This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02009R0107-20170109
Commission Regulation (EC) No 107/2009 of 4 February 2009 implementing Directive 2005/32/EC of the European Parliament and of the Council with regard to ecodesign requirements for simple set-top boxes (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Verordening (EG) n r. 107/2009 van de Commissie van 4 februari 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) n r. 107/2009 van de Commissie van 4 februari 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes (Voor de EER relevante tekst)
02009R0107 — NL — 09.01.2017 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 107/2009 VAN DE COMMISSIE van 4 februari 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes (PB L 036 van 5.2.2009, blz. 8) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2016/2282 VAN DE COMMISSIE van 30 november 2016 |
L 346 |
51 |
20.12.2016 |
VERORDENING (EG) Nr. 107/2009 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2009
tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
In deze verordening worden voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes vastgesteld.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening zijn de in Richtlijn 2005/32/EG bepaalde definities van toepassing. De volgende definities zijn eveneens van toepassing:
1. „Eenvoudige set-top box” (SSTB): een vrijstaand apparaat dat, ongeacht de gebruikte interfaces,
a) als primaire functie voorziet in het omzetten van standaard-definitie (SD) of hoge-definitie (HD) „free-to-air” digitale uitzendsignalen naar analoge uitzendsignalen die geschikt zijn voor analoge tv’s of radio’s;
b) geen functie „conditional acces” heeft;
c) geen opnamefunctie heeft die gebaseerd is op verwijderbare media in een standaard „library”-formaat.
De volgende aanvullende functies en/of componenten voor een SSTB maken geen deel uit van de minimumspecificatie:
a) timeshift- en opnamefuncties die gebruik maken van een geïntegreerde harde schijf;
b) de omzetting van HD-signalen naar HD- of SD-video-output;
c) een tweede tuner.
2. „Standby-stand”: toestand waarbij de apparatuur is aangesloten op het elektriciteitsnet, afhankelijk is van de van de energietoevoer van het elektriciteitsnet om naar behoren te functioneren en uitsluitend de volgende functies biedt, die voor onbepaalde tijd kunnen voortduren:
a) reactiveringsfunctie, of reactiveringsfunctie en enkel een indicatie van de geactiveerde reactiveringsfunctie, en/of
b) display die informatie of status weergeeft.
3. „Reactiveringsfunctie”: functie die de activering van andere standen, waaronder de aan-stand, mogelijk maakt, door middel van een schakelaar-op-afstand, waaronder afstandsbediening, een interne sensor of een timer die aanvullende functies, waaronder de hoofdfunctie, inschakelt.
4. „Informatie- of toestandsweergave”: doorlopende functie die zorgt voor de weergave van informatie of van de toestand van de apparatuur op een scherm, waaronder de tijdsaanduiding.
5. „Aan-stand(en)”: stand waarin de apparatuur is aangesloten op het elektriciteitsnet en ten minste één van de hoofdfuncties die de apparatuur wordt geacht te vervullen, geactiveerd is.
6. „Automatische uitschakeling”: een functie waarmee een SSTB van actieve naar standby-stand wordt geschakeld na een periode in de aan-stand na de laatste handeling van de gebruiker en/of verandering van kanaal.
7. „Tweede tuner”: een deel van een SSTB dat onafhankelijk opnames kan maken terwijl men naar een ander programma kan kijken.
8. „Voorwaardelijke toegang”: een door de leverancier gecontroleerde omroepdienst waarvoor een abonnement is vereist.
Artikel 3
Eisen inzake ecologisch ontwerp
De eisen inzake ecologisch ontwerp van SSTB’s worden uiteengezet in bijlage I.
Artikel 4
Verband met Verordening (EG) nr. 1275/2008
De in deze verordening bepaalde vereisten hebben voorrang op de in Verordening (EG) nr. 1275/2008 bepaalde vereisten.
Artikel 5
Conformiteitsbeoordeling
De in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde procedure voor conformiteitsbeoordeling is het in bijlage IV van Richtlijn 2005/32/EG bepaalde interne ontwerpcontrolesysteem of het in bijlage V van Richtlijn 2005/32/EG bepaalde beheersysteem.
Artikel 6
Controleprocedure voor markttoezicht
Het toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig de in bijlage II beschreven controleprocedure.
Artikel 7
Benchmarks
De indicatieve benchmarks voor de best presterende op de markt beschikbare producten en technologie worden vastgesteld in bijlage III.
Artikel 8
Herziening
Ten laatste 5 jaar na de inwerkingtreding ervan herziet de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang en legt de resultaten van deze herziening voor aan het overlegforum.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 1 van bijlage I wordt van toepassing één jaar na de in de eerste alinea vermelde datum.
Punt 2 van bijlage I wordt van toepassing drie jaar na de in de eerste alinea vermelde datum.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Eisen inzake ecologisch ontwerp
1. |
Één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening mogen op de markt gebrachte SSTB’s de volgende grenzen voor het opgenomen vermogen niet overschrijden; SSTB’s met een geïntegreerde harde schijf en/of een tweede tuner zijn vrijgesteld van deze voorwaarde:
|
2. |
Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening mogen op de markt gebrachte SSTB’s de volgende grenzen voor het opgenomen vermogen niet overschrijden:
|
3. |
Beschikbaarheid van standby-stand Één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen SSTB’s voorzien te zijn van een standby-stand. |
4. |
Automatische uitschakeling Één jaar nadat deze uitvoeringsmaatregel in werking is getreden, dienen SSTB’s te zijn uitgerust met een „automatische uitschakeling” of een soortgelijke functie met de volgende kenmerken: — de SSTB wordt automatisch van de aan- naar de standby-stand geschakeld na minder dan 3 uren in de aan-stand, na de laatste gebruikersinteractie en/of verandering van kanaal, gepaard gaand met een melding 2 minuten alvorens de standby-stand wordt ingeschakeld; — de „automatische uitschakeling” wordt standaard ingesteld. |
5. |
Metingen Het in de punten 1 en 2 bedoelde opgenomen vermogen wordt vastgesteld aan de hand van een betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetprocedure, die rekening houdt met de algemeen erkende stand van de techniek. ▼M1 ————— |
6. |
Door de fabrikanten te verstrekken informatie met het oog op de conformiteitsbeoordeling Met het oog op de in artikel 5 bepaalde conformiteitsbeoordeling omvat de technische documentatie de volgende elementen: a) Voor standby-stand en actieve stand — de gegevens inzake opgenomen vermogen in watt, afgerond op twee decimalen, inclusief verbruiksgegevens voor de verschillende extra functies en/of componenten, — de gebruikte meetmethode, — duur van de meting, — beschrijving hoe de stand werd geselecteerd of geprogrammeerd, — opeenvolging van handelingen om tot automatische moduswijziging te komen, — eventuele opmerkingen betreffende de bediening van het apparaat. b) Testparameters voor metingen — omgevingstemperatuur, — testvoltage in V en frequentie in Hz, — totale harmonische vervorming van het elektriciteitsvoorzieningssysteem, — de schommeling van de voedingsspanning tijdens de tests, — informatie en documentatie over de voor elektrische testen gebruikte instrumenten, opstelling en schakeling, — RF- (voor digitale uitzendingen via terrestrische zenders) of IF-inputsignalen (voor uitzendingen via satelliet), — audio/videotestsignalen zoals bedoeld in de MPEG-2-transportstroom, — aanpassing van de bedieningen. Het is niet verplicht om het opgenomen vermogen van door STB’s van stroom voorziene randapparatuur voor de ontvangst van uitzendingen, zoals een actieve grondstationantenne, LNB voor satelliet (ruisarme blockconverter) of om het even welke kabel of modem, in de technische documentatie op te nemen. |
7. |
Door de fabrikanten te verstrekken informatie ten behoeve van de consument De fabrikanten zorgen ervoor dat de consumenten van SSTB’s informatie krijgen over het opgenomen vermogen in watt, afgerond op de eerste decimaal, van de standby- en de actieve stand van de SSTB. |
BIJLAGE II
Controle op de naleving van productvoorschriften door de markttoezichtautoriteiten
De in deze bijlage vastgestelde controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de controle van de gemeten parameters door de autoriteiten van de lidstaten; zij mogen door de fabrikant of de importeur niet worden gebruikt als een toegestane tolerantie voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden of om deze waarden te interpreteren om ervoor te zorgen dat naleving wordt bereikt of om op welke manier dan ook betere prestaties naar buiten te brengen.
Wanneer de autoriteiten van de lidstaten aan de hand van de in deze verordening vervatte eisen, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG, controleren of een productmodel aan de in deze bijlage vervatte eisen voldoet, passen de autoriteiten van de lidstaten de volgende procedure toe:
(1) De autoriteiten van de lidstaat controleren één eenheid van het model.
(2) Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als:
a) de waarden in de technische documentatie als bedoeld in punt 2 van bijlage IV bij Richtlijn 2009/125/EG (opgegeven waarden) en, indien van toepassing, de waarden die worden gebruikt voor de berekening van deze waarden, niet gunstiger zijn voor de fabrikant of de importeur dan de resultaten van de metingen die worden uitgevoerd overeenkomstig punt 2, onder g), en
b) de opgegeven waarden aan de in deze verordening vastgestelde eisen voldoen en de door de fabrikant of de importeur bekendgemaakte, vereiste productinformatie geen waarden bevat die gunstiger zijn voor de fabrikant of de importeur dan de opgegeven waarden, en
c) de vastgestelde waarden (de waarden voor de betrokken parameters zoals gemeten bij tests en de waarden die op basis van deze metingen worden berekend), aan de respectieve, in tabel 1 vastgestelde controletoleranties voldoen wanneer de autoriteiten van de lidstaat de eenheid van het model testen.
(3) Als de in punt 2, onder a) of b), bedoelde resultaten niet worden behaald, wordt het model geacht niet aan deze verordening te voldoen.
(4) Als het in punt 2, onder c), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen eenheden van hetzelfde model.
(5) Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als voor deze drie eenheden het rekenkundig gemiddelde van de vastgestelde waarden aan de in tabel 1 vastgestelde respectieve controletoleranties voldoet.
(6) Als het in punt 5 bedoelde resultaat niet wordt behaald, wordt het model geacht niet aan deze verordening te voldoen.
(7) Zodra het besluit van niet-overeenstemming van het model overeenkomstig de punten 3 en 6 is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat alle relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.
De autoriteiten van de lidstaten gebruiken de in bijlage I vastgestelde meet- en berekeningsmethoden.
De autoriteiten van de lidstaten passen uitsluitend de controletoleranties toe die in tabel 1 zijn vastgesteld, en gebruiken uitsluitend de in de punten 1 tot en met 7 beschreven procedure voor de in deze bijlage bedoelde eisen. Er worden geen andere toleranties, zoals die welke zijn opgenomen in geharmoniseerde normen of in een andere meetmethode, toegepast.
Tabel 1
Controletoleranties
De bepalingen van bijlage I, punten 1 en 2, voor zover van toepassing |
Controletoleranties |
Voor opgenomen vermogen van meer dan 1,00 W |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde met niet meer dan 10 % overschrijden. |
Voor opgenomen vermogen van 1,00 W of minder |
De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde met niet meer dan 0,10 W overschrijden. |
BIJLAGE III
Benchmarks
Voor de toepassing van bijlage I, deel 3, punt 2, van Richtlijn 2005/32/EG, worden de volgende benchmarks bepaald. Zij verwijzen naar de beste technologie die momenteel, op het ogenblik dat deze verordening wordt vastgesteld, beschikbaar is:
SSTB zonder extra functies:
— actieve stand: 4,00 W
— slaapstand met uitzondering van de displayfunctie: 0,25 W
— uitstand: 0 W.
SSTB met geïntegreerde harde schijf:
— actieve stand: 10,00 W
— slaapstand met uitzondering van de displayfunctie: 0,25 W
— uitstand: 0 W.
Bovenstaande benchmarks zijn opgesteld op basis van een SSTB met een basisconfiguratie, een „automatische uitschakelingsfunctie” en een „netschakelaar”.