenschap en Roemenië betreffende de handel in textielprodukten die op 11 juli 1986 werd geparafeerd en sedert 1 januari 1987 voorlopig van toepassing is, gewijzigd bij de op 20 september 1991 te Brussel geparafeerde briefwisseling, en de produkten vermeld in tabel I van de bijlage bij de op 11 juli 1986 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling die integraal deel uitmaakt van de vorengenoemde bilaterale overeenkomst;

- voor de toepassing van de tarifaire regelingen, de textielprodukten bedoeld in afdeling XI (hoofdstukken 50 tot en met 63) van de gecombineerde nomenclatuur van de Gemeenschap en, respectievelijk, van het Roemeense douanetarief.

Artikel 2

1. De invoerrechten die in de Gemeenschap van toepassing zijn op de textielprodukten van afdeling XI (hoofdstukken 50 tot en met 63) van de gecombineerde nomenclatuur, van oorsprong uit Roemenië in de zin van Protocol nr. 4 van de Overeenkomst, worden in dier voege verlaagd dat zij aan het einde van een periode van zes jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst geheel zijn afgeschaft, volgens het onderstaande tijdschema:

- bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt elk invoerrecht verlaagd tot vijf zevende van het basisrecht;

- aan het begin van het derde jaar tot vier zevende van het basisrecht;

- aan het begin van het vierde jaar tot drie zevende van het basisrecht;

- aan het begin van het vijfde jaar tot twee zevende van het basisrecht;

- aan het begin van het zesde jaar tot een zevende van het basisrecht;

- aan het begin van het zevende jaar worden de resterende rechten geheel afgeschaft.

2. De douanerechten bij invoer die in Roemenië van toepassing zijn op de textielprodukten van afdeling XI (hoofdstukken 50 tot en met 63) van het Roemeense douanetarief, van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van Protocol nr. 4 van de Overeenkomst, worden geleidelijk afgeschaft in overeenstemming met artikel 11 van de Overeenkomst.

3. De douanerechten die van toepassing zijn op veredelingsprodukten van oorsprong uit Roemenië in de zin van Protocol nr. 4 van de Overeenkomst, die in de Gemeenschap worden ingevoerd na veredeling, bewerking of verwerking in Roemenië overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 636/82 van de Raad, worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

4. De bepalingen van de artikelen 12 en 13 van de Overeenkomst zijn van toepassing op de handel in textielprodukten tussen de partijen.

Artikel 3

1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst en tot de inwerkingtreding van het in lid 2 bedoelde protocol vallen de kwantitatieve regelingen en aanverwante kwesties in verband met de uitvoer van textielprodukten van oorsprong uit Roemenië naar de Gemeenschap onder het bepaalde in de tussen de Gemeenschap en Roemenië gesloten bilaterale overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten, die op 11 juli 1986 werd geparafeerd en sedert 1 januari 1987 voorlopig van toepassing is, zoals gewijzigd bij de briefwisseling die op 20 september 1991 te Brussel werd geparafeerd. De partijen komen overeen de vorengenoemde bilaterale overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten voor zover noodzakelijk te wijzigen en rekening te houden met het beleid inzake textielprodukten dat na 1 januari 1993 door de Gemeenschap zal worden gevoerd.

De partijen komen overeen dat, wat de uitvoer van textielprodukten van oorsprong uit Roemenië naar de Gemeenschap betreft, artikel 26, lid 2, en artikel 31 van de Overeenkomst geen toepassing vinden gedurende de periode waarin de vorengenoemde bilaterale overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten van toepassing is.

2. Roemenië en de Gemeenschap verbinden zich ertoe ten spoedigste onderhandelingen over een nieuw protocol betreffende kwantitatieve regelingen en andere aanverwante kwesties in verband met hun onderlinge handelsverkeer in textielprodukten te openen, rekening houdend met de toekomstige regeling betreffende de internationale handel in textielprodukten waarover momenteel in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen te Genève wordt onderhandeld. De wijze waarop en de periode waarover de non-tarifaire handelsbelemmeringen worden afgeschaft, zullen in het nieuwe protocol worden vastgesteld. Deze periode bedraagt de helft van de integratieperiode die wordt vastgesteld tijdens de onderhandelingen van de Uruguay-Ronde die op 1 januari 1994 worden geopend. Zij bedraagt ten minste vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari 1993 of vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, indien deze later valt. Het nieuwe protocol wordt van toepassing na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde overeenkomst inzake textielprodukten.

3. Met inachtneming van de ontwikkeling van het handelsverkeer in textielprodukten tussen de partijen, de mate waarin textielprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap toegang hebben tot de Roemeense markt en de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen in de Uruguay-Ronde, zullen in het nieuwe protocol bepalingen worden opgenomen die voorzien in een substantiële verbetering van de regeling die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing is, met name wat de in te voeren hoeveelheden, het groeitempo, de flexibiliteit van de kwantitatieve beperkingen en de opheffing van bepaalde kwantitatieve beperkingen betreft, zulks na onderzoek van ieder afzonderlijk geval. Onverminderd het bepaalde in artikel 26, lid 2, en artikel 31 van de Overeenkomst zal in het nieuwe protocol bovendien een specifieke vrijwaringsmaatregel voor textielprodukten worden opgenomen. Een dergelijk mechanisme mag in het algemeen niet meer beperkingen inhouden dan het vrijwaringsmechanisme waarin de in lid 1 bedoelde textielovereenkomst voorziet.

4. De kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking ten aanzien van de invoer van textielprodukten uit de Gemeenschap in Roemenië worden opgeheven over dezelfde periode als die waarin is voorzien voor de afschaffing van de kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking waaraan de invoer van Roemeense textielprodukten in de Gemeenschap onderworpen is.

Artikel 4

Vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot de inwerkingtreding van het nieuwe protocol worden geen nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking ingesteld, met uitzondering van die waarin de Overeenkomst en de daarbij gevoegde protocollen voorzien.

PROTOCOL Nr. 2 betreffende EGKS-produkten

Artikel 1

Dit Protocol is van toepassing op de produkten die in bijlage I bij dit Protocol zijn opgenomen.

HOOFDSTUK I EGKS-ijzer- en staalprodukten

Artikel 2

De invoerrechten die in de Gemeenschap op EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit Roemenië van toepassing zijn, worden geleidelijk afgeschaft volgens het onderstaande tijdschema:

1. op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt elk recht verlaagd tot 80 % van het basisrecht;

2. aan het begin van het tweede, het derde, het vierde, het vijfde en het zesde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt een verdere verlaging tot respectievelijk 60 %, 40 %, 20 %, 10 % en 0 % van het basisrecht toegepast.

Artikel 3

De douanerechten die in Roemenië van toepassing zijn bij de invoer van EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden geleidelijk afgeschaft volgens het onderstaande tijdschema:

1. voor de in bijlage IIa bij dit Protocol opgenomen produkten worden de douanerechten afgeschaft op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst;

2. voor de in bijlage IIb bij dit Protocol opgenomen produkten worden de douanerechten geleidelijk verlaagd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 2, van de Overeenkomst;

3. voor de produkten die noch in bijlage IIa noch in bijlage IIb bij dit Protocol zijn opgenomen worden de douanerechten geleidelijk verlaagd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 4, van de Overeenkomst.

Artikel 4

1. De kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking die van toepassing zijn bij de invoer in de Gemeenschap van EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit Roemenië worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

2. De kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking die van toepassing zijn bij de invoer in Roemenië van EGKS-ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst opgeheven.

Artikel 5

Indien, gedurende een periode die gelijk is aan die welke geldt voor de afwijking ten aanzien van overheidssteun als bedoeld in artikel 9, lid 4, en wegens de bijzondere gevoeligheid van de markt voor ijzer- en staalprodukten, de invoer van specifieke ijzer- en staalprodukten van oorsprong uit één der partijen bij de Overeenkomst ernstige schade berokkent of dreigt te berokkenen aan de binnenlandse producenten van soortgelijke produkten dan wel de markt voor ijzer- en staalprodukten van de andere partij ernstig verstoort of dreigt te verstoren, treden de partijen onverwijld in overleg ten einde een passende oplossing te vinden voor dit probleem. In afwachting van een dergelijke oplossing en onverminderd de andere bepalingen van de Overeenkomst, in het bijzonder die van de artikelen 31 en 34, kan de invoerende partij, wanneer uitzonderlijke omstandigheden onmiddellijk optreden vereisen, de kwantitatieve of andere maatregelen nemen die strikt noodzakelijk zijn om het probleem te verhelpen, met inachtneming van haar internationale en multilaterale verplichtingen.

HOOFDSTUK II EGKS-kolenprodukten

Artikel 6

De invoerrechten die in de Gemeenschap van toepassing zijn op EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit Roemenië worden geleidelijk afgeschaft volgens het onderstaande tijdschema:

1. op 1 januari 1994 wordt elk recht verlaagd tot 50 % van het basisrecht;

2. op 31 december 1995 worden de resterende rechten afgeschaft.

Artikel 7

De invoerrechten die in Roemenië van toepassing zijn op EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

Artikel 8

1. De kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking die in de Gemeenschap van toepassing zijn op EGKS-kolenprodukten van oorsprong uit Roemenië worden uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de in bijlage III vermelde produkten en gebieden, die uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst worden opgeheven.

2. De kwantitatieve beperkingen bij invoer en de maatregelen van gelijke werking die in Roemenië van toepassing zijn op kolenprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap worden bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst afgeschaft.

HOOFDSTUK III Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 9

1. Zijn onverenigbaar met de goede werking van de Overeenkomst, indien de handel tussen de Gemeenschap en Roemenië daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:

1. alle samenwerkings- of concentratieovereenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

2. misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Roemenië of op een wezenlijk deel daarvan;

3. overheidssteun in welke vorm dan ook, behoudens de uitzonderingen die uit hoofde van het EGKS-Verdrag zijn toegestaan.

2. Praktijken die strijdig zijn met dit artikel worden beoordeeld aan de hand van de criteria welke voortvloeien uit de toepassing van de regels die zijn vervat in de artikelen 65 en 66 van het EGKS-Verdrag en in de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag, en van de regels inzake steunmaatregelen van de Staten, met inbegrip van het afgeleide recht.

3. De Associatieraad stelt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 en 2 noodzakelijke bepalingen vast.

4. De partijen bij de Overeenkomst erkennen dat Roemenië, in afwijking van het bepaalde in lid 1, punt 3, gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst bij wijze van uitzonderingsmaatregel ten behoeve van EGKS-ijzer- en staalprodukten overheidssteun voor herstructurering mag verlenen, mits:

- dit ertoe leidt dat de begunstigde ondernemingen aan het einde van de herstructureringsperiode onder normale marktvoorwaarden levensvatbaar zijn en

- het bedrag en de intensiteit van de steun strikt beperkt blijven tot hetgeen voor dit herstel van de levensvatbaarheid absoluut noodzakelijk is, en dit bedrag en deze intensiteit geleidelijk worden verminderd;

- het herstructureringsprogramma gepaard gaat met een algemene rationalisering en vermindering van de produktiecapaciteit in Roemenië.

5. Elke partij ziet erop toe dat op het gebied van de overheidssteun doorzichtigheid heerst, door de andere partij voortdurend en volledig in te lichten en haar met name het bedrag, de intensiteit en het doel van de steun alsmede een gedetailleerd herstructureringsplan mede te delen.

6. Indien de Gemeenschap of Roemenië van oordeel is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met het bepaalde in lid 1, zoals gewijzigd bij lid 4, en

- de in lid 3 bedoelde uitvoeringsbepalingen niet in een adequate regeling voorzien, of

- de bedoelde bepalingen ontbreken en de betrokken partij de belangen van de andere partij schaadt of dreigt te schaden, dan wel haar eigen industrie aanmerkelijke schade berokkent of dreigt te berokkenen,

kan de benadeelde partij passende maatregelen treffen, indien niet binnen 30 dagen bij wege van overleg een oplossing wordt bereikt. Dit overleg moet binnen 30 dagen plaatsvinden.

Wanneer de bedoelde praktijken onverenigbaar zijn met het bepaalde in lid 1, punt 3, kunnen deze passende maatregelen enkel worden getroffen volgens de procedures en onder de voorwaarden die zijn neergelegd in de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT) en in andere relevante instrumenten waarover in het kader van de GATT is onderhandeld en die tussen de partijen van toepassing zijn.

Artikel 10

Het bepaalde in de artikelen 12, 13 en 14 van de Overeenkomst is van toepassing op de handel in EGKS-produkten tussen de partijen.

Artikel 11

De partijen komen overeen dat een van de door de Associatieraad in te stellen bijzondere organen een contactgroep zal zijn die tot taak heeft van gedachten te wisselen over de tenuitvoerlegging van dit Protocol.

BIJLAGE I

Lijst van EGKS-ijzer- en staalprodukten

2601 11 00

2601 12 00

2602 00 00

2619 00 10

2701 11 00

2701 11 90

2701 12 10

2701 12 90

2701 19 00

2701 20 00

2702 10 00

2702 20 00

2704 00 19

2704 00 30

7201 10 11

7201 10 19

7201 10 30

7201 10 90

7201 20 00

7201 30 10

7201 30 90

7201 40 00

7202 11 20

7202 11 80

7202 99 11

7203 10 00

7203 90 00

7204 10 00

7204 21 00

7204 29 00

7204 30 00

7204 41 10

7204 41 91

7204 41 99

7204 49 10

7204 49 30

7204 49 91

7204 49 99

7204 50 10

7204 50 90

7206 10 00

7206 90 00

7207 11 11

7207 11 19

7207 12 11

7207 12 19

7207 19 11

7207 19 15

7207 19 31

7207 20 11

7207 20 15

7207 20 17

7207 20 31

7207 20 33

7207 20 51

7207 20 55

7207 20 57

7207 20 71

7208 11 00

7208 12 10

7208 12 91

7208 12 95

7208 12 98

7208 13 10

7208 13 91

7208 13 95

7208 13 98

7208 14 10

7208 14 91

7208 14 99

7208 21 10

7208 21 90

7208 22 10

7208 22 91

7208 22 95

7208 22 98

7208 23 10

7208 23 91

7208 23 95

7208 23 98

7208 24 10

7208 24 91

7208 24 99

7208 31 00

7208 32 10

7208 32 30

7208 32 51

7208 32 59

7208 32 91

7208 32 99

7208 33 10

7208 33 91

7208 33 99

7208 34 10

7208 34 90

7208 35 10

7208 35 90

7208 41 00

7208 42 10

7208 42 30

7208 42 51

7208 42 59

7208 42 91

7208 42 99

7208 43 10

7208 43 91

7208 43 99

7208 44 10

7208 44 90

7208 45 10

7208 45 90

7208 90 10

7209 11 00

7209 12 10

7209 12 90

7209 13 10

7209 13 90

7209 14 10

7209 14 90

7209 21 00

7209 22 10

7209 22 90

7209 23 10

7209 23 90

7209 24 10

7209 24 91

7209 24 99

7209 31 00

7209 32 10

7209 32 90

7209 33 10

7209 33 90

7209 34 10

7209 34 90

7209 41 00

7209 42 10

7209 42 90

7209 43 10

7209 43 90

7209 44 10

7209 44 90

7209 90 10

7210 11 10

7210 12 11

7210 12 19

7210 20 10

7210 31 10

7210 39 10

7210 41 10

7210 49 10

7210 50 10

7210 60 11

7210 60 19

7210 70 31

7210 70 39

7210 90 31

7210 90 33

7210 90 35

7210 90 39

7211 11 00

7211 12 10

7211 12 90

7211 19 10

7211 19 91

7211 19 99

7211 21 00

7211 22 10

7211 22 90

7211 29 10

7211 29 91

7211 29 99

7211 30 10

7211 41 10

7211 41 91

7211 49 10

7211 90 11

7212 10 10

7212 10 91

7212 21 11

7212 29 11

7212 30 11

7212 40 10

7212 40 91

7212 50 31

7212 50 51

7212 60 11

7212 60 91

7213 10 00

7213 20 00

7213 31 00

7213 39 00

7213 41 00

7213 49 00

7213 50 10

7213 50 90

7214 20 00

7214 30 00

7214 40 10

7214 40 91

7214 40 99

7214 50 10

7214 50 91

7214 50 99

7214 60 00

7215 90 10

7216 10 00

7216 21 00

7216 22 00

7216 31 11

7216 31 19

7216 31 91

7216 31 99

7216 32 11

7216 32 19

7216 32 91

7216 32 99

7216 33 10

7216 33 90

7216 40 10

7216 40 90

7216 50 10

7216 50 90

7216 90 10

7218 10 00

7218 90 11

7218 90 13

7218 90 15

7218 90 19

7218 90 50

7219 11 10

7219 11 90

7219 12 10

7219 12 90

7219 13 10

7219 13 90

7219 14 10

7219 14 90

7219 21 11

7219 21 19

7219 21 90

7219 22 10

7219 22 90

7219 23 10

7219 23 90

7219 24 10

7219 24 90

7219 31 10

7219 31 90

7219 32 10

7219 32 90

7219 33 10

7219 33 90

7219 34 10

7219 34 90

7219 35 10

7219 35 90

7219 90 11

7219 90 19

7220 11 00

7220 12 00

7220 20 10

7220 90 11

7220 90 31

7221 00 10

7221 00 90

7222 10 11

7222 10 19

7222 10 51

7222 10 59

7222 10 99

7222 30 10

7222 40 11

7222 40 19

7222 40 30

7224 10 00

7224 90 01

7224 90 09

7224 90 15

7224 90 30

7225 10 10

7225 10 91

7225 10 99

7225 20 10

7225 20 30

7225 30 00

7225 40 10

7225 40 30

7225 40 50

7225 40 70

7225 40 90

7225 50 10

7225 50 90

7225 90 10

7226 10 10

7226 10 30

7226 20 10

7226 20 31

7226 20 51

7226 20 71

7226 91 10

7226 91 90

7226 92 10

7226 99 11

7226 99 31

7227 10 00

7227 20 00

7227 90 10

7227 90 30

7227 90 80

7228 10 10

7228 10 30

7228 20 11

7228 20 19

7228 20 30

7228 30 10

7228 30 30

7228 30 80

7228 60 10

7228 70 10

7228 70 31

7228 80 10

7228 80 90

7301 10 00

7302 10 31

7302 10 39

7302 10 90

7302 20 00

7302 40 10

7302 90 10

BIJLAGE IIa

Lijst van produkten bedoeld in de artikelen 3, punt 1, en 7

2601 11 00

2601 12 00

2602 00 00

2619 00 10

2701 11 10

2701 11 90

2701 12 10

2701 12 90

2701 19 00

2701 20 00

2702 10 00

2702 20 00

2704 00 19

2704 00 30

7201 10 11

7201 10 19

7201 10 30

7201 10 90

7201 20 00

7201 30 10

7201 30 90

7201 40 00

7202 99 11

7203 10 00

7203 90 00

7204 10 00

7204 21 00

7204 29 00

7204 30 00

7204 41 10

7204 41 91

7204 41 99

7204 49 10

7204 49 30

7204 49 91

7204 49 99

7204 50 10

7204 50 90

7206 10 00

7206 90 00

7210 12 11

7210 12 19

7210 60 11

7210 60 19

7210 90 31

7210 90 33

7210 90 35

7210 90 39

7218 10 00

7218 90 11

7218 90 13

7218 90 15

7218 90 19

7218 90 50

7301 10 00

BIJLAGE IIb

Lijst van produkten bedoeld in artikel 3, punt 2

7202 11 20

7202 11 80

7207 11 11

7207 11 19

7207 12 11

7207 12 19

7207 19 11

7207 19 15

7207 19 31

7207 20 11

7207 20 15

7207 20 17

7207 20 31

7207 20 33

7207 20 51

7207 20 55

7207 20 57

7207 20 71

7220 11 00

7220 12 00

7220 20 10

7220 90 11

7220 90 31

7222 30 10

7222 40 11

7222 40 19

7222 40 30

7227 10 00

7227 20 10

7227 90 10

7227 90 30

7227 90 80

7228 10 10

7228 10 30

7228 20 11

7228 20 19

7228 20 30

7228 30 10

7228 30 30

7228 30 80

7228 60 10

7228 70 10

7228 70 31

7228 80 10

7228 80 90

BIJLAGE III

Produkten en gebieden die in artikel 8 van het EGKS-Protocol als uitzonderingen zijn aangemerkt

Produkten

2601 11 00

2601 12 00

2602 00 00

2619 00 10

2701 11 00

2701 11 90

2701 12 10

2701 12 90

2701 19 00

2701 20 00

2702 10 00

2702 20 00

2704 00 19

2704 00 30

Gebieden

Alle gebieden van:

- de Bondsrepubliek Duitsland

- het Koninkrijk Spanje.

PROTOCOL Nr. 3 betreffende het handelsverkeer tussen Roemenië en de Gemeenschap van verwerkte landbouwprodukten bedoeld in artikel 20 bij de Overeenkomst

Artikel 1

1. De Gemeenschap verleent voor produkten van oorsprong uit Roemenië de in bijlage A bedoelde tariefconcessies.

Voor de goederen waarvoor artikel 3 in een verlaging van het landbouwelement voorziet, wordt deze verlaging toegepast binnen de grenzen van de in bijlage B vastgestelde hoeveelheden.

2. Roemenië verleent met ingang van 1 januari 1996 voor de verwerkte landbouwprodukten bedoeld in bijlage C de ingevolge dit Protocol vastgestelde tariefconcessies.

3. De Associatieraad kan:

- de lijst van de in dit Protocol bedoelde verwerkte landbouwprodukten uitbreiden;

- de hoeveelheden verwerkte landbouwprodukten waarop de in bijlage B vastgestelde tariefconcessies van toepassing zijn verhogen.

4. De Associatieraad kan de in lid 1 en lid 2 bedoelde concessies vervangen door een regeling van compenserende bedragen, zonder kwantitatieve beperking, vastgesteld op basis van de op de respectieve markten van de Gemeenschap en Roemenië geconstateerde prijsverschillen voor landbouwprodukten die daadwerkelijk bij de vervaardiging van de onder dit Protocol vallende verwerkte landbouwprodukten zijn gebruikt. Hij maakt de lijst op van de goederen waarop deze bedragen van toepassing zijn, evenals de lijst van de basisprodukten, en stelt te dien einde de algemene uitvoeringsbepalingen vast.

Artikel 2

Voor de toepassing van de volgende artikelen wordt verstaan onder:

- goederen: de in dit Protocol bedoelde verwerkte landbouwprodukten;

- landbouwelement van de heffing: het deel van de heffing dat overeenkomt met de hoeveelheid landbouwprodukten die in de goederen is verwerkt, en dat in mindering wordt gebracht op de heffing welke op deze produkten van toepassing is wanneer deze in ongewijzigde staat worden ingevoerd;

- niet-landbouwelement van de heffing: het deel van de heffing dat gelijk is aan het verschil tussen de totale heffing en het landbouwelement daarvan;

- basisprodukten: de landbouwprodukten die worden geacht voor de vervaardiging van de goederen in de zin van Verordening (EEG) nr. 3033/80 te zijn gebruikt;

- basisbedrag: het bedrag dat ingevolge artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 3033/80 voor een basisprodukt is berekend en dat ertoe dient het variabele element vast te stellen dat ingevolge dezelfde verordening op een specifiek produkt van toepassing is.

Artikel 3

1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst schaft de Gemeenschap geleidelijk het niet-landbouwelement van de heffing af, volgens het in bijlage A vastgestelde tijdschema.

2. De Gemeenschap past ten aanzien van de invoer uit Roemenië een landbouwelement bij invoer toe dat als volgt wordt vastgesteld:

a) Voor de goederen waarvoor bijlage A in een landbouwelement (MOB) voorziet, is dit hetzelfde als het element dat ten aanzien van alle derde landen van toepassing is.

b) Voor de goederen waarvoor bijlage A in een verlaagd landbouwelement (MOBR) voorziet, wordt dit berekend door de basisbedragen voor de basisprodukten waarvoor een verlaging van de heffing wordt toegekend, in 1993 met 20 %, in 1994 met 40 % en vanaf 1995 met 60 % te verminderen en door het basisbedrag voor de andere basisprodukten respectievelijk met 10 %, 20 % en 30 % te verminderen.

Deze verlaging van het landbouwelement wordt slechts toegekend binnen de grenzen van de in bijlage B vastgestelde tariefcontingenten. Voor de hoeveelheden die deze tariefcontingenten overschrijden, wordt het ten aanzien van alle derde landen geldende landbouwelement wederingesteld.

3. Het landbouwelement van de heffing wordt vastgesteld volgens de regels die van toepassing zijn bij de invoer van niet onder bijlage II van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap vallende verwerkte landbouwprodukten, met inachtneming van de in lid 2, onder b), vastgestelde verlagingen.

Artikel 4

1. Roemenië stelt vóór 1 juli 1995 het landbouwelement van de heffing op de in bijlage C bedoelde goederen vast op basis van de rechten welke in 1995 van toepassing zijn bij de invoer van basislandbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap waarvan wordt aangenomen dat zij voor de vervaardiging van deze goederen zijn gebruikt. Roemenië brengt deze gegevens ter kennis van de Associatieraad.

2. De rechten welke door Roemenië vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst tot en met 31 december 1995 op de in bijlage C bedoelde goederen worden toegepast, zijn die welke op 28 februari 1993 van kracht zijn. Wanneer echter ten gevolge van de hervormingen van het Roemeense landbouwbeleid het effect van het in artikel 2 omschreven landbouwelement van de heffing toeneemt, deelt Roemenië dit mede aan de Associatieraad die de verhoging van het desbetreffende recht ten belope van dit effect kan aanvaarden.

3. Roemenië verlaagt geleidelijk de heffing welke van toepassing is op de in bijlage C bedoelde goederen, volgens het door de Associatieraad vastgestelde tijdschema. De opheffing van het niet-landbouwelement van de heffing moet uiterlijk op 1 januari 2000 hebben plaatsgevonden. De verlaging van het landbouwelement van de heffing zal door de Associatieraad worden vastgesteld op grond van de concessies welke (bij invoer in Roemenië) op de basisprodukten van toepassing zijn.

Artikel 5

De verlagingen van de in artikel 3, lid 2, onder b), bedoelde variabele elementen zijn pas van toepassing vanaf 1 augustus 1993.

BIJLAGE A

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE B

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE C

Lijst van produkten bedoeld in artikel 1, lid 2

0403 10 51

0403 10 53

0403 10 59

0403 10 91

0403 10 93

0403 10 99

0403 90 71

0403 90 73

0403 90 79

0403 90 91

0403 90 93

0403 90 99

0710 40 00

0711 90 30

1302 31 00

1704 10 11

1704 10 19

1704 10 91

1704 10 99

1704 90 30

1704 90 55

1803 10 00

1803 20 00

1804 00 00

1805 00 00

1806 10 10

1806 10 30

1806 10 90

1806 20 10

1806 20 30

1806 20 50

1806 20 70

1806 20 80

1806 20 95

1901 90 11

1901 90 19

1902 11 10

1902 11 90

1902 19 11

1902 19 19

1902 19 90

1902 20 91

1902 20 99

1902 30 10

1902 30 90

1902 40 10

1902 40 90

1905 30 11

1905 30 19

1905 30 30

1905 30 51

1905 30 59

1905 30 91

1905 30 99

1905 90 40

1905 90 45

1905 90 55

1905 90 60

1905 90 90

2001 90 30

2101 30 11

2101 30 19

2101 30 91

2101 30 99

2102 10 10

2102 10 31

2102 10 39

2102 10 90

2102 20 11

2102 20 19

2102 20 90

2102 30 00

2106 10 10

2106 10 90

PROTOCOL Nr. 4 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

TITEL I DEFINITIE VAN HET BEGRIP "PRODUKTEN VAN OORSPRONG"

Artikel 1

Oorsprongscriteria

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van dit Protocol worden voor de toepassing van de Overeenkomst beschouwd als:

1. produkten van oorsprong uit de Gemeenschap

a) geheel en al in de Gemeenschap verkregen produkten in de zin van artikel 4 van dit Protocol;

b) in de Gemeenschap verkregen produkten waarin niet geheel en al in de Gemeenschap verkregen materialen zijn verwerkt, mits deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen of verwerkingen hebben ondergaan die in de zin van artikel 5 van dit Protocol toereikend zijn;

2. produkten van oorsprong uit Roemenië

a) geheel en al in Roemenië verkregen produkten in de zin van artikel 4 van dit Protocol;

b) in Roemenië verkregen produkten waarin niet geheel en al in Roemenië verkregen materialen zijn verwerkt, mits deze materialen in Roemenië bewerkingen of verwerkingen hebben ondergaan die in de zin van artikel 5 van dit Protocol toereikend zijn.

Artikel 2

Bilaterale cumulatie

1. In afwijking van artikel 1, punt 1, onder b), worden materialen die van oorsprong zijn uit Roemenië in de zin van dit Protocol als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd en wordt niet vereist dat deze materialen daar een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij echter een be- of verwerking hebben ondergaan die verder gaat dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

2. In afwijking van artikel 1, punt 2, onder b), worden materialen die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap in de zin van dit Protocol als materialen van oorsprong uit Roemenië beschouwd en wordt niet vereist dat deze materialen daar een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij echter een be- of verwerking hebben ondergaan die verder gaat dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

Artikel 3

Cumulatie met materialen van oorsprong uit Bulgarije

1. Indien het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Bulgarije en tussen Roemenië en Bulgarije geregeld is in overeenkomsten die dezelfde regels bevatten als dit Protocol, zijn de leden 2, 3 en 5 van toepassing.

2. a) In afwijking van artikel 1, punt 1, onder b), en onverminderd de leden 3 en 5, worden materialen die van oorsprong zijn uit Bulgarije in de zin van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Bulgarije als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd en wordt niet vereist dat deze materialen daar een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij echter in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die verder gaat dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

b) In afwijking van artikel 1, punt 2, onder b), en onverminderd de leden 3 en 5, worden materialen die van oorsprong zijn uit Bulgarije in de zin van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Bulgarije als materialen van oorsprong uit Roemenië beschouwd en wordt niet vereist dat deze materialen daar een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij echter in Roemenië een be- of verwerking hebben ondergaan die verder gaat dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

3. Produkten die uit hoofde van lid 2 het karakter van produkt van oorsprong hebben gekregen, blijven slechts van oorsprong uit respectievelijk de Gemeenschap of Roemenië, indien de waarde die daar is toegevoegd hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong uit Bulgarije die zijn gebruikt.

Indien dit niet het geval is, worden de betrokken produkten, voor de toepassing van deze Overeenkomst of van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Bulgarije, beschouwd als produkten van oorsprong uit Bulgarije.

4. Onder "meerwaarde" wordt verstaan de prijs af fabriek van de produkten, verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn uit het land waar deze produkten zijn verkregen.

5. Voor de toepassing van dit artikel worden dezelfde regels van oorsprong als die in dit Protocol toegepast in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Bulgarije en tussen Roemenië en Bulgarije.

Artikel 4

Geheel en al verkregen produkten

1. Als geheel en al in de Gemeenschap of in Roemenië verkregen, in de zin van artikel 1, punt 1, onder a), en punt 2, onder a), worden beschouwd:

a) uit hun bodem of hun zeebodem gewonnen produkten;

b) aldaar geoogste produkten van het plantenrijk;

c) aldaar geboren en opgefokte levende dieren;

d) produkten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;

e) voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;

f) produkten van de zeevisserij en andere door hun schepen uit de zee gewonnen produkten;

g) produkten uitsluitend van de onder f) bedoelde produkten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;

h) aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen;

i) afval, afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;

j) goederen die aldaar uitsluitend van de onder a) tot en met i) bedoelde produkten zijn vervaardigd.

2. De term "hun schepen" in lid 1, onder f), is slechts van toepassing op schepen:

- die in Roemenië of in een Lid-Staat van de Gemeenschap zijn ingeschreven of geregistreerd;

- die de vlag van Roemenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren;

- die voor minstens de helft toebehoren aan onderdanen van Roemenië of van Lid-Staten van de Gemeenschap of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een van deze Staten of in Roemenië heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van beheer of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn van Roemenië of van Lid-Staten van de Gemeenschap, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze Staten, aan Roemenië of aan de openbare lichamen of onderdanen van deze Staten of Roemenië;

- waarvan de kapitein en de officieren allen onderdanen zijn van Roemenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap;

- waarvan de bemanning voor ten minste 75 % bestaat uit onderdanen van Roemenië of van een Lid-Staat van de Gemeenschap.

3. De termen "Roemenië" en "de Gemeenschap" hebben ook betrekking op de territoriale wateren van Roemenië en de Lid-Staten van de Gemeenschap.

Schepen waarmede in volle zee wordt gevist, met inbegrip van fabrieksschepen waarop de gevangen vis wordt be- of verwerkt, worden geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Gemeenschap of van Roemenië, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden van lid 2.

Artikel 5

Toereikende bewerking of verwerking

1. Voor de toepassing van artikel 1 worden niet van oorsprong zijnde materialen geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, wanneer het verkregen produkt onder een andere post wordt ingedeeld dan die waaronder alle niet van oorsprong zijnde materialen vallen die bij de vervaardiging zijn gebruikt, onder voorbehoud van de leden 2 en 3.

De in dit Protocol gebruikte termen "hoofdstukken" en "posten" hebben betrekking op de hoofdstukken en de posten (viercijfercodes) die zijn gebruikt in de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen vormt (hierna "geharmoniseerd systeem" of "GS" genoemd).

De term "ingedeeld" verwijst naar de indeling van een produkt of een materiaal onder een bepaalde post.

2. Wanneer een produkt in de kolommen 1 en 2 van de lijst in bijlage II is vermeld, moet aan de voorwaarden worden voldaan die voor dit produkt in kolom 3 zijn vermeld in plaats van aan het bepaalde in lid 1:

a) Wanneer in de lijst van bijlage II een percentageregel wordt toegepast voor de bepaling van de oorsprong van een in de Gemeenschap of in Roemenië verkregen produkt, stemt de door de be- of verwerking toegevoegde waarde overeen met de prijs af fabriek van het verkregen produkt, verminderd met de waarde van de in de Gemeenschap of in Roemenië uit derde landen ingevoerde materialen.

b) De term "waarde" in de lijst in bijlage II heeft betrekking op de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte, niet van oorsprong zijnde, materialen of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor deze materialen op het betrokken grondgebied is betaald.

Wanneer de waarde van materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, zijn de bepalingen van de voorgaande alinea van overeenkomstige toepassing.

c) De term "prijs af fabriek" in de lijst van bijlage II heeft betrekking op de prijs die voor het verkregen produkt is betaald aan de fabrikant in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle bij de vervaardiging gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen produkt wordt uitgevoerd.

d) Onder "douanewaarde" wordt verstaan de waarde vastgesteld overeenkomstig de op 12 april 1979 te Genève ondertekende Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel.

3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om het karakter van produkt van oorsprong te verlenen, ongeacht het feit of er een verandering van post plaatsvindt:

a) behandelingen welke dienen om de produkten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere produkten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke verrichtingen);

b) eenvoudige verrichtingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;

c) i) veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli,

ii) eenvoudig bottelen, verpakken in flacons, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere eenvoudige verrichtingen in verband met de opmaak;

d) aanbrengen op de produkten zelf of op hun verpakking van merken, etiketten of andere soortgelijke onderscheidingstekens;

e) eenvoudig mengen van produkten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om als "produkten van oorsprong" uit de Gemeenschap of Roemenië te worden beschouwd;

f) eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel;

g) twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behandelingen te zamen;

h) het slachten van dieren.

Artikel 6

Neutrale elementen

Om te bepalen of een produkt van oorsprong is uit de Gemeenschap of uit Roemenië is het niet nodig na te gaan wat de oorsprong is van de elektriciteit, brandstof, fabrieksuitrusting, machines en werktuigen die voor de verkrijging van dit produkt zijn gebruikt of van de daarbij gebruikte materialen die in de uiteindelijke samenstelling van het produkt niet voorkomen.

Artikel 7

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 8

Stellen of assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd indien de artikelen waaruit zij zijn samengesteld van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit artikelen die van oorsprong en artikelen die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong zijnde beschouwd indien de waarde van de artikelen welke niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.

Artikel 9

Rechtstreeks vervoer

1. De in de Overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is slechts van toepassing op produkten of materialen die niet over een ander grondgebied tussen het grondgebied van de Gemeenschap en dat van Roemenië of, wanneer artikel 3 van toepassing is, van Bulgarije worden vervoerd. Goederen van oorsprong uit Roemenië die één enkele zending vormen, kunnen over een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap, van Roemenië of, wanneer artikel 3 van toepassing is, van Bulgarije worden vervoerd, met eventueel overslag of tijdelijke opslag op dat andere grondgebied, voor zover de goederen in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane zijn gebleven en aldaar geen andere behandelingen hebben ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.

2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de bevoegde douane-instanties:

a) hetzij een enkel vervoersdocument dat in het land van uitvoer is afgegeven en onder dekking waarvan het vervoer door het land van doorvoer heeft plaatsgevonden;

b) hetzij een door de douane van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin

- de goederen nauwkeurig worden omschreven;

- de data worden vermeld waarop de goederen gelost en opnieuw geladen zijn, onder opgave van de schepen of de andere vervoermiddelen waarvan gebruik werd gemaakt, en waarin

- wordt verklaard onder welke voorwaarden de goederen in het land van doorvoer verbleven;

c) hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 10

Territorialiteitsbeginsel

De in deze titel genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van produkt van oorsprong moeten zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Roemenië zijn vervuld behoudens het bepaalde in de artikelen 2 en 3.

Behoudens het bepaalde in de artikelen 2 en 3 worden produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Roemenië die naar een ander land worden uitgevoerd en teruggezonden, niet als van oorsprong zijnde beschouwd tenzij ten genoegen van de douane kan worden aangetoond dat:

- de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen, en

- zij in dat land geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren.

TITEL II BEWIJS VAN DE OORSPRONG

Artikel 11

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Het karakter van produkt van oorsprong, in de zin van dit Protocol, wordt aangetoond door middel van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage III bij dit Protocol is opgenomen.

Artikel 12

Normale procedure voor de afgifte van certificaten

1. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt slechts afgegeven op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger. Deze aanvraag wordt gesteld op het formulier waarvan het model in bijlage III bij dit Protocol is opgenomen en dat overeenkomstig dit Protocol wordt ingevuld.

Aanvragen om certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer gedurende ten minste twee jaar bewaard.

2. De exporteur of zijn vertegenwoordiger voegt bij zijn aanvraag elk stuk waarmee kan worden aangetoond dat de uit te voeren goederen in aanmerking komen voor de afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Hij verbindt zich ertoe op verzoek van de bevoegde instanties alle verdere bewijsstukken over te leggen die deze nodig achten om te kunnen vaststellen dat de voor de preferentiële behandeling in aanmerking komende produkten inderdaad van oorsprong zijn, en verbindt zich er tevens toe in te stemmen met iedere controle door voornoemde instanties van zijn boekhouding en de wijze waarop de produkten zijn verkregen.

De exporteur bewaart de in dit lid bedoelde bewijsstukken gedurende ten minste twee jaar.

3. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt slechts afgegeven wanneer het als bewijsstuk kan dienen voor de toepassing van de Overeenkomst.

4. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van artikel 1, punt 1, van dit Protocol. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van Roemenië, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit Roemenië in de zin van artikel 1, punt 2, van dit Protocol.

5. Wanneer de bepalingen inzake cumulatie van de artikelen 2 en 3 van toepassing zijn, kunnen de douaneautoriteiten van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Roemenië certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven op de in dit Protocol vermelde voorwaarden, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Roemenië in de zin van dit Protocol en voor zover de goederen waarop de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking hebben, zich in de Gemeenschap of in Roemenië bevinden.

In deze gevallen worden de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgegeven na overlegging van bewijsstukken ten aanzien van de oorsprong die eerder werd afgegeven of opgesteld. Dit bewijs van de oorsprong wordt gedurende ten minste twee jaar door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer bewaard.

6. Daar het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 het bewijsstuk vormt voor de toepassing van de preferentiële tariefregeling als bij de Overeenkomst vastgesteld, nemen de douaneautoriteiten van het land van uitvoer de nodige maatregelen om de oorsprong van de goederen en de andere op het certificaat vermelde gegevens te controleren.

7. Ten einde na te gaan of aan de voorwaarden voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is voldaan, hebben de douaneautoriteiten het recht alle bewijsstukken op te vragen en iedere controle uit te oefenen die zij dienstig achten.

8. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer zien erop toe dat de in lid 1 bedoelde formulieren op de juiste wijze zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het vak voor de omschrijving van de produkten zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn. Daartoe mag bij de omschrijving van de goederen geen ruimte tussen de regels worden opengelaten. Wanneer het vak niet geheel is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale streep getrokken en het niet ingevulde gedeelte doorgekruist.

9. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in dat deel van het certificaat dat voor de douane is bestemd.

10. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer afgegeven wanneer de produkten waarop het betrekking heeft worden uitgevoerd. Het wordt ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat zij zullen worden uitgevoerd.

Artikel 13

Langlopende certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 (LT-certificaten)

1. In afwijking van artikel 12, lid 10, kunnen de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven wanneer slechts een gedeelte van de produkten waarop het betrekking heeft wordt uitgevoerd, namelijk wanneer het om een certificaat gaat, hierna "LT-certificaat" genoemd, dat betrekking heeft op de herhaalde uitvoer van hetzelfde produkt van dezelfde exporteur naar dezelfde importeur. Dit certificaat is ten hoogste één jaar geldig vanaf de datum van afgifte.

2. LT-certificaten worden, overeenkomstig artikel 12, door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer slechts afgegeven indien zij van oordeel zijn dat het dienstig is deze procedure toe te passen en wanneer de oorsprong van de uit te voeren goederen naar verwachting dezelfde zal blijven zolang het LT-certificaat geldig is. Indien het LT-certificaat niet meer op de goederen van toepassing is, deelt de exporteur dit onmiddellijk mede aan de douaneautoriteiten die het certificaat hebben afgegeven.

3. Bij gebruik van LT-certificaten kunnen de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer voorschrijven dat de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die worden gebruikt, van een speciaal merkteken worden voorzien.

4. Vak 11 "Visum van de douane" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt als gebruikelijk door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer geviseerd.

5. In vak 7 "Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

"CERTIFICADO LT VÁLIDO HASTA EL . . ."

"LT-CERTIFIKAT GYLDIGT INDTIL . . ."

"LT-CERTIFICATE GÜLTIG BIS . . ."

"ÐÉÓÔÏÐÏÉÇÔÉÊÏ LT ÉÓ×ÕÏÍ ÌÅ×ÑÉ . . ."

"LT-CERTIFICATE VALID UNTIL . . ."

"CERTIFICAT LT VALABLE JUSQU'AU . . ."

"CERTIFICATO LT VALIDO FINO AL . . ."

"LT-CERTIFICAAT GELDIG TOT EN MET . . ."

"LT-CERTIFICADO VALIDO ATÉ . . ."

"CERTIFICAT LT VALABIL PÎNA LA . . ."

(datum in Arabische cijfers).

6. In de vakken 8 en 9 van het LT-certificaat behoeven de merken en de nummers, het aantal en de aard van de colli, het brutogewicht (kg) of andere meeteenheden (liter, m³, enz.) niet te worden vermeld. Vak 8 moet evenwel een omschrijving en een aanduiding van de goederen bevatten die duidelijk genoeg is om de goederen aan de hand daarvan te kunnen identificeren.

7. In afwijking van artikel 18 wordt het LT-certificaat uiterlijk op het tijdstip waarop de goederen waarop het betrekking heeft voor het eerst worden ingevoerd bij het douanekantoor van invoer aangeboden. Wanneer de goederen bij verschillende douanekantoren van de Staat van invoer worden ingeklaard, kunnen de douaneautoriteiten eisen dat de importeur elk van deze kantoren een afschrift van het LT-certificaat zendt.

8. Wanneer een LT-certificaat bij de douane is aangeboden, wordt het bewijs van de oorsprong van de ingevoerde goederen gedurende de periode waarin dit certificaat geldig is geleverd door facturen die aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) wanneer op de factuur zowel produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Roemenië als produkten met een andere oorsprong zijn vermeld, maakt de exporteur een duidelijk onderscheid tussen deze twee categorieën;

b) de exporteur dient op iedere factuur het nummer van het LT-certificaat te vermelden dat op de goederen betrekking heeft alsmede de uiterste geldigheidsdatum van dit certificaat en de namen van het land of de landen waaruit de goederen van oorsprong zijn.

De vermelding, door de exporteur, van het nummer van het LT-certificaat op de factuur met de aanduiding van het land van oorsprong geldt als verklaring dat de goederen voldoen aan de in dit Protocol gestelde voorwaarde voor de verkrijging van de preferentiële oorsprong in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Roemenië.

De douaneautoriteiten van het land van oorsprong kunnen eisen dat de gegevens die volgens bovenstaande bepalingen op de factuur moeten voorkomen, door een handtekening worden bevestigd, gevolgd door de voluit geschreven naam van de ondertekenaar;

c) de omschrijving en aanduiding van de goederen op de factuur moeten zo nauwkeurig zijn dat duidelijk blijkt dat het om de goederen gaat die op het LT-certificaat, waarnaar de factuur verwijst, zijn vermeld;

d) facturen kunnen slechts worden opgesteld voor goederen die tijdens de geldigheidsduur van het LT-certificaat worden uitgevoerd. Zij kunnen echter worden overgelegd op het douanekantoor van invoer binnen een termijn van vier maanden nadat zij door de exporteur zijn opgesteld.

9. In het kader van de LT-procedure mogen facturen die voldoen aan de in dit artikel bedoelde voorwaarden met behulp van telecommunicatiemiddelen of computers worden opgesteld en/of verzonden. Zulke facturen worden door de douane van de Staat van invoer aanvaard als bewijs van de oorsprong van de ingevoerde goederen, overeenkomstig de door de douaneautoriteiten van die Staat vastgestelde procedures.

10. Wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer vaststellen dat een certificaat en/of factuur, opgesteld volgens het bepaalde in dit artikel, niet van toepassing is op de geleverde goederen, stelt zij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer hiervan onmiddellijk in kennis.

11. Dit artikel doet geen afbreuk aan de toepassing van de in de Gemeenschap, de Lid-Staten en Roemenië geldende voorschriften inzake douaneformaliteiten en het gebruik van douanedocumenten.

Artikel 14

Afgifte van het certificaat achteraf

1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan bij wijze van uitzondering worden afgegeven na uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, wanneer dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of andere bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd.

2. Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de importeur in zijn aanvraag:

- plaats en datum van uitvoer te vermelden van de produkten waarop het certificaat betrekking heeft,

- te verklaren dat bij de uitvoer van de betrokken goederen geen certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven en de reden hiervan vermelden.

3. De douaneautoriteiten kunnen pas tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan na te hebben vastgesteld dat de in de aanvraag van de exporteur voorkomende gegevens overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.

Op de achteraf afgegeven certificaten wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

"EXPEDIDO A POSTERIORI", "UDSTEDT EFTERFØLGENDE", "NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT", "ÅÊÄÏÈÅÍ ÅÊ ÔÙÍ ÕÓÔÅÑÙÍ", "ISSUED RETROSPECTIVELY", "DÉLIVRÉ A POSTERIORI", "RILASCIATO A POSTERIORI", "AFGEGEVEN A POSTERIORI", "EMITADO A POSTERIORI", "EMIS A POSTERIORI".

4. De in lid 3 bedoelde aantekeningen worden aangebracht in vak 7 "Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 15

Afgifte van een duplicaat

1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven schriftelijk verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.

2. Op het adus afgegeven certificaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

"DUPLICADO", "DUPLIKAT", "DUPLIKAT", "ÁÍÔÉÃÑÁÖÏ", "DUPLICATE", "DUPLICATA", "DUPLICATO", "DUPLICAAT", "SEGUNDA VIA", "DUPLICAT".

3. De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in vak 7 "Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, geldt vanaf die datum.

Artikel 16

Vereenvoudigde procedure voor de afgifte van certificaten

1. In afwijking van de artikelen 12, 14 en 15 van dit Protocol kan volgens onderstaande bepalingen een vereenvoudigde procedure voor de afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden toegepast.

2. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen een exporteur, hierna "toegelaten exporteur" genoemd, die veelvuldig goederen verzendt waarvoor certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 kunnen worden afgegeven en die, ten genoegen van de douane, de nodige waarborgen biedt wat de controle van de oorsprong van de produkten betreft, vergunning verlenen om bij uitvoer bij het douanekantoor van de Staat van uitvoer noch de goederen noch een aanvraag om een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 ten aanzien van deze goederen aan te bieden ten einde een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 te verkrijgen onder de bij artikel 12 van dit Protocol vastgestelde voorwaarden.

3. In de in lid 2 bedoelde vergunning wordt, naar keuze van de douane, bepaald dat vak 11 "Visum van de douane" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1:

a) hetzij van tevoren wordt voorzien van het stempel van het bevoegde douanekantoor van de Staat van uitvoer, alsmede van de geschreven of anderszins aangebrachte handtekening van een ambtenaar van dit kantoor,

b) hetzij door de toegelaten exporteur wordt voorzien van een speciaal stempel dat door de douane van de Staat van uitvoer is goedgekeurd en overeenkomt met het model dat in bijlage V van dit Protocol is opgenomen. Dit stempel mag ook van tevoren op de formulieren worden gedrukt.

4. In de in lid 3, onder a), bedoelde gevallen wordt in vak 7 "Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 een van de volgende vermeldingen aangebracht:

"PROCEDIMIENTO SIMPLIFICADO", "FORENKLET PROCEDURE", "VEREINFACHTES VERFAHREN", "ÁÐËÏÓÔÕÌÅÍÇ ÄÉÁÄÉÊÁÓÉÁ", "SIMPLIFIED PROCEDURE", "PROCÉDURE SIMPLIFIÉE", "PROCEDURA SEMPLIFICATA", "VEREENVOUDIGDE PROCEDURE", "PROCEDIMENTO SIMPLIFICADO", "PROCEDURA SIMPLIFICATA".

5. Vak 11 "Visum van de douane" van het certificaat EUR.1 wordt zo nodig door de toegelaten exporteur ingevuld.

6. De toegelaten exporteur vermeldt zo nodig in vak 13 "Verzoek om controle" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 naam en adres van de douane-instantie die bevoegd is dit certificaat te controleren.

7. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen voorschrijven dat bij toepassing van de vereenvoudigde procedure de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 van een speciaal merkteken worden voorzien.

8. De douaneautoriteiten geven in de in lid 2 bedoelde vergunning met name aan:

a) op welke wijze de aanvragen om certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden ingediend;

b) op welke wijze deze aanvragen gedurende ten minste twee jaar worden bewaard;

c) in de in lid 3, onder b), bedoelde gevallen, de instantie die bevoegd is de in artikel 28 van dit Protocol bedoelde controle achteraf uit te voeren.

9. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer mogen bepaalde categorieën goederen van de in lid 2 bedoelde speciale behandeling uitsluiten.

10. De in lid 2 bedoelde vergunning wordt geweigerd wanneer de exporteur niet alle waarborgen biedt die de douaneautoriteiten nodig achten. Deze kunnen de vergunning steeds intrekken. Zij moeten dit doen wanneer de toegelaten exporteur niet meer aan de voorwaarden voldoet of niet langer de nodige waarborgen biedt.

11. De toegelaten exporteur kan worden verplicht de bevoegde instanties, op de wijze die deze bepalen, over zijn voorgenomen zendingen in te lichten, zodat deze instanties eventueel de door hen nodig geachte controles kunnen uitvoeren alvorens de goederen worden verzonden.

12. De douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer kunnen elke door hen nodig geachte controle uitvoeren bij de toegelaten exporteurs. Deze exporteurs kunnen zich hiertegen niet verzetten.

13. De bepalingen in dit artikel doen geen afbreuk aan de in de Gemeenschap, de Lid-Staten en Roemenië geldende voorschriften inzake douaneformaliteiten en het gebruik van douanedocumenten.

Artikel 17

Vervanging van certificaten

1. Vervanging van een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 door een of meer andere certificaten is steeds mogelijk, voor zover dit geschiedt door het douanekantoor of de andere bevoegde instanties die met het toezicht op de goederen zijn belast.

2. Wanneer produkten van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Roemenië of, wanneer artikel 3 van toepassing is, uit Bulgarije die onder geleide van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 in een vrije zone worden ingevoerd, een behandeling of verwerking ondergaan, geven de betrokken instanties, op verzoek van de exporteur, een nieuw certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 af indien de behandeling of verwerking in overeenstemming is met de bepalingen van dit Protocol.

3. Het vervangende certificaat dat overeenkomstig dit artikel wordt afgegeven, wordt met het oog op de toepassing van dit Protocol, met inbegrip van dit artikel, als een definitief certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 beschouwd.

4. Het vervangende certificaat wordt afgegeven op schriftelijk verzoek van degene die de wederuitvoer verricht, nadat de betrokken instanties de door de aanvrager verstrekte gegevens hebben gecontroleerd. De datum en het volgnummer van het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden in vak 7 vermeld.

Artikel 18

Geldigheid van de certificaten

1. Binnen vier maanden na de datum van afgifte door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer wordt het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 ingediend bij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer waar de goederen binnenkomen.

2. Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard, wanneer de laattijdige indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

3. In andere gevallen van laattijdige indiening kunnen de douaneautoriteiten van de Staat van invoer het certificaat aanvaarden wanneer de produkten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangeboden.

Artikel 19

Tentoonstellingen

1. Op produkten die vanuit de Gemeenschap of Roemenië naar een tentoonstelling in een ander land dan Roemenië of een Lid-Staat van de Gemeenschap worden gezonden en na de tentoonstelling voor invoer in Roemenië of de Gemeenschap worden verkocht, zijn bij invoer de bepalingen van de Overeenkomst van toepassing, voor zover de produkten aan de eisen van het Protocol voldoen om te worden beschouwd als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of Roemenië en voor zover ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat:

a) een exporteur deze produkten vanuit de Gemeenschap of Roemenië naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;

b) de exporteur de produkten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of in Roemenië;

c) de produkten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan naar de Gemeenschap of Roemenië zijn verzonden;

d) de produkten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op de tentoonstelling te worden vertoond.

2. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 waarop naam en adres van de tentoonstelling zijn vermeld, wordt op de normale wijze bij de douane ingediend. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de aard van de produkten en de voorwaarden waarop zij werden tentoongesteld.

3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, jaarbeurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter welke niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse produkten worden gehouden en gedurende welke de produkten onder douanetoezicht blijven.

Artikel 20

Overlegging van certificaten

Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden ingediend bij de douane van de Staat van invoer overeenkomstig de in die Staat geldende voorschriften. Deze kan een vertaling van dit certificaat verlangen. Zij kan voorts eisen dat het aangifteformulier vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de produkten aan de voorwaarden voor toepassing van de Overeenkomst voldoen.

Artikel 21

Invoer in deelzendingen

Wanneer op verzoek van de aangever een onder hoofdstuk 84 of 85 van het geharmoniseerde systeem vallend gedemonteerd of niet-gemonteerd artikel in gedeelten wordt ingevoerd onder de door de bevoegde instanties gestelde voorwaarden, wordt het, onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 3, van dit Protocol, als één artikel beschouwd en kan bij de invoer van de eerste deelzending een certificaat inzake goederenverkeer worden overgelegd voor het volledige artikel.

Artikel 22

Bewaring van de certificaten

De certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden door de douaneautoriteiten van de Staat van invoer overeenkomstig de in die Staat geldende voorschriften bewaard.

Artikel 23

Formulier EUR.2

1. In afwijking van artikel 11 kan het bewijs van de oorsprong, in de zin van dit Protocol, voor zendingen die slechts produkten van oorsprong bevatten en waarvan de waarde niet meer bedraagt dan 5 110 ecu per zending, worden geleverd door formulier EUR.2, waarvan het model in bijlage IV bij dit Protocol is opgenomen.

2. Het formulier EUR.2 wordt door de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, door zijn gemachtigde vertegenwoordiger, overeenkomstig dit Protocol, ingevuld en ondertekend.

3. Voor elke zending wordt een formulier EUR.2 ingevuld.

4. Wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer hierom verzoeken, overlegt de exporteur die het formulier EUR.2 heeft aangevraagd alle bewijsstukken betreffende het gebruik van dit formulier.

5. De artikelen 18, 20 en 22 zijn van overeenkomstige toepassing op het formulier EUR.2.

Artikel 24

Verschillen

Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de verklaringen op het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, het formulier EUR.2 en op de documenten die met het oog op het vervullen van de douaneformaliteiten bij de invoer van produkten aan het douanekantoor worden overgelegd, dan is het document hierdoor niet automatisch ongeldig, indien wordt vastgesteld dat het met de aangeboden produkten overeenstemt.

Artikel 25

Vrijstellingen van het bewijs van de oorsprong

1. Produkten die in kleine zendingen door particulieren naar particulieren worden verzonden of deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als produkten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 over te leggen of een formulier EUR.2 in te vullen, voor zover zulke produkten zonder commerciële doeleinden worden ingevoerd en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van de Overeenkomst voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat.

2. Als invoer zonder commerciële doeleinden wordt beschouwd invoer van incidentele aard die uitsluitend bestaat uit produkten voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voor zover noch de aard noch de hoeveelheid van de produkten op commerciële doeleinden wijzen.

Voorts mag de totale waarde niet meer bedragen dan 365 ecu voor kleine zendingen of 1 025 ecu voor de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 26

In ecu uitgedrukte bedragen

1. De Staat van uitvoer stelt de bedragen in zijn nationale valuta vast die gelijk zijn aan de in ecu uitgedrukte bedragen en deelt deze aan de andere partijen bij de Overeenkomst mee. Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door de Staat van invoer vastgestelde bedragen, aanvaardt de Staat van invoer deze indien de goederen gefactureerd zijn in de valuta van de Staat van uitvoer.

Indien de goederen gefactureerd zijn in de valuta van een andere Lid-Staat van de Gemeenschap, van Roemenië of, wanneer artikel 3 van toepassing is, van Bulgarije, aanvaardt de Staat van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.

2. Tot en met 30 april 1993 is de waarde van de in een bepaalde nationale valuta uitgedrukte ecu gelijk aan de waarde van de ecu in die nationale valuta per 3 oktober 1990. Voor iedere daaropvolgende periode van twee jaar is zij gelijk aan de waarde van de ecu in die nationale valuta op de eerste werkdag in oktober van het onmiddellijk aan die periode van twee jaar voorafgaande jaar.

TITEL III REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 27

Toezending van de stempelafdrukken en adressen

De douaneautoriteiten van de Lid-Staten en van Roemenië doen elkaar, via de Commissie van de Europese Gemeenschappen, afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt voor de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de afgifte van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de controle van deze certificaten en de formulieren EUR.2.

Artikel 28

Controle van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de formulieren EUR.2

1. De controle achteraf van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de formulieren EUR.2 wordt bij wijze van steekproef verricht en wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het document of de juistheid van de gegevens inzake de werkelijke oorsprong van de betrokken produkten.

2. Met het oog op de controle achteraf van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden kopieën van deze certificaten en alle daarbij behorende uitvoerdocumenten gedurende ten minste twee jaar bewaard door de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer.

3. Met het oog op de correcte toepassing van dit Protocol verlenen Roemenië en de Lid-Staten van de Gemeenschap elkaar via hun respectieve douaneadministraties bijstand bij de controle op de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, met inbegrip van de certificaten die uit hoofde van artikel 12, lid 5, werden afgegeven, en de formulieren EUR.2 en de juistheid van de daarin vermelde gegevens inzake de werkelijke oorsprong van de betrokken produkten.

4. Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van de Staat van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of het formulier EUR.2, of een kopie daarvan, terug aan de douaneautoriteiten van de Staat van uitvoer, eventueel onder opgave van de formele of materiële redenen van het verzoek om controle. De desbetreffende factuur of een kopie daarvan worden bij het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of het formulier EUR.2 gevoegd. De douaneautoriteiten geven alle informatie door waarover zij beschikken en die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op bedoeld certificaat of formulier niet juist zijn.

5. Indien de douaneautoriteiten van de Staat van invoer besluiten de uitvoering van de bepalingen van de Overeenkomst op te schorten in afwachting van de resultaten van de controle, stellen zij de importeur voor om de produkten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

6. De douaneautoriteiten van de Staat van invoer worden zo spoedig mogelijk van de resultaten van de controle in kennis gesteld. Aan de hand van deze resultaten moet kunnen worden vastgesteld of het betwiste certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of het betwiste formulier EUR.2 van toepassing is op de betrokken produkten en of deze inderdaad in aanmerking komen voor de preferentiële regeling.

Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na de datum van het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de produkten vast te kunnen stellen, gaan de aanvragende instanties er niet toe over de bij de Overeenkomst vastgestelde preferentiële behandeling toe te kennen, behalve wanneer er sprake is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

7. Geschillen die niet geregeld kunnen worden tussen de douaneautoriteiten van de Staat van invoer en de Staat van uitvoer of die een vraag doen rijzen ten aanzien van de interpretatie van dit Protocol, worden aan de Internationale Douaneraad voorgelegd.

8. De regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de Staat van invoer behoort steeds tot de bevoegdheid van deze Staat.

9. Wanneer bij controle of op grond van andere beschikbare informatie het vermoeden rijst dat de bepalingen van dit Protocol niet in acht worden genomen, dan stelt de Gemeenschap of Roemenië op eigen initiatief of op verzoek van de andere partij met de nodige spoed een onderzoek in of laat een onderzoek instellen om deze overtredingen op te sporen en te voorkomen. De Gemeenschap of Roemenië kan de andere partij uitnodigen aan dit onderzoek deel te nemen.

10. Wanneer bij controle of op grond van andere beschikbare informatie het vermoeden rijst dat de bepalingen van dit Protocol niet in acht worden genomen, dan worden de produkten slechts als produkten van oorsprong in de zin van dit Protocol aanvaard nadat het nodige is gedaan in het kader van de administratieve samenwerking waarin dit Protocol voorziet, met inbegrip van met name de controleprocedure.

Eerst nadat de controleprocedure is afgesloten kan geweigerd worden produkten als produkten van oorsprong in de zin van dit Protocol te behandelen.

Artikel 29

Sancties

Tegen een ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel produkten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.

Artikel 30

Vrije zones

De Lid-Staten van de Gemeenschap en Roemenië nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat produkten die onder geleide van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden verhandeld en tijdens hun vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.

TITEL IV CEUTA EN MELILLA

Artikel 31

Toepassing van het Protocol

1. De in dit Protocol gebruikte term "Gemeenschap" heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla. De term "produkten van oorsprong uit de Gemeenschap" heeft geen betrekking op produkten van oorsprong uit deze gebieden.

2. Dit Protocol is van overeenkomstige toepassing op produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, met inachtneming van de in artikel 32 vastgestelde bijzondere voorwaarden.

Artikel 32

Bijzondere voorwaarden

1. De volgende bepalingen zijn van toepassing in plaats van artikel 1 en de verwijzingen naar dat artikel zijn van overeenkomstige toepassing op onderhavig artikel.

2. Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, worden beschouwd als

1. produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a) geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen produkten;

b) in Ceuta en Melilla verkregen produkten waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al verkregen zijn, voor zover:

i) deze materialen be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voor zover

ii) deze materialen van oorsprong zijn uit Roemenië of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die verder gaan dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

2. produkten van oorsprong uit Roemenië:

a) geheel en al in Roemenië verkregen produkten;

b) in Roemenië verkregen produkten waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, voor zover:

i) deze materialen be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voor zover

ii) deze materialen van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap in de zin van dit Protocol, mits zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die verder gaan dan de in artikel 5, lid 3, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.

3. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.

4. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt "Roemenië" en "Ceuta en Melilla" in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1. In het geval van produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

5. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit Protocol in Ceuta en Melilla.

TITEL V SLOTBEPALINGEN

Artikel 33

Wijziging van het Protocol

De Associatieraad stelt om de twee jaar, of wanneer Roemenië of de Gemeenschap hierom verzoeken, een onderzoek in naar de toepassing van dit Protocol ten einde eventueel noodzakelijk geachte wijzigingen of aanpassingen aan te brengen.

Bij dit onderzoek wordt met name rekening gehouden met de deelname van de partijen bij de Overeenkomst aan vrijhandelszones of douane-unies met derde landen.

Artikel 34

Comité Douanesamenwerking

1. Er wordt een Comité Douanesamenwerking ingesteld, dat belast is met de uitvoering van de administratieve samenwerking met het oog op de juiste en uniforme toepassing van dit Protocol en waaraan elke andere taak op douanegebied kan worden toevertrouwd.

2. Het Comité is samengesteld uit deskundigen van de Lid-Staten en met douanezaken belaste ambtenaren van de diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en door Roemenië benoemde deskundigen anderzijds.

Artikel 35

Aardolieprodukten

De in bijlage VI genoemde produkten zijn tijdelijk van het toepassingsgebied van dit Protocol uitgesloten. De regelingen inzake administratieve samenwerking zijn evenwel van overeenkomstige toepassing op deze produkten.

Artikel 36

Bijlagen

De bij dit Protocol gevoegde bijlagen maken daarvan deel uit.

Artikel 37

Uitvoering

De Gemeenschap en Roemenië nemen, ieder voor zich, de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol.

Artikel 38

Goederen in doorvoer of in opslag

De Overeenkomst kan worden toegepast op goederen die aan de bepalingen van dit Protocol voldoen en die op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst in doorvoer zijn of die in de Gemeenschap, in Roemenië of, wanneer artikel 3 van toepassing is, in Bulgarije tijdelijk zijn opgeslagen, of die zich in een douane-entrepot of in een vrije zone bevinden, mits binnen vier maanden na die datum een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer wordt ingediend dat achteraf door de bevoegde instanties van de Staat van uitvoer is opgesteld, vergezeld van documenten waaruit blijkt dat de goederen rechtstreeks zijn vervoerd.

LIJST VAN BIJLAGEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE I

AANTEKENINGEN

Voorwoord

Deze aantekeningen zijn van toepassing op alle produkten die vervaardigd zijn met gebruikmaking van materialen die niet van oorsprong zijn, zelfs op produkten waarvoor de speciale voorwaarden van de lijst in bijlage II niet gelden, maar waarop wel de in artikel 5, lid 1, bedoelde regel "verandering van post" van toepassing is.

Aantekening 1

1.1. De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen produkt aan. In kolom 1 staat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem en in kolom 2 de omschrijving van de goederen van die post of dat hoofdstuk volgens dat systeem. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 is in kolom 3 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door "ex" betekent dat de regel in kolom 3 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.

1.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het produkt in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 van toepassing op alle produkten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten worden ingedeeld.

1.3. Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende produkten binnen één post, is bij ieder gedachtenstreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 vermelde regel van toepassing is.

Aantekening 2

2.1. De term "vervaardiging" omvat elke soort be- of verwerking, met inbegrip van "assemblage" of speciale behandelingen. Men lette evenwel op aantekening 3.5.

2.2. De term "materiaal" omvat alle "ingrediënten", "grondstoffen", "componenten", "delen" enz. die bij de vervaardiging van het produkt worden gebruikt.

2.3. De term "produkt" heeft betrekking op het verkregen produkt, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander produkt te worden gebruikt.

2.4. De term "goederen" omvat zowel "materialen" als "produkten".

Aantekening 3

3.1. Wanneer een post of een deel van een post niet in de lijst voorkomt, geldt de regel "verandering van post" als bedoeld in artikel 5, lid 1. Indien de regel "verandering van post" van toepassing is op een in de lijst opgenomen produkt, is dit in kolom 3 aangegeven.

3.2. De be- of verwerking die volgens de regel in kolom 3 is vereist, dient alleen te worden uitgevoerd met betrekking tot de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn. De beperkingen die in kolom 3 zijn aangegeven, zijn eveneens slechts van toepassing op de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

3.3. Wanneer volgens een regel "materialen van iedere post" mogen worden gebruikt, dan mogen ook materialen van dezelfde post als het produkt worden gebruikt, voor zover de regel verder geen beperkingen inhoudt. De uitdrukking "vervaardiging uit materialen van om het even welke post met inbegrip van andere materialen van post . . ." betekent evenwel dat materialen van dezelfde post als het produkt slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het produkt in kolom 2.

3.4. Indien een produkt, vervaardigd van niet van oorsprong zijnde materialen, dat door de vervaardiging de oorsprong heeft verkregen krachtens de regel "verandering van post" of krachtens een regel in de lijst, gebruikt wordt als materiaal bij de vervaardiging van een ander produkt, geldt de regel die van toepassing is op het produkt waarin het is verwerkt daarvoor niet.

Bij voorbeeld:

Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet meer mag bedragen dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van "ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed" van post 7224.

Werd dit smeedijzer in het betrokken land vervaardigd van niet van oorsprong zijnde ingots, dan heeft het smeedijzer reeds oorsprong verkregen krachtens de regel vermeld in de lijst voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of niet. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

3.5. Zelfs al wordt aan de regel "verandering van post" of aan de andere regels in de lijst voldaan, dan wordt een produkt niet als van oorsprong zijnde beschouwd indien de be- of verwerking, als geheel genomen, ontoereikend is in de zin van artikel 5, lid 3.

3.6. De eenheid die voor de toepassing van de regels van oorsprong in aanmerking moet worden genomen, is het produkt dat bij het vaststellen van de tariefindeling op basis van het geharmoniseerde systeem als basiseenheid wordt beschouwd. In geval van stellen of assortimenten die overeenkomstig algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, wordt de determinerende eenheid vastgesteld ten aanzien van elk artikel van het stel of het assortiment; deze bepaling geldt ook voor de stellen of assortimenten van de posten 6308, 8206 en 9605.

Hieruit volgt dat:

- wanneer een produkt, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, volgens het geharmoniseerde systeem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

- wanneer een zending bestaat uit een aantal eendere produkten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk produkt voor de toepassing van de regels van oorsprong afzonderlijk moet worden genomen;

- wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, deze ook meetelt voor het vaststellen van de oorsprong.

Aantekening 4

4.1. De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald produktiestadium toegestaan, dan is het gebruik ervan in een vroeger produktiestadium wel, maar in een later produktiestadium niet toegestaan.

4.2. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

Bij voorbeeld:

Volgens de regel voor weefsels mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische stoffen, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.

Indien evenwel volgens dezelfde regel voor een bepaald materiaal een beperking geldt en voor de andere materialen andere beperkingen, dan gelden de beperkingen alleen voor de werkelijk gebruikte materialen.

Bij voorbeeld:

Volgens de regel voor naaimachines moet het gebruikte draadspanmechanisme van oorsprong zijn evenals het zigzagmechanisme; beide beperkingen gelden alleen indien de betrokken mechanismen daadwerkelijk in de naaimachine zijn ingebouwd.

4.3. Wanneer volgens een regel in de lijst een produkt van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen.

Bij voorbeeld:

De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en derivaten daarvan. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen evenwel worden gebruikt.

Bij voorbeeld:

Indien in geval van een artikel vervaardigd van gebonden textielvlies slechts het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, dan is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies - zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval zou het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen moeten bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.

Zie ook aantekening 7.3 in verband met textielprodukten.

4.4. Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 5

5.1. De term "natuurlijke vezels" in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium voor het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term "natuurlijke vezels" vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

5.2. De term "natuurlijke vezels" omvat paardehaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.

5.3. De termen "textielmasssa", "chemische stoffen" en "materialen voor het vervaardigen van papier" in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

5.4. De term "synthetische en kunstmatige stapelvezels" in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 6

6.1. In het geval van produkten die zijn ingedeeld onder die posten in de lijst die naar deze aantekening verwijzen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij hun vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 6.3 en 6.4).

6.2. Deze tolerantie is evenwel slechts van toepassing op gemengde produkten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

- zijde,

- wol,

- grof haar,

- fijn haar,

- paardehaar (crin),

- katoen,

- papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,

- vlas,

- hennep,

- jute en andere bastvezels,

- sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave,

- kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,

- synthetische filamenten,

- kunstmatige filamenten,

- synthetische stapelvezels,

- kunstmatige stapelvezels.

Bij voorbeeld:

Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen.

Bij voorbeeld:

Een weefsel van wol van post 5112 vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) of garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel.

Bij voorbeeld:

Getuft textielweefsel van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd produkt wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd produkt is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.

Bij voorbeeld:

Indien het betrokken getufte textielweefsel is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan zijn de gebruikte garens uiteraard twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd produkt.

Bij voorbeeld:

Een getuft tapijt, vervaardigd van zowel kunstmatige garens als van katoengarens en met een grondlaag van jute, is een gemengd produkt omdat drie basistextielmaterialen zijn gebruikt. Derhalve mogen alle niet van oorsprong zijnde materialen die in een later produktiestadium zijn dan de regel toelaat, worden gebruikt, voor zover hun totale gewicht niet meer bedraagt dan 10 % van het gewicht van de textielmaterialen van het tapijt. Zo zouden in dit produktiestadium zowel de jutegrondlaag als de kunstmatige garens ingevoerd kunnen zijn, voor zover aan de voorwaarden inzake het gewicht wordt voldaan.

6.3. In het geval van weefsels die garens bevatten "gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld" bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %.

6.4. In het geval van weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen ten hoogste 30 %.

Aantekening 7

7.1. In het geval van textielprodukten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde produkten worden gebruikt, voor zover zij onder een andere post vallen dan het produkt en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het produkt.

7.2. Alle gebruikte garnituren, toebehoren of andere materialen die niet van textiel zijn, maar wel textiel bevatten, behoeven niet aan de voorwaarden in kolom 3 te voldoen, zelfs al vallen zij niet onder het toepassingsgebied van aantekening 4.3.

7.3. Overeenkomstig aantekening 4.3 mogen alle niet van oorsprong zijnde garnituren en toebehoren of andere produkten die geen textiel bevatten in elk geval vrij worden gebruikt, voor zover zij niet vervaardigd kunnen worden van de in kolom 3 vermelde materialen.

Bij voorbeeld:

Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een blouse, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet van textielmateriaal kunnen worden vervaardigd.

7.4. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van garnituren en toebehoren rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1

1. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt ingevuld op een formulier waarvan in deze bijlage een model is opgenomen. Het formulier wordt gedrukt in een of meer van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. Het certificaat wordt in een van deze talen ingevuld overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de Staat van uitvoer. Indien een certificaat met de hand wordt ingevuld, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.

2. De afmetingen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m². Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten van de Gemeenschap en Roemenië kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de certificaten van elkaar te kunnen onderscheiden, wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

AANVRAAG TOT AFGIFTE VAN EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE IV

FORMULIER EUR.2

1. Het formulier EUR.2 stemt overeen met het in deze bijlage opgenomen model. Het wordt gedrukt in een of meer van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. Het formulier wordt in een van deze talen ingevuld overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de Staat van uitvoer. Indien een formulier met de hand wordt ingevuld, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.

2. De afmetingen van het formulier EUR.2 zijn 210 × 148 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 64 g/m².

3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten van de Gemeenschap en Roemenië kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder formulier van deze vergunning melding gemaakt. Op elk formulier worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de formulieren van elkaar te kunnen onderscheiden wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE V

Model van de in artikel 16, lid 3, onder b), bedoelde stempelafdruk

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE VI

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PROTOCOL Nr. 5 betreffende specifieke bepalingen betreffende de handel tussen Roemenië en Spanje en Portugal

HOOFDSTUK I Specifieke bepalingen betreffende de handel tussen Spanje en Roemenië

Artikel 1

De bepalingen van titel III van de Overeenkomst betreffende het handelsverkeer worden als volgt gewijzigd ten einde rekening te houden met de maatregelen en verbintenissen die zijn opgenomen in de Akte van Toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Europese Gemeenschappen (hierna de "Toetredingsakte" genoemd).

Artikel 2

Krachtens de Toetredingsakte past Spanje ten aanzien van produkten van oorsprong uit Roemenië geen gunstiger behandeling toe dan ten aanzien van de invoer van produkten van oorsprong uit andere Lid-Staten of van produkten die zich in andere Lid-Staten in het vrije verkeer bevinden.

Artikel 3

1. De invoerrechten die door het Koninkrijk Spanje worden geheven op landbouwprodukten als omschreven in artikel 19 van de Overeenkomst van oorsprong uit Roemenië vermeld in de bijlagen XIb en XIIb van de Overeenkomst, worden geleidelijk in overeenstemming gebracht met die welke door de Gemeenschap van de Tien worden toegepast, volgens de in artikel 75, lid 2 en lid 3, van de Toetredingsakte vastgestelde procedure en tijdschema's.

2. De heffingen die door het Koninkrijk Spanje worden toegepast op de in artikel 21, lid 2, van de Overeenkomst bedoelde landbouwprodukten van oorsprong uit Roemenië, vermeld in de bijlagen XIa en XIIa alsmede op de landbouwcomponent van de in Protocol nr. 3 bedoelde produkten van oorsprong uit Roemenië, zijn die welke elk jaar door de Gemeenschap van de Tien worden toegepast, aangepast met de in de Toetredingsakte vastgestelde compenserende bedragen toetreding.

Artikel 4

De uitvoering door Spanje van de verplichtingen uit hoofde van artikel 10, lid 4, van de Overeenkomst geschiedt op het tijdstip dat voor de overige Lid-Staten is vastgesteld, op voorwaarde dat de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82 en (EEG) nr. 3420/83 betreffende de invoerregelingen voor produkten van oorsprong uit landen met staatshandel op dat ogenblik niet meer van toepassing zijn op Roemenië.

Artikel 5

De invoer in Spanje van de in bijlage A vermelde produkten van oorsprong uit Roemenië kan tot en met 31 december 1995 aan kwantitatieve beperkingen worden onderworpen.

Artikel 6

Dit Protocol is van toepassing onverminderd het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden en het bepaalde in Besluit 91/314/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Canarische eilanden afgestemde maatregelen (Poseican).

HOOFDSTUK II Specifieke bepalingen betreffende de handel tussen Portugal en Roemenië

Artikel 7

De bepalingen van titel III van de Overeenkomst betreffende het handelsverkeer worden als volgt gewijzigd ten einde rekening te houden met de maatregelen en verplichtingen die zijn opgenomen in de Akte van Toetreding van de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen (hierna "Toetredingsakte" genoemd).

Artikel 8

Krachtens de Toetredingsakte past Portugal ten aanzien van Roemenië geen gunstiger behandeling toe dan ten aanzien van de invoer van produkten van oorsprong uit andere Lid-Staten.

Artikel 9

1. De rechten die door de Portugese Republiek worden geheven op industrieprodukten van oorsprong uit Roemenië bedoeld in artikel 10 van de Overeenkomst en in de Protocollen nr. 1 en nr. 2, alsmede op de niet-landbouwcomponenten van de in Protocol nr. 3 opgenomen produkten worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde procedure en tijdschema's.

2. Voor de tariefafbraak wordt uitgegaan van de rechten welke per 1 januari 1985 door de Portugese Republiek feitelijk werden toegepast in het handelsverkeer met de Gemeenschap van de Tien. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst worden de rechten in overeenstemming gebracht met die welke door de Gemeenschap van de Tien worden toegepast.

Voor de in bijlage XXXI van de Toetredingsakte bedoelde produkten geschiedt de tariefafbraak evenwel volgens hetzelfde tijdschema en wordt uitgegaan van de rechten die per 1 januari 1985 door de Portugese Republiek feitelijk werden toegepast in het handelsverkeer met derde landen.

Artikel 10

1. De rechten die door de Portugese Republiek worden geheven op de in artikel 19 van de Overeenkomst omschreven landbouwprodukten van oorsprong uit Roemenië, vermeld in de bijlagen XIb en XIIb van de Overeenkomst, worden overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde procedure en tijdschema's geleidelijk in overeenstemming gebracht met die welke door de Gemeenschap van de Tien worden toegepast.

2. Voor andere dan de in lid 3 van dit artikel bedoelde landbouwprodukten zal de Portugese Republiek haar tarieven verlagen, uitgaande van die welke zij per 1 januari 1985 in het handelsverkeer met derde landen toepaste. Het verschil tussen deze tarieven en die welke door de Gemeenschap van de Tien worden toegepast, wordt elk jaar verminderd overeenkomstig het volgende tijdschema:

- vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt het verschil teruggebracht tot 27,2 % van het oorspronkelijke verschil;

- op 1 januari 1994 wordt het verschil teruggebracht tot 18,1 % van het oorspronkelijke verschil;

- op 1 januari 1995 wordt het verschil teruggebracht tot 9 % van het oorspronkelijke verschil;

- vanaf 1 januari 1996 past de Portugese Republiek dezelfde rechten toe als de Gemeenschap van de Tien.

3. Ten aanzien van de landbouwprodukten bedoeld in de Verordeningen nr. 136/66/EEG, (EEG) nr. 804/68, (EEG) nr. 805/68, (EEG) nr. 1035/72, (EEG) nr. 2727/75, (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EEG) nr. 1418/76 en (EEG) nr. 822/87 past de Portugese Republiek een recht toe waarbij het verschil tussen het recht dat daadwerkelijk van toepassing was op 31 december 1990 en het preferentiële recht volgens het onderstaande tijdschema wordt teruggebracht:

- vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt het verschil teruggebracht tot 49,9 % van het oorspronkelijke verschil;

- op 1 januari 1994 wordt het verschil teruggebracht tot 33,2 % van het oorspronkelijke verschil;

- op 1 januari 1995 wordt het verschil teruggebracht tot 16,5 % van het oorspronkelijke verschil.

Vanaf 1 januari 1996 past Portugal het preferentiële tarief volledig toe.

Artikel 11

De uitvoering door Portugal van de verplichtingen uit hoofde van artikel 10, lid 4, van de Overeenkomst geschiedt op het tijdstip dat voor de overige Lid-Staten is vastgesteld, op voorwaarde dat Roemenië op dat tijdstip niet meer onder toepassing valt van de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82 en (EEG) nr. 3420/83 betreffende invoerregelingen voor produkten van oorsprong uit landen met staatshandel.

Artikel 12

De invoer in Portugal van de in bijlage B vermelde produkten van oorsprong uit Roemenië kan tot en met 31 december 1995 aan kwantitatieve beperkingen worden onderworpen.

BIJLAGE A

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE B

0103 10 00

0103 91 10

0103 92 11

0103 92 19

0701 10 00

0701 90 10

0701 90 51

0701 90 59

0803 00 10

0803 00 90

0804 30 00

2204 21 10

2204 21 21

2204 21 23

2204 21 25

2204 21 29

2204 21 31

2204 21 33

2204 21 35

2204 29 10

2204 29 21

2204 29 23

2204 29 25

2204 29 29

2204 29 31

2204 29 33

2204 29 35

2204 29 39

PROTOCOL Nr. 6 betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:

a) douanewetgeving: de op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder enige andere douaneregeling, met inbegrip van de door genoemde partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

b) douanerechten: alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetgeving op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag bij benadering gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

c) verzoekende autoriteit: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

d) aangezochte autoriteit: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

e) overtreding: elke inbreuk op de douanewetgeving en elke poging daartoe.

Artikel 2

Werkingssfeer

1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit Protocol, met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft.

2. De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit Protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden welke op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende transacties waarvan bekend is dat zij hebben plaatsgevonden of gepland zijn en die een overtreding vormen of zouden vormen van deze wetgeving.

2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een der overeenkomstsluitende partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt gehouden op:

a) natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;

b) goederenbewegingen waarvan wordt bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot ernstige overtredingen van de douanewetgeving;

c) vervoermiddelen waarvan op redelijke gronden wordt vermoed dat zij voor het plegen van inbreuken op de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of zouden kunnen worden gebruikt.

Artikel 4

Bijstand op eigen initiatief

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar, binnen het kader van hun bevoegdheden, bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het verkrijgen van informatie omtrent:

- transacties die een inbreuk vormden, vormen of zouden vormen op deze wetgeving en die van belang kunnen zijn voor andere overeenkomstsluitende partijen;

- nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;

- goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van een ernstige overtreding van de douanewetgeving in verband met de invoer, de uitvoer of de doorvoer, dan wel van enige andere douaneregeling.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar eigen wetgeving, de nodige maatregelen voor:

- de afgifte van alle documenten,

- de kennisgeving van alle besluiten,

waarop het bepaalde in dit Protocol van toepassing is, aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1. Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de voor de behandeling ervan noodzakelijke bescheiden. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

a) de naam van de verzoekende autoriteit;

b) de gevraagde maatregel;

c) het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) de relevante wetten, regels en andere voorschriften;

e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) een overzicht van de relevante feiten, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling daarvan worden verzocht. Er kunnen echter voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1. De aangezochte autoriteit of, indien deze niet tot zelfstandig handelen bevoegd is, de administratieve dienst waaraan het verzoek door deze autoriteit werd gericht, behandelt verzoeken om bijstand, binnen de perken van de haar verleende bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelde, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten.

2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsvoorschriften van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.

3. Ter zake bevoegde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere betrokken overeenkomstsluitende partij en onder de door deze laatste vastgestelde voorwaarden, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie betreffende inbreuken op de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autoriteit nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol.

4. Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde partij wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.

2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie welke met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in om het even welke vorm voor hetzelfde doeleinde wordt verstrekt.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand dient te worden verleend

1. De overeenkomstsluitende partijen kunnen de in dit Protocol bedoelde bijstand weigeren wanneer het verlenen daarvan:

a) hun soevereiniteit, openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen in het gedrang zou kunnen brengen;

b) de toepassing inhoudt van valuta- of belastingregelingen andere dan die welke betrekking hebben op de douanerechten, of

c) zou leiden tot de schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit bepaalt zelf hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

3. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen het daartoe strekkende besluit en de redenen welke eraan ten grondslag liggen onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 10

Geheimhoudingsplicht

1. Alle informatie die ter uitvoering van dit Protocol in om het even welke vorm wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de ter zake geldende wettelijke voorschriften in de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen en van de overeenkomstige bepalingen waaraan de communautaire autoriteiten onderworpen zijn.

2. Persoonsgebonden gegevens worden niet verstrekt wanneer er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de mededeling of het gebruik daarvan strijdig zou zijn met de wettelijke basisprincipes van een der partijen en, in het bijzonder, indien de betrokken persoon hiervan onrechtmatig nadeel zou ondervinden. De partij die de gegevens ontvangt deelt de partij die de gegevens verstrekt desgevraagd mede voor welk doel deze zullen worden gebruikt en welke resultaten ermee werden bereikt.

3. Persoonsgebonden gegevens mogen uitsluitend worden medegedeeld aan douaneautoriteiten en, indien vereist ten behoeve van rechtsvervolging, aan het openbaar ministerie en de rechterlijke autoriteiten. Andere personen of autoriteiten kunnen dergelijke informatie uitsluitend verkrijgen na voorafgaande toestemming van de autoriteit die ze verstrekt.

4. De partij die de gegevens verstrekt, controleert de juistheid daarvan. Wanneer blijkt dat verstrekte gegevens onjuist zijn of dienen te worden geschrapt, wordt de ontvangende partij daarvan onverwijld in kennis gesteld. Laatstgenoemde partij is gehouden de correctie of de schrapping uit te voeren.

5. Behalve in gevallen waarin zulks strijdig is met het algemeen belang, kan de betrokken persoon, op zijn verzoek, informatie verkrijgen omtrent opgeslagen gegevens en de redenen welke aan deze opslag ten grondslag liggen.

Artikel 11

Gebruik van informatie

1. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing van het bepaalde in dit Protocol. Het gebruik van deze informatie door een overeenkomstsluitende partij voor andere doeleinden is afhankelijk gesteld van de voorafgaande schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt en is aan de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen onderworpen. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op informatie betreffende overtredingen waarbij verdovende middelen en psychotrope stoffen betrokken zijn. Dergelijke informatie mag worden doorgegeven aan andere autoriteiten die rechtstreeks bij de bestrijding van de illegale handel in verdovende middelen betrokken zijn, binnen de perken van artikel 2.

2. Het bepaalde in lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in enige gerechtelijke of administratieve procedure die achteraf wordt ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving.

3. De overeenkomstsluitende partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden in hun rapporten, getuigenissen en gerechtelijke procedures als bewijsmateriaal gebruiken.

Artikel 12

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere overeenkomstsluitende partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op onderwerpen waarop dit Protocol van toepassing is en daarbij de voor het gerechtelijk onderzoek noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 13

Kosten van de bijstand

De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven welke ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 14

Tenuitvoerlegging

1. Het beheer van dit Protocol wordt waargenomen door de centrale douaneautoriteiten van Roemenië, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit Protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit Protocol dienen te worden aangebracht.

2. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en geven elkaar vervolgens tot in bijzonderheden kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit artikel worden genomen.

Artikel 15

Complementariteit

1. Dit Protocol vormt een aanvulling op alle overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die zijn gesloten of kunnen worden gesloten tussen een of meer Lid-Staten en Roemenië. Het staat een ruimere wederzijdse bijstand waarin dergelijke overeenkomsten mogelijkerwijze voorzien, niet in de weg.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 doen deze overeenkomsten geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, van alle met betrekking tot douanezaken verkregen informatie die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.

PROTOCOL Nr. 7 betreffende aan jaarlijkse maxima gebonden concessies

De partijen komen overeen dat, indien de Overeenkomst na 1 januari van enig jaar in werking treedt, alle aan jaarlijkse maxima gebonden concessies pro rata zullen worden aangepast, met uitzondering van de in de bijlagen III en XI opgenomen concessies van de Gemeenschap.

Ten aanzien van de bijlagen III en XI zij opgemerkt dat produkten waarvoor tussen 1 januari en de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst invoercertificaten werden afgegeven krachtens de verordeningen (EEG) van de Raad houdende toepassing van algemene tariefpreferenties, zullen worden afgeboekt op de tariefcontingenten of tariefplafonds die in deze bijlagen zijn opgenomen.

SLOTAKTE

De gevolmachtigden van:

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna "de Lid-Staten" te noemen, en van

de EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna "de Gemeenschap" te noemen,

enerzijds, en

de gevolmachtigden van ROEMENIË,

anderzijds,

bijeengekomen te Brussel, op één februari negentienhonderd drieënnegentig, voor de ondertekening van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, ("de Europa-Overeenkomst"),

hebben de volgende teksten aangenomen:

de Europa-Overeenkomst en de volgende protocollen:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Roemenië hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

Gemeenschappelijke verklaringen betreffende artikel 8, lid 3, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 8, lid 4, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 10, lid 3, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 38, lid 1, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 38 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 40 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 45, lid 7, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende hoofdstuk II van titel IV van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende hoofdstuk III van titel IV van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 57, lid 3, van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 59 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 60 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 64 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 67 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 111 van de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van Protocol nr. 6 bij de Overeenkomst.

De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Roemenië hebben tevens kennis genomen van de volgende briefwisselingen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Roemenië inzake doorvoer

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Roemenië inzake de infrastructuur voor overlandvervoer

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Roemenië betreffende een aantal bepalingen die van toepassing zijn op levende runderen.

De gevolmachtigden van Roemenië hebben kennis genomen van de volgende verklaringen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 1

Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 9, lid 1, punt 3, en lid 4, van Protocol nr. 2

Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 9, lid 4, van Protocol nr. 2

Verklaring van de Gemeenschap betreffende Protocol nr. 2

Verklaringen van de Gemeenschap betreffende artikel 21, lid 4, van de Overeenkomst.

De gevolmachtigden van de Lid-Staten en van de Gemeenschap hebben kennis genomen van de volgende verklaringen die aan deze Slotakte zijn gehecht:

Verklaring van Roemenië betreffende artikel 8 van de Overeenkomst

Verklaring van Roemenië betreffende artikel 14, lid 3, van de Overeenkomst

Verklaring van Roemenië betreffende artikel 21 van de Overeenkomst

Verklaring van Roemenië betreffende Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst.

Hecho en Bruselas, el uno de febrero de mil novecientos noventa y tres.

Udfærdiget i Bruxelles, den første februar nitten hundrede og treoghalvfems.

Geschehen zu Brüssel am ersten Februar neunzehnhundertdreiundneunzig.

¸ãéíå óôéò ÂñõîÝëëåò, ôçí ðñþôç Öåâñïõáñßïõ ÷ßëéá åííéáêüóéá åííåíÞíôá ôñßá.

Done at Brussels on the first day of February in the year one thousand nine hundred and ninety-three.

Fait à Bruxelles, le premier février mil neuf cent quatre-vingt-treize.

Fatto a Bruxelles, addì primo febbraio millenovecentonovantatré.

Gedaan te Brussel, de eerste februari negentienhonderd drieënnegentig.

Feito em Bruxelas, em um de Fevereiro de mil novecentos e noventa e três.

Încheiat la Bruxelles, în prima zi a lunii februarie, anul o mie nou Fa sute nou Fazeci Ksi trei.

Pour le royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

På Kongeriget Danmarks vegne

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Für die Bundesrepublik Deutschland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Ãéá ôçí ÅëëçíéêÞ Äçìïêñáôßá

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Por el Reino de España

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pour la République française

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Per la Repubblica italiana

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pela República Portuguesa

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Por el Consejo y la Comisión de las Comunidades Europeas

For Rådet og Kommissionen for De Europæiske Fællesskaber

Für den Rat und die Kommission der Europäischen Gemeinschaften

Ãéá ôï Óõìâïýëéï êáé ôçí ÅðéôñïðÞ ôùí Åõñùðáúêþí ÊïéíïôÞôùí

For the Council and the Commission of the European Communities

Pour le Conseil et la Commission des Communautés européennes

Per il Consiglio e la Commissione delle Comunità europee

Voor de Raad en de Commissie van de Europese Gemeenschappen

Pelo Conselho e Pela Comissão das Comunidades Europeias

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Pentru Rômania

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN

Artikel 8, lid 3

Onder "recht dat feitelijk van toepassing is" wordt verstaan het recht van het douanetarief (zowel de autonome en conventionele rechten als de in het douanetarief vermelde "permanente" schorsingen van rechten en tariefcontingenten). Deze uitdrukking is evenwel niet van toepassing op de tijdelijke schorsingen en contingenten.

Artikel 8, lid 3

De Gemeenschap en Roemenië verbinden zich ertoe overleg te plegen als één van de partijen tijdelijke of definitieve, algemeen toepasselijke unilaterale maatregelen voor tariefafbraak neemt voor produkten die zijn vermeld in de bijlagen IIa, IIb, III, IV en V; bij dit overleg gaan zij na welk effect die beslissing heeft op het evenwicht van de wederzijdse concessies in het kader van deze Overeenkomst.

Artikel 8, lid 4

De Gemeenschap en Roemenië bevestigen dat, wanneer de rechten worden verlaagd door middel van een tijdelijke schorsing, deze verlaagde rechten slechts voor de duur van de schorsing in de plaats treden van de basisrechten en dat, wanneer tot een gedeeltelijke schorsing wordt besloten, het preferentiële element in het handelsverkeer tussen de partijen wordt gehandhaafd.

Artikel 10, lid 3

De partijen verklaren dat de verlaagde rechten die krachtens het bepaalde in deze Overeenkomst worden berekend, op het eerste cijfer na de komma worden afgerond, namelijk naar boven wanneer het tweede cijfer na de komma een 5, 6, 7, 8 of 9 is en naar beneden wanneer het tweede cijfer na de komma een 0, 1, 2, 3 of 4 is.

Artikel 38, lid 1

Als overeengekomen wordt beschouwd dat onder het begrip "de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten" waar nodig ook communautaire voorschriften worden begrepen.

Artikel 38

Als overeengekomen wordt beschouwd dat het begrip "kinderen" overeenkomstig de nationale wetgeving van het betrokken gastland wordt gedefinieerd.

Artikel 39

Als overeengekomen wordt beschouwd dat het begrip "hun gezinsleden" overeenkomstig de nationale wetgeving van het betrokken gastland wordt gedefinieerd.

Artikel 40

De Associatieraad zal, met inachtneming van de financiële situatie van de pensioenregeling in Roemenië, beslissen wanneer het gepaste ogenblik is aangebroken voor de vaststelling van de in artikel 40, lid 1, bedoelde wederzijdse maatregelen.

Artikel 45, lid 7

De partijen komen overeen dat onder de in artikel 45, lid 7, vermelde term "staatseigendom" wordt verstaan: de gebieden of aangelegenheden waarop artikel 135 van de Roemeense grondwet van toepassing is.

Hoofdstuk II van titel IV

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk IV van titel IV komen de partijen overeen dat de behandeling van onderdanen of vennootschappen van één van beide partijen als minder gunstig zal worden beschouwd dan die welke wordt verleend aan onderdanen of vennootschappen van de andere partij, indien die behandeling formeel of de facto minder gunstig is dan die van de andere partij.

Hoofdstuk III van titel IV

De partijen trachten een voor beide partijen bevredigend resultaat te bereiken bij de lopende onderhandelingen over diensten die plaatsvinden in het kader van de Uruguay-Ronde.

Artikel 57, lid 3

De partijen verklaren dat de in artikel 57, lid 3, bedoelde overeenkomsten erop gericht moeten zijn om de in de Gemeenschap en de Lid-Staten geldende vervoerregelingen en het in de Gemeenschap en de Lid-Staten geldende vervoerbeleid zo veel mogelijk uit te strekken tot de betrekkingen op vervoergebied tussen de Gemeenschap en Roemenië.

Artikel 59

Het feit dat voor natuurlijke personen van bepaalde partijen een visum wordt geëist en voor die van andere partijen niet, mag, op zichzelf, niet worden beschouwd als een element dat voordelen die uit een specifieke verbintenis voortvloeien, teniet doet of beperkt.

Artikel 60

Steeds wanneer de Associatieraad wordt verzocht maatregelen te nemen voor verdere liberalisering op de terreinen diensten- of personenverkeer, stelt hij ook vast voor welke met deze maatregelen verband houdende transacties betaling in vrije convertibele valuta dient te worden toegestaan.

Artikel 64

De partijen maken geen onbehoorlijk gebruik van de bepalingen inzake het beroepsgeheim met het oogmerk onthulling van informatie op mededingingsgebied te beletten.

Artikel 67

De partijen komen overeen dat voor de doeleinden van deze Associatieovereenkomst aan "de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom" dezelfde betekenis dient te worden gegeven als bedoeld bij artikel 36 van het EEG-Verdrag en dat deze met name omvat de bescherming van auteursrechten en verwante rechten, octrooien en patenten, industriële vormgeving, warenmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, software, geografische aanduidingen alsook bescherming tegen oneerlijke mededinging en van niet-openbaargemaakte informatie over know-how.

Artikel 111

De partijen komen overeen dat de Associatieraad overeenkomstig artikel 111 van de Overeenkomst een onderzoek zal instellen met betrekking tot de oprichting van een adviesorgaan dat is samengesteld uit leden van het Economisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap en overeenkomstige partners van Roemenië.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP EN ROEMENIË

De partijen bevestigen hun voornemen om vóór einde 1992 onderhandelingen te openen over het nieuwe protocol betreffende kwantitatieve regelingen waarin artikel 3, lid 2, van Protocol nr. 1 voorziet.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

Protocol nr. 4, regels van oorsprong

De Gemeenschap en Roemenië bevestigen dat zij bereid zijn in een later stadium in de Associatieraad de mogelijkheid van regionale cumulatie te bespreken met Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije, in het licht van de voortgang die bij het vervullen van de technische en administratieve voorwaarden is gemaakt.

De Associatieraad zal in kennis worden gesteld van de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen Roemenië en Bulgarije, vanaf welk tijdstip artikel 3 kan worden toegepast.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

Artikel 5 van Protocol nr. 6 bij de Overeenkomst

De overeenkomstsluitende partijen beklemtonen dat de verwijzing in artikel 5 van Protocol nr. 6 naar hun eigen wetgeving desgevallend ook door hen aangegane internationale verbintenissen omvat, zoals het Verdrag van Den Haag van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken.

VERKLARING VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 3, VAN PROTOCOL Nr. 1

De Commissie van de Europese Gemeenschappen bevestigt dat de behandeling die aan Roemenië wordt verleend uit hoofde van het bepaalde in artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 1 in wezen dezelfde is als die waarin de met Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije overeengekomen protocollen voorzien en dat een eventueel gewijzigde Verordening (EEG) nr. 636/82 in beginsel op uniforme wijze zal worden toegepast ten aanzien van de vijf landen van Centraal- en Oost-Europa.

VERKLARINGEN VAN DE GEMEENSCHAP

Protocol nr. 2 betreffende EGKS-produkten

Artikel 9, lid 1, punt 3, en lid 4, van Protocol nr. 2 betreffende EGKS-produkten

De Gemeenschap gaat ervan uit dat de in artikel 9, lid 1, punt 3, en lid 4, bedoelde overheidssteun uitsluitend wordt verleend ten behoeve van de daarin omschreven herstructurering en legt er de nadruk op dat vervoerssubsidies die direct of indirect het effect van steunverlening aan de ijzer- en staalindustrie sorteren, uitgesloten zijn.

Artikel 9, lid 4, van Protocol nr. 2 betreffende EGKS-produkten

Er wordt van uitgegaan dat de mogelijkheid om de periode van vijf jaar bij uitzondering te verlengen strikt beperkt blijft tot het bijzondere geval van Roemenië en niet prejudicieert op het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van andere gevallen of op internationale verbintenissen. Bij de afwijkingsmogelijkheid waarin lid 4 voorziet is rekening gehouden met de bijzondere moeilijkheden waarmee Roemenië bij de herstructurering van zijn staalsector te kampen heeft en met het feit dat dit proces pas zeer kort geleden op gang is gebracht.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP

De Gemeenschap neemt er nota van dat de Roemeense autoriteiten geen beroep zullen doen op de bepalingen van Protocol nr. 2 betreffende EGKS-produkten, in het bijzonder op artikel 9 daarvan, ten einde geen vragen te doen rijzen omtrent de verenigbaarheid met dit Protocol van de tussen de steenkoolindustrie van de Gemeenschap en de elektriciteitsondernemingen en de staalindustrie gesloten overeenkomsten ter bevordering van de verkoop van steenkool uit de Gemeenschap.

VERKLARINGEN VAN DE GEMEENSCHAP

Artikel 21, lid 4

De Gemeenschap bevestigt haar voornemen onderhandelingen over de wijnsector aan te vatten met het oog op de sluiting van:

- een overeenkomst inzake wederzijdse bescherming van de benamingen van oorsprong van wijn en de controle op dit produkt;

en

- een overeenkomst inzake wederzijdse tariefconcessies, eveneens met inachtneming van de communautaire bepalingen ter zake van de invoer, en met name betreffende de oenologische procédés en de certificeringen.

Artikel 21, lid 4

De Gemeenschap verklaart zich bereid de in Verordening (EEG) nr. 1767/82 neergelegde preferentiële regeling voor bepaalde kaassoorten voor een bijkomende periode van vijf jaar onder dezelfde voorwaarden te handhaven.

VERKLARINGEN VAN ROEMENIË

Artikel 8

De tijdelijke volledige en gedeeltelijke schorsingen van douanerechten krachtens besluit nr. 812/1991 van de Roemeense Regering gelden tot en met 31 december 1992.

Artikel 14, lid 3

Roemenië zal de Gemeenschap begin 1993 de op de gecombineerde nomenclatuur (acht cijfers) gebaseerde lijst doen toekomen van produkten die aan tijdelijke kwantitatieve uitvoerbeperkingen zijn onderworpen. Alle latere wijzigingen van deze lijst zullen tijdig worden bekendgemaakt.

Artikel 21

De Roemeense delegatie dringt er andermaal op aan dat in het kader van de Associatieraad ten spoedigste gevolg wordt gegeven aan haar verzoek tot verhoging van de contingenten voor de produkten van de hierna volgende GN-codes:

0104 10 90

0104 20 90

0201

0202

ex 0203

0204

ex 0207

0702 00 10

0702 00 90

0707 00 11

0709 60 10

0711 90 40

0711 10 20

0711 10 30

0809 10 00

0809 40 11

0809 40 19

0810 10 10

0810 10 90

0812 10 00

0813 20 00

0813 30 00

1001 90 99

1212 99 10

1512 11 91

1512 19 91

2001 10 00

2001 90 90

2002 90 30

2002 90 90

2009 70 19

De Roemeense delegatie is de vaste overtuiging toegedaan dat deze belangrijke kwestie uiteindelijk door een gezamenlijke inspanning van de Gemeenschap en Roemenië kan worden opgelost.

VERKLARING VAN ROEMENIË

Protocol nr. 4, regels van oorsprong

Roemenië is van oordeel dat in het kader van de Associatieraad besprekingen moeten worden gehouden om een oplossing te vinden betreffende de toepassing van de regionale cumulatie met Polen, Hongarije en de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek, wanneer de handel tussen de Gemeenschap en deze drie landen en tussen Roemenië en deze drie landen geregeld is bij overeenkomsten die dezelfde regels bevatten als Protocol nr. 4.

Top