This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02012D0329-20130709
Council Decision 2012/329/CFSP of 25 June 2012 extending the mandate of the European Union Special Representative or the Horn of Africa
Consolidated text: Besluit 2012/329/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika
Besluit 2012/329/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika
2012D0329 — NL — 09.07.2013 — 001.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
BESLUIT 2012/329/GBVB VAN DE RAAD van 25 juni 2012 (PB L 165, 26.6.2012, p.62) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
No |
page |
date |
||
L 189 |
8 |
10.7.2013 |
BESLUIT 2012/329/GBVB VAN DE RAAD
van 25 juni 2012
houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 8 december 2011 Besluit 2011/819/GBVB ( 1 ) vastgesteld waarin de heer Alexander RONDOS benoemd werd tot speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika. Het mandaat van de SVEU verstrijkt op 30 juni 2012. |
(2) |
Het mandaat van de SVEU moet nogmaals met twaalf maanden worden verlengd. |
(3) |
De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de in artikel 21 van het Verdrag uiteengezette doelstellingen van het extern optreden van de Unie kan belemmeren, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie
Het mandaat van de heer Alexander RONDOS als SVEU voor de Hoorn van Afrika wordt hierbij verlengd tot en met 31 oktober 2013. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).
Voor de toepassing van het mandaat van de SVEU omvat de Hoorn van Afrika de Republiek Djibouti, de Staat Eritrea, de Federale Democratische Republiek Ethiopië, de Republiek Kenia, de Federale Republiek Somalië, de Republiek Sudan, de Republiek Zuid-Sudan en de Republiek Uganda. Voor aangelegenheden met ruimere regionale implicaties, waaronder piraterij, zal de SVEU in voorkomend geval overleg plegen met landen en regionale entiteiten buiten de Hoorn van Afrika.
De onderling samenhangende uitdagingen waar de regio mee wordt geconfronteerd, moeten op regionaal niveau worden benaderd. Daarom zal de SVEU voor de Hoorn van Afrika in nauw overleg samenwerken met de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan, die de eerste verantwoordelijke blijft voor deze twee landen.
Artikel 2
Beleidsdoelstellingen
1. Het mandaat van de SVEU berust op de beleidsdoelstellingen van de Unie met betrekking tot de Hoorn van Afrika als neergelegd in haar strategisch kader dat vastgesteld is op 14 november 2011, namelijk actief bijdragen tot de regionale en internationale inspanningen voor een duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling in de regio. Voorts zal de SVEU ernaar streven de kwaliteit, de intensiteit, het effect en de zichtbaarheid van het meervoudige engagement van de Unie in de Hoorn van Afrika te vergroten.
2. De aandacht zal bij voorrang blijven uitgaan naar Somalië, naar de regionale dimensies van het conflict en naar piraterij, waarvan de oorsprong in de instabiliteit van Somalië te situeren is.
3. Wat Somalië betreft, is het beleid van de Unie erop gericht om via een gecoördineerd en doeltreffend gebruik van al haar instrumenten Somalië en zijn bevolking weer op de weg naar vrede en welvaart te brengen. Daartoe ondersteunt de Unie de rol van de Verenigde Naties (VN) bij het faciliteren van een geloofwaardig en inclusief, door Somalië geleid politiek proces, en zal zij, in samenwerking met regionale en internationale partners, actief blijven bijdragen tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de postovergangsfase.
4. Wat piraterij betreft, bestaat de rol van de SVEU in het leveren van een bijdrage tot het ontwikkelen en uitvoeren van een samenhangende, doeltreffende en evenwichtige Unieaanpak van piraterij die haar oorsprong vindt in Somalië, welke aanpak alle aspecten van het optreden van de Unie omvat, met name op politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, en moet de SVEU het belangrijkste aanspreekpunt van de Unie inzake piraterij zijn voor de internationale gemeenschap, met inbegrip van de regio Oost- en Zuidelijk Afrika en het Brits Indische Oceaanterritorium (ESA/IO-regio).
Artikel 3
Mandaat
1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Uniebeleid met betrekking tot de Hoorn van Afrika krijgt de SVEU het mandaat om:
a) overleg te plegen met alle relevante belanghebbenden van de regio, regeringen, bestaande regionale autoriteiten, internationale en regionale organisaties, het middenveld en de diaspora, om de doelstellingen van de Unie vooruit te helpen en bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie in de regio;
b) de Unie in voorkomend geval in de relevante internationale fora te vertegenwoordigen, en zorg te dragen voor de zichtbaarheid van de steun van de Unie voor crisisbeheersing en -preventie;
c) doeltreffende politieke samenwerking en economische integratie in de regio aan te moedigen en te ondersteunen via het partnerschap van de Unie met de Afrikaanse Unie (AU) en subregionale organisaties;
d) bij te dragen tot de uitvoering van het Uniebeleid voor de Hoorn van Afrika, in nauwe samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de delegaties van de Unie in de regio, en met de Commissie;
e) met betrekking tot Somalië, in nauw overleg met bevoegde regionale en internationale partners, actief bij te dragen tot acties en initiatieven die leiden tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de postovergangsfase, en daarbij de institutionele opbouw, de rechtsstaat, en de totstandbrenging van bekwame bestuursstructuren op alle niveaus te ondersteunen; de veiligheidssituatie te verbeteren; zich in te zetten voor rechtsbedeling, nationale verzoening en eerbiediging van de mensenrechten; de humanitaire toegang, met name in het centrum en het zuiden van Somalië, te verbeteren door het belang te bepleiten van eerbiediging van het internationaal humanitair recht en naleving van de humanitaire beginselen, te weten menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;
f) nauw en actief te blijven samenwerken met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor Somalië, deel te nemen aan de werkzaamheden van de internationale contactgroep voor Somalië en andere bevoegde fora, en werk te maken van een gecoördineerde en samenhangende, internationale aanpak voor Somalië, ook via de militaire missie van de Europese Unie die bijdraagt aan de opleiding van Somalische veiligheidstroepen (EUTM Somalia), EUNAVFOR Atalanta, EUCAP Nestor en de niet-aflatende steun van de Unie voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), en daarbij nauw met de lidstaten samen te werken;
g) de regionale dimensie van de Somalische crisis, met inbegrip van terrorisme, wapensmokkel, vluchtelingen- en migratiestromen, maritieme veiligheid, piraterij en de desbetreffende financiële stromen, op de voet te volgen;
h) met betrekking tot piraterij, zicht te houden op alle acties van de Unie in het kader van de EDEO, de Commissie en de lidstaten, en regelmatig politieke contacten op hoog niveau te onderhouden met de landen in de regio die geconfronteerd worden met piraterij vanuit Somalië, de regionale organisaties, de VN-Contactgroep piraterij voor de kust van Somalië, de VN en andere belangrijke spelers, om een samenhangende en alomvattende aanpak van piraterij te garanderen en de belangrijke rol van de Unie bij de internationale inspanningen ter bestrijding van piraterij te verzekeren. Dat betekent onder meer actieve ondersteuning door de Unie van de regionale maritieme capaciteitsopbouw en van de berechting van piraten, en ervoor zorgen dat de dieperliggende oorzaken van piraterij in Somalië naar behoren worden aangepakt. Tevens behelst dit het onverminderd actief ondersteunen van de ESA/IO-regio bij de uitvoering van haar strategie en actieplan ter bestrijding van piraterij en de gedragscode van Djibouti;
i) de politieke ontwikkelingen in de regio te volgen en bij te dragen tot de ontwikkeling van het Uniebeleid voor de regio, ook wat betreft het Ethiopisch-Eritrese grensconflict en de uitvoering van het akkoord van Algiers, het initiatief voor het Nijlbekken, en andere problemen in de regio die gevolgen hebben voor de veiligheid, de stabiliteit en de welvaart;
j) grensoverschrijdende uitdagingen voor de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de gevolgen van humanitaire crises op politiek en veiligheidgebied, op de voet te volgen;
k) bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie in de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten, met name de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsook de EU-richtsnoeren inzake geweld tegen vrouwen en meisjes en de bestrijding van alle vormen van discriminatie van deze groepen, en het beleid van de Unie inzake vrouwen, vrede en veiligheid, onder meer door de ontwikkelingen te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren.
2. Ter vervulling van het mandaat zal de SVEU onder meer:
a) in voorkomend geval advies en verslag uitbrengen over de vaststelling van Uniestandpunten in internationale fora met het oog op het proactief promoten van de alomvattende Unie-beleidsaanpak voor de Hoorn van Afrika;
b) zicht houden op alle activiteiten van de Unie en nauw samenwerken met alle betrokken delegaties van de Unie;
c) in Mogadishu een aanwezigheid bewerkstelligen.
Artikel 4
Uitvoering van het mandaat
1. De SVEU is, onder het gezag van de HV, verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.
2. Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.
3. De SVEU werkt nauw samen met de EDEO en de bevoegde afdelingen daarvan.
Artikel 5
Financiering
1. Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 31 oktober 2013 beloopt 4 900 000 EUR.
2. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.
3. Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.
Artikel 6
Vorming en samenstelling van het team
1. Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleids- en veiligheidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.
2. De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. Het salaris van gedetacheerd personeel komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.
3. Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de detacherende instelling van de Unie of van de EDEO en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.
Artikel 7
Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en het personeel van de SVEU
De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn personeelsleden, worden naargelang van het geval met het ontvangende land of de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.
Artikel 8
Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie
De SVEU en de leden van het team van de SVEU leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie ( 2 ).
Artikel 9
Toegang tot informatie en logistieke steun
1. De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.
2. De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.
Artikel 10
Beveiliging
Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met het mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor de SVEU verantwoordelijk is, met name:
a) opstellen van een missiespecifiek veiligheidsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;
b) ervoor zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s;
c) ervoor zorgen dat alle buiten de Unie in te zetten leden van het team van de SVEU, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied door de EDEO is ingedeeld;
d) ervoor zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat.
Artikel 11
Rapportage
1. De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de Raadsgroepen. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het Coreu-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.
2. De SVEU brengt verslag uit over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de initiatieven van de Unie, zoals de bijdrage die de Unie levert aan hervormingen, en gaat daarbij mede in op de politieke aspecten van relevante ontwikkelingsprojecten van de Unie, in coördinatie met de delegaties van de Unie in de regio.
Artikel 12
Coördinatie
1. De SVEU draagt bij aan de eenheid, samenhang en doelmatigheid van de actie van de Unie en helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en acties van de lidstaten ter plaatse op consistente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de delegaties van de Unie en de Commissie, en met die van andere SVEU’s die actief zijn in de regio, met name de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan en de SVEU voor de AU. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie in de regio.
2. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de delegaties van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft de commandant van EUNAVFOR Atalanta, de commandant van de missie EUTM Somalia en het hoofd van EUCAP Nestor plaatselijke politieke sturing, in nauw overleg met de betrokken delegaties van de Unie. De SVEU, de operationele commandanten van de EU en de civiele operationele commandant plegen indien nodig overleg.
3. De SVEU werkt nauw samen met de autoriteiten van de betrokken landen, de VN, de AU, de intergouvernementele autoriteit voor ontwikkeling (IGAD), en andere nationale, regionale en internationale belanghebbenden, en tevens met het maatschappelijk middenveld in de regio.
Artikel 13
Toetsing
De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie uiterlijk eind december 2012 een voortgangsverslag, en aan het eind van zijn mandaat een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
( 1 ) PB L 327 van 9.12.2011, blz. 62.
( 2 ) PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.