EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02013R0345-20210802

Consolidated text: Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/345/2021-08-02

02013R0345 — NL — 02.08.2021 — 002.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 345/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 april 2013

betreffende Europese durfkapitaalfondsen

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2017/1991 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2017

  L 293

1

10.11.2017

►M2

VERORDENING (EU) 2019/1156 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019

  L 188

55

12.7.2019




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 345/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 april 2013

betreffende Europese durfkapitaalfondsen

(Voor de EER relevante tekst)



HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

In deze verordening worden uniforme eisen en voorwaarden vastgelegd voor beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming „EuVECA” in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de goede werking van de interne markt.

Tevens worden in deze verordening uniforme regels vastgelegd voor het in de hele Unie aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan in aanmerking komende beleggers, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en -technieken die door in aanmerking komende durfkapitaalfondsen moeten worden gebruikt, alsmede regels voor de organisatie, het gedrag en de transparantie van beheerders die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen op de markt aanbieden in de hele Unie.

Artikel 2

1.  

Deze verordening is van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 3, onder a), die voldoen aan de volgende voorwaarden:

a) 

het totaal van de door hen beheerde activa overschrijdt niet de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel;

b) 

zij zijn gevestigd in de Unie;

c) 

zij moeten zich laten registreren bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, en

d) 

zij beheren portefeuilles van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen.

▼M1

2.  
De artikelen 3 tot en met 6, artikel 12, artikel 13, lid 1, onder c) en i), de artikelen 14 bis tot en met 19, artikel 20, lid 3, tweede alinea, en de artikelen 21 en 21 bis van deze verordening zijn van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging met een vergunning overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU die portefeuilles van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beheren en voornemens zijn de benaming „EuVECA” te gebruiken bij het op de markt aanbieden van deze fondsen in de Unie.

▼B

3.  
Indien beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen externe beheerders zijn en in overeenstemming met artikel 14 geregistreerd zijn, mogen zij daarnaast ook instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe's) beheren, als zij daartoe gemachtigd zijn uit hoofde van Richtlijn 2009/65/EG.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„instelling voor collectieve belegging” : een abi als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;

b)

„in aanmerking komend durfkapitaalfonds” :

een instelling voor collectieve belegging die:

i) 

voornemens is binnen een in zijn reglement of zijn statuten vastgesteld tijdsbestek ten minste 70 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

ii) 

niet meer dan 30 % van haar totale kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

iii) 

gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat;

c)

„beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds” : een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend durfkapitaalfonds;

d)

„in aanmerking komende portefeuillemaatschappij” :

een onderneming die:

▼M1

i) 

op het tijdstip van de eerste belegging daarin door het in aanmerking komend durfkapitaalfonds aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

— 
de onderneming is niet tot de handel toegelaten op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punten 21 en 22, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en heeft maximaal 499 werknemers;
— 
de onderneming is een kleine of middelgrote onderneming (mkb-onderneming) als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 13, van Richtlijn 2014/65/EU, of is genoteerd op een mkb-groeimarkt (kmo-groeimarkt) als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 12, van die richtlijn;

▼B

ii) 

zelf geen instelling voor collectieve belegging is;

iii) 

niet één of meer van de volgende is:

— 
een kredietinstelling als omschreven in artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen ( 2 ),
— 
een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG,
— 
een verzekeringsonderneming als omschreven in artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) ( 3 ),
— 
een financiële holding als omschreven in artikel 4, punt 19, van Richtlijn 2006/48/EG, of
— 
een gemengde holding als omschreven in artikel 4, punt 20, van Richtlijn 2006/48/EG;
iv) 

gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat dat derde land:

— 
niet op de lijst staat van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep ter voorkoming van witwassen van geld en financiering van terrorisme (Financial Action Task Force on Anti-Money Laundering and Terrorist Financing),
— 
een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds naar voornemen zullen worden aangeboden, zodat gegarandeerd is dat het derde land volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting op inkomen en op vermogen en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;

e)

„in aanmerking komende beleggingen” :

elk van de onderstaande instrumenten:

i) 

aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die uitgegeven worden door:

— 
een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven,
— 
een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen uitgegeven door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij, of
— 
een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds is verworven in ruil voor een aandeleninstrument uitgegeven door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;
ii) 

gewaarborgde en niet-gewaarborgde leningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds al in aanmerking komende beleggingen heeft, op voorwaarde dat niet meer dan 30 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds voor deze leningen wordt gebruikt;

iii) 

aandelen van een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij die zijn verworven van bestaande aandeelhouders van die maatschappij;

iv) 

rechten van deelneming of aandelen van één of meer andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, op voorwaarde dat die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zelf niet meer dan 10 % van het totaalbedrag van hun kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben belegd;

f)

„relevante kosten” : alle vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect door de beleggers gedragen worden en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van een in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers;

g)

„aandeel” : eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of andere vormen van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven;

h)

„quasiaandeel” : elk soort financieringsinstrument dat een combinatie van aandelen en schulden is, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van niet-nakoming niet volledig gewaarborgd is;

i)

„het (op de markt) aanbieden” : een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of in zijn naam van rechten van deelneming of aandelen van een door hem beheerd durfkapitaalfonds aan, respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben;

j)

„toegezegd kapitaal” : elke verbintenis waardoor een belegger verplicht is binnen een in het reglement of de statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds vastgesteld tijdsbestek een belang in dat fonds te verwerven of kapitaal daarin in te brengen;

▼M1

k)

„lidstaat van herkomst” : lidstaat waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds zijn statutaire zetel heeft;

▼B

l)

„lidstaat van ontvangst” : lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds in aanmerking komende durfkapitaalfondsen overeenkomstig deze verordening op de markt aanbiedt;

▼M1

m)

„bevoegde autoriteit” :

i) 

voor beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening: de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;

ii) 

voor beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze verordening: de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU;

iii) 

voor in aanmerking komende durfkapitaalfondsen: de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het in aanmerking komend durfkapitaalfonds gevestigd is;

▼M1

n)

„bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst” : de autoriteit van een lidstaat die niet de lidstaat van herkomst is en waar het in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt wordt aangeboden;

▼M2

o)

„pre-marketing” : directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of voor een opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvoor nog geen kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 15 is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, waarbij de informatie of mededeling in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds.

▼B

Wat betreft punt c) van de eerste alinea, wordt, indien de rechtsvorm van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds intern beheer toestaat en indien het bestuursorgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zelf in overeenstemming met artikel 14 als de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds geregistreerd. Een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is geregistreerd als intern beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, wordt niet geregistreerd als een extern beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds van andere instellingen voor collectieve belegging.



HOOFDSTUK II

VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BENAMING „EuVECA”

Artikel 4

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die aan de eisen van dit hoofdstuk voldoen, hebben het recht de benaming „EuVECA” te gebruiken bij het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie.

▼M2

Artikel 4 bis

1.  

Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds mag tot pre-marketing in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:

a) 

volstaat om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaald in aanmerking komend durfkapitaalfonds te verwerven;

b) 

neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, of

c) 

neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten in definitieve vorm van een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds.

Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevat het document niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:

a) 

het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, en

b) 

niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan veranderen.

2.  
Bevoegde autoriteiten verlangen niet van een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat hij de bevoegde autoriteiten kennisgeeft van de inhoud of van de geadresseerden van pre-marketing, noch dat hij voordat hij tot pre-marketing overgaat voldoet aan andere voorwaarden of vereisten dan die welke in dit artikel zijn vermeld.
3.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zorgen ervoor dat beleggers geen rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verwerven via pre-marketing en dat beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds kunnen verwerven door verhandeling die is toegestaan uit hoofde van artikel 15.

Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds tot pre-marketing is overgegaan, van rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvan sprake is in de informatie die is verstrekt in het kader van pre-marketing, of in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is opgericht naar aanleiding van die pre-marketing, wordt als het resultaat van de verhandeling daarvan beschouwd en valt onder de in artikel 15 vermelde toepasselijke kennisgevingsprocedures.

4.  
Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds zendt uiterlijk twee weken na het begin van de pre-marketing een informele brief, per post of via elektronische weg, aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst. In die brief wordt verduidelijkt in welke lidstaten en gedurende welke perioden de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en staat een beknopte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën en, in voorkomend geval, een lijst van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die het onderwerp zijn of waren van pre-marketing. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds aan pre-marketing doet of heeft gedaan, in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die op zijn grondgebied plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
5.  
Een derde mag uitsluitend aan pre-marketing doen namens een vergunninghoudende beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds indien deze een vergunning heeft overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ), als kredietinstelling overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ), als icbe-beheermaatschappij overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, als beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of indien hij als verbonden agent optreedt overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU. Op een dergelijke derde zijn de in dit artikel bedoelde voorwaarden van toepassing.
6.  
Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds ziet erop toe dat pre-marketing toereikend wordt gedocumenteerd.

▼B

Artikel 5

1.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zien erop toe dat niet meer dan 30 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal van het fonds wordt gebruikt voor het verwerven van dergelijke activa, wanneer zij andere activa dan in aanmerking komende beleggingen verwerven. De drempel van 30 % wordt berekend op basis van de bedragen die voor belegging beschikbaar zijn na aftrek van alle relevante kosten. Aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten worden niet in aanmerking genomen bij het berekenen van deze drempel omdat kasgeld en kasgeldequivalenten niet als beleggingen dienen te worden beschouwd.
2.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen maken op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds geen gebruik van methoden die de risicopositie van het fonds doen toenemen tot een niveau dat hoger is dan het toegezegd kapitaal, zoals het lenen van contanten of effecten, het innemen van posities in derivaten of enigerlei andere handeling.
3.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds alleen leningen aangaan, schuldpapier uitgeven of waarborgen verstrekken indien dergelijke leningen, dergelijk schuldpapier of dergelijke waarborgen gedekt zijn door niet-gestort toegezegd kapitaal.

Artikel 6

1.  

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen bieden de rechten van deelneming en aandelen van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uitsluitend aan aan beleggers die overeenkomstig afdeling I van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënten worden aangemerkt of die overeenkomstig afdeling II van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG op verzoek als professionele cliënten mogen worden behandeld, of aan andere beleggers die:

a) 

zich ertoe verbinden een minimum van 100 000  EUR te beleggen, en

b) 

in een ander document dan de overeenkomst die met betrekking tot de verbintenis om te beleggen wordt afgesloten, schriftelijk verklaren dat ze zich bewust zijn van de risico's die aan de beoogde verbintenis of belegging verbonden zijn.

2.  
Lid 1 is niet van toepassing op beleggingen van bestuursleden, directeuren of bij het beheer betrokken werknemers van een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds wanneer deze gedaan worden in de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren.

Artikel 7

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zijn met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, verplicht om:

a) 

bij de uitoefening van hun werkzaamheden eerlijk, billijk en met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding te handelen;

b) 

passende beleidsregels en procedures toe te passen om wanpraktijken te voorkomen waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat deze een invloed hebben op de belangen van de beleggers en de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;

c) 

hun zakelijke activiteiten op zodanige wijze uit te oefenen dat de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, de belangen van de beleggers daarin en de integriteit van de markt bevorderd worden;

d) 

een hoge mate van zorgvuldigheid te betrachten bij het selecteren en continu monitoren van beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;

e) 

te beschikken over toereikende kennis van en inzicht in de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin zij beleggen;

▼M1

f) 

hun beleggers billijk te behandelen. Dit sluit niet uit dat particuliere beleggers gunstiger worden behandeld dan een publieke belegger, mits een dergelijke behandeling verenigbaar is met de staatssteunregels, in het bijzonder artikel 21 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie ( 6 ), en mits dit wordt bekendgemaakt in het reglement of de statuten van het fonds;

▼B

g) 

erop toe te zien dat geen belegger een voorkeursbehandeling krijgt, tenzij deze voorkeursbehandeling in het reglement of de statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bekend wordt gemaakt.

Artikel 8

1.  
Indien een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds taken aan derden delegeert, blijft de beheerder onverminderd aansprakelijk jegens het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers daarin. De beheerder delegeert niet in die mate taken dat hij in wezen niet langer als de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds kan worden beschouwd en een brievenbusmaatschappij wordt.
2.  
Overdracht van taken uit hoofde van lid 1 mag de doeltreffendheid van het toezicht door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds niet ondermijnen en mag met name niet verhinderen dat de beheerder handelt, of dat het in aanmerking komende durfkapitaalfonds wordt beheerd, in het beste belang van de beleggers daarin.

Artikel 9

1.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onderkennen en vermijden belangenconflicten, en, indien deze niet kunnen worden vermeden, beheren en monitoren zij deze conflicten en maken zij deze overeenkomstig lid 4 onmiddellijk openbaar om te voorkomen dat de conflicten een negatief effect hebben op de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de beleggers daarin, en om ervoor te zorgen dat de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren op billijke wijze worden behandeld.
2.  

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onderkennen in het bijzonder de belangenconflicten die kunnen ontstaan tussen:

a) 

beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, personen die het bedrijf van deze beheerders feitelijk uitvoeren, werknemers of alle personen die direct of indirect zeggenschap hebben over of onder de zeggenschap staan van deze beheerders en het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door deze beheerders, of de beleggers daarin;

b) 

het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers daarin, en een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door dezelfde beheerder, of de beleggers daarin;

c) 

het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers daarin, en een instelling voor collectieve belegging of icbe die wordt beheerd door dezelfde beheerder, of de beleggers daarin.

3.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen treffen en handhaven doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen om te voldoen aan de eisen die zijn vastgesteld in de leden 1 en 2.
4.  
De in lid 1 bedoelde belangenconflicten worden openbaar gemaakt wanneer de organisatorische regelingen die een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds heeft getroffen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheren en te monitoren, niet volstaan om met redelijke zekerheid ervoor te zorgen dat het risico dat de belangen van de beleggers worden geschaad, zal worden voorkomen. Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds brengt de beleggers in duidelijke bewoordingen op de hoogte van de algemene aard of de oorzaken van belangenconflicten alvorens voor hen zaken te doen.
5.  

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 25 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van:

a) 

de soorten belangenconflicten als bedoeld in lid 2 van dit artikel;

b) 

de stappen die beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen op het gebied van structuren en organisatorische en administratieve procedures moeten nemen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen, te monitoren en openbaar te maken.

Artikel 10

1.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben te allen tijde voldoende eigen vermogen en wenden te allen tijde toereikende en passende personele en technische middelen aan als nodig zijn om de door hen beheerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren te beheren.

▼M1

2.  
Zowel intern beheerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen als externe beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beschikken over een aanvangskapitaal van 50 000  EUR.

▼M1

3.  
Het eigen vermogen bedraagt te allen tijde minstens een achtste van de overheadkosten van de beheerder gedurende het voorafgaande jaar. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan dat vereiste aanpassen indien er zich sinds het voorgaande jaar een materiële wijziging in de werkzaamheden van de beheerder heeft voorgedaan. Indien de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds geen volledig boekjaar heeft voltooid, bedraagt het vereiste een achtste van de overheadkosten die volgens zijn bedrijfsplan te verwachten zijn, tenzij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst eist dat het bedrijfsplan wordt aangepast.
4.  
Indien de waarde van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat door de beheerder wordt beheerd, hoger is dan 250 000 000  EUR, verschaft de beheerder een extra bedrag aan eigen vermogen. Dat extra bedrag is gelijk aan 0,02 % van het bedrag waarmee de totale waarde van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds 250 000 000  EUR te boven gaat.
5.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds toestaan niet te voorzien in maximaal 50 % van het in lid 4 bedoelde extra bedrag aan eigen vermogen indien die beheerder voor hetzelfde bedrag een garantie geniet van een kredietinstelling of een verzekeringsonderneming waarvan de statutaire zetel gelegen is in een lidstaat of in een derde land waar de kredietinstelling of verzekeringsonderneming onderworpen is aan prudentiële regels die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit van de lidstaten van herkomst gelijkwaardig zijn aan die welke in het Unierecht zijn vastgesteld.
6.  
Het eigen vermogen wordt belegd in liquide middelen of in activa die op korte termijn direct in contant geld kunnen worden omgezet en omvat geen speculatieve posities.

▼B

Artikel 11

1.  
De regels voor de waardering van activa worden vastgelegd in het reglement of de statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en garanderen een degelijk en transparant waarderingsproces.
2.  
De gehanteerde waarderingsprocedures garanderen dat de activa behoorlijk worden gewaardeerd en dat de waarde van de activa ten minste jaarlijks wordt berekend.

Artikel 12

1.  
Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen stellen voor elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat zij beheren uiterlijk zes maanden na het einde van het boekjaar een jaarverslag beschikbaar aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst. In dat verslag wordt een beschrijving gegeven van de samenstelling van de portefeuille van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de activiteiten van het voorafgaande jaar. Het verslag bevat ook een opgave van de winsten van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan het einde van de levensduur ervan en, indien van toepassing, een opgave van de winsten die tijdens de levensduur ervan zijn verdeeld. Het bevat de gecontroleerde financiële rekeningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds.

Het jaarverslag wordt opgesteld overeenkomstig de bestaande verslaggevingsnormen en de voorwaarden die tussen de beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de beleggers zijn overeengekomen. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen verstrekken het verslag op verzoek aan de beleggers. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en beleggers kunnen onderling overeenkomen dat wederzijds additionele informatie wordt verstrekt.

2.  
Ten minste eenmaal per jaar wordt een audit van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds uitgevoerd. De audit dient te bevestigen dat geldmiddelen en activa worden aangehouden op naam van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en dat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds een behoorlijke boekhouding en controlemaatregelen heeft ingesteld en toepast met betrekking tot het gebruik van mandaten of zeggenschap over de geldmiddelen en activa van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers daarin.
3.  
Ingeval de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verplicht is met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds een jaarlijks financieel verslag openbaar te maken overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten ( 7 ), mag de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie afzonderlijk of als een bijkomend onderdeel van het jaarlijks financieel verslag worden verstrekt.

▼M1

4.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekt alle uit hoofde van dit artikel verzamelde informatie tijdig aan de bevoegde autoriteit van elk betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds aan de bevoegde autoriteit van elke betrokken lidstaat van ontvangst en aan ESMA, volgens de procedure als bedoeld in artikel 22.

▼B

Artikel 13

1.  

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen stellen met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, hun beleggers, voorafgaand aan de beleggingsbeslissing die deze beleggers nemen, op duidelijke en begrijpelijke wijze in kennis van het volgende:

a) 

de identiteit van deze beheerder en van alle andere dienstverleners waarmee deze beheerder een overeenkomst heeft afgesloten met betrekking tot hun beheer van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en een beschrijving van hun taken;

▼M1

b) 

het bedrag aan eigen vermogen waarover deze beheerder beschikt om toereikende personele en technische middelen aan te houden die noodzakelijk zijn voor een behoorlijk beheer van zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;

▼B

c) 

een beschrijving van de beleggingsstrategie en -doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, met inbegrip van:

i) 

de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het voornemens is te beleggen;

ii) 

andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarin het voornemens is te beleggen;

iii) 

de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds, als bedoeld onder ii), voornemens is te beleggen;

iv) 

de voorgenomen niet in aanmerking komende beleggingen;

v) 

de technieken die het wil aanwenden, en

vi) 

alle toepasselijke beleggingsbeperkingen;

d) 

een beschrijving van het risicoprofiel van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van alle risico's die verbonden zijn aan de activa waarin het fonds kan beleggen of aan de beleggingstechnieken die kunnen worden aangewend;

e) 

een beschrijving van de waarderingsprocedure van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de prijsbepalingsmethode voor de waardering van de activa, met inbegrip van de methoden die voor de waardering van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen worden gehanteerd;

f) 

een beschrijving van de wijze waarop de vergoeding van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds wordt berekend;

g) 

een beschrijving van alle relevante kosten en van de maximumbedragen ervan;

h) 

indien beschikbaar, de financiële prestaties uit het verleden van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds;

i) 

de bedrijfsondersteunende diensten en de andere ondersteunende activiteiten die de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verleent of verzorgt via derden om de ontwikkeling, de groei of anderszins de lopende operaties van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds belegt te bevorderen, of, wanneer deze diensten of activiteiten niet worden verstrekt, een verklaring van dit feit;

j) 

een beschrijving van de procedures op basis waarvan het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zijn beleggingsstrategie of beleggingsbeleid, of beide, kan wijzigen.

2.  
Alle informatie als bedoeld in lid 1 is eerlijk, duidelijk en niet misleidend. Zij wordt regelmatig bijgewerkt en wordt, indien nodig, herzien.
3.  
Ingeval het in aanmerking komende durfkapitaalfonds verplicht is overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten ( 8 ) of overeenkomstig nationaal recht een prospectus met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds te publiceren, mag de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie afzonderlijk of als onderdeel van het prospectus worden verstrekt.



HOOFDSTUK III

TOEZICHT EN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 14

1.  

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die voornemens zijn bij het aanbieden van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming „EuVECA” te gebruiken, stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst van dit voornemen in kennis en verstrekken de volgende informatie:

a) 

de identiteit van de personen die het bedrijf van het beheren van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen feitelijk leiden;

b) 

de identiteit van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, de rechten van deelneming of aandelen die op de markt zullen worden aangeboden en hun beleggingsstrategieën;

c) 

informatie over de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II;

d) 

een lijst van lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds voornemens is elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden.

▼M1 —————

▼B

2.  

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst registreert de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds enkel indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de personen die daadwerkelijk de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot het beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen verrichten, staan als voldoende betrouwbaar bekend en zijn voldoende ervaren, ook met betrekking tot de beleggingsstrategieën die door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds worden gevolgd;

b) 

de vereiste informatie als bedoeld in lid 1 is volledig;

c) 

de regelingen waarvan overeenkomstig lid 1, onder c), kennis is gegeven, zijn geschikt om aan de eisen van hoofdstuk II te voldoen.

▼M1 —————

▼B

3.  
De registratie krachtens dit artikel is geldig op het volledige grondgebied van de Unie en stelt beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in staat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de hele Unie onder de benaming „EuVECA” op de markt aan te bieden.

▼M1

4.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt de in lid 1 bedoelde beheerder mee of hij is geregistreerd als beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en dat uiterlijk twee maanden nadat hij alle in dat lid bedoelde informatie heeft verstrekt.
5.  
Een registratie overeenkomstig dit artikel vormt een registratie voor de toepassing van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot het beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen.
6.  
Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds als bedoeld in dit artikel stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van alle materiële wijzigingen in de voorwaarden voor zijn initiële registratie overeenkomstig dit artikel voordat die wijzigingen worden doorgevoerd.

Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst besluit beperkingen op te leggen of de in de eerste alinea bedoelde wijzigingen af te wijzen, deelt zij dat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van die wijzigingen mee aan de beheerder van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds. De bevoegde autoriteit kan deze termijn met maximaal één maand verlengen indien zij dit noodzakelijk acht gezien de specifieke omstandigheden van het geval, nadat zij de beheerder van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds daarvan in kennis heeft gesteld. De wijzigingen kunnen worden doorgevoerd indien de betrokken bevoegde autoriteit de wijzigingen niet binnen de vastgestelde beoordelingstermijn afwijst.

7.  
Om voor de uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, kan ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen tot nadere bepaling van de informatie die bij de in lid 1 bedoelde registratieaanvraag aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt, en tot nadere bepaling van de in lid 2 uiteengezette voorwaarden.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

8.  
Om voor de uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, kan ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen betreffende standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van informatie aan de bevoegde autoriteiten in de in lid 1 bedoelde registratieaanvraag en de in lid 2 uiteengezette voorwaarden.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

9.  
ESMA organiseert en verricht overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 collegiale toetsingen (peer reviews) om de registratieprocedures die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening volgen, consistenter te maken.

Artikel 14 bis

1.  
Beheerders van instellingen voor collectieve belegging met een vergunning overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU dienen een aanvraag in tot registratie van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarvoor zij gebruik wensen te maken van de benaming „EuVECA”.
2.  

De in lid 1 bedoelde registratieaanvraag wordt ingediend bij de bevoegde instantie van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds en omvat de volgende gegevens:

a) 

het reglement of de statuten van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds;

b) 

informatie over de identiteit van de bewaarder;

c) 

de in artikel 14, lid 1, bedoelde informatie;

d) 

een lijst van de lidstaten waar de in lid 1 bedoelde beheerders in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben gevestigd of voornemens zijn te vestigen.

Voor de toepassing van punt c) van de eerste alinea verwijst de informatie over de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II, naar de regelingen die zijn getroffen om te voldoen aan de artikelen 5 en 6 en artikel 13, lid 1, onder c) en i).

3.  
Indien de bevoegde autoriteit van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds niet ook de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst is, vraagt de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of het in aanmerking komend durfkapitaalfonds valt binnen het toepassingsgebied van de vergunning van de beheerder om abi's te beheren, en of aan de in artikel 14, lid 2, onder a), vastgestelde voorwaarden is voldaan.

De bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ook vragen om verduidelijking en informatie over de in lid 2 bedoelde documenten.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst antwoordt binnen één maand na de datum van ontvangst van het verzoek van de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds.

4.  
In lid 1 bedoelde beheerders zijn niet verplicht informatie of documenten te verstrekken die zij reeds krachtens Richtlijn 2011/61/EU hebben verstrekt.
5.  
Nadat zij de overeenkomstig lid 2 ontvangen documenten heeft beoordeeld en nadat zij in lid 3 bedoelde verduidelijking en informatie heeft ontvangen, registreert de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds een fonds als in aanmerking komend durfkapitaalfonds indien de beheerder van dat fonds voldoet aan de in artikel 14, lid 2, gestelde voorwaarden.
6.  
De bevoegde autoriteit van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deelt de in lid 1 bedoelde beheerder mee of dat fonds is geregistreerd als een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en dat uiterlijk twee maanden nadat die beheerder alle in lid 2 bedoelde documentatie heeft verstrekt.
7.  
De registratie overeenkomstig dit artikel is geldig op het volledige grondgebied van de Unie en houdt het recht in om die fondsen in de hele Unie onder de benaming „EuVECA” op de markt aan te bieden.
8.  
Om voor de uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, kan ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen om nader te bepalen welke informatie overeenkomstig lid 2 aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

9.  
Om voor de uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, kan ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen betreffende standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van informatie aan de bevoegde autoriteiten overeenkomstig lid 2.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

10.  
ESMA organiseert en verricht overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 collegiale toetsingen om de registratieprocedures die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening volgen, consistenter te maken.

Artikel 14 ter

De lidstaten zorgen ervoor dat elke weigering tot registratie van een beheerder als bedoeld in artikel 14 of van een fonds als bedoeld in artikel 14 bis met redenen wordt omkleed, wordt meegedeeld aan de in die artikelen bedoelde beheerders en vatbaar is voor beroep bij een nationale rechterlijke, administratieve of andere instantie. Dat recht op beroep is ook van toepassing op registratie indien geen besluit over registratie is genomen binnen twee maanden nadat de beheerder alle vereiste informatie heeft verstrekt. De lidstaten kunnen vereisen dat een beheerder alle administratieve beroepsmogelijkheden waarin het nationale recht voorziet, uitput alvorens dat recht op beroep uit te oefenen.

▼B

Artikel 15

Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van hun voornemen:

a) 

een nieuw in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden, of

b) 

een bestaand in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden in een lidstaat die niet vermeld is in de in artikel 14, lid 1, onder d), bedoelde lijst.

Artikel 16

▼M1

1.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst en ESMA onmiddellijk in kennis van elke registratie in of schrapping uit het register van een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, van elke toevoeging aan of schrapping uit het register van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, en van elke toevoeging aan of schrapping van de lijst van lidstaten waar een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds voornemens is die fondsen op de markt aan te bieden.

Voor de toepassing van de eerste alinea stelt de bevoegde autoriteit van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat overeenkomstig artikel 14 bis geregistreerd is, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst en ESMA in kennis van elke toevoeging aan of schrapping uit het register van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of van elke toevoeging aan of schrapping uit de lijst van lidstaten waar de beheerder van dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds voornemens is dat fonds op de markt aan te bieden.

2.  
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst leggen de beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen geen verplichtingen of administratieve procedures op met betrekking tot het op de markt aanbieden van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en verlangen evenmin een vergunning voorafgaand aan het op de markt aanbieden van die fondsen. Met dergelijke verplichtingen of administratieve procedures worden onder meer vergoedingen en andere kosten bedoeld.

▼B

3.  
Om te zorgen voor een uniforme toepassing van dit artikel stelt ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op tot vaststelling van de vorm van de kennisgeving krachtens dit artikel.
4.  
De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 16 februari 2014 voor aan de Commissie.
5.  
De Commissie is bevoegd de in lid 3 van dit artikel bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen in overeenstemming met de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

▼M1

Artikel 16 bis

1.  
Met het oog op het organiseren en verrichten van collegiale toetsingen overeenkomstig artikel 14, lid 9, en artikel 14 bis, lid 10, zorgt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of, indien het niet om dezelfde autoriteit gaat, de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds ervoor dat de definitieve informatie op basis waarvan de registratie werd verleend als bedoeld in artikel 14, leden 1 en 2, en artikel 14 bis, lid 2, na de registratie tijdig aan ESMA ter beschikking wordt gesteld. Die informatie wordt ter beschikking gesteld volgens de in artikel 22 bedoelde procedure.
2.  
Om voor de uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, kan ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen om nader te bepalen welke informatie overeenkomstig lid 1 aan ESMA ter beschikking moet worden gesteld.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

3.  
Om voor een uniforme toepassing van dit artikel te zorgen, ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen voor standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van informatie die overeenkomstig lid 1 aan ESMA ter beschikking moet worden gesteld.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

▼M1

Artikel 17

1.  
ESMA houdt een via internet publiekelijk toegankelijke centrale databank bij met alle beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die de benaming „EuVECA” gebruiken, en van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarvoor zij die benaming gebruiken, alsmede van de landen waar deze fondsen op de markt worden aangeboden.
2.  
Op haar website plaatst ESMA links naar de relevante informatie over derde landen die voldoen aan het toepasselijke vereiste van artikel 3, eerste alinea, onder d), iv).

▼B

Artikel 18

1.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst oefent toezicht uit op het naleven van de eisen als vastgelegd in deze verordening.

▼M1

1 bis.  
Wat beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, betreft, is de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving en de toereikendheid van de regelingen en de organisatie van de beheerder, zodat die beheerder in staat is te voldoen aan de verplichtingen en voorschriften betreffende de samenstelling en het functioneren van alle in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die hij beheert.
1 ter.  
Wat een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door een beheerder als bedoeld in artikel 2, lid 2, betreft is de bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de voorschriften van de artikelen 5 en 6 en van artikel 13, lid 1, onder c) en i), door het in aanmerking komend durfkapitaalfonds. De bevoegde autoriteit van het in aanmerking komend durfkapitaalfonds is ook verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving door dat fonds van de in het reglement of de statuten van het fonds vastgestelde verplichtingen.

▼B

2.  
Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deze verordening op het grondgebied van die lidstaat overtreedt, brengt zij dit onmiddellijk ter kennis van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst neemt passende maatregelen.
3.  
Indien de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds blijft handelen op een wijze die duidelijk in strijd is met deze verordening, ondanks de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet binnen een redelijke termijn optreedt, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, nadat zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst op de hoogte heeft gebracht, alle passende maatregelen nemen om de beleggers te beschermen, met inbegrip van het opleggen van een verbod aan de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen nog op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst op de markt aan te bieden.

Artikel 19

De bevoegde autoriteiten beschikken overeenkomstig het nationale recht over alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functies. In het bijzonder hebben zij de bevoegdheid om:

a) 

inzage te vragen in elk document in welke vorm ook en om een kopie ervan te ontvangen of te maken;

b) 

van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds te vereisen onverwijld informatie te verstrekken;

c) 

van elke persoon die betrokken is bij de activiteiten van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of het in aanmerking komende durfkapitaalfonds informatie te vereisen;

d) 

ter plaatse inspecties uit te voeren, al dan niet met voorafgaande aankondiging;

e) 

passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deze verordening blijft naleven;

f) 

een bevel uit te vaardigen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds deze verordening naleeft en afziet van een herhaling van elk gedrag dat een schending van deze verordening kan vormen.

▼M1

ESMA organiseert en verricht overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 collegiale toetsingen om de procedures met betrekking tot de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening volgen, consistenter te maken.

▼B

Artikel 20

1.  
De lidstaten stellen de regels vast met betrekking tot de bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De vastgestelde bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en ontmoedigend.
2.  
De lidstaten maken uiterlijk op ►M1  2 maart 2020 ◄ regels als bedoeld in lid 1 kenbaar aan de Commissie en ESMA. Zij stellen de Commissie en ESMA onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen ervan.

▼M1

3.  
Beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 1, voldoen te allen tijde aan deze verordening en zijn ook aansprakelijk voor inbreuken op deze verordening, met inbegrip van verliezen of schade die daaruit voortvloeien.

Beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, voldoen te allen tijde aan Richtlijn 2011/61/EU. Zij zijn verantwoordelijk voor het verzekeren van de naleving van deze verordening en zijn aansprakelijk overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. Die beheerders zijn ook aansprakelijk voor verliezen of schade die uit inbreuken op deze verordening voortvloeien.

▼B

Artikel 21

▼M1

1.  

Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel neemt de bevoegde autoriteit de gepaste maatregelen als bedoeld in lid 2, voor zover van toepassing, indien de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds:

▼B

a) 

in strijd met artikel 5 de eisen die op de portefeuillesamenstelling van toepassing zijn, niet naleeft;

b) 

in strijd met artikel 6 de rechten van deelneming en aandelen van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aanbiedt aan niet in aanmerking komende beleggers;

▼M1

c) 

de benaming „EuVECA” gebruikt zonder overeenkomstig artikel 14 geregistreerd te zijn, of het in aanmerking komend durfkapitaalfonds niet overeenkomstig artikel 14 bis geregistreerd is;

▼B

d) 

de benaming „EuVECA” gebruikt voor het op de markt aanbieden van fondsen die niet in overeenstemming met artikel 3, onder b), iii), gevestigd zijn;

▼M1

e) 

in strijd met artikel 14 of artikel 14 bis een registratie heeft verkregen via valse verklaringen of op een andere onregelmatige wijze;

▼B

f) 

in strijd met artikel 7, onder a), bij de uitoefening van zijn werkzaamheden niet eerlijk, billijk of met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid of toewijding te werk gaat;

g) 

in strijd met artikel 7, onder b), geen passend beleid en passende procedures toepast om wanpraktijken te voorkomen;

h) 

herhaaldelijk niet voldoet aan de eisen van artikel 12 betreffende het jaarverslag;

i) 

herhaaldelijk niet voldoet aan de verplichting om beleggers te informeren overeenkomstig artikel 13.

▼M1

2.  

In de in lid 1 bedoelde gevallen neemt de bevoegde autoriteit zo nodig de volgende maatregelen:

a) 

maatregelen om ervoor te zorgen dat de beheerder van een betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds de artikelen 5 en 6, artikel 7, onder a) en b), en de artikelen 12 tot en met 14 bis, naargelang het geval, naleeft;

b) 

een verbod voor de beheerder van het betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds om de benaming „EuVECA” te gebruiken en een schrapping van die beheerder, of van het betrokken in aanmerking komend durfkapitaalfonds, uit het register.

3.  
De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit stelt andere betrokken bevoegde autoriteiten, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst overeenkomstig artikel 14, lid 1, onder d), en ESMA onverwijld in kennis van de schrapping van een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds uit het register.
4.  
Het recht om een of meer in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onder de benaming „EuVECA” in de Unie op de markt aan te bieden, vervalt met onmiddellijke ingang vanaf de datum van de in lid 2, onder b), bedoelde beslissing van de bevoegde autoriteit.

▼M1

5.  
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of de lidstaat van ontvangst, naargelang het geval, stelt ESMA onverwijld in kennis indien zij duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds een of meer van de in artikel 21, lid 1, onder a) tot en met i), bedoelde inbreuken heeft gepleegd.

Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kan ESMA overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 aanbevelingen richten tot de betrokken bevoegde autoriteiten om een van de in lid 2 van dit artikel bedoelde maatregelen te nemen of van dergelijke maatregelen af te zien.

Artikel 21 bis

De overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU aan de bevoegde autoriteiten verleende bevoegdheden, met inbegrip van de bevoegdheden met betrekking tot sancties, worden eveneens uitgeoefend ten aanzien van beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze verordening.

▼B

Artikel 22

1.  
De bevoegde autoriteiten en ESMA werken met elkaar samen voor het uitvoeren van hun respectieve taken uit hoofde van deze verordening in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1095/2010.
2.  
De bevoegde autoriteiten en ESMA wisselen alle informatie en documentatie uit die noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun respectieve taken krachtens deze verordening in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1095/2010, met name om inbreuken op deze verordening vast te stellen en te verhelpen.

Artikel 23

1.  
Alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten of ESMA, alsook de auditors en deskundigen die door de bevoegde autoriteiten of door ESMA geïnstrueerd zijn, zijn gebonden door het beroepsgeheim. De vertrouwelijke informatie waarvan deze personen beroepshalve kennis krijgen, mogen aan geen enkele persoon of autoriteit worden doorgegeven, behalve in een summiere of geaggregeerde vorm, zodanig dat beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, zulks onverminderd de gevallen die onder het strafrecht en de strafrechtelijke procedures uit hoofde van deze verordening vallen.
2.  
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten of ESMA wordt niet belet informatie uit te wisselen overeenkomstig deze verordening of ander Unierecht dat op beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen van toepassing is.
3.  
Wanneer bevoegde autoriteiten of ESMA vertrouwelijke informatie ontvangen overeenkomstig lid 2, mogen zij deze enkel gebruiken in het kader van hun taken en bestuursrechtelijke en gerechtelijke procedures.

Artikel 24

Bij verschil van mening tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, handeling of nalaten van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze verordening samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de zaak voorleggen aan ESMA, die kan optreden overeenkomstig de aan haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden, voor zover het meningsverschil geen verband houdt met artikel 3, onder b), iii), of met artikel 3, onder d), iv), van deze verordening.



HOOFDSTUK IV

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 25

1.  
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.  
De in artikel 9, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vier jaar met ingang van 15 mei 2013. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.  
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.  
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.  
Een overeenkomstig artikel 9, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en aan de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

Artikel 26

1.  

De Commissie evalueert deze verordening in overeenstemming met lid 2. De evaluatie omvat een algemeen onderzoek van de werking van de regels in deze verordening en de ervaring die is opgedaan bij het toepassen ervan, met inbegrip van:

a) 

de mate waarin beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming „EuVECA” in verschillende lidstaten zowel binnenlands als grensoverschrijdend hebben gebruikt;

b) 

de geografische en sectorale spreiding van de beleggingen die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben gedaan;

c) 

de geschiktheid van de in artikel 13 vermelde informatievereisten, met name de vraag of deze volstaan om beleggers in staat te stellen met kennis van zaken een beleggingsbeslissing te nemen;

d) 

het gebruik van de verschillende in aanmerking komende beleggingen door beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en met name de vraag of de in aanmerking komende beleggingen in deze verordening moeten worden aangepast;

e) 

de mogelijkheid om het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uit te breiden tot particuliere beleggers;

f) 

de doeltreffendheid, evenredigheid en toepassing van de bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen die de lidstaten overeenkomstig deze verordening hebben getroffen;

g) 

de impact van deze verordening op de durfkapitaalmarkt;

h) 

de mogelijkheid om in een derde land gevestigde durfkapitaalfondsen toe te staan gebruik te maken van de benaming „EuVECA”, rekening houdend met de ervaring die is opgedaan met de toepassing van de aanbeveling van de Commissie betreffende maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen;

i) 

de vraag of het opportuun is deze verordening aan te vullen met een bewaardersstelsel;

j) 

een evaluatie van eventuele hinderpalen die beleggingen in fondsen die gebruik maken van de benaming „EuVECA” hebben belemmerd, met inbegrip van de invloed op institutionele beleggers van ander Unierecht van prudentiële aard.

2.  

De in lid 1 bedoelde evaluatie wordt uitgevoerd:

a) 

uiterlijk ►M1  2 maart 2022 ◄ voor de punten a) tot en met g), i) en j), en

b) 

uiterlijk 22 juli 2015 voor punt h).

3.  
In vervolg op de in lid 1 bedoelde evaluatie en na raadpleging van ESMA, legt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

▼M1

4.  

Tegelijk met de evaluatie overeenkomstig artikel 69 van Richtlijn 2011/61/EU onderzoekt de Commissie, met name met betrekking tot overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), van die richtlijn geregistreerde beheerders:

a) 

het beheer van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de wenselijkheid van het aanbrengen van wijzigingen in het rechtskader, met inbegrip van de optie van een beheerpaspoort, en

b) 

de geschiktheid van de definitie van „op de markt aanbieden” voor in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en het effect dat die definitie en de uiteenlopende nationale interpretaties ervan hebben op de exploitatie en levensvatbaarheid van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en op de grensoverschrijdende distributie van dergelijke fondsen.

Na die evaluatie legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor dat zo nodig vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel.

▼B

Artikel 27

1.  
Uiterlijk 22 juli 2017 begint de Commissie met een evaluatie van de interactie tussen deze verordening en andere regels inzake instellingen voor collectieve belegging en de beheerders ervan, in het bijzonder die als vastgelegd in Richtlijn 2011/61/EU. Deze evaluatie gaat in op het toepassingsgebied van deze verordening. Daarbij worden gegevens verzameld om te beoordelen of het nodig is het toepassingsgebied uit te breiden om beheerders van durfkapitaalfondsen met een totaal aan beheerde activa dat de in artikel 2, lid 1, bepaalde drempel overschrijdt, in staat te stellen beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in overeenstemming met deze verordening te worden.
2.  
In vervolg op de in lid 1 bedoelde evaluatie en na raadpleging van ESMA, legt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 28

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013, met uitzondering van artikel 9, lid 5, dat van toepassing is met ingang van 15 mei 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.



( 1 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

( 2 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

( 3 ) PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.

( 4 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

( 5 ) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

( 6 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 7 ) PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

( 8 ) PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

Top