Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02014R0680-20160420

Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) n r. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/680/2016-04-20

2014R0680 — NL — 20.04.2016 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 680/2014 VAN DE COMMISSIE

van 16 april 2014

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/79 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2014

  L 14

1

21.1.2015

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/227 VAN DE COMMISSIE van 9 januari 2015

  L 48

1

20.2.2015

►M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1278 VAN DE COMMISSIE van 9 juli 2015

  L 205

1

31.7.2015

►M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/313 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016

  L 60

5

5.3.2016

►M5

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/428 VAN DE COMMISSIE van 23 maart 2016

  L 83

1

31.3.2016


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 210, 7.8.2015, blz.  38 (2015/1278)




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 680/2014 VAN DE COMMISSIE

van 16 april 2014

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)



HOOFDSTUK 1

VOORWERP EN WERKINGSSFEER

Artikel 1

Voorwerp en werkingssfeer

In deze verordening worden eenvormige vereisten vastgesteld met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteiten op de volgende gebieden:

a) eigenvermogensvereisten en financiële informatie overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

b) verliezen die voortvloeien uit door onroerend goed gedekte leningen overeenkomstig artikel 101, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013;

c) grote blootstellingen en andere grootste blootstellingen overeenkomstig artikel 394, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

d) de hefboomratio overeenkomstig artikel 430 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

e) liquiditeitsdekkingsvereisten en vereisten inzake netto stabiele financiering overeenkomstig artikel 415 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

▼M1

f) lasten op activa in de zin van artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (bezwaring van activa);

▼M4

g) maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit overeenkomstig artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

▼B



HOOFDSTUK 2

RAPPORTAGEREFERENTIE- EN INLEVERDATA EN RAPPORTAGEDREMPELS

Artikel 2

Rapportagereferentiedata

1.  Instellingen dienen informatie in bij de bevoegde autoriteiten zoals die op de volgende rapportagereferentiedata beschikbaar is:

a) maandelijkse rapportage: op de laatste dag van elke maand;

b) kwartaalrapportage: 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december;

c) halfjaarlijkse rapportage: 30 juni en 31 december;

d) jaarlijkse rapportage: 31 december.

2.  Informatie over een bepaalde periode die volgens de in de bijlagen III en IV beschreven templates en overeenkomstig de instructies van bijlage V wordt ingediend, wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het boekjaar tot de referentiedatum.

3.  Voor instellingen die krachtens de nationale wetgeving financiële informatie mogen rapporteren op basis van het einde van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar, kunnen de rapportagereferentiedata zodanig worden aangepast dat zij hun financiële informatie respectievelijk elke drie, zes of twaalf maanden na het einde van hun boekjaar rapporteren.

Artikel 3

Rapportage-inleverdata

1.  Instellingen dienen bij de bevoegde autoriteiten informatie in aan het eind van de werkdag op de volgende inleverdata:

a) maandelijkse rapportage: vijftiende kalenderdag na de rapportagereferentiedatum;

b) kwartaalrapportage: 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari;

c) halfjaarlijkse rapportage: 11 augustus en 11 februari;

d) jaarlijkse rapportage: 11 februari.

2.  Wanneer de inleverdag in de lidstaat van de bevoegde autoriteit waarbij het rapport moet worden ingediend, op een feestdag of op een zaterdag of zondag valt, worden de gegevens op de eerstvolgende werkdag ingediend.

3.  Voor instellingen die hun financiële informatie rapporteren op rapportagereferentiedata die zijn aangepast op basis van het einde van hun boekjaar zoals beschreven in artikel 2, lid 3, kunnen de inleverdata eveneens dienovereenkomstig worden aangepast, zodat vanaf de aangepaste rapportagereferentiedatum dezelfde periode voor de indiening van de informatie wordt gehandhaafd.

4.  Het is instellingen toegestaan ongecontroleerde cijfers in te dienen. Indien de gecontroleerde cijfers afwijken van de ingediende ongecontroleerde cijfers, worden de herziene, gecontroleerde cijfers onverwijld ingediend. Ongecontroleerde cijfers zijn cijfers waarvoor geen verklaring is afgegeven door een externe accountant. Gecontroleerde cijfers zijn cijfers die zijn gecontroleerd door een externe accountant die daarbij een verklaring heeft afgegeven.

5.  Andere correcties van de ingediende rapportage worden eveneens onverwijld bij de bevoegde autoriteit ingediend.

Artikel 4

Rapportagedrempels — instap- en uitstapcriteria

1.  Instellingen beginnen vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum met de rapportage van hun aan drempels onderworpen informatie wanneer zij op twee opeenvolgende rapportagereferentiedata de drempel hebben overschreden.

2.  Voor de eerste twee rapportagereferentiedata waarop de instellingen dienen te voldoen aan de vereisten van deze verordening, rapporteren zij de aan drempels onderworpen informatie indien zij de betrokken drempels op dezelfde rapportagereferentiedatum overschrijden.

3.  Instellingen die op drie opeenvolgende rapportagereferentiedata onder de betrokken drempels zijn gebleven, kunnen de rapportage van aan drempels onderworpen informatie met ingang van de eerstvolgende rapportagereferentiedatum staken.



HOOFDSTUK 3

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER EIGEN VERMOGEN, EIGENVERMOGENSVEREISTEN EN FINANCIËLE INFORMATIE



AFDELING 1

Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten

Artikel 5

Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten voor instellingen op individuele basis, met uitzondering van beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele basis te rapporteren, verstrekken de instellingen alle onder (a) en (b) genoemde informatie.

a) Instellingen dienen de volgende informatie elk kwartaal in:

1. de informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten zoals gespecificeerd in de templates 1 tot en met 5 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 1, van bijlage II;

2. de informatie over blootstellingen aan kredietrisico en tegenpartijkredietrisico behandeld in het kader van de standaardbenadering, zoals gespecificeerd in template 7 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.2, van bijlage II;

3. de informatie over blootstellingen aan kredietrisico en tegenpartijkredietrisico behandeld in het kader van de interneratingbenadering, zoals gespecificeerd in template 8 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.3, van bijlage II;

4. de informatie over de geografische verdeling van blootstellingen per land, zoals gespecificeerd in template 9 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.4, van bijlage II, indien alle buitenlandse oorspronkelijke blootstellingen in alle blootstellingscategorieën, zoals gerapporteerd in rij 850 van template 4 van bijlage I, ten minste 10 % uitmaken van de totale binnenlandse en buitenlandse oorspronkelijke blootstellingen, zoals gerapporteerd in rij 860 van template 4 van bijlage I. In dit verband worden blootstellingen geacht binnenlands te zijn indien het blootstellingen betreft aan tegenpartijen die gevestigd zijn in de lidstaat waar de instelling is gevestigd. De instap- en uitstapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing;

5. de informatie over blootstellingen in aandelen behandeld in het kader van de interneratingbenadering, zoals gespecificeerd in template 10 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.5, van bijlage II;

6. de informatie over afwikkelingsrisico, zoals gespecificeerd in template 11 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.6, van bijlage II;

7. de informatie over securitisatieblootstellingen behandeld in het kader van de standaardbenadering, zoals gespecificeerd in template 12 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.7, van bijlage II;

8. de informatie over securitisatieblootstellingen behandeld in het kader van de interneratingbenadering, zoals gespecificeerd in template 13 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.8, van bijlage II;

9. de informatie over eigenvermogensvereisten en uit operationeel risico voortvloeiende verliezen, zoals gespecificeerd in template 16 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 4.1, van bijlage II;

10. de informatie over eigenvermogensvereisten in verband met marktrisico, zoals gespecificeerd in de templates 18 tot en met 24 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punten 5.1 tot en met 5.7, van bijlage II;

11. de informatie over eigenvermogensvereisten in verband met uit aanpassingen van de kredietwaardering voortvloeiend risico, zoals gespecificeerd in template 25 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 5.8, van bijlage II.

b) Instellingen dienen de volgende informatie elk halfjaar in:

▼M2

1. de informatie over alle securitisatieblootstellingen, zoals gespecificeerd in template 14 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 3.9, van bijlage II.

Instellingen worden van de indiening van deze securitisatiegegevens vrijgesteld wanneer zij deel uitmaken van een groep in hetzelfde land als waar zij aan eigenvermogensvereisten onderworpen zijn;

▼B

2. de informatie over substantiële verliezen met betrekking tot operationeel risico, op de volgende wijze:

a) instellingen die eigenvermogensvereisten in verband met operationeel risico berekenen overeenkomstig deel 3, titel III, hoofdstuk 3 of 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013, rapporteren die informatie zoals gespecificeerd in template 17 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 4.2, van bijlage II;

b) instellingen die eigenvermogensvereisten in verband met operationeel risico berekenen overeenkomstig deel 3, titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en waarvan het individuele balanstotaal minder dan 1 % van de som van de afzonderlijke balanstotalen van alle instellingen in dezelfde lidstaat bedraagt, mogen de informatie zoals gespecificeerd in template 17 van bijlage I uitsluitend rapporteren overeenkomstig de instructies in deel II, punt 124, van bijlage II. De balanstotaalcijfers zijn gebaseerd op de cijfers aan het eind van het boekjaar vóór het jaar dat voorafgaat aan de rapportagereferentiedatum. De instap- en uitstapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing;

c) instellingen die de eigenvermogensvereisten in verband met operationeel risico berekenen overeenkomstig deel 3, titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn volledig vrijgesteld van de rapportage van informatie bedoeld in template 17 van bijlage I, en deel II, punt 4.2, van bijlage II.

Artikel 6

Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis, met uitzondering van groepen die uitsluitend bestaan uit beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op geconsolideerde basis te rapporteren, verstrekken de instellingen in een lidstaat de volgende informatie:

a) de in artikel 5 gespecificeerde informatie met de daarin vermelde frequentie maar op geconsolideerde basis;

b) de in template 6 van bijlage I gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies in deel II, punt 2, van bijlage II, inzake entiteiten die onder de consolidatie vallen, met een halfjaarlijkse frequentie.

Artikel 7

Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op individuele basis voor beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

1.  Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele basis te rapporteren, verstrekken aan artikel 95 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onderworpen beleggingsondernemingen de in de templates 1 tot en met 5 van bijlage I gespecificeerde informatie met een driemaandelijkse frequentie overeenkomstig de instructies in deel II, punt 1, van bijlage II.

2.  Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele basis te rapporteren, verstrekken aan artikel 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onderworpen beleggingsondernemingen de in artikel 5, onder a), en artikel 5, onder b), punt 1, van die verordening gespecificeerde informatie met de daarin genoemde frequentie.

Artikel 8

Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis voor groepen die uitsluitend bestaan uit beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

1.  Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op geconsolideerde basis te rapporteren, verstrekken beleggingsondernemingen van groepen die uitsluitend bestaan uit aan artikel 95 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onderworpen beleggingsondernemingen de volgende informatie op geconsolideerde basis:

a) de informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten zoals gespecificeerd in de templates 1 tot en met 5 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 1, van bijlage II, met een driemaandelijkse frequentie;

b) de informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten inzake entiteiten die onder de consolidatie vallen, zoals gespecificeerd in template 6 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 2, van bijlage II, met een halfjaarlijkse frequentie.

2.  Om informatie over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op geconsolideerde basis te rapporteren, verstrekken beleggingsondernemingen van groepen die bestaan uit aan zowel artikel 95 als artikel 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onderworpen beleggingsondernemingen, alsook groepen die uitsluitend bestaan uit aan artikel 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onderworpen beleggingsondernemingen, de volgende informatie op geconsolideerde basis:

a) de informatie zoals beschreven in artikel 5, onder a), en artikel 5, onder b), punt 1, met de daarin genoemde frequentie;

b) de informatie inzake entiteiten die onder de consolidatie vallen, zoals gespecificeerd in template 6 van bijlage I, overeenkomstig de instructies in deel II, punt 2, van bijlage II, met een halfjaarlijkse frequentie.



AFDELING 2

Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie op geconsolideerde basis

Artikel 9

Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor aan artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 onderworpen instellingen en andere kredietinstellingen die Verordening (EG) nr. 1606/2002 op geconsolideerde basis toepassen

1.  Om financiële informatie op geconsolideerde basis te rapporteren overeenkomstig artikel 99, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken in een lidstaat gevestigde instellingen de in bijlage III gespecificeerde informatie op geconsolideerde basis overeenkomstig de instructies in bijlage V, en de in bijlage VIII gespecificeerde informatie op geconsolideerde basis overeenkomstig de instructies in bijlage IX.

2.  De in lid 1 bedoelde informatie wordt verstrekt met de volgende specificaties:

a) de in deel 1 van bijlage III gespecificeerde informatie met een driemaandelijkse frequentie;

b) de in deel 3 van bijlage III gespecificeerde informatie met een halfjaarlijkse frequentie;

c) de in deel 4 van bijlage III gespecificeerde informatie met een jaarlijkse frequentie;

d) de in template 20 van deel 2 van bijlage III gespecificeerde informatie met een driemaandelijkse frequentie op de in artikel 5, onder a), punt 4, beschreven wijze. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria zijn van toepassing;

e) de in template 21 van deel 2 van bijlage III gespecificeerde informatie, indien aan operationele leases onderworpen materiële activa ten minste 10 % uitmaken van de totale materiële activa zoals gerapporteerd in template 1.1 van deel 1 van bijlage III, met een driemaandelijkse frequentie. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria van zijn van toepassing;

f) de in template 22 van deel 2 van bijlage III beschreven informatie, wanneer de netto-inkomsten uit vergoedingen en provisies ten minste 10 % bedragen van de som van de netto-inkomsten uit vergoedingen en provisies en nettorentebaten zoals gerapporteerd in template 2 van deel 1 van bijlage III, met een driemaandelijkse frequentie. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria van zijn van toepassing;

g) de in bijlage VIII gespecificeerde informatie voor blootstellingen waarvan de waarde groter is dan of gelijk is aan 300 miljoen EUR, maar minder bedraagt dan 10 % van het in aanmerking komend kapitaal, met een driemaandelijkse frequentie.

Artikel 10

Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor kredietinstellingen die Verordening (EG) nr. 1606/2002 op geconsolideerde basis toepassen overeenkomstig artikel 99, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013

Wanneer een bevoegde autoriteit de vereisten inzake de rapportage van financiële informatie op geconsolideerde basis heeft uitgebreid tot instellingen in een lidstaat overeenkomstig artikel 99, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken de instellingen financiële informatie overeenkomstig artikel 9.

Artikel 11

Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor instellingen die nationale standaarden welke op grond van Richtlijn 86/635/EEG zijn ontwikkeld, op geconsolideerde basis toepassen

1.  Wanneer een bevoegde autoriteit de vereisten inzake de rapportage van financiële informatie op geconsolideerde basis heeft uitgebreid tot instellingen die in een lidstaat zijn gevestigd overeenkomstig artikel 99, lid 6, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken de instellingen de in bijlage IV gespecificeerde informatie op geconsolideerde basis overeenkomstig de instructies in bijlage V, en de in bijlage VIII gespecificeerde informatie op geconsolideerde basis overeenkomstig de instructies in bijlage IX.

2.  De in lid 1 bedoelde informatie wordt verstrekt met de volgende specificaties:

a) de in deel 1 van bijlage IV gespecificeerde informatie met een driemaandelijkse frequentie;

b) de in deel 3 van bijlage IV gespecificeerde informatie met een halfjaarlijkse frequentie;

c) de in deel 4 van bijlage IV gespecificeerde informatie met een jaarlijkse frequentie;

d) de in template 20 van deel 2 van bijlage IV gespecificeerde informatie met een driemaandelijkse frequentie op de in artikel 5, onder a), punt 4, gespecificeerde wijze. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria zijn van toepassing;

e) de in template 21 van deel 2 van bijlage IV gespecificeerde informatie, wanneer aan operationele leases onderworpen materiële activa ten minste 10 % uitmaken van de totale materiële activa zoals gerapporteerd in template 1.1 van deel 1 van bijlage IV, met een driemaandelijkse frequentie. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria zijn van toepassing;

f) de in template 22 van deel 2 van bijlage IV beschreven informatie, wanneer de netto-inkomsten uit vergoedingen en provisies ten minste 10 % bedragen van de som van de netto-inkomsten uit vergoedingen en provisies en nettorentebaten zoals gerapporteerd in template 2 van deel 1 van bijlage IV, met een driemaandelijkse frequentie. De in artikel 4 genoemde instap- en uitstapcriteria zijn van toepassing;

g) de in bijlage VIII gespecificeerde informatie voor blootstellingen waarvan de waarde groter is dan of gelijk is aan 300 miljoen EUR, maar minder bedraagt dan 10 % van het in aanmerking komend kapitaal van de instelling, met een driemaandelijkse frequentie.



HOOFDSTUK 4

FORMAT EN FREQUENTIE VAN SPECIFIEKE RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN INZAKE VERLIEZEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DOOR ONROEREND GOED GEDEKTE LENINGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 101 VAN VERORDENING (EU) Nr. 575/2013

Artikel 12

1.  De instellingen verstrekken de in bijlage VI gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage VII op geconsolideerde basis, met een halfjaarlijkse frequentie.

2.  De instellingen verstrekken de in bijlage VI gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage VII op individuele basis, met een halfjaarlijkse frequentie.

3.  Bijkantoren in een andere lidstaat verstrekken de in bijlage VI gespecificeerde informatie met betrekking tot dat bijkantoor eveneens aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst overeenkomstig de instructies van bijlage VII, met een halfjaarlijkse frequentie.



HOOFDSTUK 5

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER GROTE BLOOTSTELLINGEN OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 13

1.  Om informatie over grote blootstellingen met betrekking tot cliënten en groepen verbonden cliënten op individuele en geconsolideerde basis te rapporteren overeenkomstig artikel 394, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken instellingen de in bijlage VIII gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage IX, met een driemaandelijkse frequentie.

2.  Om informatie over de twintig grootste blootstellingen met betrekking tot cliënten of groepen verbonden cliënten op geconsolideerde basis te rapporteren overeenkomstig artikel 394, lid 1, laatste zin, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken instellingen die onderworpen zijn aan deel 3, titel II, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 de in bijlage VIII gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage IX, met een driemaandelijkse frequentie.

3.  Om informatie over de tien grootste blootstellingen met betrekking tot instellingen en over de tien grootste blootstellingen met betrekking tot niet-gereglementeerde financiële entiteiten op geconsolideerde basis te rapporteren overeenkomstig artikel 394, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken de instellingen de in bijlage VIII gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage IX, met een driemaandelijkse frequentie.



HOOFDSTUK 6

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER DE HEFBOOMRATIO OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 14

1.  Om informatie over de hefboomratio overeenkomstig artikel 430, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele en geconsolideerde basis te rapporteren, verstrekken instellingen de in bijlage X gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage XI, met een driemaandelijkse frequentie.

▼M5

2.  De rapportage van de gegevens is gebaseerd op de methode die wordt gebruikt voor de berekening van de hefboomratio als hefboomratio per einde kwartaal.

3.  instellingen moeten in de eerstvolgende verslagperiode de in bijlage XI, deel II, punt 14, bedoelde informatie rapporteren wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a) het in bijlage XI, deel II, punt 7, bedoelde derivatenaandeel is groter dan 1,5 %;

b) het in bijlage XI, deel II, punt 7, bedoelde derivatenaandeel is groter dan 2,0 %.

De instapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing, behalve voor punt b) van de eerste alinea van dit lid, in welk geval de instellingen bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum informatie beginnen te rapporteren.

4.  instellingen waarvoor de in bijlage XI, deel II, punt 9, omschreven totale notionele waarde van derivaten groter is dan 10 miljard EUR, rapporteren de in bijlage XI, deel II, punt 14, bedoelde informatie, zelfs indien hun derivatenaandeel niet voldoet aan de in lid 3 beschreven voorwaarden.

De instapcriteria van artikel 4 zijn niet van toepassing. Bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum beginnen instellingen informatie te rapporteren vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum.

5.  instellingen moeten in de eerstvolgende verslagperiode de in bijlage XI, deel II, punt 15, bedoelde informatie rapporteren wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a) het in bijlage XI, deel II, punt 10, bedoelde volume kredietderivaten is groter dan 300 miljoen EUR;

b) het in bijlage XI, deel II, punt 10, bedoelde volume kredietderivaten is groter dan 500 miljoen EUR.

De instapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing, behalve voor punt b), in welk geval de instellingen bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum informatie beginnen te rapporteren.

▼M5 —————

▼B



HOOFDSTUK 7

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER LIQUIDITEIT EN STABIELE FINANCIERING OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 15

Format en frequentie van de rapportage over het liquiditeitsdekkingsvereiste

1.  Om op individuele en geconsolideerde basis informatie te rapporteren over het liquiditeitsdekkingsvereiste overeenkomstig artikel 415 van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken de instellingen de in bijlage XII gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies van bijlage XIII, met een maandelijkse frequentie.

2.  Bij de in de in bijlage XII vermelde informatie wordt rekening gehouden met de voor de referentiedatum ingediende informatie en de informatie over de kasstromen van de instelling gedurende de volgende dertig kalenderdagen.

Artikel 16

Format en frequentie van de rapportage over stabiele financiering

Om op individuele en geconsolideerde basis informatie te rapporteren over de stabiele financiering overeenkomstig artikel 415 van Verordening (EU) nr. 575/2013, verstrekken de instellingen de in bijlage XII gespecificeerde informatie overeenkomstig de instructies in bijlage XIII, met een driemaandelijkse frequentie.

▼M1



HOOFDSTUK 7 bis

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER BEZWARING VAN ACTIVA OP INDIVIDUELE EN GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 16 bis

Format en frequentie van de rapportage over bezwaring van activa op individuele en geconsolideerde basis

1.  Om overeenkomstig artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele en geconsolideerde basis informatie over lasten op activa (bezwaring van activa) te rapporteren, verstrekken instellingen de in bijlage XVI bij deze verordening gespecificeerde gegevens volgens de in bijlage XVII bij deze verordening vastgelegde instructies.

2.  De in lid 1 bedoelde informatie wordt volgens de volgende specificaties verstrekt:

a) de gegevens in delen A, B en D van bijlage XVI worden driemaandelijks gerapporteerd;

b) de gegevens in deel C van bijlage XVI worden jaarlijks gerapporteerd;

c) de gegevens in deel E van bijlage XVI worden halfjaarlijks gerapporteerd.

3.  Instellingen zijn niet verplicht de gegevens in de delen B, C of E van bijlage XVI te rapporteren als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a) de overeenkomstig afdeling 1.6, punt 10, van bijlage XVII berekende totale activa van de instelling bedragen minder dan 30 miljard EUR;

b) het overeenkomstig afdeling 1.6, punt 9, van bijlage XVII berekende activabezwaringsniveau van de instelling bedraagt minder dan 15 %.

4.  Instellingen zijn alleen verplicht de gegevens in deel D van bijlage XVI te rapporteren als zij de in artikel 52, lid 4, eerste alinea, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ) bedoelde obligaties uitgeven.

▼M4



HOOFDSTUK 7 ter

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER MAATSTAVEN VOOR DE BEWAKING VAN DE ADDITIONELE LIQUIDITEIT OP INDIVIDUELE EN GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 16 ter

1.  Om overeenkomstig artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele en geconsolideerde basis informatie te rapporteren over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit, verstrekken instellingen de volgende informatie met een maandelijkse frequentie:

a) de informatie gespecificeerd in bijlage XVIII overeenkomstig de instructies in bijlage XIX;

b) de informatie gespecificeerd in bijlage XX overeenkomstig de instructies in bijlage XXI.

2.  In afwijking van lid 1 kan een instelling de informatie over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit met een driemaandelijkse frequentie rapporteren wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a) de instelling maakt geen deel uit van een groep met dochterbedrijven of moederinstellingen die in andere rechtsgebieden dan dat van haar bevoegde autoriteit zijn gevestigd;

b) de verhouding van het individuele balanstotaal van de instelling tot de som van de individuele balanstotalen van alle instellingen in de betrokken lidstaat bedraagt gedurende twee opeenvolgende jaren voorafgaand aan het jaar van rapportage minder dan 1 %;

c) de instelling heeft totale activa, berekend overeenkomstig Richtlijn 86/635/EEG van de Raad ( 6 ), van minder dan 30 miljard EUR.

Voor de toepassing van b) zijn de balanstotaalcijfers voor de berekening van de verhouding gebaseerd op de gecontroleerde eindejaarcijfers van het jaar vóór het aan de rapportagereferentiedatum voorafgaande jaar.

3.  Voor de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen is de eerste maand waarvoor informatie over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit moet worden gerapporteerd, april 2016.

▼B



HOOFDSTUK 8

IT-OPLOSSINGEN VOOR HET INDIENEN VAN GEGEVENS DOOR INSTELLINGEN BIJ DE BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 17

▼M1

1.  Instellingen verstrekken de in deze verordening bedoelde informatie in de door de bevoegde autoriteiten gespecificeerde formats voor gegevensuitwisseling en -presentatie, met inachtneming van de definities van gegevenspunten in het in bijlage XIV bedoelde gemeenschappelijke gegevenspuntenmodel en de in bijlage XV bedoelde validatievoorschriften, alsmede de volgende specificaties:

a) bij het indienen van gegevens wordt niet-gevraagde of niet-toepasselijke informatie achterwege gelaten;

b) numerieke waarden worden op de volgende wijze als feitelijke informatie ingediend:

(i) gegevenspunten van het gegevenstype „Monetair” worden met een nauwkeurigheid van minimaal drie cijfers achter de komma gerapporteerd;

(ii) gegevenspunten van het gegevenstype „Percentage” worden met een nauwkeurigheid van minimaal vier cijfers achter de komma uitgedrukt;

(iii) gegevenspunten van het gegevenstype „Geheel getal” worden zonder cijfers achter de komma als gehele getallen gerapporteerd.

▼B

2.  De door de instellingen ingediende gegevens gaan gepaard met volgende informatie:

a) rapportagereferentiedatum en referentieperiode;

b) rapportagevaluta;

c) standaard voor financiële verslaglegging;

d) identificatiecode van de rapporterende instelling;

e) niveau van toepassing als individueel of geconsolideerd.



HOOFDSTUK 9

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 18

Overgangsperiode

De inleverdatum voor gegevens met een driemaandelijkse rapportagefrequentie voor wat betreft de referentiedatum 31 maart 2014 voor te rapporteren informatie is uiterlijk 30 juni 2014.

Voor de periode van 31 maart 2014 tot en met 30 april 2014 geldt in afwijking van artikel 3, lid 1, onder a), dat de inleverdatum voor wat betreft maandelijkse rapportage uiterlijk 30 juni 2014 is.

Voor de periode van 31 mei 2014 tot en met 31 december 2014 geldt in afwijking van artikel 3, lid 1, onder a), dat de inleverdatum voor wat betreft maandelijkse rapportage de dertigste kalenderdag na de rapportagereferentiedatum is.

▼M1

Wat de gegevens betreft die op grond van artikel 16 bis moeten worden gerapporteerd, is de eerste rapportagereferentiedatum 31 december 2014.

▼M2

Onverminderd artikel 2 is de eerste inleverdatum voor de templates 18 en 19 van bijlage III 31 december 2014. De rijen en kolommen van de templates 6, 9.1, 20.4, 20.5 en 20.7 van bijlage III betreffende respijtblootstellingen en niet-renderende blootstellingen worden ingevuld voor de inleverdatum van 31 december 2014.

▼M4

In afwijking van artikel 3, lid 1, onder a), is voor de maanden vanaf april 2016 tot en met oktober 2016, de inleverdatum van de rapportage betreffende de maandelijkse rapportage van de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit de dertigste kalenderdag na de referentiedatum voor rapportage.

▼B

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

De artikelen 9, 10 en 11 zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2014.

Artikel 15 is van toepassing met ingang van 1 maart 2014.

▼M1

Artikel 16 bis is van toepassing met ingang van 1 december 2014.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M2




BIJLAGE I

RAPPORTAGE INZAKE EIGEN VERMOGEN EN EIGENVERMOGENSVEREISTEN



COREP-TEMPLATES

Template-nummer

Template-code

Naam van de template/groep templates

Korte naam

 

 

KAPITAALTOEREIKENDHEID

CA

1

C 01.00

EIGEN VERMOGEN

CA1

2

C 02.00

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CA2

3

C 03.00

KAPITAALRATIO'S

CA3

4

C 04.00

PRO-MEMORIEPOSTEN:

CA4

 

 

OVERGANGSBEPALINGEN

CA5

5.1

C 05.01

OVERGANGSBEPALINGEN

CA5.1

5.2

C 05.02

INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUN BEHELZEN

CA5.2

 

 

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

GS

6.1

C 06.01

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL

GS Total

6.2

C 06.02

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN

GS

 

 

KREDIETRISICO

CR

7

C 07.00

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR SA

 

 

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR IRB

8.1

C 08.01

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN

CR IRB 1

8.2

C 08.02

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (uitsplitsing naar debiteurenklasse of -groep)

CR IRB 2

 

 

GEOGRAFISCHE UITSPLITSING

CR GB

9.1

C 09.01

Tabel 9.1 – Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur (blootstellingen in het kader van de standaardbenadering)

CR GB 1

9.2

C 09.02

Tabel 9.2 – Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur (IRB-blootstellingen)

CR GB 2

9.3

C 09.03

Tabel 9.3 – Geografische uitsplitsing van betrokken kredietblootstellingen ten behoeve van de berekening van de instellingsspecifieke contracyclische buffer

CR GB 3

 

 

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN

CR EQU IRB

10.1

C 10.01

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN

CR EQU IRB 1

10.2

C 10.02

KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN. UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERING

CR EQU IRB 2

11

C 11.00

AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

CR SETT

12

C 12.00

KREDIETRISICO: SECURITISATIES - STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CR SEC SA

13

C 13.00

KREDIETRISICO: SECURITISATIES - INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

CR SEC IRB

14

C 14.00

NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES

CR SEC Details

 

 

OPERATIONEEL RISICO

OPR

16

C 16.00

OPERATIONEEL RISICO

OPR

17

C 17.00

OPERATIONEEL RISICO: VERLIEZEN EN GOEDGEMAAKTE VERLIEZEN PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORTEN GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR

OPR Details

 

 

MARKTRISICO

MKR

18

C 18.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN

MKR SA TDI

19

C 19.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES

MKR SA SEC

20

C 20.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE

MKR SA CTP

21

C 21.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN

MKR SA EQU

22

C 22.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO

MKR SA FX

23

C 23.00

MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN

MKR SA COM

24

C 24.00

INTERNE MODELLEN VOOR MARKTRISICO

MKR IM

25

C 25.00

RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING

CVA

▼M3



C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1)

Rijen

ID

Post

Bedrag

010

1

EIGEN VERMOGEN

 

015

1.1

TIER 1-KAPITAAL

 

020

1.1.1

TIER 1-KERNKAPITAAL

 

030

1.1.1.1

Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal

 

040

1.1.1.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten

 

045

1.1.1.1.1*

Waarvan: In noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten

 

050

1.1.1.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

 

060

1.1.1.1.3

Agio

 

070

1.1.1.1.4

(–) Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

080

1.1.1.1.4.1

(–) Direct bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

090

1.1.1.1.4.2

(–) Indirect bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

091

1.1.1.1.4.3

(–) Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

092

1.1.1.1.5

(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

130

1.1.1.2

Ingehouden winsten

 

140

1.1.1.2.1

Ingehouden winsten van voorgaande jaren

 

150

1.1.1.2.2

In aanmerking komende winsten en verliezen

 

160

1.1.1.2.2.1

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

 

170

1.1.1.2.2.2

(–) Niet in aanmerking komend deel van het tussentijdse of eindejaarsresultaat

 

180

1.1.1.3

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

 

200

1.1.1.4

Andere reserves

 

210

1.1.1.5

Fondsen voor algemene bankrisico's

 

220

1.1.1.6

Overgangsbepalingen als gevolg van tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

230

1.1.1.7

Minderheidsbelangen die als tier 1-kernkapitaal worden opgenomen

 

240

1.1.1.8

Overgangsaanpassingen in verband met aanvullende minderheidsbelangen

 

250

1.1.1.9

Aanpassingen aan tier 1-kernkapitaal als gevolg van prudentiële filters

 

260

1.1.1.9.1

(–) Toenamen van aandelenkapitaal die voortvloeien uit gesecuritiseerde activa

 

270

1.1.1.9.2

Reserve voor kasstroomafdekkingen

 

280

1.1.1.9.3

Cumulatieve winsten of verliezen wegens veranderingen in het eigen kredietrisico betreffende tegen reële waarde gewaardeerde verplichtingen

 

285

1.1.1.9.4

Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

 

290

1.1.1.9.5

(–) Waardeaanpassingen als gevolg van de vereisten voor prudente waardering

 

300

1.1.1.10

(–) Goodwill

 

310

1.1.1.10.1

(–) Goodwill die als immaterieel activum wordt verantwoord

 

320

1.1.1.10.2

(–) Goodwill die vervat zit in de waardering van aanzienlijke deelnemingen

 

330

1.1.1.10.3

Aan goodwill gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

340

1.1.1.11

(–) Andere immateriële activa

 

350

1.1.1.11.1

(–) Andere immateriële activa vóór aftrek van uitgestelde belastingverplichtingen

 

360

1.1.1.11.2

Aan andere immateriële activa gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

370

1.1.1.12

(–) Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, exclusief de daaraan gerelateerde belastingverplichtingen

 

380

1.1.1.13

(–) Voor IRB, negatief verschil tussen kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliesposten

 

390

1.1.1.14

(–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

400

1.1.1.14.1

(–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

410

1.1.1.14.2

Aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

 

420

1.1.1.14.3

Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds waarvan de instelling onbeperkt gebruik kan maken

 

430

1.1.1.15

(–) Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

 

440

1.1.1.16

(–) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt

 

450

1.1.1.17

(–) Gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

460

1.1.1.18

(–) Securitisatieposities die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

470

1.1.1.19

(–) Niet-afgewikkelde transacties („free deliveries”) die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

471

1.1.1.20

(–) Posities in een basket waarvoor een instelling het risicogewicht met de interneratingbenadering niet kan bepalen, en die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

472

1.1.1.21

(–) Blootstellingen in aandelen met een internemodellenbenadering die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

 

480

1.1.1.22

(–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

490

1.1.1.23

(–) Aftrekbare uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

500

1.1.1.24

(–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

510

1.1.1.25

(–) Bedrag waarmee de drempel van 17,65 % wordt overschreden

 

520

1.1.1.26

Andere overgangsaanpassingen aan het tier 1-kernkapitaal

 

524

1.1.1.27

Aanvullende aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

529

1.1.1.28

Bestanddelen of aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal — overige

 

530

1.1.2

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

 

540

1.1.2.1

Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als aanvullend-tier 1-kapitaal

 

550

1.1.2.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten

 

560

1.1.2.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

 

570

1.1.2.1.3

Agio

 

580

1.1.2.1.4

(–) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

 

590

1.1.2.1.4.1

(–) Direct bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

620

1.1.2.1.4.2

(–) Indirect bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

621

1.1.2.1.4.3

(–) Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

 

622

1.1.2.1.5

(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-instrumenten

 

660

1.1.2.2

Overgangsaanpassingen als gevolg van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

670

1.1.2.3

Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het aanvullend-tier 1-kapitaal worden opgenomen

 

680

1.1.2.4

Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het aanvullend-tier 1-kapitaal

 

690

1.1.2.5

(–) Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

 

700

1.1.2.6

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

710

1.1.2.7

(–) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

720

1.1.2.8

(–) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt

 

730

1.1.2.9

Andere overgangsaanpassingen aan het aanvullend-tier 1-kapitaal

 

740

1.1.2.10

Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van tier-1-kernkapitaal)

 

744

1.1.2.11

Aanvullende aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

748

1.1.2.12

Bestanddelen of aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal — overige

 

750

1.2

TIER 2-KAPITAAL

 

760

1.2.1

Kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

 

770

1.2.1.1

Volgestorte kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

 

780

1.2.1.2*

Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

 

790

1.2.1.3

Agio

 

800

1.2.1.4

(–) Eigen tier 2-instrumenten

 

810

1.2.1.4.1

(–) Direct bezit van tier 2-instrumenten

 

840

1.2.1.4.2

(–) Indirect bezit van tier 2-instrumenten

 

841

1.2.1.4.3

(–) Synthetisch bezit van tier 2-instrumenten

 

842

1.2.1.5

(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 2-instrumenten

 

880

1.2.2

Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 2-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en achtergestelde leningen

 

890

1.2.3

Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het tier 2-kapitaal worden opgenomen

 

900

1.2.4

Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het tier 2-kapitaal

 

910

1.2.5

Bedrag van voorzieningen waarmee de volgens de interneratingbenadering verwachte verliezen worden overschreden

 

920

1.2.6

Algemene kredietrisicoaanpassingen volgens de standaardbenadering

 

930

1.2.7

(–) Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

 

940

1.2.8

(–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

950

1.2.9

(–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

960

1.2.10

Andere overgangsaanpassingen aan het tier 2-kapitaal

 

970

1.2.11

Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier-1-kapitaal)

 

974

1.2.12

(–) Aanvullende aftrekkingen van tier 2-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

 

978

1.2.13

Bestanddelen of aftrekkingen van tier 2-kapitaal — overige

 

▼M2



C 02.00 – EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2)

Rijen

Post

Label

Bedrag

010

1

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

020

1*

Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV

 

030

1**

Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV

 

040

1.1

RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIETRISICO, TEGENPARTIJKREDIETRISICO EN VERWATERINGSRISICO EN VOOR NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

 

050

1.1.1

Standaardbenadering (SA)

 

060

1.1.1.1

Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering met uitzondering van securitisatieposities

 

070

1.1.1.1.01

Centrale overheden of centrale banken

 

080

1.1.1.1.02

Regionale of lokale overheden

 

090

1.1.1.1.03

Publiekrechtelijke lichamen

 

100

1.1.1.1.04

Multilaterale ontwikkelingsbanken

 

110

1.1.1.1.05

Internationale organisaties

 

120

1.1.1.1.06

Instellingen

 

130

1.1.1.1.07

Ondernemingen

 

140

1.1.1.1.08

Particulieren en kleine partijen

 

150

1.1.1.1.09

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

 

160

1.1.1.1.10

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

170

1.1.1.1.11

Posten met een bijzonder hoog risico

 

180

1.1.1.1.12

Gedekte obligaties

 

190

1.1.1.1.13

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

 

200

1.1.1.1.14

Instellingen voor collectieve belegging (icb’s)

 

210

1.1.1.1.15

Aandelen

 

211

1.1.1.1.16

Andere posten

 

220

1.1.1.2

Securitisatieposities volgens de standaardbenadering

 

230

1.1.1.2*

waarvan: hersecuritisatie

 

240

1.1.2

Interneratingbenadering (IRB)

 

250

1.1.2.1

Interneratingbenaderingen wanneer noch eigen LGD-ramingen noch omrekeningsfactoren worden gebruikt

 

260

1.1.2.1.01

Centrale overheden en centrale banken

 

270

1.1.2.1.02

Instellingen

 

280

1.1.2.1.03

Ondernemingen – Kmo's

 

290

1.1.2.1.04

Ondernemingen – Gespecialiseerde kredietverlening

 

300

1.1.2.1.05

Ondernemingen – Overige

 

310

1.1.2.2

Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren worden gebruikt

 

320

1.1.2.2.01

Centrale overheden en centrale banken

 

330

1.1.2.2.02

Instellingen

 

340

1.1.2.2.03

Ondernemingen – Kmo's

 

350

1.1.2.2.04

Ondernemingen – Gespecialiseerde kredietverlening

 

360

1.1.2.2.05

Ondernemingen – Overige

 

370

1.1.2.2.06

Particulieren en kleine partijen – Gedekt door onroerend goed van kmo’s

 

380

1.1.2.2.07

Particulieren en kleine partijen - Gedekt door onroerend goed van niet-kmo’s

 

390

1.1.2.2.08

Particulieren en kleine partijen - Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

 

400

1.1.2.2.09

Particulieren en kleine partijen - Overige kmo’s

 

410

1.1.2.2.10

Particulieren en kleine partijen - Overige niet-kmo’s

 

420

1.1.2.3

Aandelen IRB

 

430

1.1.2.4

Securitisatieposities volgens de interneratingbenadering

 

440

1.1.2.4*

Waarvan: hersecuritisatie

 

450

1.1.2.5

Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen

 

460

1.1.3

Risicoposten voor bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een CTP

 

490

1.2

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

 

500

1.2.1

Afwikkelings-/leveringsrisico in de niet-handelsportefeuille

 

510

1.2.2

Afwikkelings-/leveringsrisico in de handelsportefeuille

 

520

1.3

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

 

530

1.3.1

Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens standaardbenaderingen

 

540

1.3.1.1

Verhandelbare schuldinstrumenten

 

550

1.3.1.2

Aandelen

 

560

1.3.1.3

Valuta

 

570

1.3.1.4

Grondstoffen

 

580

1.3.2

Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico’s volgens de internemodellenbenadering

 

590

1.4

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR HET OPERATIONEEL RISICO

 

600

1.4.1

Operationeel risico volgens de basisindicatorbenadering

 

610

1.4.2

Operationeel risico volgens de standaardbenadering / alternatieve standaardbenadering

 

620

1.4.3

Operationeel risico volgens de geavanceerde meetbenaderingen

 

630

1.5

AANVULLENDE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN

 

640

1.6

TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AANPASSING VAN DE KREDIETWAARDERING

 

650

1.6.1

Geavanceerde methode

 

660

1.6.2

Standaardmethode

 

670

1.6.3

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

 

680

1.7

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN IN VERBAND MET GROTE BLOOTSTELLINGEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

690

1.8

ANDERE RISICOPOSTEN

 

710

1.8.2

Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 458

 

720

1.8.2*

Waarvan: vereisten met betrekking tot grote blootstellingen

 

730

1.8.2**

Waarvan: als gevolg van gewijzigde risicogewichten gericht tegen zeepbellen in activa in niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed

 

740

1.8.2***

Waarvan: als gevolg van blootstellingen binnen de financiële sector

 

750

1.8.3

Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 459

 

760

1.8.4

Waarvan: Aanvullende risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV

 



C 03.00 – KAPITAALRATIO’S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3)

Rijen

ID

Post

Bedrag

010

1

Tier 1-kernkapitaalratio

 

020

2

Overschot(+)/Tekort(-) aan tier 1-kernkapitaal

 

030

3

Tier 1-kapitaalratio

 

040

4

Overschot(+)/Tekort(-) aan tier 1-kapitaal

 

050

5

Totale kapitaalratio

 

060

6

Overschot(+)/Tekort(-) aan totaal kapitaal

 

Pro-memorieposten: Kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

070

7

Tier 1-kernkapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

080

8

Streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 

090

9

Tier 1-kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

100

10

Streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 

110

11

Totale kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler II

 

120

12

Streefcijfer voor de totale kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler II

 

▼M3



C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)

Rij

ID

Post

Kolom

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen

010

010

1

Totaal aan uitgestelde belastingvorderingen

 

020

1.1

Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten

 

030

1.2

Uitgestelde belastingvorderingen die berusten op toekomstige winstgevendheid en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

040

1.3

Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

050

2

Totale uitgestelde belastingvorderingen

 

060

2.1

Uitgestelde belastingverplichtingen die niet in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

 

070

2.2

Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

 

080

2.2.1

Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

090

2.2.2

Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

Kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliezen

100

3

Voor IRB, het overschot (+) of tekort (–) na aftrek van verwachte verliesposten van kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan

 

110

3.1

Totale kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen die in aanmerking komen om bij de berekening van de verwachte verliesposten te worden betrokken

 

120

3.1.1

Algemene kredietrisicoaanpassingen

 

130

3.1.2

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

 

131

3.1.3

Aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen

 

140

3.2

Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen

 

145

4

Voor IRB, overschot (+) of tekort (–) van specifieke kredietrisicoaanpassingen aan verwachte verliezen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

 

150

4.1

Specifieke kredietrisicoaanpassingen en posities die op vergelijkbare wijze worden behandeld

 

155

4.2

Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen

 

160

5

Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor het overschot aan voorzieningen dat in aanmerking komt als tier 2-kapitaal

 

170

6

Totale brutovoorzieningen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal

 

180

7

Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor de voorzieningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

 

Drempels voor aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal

190

8

Drempel voor niet-aftrekbaar bezit aan entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

200

9

10 %-drempel voor tier1-kernkapitaal

 

210

10

17,65 %-drempel voor tier1-kernkapitaal

 

225

11.1

In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector

 

226

11.2

In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van grote blootstellingen

 

Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

230

12

Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

240

12.1

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

250

12.1.1

Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

260

12.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

270

12.2

Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

280

12.2.1

Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

290

12.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

291

12.3

Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

292

12.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

293

12.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

300

13

Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

310

13.1

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

320

13.1.1

Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

330

13.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

340

13.2

Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

350

13.2.1

Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

360

13.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

361

13.3

Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

362

13.3.1

Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

363

13.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

370

14

Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

380

14.1

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming

 

390

14.1.1

Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

400

14.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

410

14.2

Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

420

14.2.1

Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

430

14.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

431

14.3

Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

432

14.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

433

14.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

440

15

Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

450

15.1

Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

460

15.1.1

Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

470

15.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

480

15.2

Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

490

15.2.1

Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

500

15.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

501

15.3

Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

502

15.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

503

15.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

510

16

Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

520

16.1

Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

530

16.1.1

Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

540

16.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

550

16.2

Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

560

16.2.1

Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

570

16.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

571

16.3

Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

572

16.3.1

Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

573

16.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

580

17

Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities

 

590

17.1

Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

600

17.1.1

Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

610

17.1.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

620

17.2

Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

630

17.2.1

Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

640

17.2.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit

 

641

17.3

Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

642

17.3.1

Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

643

17.3.2

(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit

 

Totaalbedrag van de risicoposten van bezit die niet van de betrokken kapitaalcategorie worden afgetrokken:

650

18

Risicogewogen posten van bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 1-kernkapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

660

19

Risicogewogen posten van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het aanvullend-tier 1-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

670

20

Risicogewogen posten van bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 2-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

 

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van het eigen vermogen

680

21

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

690

22

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

700

23

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

710

24

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

720

25

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

730

26

Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

Kapitaalbuffers

740

27

Gecombineerde buffervereisten

 

750

 

Kapitaalconserveringsbuffer

 

760

 

Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat

 

770

 

Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer

 

780

 

Systeemrisicobuffer

 

790

 

Buffer voor systeemrelevante instellingen

 

800

 

Buffer voor mondiaal systeemrelevante instellingen

 

810

 

Buffer voor andere systeemrelevante instellingen

 

Vereisten onder Pijler II

820

28

Eigenvermogensvereisten in verband met aanpassingen uit hoofde van Pijler II

 

Aanvullende informatie voor beleggingsondernemingen

830

29

Aanvangskapitaal

 

840

30

Eigen vermogen op basis van vaste kosten

 

Aanvullende informatie voor de berekening van rapportagedrempels

850

31

Niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen

 

860

32

Totale oorspronkelijke blootstellingen

 

Basel I-ondergrens

870

 

Aanpassingen aan totaal eigen vermogen

 

880

 

Voor de Bazel I-ondergrens volledig aangepast vermogen

 

890

 

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens

 

900

 

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens — SA-alternatief

 

▼M2



C 05.01 - OVERGANGSBEPALINGEN (CA5.1)

 

Aanpassingen van tier 1-kernkapitaal

Aanpassingen van aanvullend-tier 1-kapitaal

Aanpassingen van tier 2-kapitaal

Aanpassingen verwerkt in risicogewogen actiefposten

Pro-memorieposten

Toepasselijk percentage

In aanmerking komend bedrag zonder toepassing van overgangsbepalingen

Code

ID

Post

010

020

030

040

050

060

010

1

TOTALE AANPASSINGEN

 

 

 

 

 

 

020

1.1

INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN

koppeling aan {CA1;r220}

koppeling aan {CA1;r660}

koppeling aan {CA1;r880}

 

 

 

030

1.1.1

Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die staatssteun behelzen

 

 

 

 

 

 

040

1.1.1.1

Instrumenten die overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG als eigen vermogen in aanmerking genomen konden worden

 

 

 

 

 

 

050

1.1.1.2

Instrumenten uitgegeven door instellingen die hun statutaire zetel hebben in een lidstaat die aan een economisch aanpassingsprogramma onderworpen is

 

 

 

 

 

 

060

1.1.2

Instrumenten die geen staatssteun behelzen

koppeling aan {CA5.2;r010;c060}

koppeling aan {CA5.2;r020;c060}

koppeling aan {CA5.2;r090;c060}

 

 

 

070

1.2

MINDERHEIDSBELANGEN EN DAARAAN GELIJK TE STELLEN POSTEN

koppeling aan {CA1;r240}

koppeling aan {CA1;r680}

koppeling aan {CA1;r900}

 

 

 

080

1.2.1

Niet als minderheidsbelangen aangemerkte kapitaalinstrumenten en posten

 

 

 

 

 

 

090

1.2.2

Opneming van minderheidsbelangen in het geconsolideerde eigen vermogen onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

091

1.2.3

Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 1-kapitaal onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

092

1.2.4

Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend tier 2-kapitaal onder de overgangsbepalingen

 

 

 

 

 

 

100

1.3

ANDERE AANPASSINGEN ONDER DE OVERGANGSBEPALINGEN

koppeling aan {CA1;r520}

koppeling aan {CA1;r730}

koppeling aan {CA1;r960}

 

 

 

110

1.3.1

Niet-gerealiseerde winsten en verliezen

 

 

 

 

 

 

120

1.3.1.1

Niet-gerealiseerde winsten

 

 

 

 

 

 

130

1.3.1.2

Niet-gerealiseerde verliezen

 

 

 

 

 

 

133

1.3.1.3

Niet-gerealiseerde winsten op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving goedgekeurde IAS39

 

 

 

 

 

 

136

1.3.1.4

Niet-gerealiseerde verliezen op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving goedgekeurde IAS39

 

 

 

 

 

 

138

1.3.1.5

Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

 

 

 

 

 

 

140

1.3.2

Aftrekkingen

 

 

 

 

 

 

150

1.3.2.1

Het verlies van het lopende boekjaar

 

 

 

 

 

 

160

1.3.2.2

Immateriële activa

 

 

 

 

 

 

170

1.3.2.3

Uitgestelde belastingvorderingen die berusten op toekomstige winstgevendheid en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

 

 

 

 

 

 

180

1.3.2.4

IRB-gerelateerd tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen

 

 

 

 

 

 

190

1.3.2.5

Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

 

 

 

 

 

 

194

1.3.2.5*

waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - positieve post

 

 

 

 

 

 

198

1.3.2.5**

waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen - negatieve post

 

 

 

 

 

 

200

1.3.2.6

Eigen instrumenten

 

 

 

 

 

 

210

1.3.2.6.1

Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

 

 

 

 

 

 

211

1.3.2.6.1**

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

212

1.3.2.6.1*

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

220

1.3.2.6.2

Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

 

 

 

 

 

 

221

1.3.2.6.2**

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

222

1.3.2.6.2*

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

230

1.3.2.6.3

Eigen tier 2-instrumenten

 

 

 

 

 

 

231

1.3.2.6.3*

waarvan: Direct bezit

 

 

 

 

 

 

232

1.3.2.6.3**

waarvan: Indirect bezit

 

 

 

 

 

 

240

1.3.2.7

Wederzijdse deelnemingen

 

 

 

 

 

 

250

1.3.2.7.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

 

 

 

 

 

 

260

1.3.2.7.1.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

270

1.3.2.7.1.2

Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

280

1.3.2.7.2

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

 

 

 

 

 

 

290

1.3.2.7.2.1

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

300

1.3.2.7.2.2

Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

310

1.3.2.7.3

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

 

 

 

 

 

 

320

1.3.2.7.3.1

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

330

1.3.2.7.3.2

Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

340

1.3.2.8

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

350

1.3.2.8.1

Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

360

1.3.2.8.2

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

370

1.3.2.8.3

Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

380

1.3.2.9

Uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen en tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

390

1.3.2.10

Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

400

1.3.2.10.1

Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

410

1.3.2.10.2

Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

420

1.3.2.10.3

Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

 

 

 

 

 

 

425

1.3.2.11

Vrijstelling van aftrek van deelnemingen in verzekeringsondernemingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen

 

 

 

 

 

 

430

1.3.3

Additionele filters en aftrekkingen

 

 

 

 

 

 



C 05.02 - INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUN BEHELZEN (CA5.2)

CA 5.2 Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die geen staatssteun behelzen

Bedrag van instrumenten plus daaraan gerelateerde agiorekeningen

Grondslag voor berekening van de limiet

Toepasselijk percentage

Limiet

(-) Bedrag waarmee de limiet voor grandfathering wordt overschreden

Totale bedrag waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Code

ID

Post

010

020

030

040

050

060

010

1

Instrumenten die voor artikel 57, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c010}

020

2

Instrumenten die voor artikel 57, onder a), en artikel 154, leden 8 en 9, van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen, behoudens de in artikel 489 bepaalde limiet

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c020}

030

2.1

Totaal van instrumenten zonder call of aflossingsprikkel

 

 

 

 

 

 

040

2.2

Instrumenten met een call en aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

050

2.2.1

Instrumenten met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

060

2.2.2

Instrumenten met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

070

2.2.3

Instrumenten met een call die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

 

 

 

 

 

 

080

2.3

Overschrijding van de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

090

3

Bestanddelen die voor artikel 57, onder e), f), g) of h), van Richtlijn 2006/48/EG in aanmerking kwamen, behoudens de in artikel 490 bepaalde limiet

 

 

 

 

 

koppeling aan {CA5.1;r060;c030}

100

3.1

Totaal van bestanddelen zonder aflossingsprikkel

 

 

 

 

 

 

110

3,2

Bestanddelen met een aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 

120

3.2.1

Bestanddelen met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

130

3.2.2

Bestanddelen met een call die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

140

3.2.3

Bestanddelen met een call die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

 

 

 

 

 

 

150

3.3

Overschrijding van de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

 

 

 

 

 

 



C 06.01 – SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN - TOTAAL (GS TOTAL)

 

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

KAPITAALBUFFERS

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

 

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

 

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN

 

KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGSRISICO’S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO’S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

 

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (-) / (+) NEGATIEVE GOODWILL

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT

WAARVAN: (-) GOODWILL / (+) NEGATIEVE GOODWILL

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT

SYSTEEMRISICOBUFFER

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

010

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M3



C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKEN

INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

NAAM

CODE

LEI-code

INSTELLING OF DAARMEE GELIJKWAARDIG

(JA/NEE)

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GEGEVENS: INDIVIDUEEL VOLLEDIG GECONSOLIDEERD (SF) OF INDIVIDUEEL GEDEELTELIJK GECONSOLIDEERD (SP)

LANDENCODE

AANDEEL IN DE DEELNEMING (%)

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

010

020

025

030

040

050

060

070

080

090

100

110

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

EIGEN VERMOGEN

 

 

TOTALE TIER 1-KAPITAAL

 

 

TIER 2-KAPITAAL

 

TIER 1-KERNKAPITAAL

 

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

 

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN

GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 1-KAPITAAL

GERELATEERDE TIER 1-INSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN

WAARVAN: MINDERHEIDSBELANGEN:

GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIOREKENINGEN EN ANDERE RESERVES

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 2-KAPITAAL

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

 

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN

 

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

 

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S

OPERATIONEEL RISICO

ANDERE RISICOPOSTEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

 

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (–)/(+) NEGATIEVE GOODWILL

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

KAPITAALBUFFERS

 

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN

 

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT

WAARVAN: (–) GOODWILL/(+) NEGATIEVE GOODWILL

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT

SYSTEEMRISICOBUFFER

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)

Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering

 

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN IN VERBAND MET DE OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING EXCLUSIEF WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

(–) GARANTIES

(–) KREDIETDERIVATEN

010

030

040

050

060

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

020

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

030

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

 

 

 

 

 

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

090

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

100

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

110

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

120

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

130

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT:

140

0 %

 

 

 

 

 

150

2 %

 

 

 

 

 

160

4 %

 

 

 

 

 

170

10 %

 

 

 

 

 

180

20 %

 

 

 

 

 

190

35 %

 

 

 

 

 

200

50 %

 

 

 

 

 

210

70 %

 

 

 

 

 

220

75 %

 

 

 

 

 

230

100 %

 

 

 

 

 

240

150 %

 

 

 

 

 

250

250 %

 

 

 

 

 

260

370 %

 

 

 

 

 

270

1 250 %

 

 

 

 

 

280

Andere risicogewichten

 

 

 

 

 

PRO-MEMORIEPOSTEN

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 %

 

 

 

 

 

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 %

 

 

 

 

 



 

 

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KRE DIETRISICOLIMITERING

(–) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: EENVOUDIGE BENADERING

(–) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(–) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

070

080

090

100

110

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

020

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

030

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

 

 

 

 

 

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

090

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

100

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

110

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

120

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

130

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT:

140

0 %

 

 

 

 

 

150

2 %

 

 

 

 

 

160

4 %

 

 

 

 

 

170

10 %

 

 

 

 

 

180

20 %

 

 

 

 

 

190

35 %

 

 

 

 

 

200

50 %

 

 

 

 

 

210

70 %

 

 

 

 

 

220

75 %

 

 

 

 

 

230

100 %

 

 

 

 

 

240

150 %

 

 

 

 

 

250

250 %

 

 

 

 

 

260

370 %

 

 

 

 

 

270

1 250 %

 

 

 

 

 

280

Andere risicogewichten

 

 

 

 

 

PRO-MEMORIEPOSTEN

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 %

 

 

 

 

 

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 %

 

 

 

 

 



 

 

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE. UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

VOLATILITEITSAANPASSING VAN DE BLOOTSTELLING

(–) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: GECORRIGEERDE WAARDE (Gvam)

0 %

20 %

50 %

100 %

 

(–) WAARVAN: VOLATILITEITS- EN LOOPTIJDAANPASSINGEN

120

130

140

150

160

170

180

190

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

020

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

100

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT:

140

0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

150

2 %

 

 

 

 

 

 

 

 

160

4 %

 

 

 

 

 

 

 

 

170

10 %

 

 

 

 

 

 

 

 

180

20 %

 

 

 

 

 

 

 

 

190

35 %

 

 

 

 

 

 

 

 

200

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

210

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

220

75 %

 

 

 

 

 

 

 

 

230

100 %

 

 

 

 

 

 

 

 

240

150 %

 

 

 

 

 

 

 

 

250

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

260

370 %

 

 

 

 

 

 

 

 

270

1 250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Andere risicogewichten

 

 

 

 

 

 

 

 

PRO-MEMORIEPOSTEN

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 %

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 %

 

 

 

 

 

 

 

 



 

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

 

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: MET EEN KREDIETBEOORDELING DOOR EEN AANGEWEZEN EKBI

WAARVAN: MET EEN VAN EEN CENTRALE OVERHEID AFKOMSTIGE KREDIETBEOORDELING

200

210

215

220

230

240

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

020

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

090

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

▼C1

100

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

110

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: Centraal gecleard via een gCTP

 

 

 

 

 

 

▼M3

130

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT:

140

0 %

 

 

 

 

 

 

150

2 %

 

 

 

 

 

 

160

4 %

 

 

 

 

 

 

170

10 %

 

 

 

 

 

 

180

20 %

 

 

 

 

 

 

190

35 %

 

 

 

 

 

 

200

50 %

 

 

 

 

 

 

210

70 %

 

 

 

 

 

 

220

75 %

 

 

 

 

 

 

230

100 %

 

 

 

 

 

 

240

150 %

 

 

 

 

 

 

250

250 %

 

 

 

 

 

 

260

370 %

 

 

 

 

 

 

270

1 250 %

 

 

 

 

 

 

280

Andere risicogewichten

 

 

 

 

 

 

PRO-MEMORIEPOSTEN

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 %

 

 

 

 

 

 

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 %

 

 

 

 

 

 



C.08.01 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR IRB 1)

IRB-blootstellingscategorie:

Eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren:

 

INTERNERATING-SYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIEEFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

 

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(–) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

AAN DE DEBITEUREN-KLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD

(%)

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

(–) GARANTIES

(–) KREDIETDERIVATEN

(–) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

015

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

090

RISICOGEWICHT: 0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Waarvan: in categorie 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

90 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

115 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

GARANTIES

KREDIETDERIVATEN

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN

ONROEREND GOED

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN

KORTLOPENDE VORDERINGEN

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

015

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

090

RISICOGEWICHT: 0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Waarvan: in categorie 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

90 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

115 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

NAAR BLOOTSTEL-LING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

PRO-MEMORIEPOSTEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VERWACHTE VERLIESPOST

(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

AANTAL DEBITEUREN

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

220

230

240

250

255

260

270

280

290

300

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

 

 

015

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Effectenfinancieringstransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

090

RISICOGEWICHT: 0 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

50 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

70 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Waarvan: in categorie 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

90 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

115 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

250 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M2



C.08.02 - KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: IRB-BENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN: UITSPLITSING NAAR DEBITEURENKLASSE OF -GROEP (CR IRB 2)

IRB-blootstellingscategorie:

Eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren:

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)

INTERNERATINGSYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGS-FACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

NAAR BLOOTSTEL-LING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR KMO-FACTOR

RISICOGEWOGEN POSTEN NA KMO-FACTOR

PRO-MEMORIEPOSTEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

(-) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

VERWACHTE VERLIESPOST

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

AANTAL DEBITEUREN

AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN (+)

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING

WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

GARANTIES

KREDIETDERIVATEN

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN:

OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN

 

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN

ONROEREND GOED

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN

KORTLOPENDE VORDERINGEN

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

255

260

270

280

290

300

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M3



C 09.01 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (CR GB 1)

Land:

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Waarvan: afschrijvingen

Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

BLOOTSTELLINGSWAARDE

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

010

020

040

050

055

060

070

075

080

090

010

Centrale overheden of centrale banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Regionale of lokale overheden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Publiekrechtelijke lichamen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Multilaterale ontwikkelingsbanken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Internationale organisaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Ondernemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

075

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

085

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Gedekt door hypotheken op onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

095

waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Blootstellingen met een bijzonder hoog risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Gedekte obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Instellingen voor collectieve belegging (icb's)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Blootstellingen in aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Andere blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 09.02 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: IRB-BLOOTSTELLINGEN (CR GB 2)

Land:

 

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

Waarvan: met wanbetaling

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

Algemene kredietrisicoaanpassingen

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Waarvan: afschrijvingen

Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling

AAN DE DEBITEUREN-KLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD

(%)

010

030

040

050

055

060

070

080

010

Centrale overheden of centrale banken

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Ondernemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Waarvan: Gespecialiseerde kredietverlening

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Gedekt door onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Gekwalificeerd revolverend

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Andere particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 



 

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

Waarvan: met wanbetaling

BLOOTSTELLINGSWAARDE

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

Waarvan: met wanbetaling

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S

VERWACHTE VERLIESPOST

090

100

105

110

120

125

130

010

Centrale overheden of centrale banken

 

 

 

 

 

 

 

020

Instellingen

 

 

 

 

 

 

 

030

Ondernemingen

 

 

 

 

 

 

 

040

Waarvan: Gespecialiseerde kredietverlening

 

 

 

 

 

 

 

050

Waarvan: Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

060

Particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

070

Gedekt door onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

080

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

090

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

100

Gekwalificeerd revolverend

 

 

 

 

 

 

 

110

Andere particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

120

Kmo's

 

 

 

 

 

 

 

130

Niet-kmo's

 

 

 

 

 

 

 

140

Aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale blootstellingen

 

 

 

 

 

 

 



C 09.03 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BETROKKEN KREDIETBLOOTSTELLINGEN TEN BEHOEVE VAN DE BEREKENING VAN DE INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE BUFFER (CR GB 3)

Land:

 

Bedrag

010

010

Eigenvermogensvereisten

 

▼M2



C 10.01 - KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN (CR EQU IRB 1)

 

INTERNERATINGSYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGS-FACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLINGSWAARDE

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)

RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

VERWACHTE VERLIESPOST

AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD (%)

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN VOLGENS DE INTERNERATINGBEOORDELING

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

PD/LGD-BENADERING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING: TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING

070

RISICOGEWICHT: 190 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

290 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

370 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

INTERNEMODELLENBENADERING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 10.02 - KREDIETRISICO: AANDELEN - IRB-BENADERINGEN VAN KAPITAALVEREISTEN. UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERING (CR EQU IRB 2)

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)

INTERNERATING-SYSTEEM

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLINGSWAARDE

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD

(%)

RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

VERWACHTE VERLIESPOST

AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD

(%)

(-) GARANTIES

(-) KREDIETDERIVATEN

(-) TOTALE UITSTROMEN

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 11.00 – AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT)

 

NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES TEGEN AFWIKKELINGSPRIJS

BLOOTSTELLING IN VERBAND MET PRIJSVERSCHIL ALS GEVOLG VAN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR HET AFWIKKELINGSRISICO

010

020

030

040

010

Totaal van de niet-afgewikkelde transacties in de niet-handelsportefeuille

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

 

 

 

 

030

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

 

 

 

 

040

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

 

 

 

 

050

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

 

 

 

 

060

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

 

 

 

 

070

Totaal van de niet-afgewikkelde transacties in de handelsportefeuille

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

080

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %)

 

 

 

 

090

Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %)

 

 

 

 

100

Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %)

 

 

 

 

110

Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %)

 

 

 

 

120

Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)

 

 

 

 



C 12.00 - KREDIETRISICO: SECURITISATIES – STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA)

 

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIEPOSITIES

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

BLOOTSTELLING EXCLUSIEF WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (Gvam)

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

RISICOGEWOGEN POSTEN

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

PRO-MEMORIEPOST:

RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE (Cva)

(-) TOTALE UITSTROMEN

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

0 %

> 0 % en <= 20 %

> 20 % en <= 50 %

> 50 % en <= 100 %

(-) AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

MET RATING

(KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)

1 250 %

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

(-) VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE INSTROMEN

CQS 1

CQS 2

CQS 3

CQS 4

ALLE ANDERE KWALITEITSCATEGORIEËN

ZONDER RATING

 

WAARVAN: TWEEDEVERLIESTRANCHE ABCP

WAARVAN: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

 

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

VERVROEGDE AFLOSSING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE (CQS) BIJ DE AANVANG:

250

CQS 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

CQS 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

ALLE OVERIGE KWALITEITSCATEGORIEËN EN POSITIES ZONDER RATING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 13.00 - KREDIETRISICO: SECURITISATIES – INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB)

 

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIEPOSITIES

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIEEFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (Gvam)

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR KREDIETOMREKENINGSFACTOR

BLOOTSTELLINGSWAARDE

 

UITSPLITSING VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

(-) VERMINDERING WAARDE RISICOGEWOGEN POSTEN ALS GEVOLG VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

RISICOGEWOGEN POSTEN

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHES

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE (Cva)

(-) TOTALE UITSTROMEN

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIE

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

(-) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga)

(-) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING

0 %

> 0 % en <= 20 %

> 20 % en <= 50 %

> 50 % en <= 100 %

(-) AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

OP RATINGS GEBASEERDE METHODE (KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

(-) VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)

(-) TOTALE UITSTROMEN

TOTALE IN-STROMEN

CQS 1 & S/T CQS 1

CQS 2

CQS 3

CQS 4 & S/T CQS 2

CQS 5

CQS 6

CQS 7 & S/T CQS 3

CQS 8

CQS 9

CQS 10

CQS 11

ALLE ANDERE KWALITEITSCATEGORIEËN

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

020

WAARVAN: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

VERVROEGDE AFLOSSING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

SECURITISATIES

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

HERSECURITISATIES

D

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE (CQS) BIJ DE AANVANG:

430

CQS 1 & S/T CQS 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

CQS 4 & S/T CQS 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

CQS 5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

CQS 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

CQS 7 & S/T CQS 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

CQS 8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

CQS 9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

CQS 10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

CQS 11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

ALLE OVERIGE KWALITEITSCATEGORIEËN EN POSITIES ZONDER RATING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 14.00 - NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (CR SEC DETAILS)

RIJNUMMER

INTERNE CODE

IDENTIFICATIECODE VAN DE SECURITISATIE

IDENTIFICATIECODE VAN DE INITIATOR

SOORT SECURITISATIE:

(TRADITIONEEL / SYNTHETISCH)

BOEKHOUDKUNDIGE BEHANDELING: Gesecuritiseerde blootstellingen binnen of buiten de balanstelling?

SOLVABILITEITSBEHANDELING: Securitisatieposities onderworpen aan eigenvermogensvereisten?

SECURITISATIE OF HERSECURITISATIE?

AANGEHOUDEN BELANG

ROL VAN DE INSTELLING:

(INITIATOR / SPONSOR / OORSPRONKELIJKE KREDIET-VERSTREKKER / BELEGGER)

NIET-ABCP-PROGRAMMA’S

GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN

SECURITISATIESTRUCTUUR

SECURITISATIEPOSITIES

(-) BLOOTSTELLINGSWAARDE DIE IS AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN RISICOPOSTEN

SECURITISATIEPOSITIES - HANDELSPORTEFEUILLE

SOORT AANGEHOUDEN BELANG

% VAN HET AANGEHOUDEN BELANG OP DE VERSLAGDATUM

NALEVING VAN HET AANHOUDVEREISTE?

DATUM VAN INITIËRING (mm/jjjj)

TOTALE WAARDE VAN GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN OP DE DATUM VAN INITIËRING

TOTALE WAARDE

AANDEEL VAN DE INSTELLING (%)

TYPE

GEVOLGDE BENADERING (standaard/ interne rating/ combinatie)

AANTAL BLOOTSTELLINGEN

LAND

ELGD (%)

(-) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN

EIGENVERMOGENSVEREISTEN VÓÓR SECURITISATIE (%)

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

LOOPTIJD

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN

PRO-MEMORIEPOSTEN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

VERVROEGDE AFLOSSING

CTP OF NIET-CTP?

NETTOPOSITIES

TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN (SA)

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

EERSTE TE VERWACHTEN DATUM VAN BEËINDIGING

WETTELIJKE EINDVERVALDATUM

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLING

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATEN

DIRECTE KREDIETVERVANGINGEN

IRS / CRS

IN AANMERKING KOMENDE LIQUIDITEITSFACILITEITEN

OVERIGE (met inbegrip van niet in aanmerking komende LF)

TOEGEPASTE OMREKENINGSFACTOR

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

HOOGSTE RANG

MEZZANINE

EERSTE VERLIES

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

LANG

KORT

SPECIFIEK RISICO

005

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 16.00 – OPERATIONEEL RISICO (OPR)

BANKACTIVITEITEN

RELEVANTE INDICATOR

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN (BIJ TOEPASSING VAN DE ASA)

EIGEN VERMOGEN VEREISTE

Totaal van de risicoposten voor operationeel risico

TE RAPPORTEREN AMA-PRO-MEMORIEPOSTEN, INDIEN VAN TOEPASSING

JAAR-3

JAAR-2

LAATSTE JAAR

JAAR-3

JAAR-2

LAATSTE JAAR

WAARVAN: ALS GEVOLG VAN EEN ALLOCATIEMECHANISME

EIGENVERMOGENSVEREISTE VÓÓR VERMINDERING VANWEGE VERWACHT VERLIES, DIVERSIFICATIE EN RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE HET IN DE BEDRIJFSPRAKTIJK IN AANMERKING GENOMEN VERWACHTE VERLIES

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE DIVERSIFICATIE

(-) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN (VERZEKERING EN ANDERE MECHANISMEN VOOR RISICO-OVERDRACHT)

010

020

030

040

050

060

070

071

080

090

100

110

120

010

1.  BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE BASISINDICATORBENADERING (BIA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 

020

2.  BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (TSA)/ ALTERNATIEVE STANDAARDBENADERING (ASA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 

 

IN HET KADER VAN DE TSA:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

ONDERNEMINGSFINANCIERING (CF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

HANDEL EN VERKOOP (TS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

COURTAGEDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RBr)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN (CB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

BETALING EN AFWIKKELING (PS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

BEMIDDELINGSDIENSTEN (AS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

BEHEER VAN ACTIVA (AM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN HET KADER VAN DE ASA:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN (CB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN (RB)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

3.  BANKACTIVITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN GEAVANCEERDE MEETBENADERINGEN (AMA)

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

 

 

 

 

 

▼M3



C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: VERLIEZEN EN GOEDGEMAAKTE VERLIEZEN PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORTEN GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-bijzonderheden)

MAPPING VAN VERLIEZEN NAAR BEDRIJFSONDERDELEN

SOORTEN GEBEURTENIS

TOTAAL VAN SOORTEN GEBEURTENIS

PRO-MEMORIEPOST: IN GEGEVENSVERZAMELING TOEGEPASTE DREMPEL

INTERNE FRAUDE

EXTERNE FRAUDE

PRAKTIJKEN OP HET GEBIED VAN DE WERKOMSTANDIGHEDEN EN VEILIGHEID OP DE WERKPLAATS

CLIËNTEN, PRODUCTEN EN ONDERNEMINGSPRAKTIJKEN

SCHADE AAN MATERIËLE ACTIVA

VERSTORING VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN EN SYSTEEMFALEN

UITVOERING, LEVERING EN PROCESBEHEER

LAAGSTE

HOOGSTE

Rijen

 

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

010

ONDERNEMINGSFINANCIERING [CF]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

HANDEL EN VERKOOP [TS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

COURTAGEDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RBr]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

ZAKELIJKE BANKDIENSTEN [CB]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

BANKDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RB]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

BETALING EN AFWIKKELING [PS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

610

BEMIDDELINGSDIENSTEN [AS]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

620

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

640

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

650

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

BEHEER VAN ACTIVA [AM]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

720

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

730

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

740

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

750

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

810

ONDERNEMINGSAANGELEGENHEDEN [CI]

Aantal gebeurtenissen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

820

Totaal verliesbedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

830

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

840

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

850

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

910

TOTAAL BEDRIJFSONDERDELEN

Aantal gebeurtenissen Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

911

≥ 10 000 en < 20 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

912

≥ 20 000 en < 100 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

913

≥ 100 000 en < 1 000 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

914

≥ 1 000 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

920

Totaal verliesbedrag Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

921

≥ 10 000 en < 20 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

922

≥ 20 000 en < 100 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

923

≥ 100 000 en < 1 000 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

924

≥ 1 000 000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

930

Grootste afzonderlijk verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

940

Som van de vijf grootste verliezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

950

Totaal goedgemaakt verlies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M2



C 18.00 - MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI)

Valuta:

 

POSITIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

LANG

KORT

LANG

KORT

010

020

030

040

050

060

070

010

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA2

011

Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

012

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

013

Andere activa en passiva

 

 

 

 

 

 

 

020

Benadering op grond van de looptijd

 

 

 

 

 

 

 

030

Zone 1

 

 

 

 

 

 

 

040

0 ≤ 1 maand

 

 

 

 

 

 

 

050

> 1 ≤ 3 maanden

 

 

 

 

 

 

 

060

> 3 ≤ 6 maanden

 

 

 

 

 

 

 

070

> 6 ≤ 12 maanden

 

 

 

 

 

 

 

080

Zone 2

 

 

 

 

 

 

 

090

> 1 ≤ 2 (1,9 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

100

> 2 ≤ 3 (gt; 1,9 ≤ 2,8 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

110

> 3 ≤ 4 (gt; 2,8 ≤ 3,6 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

120

Zone 3

 

 

 

 

 

 

 

130

> 4 ≤ 5 (gt; 3,6 ≤ 4,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

140

> 5 ≤ 7 (gt; 4,3 ≤ 5,7 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

150

> 7 ≤ 10 (gt; 5,7 ≤ 7,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

160

> 10 ≤ 15 (gt; 7,3 ≤ 9,3 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

170

> 15 ≤ 20 (gt; 9,3 ≤ 10,6 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

180

> 20 (gt; 10,6 ≤ 12,0 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

190

(gt; 12,0 ≤ 20,0 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

200

(gt; 20 voor coupon van minder dan 3 %) jaar

 

 

 

 

 

 

 

210

Benadering op grond van de duration

 

 

 

 

 

 

 

220

Zone 1

 

 

 

 

 

 

 

230

Zone 2

 

 

 

 

 

 

 

240

Zone 3

 

 

 

 

 

 

 

250

Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

251

Eigenvermogensvereiste voor niet-gesecuritiseerde schuldinstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

260

Schuldtitels volgens de eerste categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

270

Schuldtitels volgens de tweede categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

280

Met een resterende looptijd ≤ 6 maanden

 

 

 

 

 

 

 

290

Met een resterende looptijd > 6 maanden en ≤ 24 maanden

 

 

 

 

 

 

 

300

Met een resterende looptijd > 24 maanden

 

 

 

 

 

 

 

310

Schuldtitels volgens de derde categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

320

Schuldtitels volgens de vierde categorie in tabel 1

 

 

 

 

 

 

 

321

Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim die een rating hebben

 

 

 

 

 

 

 

325

Eigenvermogensvereiste voor securitisatie-instrumenten

 

 

 

 

 

 

 

330

Eigenvermogensvereiste voor de correlatiehandelsportefeuille

 

 

 

 

 

 

 

340

Welbepaalde benadering van positierisico in icb’s

 

 

 

 

 

 

 

350

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

360

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

370

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

380

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

390

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 



C 19.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC)

 

ALLE POSITIES

(-) POSITIES AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

NETTOPOSITIES

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (LANG) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (KORT) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

TOTAAL EFFECT (AANPASSING) VANWEGE OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGEN

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

LANG

KORT

(-) LANG

(-) KORT

LANG

KORT

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

150 %

200 %

225 %

250 %

300 %

350 %

425 %

500 %

650 %

750 %

850 %

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

150 %

200 %

225 %

250 %

300 %

350 %

425 %

500 %

650 %

750 %

850 %

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN KORTE POSITIES

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

470

480

490

500

510

520

530

540

550

560

570

580

590

600

610

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan MKR SA TDI {325:060}

020

Waarvan: HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

HERSECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN DE TOTALE SOM VAN GEWOGEN NETTO LANGE EN NETTO KORTE POSITIES NAAR ONDERLIGGENDE SOORTEN ACTIVA:

120

1.  Hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

2.  Hypotheekleningen op zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

3.  Kredietkaartvorderingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

4.  Leasing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

5.  Leningen aan ondernemingen of kmo’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

6.  Consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

7.  Handelsvorderingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

8.  Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

9.  Gedekte obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

10.  Overige passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 20.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE (MKR SA CTP)

 

ALLE POSITIES

(-) POSITIES AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

NETTOPOSITIES

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (LANG) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES (KORT) NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE STANDAARD- EN INTERNERATINGBENADERING

VOOR BEGRENZING

NA BEGRENZING

TOTALE EIGEN-VERMOGENS-VEREISTEN

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

RISICOGEWICHTEN < 1 250 %

1 250 %

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE

DOORKIJKBENADERING

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING

LANG

KORT

(-) LANG

(-) KORT

LANG

KORT

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

250 %

350 %

425 %

650 %

Overige

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

7 - 10 %

12 - 18 %

20 - 35 %

40 - 75 %

100 %

250 %

350 %

425 %

650 %

Overige

MET RATING

ZONDER RATING

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

 

GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES

GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

340

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan MKR SA TDI {330:060}

 

SECURITISATIEPOSITIES:

020

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

SECURITISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIM:

110

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

ANDERE CTP-POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M3



C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)

Nationale markt:

 

POSITIES

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

LONG

SHORT

LONG

SHORT

010

020

030

040

050

060

070

010

AANDELEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

021

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

022

Andere activa en verplichtingen

 

 

 

 

 

 

 

030

Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering

 

 

 

 

 

 

 

040

Andere aandelen dan op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd

 

 

 

 

 

 

 

050

Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

080

Welbepaalde benadering van positierisico in icb's

 

 

 

 

 

 

 

090

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

100

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

110

Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

120

Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

130

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 



C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)

 

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

(Met inbegrip van herverdeling van niet-gematchte posities waarop de speciale behandeling voor gematchte posities van toepassing is)

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

LONG

SHORT

LONG

SHORT

LONG

SHORT

GEMATCHT

020

030

040

050

060

070

080

090

100

010

TOTAAL POSITIES IN NIET-RAPPORTAGEVALUTA'S

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Nauw gecorreleerde valuta's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Alle overige valuta's (met inbegrip van als andere valuta's behandelde icb's)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Goud

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITSPLITSING VAN TOTALE POSITIES (RAPPORTAGEVALUTA INBEGREPEN) NAAR SOORT BLOOTSTELLING

100

Andere activa en verplichtingen niet zijnde posten buiten de balanstelling en derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Posten buiten de balanstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pro-memorieposten: VALUTAPOSITIES

130

Euro

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Lek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Argentijnse peso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Australische dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Real

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Lev

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Canadese dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Tsjechische kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Deense kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Egyptisch pond

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Pond sterling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Forint

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Yen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Litouwse litas

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Denar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Mexicaanse peso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Zloty

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Roemeense leu

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Russische roebel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

Servische dinar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Zweedse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Zwitserse frank

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Turkse lire

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Hryvnia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

VS-dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

IJslandse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Noorse kroon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Hongkongdollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Nieuwe Taiwandollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Nieuw-Zeelandse dollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Singaporedollar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Zuid-Koreaanse won

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Renminbi yuan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Overige

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

Kroatische kuna

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M2



C 23.00 – MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM)

 

ALLE POSITIES

NETTOPOSITIES

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

LANG

KORT

LANG

KORT

010

020

030

040

050

060

070

010

TOTAAL POSITIES IN GRONDSTOFFEN

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

020

Edele metalen (behalve goud)

 

 

 

 

 

 

 

030

Onedele metalen

 

 

 

 

 

 

 

040

Zachte grondstoffen (landbouw)

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige

 

 

 

 

 

 

 

060

Waarvan energieproducten (olie, gas)

 

 

 

 

 

 

 

070

Benadering op grond van looptijdklassen

 

 

 

 

 

 

 

080

Uitgebreide benadering op grond van looptijdklassen

 

 

 

 

 

 

 

090

Vereenvoudigde benadering: Alle posities

 

 

 

 

 

 

 

100

Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's)

 

 

 

 

 

 

 

110

Vereenvoudigde methode

 

 

 

 

 

 

 

120

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor gammarisico

 

 

 

 

 

 

 

130

Delta plus-benadering - aanvullende vereisten voor vegarisico

 

 

 

 

 

 

 

140

Scenariomatrixbenadering

 

 

 

 

 

 

 



C 24.00 - INTERNE MODELLEN VOOR MARKTRISICO (MKR IM)

 

VaR

STRESSED VaR

KAPITAALOPSLAG VOOR ADDITIONEEL WANBETALINGSRISICO EN MIGRATIERISICO

KAPITAALOPSLAG VOOR ALLE PRIJSRISICO’S VOOR CTP

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Aantal overschrijdingen tijdens voorgaande 250 werkdagen

VaR-vermenigvuldigingsfactor (mc)

SVaR-vermenigvuldigingsfactor (mc)

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER – GEWOGEN NETTO LANGE POSITIES NA BEGRENZING

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER – GEWOGEN NETTO KORTE POSITIES NA BEGRENZING

VERMENIG-VULDIGINGSFACTOR (mc) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)

VERMENIG-VULDIGINGS-FACTOR (ms) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN

MEEST RECENTE WAARDE

VLOER

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN

MEEST RECENTE WAARDE

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

010

TOTAAL POSITIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cel gekoppeld aan CA

 

 

 

 

 

 

Pro-memorieposten: UITSPLITSING VAN MARKTRISICO

020

Verhandelbare schuldinstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

TDI - Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

TDI - Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Aandelen - Algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandelen - Specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Valutarisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Grondstoffenrisico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Totaalbedrag voor algemeen risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Totaalbedrag voor specifiek risico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



C 25.00 - RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA)

 

BLOOTSTELLINGSWAARDE

VaR

STRESSED VaR

EIGENVERMOGENSVEREISTEN

TOTAAL VAN DE RISICOGEWOGEN POSTEN

PRO-MEMORIEPOSTEN

NOTIONELE BEDRAGEN AFDEKKING CVA-RISICO

 

waarvan: Otc-derivaten

waarvan: effectenfinancieringstransacties (SFT)

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (mc) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (ms) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)

Aantal tegenpartijen

waarvan: de credit spread is bepaald aan de hand van een vervangende waarde

AAN-GEGANE CVA

SINGLE-NAMEKREDIETVERZUIMSWAPS

INDEXKREDIETVERZUIMSWAPS

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

010

Totaal CVA-risico

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r640;c010}

 

 

 

 

 

020

Volgens de geavanceerde methode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r650;c010}

 

 

 

 

 

030

Volgens de standaardmethode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r660;c010}

 

 

 

 

 

040

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling aan {CA2;r670;c010}

 

 

 

 

 

▼M3




BIJLAGE II

RAPPORTAGE INZAKE EIGEN VERMOGEN EN EIGENVERMOGENSVEREISTEN

Inhoudsopgave

DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES

1.

OPZET EN CONVENTIES

1.1.

OPZET

1.2.

CONVENTIE M.B.T. NUMMERING

1.3.

CONVENTIE M.B.T. TEKENS

DEEL II: INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

1.

KAPITAALTOEREIKENDHEIDSOVERZICHT (CA)

1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

1.2.

C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1)

1.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

1.3.

C 02.00 — EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2)

1.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

1.4.

C 03.00 — KAPITAALRATIO'S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3)

1.4.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

1.5.

C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)

1.5.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

1.6.

OVERGANGSBEPALINGEN EN INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA 5)

1.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

1.6.2.

C 05.01 — OVERGANGSBEPALINGEN (CA5.1)

1.6.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

1.6.3.

C 05.02 — INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA5.2)

1.6.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

2.

SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

2.2.

GEDETAILLEERDE SOLVABILITEITSGEGEVENS OVER DE GROEP

2.3.

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGEN VAN AFZONDERLIJKE ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

2.4.

C 06.01 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN — TOTAAL (GS-TOTAAL)

2.5.

C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

3.

TEMPLATES VOOR KREDIETRISICO

3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.1.1.

RAPPORTAGE VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT

3.1.2.

RAPPORTAGE VAN TEGENPARTIJKREDIETRISICO

3.2.

C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)

3.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.2.2.

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE CR SA-TEMPLATE

3.2.3.

TOEWIJZING VAN BLOOTSTELLINGEN AAN BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING

3.2.4.

TOELICHTING OP DE REIKWIJDTE VAN ENKELE SPECIFIEKE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN WAARVAN SPRAKE IN ARTIKEL 112 VAN DE VKV

3.2.4.1.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „INSTELLINGEN”

3.2.4.2.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „GEDEKTE OBLIGATIES”

3.2.4.3.

DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIE „INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING”

3.2.5.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.3.

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR IRB)

3.3.1.

REIKWIJDTE VAN DE CR IRB-TEMPLATE

3.3.2.

UITSPLITSING VAN DE CR IRB-TEMPLATE

3.3.3.

C.08.01 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR IRB 1)

3.3.3.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.3.4.

C.08.02 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING INZAKE KAPITAALVEREISTEN (UITSPLITSING NAAR DEBITEURENKLASSE OF -GROEP (CR IRB 2-TEMPLATE)

3.4.

KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INFORMATIE MET GEOGRAFISCHE UITSPLITSINGEN (CR GB)

3.4.1.

C 09.01 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (CR GB 1)

3.4.1.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.4.2.

C 09.02 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR GB 2)

3.4.2.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.4.3.

C 09.03 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BETROKKEN KREDIETBLOOTSTELLINGEN TEN BEHOEVE VAN DE BEREKENING VAN DE INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE BUFFER (CR GB 3)

3.4.3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.4.3.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.5.

C 10.01 EN C 10.02 — BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR EQU IRB 1 EN CR EQU IRB 2)

3.5.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.5.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES (GELDEND VOOR ZOWEL CR EQU IRB 1 ALS CR EQU IRB 2)

3.6.

C 11.00 — AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT)

3.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.6.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.7.

C 12.00 — KREDIETRISICO: SECURITISATIE — STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA)

3.7.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.7.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.8.

C 13.00 — KREDIETRISICO — SECURITISATIES: INTERNERATINGBENADERING VOOR EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB)

3.8.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.8.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

3.9.

C 14.00 — NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (SEC-INFORMATIE)

3.9.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

3.9.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

4.

TEMPLATES VOOR OPERATIONEEL RISICO

4.1.

C 16.00 — OPERATIONEEL RISICO (OPR)

4.1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

4.1.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

4.2.

C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: VERLIEZEN EN GOEDMAKINGEN PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-BIJZONDERHEDEN)

4.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

4.2.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.

TEMPLATES VOOR MARKTRISICO

5.1.

C 18.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VAN POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI)

5.1.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.1.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.2.

C 19.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC)

5.2.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.2.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.3.

C 20.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO VOOR AAN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE TOEGEWEZEN POSITIES (MKR SA CTP)

5.3.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.3.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.4.

C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)

5.4.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.4.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.5.

C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)

5.5.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.5.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.6.

C 23.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM)

5.6.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.6.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.7.

C 24.00 — INTERNE MODEL VOOR MARKTRISICO (MKR IM)

5.7.1.

ALGEMENE OPMERKINGEN

5.7.2.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

5.8.

C 25.00 — RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA)

5.8.1.

INSTRUCTIES VOOR BEPAALDE POSITIES

DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES

1.   OPZET EN CONVENTIES

1.1.   OPZET

1. Het kader als geheel bestaat uit vijf blokken templates:

a) kapitaaltoereikendheid, overzicht van de kapitaalbasis; totaal van de risicoposten;

b) solvabiliteit van de groep, een overzicht van de mate waarin alle afzonderlijke entiteiten die onder de consolidatie van de verslaggevende entiteit vallen, aan de solvabiliteitsvereisten voldoen;

c) kredietrisico (met inbegrip van tegenpartijrisico, verwateringsrisico en afwikkelingsrisico);

d) marktrisico (met inbegrip van positierisico in de handelsportefeuille, valutarisico, grondstoffenrisico en CVA-risico);

e) operationeel risico.

2. Voor elke template zijn verwijzingen naar wetgeving opgenomen. Nadere informatie over meer algemene aspecten van de rapportage voor ieder blok templates, instructies omtrent specifieke posities alsmede voorbeelden en validatievoorschriften zijn te vinden in deze richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk rapportagekader.

3. De instellingen vullen alleen de relevante templates in, afhankelijk van de benadering die zij volgen voor het vaststellen van de eigenvermogensvereisten.

1.2.   CONVENTIE M.B.T. NUMMERING

4. Het document volgt de in de volgende tabel beschreven conventies voor verwijzing naar de kolommen, rijen en cellen van de templates. Van deze numerieke codes wordt uitgebreid gebruikgemaakt in de validatievoorschriften.

5. In de instructies wordt de volgende algemene notatie gehanteerd: {Template;Rij;Kolom}.

6. In het geval van validaties binnen een template, waarbij alleen gegevenspunten uit die template worden gebruikt, verwijzen de notaties niet naar een template: {Rij;Kolom}.

7. In het geval van templates die slechts uit één kolom bestaan, wordt uitsluitend naar rijen verwezen. {Template;Rij}

8. Een asteriskteken geeft aan dat de validatie geldt voor de gehele rij of kolom.

1.3.   CONVENTIE M.B.T. TEKENS

9. Ieder bedrag dat leidt tot een hoger eigen vermogen of tot hogere kapitaalvereisten wordt gerapporteerd als positieve waarde. Daarentegen wordt elk bedrag dat leidt tot een lager totaal aan eigen vermogen of tot lagere kapitaalvereisten gerapporteerd als negatieve waarde. Als er een minteken (–) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde verwacht.

DEEL II: INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

1.   KAPITAALTOEREIKENDHEIDSOVERZICHT (CA)

1.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

10. CA-templates bevatten informatie over tellers onder Pijler 1 (eigen vermogen, tier 1, tier 1-kernkapitaal), noemer (eigenvermogensvereisten) en overgangsbepalingen. Dit betreft in totaal vijf templates:

a) Template CA1 bevat het bedrag van het eigen vermogen van de instellingen, opgesplitst in de posten die voor dat bedrag benodigd zijn. Het aldus verkregen bedrag aan eigen vermogen omvat het totale effect van overgangsbepalingen voor elke soort kapitaal.

b) Template CA2 geeft een overzicht van het totaal van de risicoposten zoals omschreven in artikel 92, lid 3, van Verordening (EU) No 575/2013 („VKV”)

c) Template CA3 bevat de ratio's ten aanzien waarvan in de VKV een minimumniveau is vastgesteld, alsmede enkele andere gegevens.

d) Template CA4 bevat pro-memorieposten die benodigd zijn voor de berekening van posten in CA1 alsmede informatie ten aanzien van de kapitaalbuffers uit hoofde van de RKV.

e) Template CA5 bevat de gegevens die benodigd zijn voor de berekening van het effect van overgangsbepalingen op het eigen vermogen. CA5 vervalt zodra de overgangsbepalingen niet langer van kracht zijn.

11. De templates zijn van toepassing op alle verslaggevende entiteiten, ongeacht de aangehouden standaarden voor jaarrekeningen, hoewel bepaalde posten in de teller specifiek gelden voor entiteiten die de waarderingsregels van IAS/IFRS hanteren. In algemene zin is de informatie in de noemer gekoppeld aan de definitieve resultaten zoals die worden vermeld in de desbetreffende templates voor de berekening van het totaal van de risicoposten.

12. Het totaal van het eigen vermogen bestaat uit verschillende soorten kapitaal: tier 1-kapitaal (T1), zijnde de som van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal.

13. In de CA-templates worden overgangsbepalingen als volgt verwerkt:

a) De posten in CA1 zijn over het algemeen exclusief overgangsaanpassingen. Dit betekent dat de cijfers in CA1-posten zijn berekend overeenkomstig de definitieve bepalingen (d.w.z. als ware er geen sprake van overgangsbepalingen), met uitzondering van posten die een overzicht bieden van het effect van de overgangsbepalingen. Voor elke soort kapitaal (d.w.z. tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal) zijn er drie verschillende posten die alle uit de overgangsbepalingen voortvloeiende correcties omvatten.

b) Overgangsbepalingen kunnen ook gevolgen hebben voor het tekort aan aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal (d.w.z. het af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal overschrijdt, zoals geregeld overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder j), respectievelijk artikel 56, onder e), van de VKV); derhalve kan in de posten waarin deze tekorten zijn vervat het effect van overgangsbepalingen indirect tot uiting komen.

c) Template CA5 wordt uitsluitend gebruikt voor rapportage van de overgangsbepalingen.

14. De behandeling van vereisten onder Pijler II kan uiteenlopen binnen de EU (artikel 104, lid 2, van RKV IV moet in nationale wetgeving worden omgezet). In de solvabiliteitsrapportage onder de VKV wordt uitsluitend het effect van de vereisten ingevolge Pijler II op de solvabiliteitsratio of de verhouding eigen vermogen/totale activa opgenomen. Een gedetailleerde rapportage van vereisten onder Pijler II valt niet binnen het toepassingsgebied van artikel 99 van de VKV.

a) De templates CA1, CA2 en CA5 bevatten uitsluitend gegevens over kwesties die verband houden met Pijler I.

b) Template CA3 bevat het effect van aanvullende vereisten onder Pijler II op de solvabiliteitsratio op geaggregeerde basis. In het ene blok ligt de nadruk op het effect van bedragen op de ratio's, terwijl de nadruk in het andere blok ligt op de ratio zelf. Beide blokken met ratio's zijn op geen enkele andere manier gekoppeld aan de templates CA1, CA2 of CA5.

c) Template CA4 bevat één cel die betrekking heeft op additionele eigenvermogensvereisten in verband met Pijler II. Deze cel is niet via validatievoorschriften gekoppeld aan de kapitaalratio's van template CA3 en weerspiegelt artikel 104, lid 2, van de RKV, waarin expliciet melding wordt gemaakt van additionele eigenvermogensvereisten als één mogelijkheid voor besluiten uit hoofde van Pijler II.

1.2.   C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1)

1.2.1.   Instructies voor bepaalde posities



Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

1.  Eigen vermogen

Artikel 4, lid 1, punt 118, en artikel 72 van de VKVHet eigen vermogen van een instelling bestaat uit de som van haar tier 1- en tier 2-kapitaal.

015

1.1  Tier 1-kapitaal

Artikel 25 van de VKVHet tier 1-kapitaal is de som van het tier 1-kernkapitaal en het aanvullend-tier 1-kapitaal

020

1.1.1  Tier 1-kernkapitaal

Artikel 50 van de VKV

030

1.1.1.1  Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal

Artikel 26, lid 1, onder a) en b), de artikelen 27 tot en met 30, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

040

1.1.1.1.1  Volgestorte kapitaalinstrumenten

Artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 27 tot en met 31 van de VKVKapitaalinstrumenten van onderlinge maatschappijen, coöperaties of soortgelijke instellingen (de artikelen 27 en 29 van de VKV) worden opgenomen.De met de instrumenten verband houdende agio wordt niet opgenomen.In noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten worden opgenomen als alle voorwaarden van artikel 31 VKV zijn vervuld.

045

1.1.1.1.1*  Waarvan: In noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten

Artikel 31 van de VKVIn noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten worden in tier 1-kernkapitaal opgenomen als alle voorwaarden van artikel 31 VKV zijn vervuld.

050

1.1.1.1.2*  Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

Artikel 28, lid 1, onder b), l) en m), van de VKVDe voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

060

1.1.1.1.3  Agio

Artikel 4, lid 1, punt 124, artikel 26, lid 1, onder b), van de VKV„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

070

1.1.1.1.4  (–) Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKVEigen tier 1-kernkapitaal van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 42 van de VKV.Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.In posten 1.1.1.1.4 tot en met 1.1.1.1.4.3 worden geen feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen voor de koop van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten opgenomen. Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.1.1.1.5.

080

1.1.1.1.4.1  (–) Direct bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKVTier 1-kernkapitaalinstrumenten die zijn opgenomen in post 1.1.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.Het te rapporteren bedrag omvat bezittingen in de handelsportefeuille die zijn berekend op basis van de netto longpositie zoals bedoeld in artikel 42, onder a), van de VKV.

090

1.1.1.1.4.2  (–) Indirect bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

091

1.1.1.1.4.3  (–) Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126, artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKV

092

1.1.1.1.5  (–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichting tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), en artikel 42 van de VKVOvereenkomstig artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV dienen „eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

130

1.1.1.2  Ingehouden winsten

Artikel 26, lid 1, onder c), en lid 2, van de VKVOnder ingehouden winsten wordt verstaan de ingehouden winsten van het voorgaande jaar plus de in aanmerking komende tussentijdse of jaareindewinsten.

140

1.1.1.2.1  Ingehouden winsten van voorgaande jaren

Artikel 4, lid 1, punt 123, en artikel 26, lid 1, onder c), van de VKVIn artikel 4, lid 1, punt 123, worden „ingehouden winsten” omschreven als „de resultaten van het voorgaande jaar die zijn overgedragen door definitieve bestemming van het resultaat overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving”.

150

1.1.1.2.2  In aanmerking komende winsten en verliezen

Artikel 4, lid 1, punt 121, artikel 26, lid 2, en artikel 36, lid 1, onder a), van de VKVKrachtens artikel 26, lid 2, van de VKV kunnen tussentijdse of jaareinderesultaten als ingehouden winsten worden opgenomen, met de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit, als bepaalde voorwaarden zijn vervuld.Daartegenover staat dat krachtens artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV verliezen van het tier 1-kernkapitaal moeten worden afgetrokken.

160

1.1.1.2.2.1  Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen

Artikel 26, lid 2, en artikel 36, lid 1, onder a), van de VKVHet te rapporteren bedrag is het bedrag van de winst of het verlies zoals gerapporteerd in de winst- en verliesrekening.

170

1.1.1.2.2.2  (–) Niet in aanmerking komend deel van het tussentijdse of jaareinderesultaat

Artikel 26, lid 2, van de VKVIn deze rij wordt geen bedrag vermeld indien de instelling voor de desbetreffende periode een verlies heeft geboekt, aangezien verliezen in hun geheel van het tier 1-kernkapitaal worden afgetrokken.Als de instelling winst heeft geboekt, wordt dat deel van die winst vermeld dat niet in aanmerking komt overeenkomstig artikel 26, lid 2, van de VKV (d.w.z. niet gecontroleerde winsten en te verwachten lasten en voorzieningen voor dividenden)Opgemerkt zij dat in het geval van winst het bedrag dat moet worden afgetrokken ten minste gelijk is aan het tussentijds dividend.

180

1.1.1.3  Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, en artikel 26, lid 1, onder d), van de VKVHet te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen en vóór toepassing van prudentiële filters. Het te rapporteren bedrag wordt bepaald in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 van de Commissie.

200

1.1.1.4  Andere reserves

Artikel 4, lid 1, punt 117, en artikel 26, lid 1, onder e), van de VKV„Andere reserves” worden in de VKV omschreven als „reserves in de zin van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving die overeenkomstig de toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving openbaar moeten worden gemaakt, met uitzondering van bedragen die reeds zijn opgenomen in gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten of ingehouden winsten”.Het te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

210

1.1.1.5  Fondsen voor algemene bankrisico's

Artikel 4, lid 1, punt 112, en artikel 26, lid 1, onder f), van de VKVFondsen voor algemene bankrisico's worden in artikel 38 van Richtlijn 86/635/EEG omschreven als „Bedragen die de kredietinstelling besluit te bestemmen voor de dekking van dergelijke risico's, indien zulks om redenen van voorzichtigheid wegens de bijzondere, met het bankbedrijf samenhangende risico's geboden is”.Het te rapporteren bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

220

1.1.1.6  Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 483, leden 1, 2, en 3, en de artikelen 484 tot en met 487 van de VKVHet bedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als tier 1-instrumenten worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

230

1.1.1.7  Minderheidsbelangen die als tier 1-kernkapitaal worden verantwoord

Artikel 4, lid 1, punt 120 en artikel 84 van de VKVDe som van alle bedragen aan minderheidsbelangen van dochterondernemingen die in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal wordt opgenomen.

240

1.1.1.8  Overgangsaanpassingen in verband met aanvullende minderheidsbelangen

De artikelen 479 en 480 van de VKVAanpassingen van de minderheidsbelangen als gevolg van overgangsbepalingen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

250

1.1.1.9  Aanpassingen aan tier 1-kernkapitaal als gevolg van prudentiële filters

De artikelen 32 tot en met 35 van de VKV

260

1.1.1.9.1  (–) Toenamen van aandelenkapitaal die voortvloeien uit gesecuritiseerde activa

Artikel 32, lid 1, van de VKVHet te rapporteren bedrag is de toename van het aandelenkapitaal van de instelling voortvloeiende uit gesecuritiseerde activa, overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.Deze post omvat bijvoorbeeld toekomstige marge-inkomsten die voor de instelling resulteren in een winst bij verkoop, of, indien de instelling initiator van de securitisatie is, de nettowinsten die voortvloeien uit de kapitalisatie van toekomstige inkomsten uit de gesecuritiseerde activa die als kredietverbetering voor securitisatieposities dienen.

270

1.1.1.9.2  Reserve voor kasstroomafdekkingen

Artikel 33, lid 1, onder a), van de VKVHet te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als de kasstroomafdekkingen resulteren in een verlies (d.w.z. als het bedrag het boekhoudkundige aandelenkapitaal vermindert) en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.Het bedrag is na aftrek van eventuele op het moment van berekening te verwachten belastingheffingen.

280

1.1.1.9.3  Cumulatieve en tegen reële waarde gewaardeerde winsten of verliezen op verplichtingen van de instelling die voortvloeien uit veranderingen van de eigen kredietwaardigheid

Artikel 33, lid 1, onder b), van de VKVHet te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als er sprake is van een verlies als gevolg van veranderingen van het eigen kredietrisico (d.w.z. als het bedrag het boekhoudkundige aandelenkapitaal vermindert) en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.Niet-gecontroleerde winst wordt niet in deze post opgenomen.

285

1.1.1.9.4  Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen

Artikel 33, lid 1, onder c), en lid 2, van de VKVHet te rapporteren bedrag kan zowel positief als negatief zijn. Het is positief als er sprake is van een verlies als gevolg van veranderingen van het eigen kredietrisico en vice versa. Het teken is daarom het tegenovergestelde van het teken dat in de financiële verslaglegging wordt gebruikt.Niet-gecontroleerde winst wordt niet in deze post opgenomen.

290

1.1.1.9.5  (–) Waardeaanpassingen als gevolg van de vereisten voor prudente waardering

De artikelen 34 en 105 van de VKVAanpassingen van de reële waarde van in de handelsportefeuille of de niet-handelsportefeuille opgenomen blootstellingen vanwege striktere normen voor prudente waardering zoals bedoeld in artikel 105 van de VKV.

300

1.1.1.10  (–) Goodwill

Artikel 4, lid 1, punt 113, artikel 36, lid 1, onder b), en artikel 37 van de VKV

310

1.1.1.10.1  (–) Goodwill die als immaterieel activum wordt verantwoord

Artikel 4, lid 1, punt 113, en artikel 36, lid 1, onder b), van de VKVGoodwill betekent hetzelfde als in het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.Het hier te rapporteren bedrag is hetzelfde als het bedrag dat op de balans wordt verantwoord.

320

1.1.1.10.2  (–) Goodwill die vervat zit in de waardering van aanzienlijke deelnemingen

Artikel 37, onder b), en artikel 43 van de VKV

330

1.1.1.10.3  Aan goodwill gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 37, onder a), van de VKVHet bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen dat zou worden opgeheven als de goodwill overeenkomstig de toepasselijke standaard voor financiële verslaggeving dubieus zou worden of zou worden verwijderd.

340

1.1.1.11  (–) Andere immateriële activa

Artikel 4, lid 1, punt 115, artikel 36, lid 1, onder b), en artikel 37, onder a), van de VKVAndere immateriële activa zijn de immateriële activa overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving minus de goodwill, eveneens volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.

350

1.1.1.11.1  (–) Andere immateriële activa vóór aftrek van uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 4, lid 1, punt 115, en artikel 36, lid 1, onder b), van de VKVAndere immateriële activa zijn de immateriële activa overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving minus de goodwill, eveneens volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.Het hier te rapporteren bedrag is hetzelfde als het bedrag aan immateriële activa anders dan goodwill dat op de balans wordt verantwoord.

360

1.1.1.11.2  Aan andere immateriële activa gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 37, onder a), van de VKVHet bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen dat zou worden opgeheven als de immateriële activa anders dan goodwill overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving dubieus zouden worden of zouden worden verwijderd.

370

1.1.1.12  (–) Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, na aftrek van de daaraan gerelateerde belastingverplichtingen

Artikel 36, lid 1, onder c), en artikel 38 van de VKV

380

1.1.1.13  (–) Voor IRB, het negatieve bedrag na aftrek van verwachte verliesposten van kredietrisicoaanpassingen

Artikelen 36, lid 1, onder d), 40, 158 en 159, van de VKVHet te rapporteren bedrag wordt niet verminderd met een stijging van de uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, of andere aanvullende belastingeffecten die zich zouden kunnen voordoen als de voorzieningen zouden stijgen tot het niveau van de […] verwachte verliezen (artikel 40 van de VKV).

390

1.1.1.14  (–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 4, lid 1, punt 109, artikel 36, lid 1, onder e), en artikel 41 van de VKV

400

1.1.1.14.1  (–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 4, lid 1, punt 109, en artikel 36, lid 1, onder e), van de VKVActiva van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds zijn „de activa van een pensioenfonds dat, respectievelijk een pensioenregeling die op vaste toezeggingen gebaseerd is, berekend nadat op die activa het bedrag van de verplichtingen uit hoofde van dat fonds, respectievelijk die regeling in mindering is gebracht”.Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de balans wordt verantwoord (indien afzonderlijk gerapporteerd).

410

1.1.1.14.2  Aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen

Artikel 4, lid 1, punten 108 en 109, en artikel 41, lid 1, onder a), van de VKVHet bedrag aan uitgestelde belastingverplichtingen die zouden komen te vervallen als de activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds overeenkomstig het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving dubieus zouden worden of zouden worden uitgeboekt.

420

1.1.1.14.3  Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds waarvan de instelling onbeperkt gebruik kan maken

Artikel 4, lid 1, punt 109, en artikel 41, lid 1, onder b), van de VKVIn deze post wordt uitsluitend een bedrag vermeld indien de bevoegde autoriteit vooraf toestemming heeft gegeven om het af te trekken bedrag aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds te verminderen.Op de in deze rij opgenomen activa wordt met het oog op de kredietrisicovereisten een risicogewicht toegepast.

430

1.1.1.15  (–) Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 36, lid 1, onder g), en artikel 44 van de VKVBezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de tier 1-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

440

1.1.1.16  (–) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt

Artikel 36, lid 1, onder j), van de VKVHet te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan de CA 1-post „Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt”. Het bedrag moet van CET1 worden afgetrokken.

450

1.1.1.17  (–) Gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikelen 4, lid 1, punt 36, 36, lid 1, onder k), i), en 89 tot en met 91van de VKVEen gekwalificeerde deelneming wordt omschreven als „het in een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, bezitten van 10 % of meer van het kapitaal of van de stemrechten, dan wel van een percentage dat het mogelijk maakt een invloed van betekenis op de bedrijfsvoering van die onderneming uit te oefenen”.Overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), i), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

460

1.1.1.18  (–) Securitisatieposities die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), ii), artikel 243, lid 1, onder b), artikel 244, lid 1, onder b), artikel 258 en artikel 266, lid 3, van de VKVSecuritisatieposities waaraan een risicogewicht van 1 250 % wordt toegekend kunnen als alternatief in mindering worden afgebracht op het tier 1-kernkapitaal (artikel 36, lid 1, onder k), ii), van de VKV). In dat laatste geval worden ze onder deze post gerapporteerd.

470

1.1.1.19  (–) Niet-afgewikkelde transacties („free deliveries”) die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), iii), en artikel 379, lid 3, van de VKVNiet-afgewikkelde transacties kunnen in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 % vanaf vijf dagen na het tweede contractuele betalings- of leveringsgedeelte tot de beëindiging van de transactie, overeenkomstig de eigenvermogensvereisten voor het afwikkelingsrisico. Bij wijze van alternatief kunnen zij in mindering worden gebracht op het tier 1-kernkapitaal (artikel 36, lid 1, onder k), iii), van de VKV). In dat laatste geval worden ze onder deze post gerapporteerd.

471

1.1.1.20  (–) Posities in een basket waarvoor een instelling het risicogewicht met de interneratingbenadering niet kan bepalen, en die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), iv), en artikel 153, lid 8, van de VKVOvereenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), iv), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

472

1.1.1.21  (–) Blootstellingen in aandelen met een internemodellenbenadering die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 %

Artikel 36, lid 1, onder k), v), en artikel 155, lid 4, van de VKVOvereenkomstig artikel 36, lid 1, onder k), v), van de VKV kunnen ze hetzij worden afgetrokken van tier 1-kernkapitaal (indien van toepassing) of in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 %.

480

1.1.1.22  (–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 36, lid 1, onder h); artikel 43 tot 46, artikel 49, leden 2 en 3, en artikel 79 van de VKVHet deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het tier 1-kernkapitaal moet worden afgetrokken.Zie de alternatieven voor aftrek indien er consolidatie van toepassing is (artikel 49, leden 2 en 3).

490

1.1.1.23  (–) Aftrekbare uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c); Artikel 38 en artikel 48, lid 1, onder a), van de VKVHet deel van uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen (na aftrek van het deel van gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen dat is toegekend aan uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, onder b), van de VKV) dat moet worden afgetrokken, met toepassing van de drempel van 10 % genoemd in artikel 48, lid 1, onder a), van de VKV.

500

1.1.1.24  (–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27; artikel 36, lid 1, onder i); artikel 43, artikel 45; 47; artikel 48, lid 1, onder b); artikel 49, leden 1 tot 3, en artikel 79 van de VKVHet deel van het bezit door de instelling van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat moet worden afgetrokken, onder toepassing van de drempel van 10 % genoemd in artikel 48, lid 1, onder b), van de VKV.Zie de alternatieven voor aftrek indien er consolidatie van toepassing is (artikel 49, leden 1, 2 en 3).

510

1.1.1.25  (–) Bedrag waarmee de drempel van 17,65 % wordt overschreden

Artikel 48, lid 1, van de VKVHet deel van uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, alsmede direct en indirect bezit door de instelling van de tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, dat moet worden afgetrokken, onder toepassing van de drempel van 17,65 % genoemd in artikel 48, lid 1, van de VKV.

520

1.1.1.26  Andere overgangsaanpassingen aan het tier 1-kernkapitaal

De artikelen 469 tot en met 472, artikel 478 en artikel 481 van de VKVAanpassingen van aftrekkingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

524

1.1.1.27  Aanvullende aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

529

1.1.1.28  Bestanddelen of aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal — overige

Deze rij is bedoeld om — strikt voor verslaggevingsdoeleinden — extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een tier 1-kernkapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een tier 1-kernkapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 020 tot en met 524 kan worden toegewezen.Deze cel mag niet worden gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio's te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen).

530

1.1.2  AANVULLEND TIER 1-KAPITAAL

Artikel 61 van de VKV

540

1.1.2.1  Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 51, onder a), de artikelen 52 tot en met 54, artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

550

1.1.2.1.1  Volgestorte kapitaalinstrumenten

Artikel 51, onder a), en de artikelen 52, 53 en 54 van de VKVIn het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

560

1.1.2.1.2*  Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten

Artikel 52, lid 1, onder c), e) en f), van de VKVDe voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

570

1.1.2.1.3  Agio

Artikel 51, onder b), van de VKV„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

580

1.1.2.1.4  (–) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKVEigen aanvullend-tier 1-instrumenten van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 57 van de VKV.Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.In posten 1.1.2.1.4 tot en met 1.1.2.1.4.3 worden geen eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten opgenomen die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen. Aanvullend-tier 1-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.1.2.1.5.

590

1.1.2.1.4.1  (–) Direct bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114), artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKVAanvullend-tier 1-instrumenten die zijn opgenomen in post 1.1.2.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.

620

1.1.2.1.4.2  (–) Indirect bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 52, lid 1, onder b), ii), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

621

1.1.2.1.4.3  (–) Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126), artikel 52, lid 1, onder b), artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKV

622

1.1.2.1.5  (–) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen

Artikel 56, onder a), en artikel 57 van de VKVOvereenkomstig artikel 56, onder a), van de VKV dienen „eigen aanvullend-tier 1-instrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

660

1.1.2.2  Overgangsaanpassingen als gevolg van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 483, leden 4 en 5, de artikelen 484 tot en met 487, artikel 489 en artikel 491 van de VKVBedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als aanvullend-tier 1-instrumenten worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

670

1.1.2.3  Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het aanvullend-tier 1-kapitaal worden opgenomen

De artikelen 83, 85 en 86 van de VKVDe som van alle bedragen aan in aanmerking komend tier 1-kapitaal van dochterondernemingen die in het geconsolideerde aanvullend-tier 1-kapitaal wordt opgenomen.Door een special purpose entity uitgegeven in aanmerking komend tier 1-kapitaal (artikel 83 van de VKV) wordt opgenomen.

680

1.1.2.4  Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 480 van de VKVAanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen aan het in aanmerking komend tier 1-kapitaal dat in geconsolideerd aanvullend-tier 1-kapitaal wordt opgenomen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

690

1.1.2.5  (–) Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 56, onder b), en artikel 58 van de VKVBezit van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de aanvullend-tier 1-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

700

1.1.2.6  (–) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, en artikel 56, onder c); de artikelen 59, 60 en 79 van de VKVHet deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het aanvullend-tier 1-kapitaal moet worden afgetrokken.

710

1.1.2.7  (–) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 56, onder d), en de artikelen 59 en 79 van de VKVHet bezit door de instelling van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling een aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, wordt in zijn geheel afgetrokken.

720

1.1.2.8  (–) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt

Artikel 56, onder e), van de VKVHet te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan de CA 1-post „Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier 1-kapitaal)”.

730

1.1.2.9  Andere overgangsaanpassingen aan het aanvullend-tier 1-kapitaal

De artikelen 474, 475, 478 en 481 van de VKVAanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

740

1.1.2.10  (–) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van tier-1-kernkapitaal)

Artikel 36, lid 1, onder j), van de VKVAanvullend-tier 1-kapitaal kan niet negatief zijn, maar het is wel mogelijk dat de aftrekkingen van het aanvullend-tier 1-kapitaal groter zijn dan het aanvullend-tier 1-kapitaal plus de gerelateerde agio. In dat geval moet het aanvullend-tier 1-kapitaal op nul worden gesteld, en moet het bedrag van aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal waarmee het aanvullend-tier 1-kapitaal wordt overschreden van het tier 1-kernkapitaal worden afgetrokken.Op deze manier wordt gewaarborgd dat de som van de posten 1.1.2.1 tot en met 1.1.2.12 nooit lager dan nul is. Als deze post positief is vermeldt post 1.1.1.16 in dat geval het tegenovergestelde van dat bedrag.

744

1.1.2.11  Additionele aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

748

1.1.2.12  Bestanddelen of aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal — overige

Deze rij is bedoeld om — strikt voor verslaggevingsdoeleinden — extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een aanvullend-tier 1-kapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een aanvullend-tier 1-kapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 530 tot en met 744 kan worden toegewezen.Deze cel wordt niet gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio's te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen)!

750

1.2  TIER 2-KAPITAAL

Artikel 71 van de VKV

760

1.2.1  Kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder a), de artikelen 63, 64 en 65, artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

770

1.2.1.1  Volgestorte kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

Artikel 62, onder a), en de artikelen 63 en 65 van de VKVIn het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

780

1.2.1.2 (*)  Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen

Artikel 63, onder c), e) en f); en artikel 64 van de VKVDe voorwaarden in de aangehaalde punten hebben betrekking op verschillende kapitaalsituaties die omkeerbaar zijn. Het hier gerapporteerde bedrag komt in latere tijdvakken derhalve mogelijk wel in aanmerking.In het te rapporteren bedrag dient de met de instrumenten verband houdende agio niet te worden verwerkt.

790

1.2.1.3  Agio

Artikel 62, onder b), en artikel 65 van de VKV„Agio” betekent hetzelfde als in de toepasselijke standaard voor jaarrekeningen.Het onder deze post te rapporteren bedrag is het gedeelte dat verband houdt met de „Volgestorte kapitaalinstrumenten”.

800

1.2.1.4  (–) Eigen tier 2-instrumenten

Artikel 63, onder b), i), artikel 66, onder a) en artikel 67 van de VKVEigen tier 2-instrumenten van de verslaggevende instelling of groep op de verslagdatum. Behoudens de uitzonderingen in artikel 67 van de VKV.Aandelenbelangen die als „Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten” zijn opgenomen, worden in deze rij niet gerapporteerd.In het te rapporteren bedrag dient de met de eigen aandelen verband houdende agio te worden verwerkt.In posten 1.2.1.4 tot 1.2.1.4.3 worden geen eigen tier 2-instrumenten opgenomen die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen. Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 2-instrumenten worden afzonderlijk gerapporteerd in post 1.2.1.5.

810

1.2.1.4.1  (–) Direct bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKVTier 2-instrumenten die zijn opgenomen in post 1.2.1.1 en bezit zijn van instellingen van de geconsolideerde groep.

840

1.2.1.4.2  (–) Indirect bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 114, artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

841

1.2.1.4.3  (–) Synthetisch bezit van tier 2-instrumenten

Artikel 4, lid 1, punt 126, artikel 63, onder b), artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKV

842

1.2.1.5  (–) Eigen aanvullend-tier 2-instrumenten die de instelling feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen

Artikel 66, onder a), en artikel 67 van de VKVOvereenkomstig artikel 66, onder a), van de VKV dienen „eigen tier 2-instrumenten die een instelling krachtens een bestaande contractuele verplichting feitelijk of onder bepaalde voorwaarden moet kopen” te worden afgetrokken.

880

1.2.2  Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 2-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en achtergestelde leningen

Artikel 483, leden 6 en 7, en de artikelen 484, 486, 488, 490 en 491 van de VKVBedrag van de kapitaalinstrumenten die gedurende de overgangsperiode krachtens grandfatheringbepalingen als tier 2-kapitaal kunnen worden aangemerkt. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

890

1.2.3  Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het tier 2-kapitaal worden opgenomen

De artikelen 83, 87 en 88 van de VKVDe som van alle bedragen aan in aanmerking komend eigen vermogen van dochterondernemingen die in het geconsolideerde tier 2-kapitaal worden opgenomen.Door een special purpose entity uitgegeven in aanmerking komend tier 2-kapitaal (artikel 83 van de VKV) wordt opgenomen.

900

1.2.4  Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het tier 2-kapitaal

Artikel 480 van de VKVAanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen van het in aanmerking komend eigen vermogen dat in het geconsolideerd tier 2-kapitaal wordt opgenomen. Deze post wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

910

1.2.5  Bedrag van voorzieningen waarmee de volgens de interneratingbenadering verwachte verliezen worden overschreden

Artikel 62, onder d), van de VKVVoor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de interneratingbenadering bevat dit onderdeel de positieve bedragen die de uitkomst zijn van de vergelijking van de voorzieningen en de verwachte verliezen en die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal.

920

1.2.6  Algemene kredietrisicoaanpassingen volgens de standaardbenadering

Artikel 62, onder c), van de VKVVoor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de standaardbenadering bevat dit onderdeel de algemene kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal.

930

1.2.7  (–) Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

Artikel 4, lid 1, punt 122, artikel 66, onder b), en artikel 68 van de VKVBezit van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien er sprake is van een wederzijdse deelneming die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit is bedoeld om het eigen vermogen van de instelling kunstmatig te verhogen.Het te rapporteren bedrag wordt berekend op basis van de bruto longposities en omvat de tier 2- en tier 3-vermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen.

940

1.2.8  (–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 66, onder c), de artikelen 68, 69 en 70 en artikel 79 van de VKVHet deel van het bezit door de instelling van instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) indien de instelling geen aanzienlijke deelneming in deze entiteiten heeft, dat van het tier 2-kapitaal moet worden afgetrokken.

950

1.2.9  (–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 27, artikel 66, onder d), en de artikelen 68, 69 en 79 van de VKVHet bezit door de instelling van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector (zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV) waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, wordt in zijn geheel afgetrokken.

960

1.2.10  Andere overgangsaanpassingen aan het tier 2-kapitaal

De artikelen 476 tot en met 478 en artikel 481 van de VKVAanpassingen als gevolg van overgangsbepalingen. Het te rapporteren bedrag wordt rechtstreeks ontleend aan CA5.

970

1.2.11  (–) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier-1-kapitaal)

Artikel 56, onder e), van de VKVTier 2-kapitaal kan niet negatief zijn, maar het is wel mogelijk dat de aftrekkingen van het tier 2-kapitaal groter zijn dan het tier 2-kapitaal plus de gerelateerde agio. In dat geval moet het tier 2-kapitaal op nul worden gesteld, en moet het bedrag van aftrekkingen van tier 2-kapitaal waarmee het tier 2-kapitaal wordt overschreden van het aanvullend-tier 1-kapitaal worden afgetrokken.Op deze manier wordt gewaarborgd dat de som van de posten 1.2.1 tot en met 1.2.13 nooit lager dan nul is. Als deze post positief is vermeldt post 1.1.2.8 het tegenovergestelde van dat bedrag.

974

1.2.12  (–) Additionele aftrekkingen van tier 2-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKV

978

1.2.13  Bestanddelen of aftrekkingen van tier 2-kapitaal — overige

Deze rij is bedoeld om — strikt voor verslaggevingsdoeleinden — extra flexibiliteit te bieden. Deze rij wordt uitsluitend ingevuld in het zeldzame geval dat er geen definitief besluit is genomen ten aanzien van de verslaggeving van specifieke kapitaalbestanddelen/aftrekkingen in de bestaande CA1-template. Als gevolg daarvan wordt deze rij uitsluitend ingevuld indien een tier 2-kapitaalbestanddeel dan wel een aftrekking van een tier 2-kapitaalbestanddeel niet aan een van de rijen 750 tot en met 974 kan worden toegewezen.Deze cel mag niet worden gebruikt om niet door de VKV gedekte kapitaalbestanddelen of aftrekkingen in de berekening van de solvabiliteitsratio's te betrekken (bv. een toewijzing van nationale kapitaalbestanddelen/aftrekkingen die niet onder de VKV vallen).

1.3.   C 02.00 — EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CA2)

1.3.1.   Instructies voor bepaalde posities



Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

1.  HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN

Artikel 92, lid 3, en de artikelen 95, 96 en 98 van de VKV

020

1*  Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV

Met betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, en artikel 98 van de VKV.

030

1**  Waarvan: Beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV

Met betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 96, lid 2, en artikel 97 van de VKV.

040

1.1  RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIETRISICO, TEGENPARTIJKREDIETRISICO EN VERWATERINGSRISICO EN VOOR NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES

Artikel 92, lid 3, onder a) en f), van de VKV

050

1.1.1  Standaardbenadering

CR SA en SEC SA-templates op het niveau van de totale blootstellingen.

060

1.1.1.1  Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering met uitzondering van securitisatieposities

CR SA-template op het niveau van de totale blootstellingen. De blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering zijn de in artikel 112 van de VKV genoemde categorieën, met uitzondering van securitisatieposities.

070

1.1.1.1.01  Centrale overheden of centrale banken

Zie de CR SA-template

080

1.1.1.1.02  Regionale of lokale overheden

Zie de CR SA-template

090

1.1.1.1.03  Publiekrechtelijke lichamen

Zie de CR SA-template

100

1.1.1.1.04  Multilaterale ontwikkelingsbanken

Zie de CR SA-template

110

1.1.1.1.05  Internationale organisaties

Zie de CR SA-template

120

1.1.1.1.06  instellingen

Zie de CR SA-template

130

1.1.1.1.07  Ondernemingen

Zie de CR SA-template

140

1.1.1.1.08  Particulieren en kleine partijen

Zie de CR SA-template

150

1.1.1.1.09  Gedekt door hypotheken op onroerend goed

Zie de CR SA-template

160

1.1.1.1.10  Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

Zie de CR SA-template

170

1.1.1.1.11  Posten met een bijzonder hoog risico

Zie de CR SA-template

180

1.1.1.1.12  Gedekte obligaties

Zie de CR SA-template

190

1.1.1.1.13  Vorderingen op instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

Zie de CR SA-template

200

1.1.1.1.14  instellingen voor collectieve belegging (icb's)

Zie de CR SA-template

210

1.1.1.1.15  Aandelen

Zie de CR SA-template

211

1.1.1.1.16  Andere posten

Zie de CR SA-template

220

1.1.1.2  Securitisatieposities volgens de standaardbenadering

CR SEC SA-template op het niveau van alle soorten securitisatie

230

1.1.1.2.*  Waarvan: hersecuritisatie

CR SEC SA-template op het niveau van alle soorten securitisatie

240

1.1.2  Interneratingbenadering (IRB)

250

1.1.2.1  Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen noch omrekeningsfactoren worden gebruikt

CR IRB-template op het niveau van de totale blootstellingen (wanneer geen gebruik wordt gemaakt van eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren)

260

1.1.2.1.01  Centrale overheden en centrale banken

Zie de CR IRB-template

270

1.1.2.1.02  instellingen

Zie de CR IRB-template

280

1.1.2.1.03  Ondernemingen — Kmo's

Zie de CR IRB-template

290

1.1.2.1.04  Ondernemingen — Gespecialiseerde kredietverlening

Zie de CR IRB-template

300

1.1.2.1.05  Ondernemingen — Overige

Zie de CR IRB-template

310

1.1.2.2  Interneratingbenaderingen wanneer eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren worden gebruikt

CR IRB-template op het niveau van de totale blootstellingen (wanneer gebruik wordt gemaakt van eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren)

320

1.1.2.2.01  Centrale overheden en centrale banken

Zie de CR IRB-template

330

1.1.2.2.02  instellingen

Zie de CR IRB-template

340

1.1.2.2.03  Ondernemingen — Kmo's

Zie de CR IRB-template

350

1.1.2.2.04  Ondernemingen — Gespecialiseerde kredietverlening

Zie de CR IRB-template

360

1.1.2.2.05  Ondernemingen — Overige

Zie de CR IRB-template

370

1.1.2.2.06  Particulieren en kleine partijen — gedekt door onroerend goed-kmo's

Zie de CR IRB-template

380

1.1.2.2.07  Particulieren en kleine partijen — gedekt door onroerend goed van niet-kmo's

Zie de CR IRB-template

390

1.1.2.2.08  Particulieren en kleine partijen — Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

Zie de CR IRB-template

400

1.1.2.2.09  Particulieren en kleine partijen — Overige kmo's

Zie de CR IRB-template

410

1.1.2.2.10  Particulieren en kleine partijen — Overige niet-kmo

Zie de CR IRB-template

420

1.1.2.3  Aandelen IRB

Zie de CR EQU IRB-template

430

1.1.2.4  Securitisatieposities IRB

CR SEC IRB-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

440

1.1.2.4*  Waarvan: hersecuritisatie

CR SEC IRB-template op het niveau van alle soorten securitisatie.

450

1.1.2.5  Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen

Het te rapporteren bedrag is dat van de risicogewogen posten zoals berekend overeenkomstig artikel 156 van de VKV.

460

1.1.3  Risicoposten voor bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een ctp

De artikelen 307 tot en met 309 van de VKV

490

1.2  TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELING/LEVERING

Artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV

500

1.2.1  Afwikkelings-/leveringsrisico in de niet-handelsportefeuille

Zie de CR SETT-template

510

1.2.2  Afwikkelings-/leveringsrisico in de handelsportefeuille

Zie de CR SETT-template

520

1.3  TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S

Artikel 92, lid 3, onder b), i) en onder c), i) en iii), en artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV

530

1.3.1  Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico's volgens standaardbenaderingen

540

1.3.1.1  Verhandelbare schuldinstrumenten

MKR SA TDI-template op het niveau van de totale valuta.

550

1.3.1.2  Aandelen

MKR SA EQU-template op het niveau van de totale nationale markten.

560

1.3.1.3  Vreemde valuta

Zie de MKR SA FX-template

570

1.3.1.4  Grondstoffen

Zie de MKR SA COM-template

580

1.3.2  Risicoposten voor positie-, valuta- en grondstoffenrisico's volgens de internemodellenbenadering

Zie de MKR IM-template

590

1.4  TOTALE RISICOPOSTEN VOOR HET OPERATIONEEL RISICO

Artikel 92, lid 3, onder e), en lid 4, onder b), van de VKVMet betrekking tot beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, en artikel 98 van de VKV is deze post nul.

600

1.4.1  Operationeel risico volgens de basisindicatorbenadering

Zie de OPR-template

610

1.4.2  Operationeel risico volgens de standaardbenadering/alternatieve standaardbenadering

Zie de OPR-template

620

1.4.3  Operationeel risico volgens de geavanceerde meetbenaderingen

Zie de OPR-template

630

1.5  AANVULLENDE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN

Artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, artikel 97 en artikel 98, lid 1, onder a), van de VKVUitsluitend met betrekking tot beleggingsondernemingen in de zin van artikel 95, lid 2, artikel 96, lid 2, en artikel 98 van de VKV. Zie ook artikel 97 van de VKV.Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 96 van de VKV rapporteren het in artikel 97 bedoelde bedrag vermenigvuldigd met 12,5.Beleggingsondernemingen in de zin van artikel 95 van de VKV rapporteren:

— Indien het in artikel 95, lid 2, onder a), van de VKV bedoelde bedrag groter is dan het in artikel 95, lid 2, onder b), van de VKV bedoelde bedrag, een bedrag van nul.

— Indien het in artikel 95, lid 2, onder b), van de VKV bedoelde bedrag groter is dan het in artikel 95, lid 2, onder a), van de VKV bedoelde bedrag, een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het eerste en de tweede bedrag.

640

1.6  TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AANPASSING VAN DE KREDIETWAARDERING

Artikel 92, lid 3, onder d), van de VKV. Zie de CVA-template.

650

1.6.1  Geavanceerde methode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 383 van de VKV. Zie de CVA-template.

660

1.6.2  Standaardmethode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 384 van de VKV. Zie de CVA-template.

670

1.6.3.  Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethode

Eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering overeenkomstig artikel 385 van de VKV. Zie de CVA-template.

680

1.7  TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN IN VERBAND MET GROTE BLOOTSTELLINGEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE

Artikel 92, lid 3, onder b), ii), en de artikelen 395 tot en met 401 van de VKV

690

1.8  ANDERE RISICOPOSTEN

De artikelen 3, 458 en 459 van de VKV en risicoposten die niet kunnen worden toegewezen aan een van de posten onder 1.1 tot en met 1.7.De instellingen rapporteren de bedragen die nodig zijn om aan het volgende te voldoen:

Strengere door de Commissie opgelegde prudentiële vereisten overeenkomstig de artikelen 458 en 459 van de VKV.

Additionele risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV.

Deze post is niet gekoppeld aan een gegevenstemplate.

710

1.8.2  Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 458

Artikel 458 van de VKV

720

1.8.2*  Waarvan: vereisten met betrekking tot grote blootstellingen

Artikel 458 van de VKV

730

1.8.2**  Waarvan: Als gevolg van gewijzigde risicogewichten gericht tegen zeepbellen in activa in niet-zakelijk en zakelijk onroerend goed

Artikel 458 van de VKV

740

1.8.2**  Waarvan: Waarvan: als gevolg van blootstellingen binnen de financiële sector

Artikel 458 van de VKV

750

1.8.3  Waarvan: Aanvullende strengere prudentiële vereisten op basis van artikel 459

Artikel 459 van de VKV

760

1.8.4  Waarvan: Aanvullende risicoposten ingevolge artikel 3 van de VKV

Artikel 3 van de VKVHet te rapporteren bedrag aan aanvullende risicoposten omvat uitsluitend de aanvullende bedragen (als bijvoorbeeld voor een blootstelling van 100 een risicogewicht geldt van 20 % en de instelling een risicogewicht toepast van 50 % op basis van artikel 3 van de VKV, dan dient een bedrag van 30 te worden gerapporteerd).

1.4.   C 03.00 — KAPITAALRATIO'S EN KAPITAALNIVEAUS (CA3)

1.4.1.   Instructies voor bepaalde posities



Rijen

010

1  Tier 1-kernkapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder a), van de VKVDe tier 1-kernkapitaalratio is het tier 1-kernkapitaal van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

020

2  Overschot (+)/Tekort(–) aan tier 1-kernkapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan tier 1-kernkapitaal ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder a), van de VKV (4,5 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

030

3  Tier 1-kapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder b), van de VKVDe tier 1-kapitaalratio is het tier 1-kapitaal van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

040

4  Overschot (+)/Tekort(–) aan tier 1-kapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan tier 1-kapitaal ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder b), van de VKV (6 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

050

5  Totale kapitaalratio

Artikel 92, lid 2, onder c), van de VKVDe totale kapitaalratio is het eigen vermogen van de instelling uitgedrukt als percentage van het totaal van de risicoposten.

060

6  Overschot (+)/Tekort(–) aan totaal kapitaal

Deze post toont in absolute cijfers het bedrag van het overschot of tekort aan eigen vermogen ten opzichte van de vereiste van artikel 92, lid 1, onder c), van de VKV (8 %), d.w.z. zonder rekening te houden met de kapitaalbuffers en overgangsbepalingen met betrekking tot de ratio.

070

Tier 1-kernkapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler IIArtikel 92, lid 2, onder a), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de tier 1-kernkapitaalratio.

080

Streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler IIArtikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de tier 1-kernkapitaalratio geldt.

090

Tier 1-kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler IIArtikel 92, lid 2, onder b), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de tier 1-kapitaalratio.

100

Streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler IIArtikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de tier 1-kapitaalratio geldt.

110

Totale kapitaalratio met inbegrip van aanpassingen onder Pijler IIArtikel 92, lid 2, onder c), van de VKV en artikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een besluit van een bevoegde autoriteit gevolgen heeft voor de totale kapitaalratio.

120

Streefcijfer voor de totale kapitaalratio ingevolge aanpassingen onder Pijler IIArtikel 104, lid 2, van de RKV IVDeze cel hoeft alleen te worden ingevuld indien een bevoegde autoriteit besluit dat voor een instelling een hoger streefcijfer voor de totale kapitaalratio geldt.

1.5.   C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)

1.5.1.   Instructies voor bepaalde posities



Rijen

010

1.  Totaal aan uitgestelde belastingvorderingen

Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de laatst geverifieerde/gecontroleerde boekhoudkundige balans wordt verantwoord.

020

1.1  Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 39 van de VKVUitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten en die aldus een risicogewicht krijgen.

030

1.2  Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c), en artikel 38 van de VKVUitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten maar niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen en waarop derhalve geen drempel van toepassing is (d.w.z. ze worden in hun geheel afgetrokken van het tier 1-kernkapitaal).

040

1.3  Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c); Artikel 38 en artikel 48, lid 1, onder a), van de VKVUitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die voortvloeien uit tijdelijke verschillen, en waarvan de aftrekking van het tier 1-kernkapitaal derhalve beperkt is tot de drempels van 10 % en 17,65 % overeenkomstig artikel 48 van de VKV.

050

2  Totale uitgestelde belastingvorderingen

Het hier te rapporteren bedrag komt overeen met het bedrag dat op de laatst geverifieerde/gecontroleerde boekhoudkundige balans wordt verantwoord.

060

2.1  Uitgestelde belastingverplichtingen die niet in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 38, leden 3 en 4, van de VKVUitgestelde belastingverplichtingen ten aanzien waarvan niet aan de voorwaarden van artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV wordt voldaan. Deze post omvat derhalve de uitgestelde belastingverplichtingen die het af te trekken bedrag van de goodwill, andere immateriële activa of de activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds verminderen, die respectievelijk worden gerapporteerd onder de CA1-posten 1.1.1.10.3, 1.1.1.11.2 en 1.1.1.14.2.

070

2.2  Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten

Artikel 38 van de VKV

080

2.2.1  Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 38, leden 3, 4 en 5, van de VKVUitgestelde belastingverplichtingen die het bedrag van uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, kunnen verminderen, overeenkomstig artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV, en die niet worden toegewezen aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, van de VKV.

090

2.2.2  Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 38, leden 3, 4 en 5, van de VKVUitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op het bedrag van uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten, overeenkomstig artikel 38, leden 3 en 4, van de VKV, en die worden toegewezen aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, overeenkomstig artikel 38, lid 5, van de VKV.

100

3.  Voor IRB, het overschot (+) of tekort (–) van kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 62, onder d), en de artikelen 158 en 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

110

3.1  Totale kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen die in aanmerking komen om bij de berekening van de verwachte verliesposten te worden betrokken

Artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

120

3.1.1  Algemene kredietrisicoaanpassingen

Artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

130

3.1.2  Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

131

3.1.3  Aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen

De artikelen 34, 110 en 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

140

3.2  Totaal van in aanmerking komende verwachte verliesposten

Artikel 158, leden 5, 6 en 10, en artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen. Uitsluitend de verwachte verliezen die verband houden met blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan, worden gerapporteerd.

145

4  Voor IRB, overschot (+) of tekort (–) van specifieke kredietrisicoaanpassingen aan verwachte verliezen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 62, onder d), en de artikelen 158 en 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

150

4.1  Specifieke kredietrisicoaanpassingen en posities die op vergelijkbare wijze worden behandeld

Artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen.

155

4.2  Totaal van in aanmerking komende verwachte verliesposten

Artikel 158, leden 5, 6 en 10, en artikel 159 van de VKVDeze post wordt uitsluitend ingevuld door IRB-instellingen. Uitsluitend de verwachte verliezen die verband houden met blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, worden gerapporteerd.

160

5  Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor het overschot aan voorzieningen dat in aanmerking komt als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder d), van de VKVVoor IRB-instellingen geldt overeenkomstig artikel 62, onder d), van de VKV dat het overschot van de voorzieningen (voor verwachte verliezen) dat in aanmerking komt voor opneming in het tier 2-kapitaal maximaal 0,6 % bedraagt van de overeenkomstig de interneratingbenadering berekende risicogewogen posten.Het onder deze post te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicogewogen posten (d.w.z. niet vermenigvuldigd met 0,6 %) dat ten grondslag ligt aan de berekening van het maximum.

170

6  Totale bruto voorzieningen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder c), van de VKVDeze post vermeldt de algemene kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal voorafgaande aan de maximering.Het te rapporteren bedrag is vóór aftrek van belastingeffecten.

180

7  Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor de voorzieningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal

Artikel 62, onder c), van de VKVOvereenkomstig artikel 62, onder c), van de VKV, worden de kredietrisicoaanpassingen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal gemaximeerd op 1,25 % van de risicogewogen posten.Het onder deze post te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicogewogen posten (d.w.z. niet vermenigvuldigd met 1,25 %) dat ten grondslag ligt aan de berekening van het maximum.

190

8  Drempel voor niet aftrekbaar bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 46, lid 1, onder a), van de VKVDeze post bevat de drempel die aangeeft tot welk bedrag bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin een instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, niet wordt afgetrokken. Het bedrag is het resultaat van het optellen van alle bestanddelen die ten grondslag liggen aan de drempel en het vermenigvuldigen van het aldus verkregen bedrag met 10 %.

200

9  10 %-drempel voor tier 1-kernkapitaal

Artikel 48, lid 1, onder a) en b), van de VKVDeze post bevat de drempel van 10 % voor bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, en voor uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen.Het bedrag is het resultaat van het optellen van alle bestanddelen die ten grondslag liggen aan de drempel en het vermenigvuldigen van het aldus verkregen bedrag met 10 %.

210

10  17,65 %-drempel voor tier 1-kernkapitaal

Artikel 48, lid 1, van de VKVDeze post bevat de drempel van 17,65 % voor bezit van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, en voor uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, toe te passen na de drempel van 10 %.De drempel wordt zodanig berekend dat het te verantwoorden bedrag van de beide posten niet hoger is dan 15 % van het tier 1-kernkapitaal, na alle aftrekkingen, zonder rekening te houden met eventuele aanpassingen uit hoofde van overgangsbepalingen.

225

11.1  In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector

Artikel 4, lid 1, punt 71, onder a)

226

11.2  In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van grote blootstellingen

Artikel 4, lid 1, punt 71, onder b)

230

12  Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 44 tot en met 46 en artikel 49 van de VKV

240

12.1  Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 46 en 49 van de VKV

250

12.1.1  Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 46 en 49 van de VKVDirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities;

b)  de bedragen die zijn gerelateerd aan de deelnemingen ten aanzien waarvan een van de alternatieven in artikel 49 wordt toegepast; en

c)  deelnemingen die worden behandeld als wederzijdse deelnemingen overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV.

260

12.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 45 van de VKVKrachtens artikel 45 van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

270

12.2  Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 44 en 45 van de VKV

280

12.2.1  Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 44 en 45 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

290

12.2.2  Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 45 van de VKVKrachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

291

12.3.1  Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

292

12.3.2  Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

293

12.3.3  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 45 van de VKV

300

13  Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 58 tot en met 60 van de VKV

310

13.1  Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 58 en 59, en artikel 60, lid 2, van de VKV

320

13.1.1  Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 58 en artikel 60, lid 2, van de VKVDirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities; en

b)  bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV.

330

13.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 59 van de VKVKrachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

340

13.2  Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 58 en 59 van de VKV

350

13.2.1  Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 58 en 59 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

360

13.2.2  Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 59 van de VKVKrachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

361

13.3  Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

362

13.3.1  Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

363

13.3.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 59 van de VKV

370

14.  Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 68 tot en met 70 van de VKV

380

14.1  Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 68 en 69, en artikel 70, lid 2, van de VKV

390

14.1.1  Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 68 en artikel 70, lid 2, van de VKVDirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities; en

b)  bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV.

400

14.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 69 van de VKVKrachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

410

14.2  Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 114, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

420

14.2.1  Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 68 en 69 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

430

14.2.2  Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 69 van de VKVKrachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

431

14.3  Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

432

14.3.1  Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

433

14.3.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 69 van de VKV

440

15  Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKV

450

15.1  Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKV

460

15.1.1  Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 44, 45, 47 en 49 van de VKVDirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor minder dan vijf dagen ingenomen overnemingsposities;

b)  de bedragen die zijn gerelateerd aan de deelnemingen ten aanzien waarvan een van de alternatieven in artikel 49 wordt toegepast; en

c)  deelnemingen die worden behandeld als wederzijdse deelnemingen overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV.

470

15.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 45 van de VKVKrachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

480

15.2  Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 44 en 45 van de VKV

490

15.2.1  Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 44 en 45 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

500

15.2.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 45 van de VKVKrachtens artikel 45, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

501

15.3  Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

502

15.3.1  Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 44 en 45 van de VKV

503

15.3.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 45 van de VKV

510

16  Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 58 en 59 van de VKV

520

16.1  Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 58 en 59 van de VKV

530

16.1.1  Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 58 van de VKVDirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor vijf werkdagen of minder ingenomen overnemingsposities (artikel 56, onder d)); en

b)  bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV.

540

16.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 59 van de VKVKrachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

550

16.2  Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 58 en 59 van de VKV

560

16.2.1  Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 58 en 59 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 56, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

570

16.2.2  Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 59 van de VKVKrachtens artikel 59, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

571

16.3  Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

572

16.3.1  Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 58 en 59 van de VKV

573

16.3.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 59 van de VKV

580

17  Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, na aftrek van shortposities

De artikelen 68 en 69 van de VKV

590

17.1  Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

De artikelen 68 en 69 van de VKV

600

17.1.1  Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 68 van de VKVDirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief:

a)  de voor vijf werkdagen of minder ingenomen overnemingsposities (artikel 66, onder d)); en

b)  bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV.

610

17.1.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto directe deelnemingen

Artikel 69 van de VKVKrachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

620

17.2  Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 68 en 69 van de VKV

630

17.2.1  Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, en de artikelen 114, 68 en 69 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het indirect bezit in de handelsportefeuille van de kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector in de vorm van bezit van indexeffecten. Het wordt verkregen door de onderliggende blootstelling met betrekking tot de in die indices vervatte kapitaalinstrumenten van de entiteiten uit de financiële sector te berekenen.Bezit dat wordt behandeld als een wederzijdse deelneming overeenkomstig artikel 66, onder b), van de VKV wordt buiten beschouwing gelaten.

640

17.2.2  Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met de hierboven bedoelde bruto indirecte deelnemingen

Artikel 4, lid 1, punt 114, en artikel 69 van de VKVKrachtens artikel 69, onder a), van de VKV is het toegestaan shortposities te compenseren in dezelfde onderliggende blootstelling mits de looptijd van de shortpositie overeenkomt met de looptijd van de longpositie of een resterende looptijd heeft van ten minste één jaar.

641

17.3  Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

642

17.3.1  Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 4, lid 1, punt 126, en de artikelen 68 en 69 van de VKV

643

17.3.2  (–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde indirecte synthetisch bezit

Artikel 4, lid 1, punt 126, en artikel 69 van de VKV

650

18  Risicogewogen posten van bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 1-kernkapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 46, lid 4, artikel 48, lid 4 en artikel 49, lid 4, van de VKV

660

19  Risicogewogen posten van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het aanvullend-tier 1-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 60, lid 4, van de VKV

670

20  Risicogewogen posten van bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 2-kapitaal van de instelling worden afgetrokken

Artikel 70, lid 4, van de VKV

680

21  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 1-kernkapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 12.1 vermeld moeten worden.

690

22  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 1-kernkapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 15.1 vermeld moeten worden.

700

23  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van aanvullend-tier 1-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 13.1 vermeld moeten worden.

710

24  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van aanvullend-tier 1-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 16.1 vermeld moeten worden.

720

25  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 2-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 14.1 vermeld moeten worden.

730

26  Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 79 van de VKVEen bevoegde autoriteit kan een tijdelijke ontheffing verlenen van de bepalingen inzake de aftrek van tier 2-kapitaal vanwege het bezit van instrumenten van een bepaalde entiteit uit de financiële sector, als zij van oordeel is dat dit bezit bedoeld is voor een financiëlebijstandoperatie om die entiteit te saneren en te redden.Opgemerkt zij dat deze instrumenten ook onder post 17.1 vermeld moeten worden.

740

27  Gecombineerd buffervereiste

Artikel 128, punt 6, van de RKV

750

KapitaalconserveringsbufferArtikel 128, punt 1, en artikel 129 van de RKVOvereenkomstig artikel 129, lid 1, van de RKV is de kapitaalconserveringsbuffer een aanvullend bedrag aan tier 1-kernkapitaal. Gezien het feit dat de kapitaalconserveringsbuffer stabiel op 2,5 % is gesteld, wordt in deze cel een bedrag ingevuld.

760

Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaatArtikel 458, lid 2, onder d), iv), van de VKVIn deze cel wordt het bedrag vermeld van de conserveringsbuffer die overeenkomstig artikel 458 van de VKV in aanvulling op de kapitaalconserveringsbuffer kan worden verlangd als gevolg van een op het niveau van een lidstaat onderkend macroprudentieel of systeemrisico.

770

Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbufferArtikel 128, punt 2, en de artikelen 130 en 135 tot en met 140 van de RKV

780

SysteemrisicobufferArtikel 128, punt 5, en de artikelen 133 en 134 van de RKV

790

Buffer van systeemrelevante instellingenArtikel 131 van de RKVDe instellingen rapporteren het bedrag van de op geconsolideerde basis toepasselijke buffer van systeemrelevante instellingen.

800

Buffer van mondiaal systeemrelevante instellingenArtikel 128, punt 1, en artikel 131 van de RKV

810

Buffer van andere systeemrelevante instellingenArtikel 128, punt 1, en artikel 131 van de RKV

820

28  Eigenvermogensvereisten in verband met aanpassingen uit hoofde van Pijler II

Artikel 104, lid 2, van de RKVIndien een bevoegde autoriteit van mening is dat een instelling in verband met Pijler II additionele eigenvermogensvereisten moet berekenen, worden die additionele eigenvermogensvereisten in deze cel gerapporteerd.

830

29  Aanvangskapitaal

De artikelen 12 en 28 tot en met 31 van de RKV en artikel 93 van de VKV

840

30  Eigen vermogen op basis van vaste kosten

Artikel 96, lid 2, onder b), artikel 97 en artikel 98, lid 1, onder a), van de VKV

850

31  Niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen

De gegevens die nodig zijn voor de berekening van de rapportagedrempel in de CR GB-template overeenkomstig artikel 5, onder a), punt 4) van de ITS. De drempel wordt berekend op basis van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactor.Blootstellingen zijn binnenlands als zij betrekking hebben op een tegenpartij in de lidstaat waar de instelling is gevestigd.

860

32  Totale oorspronkelijke blootstellingen

De gegevens die nodig zijn voor de berekening van de rapportagedrempel in de CR GB-template overeenkomstig artikel 5, onder a), punt 4) van de ITS. De drempel wordt berekend op basis van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactor.Blootstellingen zijn binnenlands als zij betrekking hebben op een tegenpartij in de lidstaat waar de instelling is gevestigd.

870

Aanpassingen aan het totale eigen vermogenArtikel 500, lid 4, van de VKV.

880

Eigen vermogen volledig aangepast voor de Bazel I-ondergrensArtikel 500, lid 1, punt b), en lid 4 van de VKV

890

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrensArtikel 500, lid 1, punt b) van de VKV

900

Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens — SA-alternatiefArtikel 500, leden 2 en 3, van de VKV

1.6.   OVERGANGSBEPALINGEN EN INSTRUMENTEN WAAROP GRANDFATHERINGBEPALINGEN VAN TOEPASSING ZIJN: INSTRUMENTEN DIE GEEN STAATSSTEUNINSTRUMENTEN ZIJN (CA 5)

1.6.1.   Algemene opmerkingen

15. CA5 geeft een overzicht van de berekening van onderdelen en aftrekkingen van eigen vermogen uit hoofde van de overgangsbepalingen zoals vastgelegd in de artikelen 465 tot en met 491 van de VKV.

16. CA5 heeft de volgende structuur:

a) Template 5.1 omvat een overzicht van de totale aanpassingen van de verschillende eigenvermogensbestanddelen (gerapporteerd in CA1 overeenkomstig de definitieve bepalingen) die voortvloeien uit toepassing van de overgangsbepalingen. De onderdelen van deze tabel worden gepresenteerd als „aanpassingen” van de verschillende kapitaalbestanddelen in CA1 teneinde het effect van de overgangsbepalingen op de eigenvermogensbestanddelen weer te geven.

b) Template 5.2 omvat nadere gegevens over de berekening van instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en die geen staatssteuninstrumenten zijn.

17. In de eerste vier kolommen rapporteren de instellingen de aanpassingen van het tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal en tier 2-kapitaal alsmede het als risicogewogen actiefposten te behandelen bedrag. De instellingen zijn ook verplicht om in kolom 050 het toepasselijke percentage in te vullen, en in kolom 060 het in aanmerking komende bedrag zonder toepassing van de overgangsbepalingen.

18. De instellingen rapporteren uitsluitend onderdelen in CA5 gedurende de periode waarin overeenkomstig deel 10 van de VKV overgangsbepalingen van toepassing zijn.

19. Onder sommige overgangsbepalingen is een aftrekking van tier 1-kapitaal vereist. Is dit het geval, en is het aanvullend-tier 1-kapitaal ontoereikend om het resterende bedrag van de aftrekking(en) te verwerken, dan wordt het meerdere afgetrokken van het tier 1-kernkapitaal.

1.6.2.   C 05.01 — Overgangsbepalingen (CA5.1)

20. De instellingen rapporteren in tabel 5.1 de overgangsbepalingen voor eigenvermogensbestanddelen zoals vastgelegd in de artikelen 465 tot en met 491 van de VKV, vergeleken met toepassing van de definitieve bepalingen zoals vastgelegd in deel 2, titel II, van de VKV.

21. De instellingen rapporteren in de rijen 020 tot en met 060 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn. De in de kolommen 010 tot en met 030 van rij 060 van CA 5.1 te rapporteren cijfers kunnen worden afgeleid van de desbetreffende onderdelen van CA 5.2.

22. De instellingen rapporteren in de rijen 070 tot en met 092 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor minderheidsbelangen en door dochterondernemingen uitgegeven aanvullend-tier 1-instrumenten en tier-2-instrumenten (overeenkomstig de artikelen 479 en 480 van de VKV).

23. De instellingen rapporteren in de rijen vanaf 100 gegevens met betrekking tot de overgangsbepalingen voor niet-gerealiseerde winsten en verliezen, aftrekkingen alsmede additionele filters en aftrekkingen.

24. Er zijn gevallen mogelijk waarin de krachtens de overgangsbepalingen verrichte aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal het bedrag van het tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal van een instelling overschrijden. Dit effect dient, als het voortvloeit uit overgangsbepalingen, in de desbetreffende cellen van de CA1-template tot uiting te komen. In de aanpassingen in de kolommen van de CA5-template zijn eventuele overloopeffecten die optreden als het beschikbare kapitaal ontoereikend is, derhalve niet verwerkt.

1.6.2.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

Aanpassingen van tier 1-kernkapitaal

020

Aanpassingen van aanvullend-tier 1-kapitaal

030

Aanpassingen van tier 2-kapitaal

040

Aanpassingen verwerkt in risicogewogen actiefpostenKolom 050 bevat het desbetreffende resterende bedrag, d.w.z. vóór toepassing van de bepalingen van deel 3, hoofdstukken 2 of 3, van de VKV.De kolommen 010 tot en met 030 zijn rechtstreeks gekoppeld aan de CA1-template, maar de aanpassingen in de risicogewogen actiefposten zijn niet rechtstreeks gekoppeld aan de desbetreffende templates voor kredietrisico. Eventuele aanpassingen in de risicogewogen actiefposten die voortvloeien uit de overgangsbepalingen worden rechtstreeks opgenomen in de CR SA, CR IRB of CR EQU IRB. Daarnaast moeten deze effecten ook worden gerapporteerd in kolom 040 van CA5.1. Het gaat daarom uitsluitend om pro-memorieposten.

050

Toepasselijk percentage

060

In aanmerking komend bedrag zonder toepassing van overgangsbepalingenKolom 060 bevat het bedrag van elk instrument vóór toepassing van overgangsbepalingen, d.w.z. het basisbedrag voor berekening van de aanpassingen.



Rijen

010

1.  Totale aanpassingen

Deze rij geeft het algehele effect weer van de aanpassingen onder de overgangsbepalingen voor de verschillende soorten kapitaal, plus de uit die aanpassingen voortvloeiende risicogewogen posten.

020

1.1  Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

De artikelen 483 tot en met 491 van de VKVDeze rij geeft het algehele effect weer van instrumenten waarvoor tijdens de overgangsperiode grandfatheringbepalingen van toepassing zijn, voor de verschillende soorten kapitaal.

030

1.1.1  Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: Instrumenten die staatssteun behelzen

Artikel 483 van de VKV

040

1.1.1.1  Instrumenten die overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG als eigen vermogen in aanmerking genomen konden worden

Artikel 483, leden 1, 2, 4 en 6, van de VKV

050

1.1.1.2  Instrumenten uitgegeven door instellingen die hun statutaire zetel hebben in een lidstaat die aan een economisch aanpassingsprogramma onderworpen is

Artikel 483, leden 1, 3, 5, 7 en 8, van de VKV

060

1.1.2  Instrumenten die geen staatssteun behelzen

De te rapporteren bedragen worden ontleend aan kolom 060 van tabel CA 5.2.

070

1.2  Minderheidsbelangen en daaraan gelijk te stellen posten

De artikelen 479 en 480 van de VKVDeze rij geeft het effect weer van overgangsbepalingen op minderheidsbelangen die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal, de gekwalificeerde tier 1-instrumenten die in aanmerking komen als geconsolideerd aanvullend-tier 1-kapitaal en het gekwalificeerde eigen vermogen dat in aanmerking komt als geconsolideerd tier 2-kapitaal.

080

1.2.1  Niet als minderheidsbelang aangemerkte kapitaalinstrumenten en posten

Artikel 479 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het bedrag dat overeenkomstig eerdere regelgeving als geconsolideerde reserve wordt aangemerkt.

090

1.2.2  Opneming van minderheidsbelangen in het geconsolideerde eigen vermogen onder de overgangsbepalingen

De artikelen 84 en 480 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

091

1.2.3  Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 1-kapitaal onder de overgangsbepalingen

De artikelen 85 en 480 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

092

1.2.4  Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van in aanmerking komend aanvullend-tier 2-kapitaal onder de overgangsbepalingen

De artikelen 87 en 480 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is het in aanmerking komend bedrag zonder de overgangsbepalingen.

100

1.3  Andere aanpassingen onder de overgangsbepalingen

De artikelen 467 tot en met 478 en artikel 481 van de VKVDeze rij geeft het algehele effect weer van de aanpassingen onder de overgangsbepalingen op de aftrekking voor de verschillende soorten kapitaal, niet-gerealiseerde winsten en verliezen, aanvullende filters en aftrekkingen plus de uit die aanpassingen voortvloeiende risicogewogen posten.

110

1.3.1  Niet-gerealiseerde winsten en verliezen

De artikelen 467 en 468 van de VKVDeze rij geeft het algehele effect weer van de overgangsbepalingen op tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten en verliezen.

120

1.3.1.1  Niet-gerealiseerde winsten

Artikel 468, lid 1, van de VKV

130

1.3.1.2  Niet-gerealiseerde verliezen

Artikel 467, lid 1, van de VKV

133

1.3.1.3  Niet-gerealiseerde winsten op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving bevestigde IAS39

Artikel 468 van de VKV

136

1.3.1.4  Niet-gerealiseerd verlies op blootstellingen met betrekking tot centrale overheden, ingedeeld in de categorie „beschikbaar voor verkoop” van de bij EU-wetgeving bevestigde IAS39

Artikel 467 van de VKV

138

1.3.1.5  Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen.

Artikel 468 van de VKV

140

1.3.2  Aftrekkingen

Artikel 36, lid 1, en de artikelen 469 tot en met 478 van de VKVDeze rij geeft het algehele effect van de overgangsbepalingen op aftrekkingen weer.

150

1.3.2.1.  Het verlies van het lopende boekjaar

Artikel 36, lid 1, onder a), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 3, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is de oorspronkelijke aftrekking overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder a), van de VKV.Voor zover ondernemingen uitsluitend substantiële verliezen hoeven af te trekken:

— wordt bij een „substantieel” tussentijds netto totaalverlies het volledige restbedrag afgetrokken van tier 1, of

— wordt bij een niet „substantieel” tussentijds netto totaalverlies geen restbedrag afgetrokken.

160

1.3.2.2.  Immateriële activa

Artikel 36, lid 1, onder b), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 4, en artikel 478 van de VKVBij het bepalen van het bedrag aan immateriële activa dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 37 van de VKV.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag is de oorspronkelijke aftrekking overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder b), van de VKV.

170

1.3.2.3.  Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen

Artikel 36, lid 1, onder c), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 5, en artikel 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag van de bovenvermelde uitgestelde belastingvorderingen dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 38 van de VKV met betrekking tot vermindering van de uitgestelde belastingvorderingen met uitgestelde belastingverplichtingen.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Totaal bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder c), van de VKV

180

1.3.2.4.  IRB-gerelateerd tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen

Artikel 36, lid 1, onder d), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 6, en artikel 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag van het bovengenoemde IBR-gerelateerde tekort aan voorzieningen voor verwachte verliezen dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 40 van de VKV.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder d), van de VKV

190

1.3.2.5.  Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds

Artikel 33, lid 1, onder e), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 7, en de artikelen 473 en 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag van de bovengenoemde activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 41 van de VKV.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder e), van de VKV

194

1.3.2.5.*  waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen — positieve post

Artikel 473 van de VKV

198

1.3.2.5.**  waarvan: Invoering van in IAS 19 aangebrachte wijzigingen — negatieve post

Artikel 473 van de VKV

200

1.3.2.6.  Eigen instrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 8, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV

210

1.3.2.6.1  Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten

Artikel 36, lid 1, onder f), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 8, en artikel 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag aan bovengenoemde tier 1-kernkapitaalinstrumenten dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 42 van de VKV.Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument, wordt bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder f), van de VKV.

211

1.3.2.6.1**  waarvan: Direct bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), en artikel 472, lid 8, onder a), van de VKV.

212

1.3.2.6.1*  waarvan: Indirect bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), en artikel 472, lid 8, onder b), van de VKV.

220

1.3.2.6.2  Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten

Artikel 56, onder a), artikel 474, artikel 475, lid 2, en artikel 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag aan bovengenoemd bezit dat moet worden afgetrokken, houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 57 van de VKV.Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument (artikel 475, lid 2, van de VKV), wordt bovengenoemd bezit door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder a), van de VKV.

221

1.3.2.6.2**  waarvan: Direct bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 474, onder b), en artikel 475, lid 2, onder a), van de VKV.

222

1.3.2.6.2*  waarvan: Indirect bezit

Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 474, onder b), en artikel 475, lid 2, onder b), van de VKV.

230

1.3.2.6.3  Eigen tier 2-instrumenten

Artikel 66, onder a), artikel 476, artikel 477, lid 2, en artikel 478 van de VKVBij het vaststellen van het bedrag van het bezit dat moet worden afgetrokken houden de instellingen rekening met de bepalingen van artikel 67 van de VKV.Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de aard van het instrument (artikel 477, lid 2, van de VKV), wordt bovengenoemd bezit door de instellingen uitgesplitst naar „direct” en „indirect” bezit van tier 2-instrumenten.Het in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder a), van de VKV.

231

waarvan: Direct bezitHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan direct bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 476, onder b), en artikel 477, lid 2, onder a), van de VKV.

232

waarvan: Indirect bezitHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Het totale bedrag aan indirect bezit, met inbegrip van instrumenten die een instelling mogelijk op grond van een bestaande of voorwaardelijke contractuele verplichting moet kopen, overeenkomstig artikel 476, onder b), en artikel 477, lid 2, onder b), van de VKV.

240

1.3.2.7.  Wederzijdse deelnemingen

Gezien het feit dat de behandeling van het „resterende bedrag” afhankelijk is van de vraag of het bezit van tier 1-kernkapitaal, aanvullend-tier 1-kapitaal of tier 2-kapitaal in de entiteit uit de financiële sector als aanzienlijk moet worden beschouwd (artikel 472, lid 9, artikel 475, lid 3, en artikel 477, lid 3, van de VKV), worden wederzijdse deelnemingen door de instellingen uitgesplitst naar aanzienlijke en niet-aanzienlijke deelnemingen.

250

1.3.2.7.1  Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder g), van de VKV

260

1.3.2.7.1.1  Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, onder a), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), van de VKV

270

1.3.2.7.1.2  Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder g), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 9, onder b), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 469, lid 1, onder b), van de VKV

280

1.3.2.7.2  Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder b), van de VKV.

290

1.3.2.7.2.1  Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, onder a), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 475, lid 3, van de VKV

300

1.3.2.7.2.2  Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder b), artikel 474, artikel 475, lid 3, onder b), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 475, lid 3, van de VKV

310

1.3.2.7.3  Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder b), van de VKV.

320

1.3.2.7.3.1  Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, onder a), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 477, lid 3, van de VKV

330

1.3.2.7.3.2  Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder b), artikel 476, artikel 477, lid 3, onder b), en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Resterend bedrag overeenkomstig artikel 477, lid 3, van de VKV

340

1.3.2.8.  Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

350

1.3.2.8.1  Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder h), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 10, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder h), van de VKV

360

1.3.2.8.2  Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder c), artikel 474, artikel 475, lid 4, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder c), van de VKV.

370

1.3.2.8.3  Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder c), artikel 476, artikel 477, lid 4, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder c), van de VKV.

380

1.3.2.9  Uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen en tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 470, leden 2 en 3, van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Artikel 470, lid 1, punt 1, van de VKV.

390

1.3.2.10  Eigenvermogensinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

400

1.3.2.10.1  Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 36, lid 1, onder i), artikel 469, lid 1, artikel 472, lid 11, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 36, lid 1, onder i), van de VKV

410

1.3.2.10.2  Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 56, onder d), artikel 474, artikel 475, lid 4, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 56, onder d), van de VKV.

420

1.3.2.10.2  Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft

Artikel 66, onder d), artikel 476, artikel 477, lid 4, en artikel 478 van de VKVHet in kolom 060 van deze rij te rapporteren bedrag: Oorspronkelijke aftrekking artikel 66, onder d), van de VKV.

425

1.3.2.11  Vrijstelling van aftrek van deelnemingen in verzekeringsondernemingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen

Artikel 471 van de VKV

430

1.3.3  Additionele filters en aftrekkingen

Artikel 481 van de VKVDeze rij geeft het algehele effect van de overgangsbepalingen op additionele filters en aftrekkingen weer.Overeenkomstig artikel 481 van de VKV rapporteren de instellingen onder post 1.3.3 informatie met betrekking tot de filters en aftrekkingen die moeten worden toegepast overeenkomstig de nationale omzettingsmaatregelen voor de artikelen 57 en 66 van Richtlijn 2006/48/EG en voor de artikelen 13 en 16 van Richtlijn 2006/49/EG, en die niet moeten worden toegepast overeenkomstig deel 2 van deze verordening.

1.6.3.   C 05.02 — Instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn: instrumenten die geen staatssteuninstrumenten zijn (CA5.2)

25. De instellingen rapporteren gegevens verband houdend met de overgangsbepalingen van instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en die geen staatssteuninstrumenten zijn (de artikelen 484 tot en met 491 van de VKV).

1.6.3.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

Bedrag van instrumenten plus daaraan gerelateerde agioArtikel 484, leden 3, 4 en 5, van de VKVInstrumenten die in aanmerking komen voor iedere desbetreffende rij, met inbegrip van de daaraan gerelateerde agio.

020

Grondslag voor berekening van de limietArtikel 486, leden 2, 3 en 4, van de VKV

030

Toepasselijk percentageArtikel 486, lid 1, punt 5, van de VKV.

040

LimietArtikel 486, leden 2, 4 en 5, van de VKV

050

(–) Bedrag waarmee de limiet voor grandfathering wordt overschredenArtikel 486, leden 2, 4 en 5, van de VKV

060

Totale bedrag waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijnHet te rapporteren bedrag is gelijk aan de in de desbetreffende kolommen van rij 060 van CA 5.1. gerapporteerde bedragen.



Rijen

010

1.  Instrumenten die in aanmerking kwamen voor artikel 57, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG

Artikel 484, lid 3, van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

020

2.  Instrumenten die aanmerking kwamen voor artikel 57, onder ca), en artikel 154, leden 8 en 9, van 2006/48/EG, behoudens de in artikel 489 bepaalde limiet

Artikel 484, lid 4, van de VKV

030

2.1  Totaal van instrumenten zonder mogelijkheid van vervroegde aflossing of aflossingsprikkel

Artikel 489 van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

040

2.2  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing en aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 489 van de VKV

050

2.2.1  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 3, en artikel 491, onder a), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

060

2.2.2  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 5, en artikel 491, onder a), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

070

2.2.3  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 van de VKV

Artikel 489, lid 6, en artikel 491, onder c), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

080

2.3  Overschrijding van de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 487, lid 1, van de VKVHet kapitaal waarmee de limiet voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn wordt overschreden, mag worden behandeld als instrumenten die krachtens grandfatheringbepalingen als aanvullend-tier 1-instrumenten kunnen worden aangemerkt.

090

3.  Instrumenten die aanmerking kwamen voor artikel 57, onder e), f), g) of h), van 2006/48/EG, behoudens de in artikel 490 bepaalde limiet

Artikel 484, lid 5, van de VKV

100

3.1  Totaal van bestanddelen zonder aflossingsprikkel

Artikel 490 van de VKV

110

3.2  Bestanddelen met een aflossingsprikkel waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 490 van de VKV

120

3.2.1  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 3, en artikel 491, onder a), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

130

3.2.2  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die na de verslagdatum mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 5, en artikel 491, onder a), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

140

3.2.3  Instrumenten met mogelijkheid van vervroegde aflossing die vóór of op 20 juli 2011 mag worden uitgeoefend en die na de werkelijke vervaldag niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 63 van de VKV

Artikel 490, lid 6, en artikel 491, onder c), van de VKVIn het te rapporteren bedrag dienen de gerelateerde agioreserves te worden verwerkt.

150

3.3  Overschrijding van de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn

Artikel 487, lid 2, van de VKVHet kapitaal waarmee de limiet voor aanvullend-tier 1-instrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn wordt overschreden, mag worden behandeld als instrumenten die krachtens grandfatheringbepalingen als tier 2-instrumenten kunnen worden aangemerkt.

2.   SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)

2.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

26. De templates C 06.01 en C 06.02 worden gerapporteerd als de eigenvermogensvereisten op een geconsolideerde basis worden berekend. Deze template bestaat uit vier delen waarmee wordt beoogd uiteenlopende informatie te verzamelen over alle afzonderlijke entiteiten (met inbegrip van de rapporterende instelling) die onder de consolidatie vallen.

a) entiteiten die onder de consolidatie vallen;

b) gedetailleerde solvabiliteitsgegevens over de groep;

c) informatie over de bijdrage van afzonderlijke entiteiten aan de solvabiliteit van de groep;

d) informatie over kapitaalbuffers;

27. Instellingen waaraan een ontheffing is verleend overeenkomstig artikel 7 van de VKV rapporteren uitsluitend de kolommen 010 tot en met 060 en 250 tot en met 400.

2.2.   GEDETAILLEERDE SOLVABILITEITSGEGEVENS OVER DE GROEP

28. Het tweede gedeelte van deze template (gedetailleerde solvabiliteitsgegevens voor de groep), kolommen 070 tot en met 210, is bedoeld om informatie te verzamelen over kredietinstellingen en andere gereglementeerde financiële instellingen die feitelijk, en elk afzonderlijk, onderworpen zijn aan specifieke solvabiliteitvereisten. Het voorziet voor elk van de entiteiten die onder de rapportage vallen in de eigenvermogensvereisten per risicocategorie en het eigen vermogen voor solvabiliteitsdoeleinden.

29. In het geval van proportionele consolidatie van deelnemingen geven de cijfers voor de eigenvermogensvereisten en eigen vermogen de respectieve proportionele bedragen weer.

2.3.   INFORMATIE OVER DE BIJDRAGEN VAN AFZONDERLIJKE ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

30. Met het derde gedeelte van deze template (informatie over de bijdragen van alle entiteiten die in het kader van de VKV onder de consolidatie vallen aan de solvabiliteit van de groep, met inbegrip van entiteiten die afzonderlijk niet aan specifieke solvabiliteitsvereisten zijn onderworpen), in de kolommen 250 tot en met 400, wordt beoogd vast te stellen welke entiteiten binnen de groep de risico's veroorzaken en eigen vermogen vanuit de markt genereren, op basis van gegevens die direct verkrijgbaar zijn of eenvoudig opnieuw kunnen worden verwerkt, zonder de kapitaalratio op individuele of gesubconsolideerde basis te hoeven reconstrueren. Op entiteitsniveau zijn zowel risico als eigenvermogenscijfers bijdragen aan de groepscijfers en geen onderdelen van een solvabiliteitsratio op individuele basis, en moeten ze derhalve niet met elkaar worden vergeleken.

31. Het derde deel omvat ook de bedragen van minderheidsbelangen, gekwalificeerd aanvullend-tier 1-kapitaal en gekwalificeerd tier 2-kapitaal in het geconsolideerde eigen vermogen.

32. Aangezien in dit derde deel van de template naar „bijdragen” wordt verwezen wijken de hier te rapporteren cijfers voor zover van toepassing af van de cijfers in de kolommen die verwijzen naar gedetailleerde gegevens over de groepssolvabiliteit.

33. Als algemeen uitgangspunt worden de wederzijdse blootstellingen binnen dezelfde groep op homogene wijze tegen elkaar weggestreept, zowel wat betreft risico's als eigen vermogen, teneinde de in de geconsolideerde CA-template van de groep gerapporteerde bedragen te dekken door de bedragen toe te voegen die voor elke entiteit in de template voor „solvabiliteit van de groep” worden gerapporteerd. In gevallen waarin de drempel van 1 % niet wordt overschreden kan geen rechtstreekse koppeling met de CA-template worden aangebracht.

34. De instellingen bepalen de meest geëigende methode voor het uitsplitsen van entiteiten met het oog op eventuele diversificatie-effecten voor marktrisico en operationeel risico.

35. Het is mogelijk dat de ene geconsolideerde groep wordt opgenomen binnen een andere geconsolideerde groep. Dit betekent dat de entiteiten binnen een subgroep per entiteit in de GS van de hele groep worden gerapporteerd, ook al is de subgroep zelf aan rapportagevereisten onderworpen. Als de subgroep aan rapportagevereisten onderworpen is, rapporteert hij eveneens de GS-template per entiteit, hoewel deze gegevens in de GS-template van een hogere geconsolideerde groep zijn opgenomen.

36. Een instelling rapporteert de gegevens over de bijdrage van een entiteit als die bijdrage aan het totale risico hoger is dan 1 % van de totale risicoposten van de groep of wanneer die bijdrage aan het totale eigen vermogen hoger is dan 1 % van het totale eigen vermogen van de groep. Deze drempel is niet van toepassing op dochterondernemingen of subgroepen die voorzien in eigen vermogen (in de vorm van minderheidsbelangen of gekwalificeerde aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten) voor de groep.

2.4.   C 06.01 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN — TOTAAL (GS-TOTAAL)



Kolommen

Instructies

250-400

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKENZie de instructies voor C 06.02

410-480

KAPITAALBUFFERSZie de instructies voor C 06.02



Rijen

Instructies

010

TOTAALHet totaal is de som van de waarden die in alle rijen van template C 06.02 zijn gerapporteerd.

2.5.   C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)



Kolommen

Instructies

010-060

ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKENDeze template is bedoeld om informatie te verzamelen over iedere afzonderlijke entiteit die in de consolidatie is opgenomen overeenkomstig deel 1, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV.

010

NAAMNaam van de entiteit die in de consolidatie is opgenomen.

020

CODEDeze code is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel.De code die is toegewezen aan de entiteit die in de consolidatie is opgenomen.De feitelijke samenstelling van de code is afhankelijk van het nationale rapportagesysteem.

025

LEI-CODELEI-code staat voor identificatiecode juridische entiteit, een door de Raad voor financiële stabiliteit (FSB) voorgestelde en door de G20 goedgekeurde code om partijen bij financiële transacties wereldwijd op unieke wijze te identificeren.Totdat het mondiale LEI-systeem volledig operationeel is, worden voorlopige LEI-codes aan tegenpartijen toegewezen door een Local Operational Unit die door het Regulatory Oversight Committee is erkend (ROC, gedetailleerde informatie is te vinden op de volgende website: www.leiroc.org)).Indien voor een bepaalde tegenpartij een identificatiecode juridische entiteit (LEI-code) bestaat, wordt zij gebruikt om die tegenpartij te identificeren.

030

INSTELLING OF DAARMEE GELIJKWAARDIG (JA/NEE):„JA” wanneer de entiteit is onderworpen aan eigenvermogensvereisten krachtens de RKV of bepalingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van Bazel.„NEE” in andere gevallen.Minderheidsbelangen:81, lid 1, onder a), ii) en 82, lid 1, onder a), ii)Wat betreft minderheidsbelangen en door dochterondernemingen uitgegeven aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten zijn de dochterondernemingen wier instrumenten mogelijk in aanmerking komen instellingen of ondernemingen die krachtens het toepasselijke nationale recht onderworpen zijn aan de vereisten van de VKV.

040

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GEGEVENS: individueel volledig geconsolideerd (SF) OF individueel gedeeltelijk geconsolideerd (SP)„SF” wordt gerapporteerd voor volledig geconsolideerde individuele dochterondernemingen.„SP” wordt gerapporteerd voor gedeeltelijk geconsolideerde individuele dochterondernemingen.

050

LANDENCODEDe instellingen rapporteren de uit twee letters bestaande landencode overeenkomstig ISO 3166-2.

060

AANDEEL IN DE DEELNEMING (%)Dit percentage slaat op het feitelijke deel van het kapitaal dat de moederonderneming in dochterondernemingen bezit. Bij volledige consolidatie van een directe dochteronderneming bedraagt het feitelijke aandeel bv. 70 %. In overeenstemming met artikel 4, lid 1, punt 16, van de VKV is het te rapporteren deel van het bezit in de dochteronderneming het resultaat van een vermenigvuldiging van de delen in de betrokken dochterondernemingen.

070-240

INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTENIn het gedeelte over gedetailleerde informatie (d.w.z. de kolommen 070 tot en met 240) wordt uitsluitend informatie verzameld over entiteiten en subgroepen die in de consolidatie zijn betrokken (deel 1, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV) en derhalve feitelijk zijn onderworpen aan solvabiliteitsvereisten overeenkomstig de VKV of bepalingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van Bazel (d.w.z. waarvoor in kolom 030 „JA” is ingevuld).Er wordt informatie opgenomen over alle individuele instellingen van een geconsolideerde groep die onderworpen zijn aan eigenvermogensvereisten, ongeacht hun vestigingsplaats.De in deel gerapporteerde informatie is conform de plaatselijke solvabiliteitsregels die op de vestigingsplaats van de instelling van toepassing zijn (het is voor deze template derhalve niet noodzakelijk per instelling een dubbele berekening te verrichten overeenkomstig de regels van de moederinstelling). Waar de plaatselijke solvabiliteitsregels afwijken van de VKV en niet in een vergelijkbare uitsplitsing wordt voorzien, wordt voor zover er gegevens beschikbaar zijn de informatie verstrekt op het desbetreffende detailleringsniveau. Dit deel is derhalve een feitelijke template die een overzicht geeft van de berekeningen die door de afzonderlijke instellingen van een groep worden verricht, met dien verstande dat sommige van die instellingen aan afwijkende solvabiliteitsregels onderworpen kunnen zijn.Rapportage van vaste kosten van beleggingsondernemingen:Beleggingsondernemingen nemen in hun berekening van de kapitaalratio overeenkomstig de artikelen 95, 96, 97 en 98 van de VKV eigenvermogensvereisten op met betrekking tot de vaste kosten.Het deel van de totale risicoposten dat verband houdt met vaste kosten wordt gerapporteerd in kolom 100 van deel 2 van deze template.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENHier wordt de som van de kolommen 080 tot en met 110 gerapporteerd.

080

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICOHet in deze kolom te rapporteren bedrag is de som van de risicogewogen posten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 040 te rapporteren risicoposten, „RISICOGEWOGEN POSTEN VOOR KREDIET-, TEGENPARTIJKREDIET- EN VERWATERINGSRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES” en de bedragen van de eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 490 te rapporteren posten, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO'S” van template CA2.

090

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'SHet in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 520 te rapporteren posten, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S” van template CA2.

100

OPERATIONEEL RISICOHet in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van risicoposten dat gelijk is aan of gelijkwaardig met de in rij 590 te rapporteren posten, „TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR OPERATIONELE RISICO'S” van template CA2.Vaste kosten worden in deze kolom opgenomen, met inbegrip van rij 630, „ADDITIONELE RISICOPOSTEN ALS GEVOLG VAN VASTE KOSTEN” van template CA2.

110

ANDERE RISICOPOSTENHet in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicoposten dat hierboven niet specifiek wordt genoemd. Dit betreft de som van de bedragen in de rijen 640, 680 en 690 van template CA2.

120-240

GEDETAILLEERDE INFORMATIE OVER EIGEN VERMOGEN IN VERBAND MET DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEPDe in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de entiteit of subgroep van toepassing zijn.

120

EIGEN VERMOGENHet in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van eigenvermogensvereisten die gelijk zijn aan of gelijkwaardig met de in rij 010 te rapporteren posten, „EIGEN VERMOGEN” van template CA1.

130

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGENArtikel 82 van de VKVDeze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde en individueel gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn.Met betrekking tot de bovengenoemde dochterondernemingen zijn gekwalificeerde deelnemingen de instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten, agioreserves en andere reserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

140

DAARAAN GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIORESERVES EN ANDERE RESERVESArtikel 87, lid 1, onder b), van de VKV

150

TOTALE TIER 1-KAPITAALArtikel 25 van de VKV

160

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 1-KAPITAALArtikel 82 van de VKVDeze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde en individueel gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn.Met betrekking tot de bovengenoemde dochterondernemingen zijn gekwalificeerde deelnemingen de instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

170

DE DAARAAN GERELATEERDE T1-INSTRUMENTEN, DE DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIORESERVESArtikel 85, lid 1, onder b), van de VKV

180

TIER 1-KERNKAPITAALArtikel 50 van de VKV

190

WAARVAN: MINDERHEIDSBELANGEN:Artikel 81 van de VKVDeze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 84, lid 3, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 84 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 84, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de tier 1-kernkapitaalinstrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

200

DAARAAN GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, DAARAAN GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIORESERVES EN ANDERE RESERVESArtikel 84, lid 1, onder b), van de VKV

210

AANVULLEND-TIER 1-KAPITAALArtikel 61 van de VKV

220

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND AANVULLEND-TIER 1-KAPITAALDe artikelen 82 en 83 van de VKVDeze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde, op individuele basis gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 85, lid 2, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 85 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 85, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de aanvullend-tier 1-instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen. Het betreft het in aanmerking komende bedrag op de verslagdatum.

230

TIER 2-KAPITAALArtikel 71 van de VKV

240

WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 2-KAPITAALDe artikelen 82 en 83 van de VKVDeze kolom wordt uitsluitend ingevuld voor volledig geconsolideerde, op individuele basis gerapporteerde dochterondernemingen die instellingen zijn, met uitzondering van de in artikel 87, lid 2, van de VKV genoemde dochterondernemingen. Iedere dochteronderneming wordt ten behoeve van alle krachtens artikel 87 van de VKV vereiste berekeningen, voor zover van toepassing, op gesubconsolideerde basis beschouwd, overeenkomstig artikel 87, lid 2, van de VKV, en overigens op individuele basis.In het kader van de VKV en deze template zijn minderheidsbelangen, met betrekking tot de hierboven genoemde dochterondernemingen, de tier 2-instrumenten (en de daaraan gerelateerde ingehouden winsten en agioreserves) die eigendom zijn van andere personen dan de in de VKV-consolidatie betrokken ondernemingen.Het te rapporteren bedrag is inclusief het effect van eventuele overgangsbepalingen, d.w.z. ingevuld moet worden het in aanmerking te nemen bedrag op de verslagdatum.

250-400

INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP

250-290

BIJDRAGE AAN RISICO'SDe in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de rapporterende instelling van toepassing zijn.

250

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENHier wordt de som van de kolommen 260 tot en met 290 gerapporteerd.

260

KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICOHet te rapporteren bedrag is gelijk aan dat van de risicogewogen posten voor kredietrisico en eigenvermogensvereisten van afwikkelings-/leveringsrisico's overeenkomstig de VKV, met uitzondering van bedragen die gerelateerd zijn aan transacties met andere entiteiten die in de geconsolideerde berekening van de solvabiliteitsratio van de groep zijn betrokken.

270

POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'SDe risicoposten voor marktrisico moeten conform de VKV worden berekend op het niveau van de afzonderlijke entiteit. De entiteiten rapporteren de bijdrage aan het totaal van de risicoposten voor de positie-, valuta- en grondstoffenrisico's van de groep. De som van die hier gerapporteerde bedragen komt overeen met het bedrag gerapporteerd in rij 520, „TOTALE RISICOPOSTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S” van de geconsolideerde rapportage.

280

OPERATIONEEL RISICOIn het kader van de geavanceerde meetbenaderingen is het diversificatie-effect in de gerapporteerde risicoposten voor operationeel risico begrepen.Vaste algemene kosten worden in deze kolom opgenomen.

290

ANDERE RISICOPOSTENHet in deze kolom te rapporteren bedrag is het bedrag van de risicoposten dat hierboven niet specifiek wordt genoemd.

300-400

BIJDRAGE AAN EIGEN VERMOGENMet dit deel van de template wordt niet beoogd dat instellingen een complete berekening verrichten van de totale kapitaalratio op het niveau van iedere afzonderlijke entiteit.De kolommen 300 tot en met 350 worden gerapporteerd voor geconsolideerde entiteiten die via minderheidsbelangen aan het eigen vermogen bijdragen, terwijl de kolommen 360 tot en met 400 worden gerapporteerd door alle andere geconsolideerde entiteiten die bijdragen aan het geconsolideerde eigen vermogen.Eigen vermogen dat in een entiteit wordt ingebracht door de overige entiteiten die vallen onder de rapporterende entiteit wordt buiten beschouwing gelaten; in deze kolom wordt uitsluitend de nettobijdrage aan het eigen vermogen van de groep gerapporteerd, ofwel hoofdzakelijk het eigen vermogen dat via derden en cumulatieve reserves wordt ingebracht.De in de volgende kolommen te rapporteren informatie is overeenkomstig de plaatselijke solvabiliteitsvoorschriften die op de rapporterende instelling van toepassing zijn.

300-350

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMENHet als „IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN” te rapporteren bedrag is het bedrag dat wordt ontleend aan deel 2, titel II van de VKV, met uitzondering van vermogen dat door andere groepsentiteiten wordt ingebracht.

300

IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMENArtikel 87 van de VKV

310

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMENArtikel 85 van de VKV

320

MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMENArtikel 84 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het bedrag van de minderheidsbelangen van een dochteronderneming die in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

330

IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMENArtikel 86 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het bedrag van het in aanmerking komend tier 1-kapitaal van een dochteronderneming die in het geconsolideerde aanvullend-tier 1-kapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

340

IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMENArtikel 89 van de VKVHet te rapporteren bedrag is het bedrag van het in aanmerking komend eigen vermogen van een dochteronderneming dat in het geconsolideerde tier 2-kapitaal overeenkomstig de VKV is opgenomen.

350

PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (–)/(+) NEGATIEVE GOODWILL

360-400

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGENArtikel 18 van de VKVHet als „GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN” te rapporteren bedrag is het bedrag dat wordt ontleend aan de balans, met uitzondering van vermogen dat door andere groepsentiteiten wordt ingebracht.

360

GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

370

WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL

380

WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL

390

WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAATHier wordt de bijdrage van iedere entiteit aan het geconsolideerde resultaat (winst of verlies (–)) gerapporteerd. Dit omvat de aan minderheidsbelangen toe te rekenen resultaten.

400

WAARVAN: (–) GOODWILL/(+) NEGATIEVE GOODWILLHier wordt de goodwill of negatieve goodwill van de rapporterende entiteit op de dochteronderneming gerapporteerd.

410-480

KAPITAALBUFFERSDe rapportage van kapitaalbuffers voor de GS-template volgt de algemene structuur van de CA4-template, met gebruikmaking van dezelfde rapportageconcepten. Bij de rapportage van de kapitaalbuffers voor de GS-template worden de desbetreffende bedragen gerapporteerd overeenkomstig de berekening van de buffervereisten, d.w.z. naargelang de vereisten worden berekend op geconsolideerd, gesubconsolideerd of individueel niveau.

410

GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTENArtikel 128, punt 2, van de RKV

420

KAPITAALCONSERVERINGSBUFFERArtikel 128, punt 1, en artikel 129 van de RKVOvereenkomstig artikel 129, lid 1, van de RKV is de kapitaalconserveringsbuffer een aanvullend bedrag aan tier 1-kernkapitaal. Gezien het feit dat de kapitaalconserveringsbuffer stabiel op 2,5 % is gesteld, wordt in deze cel een bedrag ingevuld.

430

INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFERArtikel 128, punt 7, en de artikelen 130 en 135 tot en met 140 van de RKVIn deze cel wordt het feitelijke bedrag van de contracyclische kapitaalbuffer gerapporteerd.

440

CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAATArtikel 458, lid 2, onder d), iv), van de VKVIn deze cel wordt het bedrag vermeld van de conserveringsbuffer die overeenkomstig artikel 458 van de VKV in aanvulling op de kapitaalconserveringsbuffer kan worden verlangd als gevolg van een op het niveau van een lidstaat onderkend macroprudentieel of systeemrisico.

450

SYSTEEMRISICOBUFFERDe artikelen 133 en 134 van de RKVIn deze cel wordt het bedrag van de systeemrisicobuffer gerapporteerd.

460

BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGENArtikel 128, punt 4, van de RKVIn deze cel wordt het bedrag van de buffer voor systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

470

BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGENArtikel 131 van de RKVIn deze cel wordt het bedrag van de buffer voor wereldwijd systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

480

BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGENArtikel 131 van de RKVIn deze cel wordt het bedrag van de buffer voor andere systeemrelevante instellingen gerapporteerd.

3.   TEMPLATES VOOR KREDIETRISICO

3.1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

37. Er zijn verschillende sets templates voor respectievelijk de standaardmethode en de interneratingmethode voor kredietrisico. Daarnaast worden er afzonderlijke templates gerapporteerd voor de geografische uitsplitsing van posities die aan kredietrisico zijn onderworpen indien de desbetreffende drempelwaarde zoals vermeld in artikel 5, onder a), onder 4), wordt overschreden.

3.1.1.   Rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect

38. In artikel 235 van de VKV wordt de procedure beschreven voor berekening van blootstellingen die volledig worden gedekt door niet-volgestorte protectie.

39. In artikel 236 van de VKV wordt de procedure beschreven voor berekening van blootstellingen die volledig worden gedekt door niet-volgestorte protectie in het geval van volledig protectie/gedeeltelijke protectie — gelijke voorrang.

40. De artikelen 196, 197 en 200 van de VKV bevatten voorschriften voor de volgestorte kredietprotectie.

41. Blootstellingen met betrekking tot debiteuren (directe tegenpartijen) en protectiegevers die worden toegewezen aan dezelfde blootstellingscategorie worden gerapporteerd als instroom en uitstroom naar dezelfde blootstellingscategorie.

42. De soort blootstelling verandert niet als gevolg van niet-volgestorte kredietprotectie.

43. Als een blootstelling wordt gedekt door een niet-volgestorte kredietprotectie wordt het gedekte gedeelte aangemerkt als een uitstroom in bv. de blootstellingscategorie van de debiteur en als een instroom in de blootstellingscategorie van de protectiegever. De soort blootstelling verandert echter niet als gevolg van de wijziging van blootstellingscategorie.

44. In het substitutie-effect in het COREP-rapportagekader komt de risicowegingsbehandeling tot uiting die feitelijk van toepassing is op het gedekte deel van de blootstelling. Het gedekte deel van de blootstelling wordt derhalve naar risico gewogen conform de standaardbenadering en wordt in de CR SA-template gerapporteerd.

3.1.2.   Rapportage van tegenpartijkredietrisico

45. Blootstellingen die voortvloeien uit tegenpartijkredietrisicoposities worden gerapporteerd in de CR SA- of CR IRB-template, naargelang het posten in de bankportefeuille of posten in de handelsportefeuille betreft.

3.2.   C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)

3.2.1.   Algemene opmerkingen

46. De CR SA-templates bieden de noodzakelijk informatie inzake de berekening van eigenvermogensvereisten voor kredietrisico conform de standaardbenadering. Zij bieden met name gedetailleerde informatie over:

a) de verdeling van de blootstellingswaarden overeenkomstig de verschillende soorten blootstelling, risicogewichten en blootstellingscategorieën;

b) de hoeveelheid en soort kredietrisicolimiteringstechnieken die worden gebruikt om de risico's te verminderen.

3.2.2.   Toepassingsgebied van de CR SA-template

47. Voor de berekening van de eigenvermogensvereisten dient overeenkomstig artikel 112 van de VKV iedere blootstelling in het kader van de standaardbenadering te worden toegewezen aan een van de 16 blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering.

48. De informatie in CR SA is vereist voor de totale blootstellingscategorieën alsmede voor elk van de blootstellingscategorieën afzonderlijk zoals gedefinieerd met betrekking tot de standaardbenadering. De totaalcijfers en de informatie voor elke afzonderlijke blootstellingscategorie worden in een apart kader gerapporteerd.

49. De volgende posities vallen evenwel niet binnen het bereik van CR SA:

a) Blootstellingen toegewezen aan de blootstellingscategorie „posten die securitisatieposities vertegenwoordigen” overeenkomstig artikel 112, onder m), van de Credit in de CR SEC-templates worden gerapporteerd.

b) Van het eigen vermogen afgetrokken blootstellingen.

50. Onder de CR SA-template vallen de volgende eigenvermogensvereisten:

a) Kredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 2 (standaardbenadering) van de VKV in de bankportefeuille, waaronder tegenpartijkredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6 (tegenpartijkredietrisico) van de VKV in de bankportefeuille;

b) Tegenpartijkredietrisico overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6 (tegenpartijkredietrisico) in de handelsportefeuille;

c) Afwikkelingsrisico voortvloeiende uit niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379 van de VKV met betrekking tot alle bedrijfsactiviteiten.

51. Onder de template vallen alle blootstellingen waarvoor de eigenvermogensvereisten worden berekend overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV juncto deel 3, titel II, hoofdstukken 4 en 6, van de VKV. instellingen die artikel 94, lid 1, van de VKV toepassen moeten in deze template ook hun handelsportefeuilleposities rapporteren wanneer zij de eigenvermogensvereisten dienaangaande berekenen op basis van deel 3, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV (deel 3, titel II, hoofdstukken 2 en 6 en titel V, van de VKV). De template biedt daarom niet alleen gedetailleerde informatie over de soort blootstelling (bv. posten binnen of buiten de balanstelling), maar ook informatie over de toewijzing van risicogewichten binnen de respectieve blootstellingscategorieën.

52. Verder bevat CR SA pro-memorieposten in de rijen 290 tot en met 320 voor het verzamelen van nadere informatie over blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed en blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling.

53. Deze pro-memorieposten worden uitsluitend gerapporteerd voor de volgende blootstellingscategorieën:

a) Centrale overheden of centrale banken (artikel 112, onder a), van de VKV)

b) Regionale of lokale overheden (artikel 112, onder b), van de VKV)

c) Publiekrechtelijke lichamen (artikel 112, onder c), van de VKV)

d) Instellingen (artikel 112, onder f), van de VKV)

e) Ondernemingen (artikel 112, onder g), van de VKV)

f) Particulieren en kleine partijen (artikel 112, onder h), van de VKV).

54. De rapportage van de pro-memorieposten heeft geen gevolgen voor de berekening van de risicogewogen posten van de blootstellingscategorieën overeenkomstig artikel 112, onder a), b) en c) en onder f), g) en h), van de VKV en evenmin voor de blootstellingscategorieën overeenkomstig artikel 112, onder i) en j), van de VKV zoals gerapporteerd in CR SA.

55. De rijen voor pro-memorieposten bieden aanvullende informatie over de debiteurenstructuur van de blootstellingscategorieën „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” of „gedekt door onroerend goed”. De blootstellingen worden gerapporteerd in de rijen waarin de debiteuren gerapporteerd zouden zijn worden in de blootstellingscategorieën „centrale overheden of centrale banken”, „regionale of lokale overheden”, „publiekrechtelijke lichamen”, „instellingen”, „ondernemingen” en „particulieren en kleine partijen” van CR SA als de genoemde blootstellingen niet waren toegeschreven aan de blootstellingscategorieën „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” of „gedekt door onroerend goed”. De gerapporteerde cijfers zijn evenwel dezelfde als die ten behoeve van de berekening van de risicogewogen posten in de blootstellingscategorieën „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” of „gedekt door onroerend goed”.

56. Voor een blootstelling waarvan de risicoposten worden berekend met inachtneming van artikel 127 van de VKV en de waardeaanpassingen minder dan 20 % bedragen, wordt deze informatie bijvoorbeeld gerapporteerd in rij 320 van CR SA wat betreft het totaal en in de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling”. Indien deze blootstelling voordat er sprake was van wanbetaling een blootstelling was met betrekking tot een instelling, dan wordt deze informatie ook gerapporteerd in rij 320 van de blootstellingscategorie „instellingen”.

3.2.3.   Toewijzing van blootstellingen aan blootstellingscategorieën in het kader van de standaardbenadering

57. Teneinde een consistente indeling te waarborgen van blootstellingen in de verschillende blootstellingscategorieën zoals omschreven in artikel 112 van de VKV wordt de volgende stapsgewijze benadering toegepast:

a) In de eerste stap wordt de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactoren ingedeeld in de desbetreffende (oorspronkelijke) blootstellingscategorie zoals bedoeld in artikel 112 van de VKV, onverminderd de specifieke behandeling (risicogewicht) waaraan iedere afzonderlijke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is.

b) In een tweede stap kunnen de blootstellingen opnieuw worden ingedeeld in andere blootstellingscategorieën als gevolg van de toepassing van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten op de blootstelling (bv. garanties, kredietderivaten, eenvoudige benadering van financiële zekerheden) via instromen en uitstromen.

58. De volgende criteria zijn van toepassing op de indeling van de oorspronkelijke blootstelling in de verschillende blootstellingscategorieën vóór toepassing van de omrekeningsfactoren (eerste stap), onverminderd de daaropvolgende herindeling als gevolg van het gebruik van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten op de blootstelling en onverminderd de behandeling (risicogewicht) waaraan iedere afzonderlijke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is.

59. Voor de indeling van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren in de eerste stap worden de aan de blootstelling gerelateerde kredietrisicolimiteringstechnieken niet in aanmerking genomen (er zij evenwel op gewezen dat deze technieken wel expliciet in aanmerking worden genomen in de tweede fase), tenzij een protectie-effect intrinsiek deel uitmaakt van de definitie van een blootstellingscategorie, zoals het geval is bij de categorie blootstellingen die in artikel 112, onder i), van de VKV wordt genoemd (blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed).

60. Artikel 112 van de VKV voorziet niet in criteria voor het ontkoppelen van de categorieën blootstellingen. Dat zou kunnen betekenen dat een blootstelling in verschillende categorieën blootstellingen zou kunnen worden ingedeeld indien niet is voorzien in een rangorde van beoordelingscriteria voor de indeling. De meest evidente gevallen doen zich voor tussen blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn (artikel 112, onder n), van de VKV) en blootstellingen met betrekking tot instellingen (artikel 112, onder f), van de VKV)/blootstellingen met betrekking tot ondernemingen (artikel 112, onder g), van de VKV). In dit geval is het duidelijk dat er sprake is van een impliciete rangorde in de VKV, aangezien eerst wordt beoordeeld of een bepaalde blootstelling geschikt is om te worden toegewezen aan blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen op de korte termijn en pas daarna hetzelfde proces wordt gevolgd voor blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen. Anders zou immers aan de blootstellingscategorie genoemd in artikel 112, onder n), van de VKV nooit een blootstelling worden toegewezen. Dit is een van de meest evidente voorbeelden, maar niet het enige. Opgemerkt zij dat de criteria die worden gehanteerd voor het vaststellen van de blootstellingscategorieën in het kader van de standaardbenadering anders zijn (institutionele indeling, duur van de blootstelling, status na vervaldatum, etc.). Dit ligt ten grondslag aan niet-ontkoppelde groeperingen.

61. Voor een homogene en vergelijkbare rapportage is het noodzakelijk een specifieke rangorde aan te brengen in de beoordelingscriteria voor toewijzing van de oorspronkelijke blootstelling aan blootstellingscategorieën vóór toepassing van de omrekeningsfactor, onverminderd de specifieke behandeling (risicogewicht) waaraan iedere specifieke blootstelling binnen de toegewezen blootstellingscategorie onderhevig is. De onderstaande rangordecriteria gaan uit van een beslissingsboom en zijn gebaseerd op beoordeling van de expliciet in de VKV vastgelegde voorwaarden voor toewijzing van een blootstelling aan een bepaalde blootstellingscategorie en, in voorkomende gevallen, op een besluit door de rapporterende instellingen of de toezichthouder inzake de toepasselijkheid van bepaalde blootstellingscategorieën. Het resultaat van het proces van de toewijzing van blootstellingen voor rapportagedoeleinden zou daarmee voldoen aan de VKV-bepalingen. Daarmee is echter niet uitgesloten dat instellingen andere interne toewijzingsprocedures volgen die evengoed aansluiten bij alle relevante VKV-bepalingen en de uitleg daarvan door de desbetreffende fora.

62. Een blootstellingscategorie heeft in de rangorde van de beslissingsboom prioriteit boven andere (d.w.z. eerst wordt bepaald of een blootstelling aan deze categorie kan worden toegewezen, ongeacht het resultaat van die beoordeling) als er anders mogelijk helemaal geen blootstellingen aan zouden worden toegewezen. Dit zou het geval zijn wanneer zonder rangordecriteria één blootstellingscategorie een subset van andere categorieën zou zijn. De criteria, grafisch weergegeven in de onderstaande beslissingsboom, zouden derhalve in een bepaalde volgorde worden toegepast.

63. Tegen deze achtergrond zou de onderstaande beslissingsboom leiden tot de volgende rangorde:

1. securitisatieposities;

2. blootstellingen met een bijzonder hoog risico;

3. blootstellingen in aandelen

4. blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling;

5. blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging („icb's”)/blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties (ontkoppelde blootstellingscategorieën);

6. blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed;

7. andere posten;

8. blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn;

9. alle andere blootstellingscategorieën (ontkoppelde blootstellingscategorieën) met inbegrip van blootstellingen met betrekking tot centrale overheden of centrale banken; blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden; blootstellingen met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen; blootstellingen met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken; blootstellingen met betrekking tot internationale organisaties; blootstellingen met betrekking tot instellingen; blootstellingen met betrekking tot ondernemingen en blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen.

64. In het geval van blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging en toepassing van de doorkijkbenadering (artikel 132, leden 3, 4 en 5, van de VKV) worden de onderliggende individuele blootstellingen in aanmerking genomen en ingedeeld in hun eigen risicogewichtregel overeenkomstig hun behandeling, maar worden alle individuele blootstellingen ingedeeld in de blootstellingscategorie voor blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging („icb's”).

65. In het geval van kredietderivaten voor de „n-de” wanbetaling zoals bedoeld in artikel 134, lid 6, van de VKV worden deze, indien ze worden beoordeeld, rechtstreeks ingedeeld als securitisatieposities. Indien ze niet zijn beoordeeld worden ze in aanmerking genomen in de blootstellingscategorie „andere posten”. In dit laatste geval wordt het nominale bedrag van de overeenkomst gerapporteerd als de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van de omrekeningsfactoren in de regel voor „andere risicogewichten” (het te hanteren risicogewicht is het gewicht dat wordt aangegeven door de som in artikel 134, lid 6, van de VKV).

66. In een tweede stap worden als gevolg van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten blootstellingen opnieuw toegewezen aan de blootstellingscategorie van de protectiegever.



BESLISSINGSBOOM VOOR TOEWIJZING VAN DE OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN AAN DE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN VAN DE STANDAARDBENADERING OVEREENKOMSTIG DE VKV

Oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder m)?

JAimage

Securitisatieposities

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder k)?

JAimage

Posten met een bijzonder hoog risico (zie ook artikel 128)

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder p)?

JAimage

Blootstellingen in aandelen (zie ook artikel 133)

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder j)?

JAimage

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorieën van artikel 112, onder l) en o)?

JAimage

Blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging (icb's)

Blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties (zie ook artikel 129)

Deze twee blootstellingscategorieën zijn niet onderling gekoppeld (zie opmerkingen inzake de doorkijkbenadering in bovenstaand antwoord). Toewijzing aan een ervan is dan ook eenvoudig. Blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder i)?

JAimage

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed (zie ook artikel 124)

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder q)?

JAimage

Andere posten

NEEimage

 

 

Kan de blootstelling worden toegewezen aan de blootstellingscategorie van artikel 112, onder n)?

JAimage

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn

NEEimage

 

 

De onderstaande blootstellingscategorieën zijn niet onderling gekoppeld. Toewijzing aan een ervan is dan ook eenvoudig.

Blootstellingen met betrekking tot centrale overheden of centrale banken

Blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden

Blootstellingen met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen

Blootstellingen met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken

Blootstellingen met betrekking tot internationale organisaties

Blootstellingen met betrekking tot instellingen

Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen

3.2.4.   Toelichting op de reikwijdte van enkele specifieke blootstellingscategorieën waarvan sprake in artikel 112 van de VKV

3.2.4.1.   De blootstellingscategorie „instellingen”

67. Onderlinge blootstellingen overeenkomstig artikel 113, leden 6 en 7, van de VKV worden als volgt gerapporteerd:

68. Blootstellingen die voldoen aan de vereisten van artikel 113, lid 7, van de VKV worden gerapporteerd in de blootstellingscategorie die van toepassing zou zijn als zij geen onderlinge blootstellingen waren geweest.

69. Overeenkomstig artikel 113, leden 6 en 7, van de VKV „kan een instelling, met de voorafgaande goedkeuring van de bevoegde autoriteiten, besluiten de vereisten van lid 1 van dit artikel niet toe te passen op de blootstellingen van die instelling op een tegenpartij die haar moederonderneming, dochteronderneming of een dochteronderneming van haar moederonderneming is, dan wel een onderneming die verbonden is door een band als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG”. Onderlinge blootstellingen dienen daarom te worden gerapporteerd in de desbetreffende blootstellingscategorie.

3.2.4.2.   De blootstellingscategorie „gedekte obligaties”

70. Blootstellingen volgens de standaardbenadering worden als volgt aan de blootstellingscategorie „gedekte obligaties” toegewezen:

71. Obligaties zoals omschreven in artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG moeten voldoen aan de vereisten van artikel 129, leden 1 en 2, van de VKV om te worden ingedeeld in de blootstellingscategorie „gedekte obligaties”. Daarbij moet in elk afzonderlijk geval worden gecontroleerd of aan die vereisten wordt voldaan. Uit hoofde van artikel 129, lid 6, van de VKV evenwel worden ook obligaties overeenkomstig artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG die vóór 31 december 2007 zijn uitgegeven aan de blootstellingscategorie „gedekte obligaties” toegewezen.

3.2.4.3.   De blootstellingscategorie „instellingen voor collectieve belegging”

72. Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid overeenkomstig artikel 132, lid 5, van de VKV worden blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in icb's gerapporteerd als posten binnen de balanstelling overeenkomstig artikel 111, lid 1, zin 1, van de VKV.

3.2.5.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe blootstellingswaarde zonder rekening te houden met waardeaanpassingen en voorzieningen, omrekeningsfactoren en het effect van kredietrisicolimiteringstechnieken met de volgende kwalificaties uit hoofde van artikel 111, lid 2, van de VKV:Voor afgeleide instrumenten, retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV of aan artikel 92, lid 3, onder f), van de VKV komt de oorspronkelijke blootstelling overeen met de blootstellingswaarde voor tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV vastlegde methoden.De blootstellingswaarden voor lease-overeenkomsten zijn onderworpen aan artikel 134, lid 7, van de VKV.In het geval van verrekening van balansposten overeenkomstig artikel 219 van de VKV worden de blootstellingswaarden gerapporteerd in overeenstemming met de ontvangen zekerheden in de vorm van contanten.In het geval van kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen en/of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV wordt in kolom 010 het effect opgenomen van volgestorte kredietprotectie in de vorm van kaderverrekeningsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 220, lid 4, van de VKV. In het geval van kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV wordt derhalve E* zoals berekend ingevolge de artikelen 220 en 221 van de VKV gerapporteerd in kolom 010 van de CR SA-template.

030

(–) Waardeaanpassingen en voorzieningen in verband met de oorspronkelijke blootstellingDe artikelen 24 en 110 van de VKVWaardeaanpassingen en voorzieningen voor kredietverliezen overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen.

040

Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningenDe som van de kolommen 010 en 030.

050-100

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLINGKredietrisicolimiteringstechnieken zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 57, van de VKV die het kredietrisico van een of meer blootstellingen reduceren via substitutie van blootstellingen zoals hieronder omschreven onder „Substitutie van de blootstelling vanwege kredietrisicolimitering”.Indien de blootstelling wordt beïnvloed door een zekerheid (bv. gebruikt voor kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling) wordt die zekerheid gemaximeerd op de blootstellingswaarde.Hier dienen de volgende posten te worden gerapporteerd: — zekerheid, opgenomen overeenkomstig de eenvoudige benadering van financiële zekerheden; — in aanmerking komende niet-volgestorte kredietprotectie Zie ook de instructies bij punt 4.1.1.

050-060

Niet-volgestorte kredietprotectie: aangepaste waarden (Ga)Artikel 235 van de VKVIn artikel 239, lid 3, van de VKV wordt de aangepaste waarde Ga van een niet-volgestorte kredietprotectie omschreven.

050

Garanties — Artikel 203 van de VKV — Niet-volgestorte kredietprotectie zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, van de VKV anders dan kredietderivaten.

060

KredietderivatenArtikel 204 van de VKV

070-080

Volgestorte kredietprotectieDeze kolommen hebben betrekking op volgestorte kredietprotectie overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 58, van de VKV en de artikelen 196, 197 en 200 van de VKV. In de bedragen zijn de kaderverrekeningsovereenkomsten (reeds opgenomen in de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren) niet begrepen.Credit linked notes en verrekening van balansposities die voortvloeien uit in aanmerking komende overeenkomsten voor verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 en 219 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.

070

Financiële zekerheden: eenvoudige benaderingArtikel 222, leden 1 tot en met 2, van de VKV

080

Overige volgestorte kredietprotectieArtikel 232 van de VKV

090-100

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING MIDDELS KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKENArtikel 222, lid 3, artikel 235, leden 1 en 2, en artikel 236 van de VKVDe uitstromen komen overeen met het gedekte gedeelte van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt afgetrokken van de blootstellingscategorie van de debiteur en vervolgens wordt toegewezen aan de blootstellingscategorie van de protectiegever. Dit bedrag wordt beschouwd als een instroom in de blootstellingscategorie van de protectiegever.Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën worden gerapporteerd.Blootstellingen die voortvloeien uit mogelijke instromen en uitstromen van en naar andere templates worden in aanmerking genomen.

110

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENHet bedrag van de blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING.

120-140

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN. VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDENDe artikelen 223, 224, 225, 226, 227 en 228 van de VKV. Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).Credit linked notes en verrekening van balansposities die voortvloeien uit toelaatbare overeenkomsten voor verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 en 219 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.Het effect van de zekerheidsstelling die in het kader van de uitgebreide benadering van financiële zekerheden op een blootstelling wordt toegepast die gedekt is door toelaatbare financiële zekerheden wordt berekend overeenkomstig de artikelen 223, 224, 225, 226, 227 en 228 van de VKV.

120

Volatiliteitsaanpassing van de blootstellingArtikel 223, leden 2 tot en met 3, van de VKVHet te rapporteren bedrag wordt bepaald door het effect van de volatiliteitsaanpassing op de blootstelling (EVA-E) = E*He

130

(–) Aangepaste waarde van financiële zekerheden (Cvam)Artikel 239, lid 2, van de VKVOmvat voor activiteiten in de handelsportefeuille financiële zekerheden en grondstoffen die toelaatbaar zijn voor blootstellingen in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 299, lid 2, onder c) tot en met f), van de VKV. Het te rapporteren bedrag wordt als volgt berekend:Cvam = C*(1-Hc-Hfx)*(t-t*)/(T-t*). Zie deel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdelingen 4 en 5 voor een definitie van C, Hc, Hfx, t, T en t*.

140

(–) Waarvan: Volatiliteits- en looptijdaanpassingenArtikel 223, lid 1, en artikel 239, lid 2, van de VKVHet te rapporteren bedrag is het gecombineerde effect van volatiliteits- en looptijdaanpassingen (Cvam-C) = C*[(1-Hc-Hfx)*(t-t*)/(T-t*)-1], waarbij voor het effect van de volatiliteitsaanpassing geldt dat (Cva-C) = C*[(1-Hc-Hfx)-1] en voor het effect van looptijdaanpassingen dat (Cvam-Cva) = C*(1-Hc-Hfx)*[(t-t*)/(T-t*)-1].

150

Volledig aangepaste blootstellingswaarde (E*)Artikel 220, lid 4, artikel 223, leden 2 tot en met 5, en artikel 228, lid 1, van de VKV

160-190

Uitsplitsing van de volledig aangepaste blootstellingswaarde van posten buiten de balanstelling naar omrekeningsfactorArtikel 111, lid 1, en artikel 4, lid 1, punt 56, van de VKV. Zie ook artikel 222, lid 3, en artikel 228, lid 1, van de VKV.

200

BlootstellingswaardeDeel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdeling 4, van de VKV.De blootstellingswaarde, na inaanmerkingneming van waardeaanpassingen, alle kredietrisicolimiterende factoren en kredietomrekeningsfactoren die moet worden toegewezen aan risicogewichten overeenkomstig artikel 113 en deel 3, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, van de VKV.

210

Waarvan: Voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisicoVoor afgeleide instrumenten, retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV, de blootstellingswaarde van het tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, afdelingen 2 tot en met 5, van de VKV neerlegde methoden.

215

Risicogewogen posten vóór toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo'sArtikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKV zonder rekening te houden met de ondersteuningsfactor voor kmo's overeenkomstig artikel 501 van de VKV.

220

Risicogewogen posten na toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo'sArtikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKV na inaanmerkingneming van de ondersteuningsfactor voor kmo's overeenkomstig artikel 500 van de VKV.

230

Waarvan: met een kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI

240

Waarvan: met een van een centrale overheid afkomstige kredietbeoordeling



Rijen

Instructies

010

Totale blootstellingen

020

waarvan: Kmo'sAlle blootstellingen met betrekking tot kmo's worden hier gerapporteerd.

030

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo'sHier worden uitsluitend blootstellingen gerapporteerd die voldoen aan de vereisten van artikel 501 van de VKV.

040

waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — niet-zakelijk onroerend goedArtikel 125 van de VKVUitsluitend gerapporteerd in de blootstellingscategorie „Gedekt door hypotheken op onroerend goed”.

050

waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenaderingBlootstellingen die worden behandeld overeenkomstig artikel 150, lid 1, van de VKV.

060

waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren.Blootstellingen die worden behandeld overeenkomstig artikel 148, lid 1, van de VKV.

070-130

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLINGDe rapporterende instellingen geven een uitsplitsing van hun posities binnen de bankportefeuille, op basis van de onderstaande criteria, naar blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico, blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico en blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico.De tegenpartijkredietrisicoposities van de rapporterende instelling in de handelsportefeuille, overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder f), en artikel 299, lid 2, van de VKV worden toegewezen aan de blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico. instellingen die artikel 94, lid 1, van de VKV toepassen geven ook een uitsplitsing van hun posities binnen de handelsportefeuille, op basis van de onderstaande criteria, naar blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico, blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico en blootstellingen die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico.

070

Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisicoIn artikel 24 van de VKV bedoelde actiefposten die in geen enkele andere categorie zijn opgenomen.Blootstellingen die balansposten zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 090, 110 en 130 en dus niet in deze rij.Niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379, lid 1, van de VKV (indien niet afgetrokken) zijn geen balansposten maar worden desalniettemin in deze rij gerapporteerd.Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 90, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze niet in rij 030 zijn gerapporteerd.

080

Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisicoPosities buiten de balanstelling omvatten de in de lijst in bijlage I bij de VKV vermelde posten.Blootstellingen die posten buiten de balanstelling zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040 en 060 en dus niet in deze rij.Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 90, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze als posten buiten de balanstelling worden beschouwd.

090-130

Blootstellingen/transacties die zijn onderworpen aan tegenpartijkredietrisico

090

EffectenfinancieringstransactiesEffectenfinancieringstransacties zoals omschreven in paragraaf 17 van het document van het Bazels Comité getiteld „The Application of Basel II to Trading Activities and the Treatment of Double Default Effects”, omvatten: i) Retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 82, van de VKV alsook transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen; ii) margeleningstransacties zoals omschreven in artikel 272, punt 3, van de VKV.

100

Waarvan: Centraal gecleard via een QCCPArtikel 306 van de VKV voor gekwalificeerde CTP's overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 88, juncto artikel 301, lid 2, van de VKV.CTP-transactieblootstelling overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV.

110

Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijnDerivaten omvatten de in de lijst in bijlage II bij de VKV vermelde contracten.Transacties met afwikkeling op lange termijn zoals omschreven in artikel 272, punt 2, van de VKV.Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 130 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

120

Waarvan: Centraal gecleard via een QCCPArtikel 306 van de VKV voor gekwalificeerde CTP's overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 88, juncto artikel 301, lid 2, van de VKV.CTP-transactieblootstelling overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV.

130

Productoverstijgende contractuele verrekeningBlootstellingen die vanwege het bestaan van een productoverschrijdende contractuele verrekening (zoals omschreven in artikel 272, lid 11, van de VKV) niet aan derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn noch aan effectenfinancieringstransacties kunnen worden toegewezen, worden in deze rij gerapporteerd.

140-280

UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT

140

0 %

150

2 %

Artikel 306, lid 1, punt 1, van de VKV.

160

4 %

Artikel 305, lid 1, punt 3, van de VKV.

170

10 %

180

20 %

190

35 %

200

50 %

210

70 %

Artikel 232, lid 3, onder c), van de VKV

220

75 %

230

100 %

240

150 %

250

250 %

Artikel 133, lid 1, punt 2, van de VKV.

260

370 %

Artikel 471 van de VKV

270

1 250 %

Artikel 133, lid 1, punt 2, van de VKV.

280

Andere risicogewichtenDeze rij is niet beschikbaar voor de blootstellingscategorieën overheden, ondernemingen, instellingen en particulieren en kleine partijen.Voor het rapporteren van blootstellingen die niet zijn onderworpen aan de in de template genoemde risicogewichten.Artikel 113, leden 1 tot en met 5, van de VKVKredietderivaten voor de n-de wanbetaling zonder rating volgens de standaardbenadering (artikel 134, lid 6, van de VKV) worden in deze rij gerapporteerd in de blootstellingscategorie „Andere posten”.Zie ook artikel 124, lid 2, en artikel 152, lid 2, onder b), van de VKV.

290-320

Pro-memoriepostenZie ook de toelichting op het doel van de pro-memorieposten in het algemene gedeelte van de CR SA.

290

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goedArtikel 112, onder i), van de VKV.Dit is uitsluitend een pro-memoriepost. Onafhankelijk van de berekening van de risicoposten voor blootstellingen die gedekt zijn door zakelijk onroerend goed overeenkomstig de artikelen 124 en 126 van de VKV worden de blootstellingen uitgesplitst en in deze rij gerapporteerd op basis van de criteria aan de hand waarvan worden bepaald of zij door zakelijk onroerend goed worden gedekt.

300

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling onderworpen aan een risicogewicht van 100 %Artikel 112, onder j), van de VKVBlootstellingen die zijn opgenomen in de blootstellingscategorie „Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” die in deze blootstellingscategorie opgenomen zouden moeten worden als er geen sprake zou zijn van wanbetaling.

310

Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goedArtikel 112, onder i), van de VKV.Dit is uitsluitend een pro-memoriepost. Onafhankelijk van de berekening van de risicoposten voor blootstellingen die gedekt zijn door onroerend goed overeenkomstig de artikelen 124 en 125 van de VKV worden de blootstellingen uitgesplitst en in deze rij gerapporteerd op basis van de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of zij door onroerend goed worden gedekt.

320

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling onderworpen aan een risicogewicht van 150 %Artikel 112, onder j), van de VKVBlootstellingen die zijn opgenomen in de blootstellingscategorie „Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” die in deze blootstellingscategorie opgenomen zouden moeten worden als er geen sprake zou zijn van wanbetaling.

3.3.   KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR IRB)

3.3.1.   Reikwijdte van de CR IRB-template

73. Onder de CR IRB-template vallen eigenvermogensvereisten voor:

i. Kredietrisico in de bankportefeuille, waaronder:

 Tegenpartijkredietrisico in de bankportefeuille;

 Verwateringsrisico voor gekochte kortlopende vorderingen;

ii. Tegenpartijkredietrisico in de handelsportefeuille;

iii. Uit alle bedrijfsactiviteiten voortvloeiende niet-afgewikkelde transacties.

74. De template omvat de blootstellingen waarvoor de risicogewogen posten zijn berekend overeenkomstig de artikelen 151 tot en met 157 van deel 3, titel II, hoofdstuk 3, van de VKV (interneratingbenadering).

75. De volgende gegevens vallen niet onder de CR IRB-template:

i. Blootstellingen in aandelen (worden in de CR EQU IRB-template gerapporteerd);

ii. Securitisatieposities (worden in de CR SEC SA-, CR SEC IRB- en/of CR SEC Bijzonderheden-templates gerapporteerd);

iii. „Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen” overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder g), van de VKV. Voor deze blootstelling geldt te allen tijde een risicogewicht van 100 % behalve met betrekking tot kasmiddelen, gelijkwaardige posten en blootstellingen die de restwaarde zijn van geleasede activa overeenkomstig artikel 156 van de VKV. De risicogewogen posten voor deze blootstellingscategorie worden rechtstreeks in de CA-template gerapporteerd;

iv. Risico van aanpassing van de kredietwaardering (wordt in de CVA Risk-template gerapporteerd);

Voor de CR IRB-template is geen geografische uitsplitsing van IRB-blootstellingen naar vestigingsplaats van de tegenpartij vereist. Deze uitsplitsing wordt gerapporteerd in template CR GB.

76. Teneinde duidelijk te maken of de instelling gebruik maakt van haar eigen LGD-ramingen en/of kredietomrekeningsfactoren wordt voor iedere gerapporteerde blootstellingscategorie de volgende informatie verstrekt:

„NEE” = in het geval dat LGD-ramingen en kredietomrekeningsfactoren van de toezichthouder worden gebruikt (Foundation IRB)

„JA” = in het geval dat eigen LGD-ramingen en kredietomrekeningsfactoren worden gebruikt (Advanced IRB)

Voor de rapportage van de portefeuilles voor particulieren en kleine partijen moet in ieder geval „JA” worden gerapporteerd.

Wanneer een instelling gebruik maakt van haar eigen LGD-ramingen bij de berekening van risicogewogen posten voor een deel van haar IRB-blootstellingen en daarnaast van LGD-ramingen van de toezichthouder bij de berekening van de risicogewogen posten en voor het andere deel van haar IRB-blootstellingen, dient zij een CR IRB Total voor de F-IRB-posities en een CR IRB Total voor de A-IRB-posities te rapporteren.

3.3.2.   Uitsplitsing van de CR IRB-template

77. De CR IRB bestaat uit twee templates. CR IRB 1 geeft een algemeen overzicht van de IRB-blootstellingen en de verschillende methoden voor het berekenen van het totaal van de risicoposten, alsmede een uitsplitsing van het totaal van de blootstellingen naar soort blootstelling. CR IRB 2 geeft een uitsplitsing van het totaal van de blootstellingen dat in debiteurenklassen of -groepen is ondergebracht. De templates CR IRB 1 en CR IRB 2 worden afzonderlijk gerapporteerd voor de volgende blootstellings- en sub-blootstellingscategorieën:

1. Totaal

(Het totaal van de templates moet worden gerapporteerd voor de Foundation IRB-benadering en afzonderlijk voor de Advanced IRB-benadering.)

2. Centrale overheden en centrale banken

(Artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV)

3. Instellingen

(Artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV)

4.1) Ondernemingen — Kmo's

(Artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV)

4.2) Ondernemingen — Gespecialiseerde kredietverlening

(Artikel 147, lid 8, van de VKV)

4.3) Ondernemingen — Overige

(Alle ondernemingen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder c), die niet onder 4.1 en 4.2 worden gerapporteerd)

5.1) Particulieren en kleine partijen — Gedekt door onroerend goed-kmo's

(Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 3, van de VKV die door onroerend goed worden gedekt)

5.2) Particulieren en kleine partijen — Gedekt door onroerend goed van niet-kmo's

(Blootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt en niet worden gerapporteerd onder 5.1)

5.3) Particulieren en kleine partijen — Gekwalificeerde revolverende blootstellingen

(Artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 4, van de VKV)

5.4) Particulieren en kleine partijen — Overige kmo's

(Artikel 147, lid 2, onder d), niet gerapporteerd onder 5.1 en 5.3)

5.5) Particulieren en kleine partijen — Overige niet-kmo's

(Artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die niet werden gerapporteerd onder 5.2 en 5.3)

3.3.3.   C.08.01 — Krediet- en tegenpartijkredietrisico's en niet-afgewikkelde transacties: Interneratingbenadering van kapitaalvereisten (CR IRB 1)

3.3.3.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

Instructies

010

INTERN RATINGSYSTEEM/AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)De aan de te rapporteren debiteurenklasse of -groep toegekende PD is gebaseerd op de bepalingen van artikel 180 van de VKV. Voor elke afzonderlijke klasse of groep wordt de aan die specifieke debiteurenklasse of -groep toegekende PD gerapporteerd. Voor cijfers betreffende een samenvoeging van debiteurenklassen of -groepen (zoals totale blootstellingen) moet het naar blootstelling gewogen gemiddelde worden vermeld van de PD's die aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging zijn toegekend. Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD moet de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt.Voor elke afzonderlijke klasse of groep wordt de aan die specifieke debiteurenklasse of -groep toegekende PD gerapporteerd. Alle gerapporteerde risicoparameters worden afgeleid van de risicoparameters als gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.Het is niet de bedoeling en evenmin wenselijk om een modelschaal van de toezichthouder te gebruiken. Als de rapporterende instelling een uniek ratingsysteem hanteert of in staat is te rapporteren op basis van een interne modelschaal, dan wordt die schaal gebruikt.In alle andere gevallen worden de verschillende ratingsystemen samengevoegd en geordend aan de hand van de volgende criteria: debiteurenklassen van verschillende ratingsystemen worden samengevoegd en van laag naar hoog gerangschikt op basis van de aan elke debiteurenklasse toegekende PD. Indien de instelling een groot aantal klassen of pools gebruikt, mag een beperkt aantal te rapporteren klassen of pools met de bevoegde autoriteiten worden overeengekomen.Een instelling raadpleegt haar bevoegde autoriteit als het aantal klassen dat zij wil rapporteren afwijkt van het interne aantal klassen.Voor de weging van de gemiddelde PD wordt de in kolom 110 gerapporteerde blootstellingswaarde gebruikt. Alle blootstellingen, met inbegrip van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, moeten in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD (bv. voor de „totale blootstelling”). Blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan zijn de blootstellingen die in de laatste ratingklasse(n) worden ondergebracht, met een PD van 100 %.

020

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe instellingen rapporteren de blootstellingswaarde vóór inaanmerkingneming van eventuele waardeaanpassingen, voorzieningen, effecten van kredietrisicolimiteringstechnieken of kredietomrekeningsfactoren.De oorspronkelijke blootstellingswaarde wordt gerapporteerd overeenkomstig artikel 24 en artikel 166, leden 1 en 2 en 4 tot en met 7, van de VKV.Het effect van toepassing van artikel 166, lid 3, van de VKV (effect van verrekening binnen de balanstelling van leningen en deposito's) wordt afzonderlijk gerapporteerd als volgestorte kredietprotectie en zal de oorspronkelijke blootstelling derhalve niet verminderen.

030

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITENUitsplitsing van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

040-080

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLINGKredietrisicolimiteringstechnieken zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 57, van de VKV die het kredietrisico van een of meer blootstellingen reduceren via substitutie van blootstellingen zoals hieronder omschreven onder „Substitutie van de blootstelling vanwege kredietrisicolimitering”.

040-050

NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIENiet-volgestorte kredietprotectie: De waarden zoals omschreven in artikel 4, lid 59, van de VKV.Indien de blootstelling wordt beïnvloed door een zekerheid (bv. gebruikt voor kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling) wordt die zekerheid gemaximeerd op de blootstellingswaarde.

040

GARANTIES:Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, wordt de gecorrigeerde waarde (Ga) zoals omschreven in artikel 236 van de VKV opgegeven.Wanneer eigen LGD-ramingen worden gebruikt (artikel 183 van de VKV, met uitzondering van lid 3), wordt de in het interne model gebruikte desbetreffende waarde gerapporteerd.Garanties worden in kolom 040 gerapporteerd als het LGD niet wordt gecorrigeerd. Als het LGD wel wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag van de garantie gerapporteerd in kolom 150.Wat betreft blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling wordt de waarde van de niet-volgestorte kredietprotectie gerapporteerd in kolom 220.

050

KREDIETDERIVATEN:Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, wordt de gecorrigeerde waarde (Ga) zoals omschreven in artikel 216 van de VKV opgegeven.Wanneer eigen LGD-ramingen worden gebruikt (artikel 183 van de VKV), wordt de in de interne modellen gebruikte desbetreffende waarde gerapporteerd.Als het LGD wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag van de kredietderivaten gerapporteerd in kolom 160.Wat betreft blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling wordt de waarde van de niet-volgestorte kredietprotectie gerapporteerd in kolom 220.

060

OVERIGE VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIEIndien de blootstelling wordt beïnvloed door een zekerheid (bv. gebruikt voor kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effecten van de blootstelling) wordt die zekerheid gemaximeerd op de blootstellingswaarde.Wanneer geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, wordt artikel 232 van de VKV toegepast.Wanneer eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de aan de criteria in artikel 212 van de VKV voldoende kredietrisicolimiterende factoren gerapporteerd. De in het interne model gebruikte desbetreffende waarde wordt gerapporteerd.Te rapporteren in kolom 060 als het LGD niet wordt gecorrigeerd. Als het LGD wel wordt gecorrigeerd, wordt het bedrag gerapporteerd in kolom 170.

070-080

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING MIDDELS KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKENDe uitstromen komen overeen met het gedekte deel van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt afgetrokken van de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, de debiteurenklasse of -groep van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, de debiteurenklasse of -groep van de protectiegever. Dit bedrag wordt beschouwd als een instroom in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, debiteurenklassen of -groepen van de protectiegever.Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, debiteurenklassen of -groepen worden in aanmerking genomen.Blootstellingen die voortvloeien uit mogelijke instromen en uitstromen van en naar andere templates worden in aanmerking genomen.

090

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN EN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe blootstelling zoals die met de bijbehorende debiteurenklasse of -groep in de overeenkomstige blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling.

100, 120

Waarvan: Posten buiten de balanstellingZie de CR SA-instructies

110

BLOOTSTELLINGSWAARDEDe waarde overeenkomstig artikel 166 van de VKV en artikel 230, lid 1, zin 2, van de VKV wordt gerapporteerd.Voor de in bijlage I omschreven instrumenten worden de kredietomrekeningsfactoren (artikel 166, leden 8, 9 en 10, van de VKV) toegepast, ongeacht de door de instelling gekozen benadering.Voor de rijen 040 tot en met 060 (effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn en blootstellingen uit hoofde van productoverschrijdende contractuele verrekening) onderworpen aan deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV is de blootstellingswaarde gelijk aan de waarde van het tegenpartijkredietrisico zoals berekend volgens de in deel 3, titel II, hoofdstuk 6, afdelingen 3 tot en met 7, van de VKV vastlegde methoden. Deze waarden worden in deze kolom gerapporteerd, en niet in kolom 130 „Waarvan: voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisico”.

130

Waarvan: Voortvloeiende uit tegenpartijkredietrisicoZie de CR SA-instructies.

140

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITENUitsplitsing van de blootstellingswaarde voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

150-210

IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULT-BEHANDELINGKredietrisicolimiteringstechnieken die een effect hebben op LGD's als gevolg van de toepassing van het substitutie-effect van kredietrisicolimiteringstechnieken worden niet in deze kolommen opgenomen.Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: artikel 228, lid 2, artikel 230, leden 1 en 2, en artikel 231 van de VKVAls wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt: — Met betrekking op niet-volgestorte kredietprotectie, voor blootstellingen met betrekking tot centrale overheden en centrale banken, instellingen en ondernemingen: artikel 161, lid 3, van de VKV. Voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen: artikel 164, lid 2, van de VKV. — Met betrekking tot volgestorte kredietprotectie, zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV.

150

GARANTIESZie de instructies voor kolom 040.

160

KREDIETDERIVATENZie de instructies voor kolom 050.

170

GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN: OVERIGE VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIEDe desbetreffende waarde die in de interne modellen van de instelling wordt gebruikt.De kredietrisicolimiterende factoren die voldoen aan de criteria van artikel 212 van de VKV.

180

TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDENOmvat voor transacties in de handelsportefeuille financiële instrumenten en grondstoffen die in aanmerking komen voor blootstellingen in de handelsportefeuille overeenkomstig artikel 299, lid 2, onder. c) tot en met f), van de VKV. Credit linked notes en verrekening van balansposten overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 4, afdeling 4, van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.Als er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: waarden overeenkomstig artikel 193, leden 1 tot en met 4, en artikel 194, lid 1, van de VKV. De gecorrigeerde waarde (Gvam) zoals aangegeven in artikel 223, lid 2, van de VKV wordt gerapporteerd.Als wel eigen ramingen van het LGD worden gebruikt: financiële zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV. Het te rapporteren bedrag is de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

190-210

ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDENAls er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt: artikel 199, leden 1 tot en met 8, van de VKV en artikel 229 van de VKVAls wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt: andere zekerheden die in aanmerking worden genomen in de LGD-ramingen overeenkomstig artikel 181, lid 1, onder e) en f), van de VKV.

190

ONROEREND GOEDAls er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, leden 2, 3 en 4, van de VKV opgegeven. Ook het leasen van onroerend goed wordt opgenomen (zie artikel 199, lid 7, van de VKV). Zie ook artikel 229 van de VKVAls er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde.

200

ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDENAls er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, leden 6 en 8, van de VKV opgegeven. Ook het leasen van een goed anders dan onroerend goed wordt opgenomen (zie artikel 199, lid 7, van de VKV). Zie ook artikel 229, lid 3, van de VKV.Als er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

210

KORTLOPENDE VORDERINGENAls er geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt, worden de waarden overeenkomstig artikel 199, lid 5, en artikel 229, lid 2, van de VKV opgegeven.Als er wel eigen LGD-ramingen worden gebruikt, is het te rapporteren bedrag de geraamde marktwaarde van de zekerheid.

220

ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULT-BEHANDELING: NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIEGaranties en kredietderivaten die blootstellingen dekken die onderworpen zijn aan de double default-behandeling in de zin van artikel 202 en artikel 217, lid 1, van de VKV. Zie ook de kolommen 040 „Garanties” en 050 „Kredietderivaten”.

230

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)Alle effecten van kredietrisicolimiteringstechnieken op LGD-waarden zoals nader aangegeven in deel 3, titel II, hoofdstukken 3 en 4, van de VKV worden in aanmerking genomen. In het geval van blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling dient het te rapporteren LGD overeen te komen met het LGD dat overeenkomstig artikel 161, lid 4, van de VKV is geselecteerd.Voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan worden de bepalingen van artikel 181, lid 1, onder h, van de VKV in aanmerking genomen.Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelden moet de definitie van de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt.Alle effecten worden in aanmerking genomen (de op hypotheken van toepassing zijnde vloer wordt dus opgenomen in de rapportage).Voor instellingen die de interneratingbenadering toepassen maar geen eigen LGD-ramingen gebruiken komen de risicolimiteringseffecten van financiële zekerheden tot uiting in E*, de volledig aangepaste blootstellingswaarde, en vervolgens in het LGD* overeenkomstig artikel 228, lid 2, van de VKV.Het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD in verband met iedere PD-„debiteurenklasse of -groep” vloeit voort uit het gemiddelde van de prudentiële LGD's toegewezen aan de blootstellingen van die klasse/groep, gewogen naar de respectieve blootstellingswaarde van kolom 110.Als er eigen LGD-ramingen worden toegepast, worden artikel 175 en artikel 181, leden 1 en 2, van de VKV in aanmerking genomen.In het geval van blootstellingen die onderworpen zijn aan de double default-behandeling dient het te rapporteren LGD overeen te komen met het LGD dat overeenkomstig artikel 161, lid 4, van de VKV is geselecteerd.De berekening van het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD wordt afgeleid van de risicoparameters zoals feitelijk gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.De blootstelling en de desbetreffende LGD's voor grote gereglementeerde entiteiten uit de financiële sector en niet-gereglementeerde financiële entiteiten worden niet opgenomen in de berekening van kolom 230, maar uitsluitend in de berekening van kolom 240.

240

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELD LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITENNaar blootstelling gewogen gemiddeld LGD (%) voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

250

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN)De gerapporteerde waarde is in overeenstemming met artikel 162 van de VKV. Voor het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelden moet de blootstellingswaarde (kolom 110) worden gebruikt. De gemiddelde looptijd wordt gerapporteerd in dagen.Deze gegevens worden niet gerapporteerd voor blootstellingswaarden ten aanzien waarvan de looptijd niet bij de berekening van de risicogewogen posten wordt betrokken. Dit betekent dat deze kolom niet wordt ingevuld voor de blootstellingscategorie „Particulieren en kleine partijen”.

255

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SZie voor centrale overheden en centrale banken, ondernemingen en instellingen artikel 153, leden 1 en 3, van de VKV. Zie voor particulieren en kleine partijen artikel 154, lid 1, van de VKV.De ondersteuningsfactor voor kmo's overeenkomstig artikel 501 van de VKV wordt niet in aanmerking genomen.

260

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SZie voor centrale overheden en centrale banken, ondernemingen en instellingen artikel 153, leden 1 en 3, van de VKV. Zie voor particulieren en kleine partijen artikel 154, lid 1, van de VKV.De ondersteuningsfactor voor kmo's overeenkomstig artikel 501 van de VKV wordt in aanmerking genomen.

270

WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITENUitsplitsing van de risicogewogen posten na toepassing van de ondersteuningsfactor voor kmo's voor alle blootstellingen zoals omschreven in artikel 142, leden 4 en 5, van de VKV die onderworpen zijn aan de hogere correlatie overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de VKV.

280

VERWACHTE VERLIESPOSTZie voor de definitie van verwacht verlies artikel 5, punt 3, van de VKV en voor de berekening artikel 158 van de VKV. Het te rapporteren bedrag van het verwachte verlies is gebaseerd op de risicoparameters zoals feitelijk gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.

290

(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGENDe waardeaanpassingen alsmede specifieke en algemene voorzieningen uit hoofde van artikel 159 van de VKV worden gerapporteerd. Algemene voorzieningen worden gerapporteerd door het bedrag naar evenredigheid toe te rekenen — overeenkomstig het verwachte verlies van de verschillende debiteurenklassen.

300

AANTAL DEBITEURENArtikel 172, leden 1 en 2, van de VKV.Voor alle blootstellingscategorieën behalve particulieren en kleine partijen rapporteert de instelling het aantal afzonderlijk beoordeelde entiteiten/debiteuren, ongeacht het aantal verschillende leningen of blootstellingen dat is toegekend.Binnen de blootstellingscategorie „Particulieren en kleine partijen” rapporteert de instelling het aantal blootstellingen dat afzonderlijk in een bepaalde beoordelingsklasse of -groep is ondergebracht. Wanneer artikel 172, lid 2, van de VKV van toepassing is mag een debiteur in meerdere klassen in aanmerking genomen worden.Deze kolom heeft betrekking op een onderdeel van de structuur van de ratingsystemen en houdt daarom verband met de oorspronkelijke blootstellingen vóór toepassing van omrekeningsfactoren zoals die in de afzonderlijke debiteurenklassen of -groepen zijn ondergebracht, zonder rekening te houden met het effect van kredietrisicolimiteringstechnieken (met name herverdelingseffecten).



Rijen

Instructies

010

TOTALE BLOOTSTELLINGEN

015

waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo'sHier worden uitsluitend blootstellingen gerapporteerd die voldoen aan de vereisten van artikel 501 van de VKV.

020-060

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING:

020

Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisicoIn artikel 24 van de VKV bedoelde actiefposten die in geen enkele andere categorie zijn opgenomen.Blootstellingen die balansposten zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040-060 en dus niet in deze rij.Niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379, lid 1, van de VKV (indien niet afgetrokken) zijn geen balansposten maar worden desalniettemin in deze rij gerapporteerd.Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze niet in rij 030 zijn gerapporteerd.

030

Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisicoPosities buiten de balanstelling omvatten de in de lijst in bijlage I bij de VKV vermelde posten.Blootstellingen die posten buiten de balanstelling zijn en die zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties, derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening worden gerapporteerd in de rijen 040-060 en dus niet in deze rij.Blootstellingen voortvloeiende uit actiefposten die bij een CTP worden gestort overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 91, van de VKV en blootstellingen met betrekking tot wanbetalingsfondsen overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 89, van de VKV worden opgenomen indien ze als posten buiten de balanstelling worden beschouwd.

040-060

Blootstellingen/transacties die zijn onderworpen aan tegenpartijkredietrisico

040

EffectenfinancieringstransactiesEffectenfinancieringstransacties zoals omschreven in paragraaf 17 van het document van het Bazels Comité getiteld „The Application of Basel II to Trading Activities and the Treatment of Double Default Effects”, omvatten: (i) Retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 82, van de VKV alsmede transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, en (ii) margeleningstransacties zoals omschreven in artikel 272, lid 3, van de VKV.Effectenfinancieringstransacties die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 060 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

050

Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijnDerivaten omvatten de in bijlage II bij de VKV vermelde contracten. Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die in een productoverschrijdende verrekening zijn opgenomen en derhalve in rij 060 worden gerapporteerd, worden niet in deze rij gerapporteerd.

060

Productoverstijgende contractuele verrekeningZie de CR SA-instructies

070

IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAALVoor blootstellingen met betrekking tot ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken zie artikel 142, lid 1, punt 6, en artikel 170, lid 1, onder c), van de VKV.Voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen zie artikel 170, lid 3, onder b), van de VKV. Voor blootstellingen voortvloeiend uit gekochte kortlopende vorderingen zie artikel 166, lid 6, van de VKV.Blootstellingen met betrekking tot het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen worden niet per debiteurenklasse of -groep maar in rij 180 gerapporteerd.Indien de instelling een groot aantal klassen of pools gebruikt, mag een beperkt aantal te rapporteren klassen of pools met de bevoegde autoriteiten worden overeengekomen.Er wordt geen algemene schaal gebruikt. De instellingen bepalen zelf welke schaal ze gebruiken.

080

CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAALArtikel 153, lid 5, van de VKV. Dit is uitsluitend van toepassing op de blootstellingscategorieën ondernemingen, instellingen en centrale overheden en centrale banken.

090-150

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING:

120

Waarvan: in categorie 1Tabel 1 in artikel 153, lid 5, van de VKV.

160

ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOEDArtikel 193, leden 1 en 2, artikel 194, leden 1 tot en met 7, en artikel 230, lid 3, van de VKV

170

BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPASTBlootstellingen voortvloeiend uit niet-afgewikkelde transacties waarop de alternatieve behandeling als bedoeld in artikel 379, lid 2, eerste alinea, laatste zin, van de VKV wordt toegepast of waaraan een risicogewicht van 100 % overeenkomstig artikel 379, lid 2, laatste alinea, van de VKV wordt toegekend. Kredietderivaten voor de n-de wanbetaling zonder rating in de zin van artikel 153, lid 8, van de VKV en alle andere blootstellingen waarop een risicogewicht wordt toegepast en die niet in een andere rij zijn opgenomen, worden in deze rij gerapporteerd.

180

VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGENZie artikel 4, lid 1, punt 53, van de VKV voor een definitie van verwateringsrisico. Zie voor het berekenen van risicogewicht voor het verwateringsrisico artikel 157, lid 1, van de VKV.Overeenkomstig artikel 166, lid 6, van de VKV is de blootstellingswaarde voor gekochte kortlopende vorderingen het uitstaande bedrag, verminderd met de risicogewogen posten voor het verwateringsrisico vóór kredietrisicolimitering.

3.3.4.   C.08.02 — Krediet- en tegenpartijkredietrisico's en niet-afgewikkelde transacties: interneratingbenadering inzake kapitaalvereisten (uitsplitsing naar debiteurenklasse of -groep (CR IRB 2-template)



Kolom

Instructies

005

Debiteurenklasse (identificatiecode van een rij)Dit is een identificatiecode van een rij die uniek is voor elke rij op een bepaald blad van de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010-300

De instructies voor elk van deze kolommen zijn gelijk aan die voor de overeenkomstig genummerde kolommen in tabel CR IRB 1.



Rij

Instructies

010-001-010-NNN

De waarden die in deze rijen worden gerapporteerd moeten van laag naar hoog worden gerangschikt, afhankelijk van de PD die aan de debiteurenklasse of -groep wordt toegekend. De PD voor in gebreke blijvende debiteuren is gelijk aan 100 %. Blootstellingen waarop de alternatieve behandeling voor zekerheden in de vorm van onroerend goed toegepast wordt (alleen beschikbaar indien geen eigen LGD-ramingen worden gebruikt) worden niet volgens de PD van de debiteur ondergebracht en niet in deze template gerapporteerd.

3.4.   KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INFORMATIE MET GEOGRAFISCHE UITSPLITSINGEN (CR GB)

78. De instellingen die aan de in artikel 5, onder a), 4), van deze verordening vastgestelde drempel voldoen moeten informatie verstrekken over zowel het thuisland als ieder niet-thuisland. De drempel is alleen van toepassing op de tabellen 1 en 2. Blootstellingen met betrekking tot supranationale organisaties worden aan de geografische zone „Andere landen” toegewezen.

79. Onder „vestigingsplaats van de debiteur” wordt verstaan het land van oprichting van de debiteur. Dit concept kan op basis van „directe debiteur” en „uiteindelijk risico” worden toegepast. Dat betekent dat kredietrisicolimiteringstechnieken de allocatie van een blootstelling aan een land kunnen veranderen. Blootstellingen met betrekking tot supranationale organisaties worden niet aan het land van vestiging van de instelling, maar aan de geografische zone „Andere landen” toegewezen, ongeacht de blootstellingscategorie waaraan de blootstelling met betrekking tot supranationale organisaties is toegewezen.

80. Gegevens over „oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren” moeten onder vermelding van het land van vestiging van de directe debiteur worden gerapporteerd. Gegevens over „blootstellingswaarde”en „risicogewogen posten” moeten volgens het land van vestiging van de uiteindelijke debiteur worden gerapporteerd.

3.4.1.   C 09.01 — Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur: blootstellingen in het kader van de standaardbenadering (CR GB 1)

3.4.1.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 010 van de CR SA-template.

020

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetalingDe oorspronkelijke blootstelling vóór de toepassing van omrekeningsfactoren voor blootstellingen die als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.Deze „pro-memoriepost” biedt aanvullende informatie over de debiteurenstructuur van de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling”. Hier worden blootstellingen gerapporteerd ten aanzien waarvan de debiteuren zouden worden gerapporteerd indien die blootstellingen niet in de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” zouden zijn ondergebracht.Deze informatie betreft een „pro-memoriepost” en heeft dus geen gevolgen voor de berekening van de risicogewogen posten van de categorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” in de zin van artikel 112, onder j, van de VKV.

040

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetalingHet bedrag van de oorspronkelijke blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste verslagdatum naar de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” overgegaan zijn, wordt gerapporteerd voor de blootstellingscategorie waartoe de debiteur oorspronkelijk behoorde.

050

Algemene kredietrisicoaanpassingenKredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

055

Specifieke kredietrisicoaanpassingenKredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

060

AfschrijvingenAfschrijvingen betreffen zowel verlagingen van de boekwaarde van rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(i)] als verlagingen van de bedragen die ten laste worden gebracht van de voorziening voor de boekwaarde van financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(ii)].

070

Kredietrisicoaanpassingen/afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetalingDe som van de kredietrisicoaanpassingen en afschrijvingen voor blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste overlegging van gegevens als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

075

BlootstellingswaardeHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 200 van de CR SA-template.

080

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 215 van de CR SA-template.

090

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 220 van de CR SA-template.



Rijen

010

Centrale overheden of centrale bankenArtikel 112, onder a), van de VKV.

020

Regionale of lokale overhedenArtikel 112, onder b), van de VKV.

030

Publiekrechtelijke lichamenArtikel 112, onder c), van de VKV.

040

Multilaterale ontwikkelingsbankenArtikel 112, onder d), van de VKV.

050

Internationale organisatiesArtikel 112, onder e), van de VKV.

060

InstellingenArtikel 112, onder f), van de VKV.

070

OndernemingenArtikel 112, onder g), van de VKV.

075

waarvan: Kmo'sDezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

080

Particulieren en kleine partijenArtikel 112, onder h), van de VKV.

085

waarvan: Kmo'sDezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

090

Gedekt door hypotheken op onroerend goedArtikel 112, onder i), van de VKV.

095

waarvan: Kmo'sDezelfde definitie als voor rij 020 van de CR SA-template.

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetalingArtikel 112, onder j), van de VKV

110

Blootstellingen met een bijzonder hoog risicoArtikel 112, onder k), van de VKV.

120

Gedekte obligatiesArtikel 112, onder l), van de VKV.

130

Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijnArtikel 112, onder n), van de VKV. instellingen voor collectieve belegging (icb's)

140

Instellingen voor collectieve belegging (icb's)Artikel 112, onder o), van de VKV.

150

Blootstellingen in aandelenArtikel 112, onder p), van de VKV.

160

Overige postenArtikel 112, onder q), van de VKV.

3.4.2.   C 09.02 — Geografische uitsplitsing van blootstellingen naar vestigingsplaats van de debiteur: blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering (CR GB 2)

3.4.2.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 020 van de CR IRB-template.

030

Waarvan blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan:De oorspronkelijke blootstellingswaarde voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

040

In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetalingHet bedrag van de oorspronkelijke blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste verslagdatum naar de blootstellingscategorie „blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling” overgegaan zijn, wordt gerapporteerd voor de blootstellingscategorie waartoe de debiteur oorspronkelijk behoorde.

050

Algemene kredietrisicoaanpassingenKredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

055

Specifieke kredietrisicoaanpassingenKredietrisicoaanpassingen overeenkomstig artikel 110 van de VKV.

060

AfschrijvingenAfschrijvingen betreffen zowel verlagingen van de boekwaarde van rechtstreeks in de winst- en verliesrekening opgenomen financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(i)] als verlagingen van de bedragen die ten laste worden gebracht van de voorziening voor de boekwaarde van financiële activa die een waardevermindering hebben ondergaan [IFRS 7.B5.(d).(ii)].

070

Kredietrisicoaanpassingen/afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetalingDe som van de kredietrisicoaanpassingen en afschrijvingen voor blootstellingen die tijdens de periode van drie maanden na de laatste overlegging van gegevens als „blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

080

INTERN RATINGSYSTEEM/AAN DE DEBITEURENKLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%)Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 010 van de CR IRB-template.

090

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 230 van de CR IRB-template. De bepalingen van artikel 181, lid 1, onder h, van de VKV zijn van toepassing.Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.

100

Waarvan: blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaanHet naar blootstelling gewogen LGD voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

105

BlootstellingswaardeHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 110 van de CR IRB-template.

110

RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 255 van de CR IRB-template.

120

Waarvan blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan:De risicogewogen posten voor blootstellingen die overeenkomstig artikel 178 van de VKV als „blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan” zijn geclassificeerd.

125

RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'SHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 260 van de CR IRB-template.

130

VERWACHTE VERLIESPOSTHiervoor geldt dezelfde definitie als voor kolom 280 van de CR IRB-template.



Rijen

010

Centrale overheden en centrale banken(Artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV)

020

Instellingen(Artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV)

030

Ondernemingen(Alle ondernemingen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder c))

040

Waarvan: gespecialiseerde kredietverlening(Artikel 147, lid 8, onder a), VKV)Er worden geen gegevens gerapporteerd voor blootstellingen uit hoofde van gespecialiseerde kredietverlening als bedoeld in artikel 153, lid 5.

050

Waarvan: Kmo's(Artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV)

060

Particulieren en kleine partijenAlle blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder d).

070

Particulieren en kleine partijen — Gedekt door onroerend goedBlootstellingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

080

Kmo'sBlootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 153, lid 3, van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

090

Niet-kmo'sBlootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV die door onroerend goed worden gedekt.

100

Particulieren en kleine partijen — Gekwalificeerde revolverende blootstellingen(Artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 154, lid 4, van de VKV)

110

Andere particulieren en kleine partijenBlootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen overeenkomstig artikel 147, lid 2, onder d), worden niet in de rijen 070 tot en met 100 gerapporteerd.

120

Kmo'sBlootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), juncto artikel 153, lid 3, van de VKV.

130

Niet-kmo'sBlootstellingen met betrekking tot andere particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV.

140

AandelenBlootstellingen in aandelen in de zin van artikel 147, lid 2, onder e), van de VKV.

3.4.3.   C 09.03 — Geografische uitsplitsing van betrokken kredietblootstellingen ten behoeve van de berekening van de instellingsspecifieke contracyclische buffer (CR GB 3)

3.4.3.1.   Algemene opmerkingen

81. Overeenkomstig artikel 128, punt 7, in samenhang met de artikelen 130 en 140, lid 1, van de RKV is het contracyclische bufferpercentage het „gewogen gemiddelde van de contracyclische bufferpercentages die van toepassing zijn in de rechtsgebieden waar de relevante kredietblootstellingen van de instelling gesitueerd zijn”. Het gewogen gemiddelde wordt als volgt berekend:

a)

Teller : totale, overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met de desbetreffende kredietblootstellingen op het betrokken grondgebied

b)

Noemer : totale, overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV bepaalde eigenvermogensvereisten voor kredietrisico in verband met alle desbetreffende kredietblootstellingen

82. Deze tabel is ingevoerd om meer informatie te ontvangen over de elementen van de instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer. De gevraagde informatie heeft betrekking op de eigenvermogensvereisten voor kredietblootstellingen, securitisatieblootstellingen en handelsportefeuilleblootstellingen relevant voor de berekening van de instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer (CCB) overeenkomstig artikel 140 VKV (relevante kredietblootstellingen), en bepaald overeenkomstig deel drie, titel II en titel IV van de VKV.

83. De informatie wordt per land gerapporteerd. De verdeling per land van de eigenvermogensvereisten van de relevante kredietblootstellingen moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen neergelegd in de technische reguleringsnorm van de EBA met betrekking tot de methode voor de bepaling van de geografische locatie van de relevante kredietblootstellingen EBA/RTS/2013/15. De in artikel 5, onder a), punt 4, van deze verordening vastgestelde drempel is voor de rapportage van deze uitsplitsing niet van belang.

3.4.3.2.   Instructies voor bepaalde posities



Rijen

010

EigenvermogensvereistenDe eigenvermogensvereisten voor de relevante kredietblootstellingen, securitisatieblootstellingen en handelsportefeuilleblootstellingen overeenkomstig artikel 140, lid 4, VKV en bepaald overeenkomstig deel drie, titel II en titel IV van de VKV.

3.5.   C 10.01 EN C 10.02 — BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING (CR EQU IRB 1 EN CR EQU IRB 2)

3.5.1.   Algemene opmerkingen

84. De CR EQU IRB-template is een dubbel template: CR EQU IRB 1 geeft een algemeen overzicht van de IRB-blootstellingen in de categorie „blootstellingen in aandelen” en de verschillende methoden voor het berekenen van het totaal van de risicoposten. CR EQU IRB 2 betreft een uitsplitsing van de totale blootstellingen die in het kader van de PD/LGD-benadering in debiteurenklassen zijn ondergebracht. „CR EQU IRB” verwijst in de instructies hieronder naar de CR EQU IRB 1- en/of de CR EQU IRB 2-template, naargelang van het geval.

85. De CR EQU IRB-template biedt informatie over de berekening van risicogewogen posten voor kredietrisico (artikel 92, lid 3, onder a), van de VKV) overeenkomstig de interneratingbenadering (deel 3, titel II, hoofdstuk 3, van de VKV) voor blootstellingen in aandelen als bedoeld in artikel 147, lid 2, onder e), van de VKV.

86. De volgende blootstellingen worden overeenkomstig artikel 147, lid 6, van de VKV in de categorie „blootstellingen in aandelen” ondergebracht:

a) andere blootstellingen dan schulden die een achtergestelde restvordering op de activa of de inkomsten van de uitgevende instelling vormen; of

b) blootstellingen in de vorm van schulden, en andere effecten, partnerschappen, derivaten of andere vehikels waarvan de belangrijkste economische kenmerken overeenkomen met die van de onder a) genoemde blootstellingen.

87. Blootstellingen met betrekking tot instellingen voor collectieve beleggingen die worden behandeld overeenkomstig de eenvoudige risicogewichtbenadering als bedoeld in artikel 152 van de VKV worden eveneens in de CR EQU IRB-template gerapporteerd.

88. Overeenkomstig artikel 151, lid 1, van de VKV verstrekken instellingen de CR EQU IRB-template wanneer zij een van de in artikel 155 van de VKV genoemde benaderingen toepassen:

 de eenvoudige risicogewichtbenadering

 de PD/LGD-benadering, of

 de internemodellenbenadering.

Voorts rapporteren instellingen die de interneratingbenadering toepassen in de CR EQU IRB-template tevens de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld overeenkomstig de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico (zoals blootstellingen in aandelen waarvoor overeenkomstig artikel 48, lid 4, van de VKV een risicogewicht van 250 % dan wel overeenkomstig artikel 471, lid 2, van de VKV een risicogewicht van 370 % geldt).

89. De volgende vorderingen in aandelen worden niet in de CR EQU IRB-template gerapporteerd:

 Blootstellingen in aandelen in de handelsportefeuille (indien de instellingen niet overeenkomstig artikel 94 van de VKV zijn vrijgesteld van het berekenen van eigenvermogensvereisten voor posities in de handelsportefeuille);

 Blootstellingen in aandelen waarvoor gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering wordt toegepast (artikel 150 van de VKV), waaronder:

 Blootstellingen in aandelen waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn overeenkomstig artikel 495, lid 1, van de VKV,

 Blootstellingen in aandelen van entiteiten waarvan de kredietverplichtingen overeenkomstig de standaardbenadering een risicogewicht van 0 % krijgen, met inbegrip van met overheidsgeld gefinancierde entiteiten waarvoor een risicogewicht van 0 % geldt (artikel 150, lid 1, onder g), van de VKV),

 Blootstellingen in aandelen die zijn ingenomen in het kader van wetgevingsprogramma's waarmee steun wordt verleend aan bepaalde economische sectoren en waarbij de instelling aanzienlijke subsidies ontvangt voor haar belegging en de beleggingen in aandelen op de een of andere wijze onderworpen zijn aan overheidstoezicht en restricties (artikel 150, lid 1, onder h), van de VKV);

 Blootstellingen in aandelen van ondernemingen die nevendiensten verrichten waarvan de risicogewogen posten berekend kunnen worden volgens de behandeling die geldt voor „andere activa die geen kredietverplichtingen zijn” (overeenkomstig artikel 155, lid 1, van de VKV).

 Vorderingen in aandelen die overeenkomstig de artikelen 46 en 48 van de VKV op het eigen vermogen in mindering zijn gebracht.

3.5.2.   Instructies voor bepaalde posities (geldend voor zowel CR EQU IRB 1 als CR EQU IRB 2)



Kolommen

005

DEBITEURENKLASSE (IDENTIFICATIECODE VAN EEN RIJ)De debiteurenklasse is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010

INTERNERATINGSYSTEEM AAN DE DEBITEURENKLASSE TOEGEKENDE PD (%)Instellingen die de PD/LGD-benadering toepassen rapporteren in kolom 10 de overeenkomstig artikel 165, lid 1, van de VKV berekende kans op wanbetaling (probability of default — PD).De aan de debiteurenklasse of -groep toegekende PD die moet worden gerapporteerd, moet voldoen aan de minimumvereisten die in deel 3, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6, van de VKV zijn vastgelegd. Voor elke afzonderlijke debiteurenklasse of -groep wordt de aan die specifieke klasse of groep toegekende PD gerapporteerd. Alle gerapporteerde risicoparameters worden afgeleid van de risicoparameters als gebruikt in het door de betreffende bevoegde autoriteit goedgekeurde interneratingsysteem.Voor cijfers betreffende een samenvoeging van debiteurenklassen of -groepen (zoals „totale blootstellingen”) moet het naar blootstelling gewogen gemiddelde worden vermeld van de PD's die aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging zijn toegekend. Alle blootstellingen, met inbegrip van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, moeten in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de naar blootstelling gewogen gemiddelde PD. Bij die berekening wordt voor wegingsdoeleinden de blootstellingswaarde gebruikt waarvoor met niet-volgestorte kredietprotectie rekening wordt gehouden (kolom 060).

020

OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe instellingen vermelden in kolom 020 de oorspronkelijke blootstellingswaarde (vóór toepassing van omrekeningsfactoren). Overeenkomstig de bepalingen van artikel 167 van de VKV is de blootstellingswaarde voor blootstellingen in aandelen gelijk aan de boekwaarde die resteert na bepaalde kredietrisicoaanpassingen. De blootstellingswaarde van blootstellingen in aandelen buiten de balanstelling is gelijk aan de nominale waarde van de blootstelling na bepaalde kredietrisicoaanpassingen.De instellingen vermelden in kolom 20 tevens de in bijlage 1 bij de VKV genoemde posten buiten de balanstelling die in de categorie „blootstellingen in aandelen” zijn ondergebracht (zoals „onbetaald deel van niet-volgestorte aandelen en effecten”).Instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de (in artikel 165, lid 1, van de VKV bedoelde) PD/LGD-benadering toepassen, houden tevens rekening met de compensatiebepalingen van artikel 155, lid 2, van de VKV.

030-040

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING NIET-VOLGESTORDE KREDIETPROTECTIE GARANTIES KREDIETDERIVATENOngeacht de benadering die voor het berekenen van de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen wordt gevolgd, kunnen instellingen met niet-volgestorte kredietprotectie voor posities in aandelen rekening houden (artikel 155, leden 2, 3 en 4, van de VKV). instellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de PD/LGD-benadering toepassen, rapporteren in de kolommen 030 en 040 het bedrag voor niet-volgestorte kredietprotectie in de vorm van garanties (kolom 030) of kredietderivaten (kolom 040) waarmee overeenkomstig de in deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven methoden rekening is gehouden.

050

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING MIDDELS KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN (–) TOTALE UITSTROMENDe instellingen rapporteren in kolom 050 het deel van de oorspronkelijke blootstelling vóór toepassing van omrekeningsfactoren dat wordt gedekt door niet-volgestorte kredietprotectie waarmee overeenkomstig de in deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven methoden rekening is gehouden.

060

BLOOTSTELLINGSWAARDEInstellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering of de PD/LGD-benadering toepassen, rapporteren in kolom 060 de blootstellingswaarde waarvoor met uit niet-volgestorte kredietprotectie voortvloeiende substitutie-effecten rekening wordt gehouden (artikel 155, leden 2 en 3, en artikel 167 van de VKV).Er zij aan herinnerd dat de blootstellingswaarde in geval van blootstellingen in aandelen buiten de balanstelling gelijk is aan de nominale waarde na bepaalde kredietrisicoaanpassingen (artikel 167 van de VKV).

070

NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%)Instellingen die de PG/LGD-benadering toepassen, rapporteren in kolom 070 van de CR EQU IRB 2-template het naar blootstelling gewogen gemiddelde van de aan de debiteurenklassen of -groepen in de samenvoeging toegekende LGD's. Hetzelfde geldt voor rij 020 van de CR EQU IRB-template. Voor het berekenen van het naar blootstelling gewogen gemiddelde LGD moet de blootstellingswaarde worden gebruikt waarvoor met niet-volgestorte kredietprotectie rekening wordt gehouden (kolom 060). De instellingen nemen tevens de bepalingen van artikel 165, lid 2, van de VKV in aanmerking.

080

RISICOGEWOGEN POSTENDe instellingen rapporteren in kolom 080 de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen, berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 155 van de VKV.Indien instellingen die de PD/LGD-benadering hanteren niet over voldoende informatie beschikken om de in artikel 178 van de VKV vervatte definitie van wanbetaling toe te passen, worden de risicogewichten bij het berekenen van de risicogewogen posten vermenigvuldigd met een factor 1,5 (artikel 155, lid 3, van de VKV).Wat betreft de inputparameter M (looptijd) voor de risicogewichtfunctie, wordt aan blootstellingen in aandelen een looptijd van vijf jaar toegekend (artikel 165, lid 3, van de VKV).

090

PRO-MEMORIEPOST: VERWACHTE VERLIESPOSTDe instellingen rapporteren in kolom 090 de verwachte verliespost voor blootstellingen in aandelen, berekend overeenkomstig artikel 158, leden 4, 7, 8 en 9, van de VKV.

90. Overeenkomstig artikel 155 van de VKV kunnen de instellingen verschillende benaderingen (eenvoudige risicogewichtbenadering, PD/LGD-benadering of internemodellenbenadering) voor verschillende portefeuilles toepassen wanneer zij deze verschillende benaderingen ook intern toepassen. De instellingen vermelden in de CR EQU IRB 1-template tevens risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico).



Rijen

CR EQU IRB 1-rij 020,

PD/LGD-BENADERING: TOTAALInstellingen die de PD/LGD-benadering toepassen (artikel 155, lid 3, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 020 van de CR EQU IRB 1-template.

CR EQU IRB 1-rij 050-090

EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERING: TOTAAL UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT IN HET KADER VAN DE EENVOUDIGE RISICOGEWICHTBENADERINGInstellingen die de eenvoudige risicogewichtbenadering toepassen (artikel 155, lid 2, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie naargelang van de kenmerken van de onderliggende blootstellingen in de rijen 050 tot en met 090.

CR EQU IRB 1- rij 100

INTERNEMODELLENBENADERINGInstellingen die de internemodellenbenadering toepassen (artikel 155, lid 4, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 100.

CR EQU IRB 1-rij 110

BLOOTSTELLINGEN IN AANDELEN WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPASTInstellingen die de interneratingbenadering toepassen rapporteren de risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen die een vaste risicogewichtbehandeling krijgen (maar niet expliciet worden behandeld volgens de eenvoudige risicogewichtbenadering of het (tijdelijk of permanent) gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering van kredietrisico). Zo worden — de overeenkomstig artikel 48, lid 4, van de VKV behandelde risicogewogen posten voor blootstellingen in aandelen van entiteiten uit de financiële sector, en — blootstellingen in aandelen die overeenkomstig artikel 471, lid 2, van de VKV een risicogewicht van 370 % krijgen in rij 110 gerapporteerd.

CR EQU IRB 2

UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR DEBITEURENKLASSE IN HET KADER VAN DE PD/LGD-BENADERINGInstellingen die de PD/LGD-benadering toepassen (artikel 155, lid 3, van de VKV) rapporteren de gevraagde informatie in rij 020 van het CR EQU IRB 2-template.Indien instellingen die de PD/LGD-benadering hanteren een uniek ratingsysteem toepassen of in staat zijn volgens een interne modelschaal te rapporteren, rapporteren zij in CR EQU IRB 2 de met dit unieke ratingsysteem/deze modelschaal verband houdende ratingklassen of -groepen. In alle andere gevallen worden de gegevens van de verschillende ratingsystemen geaggregeerd en geordend, als volgt: de debiteurenklassen of -groepen van verschillende ratingsystemen worden samengevoegd en van laag naar hoog gerangschikt op basis van de aan elke debiteurenklasse of -groep toegekende PD.

3.6.   C 11.00 — AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO (CR SETT)

3.6.1.   Algemene opmerkingen

91. In deze template moet informatie worden vermeld over transacties in zowel de handelsportefeuille als de niet-handelsportefeuille die na de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkeld zijn, alsook over de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor het afwikkelingsrisico, een en ander overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV.

92. De instellingen rapporteren in de CR SETT-template informatie over het afwikkelings-/leveringsrisico in verband met schuldinstrumenten, aandelen, buitenlandse valuta en grondstoffen in hun handels- of niet-handelsportefeuille.

93. Overeenkomstig artikel 378 van de VKV vallen retrocessietransacties en transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen in verband met schuldinstrumenten, aandelen, buitenlandse valuta en grondstoffen niet onder het afwikkelings-/leveringsrisico. Derivaten en transacties met afwikkeling op lange termijn die na de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkeld zijn, zijn echter wel aan eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico onderworpen, zoals bepaald in artikel 378 van de VKV.

94. In geval van na de overeengekomen leveringsdatum nog niet afgewikkelde transacties berekenen de instellingen het prijsverschil waarvoor zij aan risico zijn blootgesteld. Dit is het verschil tussen de overeengekomen afwikkelingsprijs voor het schuldinstrument, het aandeel, de buitenlandse valuta of de grondstof in kwestie, en de actuele marktwaarde daarvan, indien dit verschil voor de instelling een verlies zou kunnen opleveren.

95. De instellingen vermenigvuldigen dit verschil met de passende factor in tabel 1 van artikel 378 van de VKV om de bijbehorende eigenvermogensvereisten te bepalen.

96. De eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico worden overeenkomstig artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV met 12,5 vermenigvuldigd om de risicoposten te berekenen.

97. Er zij op gewezen dat eigenvermogensvereisten voor niet-afgewikkelde transacties overeenkomstig artikel 379 van de VKV niet onder de CR SETT-template vallen; zij worden in de templates voor kredietrisico (CR SA, CR IRB) gerapporteerd.

3.6.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES TEGEN AFWIKKELINGSPRIJSOvereenkomstig artikel 378 van de VKV rapporteren de instellingen in deze kolom 010 na de overeengekomen leveringsdatum nog niet afgewikkelde transacties tegen de overeengekomen afwikkelingsprijs.Alle niet-afgewikkelde transacties moeten in kolom 010 worden vermeld, ongeacht of ze na de overeengekomen afwikkelingsdatum winst of verlies inhouden.

020

BLOOTSTELLING IN VERBAND MET PRIJSVERSCHIL ALS GEVOLG VAN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIESOvereenkomstig artikel 378 van de VKV rapporteren de instellingen in kolom 020 het prijsverschil tussen de overeengekomen afwikkelingsprijs voor het schuldinstrument, het aandeel, de buitenlandse valuta of de grondstof in kwestie, en de actuele marktwaarde daarvan, indien dit verschil voor de instelling een verlies zou kunnen opleveren.Uitsluitend niet-afgewikkelde transacties die na de overeengekomen afwikkelingsdatum verlies inhouden worden in kolom 020 gerapporteerd.

030

EIGENVERMOGENSVEREISTENDe instellingen rapporteren in kolom 030 de overeenkomstig artikel 378 van de VKV berekende eigenvermogensvereisten.

040

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR AFWIKKELINGSRISICOOvereenkomstig artikel 92, lid 4, onder b), van de VKV vermenigvuldigen de instellingen hun in kolom 030 gerapporteerde eigenvermogensvereisten met 12,5 om de risicoposten voor afwikkelingsrisico te verkrijgen.



Rijen

010

Totaal van niet-afgewikkelde transacties in de niet-handelsportefeuilleDe instellingen rapporteren in rij 010 de samengevoegde informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de niet-handelsportefeuille (overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV).De instellingen rapporteren in 010/010 de som van op de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkelde transacties tegen de desbetreffende overeengekomen afwikkelingsprijzen.De instellingen rapporten in 010/020 de samengevoegde informatie omtrent blootstelling in verband met prijsverschillen als gevolg van niet-afgewikkelde transacties die verlies inhouden.De instellingen rapporteren in 010/030 de geaggregeerde eigenvermogensvereisten voortvloeiend uit optelling van de eigenvermogensvereisten voor niet-afgewerkte transacties door het in kolom 020 gerapporteerde „prijsverschil” te vermenigvuldigen met de juiste factor naargelang van het aantal werkdagen na de overeengekomen afwikkelingsdatum (overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën).

020 t/m 060

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %) Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %) Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %) Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %) Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)De instellingen rapporteren in de rijen 020 tot en met 060 informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de niet-handelsportefeuille overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën.Er zijn geen eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico van transacties waarvan de afwikkeling na de overeengekomen afwikkelingsdatum maar minder dan vijf werkdagen na die datum plaatsvindt.

070

Totaal van niet-afgewikkelde transacties in de handelsportefeuilleDe instellingen rapporteren in rij 070 samengevoegde informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de handelsportefeuille (overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), ii), en artikel 378 van de VKV).De instellingen rapporteren in 070/010 de som van op de overeengekomen leveringsdata nog niet afgewikkelde transacties tegen de desbetreffende overeengekomen afwikkelingsprijzen.De instellingen rapporten in 070/020 de samengevoegde informatie omtrent blootstelling in verband met prijsverschillen als gevolg van niet-afgewikkelde transacties die verlies inhouden.De instellingen rapporteren in 070/030 de geaggregeerde eigenvermogensvereisten voortvloeiend uit optelling van de eigenvermogensvereisten voor niet-afgewerkte transacties door het in kolom 020 gerapporteerde „prijsverschil” te vermenigvuldigen met de juiste factor naargelang van het aantal werkdagen na de overeengekomen afwikkelingsdatum (overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën).

080 t/m 120

Transacties met maximaal vier dagen vertraagde afwikkeling (factor 0 %) Transacties met tussen 5 en 15 dagen vertraagde afwikkeling (factor 8 %) Transacties met tussen 16 en 30 dagen vertraagde afwikkeling (factor 50 %) Transacties met tussen 31 en 45 dagen vertraagde afwikkeling (factor 75 %) Transacties met meer dan 46 dagen vertraagde afwikkeling (factor 100 %)De instellingen rapporteren in de rijen 080 tot en met 120 informatie omtrent het afwikkelings-/leveringsrisico voor posities in de handelsportefeuille overeenkomstig de in tabel 1 in artikel 378 van de VKV genoemde categorieën.Er zijn geen eigenvermogensvereisten voor het afwikkelings-/leveringsrisico van transacties waarvan de afwikkeling na de overeengekomen afwikkelingsdatum maar minder dan vijf werkdagen na die datum plaatsvindt.

3.7.   C 12.00 — KREDIETRISICO: SECURITISATIE — STANDAARDBENADERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC SA)

3.7.1.   Algemene opmerkingen

98. In deze template moet informatie worden verstrekt over alle volgens de standaardbenadering behandelde securitisaties waarvoor een significante risico-overdracht is opgenomen en waarbij de rapporterende instelling betrokken is. Er zijn dan ook specifieke rapportageposten voor initiators, voor sponsors en voor beleggers. De CR SEC IRB-template bestrijkt hetzelfde terrein als de CR SEC SA-template:

99. Het CR SEC SA-template is bedoeld voor het bundelen van informatie over zowel traditionele als synthetische securitisaties in de bankportefeuille als omschreven in artikel 242, punten 10 en 11, van de VKV.

3.7.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGENInitiërende instellingen moeten het op de verslagdatum uitstaande bedrag van alle in de securitisatietransactie geïnitieerde actuele gesecuritiseerde blootstellingen rapporteren, ongeacht de houder van de posities. Dit betekent dat rapportage moet plaatsvinden van zowel gesecuritiseerde blootstellingen in de balanstelling (zoals obligaties en achtergestelde leningen) als blootstellingen buiten de balanstelling en derivaten (zoals achtergestelde kredietlijnen, liquiditeitsfaciliteiten, renteswaps, kredietverzuimswaps, enz.) die bij de securitisatie geïnitieerd zijn.De initiator houdt bij de rapportage voor de CR SEC SA- of CR SEC IRB-template geen rekening met traditionele securitisaties waarbij hij geen positie aanhoudt. Vervroegdeaflossingsbepalingen bij een securitisatie van revolverende blootstellingen als omschreven in artikel 242, punt 12, van de VKV worden in dit verband tot door de initiator aangehouden securitisatieposities gerekend.

020-040

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGENOvereenkomstig de bepalingen van de artikelen 249 en 250 van de VKV wordt ten aanzien van de kredietprotectie voor gesecuritiseerde blootstellingen aangenomen dat er geen sprake is van looptijdmismatch.

020

(–) VOLGESTORTE KREDIETPROCTIE (CVA)De uitgebreide procedure voor het berekenen van de voor volatiliteit gecorrigeerde waarde van de zekerheid (CVA) die in deze kolom moet worden gerapporteerd is vastgelegd in artikel 223, lid 2, van de VKV.

030

(–) TOTALE UITSTROMEN: VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)Overeenkomstig de algemene regel voor „instromen” en „uitstromen” worden de in deze kolom gerapporteerde bedragen als „instromen” opgenomen in de betreffende template voor kredietrisico (CR SA of CR IRB) en de voor de protectiegever (de derde waaraan de tranche door middel van niet-volgestorte kredietprotectie wordt overgedragen) relevante blootstellingscategorie.De procedure voor het berekenen van het voor valutarisico gecorrigeerde nominale bedrag van de kredietprotectie (G*) is vastgelegd in artikel 233, lid 3, van de VKV.

040

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIEAlle behouden of teruggekochte tranches, zoals aangehouden eersteverliesposities, worden met hun nominale waarde gerapporteerd.Met het effect van reglementaire reductiefactoren op de kredietprotectie wordt bij het berekenen van het behouden of teruggekochte bedrag van die protectie geen rekening gehouden.

050

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe door de rapporterende instelling aangehouden securitisatieposities, berekend overeenkomstig artikel 246, lid 1, onder a), c) en e), en lid 2 van de VKV, zonder toepassing van kredietomrekeningsfactoren en eventuele kredietrisicoaanpassingen en voorzieningen. Verrekening is alleen relevant in geval van meerdere aan dezelfde SSPE verstrekte derivatencontracten die onder een toelaatbare verrekeningsovereenkomst vallen.De in deze kolom te rapporteren waardeaanpassingen en voorzieningen betreffen uitsluitend securitisatieposities. Waardeaanpassingen voor gesecuritiseerde posities blijven buiten beschouwing.In geval van vervroegdeaflossingsbepalingen moeten instellingen het bedrag van het „belang van de initiator” specificeren zoals bepaald in artikel 256, lid 2, van de VKV.Bij synthetische securitisaties zijn de posities die door de initiator in de vorm van posten in de balanstelling en/of in het belang van de beleggers (vervroegde aflossing) worden aangehouden het resultaat van samenvoeging van de kolommen 010 tot en met 040.

060

(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGENWaardeaanpassingen en voorzieningen (artikel 159 van de VKV) voor kredietverliezen die zijn gerealiseerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen. Waardeaanpassingen omvatten alle in het resultaat opgenomen bedragen voor kredietverliezen inzake financiële activa vanaf de eerste opneming daarvan in de balans (met inbegrip van verliezen als gevolg van het kredietrisico van tegen reële waarde gemeten financiële activa die niet op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht) plus het disagio op blootstellingen die in staat van wanbetaling zijn gekocht, overeenkomstig artikel 166, lid 1, van de VKV. Voorzieningen omvatten geaccumuleerde bedragen voor kredietverliezen in posten buiten de balanstelling.

070

BLOOTSTELLING NA VERREKENING VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGENSecuritisatieposities overeenkomstig artikel 246, leden 1 en 2, van de VKV zonder toepassing van omrekeningsfactoren.Deze informatie houdt verband met kolom 040 van de CR SA Total-template.

080-110

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLINGArtikel 4, lid 1, punt 57, en deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV.In dit kolommenblok wordt informatie verzameld over kredietrisicolimiteringstechnieken die het kredietrisico van een of meer blootstellingen via substitutie van blootstellingen beperken (zoals hieronder aangegeven voor instromen en uitstromen).Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

080

(–) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (GA)Niet-volgestorte kredietprotectie is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, en geregeld in artikel 235 van de VKV.Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

090

(–) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIEVolgestorte kredietprotectie is omschreven in artikel 4, lid 1, punt 58, en geregeld in de artikelen 195, 197 en 200 van de VKV.Credit linked notes en verrekening van balansposten overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 236 van de VKV worden als zekerheden in de vorm van contanten behandeld.Zie de instructies voor CR SA (rapportage van kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect).

100-110

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN:Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, risicogewichten of debiteurenklassen worden gerapporteerd.

100

(–) TOTALE UITSTROMENArtikel 222, lid 3, en artikel 235, leden 1 en 2, van de VKV.De uitstromen komen overeen met het gedekte deel van „Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningen”, dat in mindering wordt gebracht op de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.Dit bedrag wordt beschouwd als een „instroom” in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.Deze informatie houdt verband met kolom 090 [(–) Totale uitstromen] van de CR SA Total-template.

110

TOTALE INSTROMENIn deze kolom worden, in geval van toepassing van de eenvoudige benadering van financiële zekerheden, securitisatieposities die schuldtitels en toelaatbare financiële zekerheden overeenkomstig artikel 197, lid 1, van de VKV zijn, als instromen gerapporteerd.Deze informatie houdt verband met kolom 100 (Totale instromen) van de CR SA Total-template.

120

NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERING STECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe blootstelling zoals die in het betreffende risicogewicht en de betreffende blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van „Kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling”.Deze informatie houdt verband met kolom 110 van de CR SA Total-template.

130

(–) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (CVAM)Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).Deze informatie houdt verband met de kolommen 120 en 130 van de CR SA Total-template.

140

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV, dus zonder toepassing van de in artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV vastgelegde omrekeningspercentages.Deze informatie houdt verband met kolom 150 van de CR SA Total-template.

150-180

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTORArtikel 246, lid 1, onder c), van de VKV bepaalt dat de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling gelijk is aan haar nominale waarde, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor. Het omrekeningspercentage is 100 %, tenzij in de VKV anders is aangegeven.Zie de kolommen 160 tot en met 190 van de CR SA Total-template.Volledig aangepaste blootstellingswaarden (E*) worden voor verslaggevingsdoeleinden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vier, elkaar uitsluitende categorieën omrekeningsfactoren: 0 %, [0 %, 20 %], [20 %, 50 %] en [50 %, 100 %].

190

BLOOTSTELLINGSWAARDESecuritisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV.Deze informatie houdt verband met kolom 200 van de CR SA Total-template.

200

(–) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGENArtikel 258 van de VKV voorziet in de mogelijkheid dat de instellingen ten aanzien van een securitisatiepositie waaraan een risicogewicht van 1 250 % toegekend is, in plaats van de positie in hun berekening van risicogewogen posten te betrekken, als alternatief de blootstellingswaarde van de positie in mindering brengen op het eigen vermogen.

210

BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPASTDe blootstellingswaarde verminderd met de van het eigen vermogen afgetrokken blootstellingswaarde.

220-320

UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN DE BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

220-260

MET RATINGArtikel 242, punt 8, van de VKV geeft een omschrijving van „positie met rating”.Blootstellingswaarden waarvoor risicogewichten gelden, worden uitgesplitst overeenkomstig de kredietkwaliteitscategorieën waarin tabel 1 in artikel 251 van de VKV voor de standaardbenadering voorziet.

270

1 250 % (ZONDER RATING)Artikel 242, punt 7, van de VKV geeft een omschrijving van „positie zonder rating”.

280

DOORKIJKBENADERINGDe artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV.De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).

290

DOORKIJKBENADERING — WAARVAN: TWEEDE VERLIES IN HET KADER VAN EEN ABCP-PROGRAMMADe blootstellingswaarde bij toepassing van de behandeling van securitisatieposities in een tweedeverliestranche of hoger in het kader van een ABCP-programma is vastgelegd in artikel 254 van de VKV.Artikel 242, punt 9, van de VKV geeft een omschrijving van „asset backed commercialpaperprogramma (ABCP-programma)”.

300

DOORKIJKBENADERING — WAARVAN: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)Hier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

310

INTERNEBEOORDELINGSBENADERINGArtikel 109, lid 1, en artikel 259, lid 3, van de VKV. De blootstellingswaarde van securitisatieposities in het kader van de internebeoordelingsbenadering.

320

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHT (%)Hier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

330

RISICOGEWOGEN POSTENHet totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór aanpassingen in verband met looptijdmismatches of overtredingen van de duediligencebepalingen en exclusief eventuele risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar een ander template zijn overgeheveld.

340

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIESBij het in deze kolom voor synthetische securitisaties te rapporteren bedrag blijven eventuele looptijdmismatches buiten beschouwing.

350

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGENArtikel 14, lid 2, artikel 406, lid 2, en artikel 407 van de VKV vereisen dat wanneer een instelling niet aan bepaalde vereisten in de artikelen 405, 406 of 409 van de VKV voldoet, de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de bevoegde autoriteiten een evenredig additioneel risicogewicht opleggen van niet minder dan 250 % van het risicogewicht (met een maximum van 1 250 %) dat van toepassing is op de betrokken securitisatieposities overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV. Een dergelijk additioneel risicogewicht kan niet alleen aan als belegger optredende instellingen, maar ook aan initiators, sponsors en oorspronkelijke kredietverstrekkers worden opgelegd.

360

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHESVoor looptijdmismatches bij synthetische securitisaties wordt RW*-RW(SP) als omschreven in artikel 250 van de VKV vermeld, behalve in geval van tranches waarop een risicogewicht van 1 250 % van toepassing is indien het te rapporteren bedrag gelijk is aan nul. N.B.: RW(SP) betreft niet alleen de onder kolom 330 gerapporteerde risicogewogen posten, maar ook de risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar andere templates zijn overgeheveld.

370-380

TOTAAL VAN RISICOGEWOGEN POSTEN: VÓÓR BEGRENZING/NA BEGRENZINGHet totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór (kolom 370)/na (kolom 380) toepassing van de begrenzingen als gespecificeerd in artikel 252 — securitisatie van op het actuele tijdstip achterstallige posten of posten waaraan een bijzonder hoog risico is verbonden — of artikel 256, lid 4 — additionele eigenvermogensvereisten voor securitisaties van revolverende blootstellingen met vervroegdeaflossingsbepalingen — van de VKV.

390

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËNDe risicogewogen posten die voortvloeien uit naar de verschaffer van risicolimitering overgehevelde blootstellingen en derhalve in het desbetreffende template worden berekend en die bij de berekening van de begrenzing voor securitisatieposities in aanmerking worden genomen.

100. De CR SEC SA-template is verdeeld in drie grote rijenblokken voor informatie over door initiators, beleggers en sponsors geïnitieerde/gefinancierde/behouden of gekochte blootstellingen. De informatie wordt voor elk van hen onderverdeeld in posten in de balanstelling/posten buiten de balanstelling en derivaten, en in securitisaties/hersecuritisaties.

101. Ook de totale blootstellingen (op de verslagdatum) worden uitgesplitst, naar de bij aanvang toegepaste kredietkwaliteitscategorie (laatste rijenblok). Zowel initiators en sponsors als beleggers moeten deze informatie verstrekken.



Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGENDe totale blootstellingen betreffen het totaalbedrag van uitstaande securitisaties. Deze rij geeft een overzicht van alle informatie die in de volgende rijen door initiators, sponsors en beleggers wordt gerapporteerd.

020

WAARVAN: HERSECURITISATIESHet totaalbedrag van uitstaande hersecuritisaties overeenkomstig de definities in artikel 4, lid 1, punten 63 en 64, van de VKV.

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling, posten buiten de balanstelling en derivaten alsook vervroegde aflossingen van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als initiator zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

040-060

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGArtikel 246, lid 1, onder a), van de VKV bepaalt dat voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de standaardbenadering, de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie op de balans de na het aanbrengen van bepaalde kredietrisicoaanpassingen resterende boekwaarde is.Posten binnen de balanstelling worden onderverdeeld in securitisaties (rij 050) en hersecuritisaties (rij 060).

070-090

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENDeze rijen zijn bedoeld voor informatie over securitisatieposities buiten de balanstelling en securitisatieposities van derivaten waarop in het securitisatiekader een omrekeningsfactor wordt toegepast. De blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling is haar nominale waarde, verminderd met een eventuele specifieke kredietrisicoaanpassing van die securitisatiepositie, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 100 %, tenzij anders is aangegeven.Securitisatieposities buiten de balanstelling als gevolg van een afgeleid instrument dat is opgenomen in bijlage II van de VKV wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV. De blootstellingswaarde voor het tegenpartijkredietrisico van een in bijlage II bij de VKV vermeld derivaat wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV.Voor liquiditeitsfaciliteiten, kredietfaciliteiten en voorschotten aan de beheerder vermelden de instellingen het niet-opgenomen bedrag.Voor rente- en valutaswaps vermelden zij de blootstellingswaarde (overeenkomstig artikel 246, lid 1, van de VKV) als aangegeven in het CR SA Total-template.Posten buiten de balanstelling en derivaten worden onderverdeeld in securitisaties (rij 080) en hersecuritisaties (rij 090) overeenkomstig tabel 1 in artikel 251 van de VKV.

100

VERVROEGDE AFLOSSINGDeze rij is alleen van toepassing op instellingen die optreden als initiator van revolverende securitisaties met vervroegdeaflossingsbepalingen, zoals omschreven in artikel 242, punten 13 en 14, van de VKV.

110

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als belegger.De VKV bevat geen expliciete definitie van „belegger”. Derhalve wordt in dit verband onder belegger verstaan een instelling die een securitisatiepositie aanhoudt in een securitisatietransactie waarvoor zij noch als initiator noch als sponsor optreedt.

120-140

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGHier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

150-170

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENHier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

180

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als sponsor zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14, van de VKV. Indien een sponsor tevens zijn eigen activa securitiseert, vermeldt hij in de rijen voor de initiator de informatie omtrent die gesecuritiseerde eigen activa.

190-210

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGHier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

220-240

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENHier gelden voor de classificatie van securitisaties en hersecuritisaties dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

250-290

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE BIJ AANVANGDeze rijen zijn bedoeld voor informatie over (op de verslagdatum) uitstaande posities, uitgesplitst naar de bij aanvang (op de initiatiedatum) toegepaste kredietkwaliteitscategorie (voor de standaardbenadering voorzien in tabel 1 in artikel 251 van de VKV). Is deze informatie niet beschikbaar, dan moeten de vroegste daaraan gelijkwaardige gegevens die voorhanden zijn worden gerapporteerd.In deze rijen worden alleen gegevens voor de kolommen 190 tot en met 270 en de kolommen 330 tot en met 340 gerapporteerd.

3.8.   C 13.00 — KREDIETRISICO — SECURITISATIES: INTERNERATINGBENADERING VOOR EIGENVERMOGENSVEREISTEN (CR SEC IRB)

3.8.1.   Algemene opmerkingen

102. In deze template moet informatie worden verstrekt over alle volgens de interneratingbenadering behandelde securitisaties waarbij de rapporterende instelling betrokken is.

103. Welke informatie moet worden gerapporteerd hangt af van de rol van de instelling ten aanzien van de securitisatie. Er zijn dan ook specifieke rapportageposten voor initiators, voor sponsors en voor beleggers. Er zijn dan ook specifieke rapportageposten voor initiators, voor sponsors en voor beleggers.

104. De CR SEC IRB-template bestrijkt hetzelfde terrein als de CR SEC SA-template: hij is bedoeld voor het bundelen van informatie over zowel traditionele als synthetische securitisaties in de bankportefeuille.

3.8.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

TOTAALBEDRAG VAN GEÏNITIEERDE GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGENVoor de rij „totale posten binnen de balanstelling” is het onder deze kolom te rapporteren bedrag het op de verslagdatum uitstaande bedrag van gesecuritiseerde blootstellingen.Zie kolom 010 van CR SEC SA.

020-040

SYNTHETISCHE SECURITISATIES: KREDIETPROTECTIE VOOR GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGENDe artikelen 249 en 250 van de VKV.Er wordt geen rekening gehouden met looptijdmismatches bij de waardeaanpassing in verband met kredietrisicolimiteringstechnieken die met de securitisatiestructuur samenhangen.

020

(–) VOLGESTORTE KREDIETPROCTIE (CVA)De uitgebreide procedure voor het berekenen van de voor volatiliteit gecorrigeerde waarde van de zekerheid (CVA) die in deze kolom moet worden gerapporteerd is vastgelegd in artikel 223, lid 2, van de VKV.

030

(–) TOTALE UITSTROMEN: VOOR NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE GECORRIGEERDE WAARDEN (G*)Overeenkomstig de algemene regel voor „instromen” en „uitstromen” worden de in kolom 030 van de CR SEC IRB-template gerapporteerde bedragen als „instromen” opgenomen in de betreffende template voor kredietrisico (CR SA of CR IRB) en de voor de protectiegever (d.w.z. de derde waaraan de tranche door middel van niet-volgestorte kredietprotectie wordt overgedragen) relevante blootstellingscategorie.De procedure voor het berekenen van het voor valutarisico gecorrigeerde nominale bedrag van de kredietprotectie (G*) is vastgelegd in artikel 233, lid 3, van de VKV.

040

BEHOUDEN OF TERUGGEKOCHT NOTIONEEL BEDRAG VAN KREDIETPROTECTIEAlle behouden of teruggekochte tranches, zoals aangehouden eersteverliesposities, worden met hun nominale waarde gerapporteerd.Met het effect van reglementaire reductiefactoren op de kredietprotectie wordt bij het berekenen van het behouden of teruggekochte bedrag van die protectie geen rekening gehouden.

050

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe door de rapporterende instelling aangehouden securitisatieposities, berekend overeenkomstig artikel 246, leden 1 en 2, van de VKV, zonder toepassing van kredietomrekeningsfactoren en vóór aftrek van waardeaanpassingen en voorzieningen. Verrekening is alleen relevant in geval van meerdere aan dezelfde SSPE verstrekte derivatencontracten die onder een toelaatbare verrekeningsovereenkomst vallen.De in deze kolom te rapporteren waardeaanpassingen en voorzieningen betreffen uitsluitend securitisatieposities. Waardeaanpassingen voor gesecuritiseerde posities blijven buiten beschouwing.In geval van vervroegdeaflossingsbepalingen moeten instellingen het bedrag van het „belang van de initiator” specificeren zoals bepaald in artikel 256, lid 2, van de VKV.Bij synthetische securitisaties zijn de posities die door de initiator in de vorm van posten in de balanstelling en/of in het belang van de beleggers (vervroegde aflossing) worden aangehouden het resultaat van samenvoeging van de kolommen 010 tot en met 040.

060-090

KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLINGZie artikel 4, lid 1, punt 57, en deel 3, titel II, hoofdstuk 4, van de VKV.In dit kolommenblok wordt informatie verzameld over kredietrisicolimiteringstechnieken die het kredietrisico van een of meer blootstellingen via substitutie van blootstellingen beperken (zoals hieronder aangegeven voor instromen en uitstromen).

060

(–) NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (GA)Niet-volgestorte kredietprotectie wordt omschreven in artikel 4, lid 1, punt 59, van de VKV.Artikel 236 van de VKV beschrijft de procedure voor berekening van GA in geval van volledige protectie/gedeeltelijke protectie — gelijke rangordepositie.Deze informatie houdt verband met de kolommen 040 en 050 van de CR IRB-template.

070

(–) VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIEVolgestorte kredietprotectie wordt omschreven in artikel 4, lid 1, punt 58, van de VKV.Aangezien de eenvoudige benadering van financiële zekerheden niet van toepassing is, wordt in deze kolom alleen volgestorte kredietprotectie overeenkomstig artikel 200 van de VKV gerapporteerd.Deze informatie houdt verband met kolom 060 van de CR IRB-template.

080-090

SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VIA KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN:Ook instromen en uitstromen binnen dezelfde blootstellingscategorieën en, voor zover relevant, risicogewichten of debiteurenklassen worden gerapporteerd.

080

(–) TOTALE UITSTROMENArtikel 236 van de VKVDe uitstromen komen overeen met het gedekte deel van „Blootstelling na verrekening van waardeaanpassingen en voorzieningen”, dat in mindering wordt gebracht op de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de debiteur en vervolgens wordt ondergebracht in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.Dit bedrag wordt beschouwd als een „instroom” in de blootstellingscategorie en, voor zover relevant, het risicogewicht of de debiteurenklasse van de protectiegever.Deze informatie houdt verband met kolom 070 van de CR IRB-template.

090

TOTALE INSTROMENDeze informatie houdt verband met kolom 080 van de CR IRB-template.

100

BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN EN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDe blootstelling zoals die in het betreffende risicogewicht en de betreffende blootstellingscategorie is ondergebracht na inaanmerkingneming van uitstromen en instromen als gevolg van „Kredietrisicolimiteringstechnieken met substitutie-effect op de blootstelling”.Deze informatie houdt verband met kolom 090 van de CR IRB-template.

110

(–) KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE, AANGEPASTE WAARDE IN HET KADER VAN DE UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN (CVAM)De artikelen 218 tot en met 222 van de VKV Deze post omvat ook credit linked notes (artikel 218 van de VKV).

120

VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*)Securitisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV, dus zonder toepassing van de omrekeningsfactoren die in artikel 246, lid 1, onder c), van de VKV zijn vastgelegd.

130-160

UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTORArtikel 246, lid 1, onder c), van de VKV bepaalt dat de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balanstelling gelijk is aan haar nominale waarde, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor. Het omrekeningspercentage is 100 %, tenzij anders is aangegeven;Artikel 4, lid 1, punt 56, van de VKV geeft een omschrijving van „omrekeningsfactor”.Volledig aangepaste blootstellingswaarden (E*) worden voor verslaggevingsdoeleinden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vier, elkaar uitsluitende categorieën omrekeningsfactoren: 0 %, [0 %, 20 %], [20 %, 50 %] en [50 %, 100 %].

170

BLOOTSTELLINGSWAARDESecuritisatieposities overeenkomstig artikel 246 van de VKV.Deze informatie houdt verband met kolom 110 van de CR IRB-template.

180

(–) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGENArtikel 266, lid 3, van de VKV voorziet in de mogelijkheid dat de instellingen ten aanzien van een securitisatiepositie waaraan een risicogewicht van 1 250 % toegekend is, in plaats van de positie in hun berekening van risicogewogen posten te betrekken, als alternatief de blootstellingswaarde van de positie in mindering brengen op het eigen vermogen.

190

BLOOTSTELLINGSWAARDE WAAROP RISICOGEWICHTEN WORDEN TOEGEPAST

200-320

OP RATINGS GEBASEERDE METHODE (KREDIETKWALITEITSCATEGORIEËN)Artikel 261 van de VKVÍRB-securitisatieposities met een afgeleide rating overeenkomstig artikel 259, lid 2, van de VKV worden als posities met een rating gerapporteerd.Blootstellingswaarden waarvoor risicogewichten gelden, worden uitgesplitst overeenkomstig de kredietkwaliteitscategorieën waarin tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV voor de interneratingbenadering voorziet.

330

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULEZie voor de benadering met toezichthoudersformule artikel 262 van de VKV.Het risicogewicht voor een securitisatiepositie is 7 % of het overeenkomstig de gegeven formules toe te passen risicogewicht, indien dat laatste hoger is.

340

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULE: GEMIDDELD RISICOGEWICHTKredietrisicolimitering voor securitisatieposities kan in aanmerking worden genomen overeenkomstig artikel 264 van de VKV. In dat geval geeft de instelling het „effectieve risicogewicht” van de positie aan wanneer volledige protectie is ontvangen, zoals bepaald in artikel 262, lid 2, van de VKV (het effectieve risicogewicht is gelijk aan de risicogewogen post voor de positie gedeeld door de blootstellingswaarde van de positie, vermenigvuldigd met 100).Wanneer voor de positie gedeeltelijke protectie is ontvangen, moet de instelling de benadering met toezichthoudersformule toepassen met aanpassing van T, zoals bepaald in artikel 264, lid 3, van de VKV.In deze kolom worden gewogen gemiddelde risicogewichten gerapporteerd.

350

DOORKIJKBENADERINGDe kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (hoogste risicogewicht van de pool).Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV voorzien in een uitzonderingsbehandeling indien Kirb niet kan worden berekend.Het niet-opgenomen bedrag van de liquiditeitsfaciliteiten wordt onder „Posten buiten de balanstelling en derivaten” gerapporteerd.Zolang op een initiator de uitzonderingsbehandeling wordt toegepast (omdat Kirb niet kan worden berekend), is kolom 350 de juiste kolom voor rapportage over de risicowegingsbehandeling van de blootstellingswaarde van een liquiditeitsfaciliteit waarop de in artikel 263 van de VKV vastgestelde behandeling wordt toegepast.Zie voor vervroegde aflossingen artikel 256, lid 5, en artikel 265 van de VKV.

360

DOORKIJKBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHTHier wordt het voor blootstellingswaarde gewogen gemiddelde risicogewicht vermeld.

370

INTERNEBEOORDELINGSBENADERINGArtikel 259, leden 3 en 4, van de VKV voorziet in de „Internebeoordelingsbenadering” voor posities in ABCP-programma's.

380

INTERNEBEOORDELINGSBENADERING: GEMIDDELD RISICOGEWICHTIn deze kolom worden gewogen gemiddelde risicogewichten gerapporteerd.

390

(–) VERMINDERING WAARDE RISICOGEWOGEN POSTEN ALS GEVOLG VAN WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGENInstellingen die de interneratingbenadering toepassen volgen artikel 266, leden 1 (alleen van toepassing voor initiators, wanneer de blootstellingswaarde niet op het eigen vermogen in mindering wordt gebracht) en 2, van de VKV.Waardeaanpassingen en voorzieningen (artikel 159 van de VKV) voor kredietverliezen die zijn gerealiseerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen. Waardeaanpassingen omvatten alle in het resultaat opgenomen bedragen voor kredietverliezen inzake financiële activa vanaf de eerste opneming daarvan in de balans (met inbegrip van verliezen als gevolg van het kredietrisico van tegen reële waarde gemeten financiële activa die niet op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht) plus het disagio op blootstellingen die in staat van wanbetaling zijn gekocht, overeenkomstig artikel 166, lid 1, van de VKV. Voorzieningen omvatten geaccumuleerde bedragen voor kredietverliezen in posten buiten de balanstelling.

400

RISICOGEWOGEN POSTENHet totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór aanpassingen in verband met looptijdmismatches of overtredingen van de duediligencebepalingen en exclusief eventuele risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar een ander template zijn overgeheveld.

410

WAARVAN: SYNTHETISCHE SECURITISATIESIn geval van synthetische securitisaties met looptijdmismatches blijven voor het in deze kolom te rapporteren bedrag alle looptijdmismatches buiten beschouwing.

420

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGENArtikel 14, lid 2, artikel 406, lid 2, en artikel 407 van de VKV bepalen dat wanneer een instelling niet aan bepaalde vereisten voldoet, de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de bevoegde autoriteiten een evenredig additioneel risicogewicht opleggen van niet minder dan 250 % van het risicogewicht (met een maximum van 1 250 %) dat van toepassing is op de betrokken securitisatieposities overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV.

430

AANPASSING RISICOGEWOGEN POSTEN IN VERBAND MET LOOPTIJDMISMATCHESVoor looptijdmismatches bij synthetische securitisaties wordt RW*-RW(SP) als omschreven in artikel 250 van de VKV vermeld, behalve in geval van tranches waarop een risicogewicht van 1 250 % van toepassing is indien het te rapporteren bedrag gelijk is aan nul. N.B.: RW(SP) betreft niet alleen de onder kolom 400 gerapporteerde risicogewogen posten, maar ook de risicogewogen posten voor blootstellingen die via uitstromen naar andere templates zijn overgeheveld.In deze kolom worden negatieve waarden vermeld.

440-450

TOTAAL VAN RISICOGEWOGEN POSTEN: VÓÓR BEGRENZING/NA BEGRENZINGHet totaal van overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, afdeling 3, van de VKV berekende risicogewogen posten vóór (kolom 440)/na (kolom 450) toepassing van de begrenzingen als gespecificeerd in artikel 260 van de VKV. Ook moet met artikel 265 van de VKV (additionele eigenvermogensvereisten voor securitisaties van revolverende blootstellingen met vervroegdeaflossingsbepalingen) rekening worden gehouden.

460

PRO-MEMORIEPOST: RISICOGEWOGEN POSTEN OVEREENKOMEND MET DE UITSTROMEN VAN DE SECURITISATIE IN HET KADER VAN DE INTERNERATINGBENADERING NAAR ANDERE BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËNDe risicogewogen posten die voortvloeien uit naar de verschaffer van risicolimitering overgehevelde blootstellingen en derhalve in het desbetreffende template worden berekend en die bij de berekening van de begrenzing voor securitisatieposities in aanmerking worden genomen.

105. De CR SEC IRB-template is verdeeld in drie grote rijenblokken voor informatie over door initiators, beleggers en sponsors geïnitieerde/gefinancierde/behouden of gekochte blootstellingen. De informatie wordt voor elk van hen onderverdeeld in posten binnen de balanstelling/posten buiten de balanstelling en derivaten, en in risicogewichtgroepen van securitisaties respectievelijk hersecuritisaties.

106. Ook de totale blootstellingen (op de verslagdatum) worden uitgesplitst, naar de bij aanvang toegepaste kredietkwaliteitscategorie (laatste rijenblok). Zowel initiators en sponsors als beleggers moeten deze informatie verstrekken.



Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGENDe totale blootstellingen betreffen het totaalbedrag van uitstaande securitisaties. Deze rij geeft een overzicht van alle informatie die in de volgende rijen door initiators, sponsors en beleggers wordt gerapporteerd.

020

WAARVAN: HERSECURITISATIESHet totaalbedrag van uitstaande hersecuritisaties overeenkomstig de definities in artikel 4, lid 1, punten 63 en 64, van de VKV.

030

INITIATOR: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling, posten buiten de balanstelling en derivaten alsook vervroegde aflossingen van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als initiator zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

040-090

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGArtikel 246, lid 1, onder b), van de VKV bepaalt dat voor instellingen die de risicogewogen posten berekenen overeenkomstig de interneratingbenadering, de blootstellingswaarde van een securitisatiepositie binnen de balans de boekwaarde is ongerekend aangebrachte kredietrisicoaanpassingen.Posten binnen de balanstelling worden uitgesplitst naar risicogewichtgroep van securitisaties (A-B-C), rijen 050-070, en hersecuritisaties (D-E), rijen 080-090, overeenkomstig tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV.

100-150

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENDeze rijen zijn bedoeld voor informatie over securitisatieposities buiten de balanstelling en securitisatieposities van derivaten waarop in het securitisatiekader een omrekeningsfactor wordt toegepast. De blootstellingswaarde van een securitisatiepositie buiten de balans is haar nominale waarde, verminderd met een eventuele specifieke kredietrisicoaanpassing van die securitisatiepositie, vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 100 %, tenzij anders is aangegeven.De blootstellingswaarde van securitisatieposities buiten de balanstelling die voortvloeien uit een in bijlage II bij de VKV vermeld afgeleid instrument wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV. Securitisatieposities buiten de balanstelling als gevolg van een afgeleid instrument dat is opgenomen in bijlage II van de VKV wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV. De blootstellingswaarde voor het tegenpartijkredietrisico van een in bijlage II bij de VKV vermeld derivaat wordt bepaald overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 6, van de VKV.Voor liquiditeitsfaciliteiten, kredietfaciliteiten en voorschotten aan de beheerder vermelden de instellingen het niet-opgenomen bedrag.Voor rente- en valutaswaps vermelden zij de blootstellingswaarde (overeenkomstig artikel 246, lid 1, van de VKV) als aangegeven in het CR SA Total-template.Posten buiten de balanstelling worden uitgesplitst naar risicogewichtgroep van securitisaties (A-B-C), de rijen 110-130, en hersecuritisaties (D-E), de rijen 140-150, overeenkomstig tabel 4 in artikel 261, lid 1, van de VKV.

160

VERVROEGDE AFLOSSINGDeze rij is alleen van toepassing op instellingen die optreden als initiator van revolverende securitisaties met vervroegdeaflossingsbepalingen, zoals omschreven in artikel 242, punten 13 en 14, van de VKV.

170

BELEGGER: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als belegger.De VKV bevat geen expliciete definitie van „belegger”. Derhalve wordt in dit verband onder belegger verstaan een instelling die een securitisatiepositie aanhoudt in een securitisatietransactie waarvoor zij noch als initiator noch als sponsor optreedt.

180-230

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGHier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

240-290

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENHier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

300

SPONSOR: TOTALE BLOOTSTELLINGENDeze rij geeft een overzicht van posten binnen de balanstelling en posten buiten de balanstelling en derivaten van securitisatieposities waarvoor de instelling optreedt als sponsor zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14, van de VKV. Indien een sponsor tevens zijn eigen activa securitiseert, vermeldt hij in de rijen voor de initiator de informatie omtrent die gesecuritiseerde eigen activa.

310-360

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGHier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten binnen de balanstelling worden gebruikt.

370-420

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENHier gelden voor de classificatie van securitisaties (A-B-C) en hersecuritisaties (D-E) dezelfde criteria als die welke bij initiators voor posten buiten de balanstelling en derivaten worden gebruikt.

430-540

UITSPLITSING VAN UITSTAANDE POSITIES NAAR KREDIETKWALITEITSCATEGORIE BIJ AANVANGDeze rijen zijn bedoeld voor informatie over (op de verslagdatum) uitstaande posities, uitgesplitst naar de bij aanvang (op de initiatiedatum) toegepaste kredietkwaliteitscategorie (voor de interneratingbenadering voorzien in tabel 4 in artikel 261 van de VKV). Is deze informatie niet beschikbaar, dan moeten de vroegste daaraan gelijkwaardige gegevens die voorhanden zijn worden gerapporteerd.In deze rijen worden alleen gegevens voor de kolommen 170 tot en met 320 en de kolommen 400 tot en met 410 gerapporteerd.

3.9.   C 14.00 — NADERE INFORMATIE OVER SECURITISATIES (SEC-INFORMATIE)

3.9.1.   Algemene opmerkingen

107. Deze template bevat informatie op transactiebasis (in tegenstelling tot de informatie die geaggregeerd wordt gerapporteerd in de templates CR SEC SA, CR SEC IRB, MKR SA SEC en MKR SA CTP) over alle securitisaties waarbij de rapporterende instelling betrokken is. De belangrijkste kenmerken van elke securitisatie, zoals de aard van de onderliggende pool en de eigenvermogensvereisten, worden gevraagd.

108. Deze template wordt gerapporteerd voor:

a) securitisaties waarvan de rapporterende instelling initiator/sponsor is en waarin zij ten minste één positie heeft. Dat betekent dat de instellingen, ongeacht of een aanzienlijk deel van het risico is overgedragen, informatie moeten verstrekken over alle door hen ingenomen posities (hetzij in de bankportefeuille hetzij in de handelsportefeuille). Ingenomen posities zijn posities die worden aangehouden als gevolg van artikel 405 van de VKV;

b) securitisaties die in het verslagjaar door de rapporterende instelling zijn geïnitieerd/gesponsord ( 7 ), ingeval zij geen positie inneemt;

c) Securitisaties, waarvan de uiteindelijke onderliggende waarde financiële verplichtingen zijn die oorspronkelijk door de rapporterende instelling zijn uitgegeven en (gedeeltelijk) door een securitisatievehikel zijn verworven. Deze onderliggende waarde zou gedekte obligaties of andere verplichtingen kunnen omvatten en wordt als zodanig geïdentificeerd in kolom 160.

d) posities die de rapporterende instelling inneemt in securitisaties en waarvan zij initiator noch sponsor is (d.w.z. beleggers en oorspronkelijke kredietverstrekkers).

109. Deze template wordt gerapporteerd door geconsolideerde groepen en zelfstandige instellingen ( 8 ) die zich bevinden in het land waar zij onderworpen zijn aan eigenvermogensvereisten. Als er meer dan één entiteit van dezelfde geconsolideerde groep betrokken is bij securitisaties, moet de informatie worden uitgesplitst per entiteit.

110. Overeenkomstig artikel 406, lid 1, van de VKV, waarin is bepaald dat instellingen die beleggen in securitisatieposities veel informatie moeten verzamelen over die blootstellingen om te voldoen aan de verplichtingen op het gebied van due diligence, is de reikwijdte van de rapportage van de template in beperkte mate van toepassing op beleggers. Met name rapporteren zij de kolommen 010-040; 070-110; 160; 190; 290-400; 420-470.

111. Instellingen in de rol van oorspronkelijke kredietverstrekker (die in dezelfde securitisatie niet tevens de rol van initiator of sponsor vervullen) rapporteren de template in het algemeen in dezelfde mate als beleggers.

3.9.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

005

RIJNUMMERHet rijnummer is een identificatiecode van een rij en is uniek voor elke rij in de tabel. Zij volgt de numerieke orde 1, 2, 3, enz.

010

INTERNE CODEInterne (alfanumerieke) code waarmee de instelling de securitisatie identificeert. De interne code moet gekoppeld zijn aan de identificatiecode van de securitisatie.

020

IDENTIFICATIECODE VAN DE SECURITISATIE (Code/naam)De code die wordt gebruikt voor de wettelijke registratie van de securitisatie of, indien die niet beschikbaar is, de naam waaronder de securitisatie bekend is op de markt. Als het International Securities Identification Number (ISIN) beschikbaar is (d.w.z. voor openbare transacties), worden in deze kolom de tekens gerapporteerd die in alle tranches van de securitisatie voorkomen.

030

IDENTIFICATIECODE VAN DE INITIATOR (Code/naam)Voor deze kolom moet de door de toezichthouder aan de initiator gegeven code of, indien die niet beschikbaar is, de naam van de instelling zelf worden verstrekt.In het geval van securitisaties van meerdere verkopers verstrekt de rapporterende identiteit de identificatiecode van alle entiteiten binnen haar geconsolideerde groep die (als initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker) bij de transactie betrokken zijn. Als de code niet beschikbaar is of niet bekend is bij de rapporterende entiteit, wordt de naam van de instelling gerapporteerd.

040

SOORT SECURITISATIE: (TRADITIONEEL/SYNTHETISCH)Rapporteer de volgende afkortingen: „t” voor Traditioneel; „S” voor Synthetisch. De termen „traditionele securitisatie” en „synthetische securitisatie” zijn gedefinieerd in artikel 242, punt 10 respectievelijk punt 11, van de VKV.

050

BOEKHOUDKUNDIGE BEHANDELING: GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN BINNEN OF BUITEN DE BALANSTELLING?Initiators, sponsors en oorspronkelijke kredietverstrekkers rapporteren een van de volgende afkortingen: „K” indien volledig binnen de balanstelling „P” indien deels buiten de balanstelling „R” indien geheel buiten de balanstelling „N” indien niet van toepassing. Deze kolom geeft een overzicht van de boekhoudkundige behandeling van de transactie.In het geval van synthetische securitisaties rapporteert de initiator dat gesecuritiseerde blootstellingen buiten de balanstelling worden gehouden.In het geval van de securitisaties van verplichtingen moeten initiatoren deze kolom niet rapporteren.Optie „P” (deels buiten de balanstelling) wordt gerapporteerd wanneer de gesecuritiseerde activa op de balans worden verantwoord voor zover de rapporterende entiteit erbij betrokken blijft, zoals is bepaald in IAS 39.30-35.

060

BEHANDELING VAN SOLVABILITEIT: SECURITISATIEPOSITIES ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN?Uitsluitend initiatoren rapporteren de volgende afkortingen: „N” niet onderworpen aan eigenvermogensvereisten; „B” bankportefeuille; „T” handelsportefeuille; „A” deels in beide portefeuilles. De artikelen 109, 243 en 244 van de VKVDeze kolom geeft een overzicht van de solvabiliteitsbehandeling van de securitisatieregeling van de initiator. Hij geeft weer of eigenvermogensvereisten worden berekend op grond van gesecuritiseerde blootstellingen of gesecuritiseerde posities (bankportefeuille/handelsportefeuille).Als de eigenvermogensvereisten gebaseerd zijn op gesecuritiseerde blootstellingen (omdat er geen aanzienlijk deel van het risico is overgedragen), wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor kredietrisico gerapporteerd in de CR SA-template, indien de instelling de standaardbenadering volgt, of in de CR IRB-template, indien zij de interneratingbenadering volgt.Daarentegen wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor kredietrisico gerapporteerd in de CR SEC SA-template of in de CR SEC IRB-template als de eigenvermogensvereisten gebaseerd zijn op in de bankportefeuille ingenomen gesecuritiseerde posities (omdat een aanzienlijk deel van het risico is overgedragen). In het geval van in de handelsportefeuille ingenomen securitisatieposities wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten voor het marktrisico gerapporteerd in de MKR SA TDI-template (standaard algemeen positierisico) en in de MKR SA SEC- of MKR SA CTP-template (gestandaardiseerd specifiek positierisico) of in de MKR IM-template (interne modellen).In het geval van de securitisaties van verplichtingen moeten initiatoren deze kolom niet rapporteren.

070

SECURITISATIE OF HERSECURITISATIE?Rapporteer het soort onderliggende waarde overeenkomstig de definities van „securitisatie” en „hersecuritisatie” zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 61, respectievelijk artikel 4, lid 1, punten 62, 63 en 64, van de VKV, met behulp van de volgende afkortingen: „S” voor securitisatie; „R” voor hersecuritisatie.

080-100

AANGEHOUDEN BELANGDe artikelen 404 tot en met 410 van de VKV

080

SOORT AANGEHOUDEN BELANGVoor elke geïnitieerde securitisatieregeling wordt de desbetreffende soort van het aangehouden netto economisch belang gerapporteerd, zoals beschreven in artikel 405 van de VKV: A — Vertical slice (securitisatieposities): „het aanhouden van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van elk van de tranches die aan de beleggers zijn verkocht of overgedragen”. V — Vertical slice (gesecuritiseerde posities): het aanhouden van niet minder dan 5 % van het kredietrisico van elke gesecuritiseerde blootstelling, als het aldus met betrekking tot die gesecuritiseerde blootstellingen aangehouden kredietrisico altijd dezelfde rangorde heeft als, of achtergesteld is bij het met betrekking tot diezelfde blootstellingen gesecuritiseerde kredietrisico. B — Revolverende blootstellingen: „in het geval van securitisaties van revolverende blootstellingen, het aanhouden van een initiatorbelang van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen”. C — Op de balans: „het aanhouden van willekeurig gekozen blootstellingen die niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen vertegenwoordigen, indien zulke blootstellingen anders in de securitisatie zouden zijn betrokken, mits het aantal potentieel gesecuritiseerde blootstellingen bij het initiëren niet minder dan 100 bedraagt”. D — Eerste verlies: „het aanhouden van de eersteverliestranche en indien nodig andere tranches met hetzelfde of een hoger risicoprofiel die geen vroegere vervaldag hebben dan die welke aan beleggers zijn overgedragen of verkocht, zodat de aangehouden waarde in het totaal niet minder is dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen”. E — Vrijgesteld. Deze code wordt gerapporteerd voor securitisaties die vallen onder de bepalingen van artikel 405, lid 3, van de VKV. N — Niet van toepassing. Deze code wordt gerapporteerd voor securitisaties die vallen onder de bepalingen van artikel 404 van de VKV. U — In strijd of onbekend. Deze code wordt gerapporteerd als de rapporterende entiteit niet met zekerheid weet welke soort aanhouding wordt toegepast of als het aanhouden in strijd met de regelgeving is.

090

% VAN HET AANGEHOUDEN BELANG OP DE VERSLAGDATUMHet aanhouden van een wezenlijk netto economisch belang door de initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker van de securitisatie mag niet minder dan 5 % bedragen (op de datum van initiëring).Niettegenstaande artikel 405, lid 1, van de VKV, kan meting van het bij het initiëren aangehouden belang gewoonlijk worden uitgelegd als betrekking hebbend op het moment van eerste securitisatie van de blootstellingen, niet op het moment dat zij ontstonden (bijvoorbeeld niet op het moment van eerste verstrekking van de onderliggende leningen). Meting van het bij het initiëren aangehouden belang betekent dat 5 % het aanhoudpercentage is dat vereist is op het moment van meting van dat aanhoudpercentage en nakoming van de vereiste (bijvoorbeeld, op het moment van eerste securitisatie van de blootstellingen); het is niet vereist het aangehouden percentage gedurende de gehele looptijd van de transactie voortdurend opnieuw te meten en aan te passen.Deze kolom wordt niet gerapporteerd ingeval de code E (vrijgesteld) of N (niet van toepassing) wordt gerapporteerd in kolom 080 (Soort aangehouden belang).

100

NALEVING VAN DE AANHOUDVEREISTE?Artikel 405, lid 1, van de VKVRapporteer de volgende afkortingen: Y — Ja; N — Nee. Deze kolom wordt niet gerapporteerd ingeval de code E (vrijgesteld) of N (niet van toepassing) wordt gerapporteerd in kolom 080 (Soort aangehouden belang).

110

ROL VAN DE INSTELLING: (INITIATOR/SPONSOR/OORSPRONKELIJKE KREDIETVERSTREKKER/BELEGGER)Rapporteer de volgende afkortingen: „O” voor initiator; „S” voor sponsor; „L” voor oorspronkelijke kredietverstrekker; „I” voor belegger. Zie de definities van artikel 4, lid 1, punt 13 (initiator) en artikel 4, lid 1, punt 14 (sponsor), van de VKV. Beleggers zijn instellingen die vallen onder de bepalingen van de artikelen 406 en 407 van de VKV.

120-130

NIET-ABCP-PROGRAMMA'SABCP-programma's (zoals omschreven in artikel 242, punt 9, van de VKV) bestaan uit diverse enkelvoudige securitisatieposities en zijn vanwege deze bijzondere aard vrijgesteld van rapportage in de kolommen 120 en 130.

120

DATUM VAN INITIËRING (mm/jjjj)De maand en het jaar van de datum van initiëring (d.w.z. de afsluit- of einddatum van de pool) van de securitisatie worden gerapporteerd in het volgende format: „mm/jjjj”.Voor elke securitisatieregeling geldt dat de datum van initiëring niet kan veranderen tussen rapportagedata. In het specifieke geval van door open pools gedekte securitisatieregelingen is de datum van initiëring de datum van de eerste uitgifte van effecten.Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

130

TOTALE WAARDE VAN GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGEN OP DE DATUM VAN INITIËRINGDeze kolom bevat de waarde (volgens factoren inzake de oorspronkelijke blootstellingen vóór toepassing van de omrekeningsfactoren) van de gesecuritiseerde portefeuille op de datum van initiëring.In het geval van door open pools gedekte securitisatieregelingen wordt de waarde gerapporteerd die betrekking heeft op de datum van initiëring van de eerste uitgifte van effecten. In het geval van traditionele securitisaties worden geen andere activa van de securitisatiepool opgenomen. In het geval van securitisatieregelingen van meerdere verkopers (d.w.z. met meer dan één initiator) wordt uitsluitend de waarde van de bijdrage van de rapporterende entiteit aan de gesecuritiseerde portefeuille gerapporteerd. In het geval van de securitisatie van verplichtingen worden uitsluitend de door de rapporterende entiteit uitgegeven bedragen vermeld.Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

140-220

GESECURITISEERDE BLOOTSTELLINGENIn de kolommen 140 tot en met 220 moet de rapporterende entiteit informatie verstrekken over diverse kenmerken van de gesecuritiseerde portefeuille.

140

TOTALE WAARDEDe instellingen rapporteren de waarde van de gesecuritiseerde portefeuille op de verslagdatum, d.w.z. het uitstaande bedrag van de gesecuritiseerde blootstellingen. In het geval van traditionele securitisaties worden geen andere activa van de securitisatiepool opgenomen. In het geval van securitisatieregelingen van meerdere verkopers (d.w.z. met meer dan één initiator) wordt uitsluitend de waarde van de bijdrage van de rapporterende entiteit aan de gesecuritiseerde portefeuille gerapporteerd. In het geval van door gesloten pools gedekte securitisatieregelingen (d.w.z. de portefeuille van gesecuritiseerde activa kan na de datum van initiëring niet worden uitgebreid) wordt het bedrag geleidelijk verlaagd.Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

150

AANDEEL VAN DE INSTELLING (%)Het aandeel van de instelling in de gesecuritiseerde portefeuille op de verslagdatum (uitgedrukt als percentage met twee cijfers achter de komma) wordt gerapporteerd. Het in deze kolom te rapporteren percentage is standaard 100 %, behalve voor securitisatieregelingen van meerdere verkopers. In dat geval vermeldt de rapporterende entiteit haar huidige bijdrage aan de gesecuritiseerde portefeuille (verhoudingsgewijs gelijkwaardig aan kolom 140).Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.

160

TYPEDeze kolom bevat informatie over het type activa („1” tot en met „8”) of verplichtingen („9” en „10”) van de gesecuritiseerde portefeuille. De instelling rapporteert een van de volgende nummercodes: 1 — hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed; 2 — hypotheken op zakelijke onroerend goed; 3 — kredietkaartvorderingen; 4 — leasing; 5 — leningen aan ondernemingen of kmo's (behandeld als ondernemingen); 6 — consumptief krediet; 7 — handelsvorderingen; 8 — andere activa; 9 — gedekte obligaties; 10 — andere verplichtingen. Indien de pool gesecuritiseerde blootstellingen een combinatie van de voorgaande typen is, moet de instelling het belangrijkste type rapporteren. In het geval van hersecuritisaties vermeldt de instelling de uiteindelijke onderliggende pool van activa. Type 10 (andere verplichtingen) omvat schatkistpapier en credit-linked notes.Voor door gesloten pools gedekte securitisatieregelingen kan het type niet veranderen tussen verslagdata.

170

GEVOLGDE BENADERING (standaard/interne rating/combinatie)Deze kolom bevat informatie over de benadering die de instelling op de verslagdatum zou volgen voor de gesecuritiseerde blootstellingen.Rapporteer de volgende afkortingen: „S” voor standaardbenadering; „I” voor interneratingbenadering; „M” voor een combinatie van beide benaderingen (standaard/interne rating). Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens de standaardbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in de CR SEC SA-template.Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens de interneratingbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in de CR SEC IRB-template.Bij rapportage van „P” in kolom 050 volgens een combinatie van de standaardbenadering en de interneratingbenadering wordt de berekening van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in zowel de CR SEC SA-template als de CR SEC IRB-template.Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Deze kolom is evenwel niet van toepassing op securitisaties van verplichtingen. Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

180

AANTAL BLOOTSTELLINGENArtikel 261, lid 1, van de VKVDeze kolom is alleen verplicht voor instellingen die de interneratingbenadering volgen voor securitisatieposities (en derhalve „I” rapporteren in kolom 170). De instelling rapporteert het effectieve aantal blootstellingen.Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen of als de eigenvermogensvereisten op de gesecuritiseerde blootstellingen zijn gebaseerd (bij securitisatie van activa). Deze kolom moet niet worden ingevuld als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Deze kolom wordt niet ingevuld door beleggers.

190

LANDRapporteer de code (ISO 3166-1 alfa-2) van het land van oorsprong van de uiteindelijke onderliggende [?] van de transactie, d.w.z. het land van de directe debiteur van de oorspronkelijke gesecuritiseerde blootstellingen (doorkijk). Indien de pool van de securitisatie uit verschillende landen bestaat, moet de instelling het belangrijkste land rapporteren. Als geen enkel land boven een drempel van 20 % op basis van het bedrag aan activa/verplichtingen uitkomt, wordt „OT” (overig) gerapporteerd.

200

ELGD (%)Het risicogewogen gemiddelde verlies bij wanbetaling (ELGD) wordt uitsluitend gerapporteerd door instellingen die de benadering met toezichthoudersformule volgen (en derhalve in kolom 170 een „I” rapporteren). Het ELGD wordt berekend zoals is beschreven in artikel 262, lid 1, van de VKV.Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen of als de eigenvermogensvereisten op de gesecuritiseerde blootstellingen zijn gebaseerd (bij securitisatie van activa). Deze kolom wordt evenmin ingevuld als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie. Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

210

(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGENWaardeaanpassingen en voorzieningen (artikel 159 van de VKV) voor kredietverliezen die zijn gerealiseerd overeenkomstig het kader voor financiële verslaggeving waaraan de rapporterende entiteit is onderworpen. Waardeaanpassingen omvatten alle in het resultaat opgenomen bedragen voor kredietverliezen inzake financiële activa vanaf de eerste opneming daarvan in de balans (met inbegrip van verliezen als gevolg van het kredietrisico van tegen reële waarde gemeten financiële activa die niet op de blootstellingswaarde in mindering worden gebracht) plus het disagio op blootstellingen die in staat van wanbetaling zijn gekocht, overeenkomstig artikel 166, lid 1, van de VKV. Voorzieningen omvatten geaccumuleerde bedragen voor kredietverliezen in posten buiten de balanstelling.Deze kolom bevat informatie over de op de gesecuritiseerde blootstellingen toegepaste waardeaanpassingen en voorzieningen. Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen.Deze informatie moet ook worden gerapporteerd als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

220

EIGENVERMOGENSVEREISTEN VÓÓR SECURITISATIE (%)Deze kolom bevat informatie over de eigenvermogensvereisten van de gesecuritiseerde portefeuille ingeval er geen sprake was van securitisatie plus de verwachte verliezen in verband met die risico's (kirb), als percentage (met twee cijfers achter de komma) van het totaal aan gesecuritiseerde blootstellingen op de datum van initiëring. kirb wordt omschreven in artikel 242, punt 4, van de VKV.Deze kolom wordt niet gerapporteerd in het geval van securitisatie van verplichtingen. In het geval van de securitisatie van activa moet deze informatie ook worden verstrekt als de rapporterende entiteit geen posities inneemt in de securitisatie.Sponsors moeten deze kolom niet rapporteren.

230-300

SECURITISATIESTRUCTUURDit blok van zes kolommen bevat informatie over de structuur van de securitisatie overeenkomstig posities binnen en buiten de balans, tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies) en looptijd.In het geval van securitisaties van meerdere verkopers wordt voor de eersteverliestranche uitsluitend het bedrag gerapporteerd dat overeenkomt met, of is toegerekend aan de rapporterende instelling.

230-250

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGDit kolommenblok bevat informatie over posten binnen de balanstelling uitgesplitst naar tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies).

230

HOOGSTE RANGAlle tranches die niet worden aangemerkt als mezzanine of eerste verlies, worden in deze categorie opgenomen.

240

MEZZANINEZie artikel 243, lid 3 (traditionele securitisaties), en artikel 244, lid 3 (synthetische securitisaties), van de VKV.

250

EERSTE VERLIESEersteverliestranche wordt omschreven in artikel 242, punt 15, van de VKV.

260-280

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENDit kolommenblok bevat informatie over posten buiten de balanstelling en derivaten uitgesplitst naar tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies).Hier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten binnen de balanstelling.

290

EERSTE TE VERWACHTEN DATUM VAN BEËINDIGINGDe datum waarop, gezien de contractuele bepalingen en de op dat moment verwachte financiële omstandigheden, de gehele securitisatie waarschijnlijk wordt beëindigd. In het algemeen zou dat de eerste van de volgende data zijn: i)  de datum waarop een opschoon-calloptie (zoals gedefinieerd in artikel 242, punt 2, van de VKV) voor het eerst zou kunnen worden uitgeoefend, rekening houdend met de looptijd van de onderliggende blootstelling(en) en het verwachte percentage vervroegde aflossingen of potentiële heronderhandelingsactiviteiten; ii)  de datum waarop de initiator uit hoofde van de contractuele bepalingen van de securitisatie voor het eerst recht heeft op uitoefening van een andere calloptie waardoor de securitisatie volledig zou worden afgelost. De dag, de maand en het jaar van de eerste te verwachten beëindiging worden gerapporteerd. De precieze dag wordt gerapporteerd als deze gegevens beschikbaar zijn, anders wordt de eerste dag van de maand gerapporteerd.

300

WETTELIJKE EINDVERVALDATUMDe datum waarop de gehele hoofdsom en rente van de securitisatie wettelijk moet zijn terugbetaald (op basis van de documentatie van de transactie).De dag, de maand en het jaar van de wettelijke eindvervaldatum worden gerapporteerd. De precieze dag wordt gerapporteerd als deze gegevens beschikbaar zijn, anders wordt de eerste dag van de maand gerapporteerd.

310-400

SECURITISATIEPOSITIES: OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTORENDit kolommenblok bevat informatie over de securitisatieposities overeenkomstig posities binnen en buiten de balanstelling en de tranches (hoogste rang/mezzanine/eerste verlies) op de verslagdatum.

310-330

POSTEN BINNEN DE BALANSTELLINGHier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten binnen de balanstelling.

340-360

POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENHier worden dezelfde criteria voor tranche-indeling toegepast als voor posten buiten de balanstelling.

370-400

PRO-MEMORIEPOSTEN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING EN DERIVATENDit kolommenblok bevat aanvullende informatie over de totale posten buiten de balanstelling en derivaten (die in de kolommen 340-360 al worden gerapporteerd volgens een andere uitsplitsing).

370

DIRECTE KREDIETVERVANGINGEN (DCS)Deze kolom is van toepassing op door de initiator ingenomen securitisatieposities die zijn gegarandeerd met directe kredietvervangingen (DCS).Overeenkomstig bijlage I bij de VKV worden de volgende posten buiten de balanstelling met een volledig risico beschouwd als DCS: — garanties met het karakter van kredietvervangingen; — onherroepelijke „stand by”-accreditieven met het karakter van kredietvervangingen.

380

IRS/CRSIRS staat voor renteswaps en CRS staat voor valutaswaps. Deze derivaten worden genoemd in bijlage II bij de VKV.

390

IN AANMERKING KOMENDE LIQUIDITEITSFACILITEITENDe in artikel 242, punt 3, van de VKV omschreven liquiditeitsfaciliteiten moeten voldoen aan een lijst van zes voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 255, lid 1, van de VKV om beschouwd te worden als in aanmerking komend (ongeacht de door de instelling gevolgde methode, d.w.z. standaardmethode of interneratingmethode).

400

OVERIGE (MET IN BEGRIP VAN NIET IN AANMERKING KOMENDE LF)Deze kolom is bestemd voor overige posten buiten de balanstelling, zoals niet in aanmerking komende liquiditeitsfaciliteiten (d.w.z. LF's die niet voldoen aan de in artikel 255, lid 1, van de VKV genoemde voorwaarden).

410

VERVROEGDE AFLOSSING: TOEGEPASTE OMREKENINGSFACTORArtikel 242, punt 12, en artikel 256, lid 5 (standaardbenadering), en artikel 265, lid 1 (interneratingbenadering), van de VKV voorzien in een reeks omrekeningsfactoren voor toepassing op het belang van de beleggers (om de risicogewogen posten te berekenen).Deze kolom is van toepassing op securitisatieregelingen met clausules inzake vervroegde aflossing (d.w.z. revolverende securitisaties).Overeenkomstig artikel 256, lid 6, van de VKV wordt de toe te passen omrekeningsfactor bepaald door het niveau van het feitelijke driemaandsgemiddelde van de overgebleven rentemarge.In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd. Deze informatie heeft betrekking op rij 100 in de CR SEC SA-template en rij 160 in de CR SEC IRB-template.

420

(–) BLOOTSTELLINGSWAARDE AFGETROKKEN VAN HET EIGEN VERMOGENDeze informatie is nauw verbonden aan kolom 200 in de CR SEC SA-template en kolom 180 in de CR SEC IRB-template.In deze kolom moet een negatieve waarde worden gerapporteerd.

430

TOTALE RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR BEGRENZINGDeze kolom bevat informatie over de risicogewogen posten vóór de op de securitisatieposities van toepassing zijnde begrenzing (d.w.z. in het geval van securitisatieregelingen met overdracht van een aanzienlijk deel van het risico). In het geval van securitisatieregelingen zonder overdracht van een aanzienlijk deel van het risico (d.w.z. risicogewogen posten berekend volgens gesecuritiseerde blootstellingen) worden in deze kolom geen gegevens gerapporteerd.In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd.

440

TOTALE RISICOGEWOGEN POSTEN NA BEGRENZINGDeze kolom bevat informatie over de risicogewogen posten na de op de securitisatieposities van toepassing zijnde begrenzing (d.w.z. in het geval van securitisatieregelingen met overdracht van een aanzienlijk deel van het risico). In het geval van securitisatieregelingen zonder overdracht van een aanzienlijk deel van het risico (d.w.z. eigenvermogensvereisten berekend volgens gesecuritiseerde blootstellingen) worden in deze kolom geen gegevens gerapporteerd.In het geval van de securitisaties van verplichtingen wordt deze kolom niet gerapporteerd.

450-510

SECURITISATIEPOSITIES — HANDELSPORTEFEUILLE

450

CTP OF NIET-CTP?Rapporteer de volgende afkortingen: C — correlatiehandelsportefeuille (CTP); N — niet-CTP

460-470

NETTOPOSITIES — LONG/SHORTZie kolom 050 van MKR SA SEC of kolom 060 van MKR SA CTP.

480

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTEN (SA) — SPECIFIEK RISICOZie kolom 610 van MKR SA SEC of kolom 450 van MKR SA CTP.

4.   TEMPLATES VOOR OPERATIONEEL RISICO

4.1.   C 16.00 — OPERATIONEEL RISICO (OPR)

4.1.1.   Algemene opmerkingen

112. Deze template bevat informatie over de berekening van eigenvermogensvereisten overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 van de VKV voor operationeel risico in het kader van de basisindicatorbenadering (BIA), de standaardbenadering (TSA), de alternatieve standaardbenadering (ASA) en de geavanceerde meetbenadering (AMA). Voor individuele rapportage kunnen de instellingen niet zowel de TSA als de ASA toepassen voor de bedrijfsonderdelen bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen en zakelijke bankdiensten.

113. Instellingen die de BIA, de TSA en/of de ASA hanteren, berekenen hun eigenvermogensvereisten op basis van de informatie aan het eind van het boekjaar. Indien geen gecontroleerde cijfers beschikbaar zijn, kunnen de instellingen gebruikmaken van bedrijfsramingen. Bij gebruik van gecontroleerde cijfers moeten de instellingen de gecontroleerde cijfers in ongewijzigde vorm rapporteren. Afwijkingen van dit beginsel van „ongewijzigde” cijfers zijn mogelijk, bijvoorbeeld indien tijdens de verslagperiode sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, zoals recente verwervingen of afstotingen van entiteiten of activiteiten.

114. Indien een instelling ten genoegen van haar bevoegde autoriteit kan aantonen dat wegens uitzonderlijke omstandigheden, zoals een fusie of een afstoting van entiteiten of activiteiten, de berekening van de relevante indicator aan de hand van een driejaarsgemiddelde zou leiden tot een vertekende raming van de eigenvermogensvereiste voor het operationeel risico, kan de bevoegde autoriteit de instelling toestaan de berekening zodanig te wijzigen dat deze gebeurtenissen in aanmerking worden genomen. De bevoegde autoriteit kan ook eigener beweging van een instelling verlangen dat zij de berekening wijzigt. Indien een instelling nog geen drie jaar actief is, kan zij toekomstgerichte bedrijfsramingen gebruiken voor het berekenen van de relevante indicator, mits zij historische gegevens gebruikt zodra deze beschikbaar zijn.

115. Deze template bevat kolomsgewijs voor de drie meest recente jaren informatie over het bedrag van de relevante indicator van de aan operationeel risico onderworpen bankactiviteiten en over het bedrag aan leningen en voorschotten (laatstgenoemde is alleen van toepassing in het geval van ASA). Verder wordt informatie over het bedrag van de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico gerapporteerd. Indien van toepassing moet worden gespecificeerd welk deel van dat bedrag het gevolg is van een allocatiemechanisme. Ten aanzien van de AMA worden pro-memorieposten toegevoegd om de gevolgen van verwacht verlies, diversificatie en limiteringstechnieken op de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico te specificeren.

116. De rijen bevatten informatie op basis van de methode voor berekening van de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico en een specificatie van bedrijfsonderdelen voor de TSA en de ASA.

117. Deze template moet worden ingediend door alle instellingen die onderworpen zijn aan de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico.

4.1.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-030

RELEVANTE INDICATORInstellingen die de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico berekenen met de relevante indicator (BIA, TSA en ASA) rapporteren de relevante indicator voor elk jaar in de kolommen 010 tot en met 030. In het geval van een combinatie van benaderingen zoals bedoeld in artikel 314 van de VKV rapporteren de instellingen ter informatie bovendien de relevante indicator voor de aan de AMA onderworpen activiteiten. Dit geldt tevens voor alle overige AMA-banken.Hierna wordt onder „relevante indicator” verstaan „de som van de bestanddelen” aan het eind van het boekjaar zoals omschreven in artikel 316, lid 1, tabel 1, van de VKV.Als de gegevens over de relevante indicator waarover de instelling beschikt, minder dan drie jaar bestrijken, worden de beschikbare historische gegevens (gecontroleerde gegevens) bij voorrang toegewezen aan de desbetreffende kolommen in de tabel. Als er bijvoorbeeld slechts voor één jaar historische gegevens zijn, worden die in kolom 030 gerapporteerd. Indien dat redelijk lijkt, moeten de toekomstgerichte ramingen dan worden opgenomen in kolom 020 (raming voor het eerstvolgende jaar) en kolom 010 (raming van jaar + 2).Verder mag de instelling zich baseren op toekomstgerichte bedrijfsramingen als er geen historische gegevens over de „relevante indicator” beschikbaar zijn.

040-060

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN (BIJ TOEPASSING VAN DE ASA)Deze kolommen worden gebruikt om de bedragen van de leningen en voorschotten te rapporteren voor de bedrijfsonderdelen „zakelijke bankdiensten” en „bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen”, zoals bedoeld in artikel 319, lid 1, onder b), van de VKV. Aan de hand van die bedragen wordt de alternatieve relevante indicator berekend die ten grondslag ligt aan de eigenvermogensvereisten voor de activiteiten waarop de ASA van toepassing is (artikel 319, lid 1, onder a), van de VKV).Voor het bedrijfsonderdeel „zakelijke bankdiensten” moeten tevens in de niet-handelsportefeuille aangehouden effecten worden opgenomen.

070

EIGENVERMOGENSVEREISTEDe eigenvermogensvereiste wordt berekend in overeenstemming met de gevolgde benadering, overeenkomstig de artikelen 312 tot en met 324 van de VKV. De uitkomst wordt vermeld in kolom 070.

071

TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN VOOR OPERATIONEEL RISICOArtikel 92, lid 4, van de VKV Eigenvermogensvereisten in kolom 070 vermenigvuldigd met 12,5.

080

WAARVAN: ALS GEVOLG VAN EEN ALLOCATIEMECHANISMEArtikel 18, lid 1, van de VKV (inzake het opnemen, in de in artikel 312, lid 2, van de VKV bedoelde aanvraag, van de methode die wordt gehanteerd voor het toewijzen van operationeel risicokapitaal aan de verschillende entiteiten van de groep en van informatie over de vraag of, en zo ja, hoe de instelling de gevolgen van diversificatie verwerkt in hetsysteem van risicometing dat wordt gebruikt door een EU-moederkredietinstelling en haar dochterondernemingen of gezamenlijk door de dochterondernemingen van een financiële EU-moederholding of een gemengde financiële EU-moederholding).

090-120

TE RAPPORTEREN AMA-PRO-MEMORIEPOSTEN, INDIEN VAN TOEPASSING

090

EIGENVERMOGENSVEREISTE VÓÓR VERMINDERING VANWEGE VERWACHT VERLIES, DIVERSIFICATIE EN RISICOLIMITERINGSTECHNIEKENDe in kolom 090 te rapporteren eigenvermogensvereiste is die van kolom 070 maar moet worden berekend vóór inaanmerkingneming van de vermindering vanwege verwacht verlies, diversificatie en risicolimiteringstechnieken (zie hierna).

100

(–) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE HET IN DE BEDRIJFSPRAKTIJK IN AANMERKING GENOMEN VERWACHTE VERLIESIn kolom 100 rapporteert de instelling de vermindering van eigenvermogensvereisten vanwege verwacht verlies waarmee in de interne bedrijfspraktijk rekening is gehouden (zoals bedoeld in artikel 322, lid 2, onder a), van de VKV).

110

(–) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN VANWEGE DIVERSIFICATIEHet in kolom 110 te rapporteren diversificatie-effect is het verschil tussen de som van de per categorie van operationeel risico apart berekende eigenvermogensvereisten (d.w.z. een situatie van „volmaakte afhankelijkheid”) en de gediversificeerde eigenvermogensvereiste die is berekend door rekening te houden met de correlaties en afhankelijkheden (d.w.z. op basis van de aanname van een minder dan „volmaakte afhankelijkheid” tussen de risicocategorieën). De situatie van „volmaakte afhankelijkheid” doet zich voor in het „standaardgeval”, d.w.z. als de instelling niet uitgaat van een expliciete correlatiestructuur tussen de risicocategorieën, zodat het AMA-vermogen wordt berekend als de som van de afzonderlijke maatregelen voor operationeel risico van de gekozen risicocategorieën. In dat geval wordt aangenomen dat de correlatie tussen de risicocategorieën 100 % is en moet de waarde in de kolom op nul worden gesteld. Als de instelling wel een expliciete correlatiestructuur tussen de risicocategorieën berekent, moet zij in deze kolom het verschil opnemen tussen het AMA-vermogen dat voortkomt uit het „standaardgeval” en het vermogen verkregen na toepassing van de correlatiestructuur tussen de risicocategorieën. De waarde geeft de „diversificatiecapaciteit” van het AMA-model weer, d.w.z. de mate waarin het model in staat is rekening te houden met het niet-gelijktijdige optreden van ernstige verliesgebeurtenissen die ontstaan door operationeel risico. In kolom 110 rapporteert de instelling de verlaging van het AMA-vermogen ten opzichte van de veronderstelde correlatie van 100 % als gevolg van de veronderstelde correlatiestructuur.

120

(–) VERMINDERING VAN EIGENVERMOGENSVEREISTE VANWEGE RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN (VERZEKERING EN ANDERE MECHANISMEN VOOR RISICO-OVERDRACHT)In kolom 120 wordt het effect van verzekering en andere mechanismen voor risico-overdracht gerapporteerd overeenkomstig artikel 323, leden 1 tot en met 5, van de VKV.



Rijen

010

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE BASISINDICATORBENADERING (BIA)Deze rij bevat de bedragen van activiteiten in het kader van de BIA om de eigenvermogensvereiste voor operationeel risico te berekenen (de artikelen 315 en 316 van de VKV).

020

BANKACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (TSA)/ALTERNATIEVE STANDAARDBENADERING (ASA)De eigenvermogensvereiste berekend volgens de TSA en de ASA (de artikelen 317 tot en met 319 van de VKV) moet worden gerapporteerd.

030-100

IN HET KADER VAN DE TSABij toepassing van de TSA moet de relevante indicator voor elk jaar in de rijen 030 tot en met 100 over de bedrijfsonderdelen worden verdeeld overeenkomstig artikel 317, tabel 2, van de VKV. Het koppelen van activiteiten aan bedrijfsonderdelen moet in overeenkomst zijn met de in artikel 318 van de VKV beschreven beginselen.

110-120

IN HET KADER VAN DE ASAInstellingen die de ASA hanteren (artikel 319 van de VKV) rapporteren de relevante indicator voor de desbetreffende jaren afzonderlijk voor elk bedrijfsonderdeel in de rijen 030 tot en met 050 en 080 tot en met 100, en voor de bedrijfsonderdelen zakelijke bankdiensten en bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen in de rijen 110 en 120.De rijen 110 en 120 bevatten het bedrag van de relevante indicator van ASA-activiteiten voor respectievelijk het bedrijfsonderdeel zakelijke bankdiensten en het bedrijfsonderdeel bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen (artikel 319 van de VKV). Er kunnen bedragen zijn voor de rijen voor zakelijke bankdiensten en bankdiensten ten behoeve van particulieren en kleine partijen in het kader van de TSA (de rijen 060 en 070) evenals in het kader van de ASA (rijen 110 en 120), bv. als een dochteronderneming onderworpen is aan de TSA maar de moederonderneming onderworpen is aan de ASA.

130

BANKACTIVITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN DE AMADe desbetreffende gegevens voor AMA-instellingen (artikel 312, lid 2, en de artikelen 321, 322 en 323 van de VKV) moeten worden gerapporteerd.Ingeval verschillende benaderingen in combinatie worden gehanteerd zoals omschreven in artikel 314 van de VKV, wordt informatie over de relevante indicator voor aan de AMA onderworpen activiteiten gerapporteerd. Dit geldt tevens voor alle overige AMA-banken.

4.2.   C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: VERLIEZEN EN GOEDMAKINGEN PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORT GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-BIJZONDERHEDEN)

4.2.1.   Algemene opmerkingen

118. Deze template geeft een overzicht van de informatie over de bruto verliezen en goedgemaakte verliezen die een instelling in het afgelopen jaar heeft genoteerd, naar soort gebeurtenis en bedrijfsonderdeel.

119. Onder „bruto verlies” wordt verstaan een verlies als gevolg van een gebeurtenis of soort gebeurtenis uit hoofde van een operationeel risico — waarvan sprake in artikel 322, lid 3, onder b), van Verordening (EU) No 575/2013 — vóór goedmakingen van welk soort dan ook, onverminderd 122.

120. Onder „goedmaking” wordt verstaan een onafhankelijke gebeurtenis in verband met het oorspronkelijke verlies uit hoofde van operationeel risico die in de tijd gescheiden is, waarbij geldmiddelen of instromen van economische voordelen van eerste of derde partijen, zoals verzekeraars of andere partijen, worden ontvangen.

121. Onder „gebeurtenissen die tot snel goedgemaakte verliezen leiden” wordt verstaan gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico die tot verliezen leiden die binnen vijf werkdagen gedeeltelijk of volledig zijn goedgemaakt. In geval van een gebeurtenis die tot snel goedgemaakte verliezen leidt valt alleen het deel van het verlies dat niet volledig is goedgemaakt (namelijk het verlies na aftrek van de gedeeltelijke snelle goedmaking) onder de definitie van bruto verlies. Bijgevolg vallen verliesgebeurtenissen die tot verliezen leiden die binnen vijf werkdagen volledig goedgemaakt zijn niet onder de definitie van bruto verlies en in het geheel niet onder de rapportage OPR-bijzonderheden.

122. Onder „datum van administratieve verwerking” wordt verstaan de datum wanneer een verlies of een reserve/voorziening voor het eerst in de winst- en verliesrekening ten laste van een verlies uit hoofde van operationeel risico wordt gebracht. Deze datum volgt logischerwijs op de „datum van plaatsvinden” (d.w.z. de datum wanneer de gebeurtenis uit hoofde van operationeel risico zich voordeed of zich begon voor te doen) en de „datum van ontdekking” (d.w.z. de datum waarop de instelling kennis heeft gekregen van de gebeurtenis uit hoofde van operationeel risico).

123. Het Aantal gebeurtenissen is het aantal gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico dat binnen de verslagperiode voor het eerst administratief is verwerkt.

124. Het Totale verliesbedrag is de algebraïsche som van de volgende elementen:

i. de bruto verliesbedragen betrekking hebbend op gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico die binnen de verslagperiode „voor het eerst administratief zijn verwerkt” (bijvoorbeeld directe lasten, voorzieningen, afwikkelingen);

ii. de bruto verliesbedragen betrekking hebbend op binnen de verslagperiode aangebrachte positieve verliesaanpassingen (bv. verhoging van voorzieningen, gerelateerde verliesgebeurtenissen, bijkomende afwikkelingen) voor gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico die in voorgaande verslagperiodes „voor het eerst administratief zijn verwerkt”; en

iii. de bruto verliesbedragen betrekking hebbend op binnen de verslagperiode aangebrachte negatieve verliesaanpassingen — vanwege verlaging van voorzieningen — voor gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico die in voorgaande verslagperiodes „voor het eerst administratief zijn verwerkt”.

125. Het Aantal gebeurtenissen omvat gewoonlijk ook de in voorgaande verslagperiodes voor het eerst administratief verwerkte en in voorgaande toezichtsverslagen nog niet gerapporteerde gebeurtenissen. Het Totale verliesbedrag omvat gewoonlijk ook de elementen van punt 124 betreffende voorgaande verslagperiodes die in voorgaande toezichtsverslagen nog niet zijn gerapporteerd.

126. Het Grootste afzonderlijke verlies is het grootste afzonderlijke bedrag van die welke in 124.i of 124.ii hierboven zijn opgenomen.

127. De Som van de vijf grootste verliezen is de som van de vijf grootste bedragen van die welke in 124.i of 124.ii hierboven zijn opgenomen.

128. Het Totale goedgemaakte verlies is de som van alle goedmaakte verliezen die binnen de verslagperiode administratief zijn verwerkt en betrekking hebben op gebeurtenissen uit hoofde van operationeel risico die binnen de verslagperiode of in voorgaande verslagperiodes voor het eerst administratief zijn verwerkt.

129. De in juni van het betrokken jaar gerapporteerde cijfers zijn tussentijdse cijfers, terwijl de eindcijfers in december worden gerapporteerd. De cijfers in juni hebben derhalve een referentieperiode van zes maanden (d.w.z. van 1/1 t/m 30/6 van het kalenderjaar) terwijl de cijfers in december een referentieperiode van twaalf maanden hebben (d.w.z. van 1/1 t/m 31/12 van het kalenderjaar).

130. De informatie wordt zodanig verstrekt dat de verliezen en goedgemaakte verliezen boven interne drempels worden verdeeld over bedrijfsonderdelen (zoals gedefinieerd in artikel 317, tabel 2, van de VKV, met inbegrip van het extra bedrijfsonderdeel „ondernemingsaangelegenheden” zoals bedoeld in artikel 322, lid 3, onder b), van de VKV), en soorten gebeurtenis (zoals omschreven in artikel 324 van de VKV), waarbij het mogelijk is de verliezen van een bepaalde gebeurtenis over diverse bedrijfsonderdelen te verdelen.

131. De kolommen bevatten de verschillende soorten gebeurtenis en de totalen per bedrijfsonderdeel, samen met een pro-memoriepost die de laagste in de verzameling verliesgegevens toegepaste interne drempel laat zien. Als er meer dan een drempel is, moeten binnen elk bedrijfsonderdeel de laagste en de hoogste drempel worden vermeld.

132. De rijen bevatten de bedrijfsonderdelen en, binnen elk bedrijfsonderdeel, informatie over het aantal gebeurtenissen, het totale verliesbedrag, het grootste afzonderlijke verlies, de som van de vijf grootste verliezen en het totale goedgemaakte verlies.

133. Voor de totale bedrijfsonderdelen worden ook voor bepaalde bandbreedtes op basis van vooraf vastgestelde drempels, 10 000 , 20 000 , 100 000 en 1 000 000 , gegevens gevraagd over het aantal gebeurtenissen en het totale verliesbedrag. De drempels zijn in eurobedragen vastgesteld en ten behoeve van het vergelijken van de gerapporteerde verliezen tussen de instellingen opgenomen; derhalve hebben zij niet noodzakelijk betrekking op de minimumverliesdrempels ten behoeve van het verzamelen van gegevens over het interne verlies, die in een ander deel van de template moeten worden gerapporteerd.

134. Indien de algebraïsche som van de elementen van het totale verliesbedrag, zoals vermeld in bovenstaand punt 124, een negatieve waarde voor bepaalde combinaties van bedrijfsonderdelen/soorten gebeurtenissen oplevert, wordt in de betrokken cellen de waarde 0 gerapporteerd.

135. Deze template moet worden gerapporteerd door instellingen die hun eigenvermogensvereisten berekenen met de AMA of de TSA/ASA.

136. Om de voorwaarden waarvan sprake in artikel 5, onder b), punt 2, b), te verifiëren gebruiken de instellingen de meest recente statistieken zoals beschikbaar op de toezichtsinformatiewebpagina van EBA om „de som van de afzonderlijke balanstotalen van alle instellingen in dezelfde lidstaat” te verkrijgen.

137. Aan artikel 5, onder b), punt 2, b), van deze verordening onderworpen instellingen mogen alleen de volgende informatie rapporteren voor de som van alle soorten gebeurtenis (kolom 080) van de template OPR-bijzonderheden:

a) aantal gebeurtenissen (rij 910);

b) totaal verliesbedrag (rij 920);

c) het grootste afzonderlijke verlies (rij 930);

d) de som van de vijf grootste verliezen (rij 940) en

e) het totale goedgemaakte verlies (rij 950).

4.2.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-070

SOORTEN GEBEURTENISDe instellingen rapporteren de verliezen in de kolommen 010 tot en met 070 overeenkomstig de in artikel 324 van de VKV omschreven soorten gebeurtenis.Instellingen die hun eigenvermogensvereiste berekenen volgens de TSA of de ASA, kunnen de verliezen rapporteren waarvoor de soort gebeurtenis niet wordt vermeld in kolom 080.

080

TOTAAL VAN SOORTEN GEBEURTENISIn kolom 080 rapporteren de instellingen per bedrijfsonderdeel het totale „aantal gebeurtenissen”, het totaal van „het totale verliesbedrag” en het totaal van „het totale goedgemaakte verlies” als de eenvoudige som van respectievelijk het aantal verliesgebeurtenissen, de totale bedragen aan bruto verliezen en de totale bedragen aan goedgemaakte verliezen die zijn gerapporteerd in de kolommen 010 tot en met 070. Het „grootste afzonderlijke verlies” in kolom 080 is het grootste van de „grootste afzonderlijke verliezen” die zijn gerapporteerd in de kolommen 010 tot en met 070. Voor de som van de vijf grootste verliezen wordt in kolom 080 de som van de vijf grootste verliezen binnen één bedrijfsonderdeel gerapporteerd.

090-100

PRO-MEMORIEPOST: IN GEGEVENSVERZAMELING TOEGEPASTE DREMPELDe instellingen rapporteren in kolom 090 en kolom 100 overeenkomstig artikel 322, lid 3, onder c), laatste zin, van de VKV de minimumverliesdrempels die zij hanteren voor de verzameling van interne verliesgegevens. instellingen die slechts één drempel hanteren per bedrijfsonderdeel, vullen alleen kolom 090 in. Bij hantering van verschillende drempels binnen hetzelfde reglementaire bedrijfsonderdeel moet tevens de hoogste toepasselijke drempel (kolom 100) worden vermeld.



Rijen

010-850

BEDRIJFSONDERDELEN: ONDERNEMINGSFINANCIERING, HANDEL EN VERKOOP, COURTAGEDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN, ZAKELIJKE BANKDIENSTEN, BANKDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN, BETALING EN AFWIKKELING, BEMIDDELINGSDIENSTEN, BEHEER VAN ACTIVA, ONDERNEMINGSAANGELEGENHEDENVoor elk bedrijfsonderdeel zoals omschreven in artikel 317, lid 4, tabel 2, van de VKV, met inbegrip van het extra bedrijfsonderdeel „ondernemingsaangelegenheden” zoals bedoeld in artikel 322, lid 3, onder b), van de VKV), en voor elke soort gebeurtenis, moet de instelling de volgende informatie rapporteren overeenkomstig de interne drempels: aantal gebeurtenissen, totaal verliesbedrag, grootste afzonderlijk verlies, som van de vijf grootste verliezen en totaal goedgemaakte verlies. Voor een verliesgebeurtenis die betrekking heeft op meerdere bedrijfsonderdelen wordt het totale verliesbedrag verdeeld over alle betrokken bedrijfsonderdelen.

910-950

TOTAAL VAN BEDRIJFSONDERDELENVoor elke soort gebeurtenis (de kolommen 010 tot en met 080) moet overeenkomstig artikel 322, lid 3, onder b), c) en e), van de VKV de volgende informatie over het totaal van de bedrijfsonderdelen (de rijen 910 tot en met 950) worden gerapporteerd: aantal gebeurtenissen (rij 910): het aantal gebeurtenissen boven de interne drempel naar soorten gebeurtenis voor het totaal van de bedrijfsonderdelen. Dit aantal kan lager zijn dan de som van het aantal gebeurtenissen naar bedrijfsonderdeel, aangezien gebeurtenissen met meerdere gevolgen (gevolgen in verschillende bedrijfsonderdelen) als één gebeurtenis moeten worden beschouwd; Aantal gebeurtenissen. Waarvan, ≥ 10 000 en < 20 000 , ≥ 20 000 en < 100 000 , ≥ 100 000 en < 1 000 000 , ≥ 1 000 000 (rijen 911 t/m 914): het aantal interne gebeurtenissen opgenomen in de bandbreedtes omschreven in de betrokken rijen wordt gerapporteerd. Totaal verliesbedrag (rij 920): het totale verliesbedrag is de eenvoudige som van het totale verliesbedrag voor alle bedrijfsonderdelen. Totaal verliesbedrag. Waarvan, ≥ 10 000 en < 20 000 , ≥ 20 000 en < 100 000 , ≥ 100 000 en < 1 000 000 , ≥ 1 000 000 (rijen 921 t/m 924): het totaal verliesbedrag opgenomen in de bandbreedtes omschreven in de betrokken rijen wordt gerapporteerd. Grootste afzonderlijke verlies (rij 930): het grootste afzonderlijke verlies is het grootste verlies boven de interne drempel voor elke soort gebeurtenissen en onder alle bedrijfsonderdelen. Indien een gebeurtenis gevolgen heeft voor verschillende bedrijfsonderdelen, kunnen deze bedragen hoger zijn dan het hoogste afzonderlijke verlies dat in elk bedrijfsonderdeel is geboekt. Som van de vijf grootste verliezen (rij 940): de som van de vijf grootste bruto verliezen voor elke soort gebeurtenis en onder alle bedrijfsonderdelen wordt gerapporteerd. Deze som kan groter zijn dan de grootste som van de vijf grootste verliezen die zijn geboekt in elk bedrijfsonderdeel. Deze som moet worden gerapporteerd ongeacht het aantal verliezen. Totaal goedgemaakt verlies (rij 950): het totale goedgemaakte verlies is de eenvoudige som van het totale goedgemaakte verlies voor alle bedrijfsonderdelen.

910-950/080

TOTAAL VAN BEDRIJFSONDERDELEN — TOTAAL SOORTEN GEBEURTENIS Aantal gebeurtenissen: voor elke rij van 910 t/m 914 is het aantal gebeurtenissen gelijk aan de horizontale som van het aantal gebeurtenissen in de overeenkomstige rij, aangezien in die gegevens de gebeurtenissen met gevolgen in verschillende bedrijfsonderdelen al als één gebeurtenis zijn beschouwd. Het aantal in rij 910 is niet noodzakelijkerwijs gelijk aan de verticale som van het aantal gebeurtenissen die zijn opgenomen in kolom 080, aangezien één gebeurtenis tegelijkertijd gevolgen kan hebben in verschillende bedrijfsonderdelen; Totaal verliesbedrag: voor elke rij van 920 t/m 924 is het totale verliesbedrag gelijk aan de horizontale som van de totale verliesbedragen naar soort gebeurtenis in de overeekomstige rij. Het totale verliesbedrag in rij 920 is gelijk aan de verticale som van de totale verliesbedragen naar bedrijfsonderdeel in kolom 080. Grootste afzonderlijk verlies: zoals reeds gesteld, indien een gebeurtenis gevolgen heeft voor verschillende bedrijfsonderdelen, kan het bedrag van het „grootste afzonderlijk verlies” in het „totaal van bedrijfsonderdelen” voor de betrokken soort gebeurtenis hoger zijn dan de bedragen van het „hoogste afzonderlijke verlies” in elk bedrijfsonderdeel. Het bedrag in deze cel moet dan ook gelijk zijn aan de hoogste van de waarden van „hoogste afzonderlijk verlies” in „totaal van bedrijfsonderdelen”, die niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de hoogste waarde van „hoogste afzonderlijk verlies” in de bedrijfsonderdelen in kolom 080. Som van de vijf grootste verliezen: dit is de som van de vijf grootste verliezen in de gehele matrix, hetgeen betekent dat dit bedrag niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de hoogste waarde van de „som van de vijf grootste verliezen” in „totaal van bedrijfsonderdelen” of de hoogste waarde van de „som van de vijf grootste verliezen” in kolom 080. Totaal goedgemaakt verlies: dit is gelijk aan zowel de horizontale som van de totale goedgemaakte verliezen naar soort gebeurtenis in rij 950 als de verticale som van de totale goedgemaakte verliezen naar bedrijfsonderdeel in kolom 080.

5.   TEMPLATES VOOR MARKTRISICO

138. Deze instructies hebben betrekking op de templates voor rapportage over de berekening van eigenvermogensvereisten volgens de standaardbenadering voor valutarisico (MKR SA FX), grondstoffenrisico (MKR SA COM), renterisico (MKR SA TDI, MKR SA SEC, MKR SA CTP) en aandelenrisico (MKR SA EQU). Daarnaast bevat dit deel instructies voor de templaterapportage van de berekening van eigenvermogensvereisten volgens de internemodellenbenadering (MKR IM).

139. Het positierisico voor een verhandelbaar schuldinstrument of aandeel (of een van een schuldinstrument of een aandeel afgeleid instrument) moet in twee componenten worden gesplitst om het daarvoor benodigde kapitaal te berekenen. De eerste component betreft het specifieke risico — dit is het risico van een prijsverandering in het betrokken instrument als gevolg van factoren die verband houden met de emittent ervan of, in het geval van een afgeleid instrument, de emittent van het onderliggende instrument. De tweede component betreft het algemeen risico — dit is het risico van een prijsverandering van het instrument als gevolg van (bij een verhandelbaar schuldinstrument of van een schuldinstrument afgeleid instrument) een wijziging in de rentestand of (bij een aandeel of van een aandeel afgeleid instrument) een algemene koersontwikkeling op de aandelenmarkt die geen verband houdt met enigerlei specifieke aspecten van de betrokken waardepapieren. De algemene behandeling van specifieke instrumenten en verrekeningsprocedures wordt beschreven in de artikelen 326 tot en met 333 van de VKV.

5.1.   C 18.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VAN POSITIERISICO'S IN VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN (MKR SA TDI)

5.1.1.   Algemene opmerkingen

140. Deze template geeft de posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten weer voor risico's van posities in verhandelbare schuldinstrumenten in het kader van de standaardbenadering (artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV). De verschillende risico's en methoden die zijn voorzien in de VKV, worden in rijen gerapporteerd. Het specifieke risico in verband met blootstellingen die zijn opgenomen in MKR SA SEC en MKR SA CTP moet alleen in de Totale template van de MKR SA TDI worden gerapporteerd. De in die templates gerapporteerde eigenvermogensvereisten moeten worden overgebracht naar respectievelijk cel {325;060} (securitisaties) en cel {330;060} (CTP).

141. De template moet afzonderlijk worden ingevuld voor het „Totaal”; daarnaast moet een vooraf bepaalde lijst van de volgende valuta's worden verstrekt: EUR, ALL, BGN, CZK, DKK, EGP, GBP, HRK, HUF, ISK, JPY, LTL, MKD, NOK, PLN, RON, RUB, RSD, SEK, CHF, TRY, UAH, USD en een resttemplate voor alle overige valuta.

5.1.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV. Dit zijn brutoposities die niet worden gesaldeerd door instrumenten maar met uitsluiting van bij derden geplaatste of door derden herovergenomen overnemingsposities (artikel 345, lid 1, tweede zin, van de VKV). Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPENDit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTENDe kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.



Rijen

010-350

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLEPosities in verhandelbare schuldinstrumenten in de handelsportefeuille en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor positierisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), i), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV worden gerapporteerd naargelang de risicocategorie, looptijd en toegepaste benadering.

011

ALGEMEEN RISICO

012

DerivatenDerivaten die zijn opgenomen in de berekening van renterisico van posities in de handelsportefeuille, waarbij, indien van toepassing, de artikelen 328 tot en met 331 in acht worden genomen.

013

Andere activa en verplichtingenAndere instrumenten dan derivaten die zijn opgenomen in de berekening van renterisico van posities in de handelsportefeuille.

020-200

BENADERING OP GROND VAN DE LOOPTIJDPosities in verhandelbare schuldinstrumenten die onderworpen zijn aan de benadering op grond van de looptijd overeenkomstig artikel 339, lid 1 tot en met lid 8, van de VKV en de bijbehorende eigenvermogensvereisten als beschreven in artikel 339, lid 9, van de VKV. De positie moet worden uitgesplitst in zones 1, 2 en 3, en deze zones moeten worden uitgesplitst naar de looptijd van de instrumenten.

210-240

ALGEMEEN RISICO BENADERING OP GROND VAN DE DURATIONPosities in verhandelbare schuldinstrumenten die onderworpen zijn aan de benadering op grond van de duration overeenkomstig artikel 340, leden 1 tot en met 6, van de VKV en de bijbehorende eigenvermogensvereisten als beschreven in artikel 340, lid 7, van de VKV. De positie moet worden uitgesplitst in zones 1, 2 en 3.

250

SPECIFIEK RISICODe som van de bedragen die zijn gerapporteerd in de rijen 251, 325 en 330.Posities in verhandelbare schuldinstrumenten die zijn onderworpen aan de kapitaalopslag voor specifiek risico en de bijbehorende kapitaalopslag overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), artikel 335, artikel 336, leden 1 tot en met 3, artikel 337 en artikel 338, van de VKV. Let tevens op de laatste zin van artikel 327, lid 1, van de VKV.

251-321

Eigenvermogensvereiste voor niet-gesecuritiseerde schuldinstrumentenDe som van de bedragen die zijn gerapporteerd in de rijen 260 tot en met 321.De eigenvermogensvereiste van de kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim zonder externe rating moet worden berekend door de risicogewichten van de referentie-entiteiten bij elkaar op te tellen (artikel 332, lid 1, onder e), eerste en tweede alinea, van de VKV — „doorkijk”). Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim met een externe rating (artikel 332, lid 1, onder e), derde alinea, van de VKV) moeten afzonderlijk in regel 321 worden gerapporteerd.Rapportage van posities die onderworpen zijn aan artikel 336, lid 3, van de VKV:Er is een speciale behandeling voor obligaties die in aanmerking komen voor een risicogewicht van 10 % in de bankportefeuille overeenkomstig artikel 129, lid 3, van de VKV (gedekte obligaties). De specifieke eigenvermogensvereisten bedragen de helft van het percentage van de tweede categorie van tabel 1 van artikel 336 VKV. Die posities moeten worden toegewezen aan de rijen 208-300 volgens de resterende looptijd tot eindvervaldatum.Bij afdekking van het algemene risico van renteposities met een kredietderivaat moeten artikel 346 en artikel 346 worden toegepast.

325

Eigenvermogensvereiste voor securitisatie-instrumentenHet totaal van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in kolom 610 van template MKR SA SEC. Dit wordt uitsluitend op totaalniveau van de MKR SA TDI gerapporteerd.

330

Eigenvermogensvereiste voor de correlatiehandelsportefeuilleHet totaal van de eigenvermogensvereisten gerapporteerd in kolom 450 van template MKR SA CTP. Dit wordt uitsluitend op totaalniveau van de MKR SA TDI gerapporteerd.

340

BEPAALDE BENADERING VAN POSITIERISICO IN ICB'sDe artikelen 348 tot en met 350 van de VKV Is van toepassing wanneer posities in icb's of de onderliggende instrumenten niet worden behandeld volgens de in deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, van de VKV beschreven methoden. Hieronder vallen in voorkomend geval de effecten van toepasselijke begrenzingen in de eigenvermogensvereisten.Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, eerste zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling. Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, tweede zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag het laagste van 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling en het verschil tussen 40 % van die nettopositie en de eigenvermogensvereisten die voortvloeiende uit het met die icb-blootstelling samenhangende valutarisico.

350-390

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO'S)Artikel 329, lid 3, van de VKVDe aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico's worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.2.   C 19.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO IN SECURITISATIES (MKR SA SEC)

5.2.1.   Algemene opmerkingen

142. In deze template wordt gevraagd om informatie over posities (alle/netto en long/short) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor de component specifiek risico van het positierisico in securitisaties/hersecuritisaties die in de handelsportefeuille worden ingenomen (niet in aanmerking komend voor de correlatiehandelsportefeuille) in het kader van de standaardbenadering.

143. De MKR SA SEC-template bepaalt de eigenvermogensvereiste uitsluitend voor het specifieke risico van securitisatieposities overeenkomstig artikel 335, juncto artikel 337, van de VKV. Bij afdekking van securitisatieposities in de handelsportefeuille met kredietderivaten zijn de artikelen 346 en 347 van de VKV van toepassing. Er is maar één template voor alle posities van de handelsportefeuille, ongeacht de vraag of de instelling de standaardbenadering of de interneratingbenadering hanteert om het risicogewicht voor elke positie te bepalen overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, van de VKV. De rapportage van de eigenvermogensvereisten van het algemene risico van deze posities vindt plaats in de MKR SA TDI-template of de MKR IM-template.

144. Posities met een risicogewicht van 1 250 % kunnen bij wijze van alternatief van CET1 worden afgetrokken (zie de artikelen 243, lid 1, onder b), 244, lid 1, onder b), en 258 van de VKV). In dat geval moeten die posities in 460 van CA1 worden vermeld.

5.2.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV, in samenhang met artikel 337 van de VKV (securitisatieposities). Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

(–) OP HET EIGEN VERMOGEN IN MINDERING GEBRACHTE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 258 van de VKV

050-060

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

070-520

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES NAAR RISICOGEWICHTArtikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV. De long- en shortposities moeten afzonderlijk worden uitgesplitst.

230-240 en 460-470

1 250 %Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

250-260 en 480-490

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULEArtikel 337, lid 2, van de VKV, juncto artikel 262 van de VKV.Deze kolommen worden gerapporteerd als de instelling gebruik maakt van de alternatieve benadering met toezichthoudersformule (SFA), volgens welke de eigenvermogensvereisten worden bepaald als functie van de kenmerken van de pool van zekerheden en contractuele eigenschappen van de tranche.

270 en 500

DOORKIJKStandaardbenadering: de artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV. De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).Interneratingbenadering: Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV. Zie voor vervroegde aflossing artikel 265, lid 1, en artikel 256, lid 5, van de VKV.

280-290/510-520

INTERNEBEOORDELINGSBENADERINGArtikel 109, lid 1, tweede zin, en artikel 259, leden 3 en 4, van de VKV.Deze kolommen worden gerapporteerd als de instelling de internebeoordelingsbenadering gebruikt om de kapitaalopslagen te bepalen voor liquiditeitsfaciliteiten en kredietverbeteringen die banken (waaronder derde banken) aan doorstroomlichamen voor door activa gedekt commercieel papier verstrekken. De op EKBI-methodiek gebaseerde internebeoordelingsbenadering is alleen van toepassing op blootstellingen aan doorstroomlichamen voor door activa gedekt commercieel papier met een interne rating die bij aanvang een niveau heeft van goede kwaliteit („investment grade”).

530-540

ALGEHEEL EFFECT (CORRECTIE) ALS GEVOLG VAN OVERTREDING VAN DE DUEDILIGENCEBEPALINGENArtikel 337, lid 3, van de VKV, juncto artikel 407 van de VKV. Artikel 14, lid 1, punt 2, van de VKV.

550-570

VÓÓR BEGRENZING — GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES EN SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN SHORTPOSITIESArtikel 337 van de VKV zonder inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid voor instellingen om het product van het gewicht en de nettopositie te begrenzen op het grootst mogelijke met het verzuimrisico samenhangende verlies.

580 — 600

NA BEGRENZING — GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIES EN SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN SHORTPOSITIESArtikel 337 van de VKV met inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid.

610

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTENOvereenkomstig artikel 337, lid 4, van de VKV moet de instelling, gedurende een overgangsperiode die eindigt op 31 december 2014, de som van haar gewogen netto longposities (kolom 580) en de som van haar gewogen netto shortposities (kolom 590) afzonderlijk bepalen. Het hoogste van deze bedragen (na begrenzing) vormt de eigenvermogensvereiste. Met ingang van 2015 bepaalt de instelling overeenkomstig artikel 337, lid 4, van de VKV de som van haar gewogen nettoposities, ongeacht of het long- dan wel shortposities betreft (kolom 600), teneinde haar eigenvermogensvereiste te berekenen.



Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGENTotale bedrag aan uitstaande (in de handelsportefeuille aangehouden) securitisaties gerapporteerd door de instelling in de rol van initiator en/of belegger en/of sponsor.

040,070 en 100

SECURITISATIESArtikel 4, leden 61 en 62, van de VKV

020,050, 080 en 110

HERSECURITISATIESArtikel 4, lid 63, van de VKV

030-050

INITIATORArtikel 4, lid 13, van de VKV

060-080

BELEGGERKredietinstelling die securitisatieposities inneemt in een securitisatietransactie waarvoor zij initiator noch sponsor is.

090-110

SPONSORArtikel 4, lid 14, van de VKV Als een sponsor ook zijn eigen activa securitiseert, kan hij de rijen van de initiator invullen met de informatie over zijn eigen gesecuritiseerde activa.

120-210

UITSPLITSING VAN DE TOTALE SOM VAN GEWOGEN NETTO LONG- EN NETTO SHORTPOSITIES NAAR ONDERLIGGENDE SOORTEN ACTIVAArtikel 337, lid 4, laatste zin, van de VKV.De uitsplitsing van de onderliggende activa volgt de indeling die wordt gebruikt in de template SEC-bijzonderheden (kolom „SOORT”): 1 — hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed; 2 — hypotheken op zakelijke onroerend goed; 3 — kredietkaartvorderingen; 4 — leasing; 5 — leningen aan ondernemingen of kmo's (behandeld als ondernemingen); 6 — consumptief krediet; 7 — handelsvorderingen; 8 — andere activa; 9 — gedekte obligaties; 10 — andere verplichtingen. Voor elke securitisatie moet de instelling, indien de pool uit verschillende soorten activa bestaat, de belangrijkste soort vermelden.

5.3.   C 20.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR SPECIFIEK RISICO VOOR AAN DE CORRELATIEHANDELSPORTEFEUILLE TOEGEWEZEN POSITIES (MKR SA CTP)

5.3.1.   Algemene opmerkingen

145. In deze template wordt om informatie gevraagd over CTP-posities (bestaande uit securitisaties, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en andere overeenkomstig artikel 338, lid 3, opgenomen CTP-posities) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten in het kader van de standaardbenadering.

146. De MKR SA CTP-template bepaalt de eigenvermogensvereiste uitsluitend voor het specifieke risico van overeenkomstig artikel 335 juncto artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV aan de CTP toegewezen posities. Bij afdekking van CTP-posities in de handelsportefeuille met kredietderivaten zijn de artikelen 346 en 347 van de VKV van toepassing. Er is maar één template voor alle CTP-posities in de handelsportefeuille, ongeacht de vraag of de instelling de standaardbenadering of de interneratingbenadering hanteert om het risicogewicht voor elke positie te bepalen overeenkomstig deel 3, titel II, hoofdstuk 5, van de VKV. De rapportage van de eigenvermogensvereisten van het algemene risico van deze posities vindt plaats in de MKR SA TDI-template of de MKR IM-template.

147. Deze structuur van de template scheidt securitisatieposities, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en andere CTP-posities. Bijgevolg worden securitisatieposities altijd gerapporteerd in de rijen 030, 060 of 090 (naargelang de rol van de instelling in de securitisatie). Kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden altijd gerapporteerd in regel 110. De „andere CTP-posities” zijn noch securitisatieposities noch kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim (zie definitie in artikel 338, lid 3, van de VKV), maar zij zijn uitdrukkelijk „gekoppeld” (vanwege de beoogde afdekking) aan een van beide posities. Daarom worden zij ofwel onder „securitisatie” ofwel onder „kredietderivaat voor het n-de kredietverzuim” toegewezen.

148. Posities met een risicogewicht van 1 250 % kunnen bij wijze van alternatief van CET1 worden afgetrokken (zie de artikelen 243, lid 1, onder b), 244, lid 1, onder b), en 258 van de VKV). In dat geval moeten die posities in 460 van CA1 worden vermeld.

5.3.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV in verband met posities die zijn toegewezen aan de CTP overeenkomstig artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities, dat eveneens van toepassing is op deze brutoposities.

030-040

(–) OP HET EIGEN VERMOGEN IN MINDERING GEBRACHTE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 258 van de VKV

050-060

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)De artikelen 327, 328, 329 en 334 van de VKV. Zie artikel 328, lid 2, van de VKV voor het verschil tussen long- en shortposities.

070-400

UITSPLITSING VAN DE NETTOPOSITIES NAAR RISICOGEWICHT (SA EN IRB)Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

160 en 330

OVERIGEAndere risicogewichten die niet uitdrukkelijk zijn genoemd in de voorgaande kolommen.Voor kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim alleen die zonder externe rating. Extern beoordeelde kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden ofwel in de MKR SA TDI-template gerapporteerd (rij 321) ofwel — indien zij zijn opgenomen in de CTP — toegewezen aan de kolom van het betrokken risicogewicht.

170-180 en 360-370

1 250 %Artikel 251 (tabel 1) en artikel 261, lid 1 (tabel 4), van de VKV.

190-200 en 340-350

BENADERING MET TOEZICHTHOUDERSFORMULEArtikel 337, lid 2, van de VKV, juncto artikel 262 van de VKV.

210/380

DOORKIJKStandaardbenadering: de artikelen 253 en 254 en artikel 256, lid 5, van de VKV. De kolommen inzake de doorkijkbenadering betreffen alle gevallen van blootstellingen zonder rating waarbij het risicogewicht uit de onderliggende portefeuille van blootstellingen wordt verkregen (gemiddeld risicogewicht van de pool, hoogste risicogewicht van de pool of gebruik van een concentratiefactor).Interneratingbenadering: Artikel 263, leden 2 en 3, van de VKV. Zie voor vervroegde aflossing artikel 265, lid 1, en artikel 256, lid 5, van de VKV.

220-230 en 390-400

INTERNEBEOORDELINGSBENADERINGArtikel 259, leden 3 en 4, van de VKV

410 -420

VÓÓR BEGRENZING — GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIESArtikel 338 van de VKV zonder inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid

430-440

NA BEGRENZING — GEWOGEN NETTO LONG-/SHORTPOSITIESArtikel 338 van de VKV met inaanmerkingneming van de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid

450

TOTAAL EIGENVERMOGENSVEREISTENDe eigenvermogensvereiste is bepaald als de grootste van (i) de specifieke risico-opslag die uitsluitend op de netto longposities van toepassing zou zijn (kolom 430) of (ii) de specifieke risico-opslag die alleen op de netto shortposities van toepassing zou zijn (kolom 440).



Rijen

010

TOTALE BLOOTSTELLINGENTotale bedrag aan uitstaande (in de correlatiehandelsportefeuille aangehouden) posities gerapporteerd door de instelling in de rol van initiator, belegger of sponsor.

020-040

INITIATORArtikel 4, lid 1, punt 13, van de VKV.

050-070

BELEGGERKredietinstelling die securitisatieposities inneemt in een securitisatietransactie waarvoor zij initiator noch sponsor is.

080-100

SPONSORArtikel 4, lid 14, van de VKV Als een sponsor ook zijn eigen activa securitiseert, kan hij de rijen van de initiator invullen met de informatie over zijn eigen gesecuritiseerde activa.

030,060 en 090

SECURITISATIESDe correlatiehandelsportefeuille omvat securitisaties, kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim en mogelijk andere afdekkingsposities die voldoen aan de in artikel 338, leden 2 en 3, van de VKV beschreven criteria.Derivaten van securitisatieblootstellingen die een evenredig aandeel bieden moeten, alsook posities die dienen ter afdekking van CTP-posities, worden opgenomen in de rij „Andere CTP-posities”.

110

KREDIETDERIVATEN VOOR HET N-DE KREDIETVERZUIMKredietderivaten voor het n-de kredietverzuim worden hier samen met overeenkomstig artikel 347 van de VKV ter afdekking daarvan dienende kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim gerapporteerd.De posities van initiator, belegger en sponsor zijn niet geschikt voor kredietderivaten voor het n-de kredietverzuim. Bijgevolg is met betrekking tot securitisatieposities geen uitsplitsing mogelijk voor kredietderivaten voor het n-de verzuim.

040,070, 100 en 120

ANDERE CTP-POSITIESDe posities in: — Derivaten van securitisatieblootstellingen die een evenredig aandeel bieden moeten, alsook posities die dienen ter afdekking van CTP-posities, worden opgenomen in de rij „Andere CTP-posities”. — CTP-posities die overeenkomstig artikel 346 van de VKV zijn afgedekt door kredietderivaten; en — andere posities die voldoen aan artikel 338, lid 3, van de VKV; worden opgenomen.

5.4.   C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)

5.4.1.   Algemene opmerkingen

149. In deze template wordt gevraagd om informatie over de posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor positierisico in aandelen in de handelsportefeuille die worden behandeld in het kader van de standaardbenadering.

150. De template moet apart worden ingevuld voor het „Totaal”; daarnaast moet een statische, vooraf bepaalde lijst van de volgende markten worden verstrekt: Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Egypte, Hongarije, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Polen, Roemenië, Zweden, Verenigd Koninkrijk, Albanië, Japan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Russische Federatie, Servië, Zwitserland, Turkije, Oekraïne, VS, eurozone plus één resttemplate voor alle andere markten. Voor de toepassing van deze rapportagevereiste moet „markt” gelezen worden als „land”.

5.4.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 102 en artikel 105, lid 1, van de VKV. Dit zijn brutoposities die niet worden gesaldeerd door instrumenten maar met uitsluiting van bij derden geplaatste of door derden herovergenomen overnemingsposities (artikel 345, lid 1, tweede zin, van de VKV).

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)De artikelen 327, 329, 332, 341 en 345, van de VKV.

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPENDit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is. De kapitaalopslag moet voor elke nationale markt apart worden berekend.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTENDe kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.



Rijen

010-130

AANDELEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLEEigenvermogensvereisten voor positierisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder b), i), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 3, van de VKV.

020-040

ALGEMEEN RISICOPosities in aandelen die onderworpen zijn aan algemeen risico (artikel 343 van de VKV) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 3, van de VKV.Beide uitsplitsingen (021/022 en 030/040) hebben betrekking op alle aan algemeen risico onderworpen posities.In de rijen 021 en 022 wordt om informatie over de uitsplitsing naar instrumenten gevraagd. Uitsluitend de uitsplitsing in de rijen 030 en 040 dient als uitgangspunt voor de berekening van eigenvermogensvereisten.

021

DerivatenDerivaten die zijn opgenomen in de berekening van aandelenrisico van posities in de handelsportefeuille, waarbij, indien van toepassing, de artikelen 329 en 332 in acht worden genomen.

022

Andere activa en verplichtingenAndere instrumenten dan derivaten die zijn opgenomen in de berekening van aandelenrisico van posities in de handelsportefeuille.

030

Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benaderingOp de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering overeenkomstig artikel 344, leden 1 en 4, van de VKV. Deze posities zijn uitsluitend onderworpen aan algemeen risico en moeten derhalve niet worden gerapporteerd in rij (050).

040

Andere aandelen dan op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversificeerdAndere posities in aandelen die onderworpen zijn aan specifiek risico en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 343 en artikel 344, lid 3, van de VKV.

050

SPECIFIEK RISICOPosities in aandelen die onderworpen zijn aan specifiek risico en de bijbehorende eigenvermogensvereiste overeenkomstig artikel 342 en artikel 344, lid 4, van de VKV.

080

BEPAALDE BENADERING VAN POSITIERISICO IN ICB'sDe VKV wijst die posities niet uitdrukkelijk toe aan hetzij het renterisico hetzij het aandelenrisico. Voor rapportagedoeleinden moeten die posities worden gerapporteerd in de MKR SA EQU-template.Posities in icb's indien kapitaalvereisten worden berekend overeenkomstig artikel 348, lid 1, van de VKV. Is van toepassing wanneer posities in icb's of de onderliggende instrumenten niet worden behandeld volgens de in deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, van de VKV beschreven methoden (zie „Gebruik van interne modellen voor de berekening van eigenvermogensvereisten”).Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, eerste zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling. Bij gebruik van de bepaalde benadering overeenkomstig artikel 348, lid 1, tweede zin, van de VKV is het te rapporteren bedrag het laagste van 32 % van de nettopositie van de betrokken icb-blootstelling en het verschil tussen 40 % van die nettopositie en de eigenvermogensvereisten die voortvloeien uit het met die icb-blootstelling samenhangende valutarisico.Als de specifieke methoden van artikel 350 van de VKV van toepassing zijn, moeten die posities worden gerapporteerd op grond van de onderliggende beleggingen. Daarom zouden die posities worden gerapporteerd in de desbetreffende rijen van hetzij de MKR SA TDI-template hetzij de MKR SA EQU-template.

090-130

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO'S)Artikel 329, leden 2 en 3, van de VKVDe aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico's worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.5.   C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)

5.5.1.   Algemene opmerkingen

151. De instellingen rapporteren informatie over de posities in elke valuta (met inbegrip van de rapportagevaluta) en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta's, behandeld in het kader van de standaardbenadering. De positie wordt berekend voor elke valuta (met inbegrip van EUR), goud en posities in icb's. De rijen 100 tot 470 van deze template worden gerapporteerd ook al zijn instellingen niet verplicht eigenvermogenvereisten voor valutarisico te berekenen overeenkomstig artikel 351 van de CCR.

152. De pro-memorieposten van de template moeten apart worden ingevuld voor alle valuta's van de lidstaten van de Europese Unie en de volgende valuta's: USD, CHF, JPY, RUB, TRY, AUD, CAD, RSD, ALL, UAH, MKD, EGP, ARS, BRL, MXN, HKD, ICK, TWD, NZD, NOK, SGD, KRW, CNY en alle overige valuta's.

5.5.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

020-030

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Brutoposities als gevolg van activa, te ontvangen bedragen en vergelijkbare in artikel 352, lid 1, van de VKV bedoelde posten. Overeenkomstig artikel 352, lid 2, en behoudens toestemming van de bevoegde autoriteiten worden posities die zijn ingenomen om het negatieve effect van de wisselkoers op hun ratio's af te dekken overeenkomstig artikel 92, lid 1, en posities betreffende posten die reeds worden afgetrokken bij de berekening van het eigen vermogen niet gerapporteerd.

040-050

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)Artikel 352, leden 3 en 4, eerste en tweede zin, en artikel 353 van de VKV.De nettoposities worden per valuta berekend, zodat long- en shortposities gelijktijdig kunnen optreden.

060-080

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPENArtikel 352, lid 4, derde zin, en de artikelen 353 en 354 van de VKV

060-070

POSITIES DIE AAN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN (LONG EN SHORT)De netto long- en shortposities worden per valuta berekend door het totaal aan shortposities in mindering te brengen op het totaal aan longposities.De netto longposities voor elke transactie in een valuta worden opgeteld om de netto longpositie in die valuta te verkrijgen.De netto shortposities voor elke transactie in een valuta worden opgeteld om de netto shortpositie in die valuta te verkrijgen.Niet-gematchte posities worden bij posities onderworpen aan kapitaalopslagen voor andere valuta's (rij 030) opgeteld in kolom (060) of (070), naargelang of de regeling short of long is.

080

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN (GEMATCHT)Gematchte posities voor nauw gecorreleerde valuta's.

 

KAPITAALOPSLAG VOOR RISICO (%)Overeenkomstig de artikelen 351 en 354 worden kapitaalopslagen voor risico uitgedrukt als percentage.

090

EIGENVERMOGENSVEREISTENDe kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 3, van de VKV.

100

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.



Rijen

010

TOTAAL POSITIES IN NIET-RAPPORTAGEVALUTA'SPosities in niet-rapportagevaluta's en de bijbehorende eigenvermogensvereisten overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), i), en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV (voor omrekening naar de rapportagevaluta).

020

NAUW GECORRELEERDE VALUTA'SPosities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor in artikel 354 van de VKV genoemde valuta's.

030

ALLE OVERIGE VALUTA'S (met inbegrip van als andere valuta's behandelde icb's)Posities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta's die onderworpen zijn aan de algemene procedure bedoeld in artikel 351 en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV.Rapportage van icb's die worden behandeld als afzonderlijke valuta's overeenkomstig artikel 353 van de VKV:Er zijn twee verschillende behandelingen van icb's als afzonderlijke valuta's voor het berekenen van de kapitaalvereisten: 1.  de gewijzigde behandeling van goud, als de richting van de belegging van de icb niet beschikbaar is (die icb's moeten worden opgeteld bij de totale nettovalutapositie van een instelling); 2.  als de richting van de belegging van de icb wel beschikbaar is, moeten de icb's worden opgeteld bij de totale openstaande valutapositie (long of short, naargelang de richting van de icb). De rapportage van die icb's volgt de berekening van de kapitaalvereisten dienovereenkomstig.

040

GOUDPosities en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor valuta's die onderworpen zijn aan de algemene procedure bedoeld in artikel 351 en artikel 352, leden 2 en 4, van de VKV.

050-090

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO'S)Artikel 352, leden 5 en 6, van de VKVDe aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico's worden gerapporteerd volgens de voor de berekening ervan gevolgde methode.

100-120

Uitsplitsing van totale posities (rapportagevaluta inbegrepen) naar soort blootstellingDe totale posities moeten worden uitgesplitst naar derivaten, andere activa en verplichtingen en posten buiten de balanstelling.

100

Andere activa en verplichtingen niet zijnde posten buiten de balanstelling en derivatenPosities die niet in rij 110 of rij 120 zijn opgenomen, moeten hier worden vermeld.

110

Posten buiten de balanstellingIn bijlage I bij de VKV opgenomen posten behalve die welke zijn opgenomen als effectenfinancieringstransacties en transacties met afwikkeling op lange termijn of voortvloeien uit productoverschrijdende contractuele verrekening.

120

DerivatenOvereenkomstig artikel 352 van de VKV gewaardeerde posities.

130-480

PRO-MEMORIEPOSTEN: VALUTAPOSITIESDe pro-memorieposten van de template moeten apart worden ingevuld voor alle valuta's van de lidstaten van de Europese Unie en de volgende valuta's: USD, CHF, JPY, RUB, TRY, AUD, CAD, RSD, ALL, UAH, MKD, EGP, ARS, BRL, MXN, HKD, ICK, TWD, NZD, NOK, SGD, KRW, CNY en alle overige valuta's.

5.6.   C 23.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR GRONDSTOFFEN (MKR SA COM)

5.6.1.   Algemene opmerkingen

153. In deze template wordt gevraagd om informatie over de posities in grondstoffen en de bijbehorende eigenvermogensvereisten behandeld in het kader van de standaardbenadering.

5.6.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010-020

ALLE POSITIES (LONG EN SHORT)Bruto long/shortposities die overeenkomstig artikel 357, leden 1 en 4, van de VKV beschouwd worden als posities in dezelfde grondstof (zie ook artikel 359, lid 1, van de VKV).

030-040

NETTOPOSITIES (LONG EN SHORT)Overeenkomstig artikel 357, lid 3, van de VKV

050

POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPENDit zijn nettoposities waarop overeenkomstig de verschillende in deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV beschreven benaderingen een kapitaalopslag van toepassing is.

060

EIGENVERMOGENSVEREISTENDe kapitaalopslag voor een toepasselijke positie overeenkomstig deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV.

070

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.



Rijen

010

TOTAAL POSITIES IN GRONDSTOFFENPosities in grondstoffen en de bijbehorende eigenvermogensvereisten voor marktrisico overeenkomstig artikel 92, lid 3, onder c), iii), van de VKV, en deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van de VKV

020-060

POSITIES NAAR CATEGORIE GRONDSTOFFENVoor rapportagedoeleinden worden grondstoffen ingedeeld in de vier hoofdgroepen die genoemd worden in tabel 2 in artikel 361 van de VKV

070

BENADERING OP GROND VAN LOOPTIJDKLASSENPosities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de benadering op grond van looptijdklassen zoals bedoeld in artikel 359 van de VKV

080

UITGEBREIDE BENADERING OP GROND VAN LOOPTIJDKLASSENPosities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de uitgebreide benadering op grond van looptijdklassen zoals bedoeld in artikel 361 van de VKV

090

VEREENVOUDIGDE BENADERINGPosities in grondstoffen die onderworpen zijn aan de vereenvoudigde benadering zoals beschreven in artikel 360 van de VKV

100-140

AANVULLENDE VEREISTEN VOOR OPTIES (NIET-DELTARISICO'S)Artikel 358, lid 4, van de VKVDe aanvullende vereisten voor opties in verband met niet-deltarisico's moeten worden gerapporteerd in het kader van de voor de berekening ervan gevolgde methode.

5.7.   C 24.00 — INTERNE MODEL VOOR MARKTRISICO (MKR IM)

5.7.1.   Algemene opmerkingen

154. Deze template bevat een uitsplitsing van de cijfers van de VaR en de stressed VaR (sVaR) naar de verschillende marktrisico's (schuld, aandelen, valuta's, grondstoffen) en andere voor de berekening van de eigenvermogensvereisten relevante informatie.

155. In het algemeen hangt de rapportage af van de structuur van het model van de instellingen, d.w.z. of zij de cijfers voor algemeen en specifiek risico afzonderlijk of gezamenlijk rapporteren. Hetzelfde geldt voor de uitsplitsing van de VaR/stressed VaR naar risicocategorie (renterisico, aandelenrisico, grondstoffenrisico en valutarisico). Een instelling kan afzien van rapportage van voornoemde uitsplitsingen als zij aantoont dat rapportage van die cijfers te belastend zou zijn.

5.7.2.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

030-040

VaRDit is het grootste potentiële verlies dat met een gegeven waarschijnlijkheid over een bepaalde tijdhorizon zou ontstaan door een prijsverandering.

030

Vermenigvuldigingsfactor (mc) × gemiddelde VaR van voorgaande zestig werkdagen (VaRavg)Artikel 364, lid 1, onder a), ii), en artikel 365, lid 1, van de VKV

040

VaR voorgaande dag (VaRt-1)Artikel 364, lid 1, onder a), i), en artikel 365, lid 1, van de VKV

050-060

Stressed VaRDit is het grootste potentiële verlies dat met een gegeven waarschijnlijkheid over een bepaalde tijdhorizon zou ontstaan door een prijsverandering, verkregen met aan de hand van historische gegevens geijkte invoergegevens uit een ononderbroken periode van twaalf maanden van voor de portefeuille van die instelling relevante financiële spanningen.

050

Vermenigvuldigingsfactor (ms) × gemiddelde van voorgaande zestig werkdagen (SVaRavg)Artikel 364, lid 1, onder b), ii), en artikel 365, lid 1, van de VKV

060

Meest recent beschikbare (SVaRt-1)Artikel 364, lid 1, onder b), i), en artikel 365, lid 1, van de VKV

070-080

KAPITAALOPSLAG VOOR ADDITIONEEL WANBETALINGSRISICO EN MIGRATIERISICODit is het grootste potentiële verlies dat zou ontstaan door een prijsverandering in verband met wanbetalingsrisico en migratierisico berekend overeenkomstig artikel 364, lid 2, onder b) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV.

070

Gemiddelde waarde over de voorgaande twaalf wekenArtikel 364, lid 2, onder b) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV

080

Meest recente waardeArtikel 364, lid 2, onder b), i) juncto deel 3, titel IV, hoofdstuk 5, afdeling 4, van de VKV.

090-110

KAPITAALOPSLAG VOOR ALLE PRIJSRISICO'S VOOR CTP

090

VLOERArtikel 364, lid 3, onder c), van de VKV= 8 % van de kapitaalopslag die overeenkomstig artikel 338, lid 1, van de VKV zou zijn berekend voor alle posities in de kapitaalopslag voor alle prijsrisico's.

100-110

GEMIDDELDE OVER DE VOORGAANDE TWAALF WEKEN EN MEEST RECENTE WAARDEArtikel 364, lid 3, onder b)

110

MEEST RECENTE WAARDEArtikel 364, lid 3, onder a)

120

EIGENVERMOGENSVEREISTENArtikel 364 van de VKV verwijst hiernaar in verband met alle risicofactoren, rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing, additioneel wanbetalings- en migratierisico en alle prijsrisico's voor CTP, maar niet met de kapitaalopslagen voor securitisatie en kredietderivaat voor het n-de kredietverzuim overeenkomstig artikel 364, lid 2, van de VKV.

130

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKV. De uitkomst van de vermenigvuldiging van de eigenvermogensvereisten met 12,5.

140

Aantal overschrijdingen (tijdens voorgaande 250 werkdagen)Zie artikel 366 van de VKV.

150-160

VaR-vermenigvuldigingsfactor (mc) en SvaR-vermenigvuldigingsfactor (ms)Zoals bedoeld in artikel 366 van de VKV.

170-180

GESTELDE OPSLAG VOOR CTP-VLOER — GEWOGEN NETTO LONG/SHORTPOSITIES NA BEGRENZINGDe gerapporteerde bedragen die dienst doen als basis voor het berekenen van de kapitaalopslagvloer voor alle prijsrisico's overeenkomstig artikel 364, lid 3, onder c), van de VKV, houden rekening met de in artikel 335 van de VKV voorziene keuzemogelijkheid voor instellingen om het product van het gewicht en de nettopositie te begrenzen op het grootst mogelijke met het verzuimrisico samenhangende verlies.



Rijen

010

TOTAAL POSITIESBetreft het deel van positie-, valuta- en grondstoffenrisico's bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven risicofactoren.Ten aanzien van de kolommen 030 tot en met 060 (VAR en Stress-VAR) zijn de cijfers in de totaal-rij niet gelijk aan de uitsplitsing van de cijfers voor de VAR/Stress-VAR van de betrokken risicocomponenten. Daarom betreft de uitsplitsing pro-memorieposten.

020

VERHANDELBARE SCHULDINSTRUMENTENBetreft het deel van positierisico bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven renterisicofactoren.

030

TDI — ALGEMEEN RISICOAlgemeen risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

040

TDI — SPECIFIEK RISICOSpecifiek risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

050

AANDELENBetreft het deel van positierisico bedoeld in artikel 363, lid 1, van de VKV in verband met de in artikel 367, lid 2, van de VKV beschreven aandelenrisicofactoren.

060

AANDELEN — ALGEMEEN RISICOAlgemeen risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

070

AANDELEN — SPECIFIEK RISICOSpecifiek risico zoals omschreven in artikel 362 van de VKV.

080

VALUTARISICOArtikel 363, lid 1, en artikel 367, lid 2, van de VKV.

090

GRONDSTOFFENRISICOArtikel 363, lid 1, en artikel 367, lid 2, van de VKV.

100

TOTAALBEDRAG VOOR ALGEMEEN RISICOMarktrisico dat het gevolg is van algemene marktontwikkelingen van verhandelbare schuldinstrumenten, aandelen, valuta's en grondstoffen. VAR voor algemeen risico van alle risicofactoren (rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing).

110

TOTAALBEDRAG VOOR SPECIFIEK RISICODe component specifiek risico van verhandelbare schuldinstrumenten en aandelen. VAR voor specifiek risico van aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten van de handelsportefeuille (rekening houdend met correlatie-effecten, indien van toepassing).

5.8.   C 25.00 — RISICO VAN AANPASSING VAN KREDIETWAARDERING (CVA)

5.8.1.   Instructies voor bepaalde posities



Kolommen

010

BlootstellingswaardeArtikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382 van de VKV.Totaal EAD uit alle transacties onderworpen aan CVA-vereiste.

020

Waarvan: otc-derivatenArtikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382, lid 1, van de VKV.Het uit otc-derivaten voortkomende deel van de totale blootstelling aan tegenpartijkredietrisico. Deze informatie wordt niet gevraagd van instellingen die de IMM toepassen en otc-derivaten en effectenfinancieringstransacties aanhouden in hetzelfde samenstel van verrekenbare transacties.

030

Waarvan: effectenfinancieringstransacties (SFT)Artikel 271 van de VKV, in overeenstemming met artikel 382, lid 2, van de VKV.Het uitsluitend uit SFT-derivaten voortkomende deel van de totale blootstelling aan tegenpartijkredietrisico. Deze informatie wordt niet gevraagd van instellingen die de IMM toepassen en otc-derivaten en effectenfinancieringstransacties aanhouden in hetzelfde samenstel van verrekenbare transacties.

040

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (mc) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (VaRavg)Artikel 383 van de VKV, in overeenstemming met artikel 363, lid 1, onder d), van de VKV.VaR-berekening op basis van interne modellen voor marktrisico.

050

VOORGAANDE DAG (VaRt-1)Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

060

VERMENIGVULDIGINGSFACTOR (ms) × GEMIDDELDE VAN VOORGAANDE ZESTIG WERKDAGEN (SVaRavg)Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

070

MEEST RECENT BESCHIKBARE (SVaRt-1)Zie instructies die naar kolom 040 verwijzen.

080

EIGENVERMOGENSVEREISTENArtikel 92, lid 3, onder d), van de VKVEigenvermogensvereisten voor het CVA-risico, berekend met de gekozen methode.

090

HET TOTAAL VAN DE RISICOPOSTENArtikel 92, lid 4, onder b), van de VKVEigenvermogensvereisten vermenigvuldigd met 12,5.

 

Pro-memorieposten

100

Aantal tegenpartijenArtikel 382 van de VKVAantal tegenpartijen dat is opgenomen in de berekening van de eigenvermogensvereisten voor het CVA-risico.Tegenpartijen zijn een subgroep van debiteuren. Zij komen alleen voor in derivatentransacties of effectenfinancieringstransacties en zijn dan eenvoudigweg de andere partij bij de overeenkomst.

110

Waarvan: de creditspread is bepaald aan de hand van een vervangende waardeaantal tegenpartijen waarbij de creditspread is bepaald op grond van een vervangende waarde in plaats van rechtstreeks waargenomen marktgegevens.

120

AANGEGANE CVABoekhoudkundige voorzieningen in verband met verlaagde kredietwaardigheid van tegenpartijen bij derivatentransacties.

130

SINGLE-NAME-KREDIETVERZUIMSWAPSArtikel 386, lid 1, onder a), van de VKVTotaal van notionele bedragen van single-name-kredietverzuimswaps ter afdekking van CVA-risico.

140

INDEX-KREDIETVERZUIMSWAPSArtikel 386, lid 1, onder b), van de VKVTotaal van notionele bedragen van index-kredietverzuimswaps ter afdekking van CVA-risico.



Rijen

010

Totaal CVA-risicoSom van de rijen 020-040, indien van toepassing

020

Volgens de geavanceerde methodeGeavanceerde methode voor CVA-risico zoals bepaald in artikel 383 van de VKV.

030

Volgens de standaardmethodeStandaardmethode voor CVA-risico zoals voorgeschreven in artikel 384 van de VKV.

040

Op basis van de oorspronkelijkeblootstellingsmethodeBedragen onderworpen aan de toepassing van artikel 385 van de VKV.

▼M2




BIJLAGE III

RAPPORTAGE VAN FINANCIËLE INFORMATIE OVEREENKOMSTIG IFRS



FINREP-TEMPLATES VOOR IFRS

TEMPLATENUMMER

TEMPLATECODE

NAAM VAN DE TEMPLATE OF VAN DE GROEP TEMPLATES

 

 

DEEL 1 [DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE]

Balans [overzicht van financiële positie]

1.1

F 01.01

Balans: activa

1.2

F 01.02

Balans: verplichtingen

1.3

F 01.03

Balans: aandelenvermogen

2

F 02.00

Winst-en-verliesrekening

3

F 03.00

Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1

F 04.01

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

4.2

F 04.02

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: via de winst-en-verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerde financiële activa

4.3

F 04.03

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: financiële activa beschikbaar voor verkoop

4.4

F 04.04

Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij: leningen en kortlopende vorderingen en tot einde looptijd aangehouden beleggingen

4.5

F 04.05

Achtergestelde financiële activa

5

F 05.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product

6

F 06.00

Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code

7

F 07.00

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen of dubieus zijn

Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1

F 08.01

Uitsplitsing van financiële verplichtingen naar product en naar sector van de tegenpartij

8.2

F 08.02

Achtergestelde financiële verplichtingen

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere toezeggingen

9.1

F 09.01

Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

9.2

F 09.02

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

10

F 10.00

Derivaten - handel

Derivaten - hedge accounting

11.1

F 11.01

Derivaten - hedge accounting: uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking

12

F 12.00

Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen van aandeleninstrumenten

Ontvangen zekerheden en garanties

13.1

F 13.01

Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties

13.2

F 13.02

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum]

13.3

F 13.03

Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd

14

F 14.00

Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten

15

F 15.00

Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1

F 16.01

Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij

16.2

F 16.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.3

F 16.03

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument

16.4

F 16.04

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico

16.5

F 16.05

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument

16.6

F 16.06

Winsten of verliezen uit hedge accounting

16.7

F 16.07

Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: balans

17.1

F 17.01

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: activa

17.2

F 17.02

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: blootstellingen buiten de balanstelling - toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen

17.3

F 17.03

Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: verplichtingen

18

F 18.00

Renderende en niet-renderende blootstellingen

19

F 19.00

Respijtblootstellingen

 

 

DEEL 2 [DRIEMAANDELIJKS MET DREMPEL: DRIEMAANDELIJKSE FREQUENTIE OF GEEN RAPPORTAGE]

Geografische uitsplitsing

20.1

F 20.01

Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten

21

F 21.00

Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease

Vermogensbeheer, bewaarneming en andere diensten

22.1

F 22.01

Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit

22.2

F 22.02

Bij de verleende diensten betrokken activa

 

 

DEEL 3 [HALFJAARLIJKS]

Activiteiten buiten de balanstelling: belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1

F 30.01

Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.2

F 30.02

Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten

Verbonden partijen

31.1

F 31.01

Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van

31.2

F 31.02

Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met

 

 

DEEL 4 [JAARLIJKS]

Groepsstructuur

40.1

F 40.01

Groepsstructuur: „per entiteit”

40.2

F 40.02

Groepsstructuur: „per instrument”

Reële waarde

41.1

F 41.01

Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten

41.2

F 41.02

Gebruik van de reëlewaardeoptie

41.3

F 41.03

Hybride financiële instrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

42

F 42.00

Materiële en immateriële activa: boekwaarde naar waarderingsmethode

43

F 43.00

Voorzieningen

Op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen en personeelsbeloningen

44.1

F 44.01

Componenten van netto activa en verplichtingen uit hoofde van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.2

F 44.02

Verloop van op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenregelingen

44.3

F 44.03

Pro-memorieposten [gerelateerd aan personeelslasten]

Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

45.1

F 45.01

Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar boekhoudkundige portefeuille

45.2

F 45.02

Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa die niet voor verkoop worden aangehouden

45.3

F 45.03

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten

46

F 46.00

Mutatieoverzicht van het aandelenvermogen

1.    Balans [overzicht van financiële positie]

1.1    Activa



 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54 (i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V.deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V.deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V.deel 2.3

5

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

IAS 39.9

10

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

4

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

4

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

4

 

160

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

4

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

4

 

220

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

4

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

4

 

240

Derivaten – hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

11

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

IAS 39.89A(a)

 

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); bijlage V.deel 2.4

4, 40

 

270

Materiële activa

 

 

 

280

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

21, 42

 

290

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.5; IAS 1.54(b)

21, 42

 

300

Immateriële activa

IAS 1.54(c); artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

 

310

Goodwill

IFRS 3.B67(d); artikel 4, lid 1, punt 113, van de VKV

 

 

320

Overige immateriële activa

IAS 38.8,118

21, 42

 

330

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

340

Actuele belastingvorderingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

350

Uitgestelde belastingvorderingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 106 van de VKV

 

 

360

Overige activa

Bijlage V.deel 2.5

 

 

370

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.6

 

 

380

TOTAAL ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

1.2    Verplichtingen



 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8 (e) (ii); IAS 39.9, AG 14-15

8

 

020

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

10

 

030

Shortposities

IAS 39.AG 15(b)

8

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

8

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

8

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

8

 

130

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

8

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

8

 

150

Derivaten – hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.23

8

 

160

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - afdekking van renterisico

IAS 39.89A(b)

 

 

170

Voorzieningen

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

43

 

180

Pensioenen en andere op vaste toezeggingen gebaseerde verplichtingen na uitdiensttreding

IAS 19.63; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.7

43

 

190

Overige langetermijnpersoneelsbeloningen

IAS 19.153; IAS 1.78(d); bijlage V.deel 2.8

43

 

200

Herstructurering

IAS 37.71, 84(a)

43

 

210

Lopende juridische zaken en belastinggeschillen

IAS 37.Appendix C. Voorbeelden 6 en 10

43

 

220

Gedane toezeggingen en verstrekte garanties

IAS 37.Appendix C.9

43

 

230

Overige voorzieningen

 

43

 

240

Belastingverplichtingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

250

Actuele belastingverplichtingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

 

260

Uitgestelde belastingverplichtingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 108, van de VKV

 

 

270

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; bijlage V.deel 2.9

 

 

280

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

 

290

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38, bijlage V.deel 2.11

 

 

300

TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.9(b); IG 6

 

 

▼M3

1.3    Aandelenvermogen



 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Boekwaarde

010

010

Kapitaal

IAS 1.54(r), BAD art. 22

46

 

020

Gestort kapitaal

IAS 1.78(e)

 

 

030

Opgevraagd niet-gestort kapitaal

IAS 1.78(e); Bijlage V.deel 2.14

 

 

040

Agio

IAS 1.78(e); Artikel 4, lid 1, punt 124, van de VKV

46

 

050

Andere uitgegeven aandeleninstrumenten dan kapitaal

Bijlage V. Deel 2.15-16

46

 

060

Aandelencomponent van samengestelde financiële instrumenten

IAS 32.28-29; bijlage V.deel 2.15

 

 

070

Overige uitgegeven aandeleninstrumenten

Bijlage V.deel 2.16

 

 

080

Overig aandelenvermogen

IFRS 2.10; bijlage V.deel 2.17

 

 

090

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

46

 

095

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

 

100

Materiële activa

IAS 16.39-41

 

 

110

Immateriële activa

IAS 38.85-87

 

 

120

Actuariële winsten of (–) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

IAS 1.7

 

 

122

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38, IG voorbeeld 12

 

 

124

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

128

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

 

130

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectief deel]

IAS 39.102(a)

 

 

140

Omrekening valuta

IAS 21.52(b); IAS 21.32, 38-49

 

 

150

Afdekkingsderivaten. Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

IFRS 7.23(c); IAS 39.95-101

 

 

160

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.55(b)

 

 

170

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38, IG voorbeeld 12

 

 

180

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h); IAS 28.11

 

 

190

Ingehouden winsten

Artikel 4, lid 1, punt 123, van de VKV

 

 

200

Herwaarderingsreserves

IFRS 1.30, D5-D8; bijlage V.deel 2.18

 

 

210

Overige reserves

IAS 1.54; IAS 1.78(e)

 

 

220

Reserves of gecumuleerde verliezen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 28.11; Bijlage V.deel 2.19

 

 

230

Overige

Bijlage V.deel 2.19

 

 

240

(–) Eigen aandelen

IAS 1.79(a)(vi); IAS 32.33-34, AG 14, AG 36; bijlage V.deel 2.20

46

 

250

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winst of verlies

IAS 27.28; IAS 1.81B (b)(ii)

2

 

260

(–) Tussentijds dividend

IAS 32.35

 

 

270

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

 

280

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

IAS 27.27-28; Artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

46

 

290

Overige posten

IAS 27.27-28

46

 

300

TOTAAL AANDELENVERMOGEN

IAS 1.9(c), IG 6

46

 

310

TOTAAL AANDELENVERMOGEN EN TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.IG6

 

 

▼M2

2.    Winst-en-verliesrekening



 

Verwijzingen

Uitsplitsing in tabel

Lopende periode

010

010

Rentebaten

IAS 1.97; IAS 18.35(b)(iii); bijlage V.deel 2.21

16

 

020

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); bijlage V.deel 2.24

 

 

030

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e);

 

 

040

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(b); IAS 39.55(b); IAS 39.9

 

 

050

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(a)

 

 

060

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(b); IAS 39.9, 39.46(b)

 

 

070

Derivaten - hedge accounting, renterisico

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.23

 

 

080

Overige activa

Bijlage V.deel 2.25

 

 

090

(Rentelasten)

IAS 1.97; bijlage V.deel 2.21

16

 

100

(Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); bijlage V.deel 2.24

 

 

110

(Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

120

(Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen)

IFRS 7.20(b); IAS 39.47

 

 

130

(Derivaten - hedge accounting, renterisico)

IAS 39.9; bijlage V.deel 2.23

 

 

140

(Overige verplichtingen)

Bijlage V.deel 2.26

 

 

150

(Lasten uit hoofde van direct opvraagbaar aandelenkapitaal)

IFRIC 2.11

 

 

160

Dividendinkomsten

IAS 18.35(b)(v); bijlage V.deel 2.28

 

 

170

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.20(a)(i), B5(e)

 

 

180

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(i), B5(e); IAS 39.9

 

 

190

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

200

Vergoedings- en provisiebaten

IFRS 7.20(c)

22

 

210

(Vergoedings- en provisielasten)

IFRS 7.20(c)

22

 

220

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a)(ii-v); bijlage V.deel 2.97

16

 

230

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 39.9, 39.55(b)

 

 

240

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(a)(iv); IAS 39.9, 39.56

 

 

250

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(a)(iii); IAS 39.9, 39.56

 

 

260

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.20(a)(v); IAS 39.56

 

 

270

Overige

 

 

 

280

Winsten of (-) verliezen uit financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, netto

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16

 

290

Winsten of (-) verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, netto

IFRS 7.20(a)(i); IAS 39.55(a)

16, 45

 

300

Winsten of (-) verliezen voortvloeiende uit hedge accounting, netto

IFRS 7.24; bijlage V.deel 2.30

16

 

310

Wisselkoersverschillen [winst of (-) verlies], netto

IAS 21.28, 52 (a)

 

 

330

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa, netto

IAS 1.34

45

 

340

Overige bedrijfsopbrengsten

Bijlage V.deel 2.141-143

45

 

350

(Overige bedrijfskosten)

Bijlage V.deel 2.141-143

45

 

355

TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN, NETTO

 

 

 

360

(Administratieve lasten)

 

 

 

370

(Personeelslasten)

IAS 19.7; IAS 1.102, IG 6

44

 

380

(Overige administratieve lasten)

 

 

 

390

(Afschrijving)

IAS 1.102, 104

 

 

400

(Materiële vaste activa)

IAS 1.104; IAS 16.73(e)(vii)

 

 

410

(Vastgoedbeleggingen)

IAS 1.104; IAS 40.79(d)(iv)

 

 

420

(Overige immateriële activa)

IAS 1.104; IAS 38.118(e)(vi)

 

 

430

(Voorzieningen of (-) terugboeking van voorzieningen)

IAS 37.59, 84; IAS 1.98(b)(f)(g)

43

 

440

(Gedane toezeggingen en verstrekte garanties)

 

 

 

450

(Overige voorzieningen)

 

 

 

460

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening)

IFRS 7.20(e)

16

 

470

(Tegen kostprijs gewaardeerde financiële activa)

IFRS 7.20(e); IAS 39.66

 

 

480

(Financiële activa beschikbaar voor verkoop)

IFRS 7.20(e); IAS 39.67

 

 

490

(Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

500

(Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen)

IFRS 7.20(e); IAS 39.63

 

 

510

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen)

IAS 28.40-43

16

 

520

(Bijzondere waardevermindering of (-) terugneming van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa)

IAS 36.126(a)(b)

16

 

530

(Materiële vaste activa)

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

540

(Vastgoedbeleggingen)

IAS 40.79(d)(v)

 

 

550

(Goodwill)

IFRS 3.Appendix B67(d)(v); IAS 36.124

 

 

560

(Overige immateriële activa)

IAS 38.118 (e)(iv)(v)

 

 

570

(Overige)

IAS 36.126(a)(b)

 

 

580

Negatieve goodwill opgenomen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 3.Appendix B64(n)(i)

 

 

590

Aandeel van winst of (-) verlies van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(c)

 

 

600

Winst of (-) verlies uit hoofde van als aangehouden voor verkoop geclassificeerde en niet als beëindigde bedrijfsactiviteiten in aanmerking komende vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.37; bijlage V.deel 2.27

 

 

610

WINST OF (-) VERLIES VÓÓR BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1.102, IG 6; IFRS 5.33 A

 

 

620

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met winst en verlies uit doorlopende activiteiten)

IAS 1.82(d); IAS 12.77

 

 

630

WINST OF (-) VERLIES NA BELASTING UIT DOORLOPENDE ACTIVITEITEN

IAS 1, IG 6

 

 

640

Winst of (-) verlies na belasting uit beëindigde activiteiten

IAS 1.82(e); IFRS 5.33(a), 5.33 A

 

 

650

Winst of (-) verlies vóór belasting uit beëindigde activiteiten

IFRS 5.33(b)(i)

 

 

660

(Belastinglasten of (-) -baten in verband met beëindigde activiteiten)

IFRS 5.33 (b)(ii)(iv)

 

 

670

WINST OF (-) VERLIES OVER HET JAAR

IAS 1.81A(a)

 

 

680

Aan minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap] toe te rekenen

IAS 1.83(a)(i)

 

 

690

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

IAS 1.81B(b)(ii)

 

 

3.    Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten



 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Winst of (-) verlies over het jaar

IAS 1.7, 81(b), 83(a), IG6

 

020

Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

IAS 1.7, 81(b), IG6

 

030

Posten die niet opnieuw worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(a)

 

040

Materiële activa

IAS 1.7, IG6; IAS 16.39-40

 

050

Immateriële activa

IAS 1.7; IAS 38.85-86

 

060

Actuariële winsten of (-) verliezen over op vaste toezeggingen gebaseerde pensioenverplichtingen

IAS 1.7, IG6; IAS 19.93A

 

070

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

080

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van op basis van de vermogensmutatiemethode verantwoorde entiteiten

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

090

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die niet opnieuw worden ingedeeld

IAS 1.91(b); bijlage V.deel 2.31

 

100

Posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of verlies

IAS 1.82A(b)

 

110

Afdekking van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten [effectief deel]

IAS 39.102(a)

 

120

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 39.102(a)

 

130

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 39.102(a)

 

140

Overige herindelingen

 

 

150

Omrekening valuta

IAS 1.7, IG6; IAS 21.52(b)

 

160

Omrekeningswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 21.32, 38-47

 

170

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IAS 21.48-49

 

180

Overige herindelingen

 

 

190

Kasstroomafdekkingen [effectief deel]

IAS 1.7, IG6; IFRS 7.23(c); IAS 39.95(a)-96

 

200

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IAS 1.IG6; IAS 39.95(a)-96

 

210

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95, IG6; IAS 39.97-101

 

220

Overgeboekt naar aanvankelijke boekwaarde van afgedekte posten

IAS 1.IG6; IAS 39.97-101

 

230

Overige herindelingen

 

 

240

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IAS 1.7, IG 6; IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

250

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

260

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(a)(ii); IAS 1.7, IAS 1.92-95, IAS 1.IG6; IAS 39.55(b)

 

270

Overige herindelingen

IFRS 5.IG Voorbeeld 12

 

280

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IFRS 5.38

 

290

Waarderingswinsten of (-) -verliezen geboekt onder aandelenvermogen

IFRS 5.38

 

300

Overgeboekt naar winst-en-verliesrekening

IAS 1.7, 92-95; IFRS 5.38

 

310

Overige herindelingen

IFRS 5.IG Voorbeeld 12

 

320

Aandeel van overige opgenomen baten en lasten van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.82(h), IG6; IAS 28.11

 

330

Inkomstenbelasting gerelateerd aan posten die opnieuw kunnen worden ingedeeld bij winst of (-) verlies

IAS 1.91(b), IG6; bijlage V.deel 2.31

 

340

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het jaar

IAS 1.7, 81A(a), IG6

 

350

Aan minderheidsbelang [belang zonder zeggenschap] toe te rekenen

IAS 1.83(b)(i), IG6

 

360

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen

IAS 1.83(b)(ii), IG6

 

4.    Uitsplitsing van financiële activa naar instrument en naar sector van de tegenpartij

4.1    Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa



 

Verwijzingen

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

4.2    Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening



 

Verwijzingen

Boekwaarde

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

IFRS 7.9(c); bijlage V.deel 2.46

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

190

FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

4.3    Financiële activa beschikbaar voor verkoop



 

Verwijzingen

Boekwaarde van niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Boekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering

IAS 39.58-62

Bijlage V.deel 2.34

Bijlage V.deel 2.46

010

020

030

040

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

190

FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

4.4    Leningen en kortlopende vorderingen en tot einde looptijd aangehouden deelnemingen



 

Verwijzingen

Niet aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa [brutoboekwaarde]

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Boekwaarde

 

IFRS 7.37(b); IFRS 7.IG 29 (a); IAS 39.58-59

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.36

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.37

IAS 39.AG 84-92; bijlage V.deel 2.38

Bijlage V.deel 2.39

010

020

030

040

050

060

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

130

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

140

LENINGEN EN KORTLOPENDE VORDERINGEN

IAS 39,9 AG 16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

 

 

 

 

 

150

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

170

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

190

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

200

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

210

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

220

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

230

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

240

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

250

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

270

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

280

TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

4.5    Achtergestelde financiële activa



 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

030

[VOOR DE UITGEVENDE INSTELLING] ACHTERGESTELDE FINANCIËLE ACTIVA

Bijlage V.deel 2.40, 54

 

5.    Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar product



 

 

Verwijzingen

Centrale banken

Algemene overheden

Kredietinstellingen

Overige financiële ondernemingen

Niet-financiële ondernemingen

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(a)

Bijlage V.deel 1.35(b)

Bijlage V.deel 1.35(c)

Bijlage V.deel 1.35(d)

Bijlage V.deel 1.35(e)

Bijlage V.deel 1.35(f)

010

020

030

040

050

060

Naar product

010

Opvraagbaar [call] en korte termijn [rekening-courant]

Bijlage V.deel 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

020

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V.deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

030

Handelsvorderingen

Bijlage V.deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

040

Financiële leases

Bijlage V.deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

050

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V.deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

060

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V.deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

070

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V.deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

080

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

Naar zekerheid

090

waarvan: hypotheekleningen [door onroerend goed gedekte leningen]

Bijlage V.deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

100

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V.deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

Naar doeleinde

110

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V.deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

120

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V.deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

Naar rangorde

130

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V.deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

6.    Uitsplitsing van leningen en voorschotten aan niet-financiële ondernemingen naar NACE-code



 

Verwijzingen

Niet-financiële ondernemingen

Brutoboekwaarde

Waarvan: niet-renderend

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering of gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

Bijlage V.deel 2.45

Bijlage V.deel 2.145-162

Bijlage V.deel 2.46

010

012

020

010

A  Landbouw, bosbouw en visserij

NACE-verordening

 

 

 

020

B  Winning van delfstoffen

NACE-verordening

 

 

 

030

C  Industrie

NACE-verordening

 

 

 

040

D  Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

NACE-verordening

 

 

 

050

E  Distributie van water

NACE-verordening

 

 

 

060

F  Bouwnijverheid

NACE-verordening

 

 

 

070

G  Groot- en detailhandel

NACE-verordening

 

 

 

080

H  Vervoer en opslag

NACE-verordening

 

 

 

090

I  Verschaffen van accommodatie en maaltijden

NACE-verordening

 

 

 

100

J  Informatie en communicatie

NACE-verordening

 

 

 

110

L  Exploitatie van en handel in onroerend goed

NACE-verordening

 

 

 

120

M  Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

NACE-verordening

 

 

 

130

N  Administratieve en ondersteunende diensten

NACE-verordening

 

 

 

140

O  Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen

NACE-verordening

 

 

 

150

P  Onderwijs

NACE-verordening

 

 

 

160

Q  Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

NACE-verordening

 

 

 

170

R  Kunst, amusement en recreatie

NACE-verordening

 

 

 

180

S  Overige diensten

NACE-verordening

 

 

 

190

LENINGEN EN VOORSCHOTTEN

Bijlage V.deel 1.24, 27, 42, 43

 

 

 

7.    Aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa die vervallen of dubieus zijn



 

Verwijzingen

Vervallen maar niet dubieus

Boekwaarde van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen

Gecumuleerde afschrijvingen

≤ 30 dagen

> 30 dagen ≤ 60 dagen

> 60 dagen ≤ 90 dagen

> 90 dagen ≤ 180 dagen

> 180 dagen ≤ 1 jaar

> 1 jaar

IFRS 7.37(a); IG 26-28; bijlage V.deel 2.47-48

IAS 39.58-70

IAS 39 AG 84-92; IFRS 7.37(b); bijlage V.deel 2.36

IAS 39 AG 84-92; bijlage V.deel 2.37

IAS 39 AG 84-92; bijlage V.deel 2.38

IAS 39 AG 84-92; IFRS 7.16,37(b); B5(d); bijlage V.deel 2.49-50

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

waarvan: tegen kostprijs

IAS 39.46(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

waarvan: kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen en voorschotten naar product, naar zekerheid en naar rangorde

200

Opvraagbaar [call] en korte termijn [rekening-courant]

Bijlage V.deel 2.41(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Schuld op kredietkaarten

Bijlage V.deel 2.41(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Handelsvorderingen

Bijlage V.deel 2.41(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Financiële leases

Bijlage V.deel 2.41(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten

Bijlage V.deel 2.41(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen met andere voorwaarden

Bijlage V.deel 2.41(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Voorschotten die geen leningen zijn

Bijlage V.deel 2.41(g)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

waarvan: hypotheekleningen [door onroerend goed gedekte leningen]

Bijlage V.deel 2.41(h)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

waarvan: overige tegen zekerheid verstrekte leningen

Bijlage V.deel 2.41(i)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

waarvan: consumptief krediet

Bijlage V.deel 2.41(j)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

waarvan: lening voor huisaankoop

Bijlage V.deel 2.41(k)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

waarvan: leningen voor projectfinanciering

Bijlage V.deel 2.41(l)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.    Uitsplitsing van financiële verplichtingen

8.1    Uitsplitsing van financiële producten naar product en naar sector van de tegenpartij



 

Verwijzingen

Boekwaarde

Bedrag van de cumulatieve verandering in de reële waarde wegens veranderingen in het kredietrisico

Contractueel te betalen bedrag op vervaldag

Voor handelsdoeleinden aangehouden

Tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Geamortiseerde kostprijs

Hedge accounting

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

Artikel 30, onder b), artikel 424, lid 1, onder d), i), van de VKV

 

010

020

030

037

040

050

010

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

020

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

040

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

050

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

060

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

070

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

080

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

090

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

100

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

110

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

120

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

130

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

140

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

150

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

160

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

170

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

180

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

190

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

200

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

220

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

230

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

240

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

250

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

260

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

270

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

280

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

290

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

300

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

320

Rekeningen-courant / girale deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.1

 

 

 

 

 

 

330

Deposito's met overeengekomen looptijd

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.2

 

 

 

 

 

 

340

Deposito’s met opzegtermijn

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.3; bijlage V.deel 2.51

 

 

 

 

 

 

350

Retrocessieovereenkomsten

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9.4

 

 

 

 

 

 

360

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31; bijlage V.deel 2.52

 

 

 

 

 

 

370

Depositocertificaten

Bijlage V.deel 2.52(a)

 

 

 

 

 

 

380

Door activa gedekte effecten

Artikel 4, lid 1, punt 61, van de VKV

 

 

 

 

 

 

390

Gedekte obligaties

Artikel 129, lid 1, van de VKV

 

 

 

 

 

 

400

Hybride contracten

IAS 39.10-11, AG27, AG29; IFRIC 9; bijlage V.deel 2.52(d)

 

 

 

 

 

 

410

Overige uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 2.52(e)

 

 

 

 

 

 

420

Converteerbare samengestelde financiële instrumenten

IAS 32.AG 31

 

 

 

 

 

 

430

Niet-converteerbaar

 

 

 

 

 

 

 

440

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

450

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

8.2    Achtergestelde financiële verplichtingen



 

Boekwaarde

 

Verwijzingen

Tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Tegen geamortiseerde kostprijs

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

010

020

010

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

020

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

030

ACHTERGESTELDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

Bijlage V.deel 2.53-54

 

 

9.    Toegezegde leningen, financiële garanties en andere toezeggingen

9.1    Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen



 

Verwijzingen

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(a), B10(c)(d); bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.62

010

010

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

021

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

030

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

040

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

080

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

090

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

101

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

110

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

120

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

130

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

140

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

150

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

160

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

170

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

181

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

190

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

200

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

210

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

220

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

230

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

240

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

9.2    LToegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen



 

Verwijzingen

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de garantie

Nominaal bedrag

IFRS 7.36(b); bijlage V.deel 2.63

Bijlage V.deel 2.63

010

020

010

Ontvangen toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

070

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

080

Ontvangen financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 bijlage A; bijlage V.deel 2.56, 58

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

100

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

150

Overige ontvangen toezeggingen

Bijlage V.deel 2.56, 59

 

 

160

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

170

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

180

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

190

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

200

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

210

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

10.    Derivaten — Handel



Naar soort risico / Naar product of soort markt

Verwijzingen

Boekwaarde

Nominaal bedrag

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

Totaal handel

Waarvan: verkocht

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.70-71

Bijlage V.deel 2.72

010

020

030

040

010

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

020

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

030

Otc-opties

 

 

 

 

 

040

Otc overige

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

060

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

070

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

080

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

090

Otc-opties

 

 

 

 

 

100

Otc overige

 

 

 

 

 

110

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

120

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

130

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

140

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

150

Otc-opties

 

 

 

 

 

160

Otc overige

 

 

 

 

 

170

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

180

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

190

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

200

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

210

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

220

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

230

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

240

Overige

 

 

 

 

 

250

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

260

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

270

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

280

waarvan: economische afdekkingen

Bijlage V.deel 2.74

 

 

 

 

290

DERIVATEN

IAS 39.9

 

 

 

 

300

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c), 2.75(a)

 

 

 

 

310

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

320

waarvan: Otc - overige

Bijlage V.deel 2.75(c)

 

 

 

 

11.    Derivaten — Hedge accounting

11.1    Derivaten — Hedge accounting: uitsplitsing naar soort risico en soort afdekking



Naar product of naar type markt

Verwijzingen

Boekwaarde

Nominaal bedrag

Activa

Verplichtingen

Totaal afdekking

Waarvan: verkocht

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.69

Bijlage V.deel 2.70, 71

Bijlage V.deel 2.72

010

020

030

040

010

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

020

Otc-opties

 

 

 

 

 

030

Otc overige

 

 

 

 

 

040

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

050

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

060

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

070

Otc-opties

 

 

 

 

 

080

Otc overige

 

 

 

 

 

090

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

100

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

110

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

120

Otc-opties

 

 

 

 

 

130

Otc overige

 

 

 

 

 

140

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

150

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

160

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

170

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

180

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

190

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

200

Overige

 

 

 

 

 

210

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

220

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

230

AFDEKKING REËLE WAARDE

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(a)

 

 

 

 

240

Rentetarieven

Bijlage V.deel 2.67(a)

 

 

 

 

250

Otc-opties

 

 

 

 

 

260

Otc overige

 

 

 

 

 

270

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

280

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

290

Aandelenvermogen

Bijlage V.deel 2.67(b)

 

 

 

 

300

Otc-opties

 

 

 

 

 

310

Otc overige

 

 

 

 

 

320

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

330

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

340

Buitenlandse valuta en goud

Bijlage V.deel 2.67(c)

 

 

 

 

350

Otc-opties

 

 

 

 

 

360

Otc overige

 

 

 

 

 

370

Gereglementeerdemarktopties

 

 

 

 

 

380

Gereglementeerde markt overige

 

 

 

 

 

390

Krediet

Bijlage V.deel 2.67(d)

 

 

 

 

400

Kredietverzuimswap

 

 

 

 

 

410

Creditspreadoptie

 

 

 

 

 

420

Totaleopbrengstenswap

 

 

 

 

 

430

Overige

 

 

 

 

 

440

Grondstoffen

Bijlage V.deel 2.67(e)

 

 

 

 

450

Overige

Bijlage V.deel 2.67(f)

 

 

 

 

460

AFDEKKING KASSTROOM

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(b)

 

 

 

 

470

AFDEKKING VAN NETTODEELNEMINGEN IN BUITENLANDSE ACTIVITEITEN

IFRS 7.22(b); IAS 39.86(c)

 

 

 

 

480

REËLEWAARDEAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39.89A, IE 1-31

 

 

 

 

490

KASSTROOMAFDEKKINGEN VAN RENTERISICO IN PORTEFEUILLE

IAS 39 IG F6 1-3

 

 

 

 

500

DERIVATEN-HEDGE ACCOUNTING

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

 

 

510

waarvan: Otc - kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c), 2.75(a)

 

 

 

 

520

waarvan: Otc - overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d), 2.75(b)

 

 

 

 

530

waarvan: Otc - overige

Bijlage V.deel 2.75(c)

 

 

 

 

12.    Wijzigingen in voorzieningen voor kredietverliezen en bijzondere waardeverminderingen van aandeleninstrumenten



 

Verwijzingen

Openingssaldo

Toenames als gevolg van bedragen die zijn gereserveerd voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode

Afnames als gevolg van teruggeboekte bedragen voor geraamde verliezen op leningen gedurende de verslagperiode

Afnames als gevolg van bedragen die ten laste worden gebracht van voorzieningen

Overdrachten tussen voorzieningen

Overige aanpassingen

Eindsaldo

Ontvangsten op afgeboekte vorderingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

Waardeaanpassingen die rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen

 

Bijlage V.deel 2.77

Bijlage V.deel 2.77

Bijlage V.deel 2.78

 

 

 

 

Bijlage V.deel 2.78

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

Aandeleninstrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Specifieke voorzieningen voor individueel beoordeelde financiële activa

IAS 39.63-70, AG 84-92; IFRS 7.37(b); bijlage V.deel 2.36

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Specifieke voorzieningen voor collectief beoordeelde financiële activa

IAS 39.59, 64; bijlage V.deel 2.37

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Collectieve voorzieningen voor geleden maar niet gerapporteerde verliezen op financiële activa

IAS 39.59, 64; bijlage V.deel 2.38

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13.    Ontvangen zekerheden en garanties

13.1    Uitsplitsing van leningen en voorschotten naar zekerheden en garanties



 

Maximaal in aanmerking te nemen bedrag van de zekerheid of garantie

Garanties en zekerheden

Verwijzingen

Hypotheekleningen [Door onroerend goed gedekte leningen]

Overige door zekerheden gedekte leningen

Ontvangen financiële garanties

Woningen

Zakelijk

Contanten [uitgegeven schuldinstrumenten]

Overige

IFRS 7.36(b)

Bijlage V.deel 2.81(a)

Bijlage V.deel 2.81(a)

Bijlage V.deel 2.81(b)

Bijlage V.deel 2.81(b)

Bijlage V.deel 2.81(c)

010

020

030

040

050

010

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 2.81

 

 

 

 

 

020

waarvan: overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

030

waarvan: niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

040

waarvan: huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

13.2    Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning gedurende de verslagperiode [aangehouden op de verslagdatum]



 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Voor verkoop aangehouden vaste activa

IFRS 7.38(a)

 

020

Materiële vaste activa

IFRS 7.38(a)

 

030

Vastgoedbeleggingen

IFRS 7.38(a)

 

040

Aandelen- en schuldinstrumenten

IFRS 7.38(a)

 

050

Overige

IFRS 7.38(a)

 

060

Totaal

 

 

13.3    Zekerheden die zijn verkregen door uitwinning [materiële activa] gecumuleerd



 

Verwijzingen

Boekwaarde

010

010

Executie [materiële activa]

IFRS 7.38(a); bijlage V.deel 2.84

 

14.    Reëlewaardehiërarchie: tegen reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten



 

Verwijzingen

Reëlewaardehiërarchie IFRS 13.93(b)

Verandering in de reële waarde in de verslagperiode ITS V.deel 2.86

Gecumuleerde verandering in de reële waarde vóór belasting ITS V.deel 2.87

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

IFRS 13.81

IFRS 13.86, 93(f)

IFRS 13.76

IFRS 13.81

IFRS 13.86

010

020

030

040

050

060

070

080

ACTIVA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Derivaten

IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(h)(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.19

 

 

 

 

 

 

 

 

15.    Verwijdering uit de balans en financiële verplichtingen in verband met overgedragen financiële activa



 

Verwijzingen

Geheel in de balanstelling opgenomen overgedragen financiële activa

Overgedragen financiële activa die in de balanstelling zijn opgenomen voor zover de instelling erbij betrokken blijft

Uitstaande hoofdsom van overgedragen financiële activa die geheel uit de balanstelling zijn verwijderd en waarvoor de instelling beheerrechten behoudt

Voor kapitaaldoeleinden uit de balans verwijderde bedragen

Overgedragen activa

Gerelateerde verplichtingen ITS V.deel 2.89

Uitstaande hoofdsom van de oorspronkelijke activa

Boekwaarde van de activa die nog worden verantwoord [blijvende betrokkenheid]

Boekwaarde van gerelateerde verplichtingen

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

Boekwaarde

Waarvan: securitisaties

Waarvan: retrocessieovereenkomsten

IFRS 7.42D.(e)

IFRS 7.42D(e); artikel 4, lid 1, punt 61, van de VKV

IFRS 7.42D(e); bijlage V.deel 2.91, 92

IFRS 7.42D(e);

IFRS 7.42DEUR

IFRS 7.42D(e); bijlage V.deel 2.91, 92

 

IFRS 7.42D(f)

IFRS 7.42D(f); bijlage V.deel 2.89

 

Artikel 109 van de VKV; bijlage V.deel 2.90

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M3

16.    Uitsplitsing van geselecteerde posten in de winst-en-verliesrekening

16.1    Rentebaten en -lasten naar instrument en naar sector van de tegenpartij



 

Lopende periode

 

Verwijzingen

Baten

Lasten

Bijlage V. Deel 2.95

Bijlage V. Deel 2.95

010

020

010

Derivaten — Handel

IAS 39.9; Bijlage V. Deel 2.96

 

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.26

 

 

030

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

040

Overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

050

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

060

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

070

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

080

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

090

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

100

Overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

110

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

120

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

130

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

140

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

150

Overige activa

Bijlage V.deel 1.51

 

 

160

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

 

170

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

180

Overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

190

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

200

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

210

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

220

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

230

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.31

 

 

240

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

250

Derivaten — Hedge accounting, renterisico

Bijlage V. Deel 2.95

 

 

260

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

 

270

RENTE

IAS 18.35(b); IAS 1.97

 

 

16.2    Winsten of verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument



 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.26

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

070

WINSTEN OF (–) VERLIEZEN BIJ VERWIJDERING UIT DE BALANS VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE NIET TEGEN REËLE WAARDE ZIJN GEWAARDEERD MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

IFRS 7.20(a)(v-vii); IAS 39.55(a)

 

16.3    Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar instrument



 

Verwijzingen

Lopende periode

 

010

010

Derivaten

IAS 39.9

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

030

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.26

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

050

Shortposities

IAS 39 AG 15(b)

 

060

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

070

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.31

 

080

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

090

WINSTEN OF (–) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

16.4.    Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, naar risico



 

Verwijzingen

Lopende periode

 

010

010

Rente-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V.deel 2.99(a)

 

020

Aandeleninstrumenten en gerelateerde derivaten

bijlage V.deel 2.99(b)

 

030

Handel in vreemde valuta en derivaten in verband met buitenlandse valuta's en goud

Bijlage V.deel 2.99(c)

 

040

Kredietrisico-instrumenten en gerelateerde derivaten

Bijlage V.deel 2.99(d)

 

050

Derivaten in verband met grondstoffen

Bijlage V.deel 2.99(e)

 

060

Overige

Bijlage V.deel 2.99(f)

 

070

WINSTEN OF (–) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE VOOR HANDELSDOELEINDEN WORDEN AANGEHOUDEN, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

16.5    Winsten of verliezen op financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, naar instrument



 

Verwijzingen

Lopende periode

Gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico

 

Bijlage V. Deel 2.100

010

020

010

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

020

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.26

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.27

 

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9

 

 

050

Uitgegeven schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.31

 

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V. Deel 1.32-34

 

 

070

WINSTEN OF (–) VERLIEZEN OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN DIE ZIJN GEWAARDEERD TEGEN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING, NETTO

IFRS 7.20(a)(i)

 

 

16.6    Winsten of verliezen uit hedge accounting



 

Verwijzingen

Lopende periode

010

010

Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument [inclusief beëindiging]

IFRS 7.24(a)(i)

 

020

Veranderingen in de reële waarde van het afgedekte instrument vanwege het afgedekte risico

IFRS 7.24(a)(ii)

 

030

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van kasstroomafdekkingen

IFRS 7.24(b)

 

040

Ineffectiviteit in winst of verlies uit hoofde van afdekkingen van nettodeelnemingen in buitenlandse activiteiten

IFRS 7.24(c)

 

050

WINSTEN OF (–) VERLIEZEN UIT HOOFDE VAN HEDGE ACCOUNTING, NETTO

IFRS 7.24

 

16.7    Bijzondere waardevermindering van financiële en niet-financiële activa



 

Lopende periode

 

 

Verwijzingen

Toevoegingen

Bijlage V. Deel 2.102

Terugboekingen

Bijlage V. Deel 2.102

Totaal

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering

010

020

030

040

010

Bijzondere waardevermindering of (–) terugneming van bijzondere waardevermindering van financiële activa die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.20(e)

 

 

 

 

020

Tegen kostprijs gewaardeerde financiële activa

IFRS 7.20(e); IAS 39.66

 

 

 

 

030

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.20(e); IAS 39.67-70

 

 

 

 

040

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

050

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.20(e); IAS 39.63-65

 

 

 

 

060

Bijzondere waardevermindering of (–) terugneming van bijzondere waardevermindering van deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 28.40-43

 

 

 

 

070

Dochterondernemingen

IFRS 10 Bijlage A

 

 

 

 

080

Joint ventures

IAS 28.3

 

 

 

 

090

Geassocieerde ondernemingen

IAS 28.3

 

 

 

 

100

Bijzondere waardevermindering of (–) terugneming van bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

110

Materiële vaste activa

IAS 16.73(e)(v-vi)

 

 

 

 

120

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.79(d)(v)

 

 

 

 

130

Goodwill

IAS 36.10b; IAS 36.88-99, 124; IFRS 3 Bijlage B67(d)(v)

 

 

 

 

140

Overige immateriële activa

IAS 38.118(e)(iv)(v)

 

 

 

 

145

Overige

IAS 36.126(a),(b)

 

 

 

 

150

TOTAAL

 

 

 

 

 

160

Opgelopen rentebaten over aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa

IFRS 7.20(d); IAS 39.AG 93

 

 

 

 

▼M2

17.    Aansluiting tussen de boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie en de reikwijdte van de consolidatie onder de VKV: balans

17.1    Activa



 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54 (i)

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V.deel 2.1

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V.deel 2.2

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V.deel 2.3

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

060

Derivaten

IAS 39.9

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

080

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

100

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

120

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

160

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

220

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

240

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(a)

 

260

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); bijlage V.deel 2.4

 

270

Activa onder verzekerings- en herverzekeringscontracten

IFRS 4.IG20.(b)-(c); bijlage V.deel 2.105

 

280

Materiële activa

 

 

290

Immateriële activa

IAS 1.54(c); artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

300

Goodwill

IFRS 3.B67(d); artikel 4, lid 1, punt 113, van de VKV

 

310

Overige immateriële activa

IAS 38.8,118

 

320

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

330

Actuele belastingvorderingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

340

Uitgestelde belastingvorderingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 106, van de VKV

 

350

Overige activa

Bijlage V.deel 2.5

 

360

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.6

 

370

TOTAAL ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

17.2    Blootstellingen buiten de balanstelling: toegezegde leningen, financiële garanties en andere gedane toezeggingen



 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [nominale waarde]

010

010

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 57

 

020

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

030

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

040

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

 

 

17.3    Verplichtingen en aandelenvermogen



 

Verwijzingen

Boekhoudkundige reikwijdte van de consolidatie [boekwaarde]

010

010

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële verplichtingen

IFRS 7.8(e)(ii); IAS 39.9, AG 14-15

 

020

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

030

Shortposities

IAS 39.AG 15(b)

 

040

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

050

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

060

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

070

Financiële verplichtingen die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(e)(i); IAS 39.9

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

110

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

120

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

130

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

140

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

150

Derivaten – Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9; bijlage V.deel 1.23

 

160

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille - Afdekking van renterisico

IAS 39.89A(b)

 

170

Verplichtingen uit hoofde van verzekerings- en herverzekeringsovereenkomsten

IFRS 4.IG20(a); bijlage V.deel 2.106

 

180

Voorzieningen

IAS 37.10; IAS 1.54(l)

 

190

Belastingverplichtingen

IAS 1.54(n-o)

 

200

Actuele belastingverplichtingen

IAS 1.54(n); IAS 12.5

 

210

Uitgestelde belastingverplichtingen

IAS 1.54(o); IAS 12.5; artikel 4, lid 1, punt 108, van de VKV

 

220

Direct opvraagbaar aandelenkapitaal

IAS 32 IE 33; IFRIC 2; bijlage V.deel 2.9

 

230

Overige verplichtingen

Bijlage V.deel 2.10

 

240

Verplichtingen die deel uitmaken van voor verkoop aangehouden groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54 (p); IFRS 5.38; bijlage V.deel 2.11

 

250

VERPLICHTINGEN

IAS 1.9(b); IG 6

 

260

Kapitaal

IAS 1.54(r), BAD art. 22

 

270

Agio

IAS 1.78(e); artikel 4, lid 1, punt 124, van de VKV

 

280

Andere uitgegeven aandeleninstrumenten dan kapitaal

Bijlage V.deel 2.15-16

 

290

Ander aandelenvermogen

IFRS 2.10; bijlage V.deel 2.17

 

300

Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten

Artikel 4, lid 1, punt 100, van de VKV

 

310

Ingehouden winsten

Artikel 4, lid 1, punt 123, van de VKV

 

320

Herwaarderingsreserves

IFRS 1.30, D5-D8

 

330

Overige reserves

IAS 1.54; IAS 1.78 EUR

 

340

(-) Eigen aandelen

IAS 1.79(a)(vi); IAS 32.33-34, AG 14, AG 36; bijlage V.deel 2.20

 

350

Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winst of verlies

IAS 27.28; IAS 1.83(a)(ii)

 

360

(-) Tussentijds dividend

IAS 32.35

 

370

Minderheidsbelangen [belangen zonder zeggenschap]

IAS 27.4; IAS 1.54(q); IAS 27.27

 

380

TOTAAL AANDELENVERMOGEN

IAS 1.9(c), IG 6

 

390

TOTAAL AANDELENVERMOGEN EN TOTAAL VERPLICHTINGEN

IAS 1.IG6

 

18.    Informatie over renderende en niet-renderende blootstellingen



 

Verwijzingen

Brutoboekwaarde

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderend

Niet-renderend

 

over renderende blootstellingen

over niet-renderende blootstellingen

 

Niet vervallen of vervallen <= 30 dagen

Vervallen > 30 dagen <= 60 dagen

Vervallen > 60 dagen <= 90 dagen

 

Betaling onwaarschijnlijk, niet vervallen of vervallen < = 90 dagen

Vervallen > 90 dagen <= 180 dagen

Vervallen > 180 dagen <= 1 jaar

Vervallen > 1 jaar

Waarvan: met wanbetaling

Waarvan: met bijzondere waardevermindering

 

Betaling onwaarschijnlijk die niet vervallen zijn of vervallen < = 90 dagen

Vervallen > 90 dagen <= 180 dagen

Vervallen > 180 dagen <= 1 jaar

Vervallen > 1 jaar

Ontvangen zekerheden voor niet-renderende blootstellingen

Ontvangen financiële garanties voor niet-renderende blootstellingen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

Bijlage V.deel 2. 45, 109, 145-162

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 158

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Bijlage V.deel 2. 159

Artikel 178 van de VKV; bijlage V.deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V.deel 2. 46

Bijlage V.deel 2. 161

Bijlage V.deel 2. 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 159, 161

Bijlage V.deel 2. 162

Bijlage V.deel 2. 162

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: kleine en middelgrote ondernemingen

Kmo art. 1 2(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN

Bijlage V.deel I. 13 (d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13 (b)(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13 (b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Toegezegde leningen

IAS 39.2 (h), 4 (a) (c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.9 AG 4, BC 21; IFRS 4 A; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 58

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

Overige gedane toezeggingen

Bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56, 59

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

BLOOTSTELLINGEN BUITEN DE BALANSTELLING

Bijlage V.deel 2.55

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19.    Informatie over respijtblootstellingen



 

Verwijzingen

Brutoboekwaarde van blootstellingen met respijtmaatregelen

Gecumuleerde bijzondere waardevermindering, gecumuleerde veranderingen in de reële waarde als gevolg van kredietrisico en voorzieningen

Ontvangen zekerheden en ontvangen financiële garanties

 

Renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

Niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

over renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

over niet-renderende blootstellingen met respijtmaatregelen

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: renderende respijtblootstellingen voorwaardelijk

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

waarvan: met wanbetaling

waarvan: met bijzondere waardevermindering

waarvan: respijt van niet-renderende blootstellingen

 

Instrumenten met wijzigingen in hun voorwaarden

Herfinanciering

Ontvangen zekerheden voor blootstellingen met respijtmaatregelen

Ontvangen financiële garanties voor blootstellingen met respijtmaatregelen

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

Bijlage V.deel 2. 45, 109, 163-182

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 164(a), 177, 178, 182

Bijlage V.deel 2. 164(b), 177, 178, 181, 182

Bijlage V.deel 2. 176(b), 177, 180

Bijlage V.deel 2. 145-162

Bijlage V.deel 2. 164(a), 179-180,182

Bijlage V.deel 2. 164(b), 179-182

Artikel 178 van de VKV; bijlage V.deel 2.61

IAS 39. 58-70

Bijlage V.deel 2. 172(a), 157

Bijlage V.deel 2. 46, 183

Bijlage V.deel 2. 145-183

Bijlage V.deel 2. 145-183

Bijlage V.deel 2. 164(a), 179-180,182,183

Bijlage V.deel 2. 164(b), 179-183

Bijlage V.deel 2. 162

Bijlage V.deel 2. 162

010

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Waarvan: kleine en middelgrote ondernemingen

Kmo art. 1 2(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Waarvan: zakelijk vastgoed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Waarvan: hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

Waarvan: consumptief krediet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN

Bijlage V.deel I. 13(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Centrale banken

Bijlage V.deel 1.35(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

Algemene overheden

Bijlage V.deel 1.35(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

Kredietinstellingen

Bijlage V.deel 1.35(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

Overige financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(d)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

Niet-financiële ondernemingen

Bijlage V.deel 1.35(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

Huishoudens

Bijlage V.deel 1.35(f)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

TEGEN REËLE WAARDE GEWAARDEERDE SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13(b)(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

SCHULDINSTRUMENTEN ANDERE DAN VOOR HANDELSDOELEINDEN AANGEHOUDEN EFFECTEN

Bijlage V.deel I. 13(b)(c)(d)(e)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

Toegezegde leningen

IAS 39.2(h), 4(a)(c), BC 15; bijlage I bij de VKV; bijlage V.deel 2.56-57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

▼M3

20.    Geografische uitsplitsing

20.1    Geografische uitsplitsing van activa naar locatie van de activiteiten



 

Verwijzingen

Boekwaarde

Binnenlandse activiteiten

Niet-binnenlandse activiteiten

Bijlage V. Deel 2.107

Bijlage V. Deel 2.107

010

020

010

Kasmiddelen, tegoeden bij centrale banken en overige direct opvraagbare deposito's

IAS 1.54 (i)

 

 

020

Kasmiddelen

Bijlage V. Deel 2.1

 

 

030

Tegoeden bij centrale banken

Bijlage V. Deel 2.2

 

 

040

Overige direct opvraagbare deposito's

Bijlage V. Deel 2.3

 

 

050

Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa

IFRS 7.8(a)(ii); IAS 39.9, AG 14

 

 

060

Derivaten

IAS 39.9

 

 

070

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

080

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

090

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

100

Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

110

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

120

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

130

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

140

Financiële activa beschikbaar voor verkoop

IFRS 7.8(d); IAS 39.9

 

 

150

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

160

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

170

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

180

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8(c); IAS 39.9, AG16, AG26; bijlage V.deel 1.16

 

 

190

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

200

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

210

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

220

Schuldbewijzen

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

230

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

240

Derivaten — Hedge accounting

IFRS 7.22(b); IAS 39.9

 

 

250

Veranderingen in de reële waarde van afgedekte posten in de portefeuille — Afdekking van renterisico

IAS 39.89 A(a)

 

 

260

Materiële activa

 

 

 

270

Immateriële activa

IAS 1.54(c); Artikel 4, lid 1, punt 115, van de VKV

 

 

280

Deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen

IAS 1.54(e); Bijlage V. Deel 2.4

 

 

290

Belastingvorderingen

IAS 1.54(n-o)

 

 

300

Overige activa

Bijlage V. Deel 2.5

 

 

310

Voor verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten

IAS 1.54(j); IFRS 5.38

 

 

320

ACTIVA

IAS 1.9(a), IG 6

 

 

▼M2

21.    Materiële en immateriële activa: activa die zijn onderworpen aan een operationele lease



 

Verwijzingen

Boekwaarde

Bijlage V.deel 2.110-111

010

010

Materiële vaste activa

IAS 16.6; IAS 1.54(a)

 

020

Herwaarderingsmodel

IAS 17.49; IAS 16.31, 73(a)(d)

 

030

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 16.30, 73(a)(d)

 

040

Vastgoedbeleggingen

IAS 40.IN5; IAS 1.54(b)

 

050

Reëlewaardemodel

IAS 17.49; IAS 40.33-55, 76

 

060

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 40.56, 79(c)

 

070

Overige immateriële activa

IAS 38.8, 118

 

080

Herwaarderingsmodel

IAS 17.49; IAS 38.75-87, 124(a)(ii)

 

090

Kostenmodel

IAS 17.49; IAS 38.74

 

22.    Vermogensbeheer, bewaarneming en andere diensten

22.1    Vergoedings- en provisiebaten en -lasten naar activiteit



 

Verwijzingen

IFRS 7.20(c)

Lopende periode

010

010

Vergoedings- en provisiebaten

Bijlage V.deel 2.113-115

 

020

Effecten

 

 

030

Uitgiften

Bijlage V.deel 2.116(a)

 

040

Overschrijvingsopdrachten

Bijlage V.deel 2.116(b)

 

050

Overige

Bijlage V.deel 2.116(c)

 

060

Clearing en afwikkeling

Bijlage V.deel 2.116(d)

 

070

Vermogensbeheer

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(a)

 

080

Bewaarneming [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(b)

 

090

Collectieve belegging

 

 

100

Overige

 

 

110

Centrale administratieve diensten voor collectieve belegging

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(c)

 

120

Fiduciaire transacties

Bijlage V.deel 2.116(e); bijlage V.deel 2.117(d)

 

130

Betalingsdiensten

Bijlage V.deel 2.116(e); Bijlage V.deel 2.117(e)

 

140

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V.deel 2.117(f)

 

150

Collectieve belegging

 

 

160

Verzekeringsproducten

 

 

170

Overige

 

 

180

Gestructureerde financiering

Bijlage V.deel 2.116(f)

 

190

Beheer van securitisatieactiviteiten

Bijlage V.deel 2.116(g)

 

200

Toegezegde leningen

IAS 39.47(d)(ii); bijlage V.deel 2.116(h)

 

210

Verstrekte financiële garanties

IAS 39.47(c)(ii); bijlage V.deel 2.116(h)

 

220

Overige

Bijlage V.deel 2.116(j)

 

230

(Vergoedings- en provisielasten)

Bijlage V.deel 2.113-115

 

240

(Betaling en afwikkeling)

Bijlage V.deel 2.116(d)

 

250

(Bewaarneming)

Bijlage V.deel 2.117(b)

 

260

(Beheer van securitisatieactiviteiten)

Bijlage V.deel 2.116(g)

 

270

(Ontvangen toegezegde leningen)

Bijlage V.deel 2.116(i)

 

280

(Ontvangen financiële garanties)

Bijlage V.deel 2.116(i)

 

290

(Overige)

Bijlage V.deel 2.116(j)

 

22.2    Bij de verleende diensten betrokken activa



 

Verwijzingen

Bedrag aan bij de verleende diensten betrokken activa

Bijlage V.deel 2.117(g)

010

010

Vermogensbeheer [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.117(a)

 

020

Collectieve belegging

 

 

030

Pensioenfondsen

 

 

040

Op discretionaire basis beheerde klantenportefeuilles

 

 

050

Overige beleggingsvehikels

 

 

060

Bewaard vermogen [naar soort klant]

Bijlage V.deel 2.117(b)

 

070

Collectieve belegging

 

 

080

Overige

 

 

090

Waarvan: toevertrouwd aan overige entiteiten

 

 

100

Centrale administratieve diensten voor collectieve belegging

Bijlage V.deel 2.117(c)

 

110

Fiduciaire transacties

Bijlage V.deel 2.117(d)

 

120

Betalingsdiensten

Bijlage V.deel 2.117(e)

 

130

Klantmiddelen die worden gedistribueerd maar niet beheerd [naar soort product]

Bijlage V.deel 2.117(f)

 

140

Collectieve belegging

 

 

150

Verzekeringsproducten

 

 

160

Overige

 

 

30.    Activiteiten buiten de balanstelling: Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten

30.1    Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten



 

Verwijzingen

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële activa

Waarvan: opgenomen liquiditeitssteun

Reële waarde van opgenomen liquiditeitssteun

Boekwaarde van op de balans opgenomen financiële verplichtingen

Nominaal bedrag aan posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

Waarvan: nominaal bedrag aan toegezegde leningen

Door de rapporterende instelling geleden verliezen in de lopende periode

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.29(a); bijlage V.deel 2.118

 

IFRS 12.29(a)

IFRS 12.B26(e)

 

IFRS 12 B26(b)

010

020

030

040

050

060

070

010

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

30.2    Uitsplitsing van belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten naar aard van de activiteiten



Naar aard van de activiteiten

Verwijzingen

Special purpose entities voor securitisatiedoeleinden

Vermogensbeheer

Overige activiteiten

Artikel 4, lid 1, punt 66, van de VKV

Bijlage V.deel 2.117(a)

Boekwaarde

IFRS 12.28, B6(a)

010

020

030

010

Geselecteerde financiële activa opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

IFRS 12.29(a)(b)

 

 

 

021

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

 

 

030

Derivaten

IAS 39.9

 

 

 

040

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

050

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

070

Geselecteerde aandelenvermogen en financiële verplichtingen opgenomen op de balans van de rapporterende instelling

IFRS 12.29(a)(b)

 

 

 

080

Uitgegeven aandeleninstrumenten

IAS 32.4

 

 

 

090

Derivaten

IAS 39.9, AG 15(a)

 

 

 

100

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

110

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

Nominaal bedrag

120

Posten buiten de balanstelling opgegeven door de rapporterende instelling

IFRS 12.B26(e)

 

 

 

131

waarvan: niet-renderend

Bijlage V.deel 2. 145-162

 

 

 

31.    Verbonden partijen

31.1    Verbonden partijen: te betalen bedragen aan en te ontvangen bedragen van



 

Verwijzingen

Uitstaande saldi

Moederondernemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en andere entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Managers op sleutelposities van de instelling of haar moederonderneming

Overige geassocieerde partijen

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c); Bijlage V.deel 2.120

IAS 24.19(d)(e); bijlage V.deel 2.120

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Bijlage V.deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Geselecteerde financiële activa

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

 

050

waarvan: aan een bijzondere waardevermindering onderhevige financiële activa

 

 

 

 

 

 

060

Geselecteerde financiële verplichtingen

IAS 24.18(b)

 

 

 

 

 

070

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

 

080

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

 

090

Nominaal bedrag aan toegezegde leningen, financiële garanties en overige gedane toezeggingen

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.62

 

 

 

 

 

100

waarvan: met wanbetaling

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.61

 

 

 

 

 

110

Toegezegde leningen, financiële garanties en andere ontvangen toezeggingen

IAS 24.18(b); bijlage V.deel 2.63, 121

 

 

 

 

 

120

Notionele waarde van derivaten

Bijlage V.deel 2.70-71

 

 

 

 

 

130

Voorzieningen en reserves voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige schuldinstrumenten, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan [Te vervangen door „Gecumuleerde waardevermindering, gecumuleerde veranderingen van de reële waarde vanwege kredietrisico, en voorzieningen voor niet-renderende blootstellingen” als de rapportage van niet-renderende blootstellingen definitief zou zijn]

IAS 24.18(c)

 

 

 

 

 

31.2    Verbonden partijen: baten en lasten uit transacties met



 

Verwijzingen

Lopende periode

Moederondernemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis

Dochterondernemingen en andere entiteiten van dezelfde groep

Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Managers op sleutelposities van de instelling of haar moederonderneming

Overige geassocieerde partijen

IAS 24.19(a)(b)

IAS 24.19(c)

IAS 24.19(d)EUR

IAS 24.19(f)

IAS 24.19(g)

Bijlage V.deel 2.120

010

020

030

040

050

010

Rentebaten

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b)(iii); bijlage V.deel 2.21

 

 

 

 

 

020

Rentelasten

IAS 24.18(a); IAS 1.97; bijlage V.deel 2.21

 

 

 

 

 

030

Dividendinkomsten

IAS 24.18(a); IAS 18.35(b)(v); bijlage V.deel 2.28

 

 

 

 

 

040

Vergoedings- en provisiebaten

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

050

Vergoedings- en provisielasten

IAS 24.18(a); IFRS 7.20(c)

 

 

 

 

 

060

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van financiële activa en verplichtingen die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IAS 24.18(a)

 

 

 

 

 

070

Winsten of (-) verliezen bij verwijdering uit de balans van niet-financiële activa

IAS 24.18(a); bijlage V.deel 2.122

 

 

 

 

 

080

Verhoging of (-) verlaging tijdens de periode van de bijzondere waardevermindering en voorzieningen voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige schuldinstrumenten, en garanties en toezeggingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan

IAS 24.18(d)

 

 

 

 

 

40.    Groepsstructuur

40.1    Groepsstructuur: „per entiteit”



LEI-code

Entiteitscode

Naam entiteit

Datum inwerkingtreding

Aandelenkapitaal

Aandelenvermogen van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Totale activa van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Winst of (-) verlies van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Vestigingsplaats van de entiteit waarin wordt deelgenomen

Sector van de entiteit waarin wordt deelgenomen

NACE-code

Gecumuleerd aandelenbelang [%]

Stemrechten [%]

Groepsstructuur [relatie]

Boekhoudkundige behandeling [Boekhoudgroep]

Boekhoudkundige behandeling [VKV-groep]

Boekwaarde

Verwervingskosten

Goodwill met betrekking tot de onderneming waarin wordt deelgenomen

Reële waarde van deelnemingen waarvoor openbare prijsnoteringen beschikbaar zijn

Bijlage V.deel 2.123, 124(a)

Bijlage V.deel 2.123, 124(b)

IFRS 12.12(a), 21(a)(i); bijlage V.deel 2.123, 124(c)

Bijlage V.deel 2.123, 124(d)

Bijlage V.deel 2.123, 124(e)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.B12(b); bijlage V.deel 2.123, 124(f)

IFRS 12.12(b), 21(a)(iii); bijlage V.deel 2.123, 124(g)

Bijlage V.deel 2.123, 124(h)

Bijlage V.deel 2.123, 124(i)

IFRS 12.21(iv); bijlage V.deel 2.123, 124(j)

IFRS 12.21(iv); bijlage V.deel 2.123, 124(k)

IFRS 12.10(a)(i); bijlage V.deel 2.123, 124(l)

IFRS 12.21(b); bijlage V.deel 2.123, 124(m)

Artikel 18 van de VKV; bijlage V.deel 2.123, 124(n)

Bijlage V.deel 2.123, 124(o)

Bijlage V.deel 2.123, 124(p)

Bijlage V.deel 2.123, 124(q)

IFRS 12.21(b)(iii); bijlage V.deel 2.123, 124(r)

010

020

030

040

050

060

070

080

090

095

100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40.2    Groepsstructuur: „per instrument”



Effectcode

Entiteitscode

LEI-code holding

Code holding

Naam holding

Gecumuleerd aandelenbelang (%)

Boekwaarde

Verwervingskosten

Bijlage V.deel 2.125(a)

Bijlage V.deel 2.124(b), 125(c)

 

Bijlage V.deel 2.125(b)

 

Bijlage V.deel 2.124(j), 125(c)

Bijlage V.deel 2.124(o), 125(c)

Bijlage V.deel 2.124(p), 125(c)

010

020

030

040

050

060

070

080

 

 

 

 

 

 

 

 

41.    Reële waarde

41.1    Reëlewaardehiërarchie: tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële instrumenten



ACTIVA

Verwijzingen

Reële waarde

Reëlewaardehiërarchie

IFRS 13.93(b), BC216

IFRS 7.25-26

Niveau 1

IFRS 13.76

Niveau 2

IFRS 13.81

Niveau 3

IFRS 13.86

010

020

030

040

010

Leningen en kortlopende vorderingen

IFRS 7.8 (c); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

020

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

030

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

040

Tot einde looptijd aangehouden deelnemingen

IFRS 7.8(b); IAS 39.9, AG16, AG26

 

 

 

 

050

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

 

060

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

 

VERPLICHTINGEN

 

 

 

 

 

070

Tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde financiële verplichtingen

IFRS 7.8(f); IAS 39.47

 

 

 

 

080

Deposito's

ECB/2008/32 bijlage 2.deel 2.9; bijlage V.deel 1.30

 

 

 

 

090

Uitgegeven schuldtitels

Bijlage V.deel 1.31

 

 

 

 

100

Overige financiële verplichtingen

Bijlage V.deel 1.32-34

 

 

 

 

41.2    Gebruik van de reëlewaardeoptie



 

Financiële instrumenten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

Verwijzingen

Boekwaarde

Boekhoudkundige mismatch

Waardering op reëlewaardebasis

Hybride contracten

IFRS 7.B5(a)

IAS 39.9b(i)

IAS 39.9b(ii)

IAS 39.11A-12

ACTIVA

010

020

030

010

Financiële activa die tegen reële waarde zijn gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

IFRS 7.8(a)(i); IAS 39.9

 

 

 

020

Aandeleninstrumenten

IAS 32.11

 

 

 

030

Schuldtitels

Bijlage V.deel 1.24, 26

 

 

 

040

Leningen en voorschotten

Bijlage V.deel 1.24, 27

 

 

 

VERPLICHTINGEN