This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02012R0360-20201103
Commission Regulation (EU) No 360/2012 of 25 April 2012 on the application of Articles 107 and 108 of the Treaty on the Functioning of the European Union to de minimis aid granted to undertakings providing services of general economic interest (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02012R0360 — NL — 03.11.2020 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 360/2012 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PB L 114 van 26.4.2012, blz. 8) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2018/1923 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2018 |
L 313 |
2 |
10.12.2018 |
|
VERORDENING (EU) 2020/1474 VAN DE COMMISSIE van 13 oktober 2020 |
L 337 |
1 |
14.10.2020 |
VERORDENING (EU) Nr. 360/2012 VAN DE COMMISSIE
van 25 april 2012
betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Toepassingsbereik en definities
Deze verordening is niet van toepassing op:
steun verleend aan in de sectoren visserij en aquacultuur actieve ondernemingen voor zover die onder Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad ( 1 ) vallen;
steun verleend aan in de primaire productie van landbouwproducten actieve ondernemingen;
steun verleend aan op het gebied van de verwerking en de afzet van landbouwproducten actieve ondernemingen, in de volgende gevallen:
wanneer het steunbedrag wordt vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van dergelijke van primaire producenten afgenomen producten die door de betrokken ondernemingen op de markt worden gebracht,
wanneer de steun afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat deze steun geheel of ten dele aan primaire producenten wordt doorgegeven;
steun voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of lidstaten, met name steun die direct aan de uitgevoerde hoeveelheden is gerelateerd, en steun voor de oprichting en exploitatie van een distributienet of andere lopende uitgaven in verband met werkzaamheden op het gebied van uitvoer;
steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen;
steun verleend aan ondernemingen die actief zijn in de kolenindustrie in de zin van Besluit 2010/787/EU van de Raad ( 2 );
steun verleend aan ondernemingen die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg uitvoeren;
steun verleend aan ondernemingen in moeilijkheden.
Indien ondernemingen die actief zijn zowel in de in de punten a), b), c) of g), van de eerste alinea bedoelde sectoren als in andere sectoren die niet van het toepassingsbereik van de onderhavige verordening zijn uitgesloten, is deze verordening slechts van toepassing op steun ten behoeve van activiteiten in die andere sectoren of activiteiten, mits de lidstaten ervoor zorgen dat de activiteiten in de uitgesloten sectoren geen de-minimissteun genieten uit hoofde van deze verordening, zulks met passende middelen zoals een scheiding van activiteiten of een onderscheid in kosten.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
"landbouwproducten" : de in Bijlage I bij het Verdrag vermelde producten, met uitzondering van visserijproducten; |
b) |
"de verwerking van landbouwproducten" : een bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat nog steeds een landbouwproduct is, met uitzondering van activiteiten op landbouwbedrijven die nodig zijn om een plantaardig of dierlijk product voor de eerste verkoop voor te bereiden; |
c) |
"afzet van landbouwproducten" : het in voorraad hebben of uitstellen met het oog op verkoop, te koop aanbieden, leveren of op enige andere wijze verhandelen, met uitzondering van de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkingsbedrijven en alle activiteiten waarmee een product voor een dergelijke eerste verkoop wordt voorbereid. Verkoop door een primaire producent aan eindgebruikers geldt als afzet indien deze plaatsvindt in speciaal daartoe voorziene afzonderlijke lokalen. |
Artikel 2
De-minimissteun
Dit plafond is van toepassing ongeacht de vorm van de de-minimissteun en ongeacht het feit of de door de lidstaat verleende steun geheel of ten dele uit middelen van Unie-oorsprong wordt gefinancierd. De in aanmerking te nemen periode wordt vastgesteld op basis van de belastingjaren zoals de onderneming die in de betrokken lidstaat toepast.
Van steun die in tranches wordt uitgekeerd, wordt door discontering de waarde op het tijdstip van de verlening ervan berekend. De rentevoet die bij discontering wordt gehanteerd, is de disconteringsvoet die op het tijdstip van de steunverlening van toepassing is.
Deze verordening is alleen van toepassing op steun waarvan het bruto-subsidie-equivalent vooraf precies kan worden berekend zonder dat een risicoanalyse behoeft te worden uitgevoerd ("transparante steun"). Met name:
geldt steun vervat in leningen als transparante de-minimissteun wanneer het bruto-subsidie-equivalent is berekend op grond van het referentiepercentage dat van toepassing is op het tijdstip van de steunverlening;
geldt steun vervat in kapitaalinjecties alleen als transparante de-minimissteun indien het totale door de overheid ingebrachte bedrag onder het de-minimisplafond blijft;
geldt steun vervat in risicokapitaalmaatregelen alleen als transparante de-minimissteun indien het in het kader van de betrokken risicokapitaalregeling aan elke doelonderneming verstrekte kapitaal onder het de-minimisplafond blijft;
geldt individuele steun die in het kader van een garantieregeling wordt verleend aan ondernemingen welke geen ondernemingen in moeilijkheden zijn, als transparante de-minimissteun wanneer het in het kader van dit soort regeling gegarandeerde gedeelte van de onderliggende lening niet meer dan 3 750 000 EUR per onderneming bedraagt. Indien het gegarandeerde gedeelte van de onderliggende lening slechts een bepaald aandeel van dit plafond bedraagt, wordt ervan uitgegaan dat het bruto-subsidie-equivalent van die garantie overeenkomt met hetzelfde aandeel van het in lid 2 vastgestelde plafond. De garantie beloopt niet meer dan 80% van de onderliggende lening. Garantieregelingen gelden ook als transparant indien:
vóór de tenuitvoerlegging van de regeling de methode voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent van de garanties is aanvaard nadat die methode bij de Commissie is aangemeld op grond van een verordening die de Commissie op staatssteungebied heeft vastgesteld, en
de goedgekeurde methode uitdrukkelijk is toegespitst op het soort garanties en het soort onderliggende transacties die in het kader van de toepassing van de onderhavige verordening in het geding zijn.
Artikel 3
Monitoring
De lidstaat verleent nieuwe de-minimissteun op grond van deze verordening pas nadat hij zich ervan heeft vergewist dat dit het totale aan de betrokken onderneming aan de-minimissteun verleende bedrag niet zodanig doet toenemen dat het in artikel 2, lid 2, vastgestelde plafond wordt overschreden en dat de regels inzake cumulering van artikel 2, leden 6, 7 en 8, in acht worden genomen.
Artikel 4
Overgangsbepalingen
Deze verordening is van toepassing op de-minimissteun die voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang is verleend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, mits die steun aan de in de artikelen 1 en 2 van deze verordening vastgestelde voorwaarden voldoet. Steun voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt beoordeeld overeenkomstig de relevante beschikkingen, besluiten, kaderregelingen, richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen.
Na het verstrijken van de toepassingsduur van deze verordening kan alle de-minimissteun die aan de voorwaarden van deze verordening voldoet, nog gedurende zes maanden geldig ten uitvoer worden gelegd.
Artikel 5
Inwerkingtreding en toepassingsduur
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
( 1 ) PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22.
( 2 ) PB L 336 van 21.12.2010, blz.24.