This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02013R0148-20171101
Commission Delegated Regulation (EU) No 148/2013 of 19 December 2012 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council on OTC derivatives, central counterparties and trade repositories with regard to regulatory technical standards on the minimum details of the data to be reported to trade repositories (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) n r. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Verordening (EU) n r. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (Voor de EER relevante tekst)
No longer in force
)
02013R0148 — NL — 01.11.2017 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 148/2013 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 052 van 23.2.2013, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/104 VAN DE COMMISSIE van 19 oktober 2016 |
L 17 |
1 |
21.1.2017 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 148/2013 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2012
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Te verstrekken gegevens in de in artikel 9, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde rapporten
1. In de bij een transactieregister in te dienen rapporten wordt onder meer het volgende vermeld:
a) de gegevens beschreven in tabel 1 van de bijlage, die informatie over de tegenpartijen bij een contract bevat;
b) de informatie beschreven in tabel 2 van de bijlage, die gegevens over het tussen de beide tegenpartijen gesloten derivatencontract bevat.
2. De in lid 1 bedoelde gegevens en informatie worden in één enkel rapport gerapporteerd.
In afwijking van de eerste alinea worden de in lid 1 bedoelde gegevens en informatie in afzonderlijke rapporten gerapporteerd, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) het derivatencontract bestaat uit een combinatie van derivatencontracten;
b) aan de hand van de velden in de tabellen van de bijlage is geen doeltreffende rapportage mogelijk van de gegevens en informatie van het derivatencontract als bedoeld onder a).
De tegenpartijen bij een uit een combinatie van derivatencontracten bestaand derivatencontract worden het vóór de uiterste datum voor rapportage eens over het aantal afzonderlijke rapporten dat bij een transactieregister betreffende dat derivatencontract moet worden ingediend.
De rapporterende tegenpartij koppelt de afzonderlijke rapporten aan elkaar met een identificatienummer dat uniek is op het niveau van de tegenpartij voor de groep van transactierapporten overeenkomstig veld 14 van tabel 2 van de bijlage.
3. Wanneer namens beide tegenpartijen één rapport wordt ingediend, bevat het de in tabel 1 van de bijlage beschreven informatie over elk van de tegenpartijen. De in tabel 2 van de bijlage beschreven informatie wordt slechts eenmaal ingediend.
4. Wanneer namens beide tegenpartijen één rapport wordt ingediend, wordt dat feit in het rapport vermeld zoals aangegeven in veld 9 van tabel 1 van de bijlage.
5. Wanneer de ene tegenpartij namens de andere tegenpartij de gegevens over een contract aan een transactieregister rapporteert of wanneer een derde entiteit namens één of beide tegenpartijen een contract aan een transactieregister rapporteert, bevat de gerapporteerde informatie de volledige reeks gegevens die zouden zijn gerapporteerd indien elke tegenpartij het contract afzonderlijk aan het transactieregister had gerapporteerd.
6. Wanneer een derivatencontract kenmerken vertoont die typisch zijn voor meer dan één van de in tabel 2 van de bijlage vermelde klassen van onderliggende activa, wordt in het rapport de activaklasse aangegeven waarover beide tegenpartijen het eens zijn dat het contract het meest daarop lijkt voordat het rapport aan een transactieregister wordt toegezonden.
Artikel 2
Geclearde transacties
1. Wanneer een derivatencontract waarvan de gegevens reeds overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn gerapporteerd vervolgens door een CTP wordt gecleard, wordt dat contract gerapporteerd als beëindigd door vermelding in veld 93 van tabel 2 van de bijlage van het soort maatregel „vervroegde beëindiging”, en de nieuwe contracten die uit de clearing voortvloeien worden gerapporteerd.
2. Wanneer een contract op dezelfde dag op een handelsplatform wordt gesloten en gecleard, worden alleen de uit de clearing voortvloeiende contracten gerapporteerd.
Artikel 3
Rapportage van blootstellingen
1. De in tabel 1 van de bijlage vereiste gegevens over de zekerheden hebben betrekking op alle gestelde en ontvangen zekerheden overeenkomstig de velden 21 tot en met 35 in tabel 1 van de bijlage.
2. Wanneer een tegenpartij geen zekerheden stelt op transactiebasis rapporteren de tegenpartijen de op portefeuillebasis gestelde en ontvangen zekerheden aan een transactieregister overeenkomstig de velden 21 tot en met 35 in tabel 1 van de bijlage.
3. Ingeval de met een contract samenhangende zekerheden op portefeuillebasis worden gerapporteerd, rapporteert de rapporterende tegenpartij aan het transactieregister een code die de portefeuille met betrekking tot het gerapporteerde contract identificeert overeenkomstig veld 23 in tabel 1 van de bijlage.
4. Andere niet-financiële tegenpartijen dan die bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn niet verplicht gegevens over zekerheden of op basis van de marktwaarde of een modellenbenadering bepaalde waarderingen van de contracten als bedoeld in tabel 1 van de bijlage bij deze verordening te verstrekken.
5. Voor door een CTP geclearde contracten rapporteert de tegenpartij de door een CTP geleverde waardering van het contract overeenkomstig de velden 17 tot en met 20 in tabel 1 van de bijlage.
6. Voor niet door een CTP geclearde contracten rapporteert de tegenpartij, overeenkomstig de velden 17 tot en met 20 in tabel 1 van de bijlage bij deze verordening, de waardering van het contract uitgevoerd volgens de methodiek als gedefinieerd in International Financial Reporting Standard (IFRS) 13 Fair Value Measurement als vastgesteld door de Unie en vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie ( 1 ).
Artikel 3 bis
Nominaal bedrag
1. Het nominale bedrag van een derivatencontract als bedoeld in veld 20 in tabel 2 van de bijlage wordt als volgt gespecificeerd:
a) in het geval van swaps, futures en termijncontracten die in monetaire eenheden worden verhandeld, het referentiebedrag aan de hand waarvan contractuele betalingen op derivatenmarkten worden vastgesteld;
b) in het geval van opties, berekend aan de hand van de uitoefenprijs;
c) in het geval van financiële contracten ter verrekening van verschillen en derivatencontracten die betrekking hebben op grondstoffen, uitgedrukt in eenheden zoals per vat of per ton, het bedrag van de hoeveelheid tegen de in het contract vastgestelde prijs;
d) in het geval van derivatencontracten waarbij het nominale bedrag wordt berekend op basis van de prijs van het onderliggend actief en deze prijs alleen beschikbaar is op het moment van de afwikkeling, de prijs aan het eind van de dag van het onderliggend actief op de datum van sluiting van het contract.
2. Het initiële rapport van een derivatencontract waarvan het nominale bedrag in de tijd varieert, vermeldt het nominale bedrag dat van toepassing is op de datum van sluiting van het derivatencontract.
Artikel 4
Rapportagelogboek
Wijzigingen in de in transactieregisters geregistreerde gegevens worden bijgehouden in een logboek waarin het volgende wordt vermeld: de persoon of personen die om de wijziging hebben verzocht, met inbegrip van het transactieregister zelf indien toepasselijk, de reden of redenen voor de wijziging, een datum en tijdstempel, en een duidelijke beschrijving van de wijzigingen, met vermelding van onder meer de oude en de nieuwe inhoud van de gegevens in kwestie, zoals aangegeven in veld 93 in tabel 2 van de bijlage.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
Aan transactieregisters te rapporteren gegevens
Tabel 1
Tegenpartijgegevens
|
Veld |
Te rapporteren gegevens |
|
Partijen bij het contract |
|
1 |
Tijdstempel van de rapportage |
Datum en tijdstip van de rapportage aan het transactieregister |
2 |
Identiteit van de rapporterende tegenpartij |
Unieke code ter identificatie van de rapporterende tegenpartij bij het contract. |
3 |
Soort identiteit van de andere tegenpartij |
Soort code die voor de identificatie van de andere tegenpartij wordt gebruikt. |
4 |
Identiteit van de andere tegenpartij |
Unieke code ter identificatie van de andere tegenpartij bij het contract. Dit veld wordt ingevuld vanuit het oogpunt van de rapporterende tegenpartij. Voor particulieren wordt op consistente wijze een cliëntcode gebruikt. |
5 |
Land van de andere tegenpartij |
De code van het land waar de statutaire zetel van de andere tegenpartij zich bevindt of het land van verblijf indien de tegenpartij een natuurlijke persoon is. |
6 |
Bedrijfssector van de rapporterende tegenpartij |
Aard van de bedrijfsactiviteiten van de rapporterende tegenpartij. Is de rapporterende tegenpartij een financiële tegenpartij, dan bevat dit veld alle nodige in de taxonomie voor financiële tegenpartijen opgenomen codes die betrekking hebben op die tegenpartij. Is de rapporterende tegenpartij een niet-financiële tegenpartij, dan bevat dit veld alle nodige in de taxonomie voor niet-financiële tegenpartijen opgenomen codes die betrekking hebben op die tegenpartij. Wanneer meer dan één activiteit wordt gerapporteerd, worden de codes ingevuld in volgorde van het relatieve belang van de betrokken activiteiten. |
7 |
Aard van de rapporterende tegenpartij |
Aangeven of de rapporterende tegenpartij een CTP, een financiële of niet-financiële tegenpartij of een andere soort tegenpartij is overeenkomstig artikel 1, punt 5, en artikel 2, punten 1, 8 en 9, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1). |
8 |
Identiteit van de makelaar |
Indien een makelaar optreedt als intermediair voor de rapporterende tegenpartij zonder dat hij zelf een tegenpartij wordt, identificeert de rapporterende tegenpartij de betrokken makelaar aan de hand van een unieke code. |
9 |
Identiteit van de rapporterende entiteit |
Indien de rapporterende tegenpartij de indiening van het rapport aan een derde of de andere tegenpartij heeft gedelegeerd, wordt deze entiteit in dit veld geïdentificeerd aan de hand van een unieke code. Anders wordt dit veld blanco gelaten. |
10 |
Identiteit van het clearinglid |
Wanneer het derivatencontract wordt gecleard en de rapporterende tegenpartij zelf geen clearinglid is, wordt het clearinglid via hetwelk het derivatencontract is gecleard in dit veld geïdentificeerd aan de hand van een unieke code. |
11 |
Soort Identiteit van de begunstigde |
Soort code die voor de identificatie van de begunstigde wordt gebruikt. |
12 |
Identiteit van de begunstigde |
De partij waarvoor de uit het contract voortvloeiende rechten en verplichtingen gelden. Wanneer de transactie wordt uitgevoerd via een structuur (zoals een trust of fonds), die een aantal begunstigden vertegenwoordigt, wordt de begunstigde als de betrokken structuur geïdentificeerd. Wanneer de begunstigde van het contract niet de tegenpartij bij dat contract is, identificeert de rapporterende tegenpartij deze begunstigde aan de hand van een unieke code of, ingeval het om een particulier gaat, aan de hand van een consistent gebruikte cliëntcode die is toegewezen door de juridische entiteit op wie de betrokken particulier een beroep heeft gedaan. |
13 |
Handelshoedanigheid |
Aangeven of de rapporterende tegenpartij het contract als principaal voor eigen rekening (namens zichzelf of namens een cliënt) dan wel als agent voor rekening van en namens een cliënt heeft gesloten. |
14 |
Zijde van de tegenpartij |
Aangeven of de rapporterende tegenpartij een koper of een verkoper is. |
15 |
Rechtstreeks verband houdend met de handelsactiviteit of het beheer van kasmiddelen |
Informatie over het feit of van het contract objectief kan worden aangetoond dat het rechtstreeks verband houdt met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van de rapporterende tegenpartij als bedoeld in artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012. Dit veld wordt niet ingevuld als de rapporterende tegenpartij een financiële tegenpartij is als bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012. |
16 |
Clearingdrempel |
Informatie over de vraag of de posities van de rapporterende tegenpartij boven de in artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde clearingdrempel uitkomen. Dit veld wordt niet ingevuld als de rapporterende tegenpartij een financiële tegenpartij is als bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012. |
17 |
Waarde van het contract |
Waardering van het contract tegen marktwaarde of waardering op basis van een modellenbenadering indien zulks overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 toepasselijk is. Voor een geclearde transactie moet de waardering van de CCP worden gebruikt. |
18 |
Valuta van de waarde |
De valuta die wordt gebruikt voor de waardering van het contract. |
19 |
Tijdstempel van de waardering |
Datum en tijdstip van de laatste waardering. Voor op basis van de marktwaarde bepaalde waarderingen worden datum en tijdstip van bekendmaking van referentieprijzen gerapporteerd. |
20 |
Soort waardering |
Aangeven of de waardering tegen marktwaarde of op basis van een modellenbenadering heeft plaatsgevonden of door de CTP is verstrekt. |
21 |
Zekerheidsstelling |
Geef aan of er een zekerheidsovereenkomst tussen de tegenpartijen is. |
22 |
Zekerhedenportefeuille |
Aangeven of de zekerheden op portefeuillebasis zijn gesteld. Op portefeuillebasis betekent dat de zekerheden zijn berekend op basis van de uit een samenstel van contracten resulterende nettoposities in plaats van per transactie. |
23 |
Code van de zekerhedenportefeuille |
Indien de zekerheden op portefeuillebasis worden gerapporteerd, wordt de portefeuille geïdentificeerd aan de hand van een door de rapporterende tegenpartij vastgestelde unieke code. |
24 |
Gestorte initiële marge |
De waarde van de initiële marge die de rapporterende tegenpartij bij de andere tegenpartij heeft gestort. Wanneer de initiële marge op portefeuillebasis wordt gestort, bevat dit veld de totale waarde van de initiële marge die voor de betrokken portefeuille is gestort. |
25 |
Valuta van de gestorte initiële marge |
Vermeld de valuta van de gestorte initiële marge. |
26 |
Gestorte variatiemarge |
De waarde van de variatiemarge, inclusief in contanten afgewikkeld, die de rapporterende tegenpartij bij de andere tegenpartij heeft gestort. Wanneer de variatiemarge op portefeuillebasis wordt gestort, bevat dit veld de totale waarde van de variatiemarge die voor de betrokken portefeuille is gestort. |
27 |
Valuta van de gestorte variatiemarges |
Vermeld de valuta van de gestorte variatiemarge. |
28 |
Ontvangen initiële marge |
De waarde van de initiële marge die de rapporterende tegenpartij van de andere tegenpartij heeft ontvangen. Wanneer de initiële marge op portefeuillebasis wordt ontvangen, bevat dit veld de totale waarde van de initiële marge die voor de betrokken portefeuille is ontvangen. |
29 |
Valuta van de ontvangen initiële marge |
Vermeld de valuta van de ontvangen initiële marge. |
30 |
Ontvangen variatiemarge |
De waarde van de variatiemarge, inclusief in contanten afgewikkeld, die de rapporterende tegenpartij heeft ontvangen van de andere tegenpartij. Wanneer de variatiemarge op portefeuillebasis wordt ontvangen, bevat dit veld de totale waarde van de variatiemarge die voor de betrokken portefeuille is ontvangen. |
31 |
Valuta van de ontvangen variatiemarges |
Vermeld de valuta van de ontvangen variatiemarge. |
32 |
Te veel gestorte zekerheden |
Waarde van de zekerheden die boven de vereiste zekerheden zijn gestort. |
33 |
Valuta van de te veel gestorte zekerheden |
Vermeld de valuta van de te veel gestorte zekerheden. |
34 |
Te veel ontvangen zekerheden |
Waarde van de zekerheden die boven de vereiste zekerheden zijn ontvangen. Zekerheden |
35 |
Valuta van de te veel ontvangen zekerheden |
Vermeld de valuta van de te veel ontvangen zekerheden. |
(1) Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1). |
Tabel 2
Gemeenschappelijke gegevens
|
Veld |
Te rapporteren gegevens |
Toepasselijke soorten derivatencontracten |
|
Afdeling 2a — Contractsoort |
|
Alle contracten |
1 |
Contractsoort |
Elk gerapporteerd contract wordt naar soort ingedeeld. |
|
2 |
Activaklasse |
Elk gerapporteerd contract wordt ingedeeld aan de hand van de activaklasse waarop het is gebaseerd. |
|
|
Afdeling 2b — Contractinformatie |
|
Alle contracten |
3 |
Soort productclassificatie |
Soort relevante productclassificatie. |
|
4 |
Productclassificatie |
Voor producten geïdentificeerd door middel van een internationaal effectenidentificatienummer (ISIN) of een alternatieve instrumentidentificatiecode (AII) wordt de code voor classificatie van financiële instrumenten (CFI) gespecificeerd. Voor producten waarvoor ISIN of AII niet beschikbaar is, wordt de goedgekeurde unieke productidentificatiecode (UPI) vermeld. Totdat de UPI is goedgekeurd, worden die producten met hun CFI-code ingedeeld. |
|
5 |
Soort productidentificatie |
Soort relevante productidentificatie. |
|
6 |
Productidentificatie |
Het product wordt geïdentificeerd door middel van ISIN of AII. AII wordt gebruikt wanneer een product wordt verhandeld op een handelsplatform ingedeeld als AII in het op de website van ESMA gepubliceerde register, en is samengesteld op basis van informatie die is verstrekt door de bevoegde autoriteiten op grond van artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1287/2006 (1) van de Commissie. AII mag slechts worden gebruikt tot de datum van toepassing van de gedelegeerde handelingen die door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2). |
|
7 |
Soort identificatie van de onderliggende waarde |
Soort identificatie van de relevante onderliggende waarde. |
|
8 |
Identificatie van de onderliggende waarde |
De directe onderliggende waarde wordt geïdentificeerd aan de hand van een unieke identificatiecode voor de betrokken onderliggende waarde op basis van de soort waarde. AII mag slechts worden gebruikt tot de datum van toepassing van de gedelegeerde handelingen die door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Verordening (EU) nr. 600/2014. Voor credit default swaps moet de ISIN van de referentie-obligatie worden verstrekt. In geval van korven bestaande uit, onder meer, op een handelsplatform verhandelde financiële instrumenten worden enkel op een handelsplatform verhandelde financiële instrumenten gespecificeerd. |
|
9 |
Nominale valuta 1 |
De valuta van het nominale bedrag. Bij een contract met betrekking tot een rente- of valutaderivaat is dit de nominale valuta van deel 1. |
|
10 |
Nominale valuta 2 |
De andere valuta van het nominale bedrag. Bij een contract met betrekking tot een rente- of valutaderivaat is dit de nominale valuta van deel 2. |
|
11 |
Leverbare valuta |
De te leveren valuta. |
|
|
Afdeling 2c — Gegevens over de transactie |
|
Alle contracten |
12 |
Identiteit van de transactie |
Zolang geen mondiale UTI beschikbaar is, een unieke met de andere tegenpartij overeengekomen identificatiecode van de transactie. |
|
13 |
Volgnummer rapport |
Een uniek nummer voor de groep van rapporten over dezelfde uitvoering van een derivatencontract. |
|
14 |
Identiteit van de bestanddelen van een complexe transactie |
Interne identificatiecode van de rapporterende onderneming om alle rapporten met betrekking tot hetzelfde derivatencontract bestaande uit een combinatie van derivatencontracten, te identificeren en aan elkaar te koppelen. De code moet op het niveau van de tegenpartij uniek zijn voor de groep van transactierapporten die voortvloeien uit het derivatencontract. Veld alleen van toepassing indien een onderneming een derivatencontract uitvoert dat bestaat uit twee of meer derivatencontracten en wanneer dit contract niet voldoende in één enkel rapport kan worden gerapporteerd. |
|
15 |
Plaats van uitvoering |
De plaats van uitvoering van het derivatencontract wordt geïdentificeerd met een voor deze plaats unieke code. Wanneer een contract otc werd gesloten en het desbetreffende instrument tot de handel is toegelaten of op een handelsplatform wordt verhandeld, wordt de MIC-code „XOFF” gebruikt. Wanneer een contract otc werd gesloten en het desbetreffende instrument niet tot de handel is toegelaten of op een handelsplatform wordt verhandeld, wordt de MIC-code „XXXX” gebruikt. |
|
16 |
Compressie |
Aangeven of het contract het resultaat is van een compressie in de zin van artikel 2, lid 1, punt 47, van Verordening (EU) nr. 600/2014. |
|
17 |
Prijs/tarief |
De prijs per derivaat, exclusief provisie en opgelopen rente (indien toepasselijk). |
|
18 |
Eenheid van de prijs |
De manier waarop de prijs wordt uitgedrukt. |
|
19 |
Valuta van de prijs |
De valuta waarin prijs/tarief worden uitgedrukt. |
|
20 |
Nominaal |
Het referentiebedrag voor het vaststellen van de contractuele betalingen. In geval van gedeeltelijke opzeggingen, aflossingen en in geval van contracten waarvan de nominale waarde vanwege de kenmerken van het contract varieert in de tijd, het nominale restbedrag nadat de verandering heeft plaatsgevonden. |
|
21 |
Prijsmultiplicator |
Aantal eenheden van het financiële instrument dat in een handelspartij is vervat, zoals het aantal door het contract vertegenwoordigde derivaten. |
|
22 |
Hoeveelheid |
Aantal contracten in het rapport. Voor spreadbets is de hoeveelheid gelijk aan de ingezette geldwaarde per punt beweging in het direct onderliggende financieel instrument. |
|
23 |
Vooruitbetaling |
Bedrag van eventuele vooruitbetalingen die de rapporterende tegenpartij heeft verricht of ontvangen. |
|
24 |
Wijze van levering |
Aangeven of het contract fysiek of contant is afgewikkeld. |
|
25 |
Tijdstempel van de uitvoering |
Datum en tijdstip waarop het contract is uitgevoerd. |
|
26 |
Ingangsdatum |
Datum waarop de contractuele verplichtingen in werking treden. |
|
27 |
Vervaldatum |
Oorspronkelijke afloopdatum van het gerapporteerde contract. Vroegtijdige beëindiging wordt niet in dit veld gerapporteerd. |
|
28 |
Einddatum |
Beëindigingsdatum in geval van een vroegtijdige beëindiging van het gerapporteerde contract. |
|
29 |
Afwikkelingsdatum |
Datum van afwikkeling van de onderliggende waarde. Is er sprake van meer is dan één datum, kunnen extra velden worden gebruikt. |
|
30 |
Soort raamovereenkomst |
Verwijzing naar een eventuele raamovereenkomst, indien van toepassing (bv. ISDA Master Agreement; Master Power Purchase and Sale Agreement; International ForEx Master Agreement; European Master Agreement of enigerlei lokale raamovereenkomsten). |
|
31 |
Versie van de raamovereenkomst |
Verwijzing naar het jaar van de versie van de voor de gerapporteerde transactie gehanteerde raamovereenkomst, indien toepasselijk (bv. 1992, 2002, …). |
|
|
Afdeling 2d — Risicolimitering/rapportage |
|
Alle contracten |
32 |
Tijdstempel van de bevestiging |
Datum en tijdstip van de bevestiging, als uiteengezet in artikel 12 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie (3). |
|
33 |
Wijze van bevestiging |
Of het contract elektronisch is bevestigd, niet-elektronisch is bevestigd, dan wel onbevestigd blijft. |
|
|
Afdeling 2e — Clearing |
|
Alle contracten |
34 |
Clearingverplichting |
Aangeven of het gerapporteerde contract behoort tot een klasse van otc-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard en of beide partijen bij het contract op het moment van uitvoering van het contract aan de clearingverplichting zijn onderworpen op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012. |
|
35 |
Gecleard |
Aangeven of de clearing heeft plaatsgevonden. |
|
36 |
Tijdstempel van de clearing |
Tijdstip en datum waarop de clearing heeft plaatsgevonden. |
|
37 |
CTP |
Ingeval het een gecleard contract betreft, de unieke code van de CTP die het contract heeft gecleard. |
|
38 |
Intragroep |
Aangeven of het contract is gesloten als een intragroepstransactie in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 648/2012. |
|
|
Afdeling 2f — Rente |
|
Rentederivaten |
39 |
Vaste rente van deel 1 |
Vermelding van het gehanteerde vasterentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
40 |
Vaste rente van deel 2 |
Vermelding van het gehanteerde vasterentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
41 |
Dagtelling vaste rente van deel 1 |
Feitelijk aantal dagen in de relevante berekeningsperiode van de betaler van de vasterentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
42 |
Dagtelling vaste rente van deel 2 |
Feitelijk aantal dagen in de relevante berekeningsperiode van de betaler van de vasterentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
43 |
Betalingsfrequentie vaste rente van deel 1 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het vasterentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
44 |
Betalingsfrequentie vaste rente van deel 1 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het vasterentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
45 |
Betalingsfrequentie vaste rente van deel 2 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het vasterentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
46 |
Betalingsfrequentie vaste rente van deel 2 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het vasterentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
47 |
Betalingsfrequentie variabele rente van deel 1 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het variabelerentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
48 |
Betalingsfrequentie variabele rente van deel 1 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het variabelerentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
49 |
Betalingsfrequentie variabele rente van deel 2 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het variabelerentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
50 |
Betalingsfrequentie variabele rente van deel 2 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de frequentie van de betalingen voor het variabelerentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
51 |
Herzieningsfrequentie variabele rente van deel 1 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de herzieningsfrequenties van het variabelerentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
52 |
Herzieningsfrequentie variabele rente van deel 1 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de herzieningsfrequenties van het variabelerentedeel 1, indien toepasselijk. |
|
53 |
Herzieningsfrequentie variabele rente van deel 2 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode van de herzieningsfrequenties van het variabelerentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
54 |
Herzieningsfrequentie variabele rente van deel 2 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de herzieningsfrequenties van het variabelerentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
55 |
Variabele rente van deel 1 |
Vermelding van de gehanteerde rentetarieven die op gezette tijden worden herzien in het licht van een marktreferentietarief, indien toepasselijk. |
|
56 |
Referentieperiode voor de variabele rente van deel 1 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de referentieperiode voor het variabelerentedeel 1. |
|
57 |
Referentieperiode voor de variabele rente van deel 1 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de referentieperiode voor het variabelerentedeel 2, indien toepasselijk. |
|
58 |
Variabele rente van deel 2 |
Vermelding van de gehanteerde rentetarieven die op gezette tijden worden herzien in het licht van een marktreferentietarief, indien toepasselijk. |
|
59 |
Referentieperiode voor de variabele rente van deel 2 — Tijdsperiode |
Tijdsperiode ter beschrijving van de referentieperiode voor het variabelerentedeel 2. |
|
60 |
Referentieperiode voor de variabele rente van deel 2 — Multiplicator |
Multiplicator van de tijdsperiode ter beschrijving van de referentieperiode voor het variabelerentedeel 2. |
|
|
Afdeling 2 g — Deviezen |
|
Valutaderivaten |
61 |
Leveringsvaluta 2 |
De cross currency indien deze verschilt van de leveringsvaluta. |
|
62 |
Wisselkoers 1 |
De wisselkoers op de datum en het tijdstip waarop het contract werd gesloten. Deze wordt weergegeven als een prijs van de basisvaluta in de desbetreffende valuta. |
|
63 |
Termijnkoers |
Termijnkoers zoals overeengekomen tussen de tegenpartijen van de contractuele overeenkomst en uitgedrukt in een prijs van de basisvaluta in de desbetreffende valuta. |
|
64 |
Wisselkoersbasis |
Basis voor de notering van de wisselkoers. |
|
|
Afdeling 2h — Grondstoffen en emissierechten |
|
Grondstoffen- en emissierechtenderivaten |
|
Algemeen |
|
|
65 |
Grondstofbasis |
Aangeven welke soort grondstof als onderliggende waarde van het contract fungeert. |
|
66 |
Grondstofgegevens |
Nadere bijzonderheden over de specifieke grondstof na veld 65. |
|
|
Energie |
De velden 67-77 zijn uitsluitend van toepassing op derivatencontracten met betrekking tot aardgas en elektriciteit geleverd in de Unie. |
|
67 |
Leveringspunt of -zone |
Leveringspunt(en) van (een) marktgebied(en). |
|
68 |
Interconnectiepunt |
Vermelding van de grens (grenzen) of grenspunt(en) van een transportcontract |
|
69 |
Belastingsprofiel |
Identificatie van het leveringsprofiel. |
|
|
Te herhalen afdeling van velden 70 tot en met 77 |
|
|
70 |
Belastingsleveringsintervallen |
Het tijdsinterval voor elk blok of elke vorm. |
|
71 |
Startdatum en -tijdstip van de levering |
Startdatum en -tijdstip van de levering. |
|
72 |
Einddatum en -tijdstip van de levering |
Einddatum en -tijdstip van de levering. |
|
73 |
Duur |
Duur van de leveringsperiode. |
|
74 |
Dagen van de week |
De dagen van de week van de levering. |
|
75 |
Leveringscapaciteit |
De capaciteit voor elk leveringsinterval vermeld in veld 70. |
|
76 |
Eenheid van de hoeveelheid |
Per dag of per uur geleverde hoeveelheid in MWh of kWh/d van de onderliggende grondstof. |
|
77 |
Prijs/geleverde hoeveelheid in een tijdsinterval |
Indien van toepassing, de prijs per hoeveelheid per leveringstijdsinterval. |
|
|
Afdeling 2i — Opties |
|
Contracten die een optie bevatten |
78 |
Soort optie |
Aangeven of het derivatencontract een call (recht om een bepaald onderliggend actief te kopen) of een put (recht om een bepaald onderliggend actief te verkopen) is, dan wel of op het tijdstip van uitvoering van het derivatencontract niet valt uit te maken of het een call of put is. — Bij swaptions: — „put”, in het geval van een receiver swaption, waarbij de koper het recht heeft een swap af te sluiten als ontvanger van vaste rente; — „call”, in geval van een payer swaption, waarbij de koper het recht heeft een swap af te sluiten als betaler van vaste rente. — Bij caps en floors: — „put”, in het geval van een floor; — „call”, in het geval van een cap. |
|
79 |
Uitoefenstijl opties |
Aangeven of de optie uitsluitend op een vaste datum mag worden uitgeoefend (Europese en Aziatische optie), op een reeks vooraf bepaalde data (Bermudaanse optie), dan wel op gelijk welk moment van de looptijd van het contract (Amerikaanse optie). |
|
80 |
Uitoefenprijs (maximum-/minimumprijs) |
De uitoefenprijs van de optie. |
|
81 |
Notering uitoefenprijs |
De manier waarop de uitoefenprijs wordt uitgedrukt. |
|
82 |
Vervaldatum van de onderliggende waarde |
In het geval van swaptions, vervaldatum van de onderliggende swap. |
|
|
Afdeling 2j — Kredietderivaten |
|
|
83 |
Rangorde |
Informatie over de rangorde in geval van een indexcontract of een contract betreffende een entiteit met één enkele naam. |
|
84 |
Referentie-entiteit |
Identificatie van de onderliggende referentie-entiteit. |
|
85 |
Betalingsfrequentie |
De betalingsfrequentie van de rente of coupon. |
|
86 |
Berekeningsgrondslag |
De berekeningsgrondslag van de rentevoet. |
|
87 |
Serie |
Het serienummer van de samenstelling van de index indien van toepassing. |
|
88 |
Versie |
Een nieuwe versie van een serie wordt uitgegeven wanneer een van de bestanddelen in gebreke blijft en de index opnieuw moet worden gewogen om het nieuwe aantal totale bestanddelen binnen de index in aanmerking te nemen. |
|
89 |
Indexfactor |
De op Nominaal (veld 20) toe te passen factor om deze aan te passen aan de vorige kredietgebeurtenissen in die indexserie. Dit cijfer varieert tussen 0 en 100. |
|
90 |
Tranche |
Aangeven of het derivatencontract in tranches is onderverdeeld. |
|
91 |
Attachment point |
Het punt waarop de verliezen binnen de pool aan een bepaalde tranche zullen worden gekoppeld. |
|
92 |
Detachment point |
Het punt waarboven de verliezen geen invloed hebben op de specifieke tranche. |
|
|
Afdeling 2k — Wijzigingen in het contract |
|
|
93 |
Soort actie |
Of het rapport: — voor het eerst een derivatencontract bevat, in welk geval de vermelding „nieuw” wordt ingevuld; — een wijziging in de voorwaarden of gegevens van een eerder gerapporteerd derivatencontract maar geen correctie van een rapport bevat, in welk geval de vermelding „wijzigen” wordt ingevuld. Dit omvat een actualisering van een eerder rapport dat een positie vertoont om nieuwe transacties in die positie weer te geven; — een annulering van een verkeerd ingediend rapport ingeval het contract nooit is gesloten of niet onderworpen was aan de rapportagevoorschriften van Verordening (EU) nr. 648/2012, maar bij vergissing aan een transactieregister is gerapporteerd, in welk geval de vermelding „fout” wordt ingevuld; — een vervroegde beëindiging van een bestaand contract, in welk geval de vermelding „vervroegde beëindiging” wordt ingevuld; — een eerder ingediend rapport dat foutieve gegevens bevat, in welk geval het rapport ter correctie van de verkeerde gegevensvelden van het vorige rapport wordt aangeduid als „correctie”; — een compressie van het gerapporteerde contract, in welk geval de vermelding „compressie” wordt ingevuld, — een geactualiseerde waardering of zekerheid van een contract, in welk geval de vermelding „actualisering van waardering” wordt ingevuld; — een derivatencontract dat moet worden gerapporteerd als een nieuwe transactie en ook opgenomen moet worden in een afzonderlijk positierapport op dezelfde dag, in welk geval de vermelding „positiebestanddeel” wordt ingevuld. Deze waarde is gelijk aan de rapportage van een nieuwe transactie, gevolgd door een update van dat rapport waardoor het als gecomprimeerd wordt weergegeven. |
|
94 |
Niveau |
Aangeven of het rapport op transactie- of positieniveau is opgesteld. Een rapport op positieniveau kan alleen worden gebruikt als aanvulling op transactierapporten ter rapportering van posttransactionele gebeurtenissen en enkel indien de individuele transacties in verwisselbare producten door de positie zijn vervangen. |
|
(1) Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1). (2) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84). (3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11). |
( 1 ) Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).