Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02016R1624-20191204

    Consolidated text: Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/1624/2019-12-04

    02016R1624 — NL — 04.12.2019 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) 2016/1624 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 14 september 2016

    betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad

    (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2019/1896 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 november 2019

      L 295

    1

    14.11.2019




    ▼B

    VERORDENING (EU) 2016/1624 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 14 september 2016

    betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad



    ▼M1 —————



    ▼B

    Artikel 20

    Samenstelling en inzet van Europese grens- en kustwachtteams

    1.  Het Agentschap zet grenswachters en andere relevante personeelsleden in als leden van de Europese grens- en kustwachtteams voor gezamenlijke operaties, snelle grensinterventies en in het kader van de ondersteuningsteams voor migratiebeheer. Het Agentschap kan ook deskundigen uit zijn eigen personeelsbestand inzetten.

    2.  Op basis van een voorstel van de uitvoerend directeur besluit de raad van bestuur bij absolute meerderheid van zijn stemgerechtigde leden over de profielen van en het totale aantal grenswachters en andere relevante personeelsleden dat aan de Europese grens- en kustwachtteams ter beschikking dient te worden gesteld. Dezelfde procedure geldt voor eventuele latere wijzigingen in de profielen en in de totale aantallen. De lidstaten dragen via een nationale pool die is opgebouwd op basis van de verschillende vastgestelde profielen bij aan de Europese grens- en kustwachtteams, door grenswachters en andere relevante personeelsleden aan te wijzen die beantwoorden aan de verlangde profielen.

    3.  De bijdrage van de lidstaten betreffende het inzetten van hun grenswachters voor specifieke gezamenlijke operaties in het komende jaar wordt gepland op basis van jaarlijkse bilaterale onderhandelingen en overeenkomsten tussen het Agentschap en de lidstaten. Conform deze overeenkomsten stellen de lidstaten de grenswachters op verzoek van het Agentschap ter beschikking voor inzet, tenzij ze geconfronteerd worden met een uitzonderlijke situatie waardoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang komt. Een dergelijk verzoek wordt ten minste 21 werkdagen voor de gewenste inzet ingediend. Indien een lidstaat zich beroept op een dergelijke uitzonderlijke situatie, deelt hij het Agentschap de gedetailleerde redenen daarvoor alsmede informatie over de situatie mee in een schrijven, waarvan de inhoud wordt opgenomen in het verslag bedoeld in lid 12.

    4.  Met betrekking tot snelle grensinterventies besluit de raad van bestuur op basis van een voorstel van de uitvoerend directeur met een meerderheid van driekwart van de stemmen over de profielen van en het minimumaantal aan grenswachters en andere relevante personeelsleden die aan die profielen beantwoorden en die aan de snel inzetbare pool van Europese grens- en kustwachtteams ter beschikking dienen te worden gesteld. Dezelfde procedure geldt voor eventuele navolgende wijzigingen in de profielen en in het totale aantal grenswachters en andere relevante personeelsleden van de snel inzetbare pool. De lidstaten dragen via een pool van nationale deskundigen opgebouwd op basis van de verschillende vastgestelde profielen bij tot de snel inzetbare pool, door grenswachters en andere relevante personeelsleden aan te wijzen die beantwoorden aan de verlangde profielen.

    5.  De snel inzetbare pool is een permanent instrument dat rechtstreeks ter beschikking staat van het Agentschap en uit iedere lidstaat kan worden ingezet binnen vijf werkdagen nadat tussen de uitvoerend directeur en de ontvangende lidstaat overeenstemming is bereikt over het operationele plan. Te dien einde stelt iedere lidstaat jaarlijks aan het Agentschap een aantal grenswachters en andere relevante personeelsleden ter beschikking. Hun profielen zijn vastgelegd in het besluit van de raad van bestuur. Het totaal aantal personeelsleden dat wordt beschikbaar gesteld door de lidstaten bedraagt minstens 1 500 grenswachters en andere relevante personeelsleden. Het Agentschap kan nagaan of de door de lidstaten voorgestelde grenswachters beantwoorden aan de vastgestelde profielen. Het Agentschap kan een lidstaat verzoeken om een grenswachter uit de pool te verwijderen in geval van wangedrag of een inbreuk op de geldende voorschriften.

    6.  Elke lidstaat is verantwoordelijk voor de bijdrage die hij overeenkomstig bijlage I moet leveren aan het in lid 5 bedoelde aantal grenswachters en andere relevante personeelsleden.

    7.  De lidstaten stellen de grenswachters en/of andere relevante personeelsleden uit de snel inzetbare pool ter beschikking voor inzet op verzoek van het Agentschap. Wanneer uit een risicoanalyse en, indien beschikbaar, een kwetsbaarheidsbeoordeling blijkt dat een lidstaat geconfronteerd wordt met een situatie waardoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang komt, beloopt de bijdrage van de betrokken lidstaat aan de inzet van de snelle grensinterventie de helft van zijn bijdrage van de lidstaten die is vastgelegd in bijlage I. Een ontvangende lidstaat waarin een snelle grensinterventie plaatsvindt, zet geen personeelsleden in die deel uitmaken van zijn vaste bijdrage aan de snel inzetbare pool. Indien er een tekort is aan personeel voor de inzet van de snelle grensinterventie besluit de raad van bestuur op basis van een voorstel van de uitvoerend directeur hoe dat tekort moet worden aangevuld.

    8.  Indien nodig wordt de inzet van Europese grens- en kustwachtteams uit de snel inzetbare pool onmiddellijk aangevuld met extra Europese grens- en kustwachtteams. Te dien einde delen de lidstaten op verzoek van het Agentschap onmiddellijk mee hoeveel grenswachters en andere relevante personeelsleden uit hun nationale pool zij binnen zeven werkdagen vanaf het begin van de snelle grensinterventie beschikbaar kunnen stellen, evenals hun namen en profielen. De lidstaten stellen de grenswachters en andere relevante personeelsleden ter beschikking voor inzet op verzoek van het Agentschap, tenzij ze geconfronteerd worden met een uitzonderlijke situatie waardoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang komt. Indien een lidstaat zich beroept op een dergelijke uitzonderlijke situatie, deelt hij het Agentschap de gedetailleerde redenen daarvoor alsmede informatie over de situatie mee in een schrijven, waarvan de inhoud wordt opgenomen in het verslag bedoeld in lid 12.

    9.  Indien in een bepaalde situatie een groter aantal grenswachters nodig is dan in de leden 5 en 8 is voorzien, stelt de uitvoerend directeur het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Tevens verzoekt hij de Raad de lidstaten ertoe te bewegen toezeggingen te doen om het tekort aan te vullen.

    10.  De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen ter beschikking gestelde grenswachters en andere relevante personeelsleden beantwoorden aan de door de raad van bestuur vastgestelde profielen en aantallen. De duur van de inzet wordt vastgesteld door de lidstaat van herkomst, maar is in ieder geval niet korter dan 30 dagen tenzij de operatie waarvan de inzet deel uitmaakt, minder dan 30 dagen duurt.

    11.  Het Agentschap draagt bij tot de Europese grens- en kustwachtteams met bekwame grenswachters en andere relevante personeelsleden die door de lidstaten als nationale deskundigen bij het Agentschap zijn gedetacheerd. De bijdrage die de lidstaten het volgende jaar leveren via detachering van hun grenswachters en andere relevante personeelsleden bij het Agentschap, wordt bepaald op basis van jaarlijkse bilaterale onderhandelingen en overeenkomsten tussen het Agentschap en de lidstaten. Conform deze overeenkomsten stellen de lidstaten de grenswachters en andere relevante personeelsleden ter beschikking voor detachering, tenzij hierdoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang zou komen. In dergelijke situaties kunnen de lidstaten hun gedetacheerde grenswachters en andere relevante personeelsleden terugroepen.

    Detacheringen kunnen plaatsvinden voor een periode van twaalf maanden of langer, maar duren ten minste drie maanden. De gedetacheerde grenswachters en andere relevante personeelsleden worden als teamleden beschouwd en hebben de taken en bevoegdheden van teamleden. De lidstaat die die grenswachters of andere relevante personeelsleden heeft gedetacheerd wordt als hun lidstaat van herkomst beschouwd.

    Andere, op tijdelijke basis aangeworven, personeelsleden van het Agentschap, die niet gekwalificeerd zijn om taken van grenstoezicht te verrichten, worden bij gezamenlijke operaties enkel ingezet voor coördinatietaken en andere taken waarvoor geen volledige opleiding tot grenswachter nodig is. Zij maken geen deel uit van de Europese grens- en kustwachtteams.

    12.  Het Agentschap deelt elk jaar aan het Europees Parlement mee hoeveel grenswachters elke lidstaat overeenkomstig dit artikel voor de Europese grens- en kustwachtteams beschikbaar heeft gesteld en hoeveel grenswachters er daadwerkelijk zijn ingezet. In dit verslag wordt vermeld welke lidstaten zich in het voorgaande jaar hebben beroepen op de uitzonderlijke situatie bedoeld in de leden 3 en 8 en welke redenen en informatie zij in dit kader hebben verstrekt.

    ▼M1 —————



    ▼B

    Artikel 30

    Pool van begeleiders voor gedwongen terugkeer

    1.  Het Agentschap stelt uit de nationale bevoegde organen een pool samen van begeleiders voor gedwongen terugkeer die overeenkomstig artikel 8, leden 4 en 5, van Richtlijn 2008/115/EG terugkeeroperaties uitvoeren en overeenkomstig artikel 36 van deze verordening zijn opgeleid.

    2.  De raad van bestuur bepaalt op voorstel van de uitvoerend directeur het profiel van en het aantal begeleiders voor gedwongen terugkeer dat aan deze pool ter beschikking moeten worden gesteld. Dezelfde procedure geldt voor eventuele latere wijzigingen in hun profiel en totale aantal. De lidstaten dragen bij tot deze pool door begeleiders voor gedwongen terugkeer aan te stellen die aan het vastgestelde profiel beantwoorden. In de pool worden begeleiders voor gedwongen terugkeer met specifieke expertise op het gebied van kinderbescherming opgenomen.

    3.  De bijdrage van de lidstaten betreffende begeleiders voor gedwongen terugkeer voor terugkeeroperaties en -interventies voor het komende jaar wordt gepland op basis van jaarlijkse bilaterale onderhandelingen en overeenkomsten tussen het Agentschap en de lidstaten. Conform deze overeenkomsten stellen de lidstaten op verzoek van het Agentschap de begeleiders voor gedwongen terugkeer ter beschikking voor inzet, tenzij zij geconfronteerd worden met een uitzonderlijke situatie waardoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang komt. Een dergelijk verzoek wordt ten minste 21 werkdagen voor de voorgenomen inzet ingediend, of vijf werkdagen als er sprake is van een snelle terugkeerinterventie.

    4.  Het Agentschap stelt de begeleiders voor gedwongen terugkeer op verzoek ter beschikking aan deelnemende lidstaten om namens deze lidstaten terugkeerders te begeleiden en deel te nemen aan terugkeeroperaties en -interventies. Het stelt begeleiders voor gedwongen terugkeer met specifieke expertise op het gebied van kinderbescherming beschikbaar voor alle terugkeeroperaties waar kinderen bij zijn betrokken.

    5.  De begeleiders voor gedwongen terugkeer blijven gedurende een terugkeeroperatie of een terugkeerinterventie onderworpen aan de disciplinaire maatregelen van hun lidstaat van herkomst.

    Artikel 31

    Pool van terugkeerspecialisten

    1.  Het Agentschap stelt uit de nationale bevoegde organen en het personeel van het Agentschap een pool samen van terugkeerspecialisten die beschikken over de vaardigheden en kennis die nodig zijn voor het uitvoeren van met terugkeer verband houdende activiteiten en overeenkomstig artikel 36 zijn opgeleid. Deze specialisten worden ter beschikking gesteld voor de uitvoering van specifieke taken zoals de identificatie van bepaalde groepen onderdanen van derde landen, het verkrijgen van reisdocumenten van derde landen en het faciliteren van consulaire samenwerking.

    2.  De raad van bestuur bepaalt, op voorstel van de uitvoerend directeur, het profiel van en het aantal terugkeerspecialisten dat aan deze pool ter beschikking moet worden gesteld. Dezelfde procedure geldt voor eventuele latere wijzigingen in hun profiel en totale aantallen. De lidstaten dragen bij tot deze pool door de specialisten aan te stellen die aan het vastgestelde profiel beantwoorden. In de pool worden terugkeerspecialisten met specifieke expertise op het gebied van kinderbescherming opgenomen.

    3.  De bijdrage van de lidstaten betreffende terugkeerspecialisten voor terugkeeroperaties en -interventies voor het komende jaar worden gepland op basis van jaarlijkse bilaterale onderhandelingen en overeenkomsten tussen het Agentschap en de lidstaten. Conform deze overeenkomsten stellen de lidstaten de terugkeerspecialisten voor inzet ter beschikking op verzoek van het Agentschap, tenzij zij geconfronteerd worden met een uitzonderlijke situatie waardoor de uitvoering van nationale taken aanzienlijk in het gedrang komt. Een dergelijk verzoek wordt ten minste 21 werkdagen voor de voorgenomen inzet ingediend, of vijf werkdagen als er sprake is van een snelle terugkeerinterventie.

    4.  Het Agentschap stelt de terugkeerspecialisten op verzoek ter beschikking van aan terugkeeroperaties deelnemende lidstaten om mee te werken aan terugkeerinterventies. Het stelt terugkeerspecialisten met specifieke expertise op het gebied van kinderbescherming beschikbaar voor alle terugkeeroperaties waar kinderen bij zijn betrokken.

    5.  De terugkeerspecialisten blijven gedurende een terugkeeroperatie of een terugkeerinterventie onderworpen aan de disciplinaire maatregelen van het Agentschap of van hun lidstaat van herkomst.

    ▼M1 —————

    Top