EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02019R0452-20211223
Regulation (EU) 2019/452 of the European Parliament and of the Council of 19 March 2019 establishing a framework for the screening of foreign direct investments into the Union
Consolidated text: Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie
Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie
02019R0452 — NL — 23.12.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2019/452 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (PB L 079I van 21.3.2019, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1298 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2020 |
L 304 |
1 |
18.9.2020 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/2126 VAN DE COMMISSIE van 29 september 2021 |
L 432 |
1 |
3.12.2021 |
VERORDENING (EU) 2019/452 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 maart 2019
tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
„buitenlandse directe investering” : elke soort investering door een buitenlandse investeerder die gericht is op het vestigen of handhaven van duurzame directe betrekkingen tussen de buitenlandse investeerder en de ondernemer of de onderneming waaraan het kapitaal ter beschikking wordt gesteld met het oog op de uitoefening van een economische activiteit in een lidstaat, met inbegrip van investeringen die de daadwerkelijke deelname aan het beheer van of de zeggenschap over een onderneming die een economische activiteit uitoefent, mogelijk maken; |
2. |
„buitenlandse investeerder” : een natuurlijke persoon uit een derde land of een onderneming uit een derde land die voornemens is een buitenlandse directe investering te doen of deze heeft gedaan; |
3. |
„screening” : een procedure in het kader waarvan buitenlandse directe investeringen kunnen worden beoordeeld, onderzocht, toegestaan, aan voorwaarden onderworpen, verboden of afgewikkeld; |
4. |
„screeningmechanisme” : een algemeen toepasselijk instrument, bijvoorbeeld wet- of regelgeving, en begeleidende administratieve voorschriften, uitvoeringsvoorschriften of richtsnoeren waarin de voorwaarden en procedures worden vastgesteld om buitenlandse directe investeringen te beoordelen, te onderzoeken, toe te staan, aan voorwaarden te onderwerpen, te verbieden of af te wikkelen om redenen van veiligheid of openbare orde; |
5. |
„aan screening onderworpen buitenlandse directe investering” : een buitenlandse directe investering die in het kader van een screeningmechanisme wordt onderworpen aan een formele beoordeling of een formeel onderzoek; |
6. |
„screeningbesluit” : een in het kader van de uitvoering van een screeningmechanisme vastgestelde maatregel; |
7. |
„onderneming uit een derde land” : een naar het recht van een derde land opgerichte of anderszins georganiseerde onderneming. |
Artikel 3
Screeningmechanismen van de lidstaten
Artikel 4
Factoren waarmee de lidstaten of de Commissie rekening kunnen houden
Bij hun beoordeling of een buitenlandse directe investering gevolgen kan hebben voor de veiligheid of de openbare orde, kunnen de lidstaten en de Commissie rekening houden met de mogelijke gevolgen ervan voor onder meer:
kritieke infrastructuur, zowel fysiek als virtueel, waaronder infrastructuur voor energie, vervoer, water, gezondheid, communicatie, media, gegevensverwerking of -opslag, lucht- en ruimtevaart en defensie, verkiezingsinfrastructuur of financiële infrastructuur, en gevoelige installaties, alsmede grond en onroerend goed die van cruciaal belang zijn voor het gebruik van zulke infrastructuur;
kritieke technologieën en producten voor tweeërlei gebruik als bepaald in artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad ( 1 ), met inbegrip van artificiële intelligentie, robotica, halfgeleiders, cyberbeveiliging, lucht- en ruimtevaart, defensie, energieopslag, quantum- en nucleaire technologieën alsmede nano- en biotechnologieën;
de voorziening van kritieke inputs, waaronder energie of grondstoffen, alsmede voedselzekerheid;
de toegang tot gevoelige informatie, waaronder persoonsgegevens, of de mogelijkheid om zulke informatie te controleren, of
de vrijheid en pluriformiteit van de media.
Bij hun beoordeling of een buitenlandse directe investering gevolgen kan hebben voor de veiligheid of de openbare orde, kunnen de lidstaten en de Commissie met name ook het volgende in aanmerking nemen:
of de buitenlandse directe investering direct of indirect onder zeggenschap staat van de overheid, met inbegrip van overheidsinstanties of strijdkrachten in een derde land, onder meer via eigendomsstructuur of aanzienlijke financiering;
of de buitenlandse investeerder reeds betrokken is geweest bij activiteiten die gevolgen hebben voor de veiligheid of openbare orde van een lidstaat, of
of er een ernstig risico bestaat dat de buitenlandse investeerder zich bezighoudt met illegale of criminele activiteiten.
Artikel 5
Jaarlijkse verslaglegging
Artikel 6
Samenwerkingsmechanisme in verband met aan screening onderworpen buitenlandse directe investeringen
De Commissie deelt de andere lidstaten mede dat opmerkingen werden ingediend.
De Commissie deelt de andere lidstaten mede dat een advies is uitgebracht.
Een verzoek om aanvullende informatie wordt naar behoren gemotiveerd, beperkt zich tot informatie die nodig is om opmerkingen krachtens lid 2 in te dienen of een advies krachtens lid 3 uit te brengen, staat in verhouding tot het doel van het verzoek en mag niet te belastend zijn voor de lidstaat die de screening uitvoert. Verzoeken om informatie en antwoorden van lidstaten worden tegelijkertijd aan de Commissie toegezonden.
Niettegenstaande de eerste alinea worden, indien krachtens lid 6 om aanvullende informatie is verzocht, deze opmerkingen of adviezen ingediend c.q. uitgebracht uiterlijk 20 kalenderdagen na ontvangst van de aanvullende informatie of de kennisgeving krachtens artikel 9, lid 5.
Niettegenstaande lid 6 kan de Commissie een advies uitbrengen naar aanleiding van opmerkingen van de andere lidstaten, indien mogelijk binnen de in dit lid bedoelde termijnen en in geen geval later dan vijf kalenderdagen na het verstrijken van die termijnen.
Artikel 7
Samenwerkingsmechanisme in verband met niet aan screening onderworpen buitenlandse directe investeringen
De Commissie deelt de andere lidstaten mede dat opmerkingen werden ingediend.
De Commissie deelt de andere lidstaten mede dat een advies is uitgebracht.
Een verzoek om informatie wordt naar behoren gemotiveerd, beperkt zich tot informatie die nodig is om opmerkingen krachtens lid 1 in te dienen of een advies krachtens lid 2 uit te brengen, staat in verhouding tot het doel van het verzoek en is niet te belastend voor de lidstaat waarin de buitenlandse directe investering wordt gepland of is voltooid.
Verzoeken om informatie en antwoorden van lidstaten worden tegelijkertijd aan de Commissie toegezonden.
Artikel 8
Buitenlandse directe investeringen die gevolgen kunnen hebben voor projecten of programma's van Uniebelang
De in de artikelen 6 en 7 beschreven procedures zijn van dienovereenkomstige toepassing, zij het met de volgende wijzigingen:
een lidstaat kan in de in artikel 6, lid 1, bedoelde kennisgeving of in de in artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 1, bedoelde opmerkingen aangeven of hij van oordeel is dat een buitenlandse directe investering gevolgen kan hebben voor projecten en programma's van Uniebelang;
het advies van de Commissie wordt toegezonden aan de andere lidstaten;
de lidstaat waarin de buitenlandse directe investering wordt gepland of is voltooid, houdt zo veel mogelijk rekening met het advies van de Commissie en verstrekt de Commissie uitleg indien haar advies niet wordt opgevolgd.
Artikel 9
Vereisten voor de informatie
De in lid 1 bedoelde informatie omvat:
de eigendomsstructuur van de buitenlandse investeerder en van de onderneming waarin de buitenlandse directe investering wordt gepland of is voltooid, inclusief informatie over de uiteindelijke investeerder en deelneming in het kapitaal;
de waarde bij benadering van de buitenlandse directe investering;
de producten, diensten en ondernemingsactiviteiten van de buitenlandse investeerder en van de onderneming waarin de buitenlandse directe investering wordt gepland of is voltooid;
de lidstaten waarin de buitenlandse investeerder en de onderneming waarin de buitenlandse directe investering wordt gepland of is voltooid relevante ondernemingsactiviteiten uitvoeren;
de financiering van de investering en de bron ervan, op basis van de beste informatie waarover de lidstaten beschikken;
de datum of de geplande datum van voltooiing van de buitenlandse directe investering.
Wanneer geen informatie wordt verstrekt, kunnen de opmerkingen van een andere lidstaat of de adviezen van de Commissie worden gebaseerd op de informatie waarover zij beschikken.
Artikel 10
Vertrouwelijkheid van toegezonden informatie
Artikel 11
Contactpunten
Artikel 12
Deskundigengroep inzake de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie
De deskundigengroep inzake de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie, die de Commissie bijstaat met advies en deskundigheid, gaat door met het bespreken van onderwerpen in verband met de screening van buitenlandse directe investeringen, het delen van beste praktijken en getrokken lering en het uitwisselen van opvattingen over tendenzen en onderwerpen van gemeenschappelijk belang in verband met buitenlandse directe investeringen. De Commissie overweegt ook het advies van die groep in te winnen over systemische vraagstukken in verband met de uitvoering van deze verordening.
De in die groep gevoerde discussies worden vertrouwelijk gehouden.
Artikel 13
Internationale samenwerking
De lidstaten en de Commissie kunnen met de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerken op het gebied van vraagstukken in verband met de screening van buitenlandse directe investeringen om redenen van veiligheid en openbare orde.
Artikel 14
Verwerking van persoonsgegevens
Artikel 15
Toetsing
Artikel 16
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 17
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 11 oktober 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
Lijst van projecten of programma’s van Uniebelang als bedoeld in artikel 8, lid 3
1. Europese GNSS-programma’s (Galileo & Egnos) ( 2 )
Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1).
2. Copernicus ( 3 )
Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot instelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).
3. Voorbereidende actie inzake de voorbereiding van het nieuwe EU-Govsatcom-programma
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, en met name artikel 58, lid 2, punt b) (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
4. Ruimtevaartprogramma
Verordening (EU) 2021/696 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 912/2010, (EU) nr. 1285/2013 en (EU) nr. 377/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 69).
5. Horizon 2020, met inbegrip van onderzoek- en ontwikkelingsprogramma’s overeenkomstig artikel 185 VWEU alsmede gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren die zijn opgezet overeenkomstig artikel 187 VWEU
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), inclusief de daarin opgenomen maatregelen met betrekking tot cruciale ontsluitende technologieën zoals kunstmatige intelligentie, robotica, halfgeleiders en cyberbeveiliging.
6. Horizon Europa, met inbegrip van onderzoek- en ontwikkelingsprogramma’s overeenkomstig artikel 185 VWEU alsmede gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren die zijn opgezet overeenkomstig artikel 187 VWEU
Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).
7. Onderzoeks- en opleidingsprogramma van Euratom (2021-2025)
Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) 2018/1563 (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 81).
8. trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T)
Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).
9. trans-Europese energienetwerken (TEN-E)
Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).
10. Trans-Europese telecommunicatienetwerken ( 4 )
Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14).
11. Connecting Europe Facility
Verordening (EU) 2021/1153 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 (PB L 249 van 14.7.2021, blz. 38).
12. Programma Digitaal Europa
Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het programma Digitaal Europa en tot intrekking van Besluit (EU) 2015/2240 (PB L 166 van 11.5.2021, blz. 1).
13. Industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie
Verordening (EU) 2018/1092 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot instelling van het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie ter ondersteuning van het concurrentievermogen en de innovatieve capaciteit van de defensie-industrie van de Unie (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 30).
14. Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/20121, en met name artikel 58, lid 2, punt b) (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
15. Europees Defensiefonds
Verordening (EU) 2021/697 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het Europees Defensiefonds en tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1092 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 149).
16. Permanente gestructureerde samenwerking (PESCO)
Besluit (GBVB) 2018/340 van de Raad van 6 maart 2018 tot vaststelling van de lijst van projecten die in het kader van de PESCO zullen worden ontwikkeld (PB L 65 van 8.3.2018, blz. 24).
Besluit (GBVB) 2018/1797 van de Raad van 19 november 2018 tot wijziging en actualisering van Besluit (GBVB) 2018/340 tot vaststelling van de lijst van projecten die in het kader van de PESCO zullen worden ontwikkeld (PB L 294 van 21.11.2018, blz. 18).
Besluit (GBVB) 2019/1909 van de Raad van 12 november 2019 tot wijziging en actualisering van Besluit (GBVB) 2018/340 tot vaststelling van de lijst van projecten die in het kader van de PESCO zullen worden ontwikkeld (PB L 293 van 14.11.2019, blz. 113).
17. Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER
Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).
18. EU4Health-programma
Verordening (EU) 2021/522 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van een actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (“EU4Health-programma”) voor de periode 2021-2027, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 282/2014 (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 1).
( 1 ) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 1285/2013 wordt in deze bijlage gehandhaafd in het licht van artikel 110, lid 1, van Verordening (EU) 2021/696.
( 3 ) Verordening (EU) nr. 377/2014 wordt in deze bijlage gehandhaafd in het licht van artikel 110, lid 1, van Verordening (EU) 2021/696.
( 4 ) Verordening (EU) nr. 283/2014 is in deze bijlage behouden in het licht van artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) 2021/1153 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014.