EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21992A0408(01)

Kaderovereenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek ten Oosten van de Uruguay - Briefwisseling - Unilaterale verklaring van de Gemeenschap inzake het SAP

OJ L 94, 8.4.1992, p. 2–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Czech: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Estonian: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Latvian: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Lithuanian: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Hungarian Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Maltese: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Polish: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Slovak: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Slovene: Chapter 11 Volume 018 P. 169 - 179
Special edition in Bulgarian: Chapter 11 Volume 007 P. 139 - 149
Special edition in Romanian: Chapter 11 Volume 007 P. 139 - 149
Special edition in Croatian: Chapter 11 Volume 054 P. 67 - 77

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1992/205/oj

Related Council decision

21992A0408(01)

Kaderovereenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek ten Oosten van de Uruguay - Briefwisseling - Unilaterale verklaring van de Gemeenschap inzake het SAP

Publicatieblad Nr. L 094 van 08/04/1992 blz. 0002 - 0012


KADEROVEREENKOMST inzake samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek ten Oosten van de Uruguay

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

enerzijds,

DE REGERING VAN DE REPUBLIEK TEN OOSTEN VAN DE URUGUAY,

anderzijds,

REKENING HOUDEND met de traditionele banden van vriendschap die tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap, hierna "Gemeenschap" genoemd, en de Republiek ten Oosten van de Uruguay, hierna "Uruguay" genoemd, bestaan,

OPNIEUW UITDRUKKING GEVENDE aan hun gehechtheid aan de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, de democratische waarden en de eerbiediging van de mensenrechten,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap een nieuwe strategie voor samenwerking met Latijns-Amerika heeft ontwikkeld die op de problematiek van dit gebied en de verschillende regio's in dat gebied is afgestemd,

OVERWEGENDE dat de Overeenkomst die thans tussen de Gemeenschap en Uruguay van kracht is, van 1973 dateert en geen geschikt juridisch kader meer vormt voor de ontwikkeling van een ruimere en intensere economische samenwerking met gebruikmaking van alle instrumenten die voor de tenuitvoerlegging van die nieuwe strategie zijn ontworpen,

GELET op het feit dat in het belang van beide partijen nieuwe contractuele betrekkingen dienen te worden aangegaan ten einde een vergaande samenwerking tot stand te brengen op gebieden die van strategisch belang zijn voor de economische en sociale vooruitgang; dat het handelsverkeer dient te worden geïntensiveerd en gediversifieerd en investeringen dienen te worden aangemoedigd,

GELET op het belang dat beide partijen hechten aan de verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het leven van hun onderscheiden bevolkingen,

ZICH BEWUST van de bijzondere situatie van Uruguay als ontwikkelingsland met een hoge mate van kwetsbaarheid voor zowel de wisselvalligheden van het internationale economische klimaat als de beïnvloeding van de omringende landen; zich eveneens bewust van de uitzonderlijke structuur van produktie en uitvoer waardoor dit land in zijn huidig stadium van economische ontwikkeling wordt gekenmerkt,

GELET op het belang dat beide partijen hechten aan de milieubescherming en de volledige integratie ervan in alle onderdelen van het ontwikkelingsbeleid,

ZICH BEWUST ZIJNDE van het belang alle rechtstreeks betrokken personen en instanties, met name het bedrijfsleven en hun vertegenwoordigende lichamen, aan de samenwerking te laten deelnemen,

GELET op het feit dat beide partijen aangesloten zijn bij de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) en op de noodzakelijke handhaving en verbetering van de voorschriften inzake vrije en onbelemmerde internationale handel,

OVERWEGENDE dat Uruguay, samen met Argentinië, Brazilië en Paraguay, in een proces van regionale integratie is verwikkeld en dat het dienstig is met deze groep landen een gelijkwaardige en vergelijkbare samenwerking te ontwikkelen waardoor het integratieproces wordt ondersteund,

GEZIEN de nieuwe communautaire richtsnoeren voor samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië,

GEZIEN de Verklaring van Rome van 20 december 1990 en de Slotakte van Luxemburg van 27 april 1991 tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten en de landen van de Groep van Rio,

HEBBEN BESLOTEN deze Overeenkomst te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN:

Piet DANKERT,

Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden,

Abel MATUTES,

Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,

DE REPUBLIEK TEN OOSTEN VAN DE URUGUAY:

Hector GROS ESPIELL,

Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek ten Oosten van de Uruguay,

DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

Democratische grondslag van de samenwerking

De op samenwerking gerichte betrekkingen tussen de Gemeenschap en Uruguay en alle bepalingen van deze Overeenkomst berusten op de eerbiediging van de democratische grondbeginselen en de rechten van de mens die het uitgangspunt vormen van het binnenlandse en internationale beleid van de Gemeenschap en van Uruguay.

Artikel 2

Ontwikkeling van de wederzijdse betrekkingen

De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de ontwikkeling van hun wederzijdse betrekkingen met alle mogelijke middelen te bevorderen en verklaren dat zij besloten hebben hun samenwerking op het gebied van onder andere handel, investeringen, financiën en technologie te intensiveren. Hiertoe houden de partijen rekening met de speciale situatie van Uruguay als ontwikkelingsland en met de diverse regelingen die zij onderling hebben getroffen of nog zouden kunnen treffen.

Artikel 3

Economische samenwerking

1. Gelet op hun wederzijdse belangen en hun economische doelstellingen op middellange en op lange termijn, verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe een zo ruim mogelijke economische samenwerking tot stand te brengen. De doelstellingen van deze samenwerking zijn met name:

a) versterking en diversificatie, in het algemeen, van hun economische betrekkingen;

b) bijdragen tot de ontwikkeling van beider economieën en levensstandaard;

c) exploitatie van nieuwe bevoorradingsbronnen en nieuwe markten;

d) stimulering van investeringsstromen en overdracht van technologie;

e) aanmoediging van samenwerking tussen ondernemers, in het bijzonder tussen de kleine en middelgrote ondernemingen;

f) schepping van nieuwe arbeidsplaatsen, vooral in de meest achtergebleven sectoren;

g) bescherming en verbetering van het milieu;

h) stimulering van de ontwikkeling van het platteland, met inbegrip van de ontwikkeling van de landbouw- en voedselproduktie;

i) ondersteuning van het proces van regionale integratie van de Mercado Común del Sur (Mercosur);

j) bevordering van de ontwikkeling van achtergebleven grensgebieden.

2. De overeenkomstsluitende partijen stellen in onderling overleg de terreinen van hun economische samenwerking vast, waarbij geen enkel gebied bij voorbaat wordt uitgesloten. De samenwerking zal in het bijzonder betrekking hebben op de volgende sectoren:

a) mijnbouw en energie;

b) landbouw, visserij en bosbouw;

c) beheer van de natuurlijke rijkdommen;

d) industrie, vooral de kapitaalgoederenindustrie en andere takken van bedrijvigheid die verband houden met de in de punten a) en b) genoemde sectoren, alsmede de diensten ter ondersteuning hiervan;

e) economische en monetaire aangelegenheden;

f) dienstverlening, met inbegrip van financiële diensten, bank- en verzekeringswezen;

g) vervoersactiviteiten, telecommunicatie, telematica, toerisme en andere tertiaire activiteiten;

h) intellectuele en industriële eigendom;

i) normen, technische specificaties en kwaliteitscontroles.

3. Samenwerkingsvormen

Ter verwezenlijking van de doeleinden van de economische samenwerking streven de overeenkomstsluitende parijen ernaar met name de volgende activiteiten aan te moedigen:

a) doorlopende uitwisseling van informatie en ideeën, met name via aansluiting op bestaande databanken of door de oprichting van nieuwe;

b) oprichting van gezamenlijke ondernemingen ("joint ventures");

c) het sluiten van licentieovereenkomsten en overeenkomsten inzake de overdracht van technische kennis, onderaanbesteding en vertegenwoordiging;

d) samenwerking tussen financiële instellingen;

e) het sluiten, tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en Uruguay, van akkoorden ter voorkoming van dubbele belastingheffing;

f) bezoeken, contacten en activiteiten ter bevordering van de samenwerking tussen vertegenwoordigers van ondernemingen en economische organisaties, met inbegrip van de opzet van passende mechanismen en instellingen;

g) het organiseren van studie- en ondernemersbijeenkomsten, alsook de voorbereiding van gespecialiseerde beurzen, tentoonstellingen en symposia;

h) aanmoediging van de deelneming door ondernemingen van een van de overeenkomstsluitende partijen aan beurzen en tentoonstellingen van de andere;

i) de totstandbrenging van communicatienetten tussen ondernemers, met name industriële;

j) de aanmoediging van diensten voor consult en technische bijstand, vooral in het kader van handelspromotie en "marketing".

Artikel 4

Samenwerking in de landbouwsector

1. De Gemeenschap en Uruguay verbinden zich ertoe op landbouwgebied te gaan samenwerken. Deze samenwerking is in het bijzonder gericht op:

a) de ontwikkelingsmogelijkheden voor het wederzijdse handelsverkeer van landbouwprodukten;

b) sanitaire en fytosanitaire maatregelen en de gevolgen daarvan om te voorkomen dat deze een belemmering vormen voor de handel, rekening houdend met de belangen van beide partijen op het gebied van de milieuwetgeving en de wetgeving ter zake van geneeskunde en veeartsenijkunde.

Hiertoe kunnen de respectieve deskundigen van de overeenkomstsluitende partijen elkaar raadplegen.

2. De Gemeenschap neemt deel aan de inspanningen van Uruguay met het oog op diversificatie van de export van landbouwprodukten.

Artikel 5

Industriële samenwerking

1. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen de verruiming en diversificatie van het produktieapparaat van Uruguay te bevorderen in de sectoren industrie en diensten. Hiertoe richten zij hun samenwerkingsactiviteiten meer in het bijzonder op het midden- en kleinbedrijf, bevorderen zij acties waardoor deze bedrijven gemakkelijker toegang kunnen verkrijgen tot financieringsbronnen, markten en geschikte technologieën en stimuleren zij de activiteiten van gezamenlijke ondernemingen die in het bijzonder gericht zijn op de markten van derde landen. Een dergelijke samenwerking kan de totstandbrenging van passende voorzieningen en instellingen omvatten.

2. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen na te gaan of het mogelijk is gezamenlijk die projecten aan te moedigen welke gericht zijn op de industriële omschakeling van Uruguay zodat een harmonische integratie van het land in de Mercado Común del Sur mogelijk wordt.

Artikel 6

Samenwerking op het gebied van milieuzaken

1. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe samen te werken op het gebied van milieubescherming en -verbetering ten einde een oplossing te vinden voor de problemen die voortvloeien uit water-, bodem- en luchtvervuiling, erosie, woestijnvorming, ontbossing, overexploitatie van natuurlijke rijkdommen en verstedelijking. Zij verbinden zich er eveneens toe de produktieve instandhouding van bos- en waterflora en -fauna te bevorderen.

2. Met het oog hierop streven de overeenkomstsluitende partijen ernaar milieumaatregelen te nemen die met name gericht zijn op:

a) totstandbrenging en versterking van zowel openbare als particuliere structuren op het gebied van milieubescherming;

b) ontwikkeling en verbetering van wetgeving, normen en kwaliteitseisen;

c) onderzoek, opleiding en informatie alsmede bewustmaking van het grote publiek;

d) uitvoering van studies en projecten alsmede verschaffing van technische bijstand;

e) de organisiatie van bijeenkomsten, studiebijeenkomsten, werkvergaderingen, conferenties, bezoeken van ambtenaren, deskundigen, technici, bedrijfshoofden en andere personen die functies in verband met het milieu vervullen;

f) uitwisseling van informatie en ervaring op het stuk van grote algemene milieuvraagstukken;

g) ontwikkeling van programma's en projecten voor studie en onderzoek op het gebied van natuurrampen en de voorkoming daarvan.

3. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen een samenwerking te ontwikkelen ter zake van water en alle aspecten daarvan, met inbegrip van onderzoek en de toepassing van technische procédés in verband met het beheer, het gebruik en het behoud van het waterbestand.

Artikel 7

Investeringen

De overeenkomstsluitende partijen komen overeen:

a) in het kader van hun respectieve bevoegdheden, wetgevingen en beleidsvormen, de uitbreiding van investeringen van wederzijds belang te bevorderen;

b) het klimaat voor wederzijdse investeringen, met name tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en Uruguay, te verbeteren, vooral door middel van overeenkomsten ter bevordering en bescherming van investeringen op basis van non-discriminatie en wederkerigheid.

Artikel 8

Wetenschappelijke en technologische samenwerking

1. Rekening houdend met hun wederzijdse belangen en de doelstellingen van hun ontwikkelingsstrategie verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe de wetenschappelijke en technologische samenwerking te bevorderen, met als doel:

a) vergemakkelijking van de mobiliteit en de uitwisseling van wetenschappers tussen de Gemeenschap en Uruguay;

b) totstandbrenging van permanente banden tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschappen van beide partijen;

c) bevordering van de overdracht van technologie;

d) associatie tussen de onderzoekcentra van beide partijen, ten einde gezamenlijk problemen van wederzijds belang op te lossen;

e) schepping van mogelijkheden voor economische, industriële en commerciële samenwerking;

f) versterking van het wetenschappelijke en technologische potentieel, en stimulering van innovatie.

2. De overeenkomstsluitende partijen stellen gezamenlijk de terreinen van hun samenwerking vast zonder enig gebied bij voorbaat uit te sluiten. Onder meer zullen de volgende domeinen worden bestreken:

a) geavanceerd wetenschappelijk en technologisch onderzoek, met name op gebieden als biotechnologie, nieuwe materialen, micro-elektronica, informatica en telecommunicatie;

b) verbetering van de onderzoekcapaciteit op gebieden waar tekorten bestaan;

c) ontwikkeling en tenuitvoerlegging van beleidslijnen op het gebied van wetenschap en technologie;

d) bescherming en verbetering van het milieu;

e) rationeel gebruik van de natuurlijke rijkdommen;

f) regionale integratie en samenwerking op het stuk van wetenschap en technologie;

g) verspreiding van wetenschappelijke en technologische informatie en kennis;

h) technologische ontwikkeling op het gebied van landbouw, landbouwindustrie en mariene wetenschappen;

i) betrekkingen tussen de instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek, en de produktiesector.

3. De overeenkomstsluitende partijen vergemakkelijken en bevorderen de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van hun samenwerking, met name via:

a) de gezamenlijke uitvoering van projecten door onderzoekcentra en andere ter zake bevoegde instellingen van beide partijen;

b) de opleiding van onderzoekers, met name via stages voor onderzoek in centra van de andere overeenkomstsluitende partij;

c) een uitwisseling van wetenschappelijke informatie, met name via het gezamenlijk organiseren van studiebijeenkomsten, werkvergaderingen en congressen voor onderzoekers van beide partijen.

4. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe passende procedures uit te werken ten einde een zo ruim mogelijke deelneming van hun wetenschapsmensen en onderzoekcentra aan deze samenwerking te bewerkstelligen.

Artikel 9

Bevordering van het wederzijdse handelsverkeer

Rekening houdend met hun respectieve economische situaties verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe de ontwikkeling en diversificatie van hun wederzijds handelsverkeer zoveel mogelijk op te voeren, waartoe zij elkaar de grootst mogelijke faciliteiten verlenen.

Artikel 10

Behandeling als meest begunstigde natie

De overeenkomstsluitende partijen behandelen elkaar in hun handelsbetrekkingen als meest begunstigde natie, overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT).

Beide partijen bevestigen dat zij hun handelsverkeer overeenkomstig genoemde overeenkomst zullen uitoefenen.

Artikel 11

Tijdelijke invoer van goederen

De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de vrijstelling van rechten en belastingen bij de tijdelijke invoer van goederen die het voorwerp zijn geweest van internationale overeenkomsten ter zake en die voor wederuitvoer zijn bestemd, in overweging te nemen.

Artikel 12

Handelssamenwerking

1. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen naar methoden en middelen te zoeken om de belemmeringen die hun onderlinge handelsverkeer in de weg zouden kunnen staan op te heffen, met name belemmeringen van niet-tarifaire en para-tarifaire aard, rekening houdend met de werkzaamheden die ter zake door internationale organisaties worden verricht. Mochten er op handelsgebied problemen rijzen, zowel op het bilaterale als op het multilaterale vlak, met inbegrip van problemen in verband met sanitaire, fytosanitaire en ecologische maatregelen, dan zullen de partijen ook deze in dezelfde geest, op constructieve wijze, onderzoeken.

2. Anderzijds verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe overeenkomstig hun respectieve rechtsregels een beleid te voeren dat onder meer inhoudt:

a) wederzijdse toekenning van de grootst mogelijke faciliteiten voor handelstransacties;

b) samenwerking op bilateraal en op multilateraal niveau om problemen van gemeenschappelijk belang op te lossen, daaronder begrepen problemen betreffende de intellectuele en industriële eigendom, benamingen van oorsprong, grondstoffen, halffabrikaten en eindprodukten;

c) vergemakkelijking van de samenwerking tussen hun douanediensten, in het bijzonder met betrekking tot beroepsopleiding, vereenvoudiging van procedures en opsporing van overtredingen;

d) inachtneming van de wederzijdse belangen wat de toegang tot hulpbronnen en de verwerking daarvan betreft;

e) aanbrenging van funderingen ter verbetering van de voorwaarden voor de toegang van hun produkten tot hun wederzijdse markten;

f) totstandbrenging van intensievere contacten tussen ondernemers met het oog op de diversificatie en uitbreiding van het wederzijdse handelsverkeer;

g) bestudering en aanbeveling van maatregelen inzake handelsbevordering ten einde de ontwikkeling van in- en uitvoer te stimuleren;

h) stimulering en ondersteuning van acties op het gebied van handelsbevordering, zoals seminaria, symposia, beurzen en tentoonstellingen zowel van commerciële als van industriële aard, handelsmissies, bezoeken over en weer, "business weeks" en andere;

i) voor zover mogelijk, inwinning van het advies van de andere overeenkomstsluitende partij over maatregelen die een negatieve uitwerking op het onderlinge handelsverkeer zouden kunnen hebben.

3. Wanneer de bevoegde autoriteiten van beide partijen zulks bepalen, kan de Gemeenschap, met het oog op het bovenstaande, sommige van de in dit artikel bedoelde activiteiten ter bevordering van de handel, met inbegrip van de vervaardiging van marktstudies over produkten die voor Uruguay van belang zijn, financieel ondersteunen.

Artikel 13

Samenwerking op het gebied van sociale ontwikkeling

1. De overeenkomstsluitende partijen brengen een samenwerking tot stand op het gebied van sociale ontwikkeling, ter verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het leven van de meest kansarme bevolkingsgroepen.

2. Maatregelen ter verwezenlijking van deze doelstelling kunnen onder meer ondersteuning van de volgende activiteiten omvatten, met name in de vorm van technische bijstand:

a) beheer en administratie van sociale diensten;

b) programma's voor beroepsopleiding en voor het scheppen van werkgelegenheid;

c) totstandbrenging en bevordering van activiteiten van organisaties aan de basis;

d) programma's of projecten ter verbetering van het woonmilieu in de steden en op het platteland;

e) programma's betreffende voorkoming van en voorlichting over het misbruik van verdovende middelen.

Artikel 14

Samenwerking op het gebied van openbare gezondheidszorg

De overeenkomstsluitende partijen komen overeen samen te werken op het gebied van openbare gezondheidszorg en verbinden zich ertoe dienaangaand het gemeenschappelijk onderzoek te ontwikkelen, technologie over te dragen, alsmede ervaringen en technische bijstand uit te wisselen, met inbegrip van maatregelen in verband met:

a) het beheer en de administratie van de bevoegde diensten;

b) de organisatie van wetenschappelijke bijeenkomsten en de uitwisseling van specialisten;

c) de ontwikkeling van programma's voor beroepsopleiding;

d) de realisatie van programma's en projecten ter verbetering van de voorwaarden voor gezondheid en sociaal welzijn in stads- en plattelandsgebieden.

Artikel 15

Samenwerking op het gebied van overheidsadministratie

1. De overeenkomstsluitende partijen werken samen op het gebied van overheidsadministratie ten einde de rationalisering en modernisering ervan op nationaal, regionaal en lokaal niveau te bevorderen.

2. Ter verwezenlijking van deze doelstellingen bevorderen de overeenkomstsluitende partijen onder meer:

a) het verlenen van technische bijstand aan projecten waarmee de hervorming en verbetering van de dienstverlening door de overheidsadministratie wordt beoogd;

b) bijeenkomsten, bezoeken, uitwisseling, studiebijeenkomsten en opleidingscursussen voor ambtenaren en ander personeel van overheidsinstellingen en -diensten.

Artikel 16

Samenwerking op het gebied van informatie, communicatie en cultuur

De overeenkomstsluitende partijen beogen samenwerkingsacties tot stand te brengen op het gebied van informatie, communicatie en cultuur ten einde de reeds tussen hen bestaande banden te verstevigen en uit te breiden.

Dergelijke acties zullen met name omvatten:

a) uitwisseling van informatie over onderwerpen van wederzijds belang;

b) voorbereidende studies en technische bijstand met het oog op de instandhouding van het culturele erfgoed;

c) organisatie van evenementen van culturele aard;

d) culturele en academische uitwisseling;

e) vertaling van litteraire werken.

Artikel 17

Samenwerking op het gebied van toerisme

De overeenkomstsluitende partijen stimuleren overeenkomstig hun respectieve wetgevingen de ontwikkeling van samenwerking op het gebied van toerisme via specifieke acties, waaronder met name:

a) de uitwisseling van functionarissen en deskundigen alsook van informatie en technologie;

b) de ontwikkeling van activiteiten ter bevordering van het toeristenverkeer;

c) de ondersteuning van opleidingsacties op het gebied van hotelbeheer en -administratie;

d) de deelneming aan beurzen en tentoonstellingen ter aanmoediging van het toeristenverkeer.

Artikel 18

Opleiding

1. De samenwerkingsmaatregelen in het kader van onderhavige Overeenkomst omvatten ook de nodige opleidingscomponenten. De overeenkomstsluitende partijen leggen tevens specifieke opleidingsprogramma's ten uitvoer op gebieden die van wederzijds belang zijn.

2. De opleidingsacties zullen in de eerste plaats bestemd zijn voor opleiders en onderwijzend personeel of kaderpersoneel dat reeds leidinggevende functies bekleedt in het bedrijfsleven, de overheidsadministratie, de openbare diensten of andere instellingen met een sociaal- economisch karakter. Deze acties kunnen tevens betrekking hebben op het bevorderen van samenwerkingsakkoorden tussen instellingen van beide partijen, in het bijzonder in de sectoren techniek, wetenschap en beroepsopleiding.

3. De samenwerkingsmaatregelen zullen eveneens maatregelen omvatten voor de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheid van leidinggevend personeel dat verantwoordelijkheid draagt voor de processen van regionale en subregionale integratie.

Artikel 19

Regionale samenwerking en integratie

1. De samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen kan zich uitstrekken tot acties die ten grondslag liggen aan samenwerkings- of integratieovereenkomsten met derde landen in dezelfde regio, voor zover ze hiermee verenigbaar zijn.

2. Zonder enig gebied uit te sluiten, zullen met name acties in aanmerking worden genomen betreffende:

a) samenwerking op het gebied van milieuvraagstukken, op regionaal vlak;

b) ontwikkeling van de intraregionale handel;

c) versterking van regionale, particuliere en overheidsinstellingen en steun voor de uitvoering van gemeenschappelijke beleidsmaatregelen en activiteiten;

d) regionale communicatie, met name via de rivieren;

e) samenwerking op sanitair en fytosanitair gebied, op regionaal en subregionaal niveau;

f) overdracht van communautaire ervaring op het gebied van regionale en subregionale integratie.

Artikel 20

Middelen voor de tenuitvoerlegging van de samenwerking

Om de verwezenlijking van de in deze Overeenkomst vervatte samenwerkingsdoelstellingen te vergemakkelijken, wenden de overeenkomstsluitende partijen de passende middelen aan, met inbegrip van financiële middelen, al naar gelang van hun draagkracht en via hun respectieve mechanismen.

Artikel 21

Gemengde Samenwerkingscommissie

1. Er wordt een Gemengde Commissie voor samenwerking opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap enerzijds en vertegenwoordigers van Uruguay anderzijds. De Gemengde Commissie komt eenmaal per jaar bijeen, afwisselend te Brussel en te Montevideo. De datum en de agenda van deze vergadering worden in onderling overleg vastgesteld. Met instemming van beide partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden bijeengeroepen.

2. De Gemengde Commissie ziet toe op de goede werking van onderhavige Overeenkomst en bestudeert alle vraagstukken die verband houden met de toepassing daarvan. In het bijzonder is het haar taak:

a) maatregelen te ontwerpen voor de ontwikkeling en diversificatie van het handelsverkeer overeenkomstig de doelstellingen van onderhavige Overeenkomst;

b) van gedachten te wisselen over alle vraagstukken van gemeenschappelijk belang in verband met handel en samenwerking, onder meer over toekomstige programma's en de voor de uitvoering daarvan beschikbare middelen;

c) aanbevelingen te doen om de uitbreiding van het handelsverkeer en intensivering van de samenwerking te bevorderen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de vereiste coördinatie van de geplande maatregelen;

d) en, in het algemeen, aanbevelingen te doen die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst.

3. De Gemengde Commissie kan gespecialiseerde subcommissies en werkgroepen oprichten om haar bij de vervulling van haar taken bij te staan.

Artikel 22

Andere overeenkomsten

1. Onverminderd de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, laten onderhavige Overeenkomst alsmede elke maatregel die in het kader daarvan wordt genomen de bevoegdheid van de Lid-Staten van de Gemeenschappen om in het kader van de economische samenwerking met Uruguay bilaterale acties met Uruguay te ondernemen en eventueel nieuwe overeenkomsten voor economische samenwerking met dit land te sluiten, volledig onverlet.

2. Onder voorbehoud van de bepalingen van lid 1 betreffende de economische samenwerking komen de bepalingen van onderhavige Overeenkomst in de plaats van de bepalingen van de overeenkomsten die tussen de Lid-Staten van de Gemeenschappen en Uruguay zijn gesloten en die daarmee onverenigbaar of daaraan gelijk zijn.

Artikel 23

Territoriale toepassing

Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Republiek ten Oosten van de Uruguay.

Artikel 24

Aanpassingsclausule

1. De overeenkomstsluitende partijen kunnen deze Overeenkomst met wederzijdse instemming uitbreiden ten einde het niveau van de samenwerking te verhogen en overeenkomstig hun respectieve wetgevingen aan te vullen door middel van overeenkomsten met betrekking tot specifieke sectoren of activiteiten.

2. In het kader van de toepassing van deze Overeenkomst kan elke overeenkomstsluitende partij voorstellen formuleren met het oog op de uitbreiding van de werkingssfeer van de wederzijdse samenwerking, rekening houdend met de bij de uitvoering ervan opgedane ervaring.

Artikel 25

Datum van inwerkingtreding en duur

1. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

2. Deze Overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf jaar en wordt van jaar tot jaar verlengd indien geen van de overeenkomstsluitende partijen haar zes maanden vóór de vastgestelde beëindigingsdatum opzegt.

Artikel 26

Bijlagen

De bijlagen vormen een integrerend deel van deze Overeenkomst.

Artikel 27

Authentieke teksten

Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo marco.

TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne rammeaftale.

ZU URKUND DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Rahmenabkommen gesetzt.

ÅÉÓ ÐÉÓÔÙÓÇ ÔÙÍ ÁÍÙÔÅÑÙ, ïé õðïãåãñáììÝíïé ðëçñåîïýóéïé Ýèåóáí ôéò õðïãñáöÝò ôïõò óôç ðáñïýóá óõìöùíßá-ðëáßóéï.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned Plenipotentiaries have signed this Framework Agreement.

EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord-cadre.

IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente accordo quadro.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Kaderovereenkomst hebben gesteld.

EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuseram as suas assinaturas no final do presente acordo-quadro.

Hecho en Bruselas, el cuatro de noviembre de mil novecientos noventa y uno.

Udfærdiget i Bruxelles, den fjerde november nitten hundrede og enoghalvfems.

Geschehen zu Brüssel am vierten November neunzehnhunderteinundneunzig.

¸ãéíå óôéò ÂñõîÝëëåò, óôéò ôÝóóåñéò Íïåìâñßïõ ÷ßëéá åííéáêüóéá åíåíÞíôá Ýíá.

Done at Brussels on the fourth day of November in the year one thousand nine hundred and ninety-one.

Fait à Bruxelles, le quatre novembre mil neuf cent quatre-vingt-onze.

Fatto a Bruxelles, addì quattro novembre millenovecentonovantuno.

Gedaan te Brussel, de vierde november negentienhonderd eenennegentig.

Feito em Bruxelas, em quatro de Novembro de mil novecentos e noventa e um.

Por el Consejo de las Comunidades Europeas

For Rådet for De Europæiske Fællesskaber Für den Rat der Europäischen Gemeinschaften

Ãéá ôï Óõìâïýëéï ôùí Åõñùðáúêþí ÊïéíïôÞôùí

For the Council of the European Communities

Pour le Conseil des Communautés européennes

Per il Consiglio delle Comunità europee

Voor de Raad van de Europese Gemeenschappen

Pelo Conselho das Comunidades Europeias

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

Por el Gobierno de la República Oriental del Uruguay

For regeringen for Den Østlige Republik Uruguay

Für die Regierung der Republik Östlich des Uruguay

Ãéá ôçí êõâÝñíçóç ôçò ÁíáôïëéêÞò Äçìïêñáôßáò ôçò ÏõñïõãïõÜçò

For the Government of the Eastern Republic of Uruguay

Pour le gouvernement de la république orientale de l'Uruguay

Per il governo della Repubblica orientale dell'Uruguay

Voor de Regering van de Republiek ten Oosten van de Uruguay

Pelo Governo da República Oriental do Uruguai

>REFERENTIE NAAR EEN FILM>

BIJLAGE I

BRIEFWISSELING MET BETREKKING TOT HET ZEEVERVOER

Brief nr. 1

Mijnheer,

Wij verzoeken U ons te bevestigen dat Uw Regering met het volgende kan instemmen:

Bij de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Uruguay hebben de partijen zich ertoe verbonden de vraagstukken met betrekking tot de werking van het zeevervoer, met name wanneer deze zou kunnen leiden tot belemmering van de ontwikkeling van het handelsverkeer, op passende wijze aan te vatten. Hiertoe zal worden gezocht naar voor beide partijen bevredigende oplossingen waarbij het beginsel van vrije en eerlijke mededinging op commerciële basis zal worden nageleefd.

Er werd eveneens overeengekomen dat deze vraagstukken ook op de bijeenkomsten van de Gemengde Commissie zullen worden besproken.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Raad van de Europese Gemeenschappen

Brief nr. 2

Mijne Heren,

Hierbij bevestig ik U de ontvangst van Uw brief. Ik heb de eer U mede te delen dat mijn Regering met het volgende instemt:

"Bij de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Uruguay hebben de partijen zich ertoe verbonden de vraagstukken met betrekking tot de werking van het zeevervoer, met name wanneer deze zou kunnen leiden tot belemmering van de ontwikkeling van het handelsverkeer, op passende wijze aan te vatten. Hiertoe zal worden gezocht naar voor beide partijen bevredigende oplossingen waarbij het beginsel van vrije en eerlijke mededinging op commerciële basis zal worden nageleefd.

Er werd eveneens overeengekomen dat deze vraagstukken ook op de bijeenkomsten van de Gemengde Commissie zullen worden besproken.".

Gelieve de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Regering van de Republiek ten Oosten van de Uruguay

BIJLAGE II

UNILATERALE VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP INZAKE HET SAP

De Gemeenschap bevestigt het belang van het Stelsel van Algemene Preferenties, dat bij Resolutie 21 (II) van de Tweede Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling is ingevoerd.

Ten einde Uruguay in staat te stellen in de ruimst mogelijke mate gebruik te maken van het stelsel van algemene preferenties, dat zij overeenkomstig die resolutie ten uitvoer heeft gelegd, verbindt de Europese Gemeenschap zich ertoe de suggesties van Uruguay te bestuderen.

De Commissie zal in Uruguay opleidingsseminaria organiseren om bestuursambtenaren en personen uit het bedrijfsleven een beter inzicht in het schema van de Gemeenschap te bieden.

Top