EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02008R1333-20141106

Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (Voor de EER relevante tekst)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/1333/2014-11-06

2008R1333 — NL — 06.11.2014 — 021.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1333/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 december 2008

inzake levensmiddelenadditieven

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 354, 31.12.2008, p.16)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

VERORDENING (EU) Nr. 238/2010 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2010

  L 75

17

23.3.2010

►M2

VERORDENING (EU) Nr. 1129/2011 VAN DE COMMISSIE van 11 november 2011

  L 295

1

12.11.2011

►M4

VERORDENING (EU) Nr. 1130/2011 VAN DE COMMISSIE van 11 november 2011

  L 295

178

12.11.2011

►M5

VERORDENING (EU) Nr. 1131/2011 VAN DE COMMISSIE van 11 november 2011

  L 295

205

12.11.2011

►M6

VERORDENING (EU) Nr. 232/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 2012

  L 78

1

17.3.2012

►M7

VERORDENING (EU) Nr. 380/2012 VAN DE COMMISSIE van 3 mei 2012

  L 119

14

4.5.2012

►M8

VERORDENING (EU) Nr. 470/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2012

  L 144

16

5.6.2012

►M9

VERORDENING (EU) Nr. 471/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2012

  L 144

19

5.6.2012

►M10

VERORDENING (EU) Nr. 472/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2012

  L 144

22

5.6.2012

►M11

VERORDENING (EU) Nr. 570/2012 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 2012

  L 169

43

29.6.2012

►M12

VERORDENING (EU) Nr. 583/2012 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 2012

  L 173

8

3.7.2012

►M13

VERORDENING (EU) Nr. 675/2012 VAN DE COMMISSIE van 23 juli 2012

  L 196

52

24.7.2012

►M14

VERORDENING (EU) Nr. 1049/2012 VAN DE COMMISSIE van 8 november 2012

  L 310

41

9.11.2012

►M15

VERORDENING (EU) Nr. 1057/2012 VAN DE COMMISSIE van 12 november 2012

  L 313

11

13.11.2012

►M16

VERORDENING (EU) Nr. 1147/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2012

  L 333

34

5.12.2012

►M17

VERORDENING (EU) Nr. 1148/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2012

  L 333

37

5.12.2012

►M18

VERORDENING (EU) Nr. 1149/2012 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2012

  L 333

40

5.12.2012

►M19

VERORDENING (EU) Nr. 1166/2012 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2012

  L 336

75

8.12.2012

►M20

VERORDENING (EU) Nr. 25/2013 VAN DE COMMISSIE van 16 januari 2013

  L 13

1

17.1.2013

►M21

VERORDENING (EU) Nr. 244/2013 VAN DE COMMISSIE van 19 maart 2013

  L 77

3

20.3.2013

►M22

VERORDENING (EU) Nr. 256/2013 VAN DE COMMISSIE van 20 maart 2013

  L 79

24

21.3.2013

►M23

VERORDENING (EU) Nr. 438/2013 VAN DE COMMISSIE van 13 mei 2013

  L 129

28

14.5.2013

►M24

VERORDENING (EU) Nr. 509/2013 VAN DE COMMISSIE van 3 juni 2013

  L 150

13

4.6.2013

►M25

VERORDENING (EU) Nr. 510/2013 VAN DE COMMISSIE van 3 juni 2013

  L 150

17

4.6.2013

►M26

VERORDENING (EU) Nr. 723/2013 VAN DE COMMISSIE van 26 juli 2013

  L 202

8

27.7.2013

►M27

VERORDENING (EU) Nr. 738/2013 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 2013

  L 204

32

31.7.2013

►M28

VERORDENING (EU) Nr. 739/2013 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 2013

  L 204

35

31.7.2013

►M29

VERORDENING (EU) Nr. 816/2013 VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2013

  L 230

1

29.8.2013

►M30

VERORDENING (EU) Nr. 817/2013 VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2013

  L 230

7

29.8.2013

►M31

VERORDENING (EU) Nr. 818/2013 VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2013

  L 230

12

29.8.2013

►M32

VERORDENING (EU) Nr. 913/2013 VAN DE COMMISSIE van 23 september 2013

  L 252

11

24.9.2013

►M33

VERORDENING (EU) Nr. 1068/2013 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2013

  L 289

58

31.10.2013

►M34

VERORDENING (EU) Nr. 1069/2013 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2013

  L 289

61

31.10.2013

►M35

VERORDENING (EU) Nr. 1274/2013 VAN DE COMMISSIE van 6 december 2013

  L 328

79

7.12.2013

►M36

VERORDENING (EU) Nr. 59/2014 VAN DE COMMISSIE van 23 januari 2014

  L 21

9

24.1.2014

►M37

VERORDENING (EU) Nr. 264/2014 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2014

  L 76

22

15.3.2014

►M38

VERORDENING (EU) Nr. 298/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 maart 2014

  L 89

36

25.3.2014

►M39

VERORDENING (EU) Nr. 497/2014 VAN DE COMMISSIE van 14 mei 2014

  L 143

6

15.5.2014

►M40

VERORDENING (EU) Nr. 505/2014 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2014

  L 145

32

16.5.2014

►M41

VERORDENING (EU) Nr. 506/2014 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2014

  L 145

35

16.5.2014

►M42

VERORDENING (EU) Nr. 601/2014 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2014

  L 166

11

5.6.2014

►M43

VERORDENING (EU) Nr. 685/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2014

  L 182

23

21.6.2014

►M44

VERORDENING (EU) Nr. 923/2014 VAN DE COMMISSIE van 25 augustus 2014

  L 252

11

26.8.2014

►M45

VERORDENING (EU) Nr. 957/2014 VAN DE COMMISSIE van 10 september 2014

  L 270

1

11.9.2014

►M46

VERORDENING (EU) Nr. 969/2014 VAN DE COMMISSIE van 12 september 2014

  L 272

8

13.9.2014

►M47

VERORDENING (EU) Nr. 1084/2014 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014

  L 298

8

16.10.2014

►M48

VERORDENING (EU) Nr. 1092/2014 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2014

  L 299

19

17.10.2014

►M49

VERORDENING (EU) Nr. 1093/2014 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2014

  L 299

22

17.10.2014


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 105, 27.4.2010, blz. 114 (1333/2008)

►C2

Rectificatie, PB L 138, 24.5.2013, blz. 20 (1129/2011)




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1333/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 december 2008

inzake levensmiddelenadditieven

(Voor de EER relevante tekst)



HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité ( 1 ),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 2 ),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het vrije verkeer van veilig en gezond voedsel is een wezenlijk aspect van de interne markt, dat een aanzienlijke bijdrage levert tot de gezondheid en het welzijn van de burgers en hun sociale en economische belangen.

(2)

Bij de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap dient een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens te worden gewaarborgd.

(3)

Deze verordening vervangt de bestaande richtlijnen en beschikkingen inzake levensmiddelenadditieven die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, om de doeltreffende werking van de interne markt, maar ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en een hoog niveau van consumentenbescherming, met inbegrip van de bescherming van de belangen van de consument, te waarborgen door allesomvattende en gestroomlijnde procedures.

(4)

Deze verordening harmoniseert het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen in de Gemeenschap. Dit omvat het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen overeenkomstig Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen ( 3 ) en het gebruik van bepaalde levensmiddelenkleurstoffen voor het aanbrengen van het keurmerk op vlees en voor het versieren of stempelen van eieren. Voorts harmoniseert deze verordening het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen om de veiligheid en kwaliteit ervan te waarborgen en de opslag en het gebruik ervan te vergemakkelijken. Hiervoor bestond nog geen regelgeving op communautair niveau.

(5)

Levensmiddelenadditieven zijn stoffen die op zichzelf gewoonlijk niet als levensmiddelen worden geconsumeerd, maar doelbewust aan levensmiddelen worden toegevoegd voor de in deze verordening omschreven technologische doeleinden, zoals de conservering van levensmiddelen. Alle levensmiddelenadditieven moeten onder deze verordening vallen, en derhalve moet de lijst van functionele klassen geactualiseerd worden in het licht van de wetenschappelijke vooruitgang en de technologische ontwikkeling. Wanneer stoffen worden gebruikt om aroma en/of smaak te geven of voor voedingsdoeleinden, bijvoorbeeld zoutvervangers, vitaminen of mineralen, dienen zij echter niet als levensmiddelenadditieven te worden beschouwd. Als levensmiddel beschouwde stoffen die voor technologische doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals natriumchloride en als kleurstof gebruikte saffraan, en voedingsenzymen mogen evenmin binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Uit levensmiddelen en ander natuurlijk uitgangsmateriaal verkregen preparaten, waarmee beoogd wordt een technologisch effect in het eindproduct te bereiken en die bereid worden door selectieve extractie van bestanddelen (d.w.z. de kleurstoffen en niet de aromatische of voedingsbestanddelen), zijn additieven in de zin van deze verordening. Voedingsenzymen ten slotte vallen onder Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen ( 4 ), waarbij deze verordening dus niet van toepassing is.

(6)

Stoffen die op zichzelf niet als levensmiddel worden geconsumeerd, maar doelbewust bij de verwerking van levensmiddelen worden gebruikt, en die slechts als residu in het eindproduct achterblijven en geen technologisch effect op het eindproduct hebben (technische hulpstoffen), mogen niet onder deze verordening vallen.

(7)

Levensmiddelenadditieven mogen slechts worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van levensmiddelenadditieven moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn, mag de consument niet misleiden en moet een voordeel hebben voor de consument. Misleiding van de consument omvat, maar blijft niet beperkt tot aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of het productieproces, of de voedingskwaliteit ervan, met inbegrip van de hoeveelheid groenten en fruit die het bevat. Bij de goedkeuring van levensmiddelenadditieven moeten ook andere relevante factoren in aanmerking worden genomen, waaronder maatschappelijke, economische, traditionele, ethische en milieufactoren, het voorzorgsbeginsel en de uitvoerbaarheid van controles. In verband met het gebruik en het maximumniveau van een levensmiddelenadditief moeten de inname van het levensmiddelenadditief uit andere bronnen en de blootstelling aan het levensmiddelenadditief van speciale groepen consumenten (bv. consumenten met een allergie) in aanmerking worden genomen.

(8)

Levensmiddelenadditieven moeten aan de goedgekeurde specificaties voldoen, die de nodige informatie bevatten om het levensmiddelenadditief en de oorsprong ervan adequaat te identificeren, alsook een omschrijving van de aanvaardbare zuiverheidscriteria. De specificaties die eerder voor levensmiddelenadditieven zijn vastgesteld bij Richtlijn 95/31/EG van de Commissie van 5 juli 1995 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen ( 5 ) mogen worden gebruikt, Richtlijn 95/45/EG van de Commissie van 26 juli 1995 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor kleurstoffen die in levensmiddelen ( 6 ) mogen worden gebruikt en Richtlijn 96/77/EG van de Commissie van 2 december 1996 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ( 7 ) moeten worden gehandhaafd totdat de desbetreffende additieven in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Dan moeten de specificaties voor die additieven in een verordening worden vastgesteld. Die specificaties moeten rechtstreeks betrekking hebben op de additieven die in de communautaire lijsten in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Gezien de complexiteit en de inhoud van die specificaties mogen zij echter niet als dusdanig op de communautaire lijsten worden opgenomen, maar moeten zij duidelijkheidshalve in een of meer afzonderlijke verordeningen worden vastgesteld.

(9)

Sommige levensmiddelenadditieven mogen specifiek voor bepaalde toegestane oenologische procedés en behandelingen worden gebruikt. Deze levensmiddelenadditieven moeten overeenkomstig deze verordening en de specifieke bepalingen van de desbetreffende communautaire wetgeving worden gebruikt.

(10)

Met het oog op harmonisering moeten de risicobeoordeling en de goedkeuring van levensmiddelenadditieven plaatsvinden volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s ( 8 ).

(11)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden ( 9 ) moet de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) worden geraadpleegd over aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid.

(12)

Een levensmiddelenadditief dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ( 10 ) valt, moet overeenkomstig die verordening alsook bij de onderhavige verordening worden toegelaten.

(13)

Een levensmiddelenadditief dat reeds overeenkomstig deze verordening is goedgekeurd en dat wordt bereid volgens productiemethoden of met gebruikmaking van uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke in het kader van de risicobeoordeling van de Autoriteit zijn beoordeeld of verschillen van die welke onder de vastgestelde specificaties vallen, moet aan een beoordeling door de Autoriteit worden onderworpen. Sterk verschillend zou onder meer kunnen inhouden dat van een productiemethode waarbij het product uit planten wordt verkregen, is overgestapt op productie door gisting met behulp van een micro-organisme of door genetische modificatie van het oorspronkelijke micro-organisme, of dat er iets is veranderd in de uitgangsmaterialen of de deeltjesgrootte, met inbegrip van de gebruikmaking van nanotechnologie.

(14)

Levensmiddelenadditieven moeten een punt van voortdurende aandacht zijn en moeten opnieuw worden beoordeeld telkens wanneer wijzigingen in de gebruiksomstandigheden en nieuwe wetenschappelijke gegevens daartoe aanleiding geven. Waar nodig dient de Commissie zich in overleg met de lidstaten te beraden over passende maatregelen.

(15)

Lidstaten die het verbod van 1 januari 1992 op het gebruik van bepaalde additieven in bepaalde levensmiddelen die als traditionele producten worden beschouwd en die op hun grondgebied worden vervaardigd handhaven, moeten dat kunnen blijven doen. Wat betreft producten zoals „feta” of „salame cacciatore” is deze verordening van toepassing onverminderd strengere voorschriften met betrekking tot het gebruik van bepaalde benamingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen ( 11 ) en Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen ( 12 ).

(16)

Onder voorbehoud van verdere restricties mag een additief, behalve door directe toevoeging, aanwezig zijn in levensmiddelen omdat het afkomstig is van een ingrediënt waarin het additief was toegestaan, mits de hoeveelheid van het additief in het uiteindelijke levensmiddel niet groter is dan als het was toegevoegd met gebruik van het ingrediënt onder correcte technologische omstandigheden en volgens goede productiemethoden.

(17)

Voor levensmiddelenadditieven blijven de algemene etiketteringsvoorschriften gelden overeenkomstig Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame ( 13 ), en, in voorkomend geval, Verordening (EG) nr. 1829/2003 en Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders ( 14 ). Voorts moeten in deze verordening specifieke etiketteringsvoorschriften worden vastgesteld voor levensmiddelenadditieven die als zodanig aan de producent of aan de eindverbruiker worden verkocht.

(18)

Uit hoofde van deze verordening toegelaten zoetstoffen mogen worden gebruikt als tafelzoetstoffen die rechtstreeks aan de consument worden verkocht. De fabrikanten van dergelijke producten moeten via passende middelen informatie beschikbaar stellen aan de consument zodat deze het product op veilige wijze kan gebruiken. Dergelijke informatie kan op een aantal manieren beschikbaar worden gesteld, onder meer op productetiketten, internetwebsites, consumenteninformatielijnen of op het verkooppunt. Met het oog op een uniforme aanpak met betrekking tot de uitvoering van deze vereiste, kan het nodig zijn op communautair niveau richtsnoeren op te stellen.

(19)

De voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 15 ),

(20)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de bijlagen bij deze verordening te wijzigen en passende overgangsmaatregelen te treffen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(21)

Om redenen van doeltreffendheid moeten de normale termijnen voor de regelgevingsprocedure met toetsing worden ingekort voor de vaststelling van bepaalde wijzigingen in bijlage II en bijlage III in verband met stoffen die reeds zijn toegelaten krachtens andere communautaire wetgeving en van passende overgangsmaatregelen inzake die stoffen.

(22)

Om de communautaire wetgeving inzake levensmiddelenadditieven op evenredige en doeltreffende wijze te ontwikkelen en aan te passen, is het noodzakelijk gegevens te verzamelen, informatie uit te wisselen en de werkzaamheden tussen de lidstaten te coördineren. Daartoe kan het nuttig zijn onderzoeken uit te voeren naar specifieke kwesties om zo het besluitvormingsproces te vergemakkelijken. De Gemeenschap dient deze onderzoeken in het kader van haar begrotingsprocedure te kunnen financieren. De financiering van dergelijke maatregelen is geregeld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn ( 16 ).

(23)

De lidstaten moeten officiële controles uitvoeren om deze verordening te handhaven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.

(24)

Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een communautaire regeling inzake levensmiddelenadditieven, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de eenheid van de markt en een hoog niveau van consumentenbescherming beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te bereiken.

(25)

Na de vaststelling van deze verordening moet de Commissie, bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, alle bestaande goedkeuringen controleren op andere criteria dan veiligheid, zoals inname, technologische noodzaak en mogelijke misleiding van de consument. Alle levensmiddelenadditieven die in de Gemeenschap toegelaten moeten blijven, moeten worden ondergebracht in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening. Bijlage III bij deze verordening moet worden aangevuld met de overige levensmiddelenadditieven die in levensmiddelenadditieven en in voedingsenzymen en draagstoffen voor voedingsstoffen worden gebruikt en met de gebruiksvoorwaarden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s]. Om in een passende overgangsperiode te voorzien, mogen de bepalingen van bijlage III, met uitzondering van de bepalingen betreffende draagstoffen voor levensmiddelenadditieven en levensmiddelenadditieven in aroma’s, niet vóór 1 januari 2011 van toepassing zijn.

(26)

Tot de toekomstige communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven zijn opgesteld, dient te worden voorzien in een vereenvoudigde procedure om de huidige lijsten van levensmiddelenadditieven in de bestaande richtlijnen te actualiseren.

(27)

Onverminderd de resultaten van de in overweging 25 genoemde controle moet de Commissie uiterlijk een jaar na de vaststelling van deze verordening een beoordelingsprogramma opzetten in het kader waarvan de Autoriteit de veiligheid van de reeds door de Gemeenschap goedgekeurde levensmiddelenadditieven opnieuw beoordeelt. In het kader van dat programma moet worden vastgesteld volgens welke behoeften en prioriteiten de goedgekeurde levensmiddelenadditieven moeten worden onderzocht.

(28)

Bij deze verordening worden de volgende besluiten ingetrokken en vervangen: Richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 17 ), Richtlijn 65/66/EEG van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 18 ), Richtlijn 78/663/EEG van de Raad van 25 juli 1978 tot vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 19 ), Richtlijn 78/664/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de vaststelling van de bijzondere zuiverheidseisen voor de oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 20 ), Eerste Richtlijn 81/712/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke analysemethoden voor de controle van zuiverheidseisen voor bepaalde levensmiddelenadditieven ( 21 ), Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt ( 22 ), Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt ( 23 ), Richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt ( 24 ), Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ( 25 ), alsmede Beschikking nr. 292/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende de handhaving van nationale wetgeving die het gebruik van bepaalde additieven bij de vervaardiging van bepaalde specifieke levensmiddelen verbiedt ( 26 ) en Beschikking 2002/247/EG van de Commissie van 27 maart 2002 tot opschorting van het in de handel brengen en de invoer van geleiproducten die het levensmiddelenadditief E 425 konjac bevatten ( 27 ). Een aantal bepalingen van bovengenoemde besluiten moet echter gedurende een overgangsperiode van kracht blijven totdat de communautaire lijsten in de bijlagen bij deze verordening zijn vastgesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening stelt voorschriften voor in levensmiddelen gebruikte levensmiddelenadditieven vast om de doeltreffende werking van de interne markt, maar ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en een hoog niveau van de consumentenbescherming te waarborgen, inclusief de bescherming van de consumentbelangen en eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel, in voorkomend geval rekening houdend met de bescherming van het milieu.

Hiertoe is in deze verordening het volgende vastgesteld:

a) communautaire lijsten van goedgekeurde levensmiddelenadditieven, opgenomen in bijlage II en bijlage III;

b) de gebruiksvoorwaarden voor levensmiddelenadditieven in levensmiddelen, waaronder in levensmiddelenadditieven, en in voedingsenzymen zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen] en voor voedingssmaakstoffen die vallen onder Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen ( 28 );

c) voorschriften voor de etikettering van als zodanig verkochte levensmiddelenadditieven.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  Deze verordening is van toepassing op levensmiddelenadditieven.

2.  Deze verordening is niet van toepassing op de volgende stoffen, tenzij deze als levensmiddelenadditieven worden gebruikt:

a) technische hulpstoffen;

b) stoffen die voor de bescherming van planten en plantaardige producten worden gebruikt overeenkomstig de communautaire fytosanitaire voorschriften;

c) stoffen die als voedingsstoffen aan levensmiddelen worden toegevoegd;

d) stoffen die voor de behandeling van voor menselijke consumptie bestemd water worden gebruikt en binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water vallen ( 29 );

e) aroma’s die onder Verordening (EG) nr. 1334/2008 [inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen] vallen.

3.  Deze verordening is met ingang van de datum van goedkeuring van een communautaire lijst van voedselenzymen overeenkomstig artikel 17 van desbetreffende verordening niet van toepassing op enzymen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen] vallen.

4.  Deze verordening is van toepassing onverminderd specifieke communautaire bepalingen inzake het gebruik van levensmiddelenadditieven:

a) in specifieke levensmiddelen;

b) voor andere dan de in deze verordening bedoelde doeleinden.

Artikel 3

Definities

1.  Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002 en nr. 1829/2003.

2.  Voorts gelden voor de toepassing van deze verordening de volgende definities:

a) „levensmiddelenadditief”: elke stof, met of zonder voedingswaarde, die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die voor technologische doeleinden bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg of redelijkerwijs te verwachten gevolg dat de stof zelf of bijproducten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden;

Als levensmiddelenadditieven worden echter niet beschouwd:

i) monosachariden, disachariden of oligosachariden en levensmiddelen die deze stoffen bevatten en die om hun zoetkracht worden gebruikt;

ii) levensmiddelen, gedroogd of in geconcentreerde vorm, waaronder aroma’s, die wegens hun aromatische, smaakgevende of voedingseigenschappen en, in tweede instantie, wegens de kleurende eigenschappen, voor de vervaardiging van samengestelde levensmiddelen worden gebruikt;

iii) stoffen die in bedekkings- of omhullingsmaterialen worden gebruikt maar geen deel uitmaken van levensmiddelen en niet bestemd zijn om samen met deze levensmiddelen te worden geconsumeerd;

iv) producten die pectine bevatten en die door middel van een behandeling met verdund zuur, gevolgd door een gedeeltelijke neutralisatie met natrium- of kaliumzouten, worden verkregen uit gedroogde appelpulp, schillen van citrusvruchten of kweeperen of een mengsel daarvan („vloeibare pectine”);

v) kauwgombasis;

vi) witte of gele dextrine, geroost of gedextrineerd zetmeel, zetmeel dat gemodificeerd is door een behandeling met zuur of base, gebleekt zetmeel, fysisch gemodificeerd zetmeel en zetmeel dat behandeld is met enzymen die zetmeel afbreken;

vii) ammoniumchloride;

viii) bloedplasma, voedingsgelatine, eiwithydrolysaten en hun zouten, melkeiwit en gluten;

ix) aminozuren en zouten daarvan die geen technologische functie hebben, met uitzondering van glutaminezuur, glycine, cysteïne en cystine en zouten daarvan;

x) caseïnaten en caseïne;

xi) inuline;

b) „technische hulpstof”: elke stof die:

i) op zichzelf niet als levensmiddel wordt geconsumeerd;

ii) bij de verwerking van grondstoffen, levensmiddelen of voedselingrediënten bewust wordt gebruikt om tijdens de bewerking of verwerking aan een bepaald technologisch doel te beantwoorden; en tevens

iii) kan leiden tot de onbedoelde maar technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen van deze stof of bijproducten ervan in het eindproduct, mits deze residuen geen gevaar voor de gezondheid vormen en geen technologisch effect op het eindproduct hebben;

c) „functionele klasse”: een van de categorieën in bijlage I, op basis van de technologische functie die een levensmiddelenadditief vervult in het levensmiddel;

d) „onverwerkt levensmiddel”: een levensmiddel dat geen behandeling heeft ondergaan die een ingrijpende wijziging veroorzaakt in de oorspronkelijke staat van het levensmiddel, waarbij de volgende behandelingen worden geacht geen ingrijpende wijziging te veroorzaken: verdelen, breken, hakken, uitbenen, fijnhakken, villen, schillen, pellen, malen, snijden, schoonmaken, opmaken, diepvriezen, invriezen, koelen, doppen, verpakken en uitpakken;

e) „levensmiddel zonder toegevoegde suikers”: een levensmiddel zonder:

i) toegevoegde monosachariden of disachariden;

ii) toegevoegde levensmiddelen die monosachariden of disachariden bevatten en die om hun zoetkracht worden gebruikt;

f) „levensmiddel met verminderde verbrandingswaarde”: een levensmiddel waarvan de verbrandingswaarde met ten minste 30 % is verminderd ten opzichte van het oorspronkelijke levensmiddel of een soortgelijk product;

g) „tafelzoetstof”: bereiding van toegelaten zoetstoffen die eventueel andere levensmiddelenadditieven en/of voedselingrediënten kan bevatten en die bestemd is om als vervangingsmiddel voor suikers aan de eindverbruiker te worden verkocht;

h) „quantum satis”: er is geen numerieke maximumhoeveelheid vastgesteld en de stoffen worden gebruikt overeenkomstig goede productiemethoden, in hoeveelheden die niet groter zijn dan voor het beoogde doel nodig is en op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid.



HOOFDSTUK II

COMMUNAUTAIRE LIJSTEN VAN GOEDGEKEURDE LEVENSMIDDELENADDITIEVEN

Artikel 4

Communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven

1.  Alleen levensmiddelenadditieven die in de communautaire lijst in bijlage II zijn opgenomen, mogen als zodanig in de handel gebracht en in levensmiddelen gebruikt worden, mits zij voldoen aan de in de lijst gestelde voorwaarden.

2.  Alleen levensmiddelenadditieven die in de communautaire lijst in bijlage III zijn opgenomen, mogen onder de daarin gespecificeerde gebruiksvoorwaarden in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s worden gebruikt.

3.  De lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II wordt opgesteld op basis van de categorieën levensmiddelen waaraan zij mogen worden toegevoegd.

4.  De lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage III wordt opgesteld op basis van de levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s en voedingsstoffen of categorieën daarvan waaraan zij mogen worden toegevoegd.

5.  Levensmiddelenadditieven moeten voldoen aan de specificaties als bedoeld in artikel 14.

Artikel 5

Verbod op levensmiddelenadditieven en/of levensmiddelen die niet aan de verordening voldoen

Niemand mag een levensmiddelenadditief of een levensmiddel dat een dergelijk additief bevat, in de handel brengen, indien het gebruik van het levensmiddelenadditief niet aan deze verordening voldoet.

Artikel 6

Algemene voorwaarden voor de opneming in de communautaire lijsten en het gebruik van levensmiddelenadditieven

1.  Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien het aan de volgende voorwaarden voldoet en, waar dat relevant is, andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt, waaronder milieufactoren:

a) het levert volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens bij de voorgestelde hoeveelheden geen gevaar voor de gezondheid van de consument op;

b) er is een aanvaardbare technische behoefte waarin niet met andere economisch en technisch bruikbare methoden kan worden voorzien en tevens;

c) het gebruik ervan brengt de consument niet in misleiding.

2.  Om in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III te worden opgenomen, moet een levensmiddelenadditief voordelen voor de consument hebben en dus aan een of meer van de volgende doeleinden beantwoorden:

a) instandhouding van de voedingskwaliteit van het levensmiddel;

b) levering van de benodigde ingrediënten of bestanddelen van levensmiddelen die voor groepen consumenten met speciale dieetbehoeften worden vervaardigd;

c) verhoging van de houdbaarheid of stabiliteit van een levensmiddel of verbetering van de organoleptische eigenschappen, mits dit de aard, substantie of kwaliteit van het levensmiddel niet zodanig verandert dat de consument daardoor kan worden misleid;

d) vergemakkelijking van het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen, met inbegrip van levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s, mits het levensmiddelenadditief niet wordt gebruikt om de gevolgen van het gebruik van ondeugdelijke grondstoffen of van ongewenste (en ook onhygiënische) methoden tijdens een van deze activiteiten te verhullen.

3.  In afwijking van lid 2, onder a), mag een levensmiddelenadditief dat de voedingskwaliteit van een levensmiddel vermindert, in de communautaire lijst in bijlage II worden opgenomen mits:

a) het levensmiddel geen wezenlijk onderdeel van een normaal voedingspatroon vormt; of

b) het levensmiddelenadditief nodig is voor de vervaardiging van levensmiddelen voor groepen consumenten met speciale dieetbehoeften.

Artikel 7

Specifieke voorwaarden voor zoetstoffen

Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijst in bijlage II in de functionele klasse „zoetstoffen” worden opgenomen indien het, naast een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde doeleinden, ook aan een of meer van de volgende doeleinden beantwoordt:

a) vervanging van suikers bij de vervaardiging van levensmiddelen met verminderde verbrandingswaarde, niet-cariogene levensmiddelen of levensmiddelen zonder toegevoegde suikers; of

b) vervanging van suikers wanneer dit zorgt voor een langere houdbaarheid van levensmiddelen; of

c) vervaardiging van voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen zoals omschreven in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 89/398/EEG.

Artikel 8

►C1  Specifieke voorwaarden voor kleurstoffen ◄

Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijst in bijlage II in de functionele klasse „kleurstoffen” worden opgenomen indien het, naast een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde doeleinden, aan een van de volgende doeleinden beantwoordt:

a) een levensmiddel waarvan de kleur door verwerking, opslag, verpakking en distributie is aangetast, waardoor het er minder aanvaardbaar kan uitzien, zijn oorspronkelijke voorkomen teruggeven;

b) levensmiddelen er aantrekkelijker doen uitzien;

c) levensmiddelen die anders kleurloos zouden zijn, kleur geven.

Artikel 9

Functionele klassen van levensmiddelenadditieven

1.  Levensmiddelenadditieven kunnen in de bijlagen II en III in een van de functionele klassen in bijlage I worden ingedeeld op basis van hun voornaamste technologische functie.

Dat een levensmiddelenadditief in een functionele klasse wordt ingedeeld, sluit niet uit dat het voor verscheidene functies kan worden gebruikt.

2.  Wanneer de wetenschappelijke vooruitgang of de technologische ontwikkeling het vereist, worden de maatregelen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening betreffende extra functionele klassen die in bijlage I kunnen worden toegevoegd, vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 28, lid 3.

Artikel 10

Inhoud van de communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven

1.  Een levensmiddelenadditief dat voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 6, 7 en 8 kan volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s] worden opgenomen in:

a) de communautaire lijst in bijlage II bij deze verordening; en/of

b) de communautaire lijst in bijlage III bij deze verordening.

2.  Bij een in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III opgenomen levensmiddelenadditief wordt het volgende vermeld:

a) de naam van het levensmiddelenadditief en het E-nummer;

b) de levensmiddelen waaraan het levensmiddelenadditief mag worden toegevoegd;

c) de voorwaarden waaronder het levensmiddelenadditief mag worden gebruikt;

d) in voorkomend geval, mogelijke beperkingen op de rechtstreekse verkoop van het levensmiddelenadditief aan de eindgebruiker.

3.  De communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden gewijzigd volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s].

Artikel 11

Te gebruiken hoeveelheden levensmiddelenadditieven

1.  Bij de vaststelling van de gebruiksvoorwaarden als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder c):

a) wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld op de kleinste hoeveelheid die nodig is om het gewenste effect te bereiken;

b) wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld met inachtneming van:

i) de aanvaardbare dagelijkse inname of een gelijkwaardig gegeven dat voor het levensmiddelenadditief is vastgesteld en de waarschijnlijke dagelijkse inname van het levensmiddelenadditief uit alle voedselbronnen;

ii) indien het levensmiddelenadditief bestemd is om te worden gebruikt in levensmiddelen voor speciale groepen consumenten, de mogelijke dagelijkse inname van het additief door consumenten van die groepen.

2.  In voorkomend geval wordt voor een levensmiddelenadditief geen numerieke maximumhoeveelheid vastgesteld („quantum satis”). In dat geval wordt het levensmiddelenadditief gebruikt overeenkomstig het „quantum satis”-beginsel.

3.   ►C1  Tenzij anders is vermeld, zijn de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven in bijlage II van toepassing op levensmiddelen ◄ in de vorm waarop zij in de handel worden gebracht. In afwijking van dit beginsel zijn bij gedroogde en/of geconcentreerde levensmiddelen die gereconstitueerd moeten worden de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven van toepassing op levensmiddelen die zijn gereconstitueerd volgens de aanwijzingen op het etiket, rekening houdend met de op het etiket aangegeven minimale verdunningsfactor.

4.   ►C1  Tenzij anders is vermeld, zijn de maximaal te gebruiken hoeveelheden kleurstoffen in bijlage II van toepassing op ◄ de hoeveelheden kleurgevende bestanddelen in het kleurstofpreparaat.

Artikel 12

Wijzigingen in het productieproces of de uitgangsmaterialen van een levensmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen

▼C1

Indien zich bij een levenmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen, een belangrijke wijziging voordoet in de productiemethoden of bij de gebruikte uitgangsmaterialen, dan wel door een verandering van deeltjesomvang bijvoorbeeld ten gevolge van nanotechnologie, dan wordt het levensmiddelenadditief dat volgens die nieuwe productiemethoden of met die nieuwe uitgangsmaterialen wordt vervaardigd, beschouwd als een ander additief, en is een nieuwe opname in de communautaire lijsten of een wijziging in de specificaties vereist alvorens het in de handel mag worden gebracht.

▼B

Artikel 13

Levensmiddelenadditieven die onder de toepassing vallen van Verordening (EG) nr. 1829/2003

1.  Een levensmiddelenadditief dat onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, mag conform deze verordening slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien daarvoor goedkeuring is verleend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

2.  Voor voedingsmiddelenadditieven die reeds zijn opgenomen in de communautaire lijst en zijn geproduceerd van een ander uitgangsmateriaal dat binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, is geen nieuwe vergunning uit hoofde van deze verordening vereist, zolang het nieuwe uitgangsmateriaal onder een op basis van Verordening (EG) nr. 1829/2003 verleende vergunning valt, en het additief voldoet aan de specificaties die zijn vastgesteld in het kader van deze verordening.

Artikel 14

Specificaties van levensmiddelenadditieven

►C1  De specificaties van levensmiddelenadditieven, wat oorsprong, zuiverheidscriteria en eventuele andere noodzakelijke informatie betreft, worden vastgesteld ◄ wanneer het levensmiddelenadditief voor het eerst in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III wordt opgenomen, volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s].



HOOFDSTUK III

GEBRUIK VAN LEVENSMIDDELENADDITIEVEN IN LEVENSMIDDELEN

Artikel 15

Gebruik van levensmiddelenadditieven in onverwerkte levensmiddelen

Levensmiddelenadditieven mogen niet worden gebruikt in onverwerkte levensmiddelen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in bijlage II.

Artikel 16

Gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

Levensmiddelenadditieven mogen niet worden gebruikt in levensmiddelen voor zuigelingen en peuters als bedoeld in Richtlijn 89/398/EEG, met inbegrip van dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 17

Gebruik van kleurstoffen voor merktekens

Alleen levensmiddelenkleurstoffen die in bijlage II bij deze verordening zijn opgenomen, mogen worden gebruikt voor het aanbrengen van het keurmerk overeenkomstig Richtlijn 91/497/EEG van de Raad van 29 juli 1991 tot wijziging en codificatie van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ten einde deze uit te breiden tot de productie en het in de handel brengen van vers vlees ( 30 ) en andere verplichte merktekens op vleesproducten, voor het versieren van eierschalen of voor het stempelen van eierschalen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong ( 31 ).

Artikel 18

„Carry-over”-beginsel

1.  De aanwezigheid van een levensmiddelenadditief is toegestaan:

a) in samengestelde levensmiddelen die niet in bijlage II zijn vermeld, mits het levensmiddelenadditief is toegestaan in een van de ingrediënten van het samengestelde levensmiddel;

b) in een levensmiddel waaraan een levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma is toegevoegd, mits het levensmiddelenadditief:

i) in het levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma overeenkomstig deze verordening is toegestaan, en tevens

ii) via het levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma in het levensmiddel terechtgekomen is, en tevens

iii) geen technologische functie heeft in het eindproduct;

c) in een levensmiddel dat uitsluitend bestemd is voor gebruik bij de bereiding van een samengesteld levensmiddel, mits het samengestelde levensmiddel aan deze verordening voldoet.

2.  Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, is lid 1 niet van toepassing op volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding, en dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik zoals bedoeld in Richtlijn 89/398/EEG.

3.  Indien een levensmiddelenadditief in een levensmiddelenaroma, levensmiddelenadditief of voedingsenzym wordt toegevoegd aan een levensmiddel en een technologische functie in dat levensmiddel heeft, wordt het beschouwd als een levensmiddelenadditief van dat levensmiddel, en niet als een levensmiddelenadditief van het toegevoegde aroma, levensmiddelenadditief of voedingsenzym, en moet het derhalve voldoen aan de voorwaarden voor het gebruik van dat levensmiddel.

4.  Onverminderd lid 1 is de aanwezigheid van een als zoetstof gebruikt levensmiddel toegestaan in samengestelde levensmiddelen zonder toegevoegde suikers, samengestelde levensmiddelen met verminderde verbrandingswaarde, samengestelde dieetvoeding bestemd voor een caloriearm dieet, in niet-cariogene samengestelde levensmiddelen en samengestelde levensmiddelen met een verlengde houdbaarheid, mits de zoetstof in een van de ingrediënten van deze samengestelde levensmiddelen is toegestaan.

Artikel 19

Interpretatiebesluiten

Zo nodig kan volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2, worden besloten of:

a) een bepaald levensmiddel tot een categorie levensmiddelen in bijlage II behoort; of

b) een in de bijlagen II en III opgenomen en volgens de „quantum satis”-regel toegestaan levensmiddelenadditief wordt gebruikt overeenkomstig de criteria van artikel 11, lid 2; of

c) een bepaalde stof voldoet aan de definitie van levensmiddelenadditief van artikel 3.

Artikel 20

Traditionele levensmiddelen

De in bijlage IV vermelde lidstaten mogen het gebruik van bepaalde categorieën levensmiddelenadditieven in op hun grondgebied vervaardigde en in die bijlage opgenomen traditionele levensmiddelen blijven verbieden.



HOOFDSTUK IV

ETIKETTERING

Artikel 21

Etikettering van levensmiddelenadditieven die niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker

1.  Niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven die afzonderlijk dan wel gemengd met elkaar en/of met voedselingrediënten worden verkocht, zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2000/13/EG, mogen alleen in de handel worden gebracht met de etikettering overeenkomstig artikel 22 van deze verordening, die op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters is aangebracht. De informatie wordt in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal gesteld.

2.  Op zijn eigen grondgebied mag de lidstaat waar het product in de handel wordt gebracht, overeenkomstig het Verdrag voorschrijven dat de in artikel 22 bedoelde informatie in een of meer door die lidstaat vast te stellen officiële talen wordt vermeld. Dit vormt geen beletsel om deze informatie in verscheidene talen te vermelden.

Artikel 22

Algemene etiketteringsvoorschriften voor levensmiddelenadditieven die niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker

1.  Indien niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of andere voedselingrediënten worden verkocht en/of indien er andere stoffen aan zijn toegevoegd, wordt op de verpakking of de recipiënten ervan de volgende informatie over ieder levensmiddelenadditief vermeld:

a) de in deze verordening vastgestelde naam en/of E-nummer van elk levensmiddelenadditief of een verkoopbenaming die de naam en/of het E-nummer van elk levensmiddelenadditief bevat;

b) de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” of „voor levensmiddelen, beperkt gebruik” of een meer specifieke aanduiding inzake het beoogde gebruik ervan in levensmiddelen;

c) zo nodig de bijzondere voorwaarden voor opslag en/of gebruik;

d) een vermelding aan de hand waarvan de partij kan worden geïdentificeerd;

e) een gebruiksaanwijzing indien een behoorlijk gebruik van het levensmiddelenadditief zonder gebruiksaanwijzing onmogelijk is;

f) de naam of de firmanaam en het adres van de fabrikant, van de verpakker of van de verkoper;

g) een vermelding van de maximumhoeveelheid van ieder bestanddeel of iedere groep bestanddelen waarvoor een kwantitatieve beperking in levensmiddelen geldt en/of adequate duidelijke, gemakkelijk te begrijpen informatie, zodat de koper in staat wordt gesteld deze verordening of andere relevante communautaire wetgeving na te leven; indien dezelfde kwantitatieve beperking geldt voor een groep van bestanddelen die afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt, mag het gecombineerde percentage met één getal worden aangegeven; de kwantitatieve beperking wordt hetzij in getallen uitgedrukt, hetzij door het „quantum satis”-beginsel;

h) de nettohoeveelheid;

i) de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste gebruiksdatum;

j) in voorkomend geval, informatie over een levensmiddelenadditief of andere stoffen overeenkomstig dit artikel en zoals vermeld in bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG wat betreft de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen.

2.  Indien levensmiddelenadditieven gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten verkocht worden, wordt op de verpakking of de recipiënten van de levensmiddelenadditieven een lijst van alle bestanddelen in aflopende volgorde van het aandeel ervan in het totaalgewicht vermeld.

3.  Indien stoffen (met inbegrip van levensmiddelenadditieven of andere voedselingrediënten) worden toegevoegd aan levensmiddelenadditieven om het opslaan, verkopen, standaardiseren, verdunnen of oplossen ervan te vergemakkelijken, worden al die stoffen op de verpakking of de recipiënten van de levensmiddelenadditieven opgesomd in aflopende volgorde van het aandeel ervan in het totaalgewicht.

4.  In afwijking van de leden 1, 2 en 3, hoeft de in lid 1, onder e) tot en met g), en de leden 2 en 3, genoemde informatie alleen in de vóór of bij levering te verstrekken documenten betreffende de partij te worden vermeld, mits de aanduiding „niet voor de verkoop in de detailhandel” op een goed zichtbare plaats van de verpakking of de recipiënt van het desbetreffende product voorkomt.

5.  In afwijking van de leden 1, 2 en 3 hoeft, wanneer de levensmiddelenadditieven in tankwagens worden geleverd, alle informatie alleen te worden vermeld in de bij levering te verstrekken begeleidende documenten betreffende de partij.

Artikel 23

Etikettering van levensmiddelenadditieven die bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker

1.  Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort ( 32 ) te identificeren en Verordening (EG) nr. 1829/2003, mogen voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven die afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten slechts in de handel worden gebracht indien de verpakking de volgende informatie bevat:

a) de in deze verordening vastgestelde naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief of een verkoopbenaming die de naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief bevat;

b) de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” of „voor levensmiddelen, beperkt gebruik” of een meer specifieke aanduiding inzake het beoogde gebruik ervan in levensmiddelen.

2.  In afwijking van het bepaalde in lid 1, letter a), moet de verkoopbenaming van tafelzoetstoffen de vermelding „tafelzoetstof op basis van …” bevatten, gevolgd door de naam of de namen van de zoetstoffen die voor de samenstelling ervan zijn gebruikt

3.  Op de etikettering van tafelzoetstoffen die polyolen en/of aspartaam en/of aspartaam-acesulfaamzout bevatten, worden de volgende waarschuwingen vermeld:

a) polyolen: „overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben”;

b)  ►C1  aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout: ◄ „Bevat een bron van fenylalanine”.

4.  De fabrikanten van tafelzoetstoffen moeten via passende middelen de nodige informatie beschikbaar stellen zodat de consument deze op veilige wijze kan gebruiken. Er kunnen richtsnoeren voor de uitvoering van dit lid worden aangenomen overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 28, lid 3.

5.  Op de in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel bedoelde informatie is artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2000/13/EG van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24

Etiketteringsvoorschrift voor voedingsmiddelen die bepaalde levensmiddelenkleurstoffen bevatten

1.  Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 2000/13/EG dient de etikettering van voedingsmiddelen die bepaalde levensmiddelenkleurstoffen als vermeld in bijlage V bij deze verordening bevatten, ook de in die bijlage vermelde aanvullende gegevens te omvatten.

2.  In verband met de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie is artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2000/13/EG van overeenkomstige toepassing.

3.  Voor zover de wetenschappelijke vooruitgang of de technische ontwikkeling zulks vereisen, wordt bijlage V aangepast door middel van maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 25

Overige etiketteringsvoorschriften

De artikelen 21, 22, 23 en 24 gelden onverminderd meer gedetailleerde of uitgebreidere wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake metrologie of inzake de presentatie, indeling, verpakking en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten of het vervoer ervan.



HOOFDSTUK V

PROCEDURELE BEPALINGEN EN UITVOERING

Artikel 26

Informatieverplichting

1.  Producenten en gebruikers van een levensmiddelenadditief stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van alle nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het levensmiddelenadditief.

2.  Producenten en gebruikers van een levensmiddelenadditief stellen de Commissie op haar verzoek in kennis van het feitelijk gebruik van het levensmiddelenadditief. Die informatie wordt door de Commissie beschikbaar gesteld aan de lidstaten.

Artikel 27

Monitoring van de inname van levensmiddelenadditieven

1.  De lidstaten zorgen voor systemen om het verbruik en gebruik van levensmiddelenadditieven op grond van risico’s te monitoren, en rapporteren zo vaak als nodig is hun bevindingen aan de Commissie en de Autoriteit.

2.  Na raadpleging van de Autoriteit wordt volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2, een gemeenschappelijke methode voor de verzameling van informatie door de lidstaten over de inname van levensmiddelenadditieven via de voeding in de Gemeenschap vastgesteld.

Artikel 28

Comité

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

4.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4 en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk 2 maanden, 2 maanden en 4 maanden.

Artikel 29

Communautaire financiering van geharmoniseerd beleid

De rechtsgrondslag voor de financiering van de maatregelen die uit deze verordening voortvloeien is artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004.



HOOFDSTUK VI

OVERGANGS — EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 30

Opstelling van communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven

1.  Levensmiddelenadditieven die overeenkomstig de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG, zoals gewijzigd op grond van artikel 31 van deze verordening, in levensmiddelen mogen worden gebruikt, alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in bijlage II bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met de artikelen 6, 7 en 8 daarvan. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage II betreffen en die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.

Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage II opgenomen.

2.   ►C1  Levensmiddelenadditieven die in Richtlijn 95/2/EG werden toegelaten voor gebruik in levensmiddelenadditieven, ◄ alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in deel 1 van bijlage III bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met artikel 6 van deze verordening. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage III betreffen en die beogenniet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.

Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage III opgenomen.

3.   ►C1  Levensmiddelenadditieven die in Richtlijn 95/2/EG werden toegelaten voor gebruik in levensmiddelenaroma’s,  ◄ alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in deel 4 van bijlage III bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met artikel 6 van deze verordening. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage III betreffen en die beogenniet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.

Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage III opgenomen.

4.  De specificaties van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde levensmiddelenadditieven worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s] vastgesteld wanneer deze levensmiddelenadditieven overeenkomstig die leden in de bijlagen worden opgenomen.

5.  De maatregelen met betrekking tot passende overgangsmaatregelen, bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door aanvulling ervan, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 28, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 31

Overgangsmaatregelen

Totdat de communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven zijn opgesteld als bepaald in artikel 30, worden de bijlagen bij de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG zo nodig aangevuld met maatregelen, bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordeningen te wijzigen, die door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

►C1  Levensmiddelen die vόόr 20 januari 2010 in de handel zijn gebracht ◄ of geëtiketteerd, en die niet voldoen aan artikel 22, lid 1, onder i), en artikel 22, lid 4, kunnen in de handel worden gebracht tot de datum van hun minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum.

►C1  Levensmiddelen die niet voldoen aan artikel 24,  ◄ en die voor 20 juli 2010 legaal in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum in de handel worden gebracht.

Artikel 32

Herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven

1.  Levensmiddelenadditieven die vóór 20 januari 2009 toegestaan waren, worden onderworpen aan een nieuwe risicobeoordeling, die door de Autoriteit wordt verricht.

2.  Na raadpleging van de Autoriteit wordt uiterlijk 20 januari 2010 een beoordelingsprogramma voor deze additieven vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2. Dit beoordelingsprogramma wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 33

Intrekkingen

1.  De volgende besluiten worden ingetrokken:

a) Richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren;

b) Richtlijn 65/66/EEG;

c) Richtlijn 78/663/EEG;

d) Richtlijn 78/664/EEG;

e) Richtlijn 81/712/EEG;

f) Richtlijn 89/107/EEG;

g) Richtlijn 94/35/EG;

h) Richtlijn 94/36/EG;

i) Richtlijn 95/2/EG;

j) Beschikking nr. 292/97/EG;

k) Beschikking 2002/247/EG.

2.  Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 34

Overgangsbepalingen

In afwijking van artikel 33 blijven de volgende bepalingen van toepassing totdat de overdracht uit hoofde van artikel 30, leden 1, 2 en 3, van deze verordening, van levensmiddelenadditieven die reeds in de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG waren toegestaan, is voltooid:

a) artikel 2, leden 1, 2 en 4, van Richtlijn 94/35/EG en de bijlage bij die richtlijn;

b) artikel 2, leden 1 tot en met 6, 8, 9 en 10 van Richtlijn 94/36/EG en de bijlagen I tot en met V bij die richtlijn;

c) de artikelen 2 en 4 van Richtlijn 95/2/EG en de bijlagen I tot en met VI bij die richtlijn.

In afwijking van punt c) wordt de goedkeuring voor E 1103 invertase en E 1105 lysozym overeenkomstig Richtlijn 95/2/EG ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van de communautaire lijst van voedingsenzymen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen].

Artikel 35

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 20 januari 2010.

Artikel 4, lid 2, is echter met ingang van 1 januari 2011 van toepassing op de delen 2, 3 en 5 van bijlage III en artikel 23, lid 4, is van toepassing met ingang van 20 januari 2011. Artikel 24 is van toepassing met ingang van 20 juli 2010. Artikel 31 is van toepassing met ingang van 20 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Functionele klassen van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen en van levensmiddelenadditieven in levensmiddelenadditieven en voedselenzymen:

1. „zoetstoffen”: stoffen die worden gebruikt om levensmiddelen een zoete smaak te geven of in tafelzoetstoffen;

2. „kleurstoffen”: stoffen die aan een levensmiddel kleur geven of teruggeven en die natuurlijke bestanddelen van levensmiddelen en andere natuurlijke bronnen bevatten die gewoonlijk noch op zich als levensmiddelen worden geconsumeerd, noch als kenmerkende voedselingrediënten worden gebruikt. Preparaten die uit levensmiddelen en ander eetbaar natuurlijk uitgangsmateriaal zijn verkregen door een fysische en/of chemische behandeling die resulteert in een selectieve extractie van de kleurstof (en niet van de aromatische of voedingsbestanddelen) zijn kleurstoffen in de zin van deze verordening;

3. „conserveermiddelen”: stoffen die de houdbaarheid van levensmiddelen verlengen door ze te beschermen tegen bederf door micro-organismen en/of tegen de groei van pathogene micro-organismen;

4. „antioxidanten”: stoffen die de houdbaarheid van levensmiddelen verlengen door ze te beschermen tegen bederf door oxidatie, zoals het ranzig worden van vet en kleurveranderingen;

5. „draagstoffen”: stoffen die worden gebruikt om een levensmiddelenadditief, een aroma, een voedingsenzym, een voedingsstof en/of een andere stof die voor voedings- of fysiologische doeleinden aan een levensmiddel is toegevoegd, op te lossen, te verdunnen, te dispergeren of op een andere wijze fysisch te wijzigen zonder de technologische functie ervan te veranderen (en zonder zelf een technologisch effect uit te oefenen), om de verwerking, de toepassing of het gebruik van de stof te vergemakkelijken;

6. „voedingszuren”: stoffen die de zuurgraad van levensmiddelen verhogen en/of levensmiddelen een zure smaak geven;

7. „zuurteregelaars”: stoffen die de zuurgraad of alkaliteit van levensmiddelen wijzigen of regelen;

8. „antiklontermiddelen”: stoffen die de neiging van afzonderlijke levensmiddelendeeltjes om aan elkaar te kleven, verkleinen;

9. „antischuimmiddelen”: stoffen die schuimvorming verhinderen of verminderen;

10. „vulstoffen”: stoffen die het volume van een levensmiddel vergroten zonder noemenswaardig tot de beschikbare energiewaarde ervan bij te dragen;

11. „emulgatoren”: stoffen die een homogene menging van twee of meer onmengbare fasen, zoals olie en water, in een levensmiddel mogelijk maken of in stand houden;

12. „smeltzouten”: stoffen die kaaseiwitten in gedispergeerde vorm omzetten om een homogene verdeling van vet en andere bestanddelen te bewerkstelligen;

13. „verstevigingsmiddelen”: stoffen die fruit of groente stevig of knapperig maken of houden, of met geleermiddelen reageren om een gel te vormen of te verstevigen;

14. „smaakversterkers”: stoffen die de bestaande smaak en/of geur van een levensmiddel versterken;

15. „schuimmiddelen”: stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van een gasvormige fase in een vloeibaar of vast levensmiddel te vormen;

16. „geleermiddelen”: stoffen die een levensmiddel vorm geven door een gel te vormen;

17. „glansmiddelen” (met inbegrip van glijmiddelen): stoffen die op het oppervlak van een levensmiddel worden aangebracht om het een glanzend uiterlijk te geven of om een beschermende deklaag te vormen;

18. „bevochtigingsmiddelen”: stoffen die uitdroging van levensmiddelen beletten door de gevolgen van een lage luchtvochtigheid tegen te gaan, of een poeder makkelijker oplosbaar maken in een waterig medium;

19. „gemodificeerde zetmelen”: stoffen die door een of meer chemische behandelingen uit eetbare zetmelen worden verkregen, eventueel een fysische behandeling of een behandeling met enzymen hebben ondergaan en eventueel met zuur of loog verdund of gebleekt zijn;

20. „verpakkingsgasssen”: gassen, met uitzondering van lucht, die vóór, tijdens of na het verpakken van een levensmiddel in de verpakking worden gebracht;

21. „drijfgassen”: gassen, met uitzondering van lucht, die een levensmiddel uit een recipiënt drukken;

22. „rijsmiddelen”: stoffen of combinaties van stoffen die gas vrijmaken en daardoor het volume van deeg of beslag vergroten;

23. „complexvormers”: stoffen die chemische complexen vormen met metaalionen;

24. „stabilisatoren”: stoffen die het mogelijk maken de fysisch-chemische toestand van een levensmiddel te handhaven; stabilisatoren omvatten stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van twee of meer onmengbare stoffen in een levensmiddel te handhaven, stoffen die een bestaande kleur van een levensmiddel stabiliseren, fixeren of intensifiëren en stoffen die het bindend vermogen van het levensmiddel vergroten, onder meer door de vorming van crosslinks tussen eiwitten waardoor afzonderlijke deeltjes tot een gereconstitueerd levensmiddel worden gebonden;

25. „verdikkingsmiddelen”: stoffen die de viscositeit van een levensmiddel vergroten;

26. „meelverbeteraars”: stoffen, met uitzondering van emulgatoren, die aan meel of deeg worden toegevoegd om de bakeigenschappen ervan te verbeteren;

▼M25

27. „contrastverhogers” stoffen die, bij aanbrenging op het buitenoppervlak van fruit of groenten na depigmentatie van vooraf bepaalde delen (bv. door laserbehandeling) deze delen helpen onderscheiden van het overblijvende oppervlak door er een kleur aan te geven na een interactie met bepaalde componenten van de opperste laag.

▼M2




BIJLAGE II

EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en gebruiksvoorwaarden

DEEL A

1.    Inleiding

Deze EU-lijst omvat:

 de naam van het levensmiddelenadditief en het E-nummer,

 de levensmiddelen waaraan het levensmiddelenadditief mag worden toegevoegd,

 de voorwaarden waaronder het levensmiddelenadditief mag worden gebruikt,

 beperkingen op de rechtstreekse verkoop van het levensmiddelenadditief aan de eindverbruiker.

2.    Algemene bepalingen betreffende in de lijst opgenomen levensmiddelenadditieven en gebruiksvoorwaarden

1. Alleen de in deel B opgenomen stoffen mogen als additieven in levensmiddelen worden gebruikt.

2. De additieven mogen alleen worden gebruikt in de in deel E van deze bijlage genoemde levensmiddelen, onder de daarbij vermelde voorwaarden.

3. In deel E van deze bijlage zijn de levensmiddelen ingedeeld naar de in deel D van deze bijlage vermelde levensmiddelencategorieën en zijn de additieven gegroepeerd volgens de definities in deel C van deze bijlage.

▼M7

4. Uit alle in tabel 1 van deel B opgenomen kleurstoffen bereide aluminiumlakken zijn tot en met 31 juli 2014 toegestaan.

Vanaf 1 augustus 2014 zijn slechts uit de in tabel 3 van dit deel A opgenomen kleurstoffen bereide aluminiumlakken toegestaan, en dan nog slechts in die levensmiddelencategorieën waarvoor in deel E expliciet maxima voor aluminium uit lakken worden vermeld.

▼M2

5. De kleurstoffen E 123, E 127, E 160b, E 173 en E 180 mogen niet rechtstreeks aan de consument worden verkocht.

6. De onder de nummers E 407, E 407a en E 440 vermelde stoffen mogen met suikers worden gestandaardiseerd op voorwaarde dat dit samen met hun nummer en aanduiding vermeld wordt.

7. Nitriet met de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” mag alleen vermengd met zout of met een zoutvervanger verkocht worden.

8. Het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 geldt wat alle levensmiddelenadditieven betreft, niet voor de in tabel 1 vermelde levensmiddelen en wat levensmiddelenkleurstoffen betreft, niet voor de in tabel 2 vermelde levensmiddelen.



Tabel 1

Levensmiddelen waarin de aanwezigheid van een additief niet krachtens het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr.1333/2008 mag worden toegestaan

▼M42

1

Onverwerkte levensmiddelen als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1333/2008, met uitzondering van vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004

▼M2

2

Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG van de Raad (1)

3

Niet-geëmulgeerde oliën en vetten van dierlijke of plantaardige oorsprong

4

Boter

5

Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk en niet-gearomatiseerde, gewone gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met een verlaagd vetgehalte)

6

Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan

7

Niet-gearomatiseerde karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk)

8

Natuurlijk mineraalwater als omschreven in Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), alsmede bronwater en ander water in flessen of pakken

9

Koffie (met uitzondering van oploskoffie met smaakstoffen) en koffie-extract

10

Niet-gearomatiseerde bladthee

11

Suikers als omschreven in Richtlijn 2001/111/EG vande Raad (3)

12

Droge deegwaren met uitzondering van glutenvrije deegwaren en/of deegwaren voor diëten met een laag eiwitgehalte, in overeenstemming met Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (4)

(1)   PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47.

(2)   PB L 164 van 26.6.2009, blz. 45.

(3)   PB L 10 van 12.1.2002, blz. 53.

(4)   PB L 124 van 20.5.2009, blz. 21.



Tabel 2

Levensmiddelen waarin de aanwezigheid van een levensmiddelenkleurstof niet krachtens het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 mag worden toegestaan

1

Onverwerkte levensmiddelen als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1333/2008

2

Water in flessen of pakken

3

Volle, halfvolle en magere melk, gepasteuriseerd of gesteriliseerd (met inbegrip van UHT-sterilisatie) (niet-gearomatiseerd)

4

Chocolademelk

5

Gefermenteerde melk (niet-gearomatiseerd)

6

Verduurzaamde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG van de Raad (1) (niet-gearomatiseerd)

7

Karnemelk (niet-gearomatiseerd)

8

Room en roompoeder (niet-gearomatiseerd)

9

Oliën en vetten van dierlijke of plantaardige oorsprong

10

Gerijpte en ongerijpte kaas (niet-gearomatiseerd)

11

Boter van schapen- en geitenmelk

12

Eieren en eiproducten als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004

13

Meel, andere gemalen producten en zetmeel

14

Brood en soortgelijke producten

15

Deegwaren en gnocchi

16

Suiker, met inbegrip van alle mono- en disachariden

17

Tomatenpuree en tomaten in blik en in glas

18

Sauzen op basis van tomaten

19

Vruchtensappen en vruchtennectars als vermeld in Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (2) en groentesappen en groentedranken

20

Vruchten, groenten (met inbegrip van aardappelen) en paddenstoelen — in blik, in glas of gedroogd; verwerkte vruchten, groenten (met inbegrip van aardappelen) en paddenstoelen

21

Extra jam of extra confituur, extra gelei en kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG van de Raad (3); crème de pruneaux

22

Vis, schaal-, en weekdieren, vlees, pluimvee en wild, alsmede bereidingen daarvan, met uitzondering van bereide maaltijden die deze ingrediënten bevatten

23

Cacaoproducten en chocoladebestanddelen in chocoladeproducten als vermeld in Richtlijn 2000/36/EG (4)

24

Gebrande koffie, thee, vruchten- en kruidenthee, cichorei; extracten van thee, vruchten- en kruidenthee en cichorei; thee-, planten- en vruchteninfusies en graanbereidingen voor infusies, mengsels en instantmengsels van deze producten

25

Zout, zoutvervangers, kruiden en kruidenmengsels

26

Wijn en andere producten die onder Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (5) vallen, als vermeld in bijlage I, deel XII, bij die verordening

27

Gedistilleerde dranken als omschreven in bijlage II, categorieën 1 tot en met 14, bij Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6), eau-de-vie (voorafgegaan door de naam van de vrucht), verkregen door maceratie en distillatie en London gin (bijlage II, categorie 16 respectievelijk 22)

Sambuca, maraschino, marrasquino of Maraskino en mistrà als omschreven in bijlage II, categorieën 38, 39 en 43, bij Verordening (EG) nr. 110/2008

28

Sangria, clarea en zurra als vermeld in Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (7)

29

Wijnazijn die onder Verordening (EG) nr. 1234/2007 valt, als vermeld in bijlage I, deel XII, bij die verordening

30

Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, als vermeld in Richtlijn 2009/39/EG, met inbegrip van voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters

31

Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG

32

Mout en moutproducten

(1)   PB L 15 van 17.1.2002, blz. 19.

(2)   PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58.

(3)   PB L 10 van 12.1.2002, blz. 67.

(4)   PB L 197 van 3.8.2000, blz. 19.

(5)   PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(6)   PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.

(7)   PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1.

▼M7



Tabel 3

Kleurstoffen die in de vorm van lakken mogen worden gebruikt

E-nummer

Naam

E 100

Curcumine

▼M44

E 101

Riboflavinen

▼M7

E 102

Tartrazine

E 104

Chinolinegeel

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

E 122

Azorubine, karmozijn

E 123

Amarant

E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

E 127

Erytrosine

E 129

Allurarood AC

E 131

Patentblauw V

E 132

Indigotine, indigokarmijn

E 133

Briljantblauw FCF

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

E 142

Groen S

▼M35

E 151

Briljantzwart PN

▼M7

E 155

Bruin HT

E 163

Anthocyanen

E 180

Litholrubine BK

▼M2

DEEL B

LIJST VAN ALLE ADDITIEVEN

1.    Kleurstoffen



E-nummer

Naam

E 100

Curcumine

E 101

Riboflavinen

E 102

Tartrazine

E 104

Chinolinegeel

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

E 122

Azorubine, karmozijn

E 123

Amarant

E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

E 127

Erytrosine

E 129

Allurarood AC

E 131

Patentblauw V

E 132

Indigotine, indigokarmijn

E 133

Briljantblauw FCF

E 140

Chlorofylen en chlorofylinen

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

E 142

Groen S

E 150a

Karamel (1)

E 150b

Alkali-sulfietkaramel

E 150c

Ammoniakkaramel

E 150d

Sulfiet-ammoniakkaramel

▼M35

E 151

Briljantzwart PN

▼M2

E 153

Plantaardige koolstof

E 155

Bruin HT

E 160a

Carotenen

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

E 160d

Lycopeen

E 160e

Bèta-apo-8'-carotenal (C30)

E 161b

Luteïne

E 161g

Canthaxanthine (2)

E 162

Bietenrood, betanine

E 163

Anthocyanen

E 170

Calciumcarbonaat

E 171

Titaandioxide

E 172

IJzeroxiden en -hydroxiden

E 173

Aluminium

E 174

Zilver

E 175

Goud

E 180

Litholrubine BK

(1)   Met „karamel” worden bedoeld producten van min of meer bruine kleur, bestemd voor kleuring. Deze naam komt niet overeen met het zoete aromatische product dat wordt verkregen door verhitting van suiker en als aroma voor levensmiddelen (bv. suikerwerk, gebak, alcoholhoudende dranken) wordt gebruikt.

(2)   Canthaxanthine is niet toegestaan in de levensmiddelencategorieën van de delen D en E. De stof is in lijst B1 opgenomen omdat zij in geneesmiddelen wordt gebruikt overeenkomstig Richtlijn 2009/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 109 van 30.4.2009, blz. 10).

2.    Zoetstoffen



E-nummer

Naam

E 420

Sorbitolen

E 421

Mannitol

E 950

Acesulfaam-K

E 951

Aspartaam

E 952

Cyclamaten

E 953

Isomalt

E 954

Sacharinen

E 955

Sucralose

E 957

Thaumatine

E 959

Neohesperidine-DC

▼M5

E 960

Steviolglycosiden

▼M2

E 961

Neotaam

E 962

Aspartaam-acesulfaamzout

▼M14

E 964

Polyglycitolstroop

▼M2

E 965

Maltitolen

E 966

Lactitol

E 967

Xylitol

E 968

Erytritol

▼M39

E 969

Advantaam

▼M2

3.    Andere additieven dan kleurstoffen en zoetstoffen



E-nummer

Naam

E 170

Calciumcarbonaat

▼M25

E 172

IJzeroxiden en ijzerhydroxiden

▼M2

E 200

Sorbinezuur

E 202

Kaliumsorbaat

E 203

Calciumsorbaat

E 210

Benzoëzuur (1)

E 211

Natriumbenzoaat (1)

E 212

Kaliumbenzoaat (1)

E 213

Calciumbenzoaat (1)

E 214

Ethyl-p-hydroxybenzoaat

E 215

Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout

E 218

Methyl-p-hydroxybenzoaat

E 219

Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout

E 220

Zwaveldioxide

E 221

Natriumsulfiet

E 222

Natriumwaterstofsulfiet

E 223

Natriumdisulfiet

E 224

Kaliumdisulfiet

E 226

Calciumsulfiet

E 227

Calciumwaterstofsulfiet

E 228

Kaliumwaterstofsulfiet

E 234

Nisine

E 235

Natamycine

E 239

Hexamethyleentetramine

E 242

Dimethyldicarbonaat

▼M41

E 243

Ethyllauroylarginaat

▼M2

E 249

Kaliumnitriet

E 250

Natriumnitriet

E 251

Natriumnitraat

E 252

Kaliumnitraat

E 260

Azijnzuur

▼M20

E 261

Kaliumacetaten (4)

▼M2

E 262

Natriumacetaten

E 263

Calciumacetaat

E 270

Melkzuur

E 280

Propionzuur

E 281

Natriumpropionaat

E 282

Calciumpropionaat

E 283

Kaliumpropionaat

E 284

Boorzuur

E 285

Natriumtetraboraat (borax)

E 290

Koolstofdioxide

E 296

Appelzuur

E 297

Fumaarzuur

E 300

Ascorbinezuur

E 301

Natriumascorbaat

E 302

Calciumascorbaat

E 304

Vetzuuresters van ascorbinezuur

E 306

Tocoferolrijk extract

E 307

Alfa-tocoferol

E 308

Gamma-tocoferol

E 309

Delta-tocoferol

E 310

Propylgallaat

E 311

Octylgallaat

E 312

Dodecylgallaat

E 315

Erythorbinezuur

E 316

Natriumerythorbaat

E 319

tert-Butylhydrochinon (TBHQ)

E 320

Butylhydroxyanisool (BHA)

E 321

Butylhydroxytolueen (BHT)

E 322

Lecithinen

E 325

Natriumlactaat

E 326

Kaliumlactaat

E 327

Calciumlactaat

E 330

Citroenzuur

E 331

Natriumcitraten

E 332

Kaliumcitraten

E 333

Calciumcitraten

E 334

L(+)-Wijnsteenzuur

E 335

Natriumtartraten

E 336

Kaliumtartraten

E 337

Kaliumnatriumtartraat

E 338

Fosforzuur

E 339

Natriumfosfaten

E 340

Kaliumfosfaten

E 341

Calciumfosfaten

E 343

Magnesiumfosfaten

E 350

Natriummalaten

E 351

Kaliummalaat

E 352

Calciummalaten

E 353

Metawijnsteenzuur

E 354

Calciumtartraat

E 355

Adipinezuur

E 356

Natriumadipaat

E 357

Kaliumadipaat

E 363

Barnsteenzuur

E 380

Triammoniumcitraat

E 385

Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA)

E 392

Extracten van rozemarijn

E 400

Alginezuur

E 401

Natriumalginaat

E 402

Kaliumalginaat

E 403

Ammoniumalginaat

E 404

Calciumalginaat

E 405

Propyleenglycolalginaat

E 406

Agaragar

E 407a

Verwerkt Eucheuma-wier

E 407

Carrageen

E 410

Johannesbroodpitmeel

E 412

Guarpitmeel

E 413

Tragant

E 414

Arabische gom

E 415

Xanthaangom

E 416

Karayagom

E 417

Taragom

E 418

Gellangom

E 422

Glycerol

▼M30

E 423

Octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom

▼M2

E 425

Konjac

E 426

Hemicellulose van soja

E 427

Cassiagom

E 431

Polyoxyethyleen(40)stearaat

E 432

Polyoxyethyleensorbitaanmonolauraat (polysorbaat 20)

E 433

Polyoxyethyleensorbitaanmonoöleaat (polysorbaat 80)

E 434

Polyoxyethyleensorbitaanmonopalmitaat (polysorbaat 40)

E 435

Polyoxyethyleensorbitaanmonostearaat (polysorbaat 60)

E 436

Polyoxyethyleensorbitaantristearaat (polysorbaat 65)

E 440

Pectinen

E 442

Ammoniumfosfatiden

E 444

Sucroseacetaatisobutyraat

E 445

Glycerolesters van houthars

E 450

Difosfaten

E 451

Trifosfaten

E 452

Polyfosfaten

E 459

Bèta-cyclodextrine

E 460

Cellulose

E 461

Methylcellulose

E 462

Ethylcellulose

E 463

Hydroxypropylcellulose

E 464

Hydroxypropylmethylcellulose

E 465

Ethylmethylcellulose

▼M35

E 466

Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom

▼M2

E 468

Vernette natriumcarboxymethylcellulose, vernette cellulosegom

E 469

Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose, enzymatisch gehydrolyseerde cellulosegom

E 470a

Natrium-, kalium- en calciumzouten van vetzuren

E 470b

Magnesiumzouten van vetzuren

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

E 472a

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met azijnzuur

E 472b

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met melkzuur

E 472c

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur

E 472d

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met wijnsteenzuur

E 472e

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met monoacetyl- en diacetylwijnsteenzuur

E 472f

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met een mengsel van azijnzuur en wijnsteenzuur

E 473

Sucrose-esters van vetzuren

E 474

Sucroglyceriden

E 475

Polyglycerolesters van vetzuren

E 476

Polyglycerolpolyricinoleaat

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

E 479b

Thermisch geoxideerde sojaolie, na reactie met mono- en diglyceriden van vetzuren

E 481

Natriumstearoyl-2-lactylaat

E 482

Calciumstearoyl-2-lactylaat

E 483

Stearyltartraat

E 491

Sorbitaanmonostearaat

E 492

Sorbitaantristearaat

E 493

Sorbitaanmonolauraat

E 494

Sorbitaanmonoöleaat

E 495

Sorbitaanmonopalmitaat

▼M28

E 499

Plantensterolen die rijk zijn aan stigmasterol

▼M2

E 500

Natriumcarbonaten

E 501

Kaliumcarbonaten

E 503

Ammoniumcarbonaten

E 504

Magnesiumcarbonaten

E 507

Zoutzuur

E 508

Kaliumchloride

E 509

Calciumchloride

E 511

Magnesiumchloride

E 512

Tin(II)chloride

E 513

Zwavelzuur

E 514

Natriumsulfaten

E 515

Kaliumsulfaten

E 516

Calciumsulfaat

E 517

Ammoniumsulfaat

E 520

Aluminiumsulfaat

E 521

Aluminiumnatriumsulfaat

E 522

Aluminiumkaliumsulfaat

E 523

Aluminiumammoniumsulfaat

E 524

Natriumhydroxide

E 525

Kaliumhydroxide

E 526

Calciumhydroxide

E 527

Ammoniumhydroxide

E 528

Magnesiumhydroxide

E 529

Calciumoxide

E 530

Magnesiumoxide

E 535

Natriumhexacyanoferraat(II)

E 536

Kaliumhexacyanoferraat(II)

E 538

Calciumhexacyanoferraat(II)

E 541

Natriumaluminiumfosfaat, zuur

E 551

Siliciumdioxide

E 552

Calciumsilicaat

E 553a

Magnesiumsilicaat

E 553b

Talk

E 554

Natriumaluminiumsilicaat

E 555

Kaliumaluminiumsilicaat

▼M7

E 556

Calciumaluminiumsilicaat (2)

E 558

Bentoniet (3)

E 559

Aluminiumsilicaat (kaolien) (2)

▼M2

E 570

Vetzuren

E 574

Gluconzuur

E 575

Glucono-delta-lacton

E 576

Natriumgluconaat

E 577

Kaliumgluconaat

E 578

Calciumgluconaat

E 579

IJzer(II)gluconaat

E 585

IJzer(II)lactaat

E 586

4-Hexylresorcinol

E 620

Glutaminezuur

E 621

Mononatriumglutamaat

E 622

Monokaliumglutamaat

E 623

Calciumdiglutamaat

E 624

Monoammoniumglutamaat

E 625

Magnesiumdiglutamaat

E 626

Guanylzuur

E 627

Natriumguanylaat

E 628

Kaliumguanylaat

E 629

Calciumguanylaat

E 630

Inosinezuur

E 631

Dinatriuminosinaat

E 632

Dikaliuminosinaat

E 633

Calciuminosinaat

E 634

Calcium-5'-ribonucleotiden

E 635

Dinatrium-5'-ribonucleotiden

E 640

Glycine en natriumglycinaat

E 650

Zinkacetaat

E 900

Dimethylpolysiloxaan

E 901

Bijenwas, wit en geel

E 902

Candelillawas

E 903

Carnaubawas

E 904

Schellak

E 905

Microkristallijne was

E 907

Gehydrogeneerd poly-1-deceen

▼M45 —————

▼M2

E 914

Geoxideerde polyethyleenwas

E 920

L-Cysteïne

E 927b

Carbamide

E 938

Argon

E 939

Helium

E 941

Stikstof

E 942

Distikstofoxide

E 943a

Butaan

E 943b

Isobutaan

E 944

Propaan

E 948

Zuurstof

E 949

Waterstof

E 999

Quillaja-extract

E 1103

Invertase

E 1105

Lysozym

E 1200

Polydextrose

E 1201

Polyvinylpyrrolidon

E 1202

Polyvinylpolypyrrolidon

E 1203

Polyvinylalcohol (PVA)

E 1204

Pullulan

E 1205

Basisch methacrylaatcopolymeer

▼M29

E 1206

Neutraal methacrylaatcopolymeer

E 1207

Anionisch methacrylaatcopolymeer

▼M37

E 1208

Polyvinylpyrrolidon-vinylacetaatcopolymeer

▼M43

E 1209

Polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer

▼M2

E 1404

Geoxideerd zetmeel

E 1410

Monozetmeelfosfaat

E 1412

Dizetmeelfosfaat

E 1413

Gefosfateerd dizetmeelfosfaat

E 1414

Geacetyleerd dizetmeelfosfaat

E 1420

Geacetyleerd zetmeel

E 1422

Geacetyleerd dizetmeeladipaat

E 1440

Hydroxypropylzetmeel

E 1442

Hydroxypropyldizetmeelfosfaat

E 1450

Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat

E 1451

Geacetyleerd geoxideerd zetmeel

E 1452

Zetmeelaluminiumoctenylsuccinaat

E 1505

Triëthylcitraat

E 1517

Glyceryldiacetaat (diacetine)

E 1518

Glyceryltriacetaat (triacetine)

E 1519

Benzylalcohol

E 1520

Propaan-1,2-diol (propyleenglycol)

E 1521

Polyethyleenglycol

(1)   Benzoëzuur mag voorkomen in bepaalde gefermenteerde producten die worden verkregen met fermentatieprocessen waarbij goede fabricagepraktijken worden toegepast.

(2)   toegestaan tot en met 31 januari 2014

(3)   toegestaan tot en met 31 mei 2013

(4)   Toepassingsperiode: met ingang van 6 februari 2013.

DEEL C

DEFINITIES VAN GROEPEN ADDITIEVEN

1.    Groep I



E-nummer

Naam

Specifiek maximum

E 170

Calciumcarbonaat

quantum satis

E 260

Azijnzuur

quantum satis

▼M20

E 261

Kaliumacetaten (4)

quantum satis

▼M2

E 262

Natriumacetaten

quantum satis

E 263

Calciumacetaat

quantum satis

E 270

Melkzuur

quantum satis

E 290

Koolstofdioxide

quantum satis

E 296

Appelzuur

quantum satis

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

E 301

Natriumascorbaat

quantum satis

E 302

Calciumascorbaat

quantum satis

E 304

Vetzuuresters van ascorbinezuur

quantum satis

E 306

Tocoferolrijk extract

quantum satis

E 307

Alfa-tocoferol

quantum satis

E 308

Gamma-tocoferol

quantum satis

E 309

Delta-tocoferol

quantum satis

E 322

Lecithinen

quantum satis

E 325

Natriumlactaat

quantum satis

E 326

Kaliumlactaat

quantum satis

E 327

Calciumlactaat

quantum satis

E 330

Citroenzuur

quantum satis

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

E 333

Calciumcitraten

quantum satis

E 334

Wijnsteenzuur (L(+)-)

quantum satis

E 335

Natriumtartraten

quantum satis

E 336

Kaliumtartraten

quantum satis

E 337

Kaliumnatriumtartraat

quantum satis

E 350

Natriummalaten

quantum satis

E 351

Kaliummalaat

quantum satis

E 352

Calciummalaten

quantum satis

E 354

Calciumtartraat

quantum satis

E 380

Triammoniumcitraat

quantum satis

E 400

Alginezuur

quantum satis (1)

E 401

Natriumalginaat

quantum satis (1)

E 402

Kaliumalginaat

quantum satis (1)

E 403

Ammoniumalginaat

quantum satis (1)

E 404

Calciumalginaat

quantum satis (1)

E 406

Agaragar

quantum satis (1)

E 407

Carrageen

quantum satis (1)

E 407a

Verwerkt Eucheuma-wier

quantum satis (1)

E 410

Johannesbroodpitmeel

quantum satis (1) (2)

E 412

Guarpitmeel

quantum satis (1) (2)

E 413

Tragant

quantum satis (1)

E 414

Arabische gom

quantum satis (1)

E 415

Xanthaangom

quantum satis (1) (2)

E 417

Taragom

quantum satis (1) (2)

E 418

Gellangom

quantum satis (1)

E 422

Glycerol

quantum satis

E 425

Konjac

i)  Konjacgom

ii)  Konjacglucomannaan

10 g/kg, afzonderlijk of in combinatie (1) (3)

E 440

Pectinen

quantum satis (1)

E 460

Cellulose

quantum satis

E 461

Methylcellulose

quantum satis

E 462

Ethylcellulose

quantum satis

E 463

Hydroxypropylcellulose

quantum satis

E 464

Hydroxypropylmethylcellulose

quantum satis

E 465

Ethylmethylcellulose

quantum satis

▼M35

E 466

Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom

quantum satis

▼M2

E 469

Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose

quantum satis

E 470a

Natrium-, kalium- en calciumzouten van vetzuren

quantum satis

E 470b

Magnesiumzouten van vetzuren

quantum satis

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

quantum satis

E 472a

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met azijnzuur

quantum satis

E 472b

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met melkzuur

quantum satis

E 472c

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur

quantum satis

E 472d

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met wijnsteenzuur

quantum satis

E 472e

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met monoacetyl- en diacetylwijnsteenzuur

quantum satis

E 472f

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met een mengsel van azijnzuur en wijnsteenzuur

quantum satis

E 500

Natriumcarbonaten

quantum satis

E 501

Kaliumcarbonaten

quantum satis

E 503

Ammoniumcarbonaten

quantum satis

E 504

Magnesiumcarbonaten

quantum satis

E 507

Zoutzuur

quantum satis

E 508

Kaliumchloride

quantum satis

E 509

Calciumchloride

quantum satis

E 511

Magnesiumchloride

quantum satis

E 513

Zwavelzuur

quantum satis

E 514

Natriumsulfaten

quantum satis

E 515

Kaliumsulfaten

quantum satis

E 516

Calciumsulfaat

quantum satis

E 524

Natriumhydroxide

quantum satis

E 525

Kaliumhydroxide

quantum satis

E 526

Calciumhydroxide

quantum satis

E 527

Ammoniumhydroxide

quantum satis

E 528

Magnesiumhydroxide

quantum satis

E 529

Calciumoxide

quantum satis

E 530

Magnesiumoxide

quantum satis

E 570

Vetzuren

quantum satis

E 574

Gluconzuur

quantum satis

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

E 576

Natriumgluconaat

quantum satis

E 577

Kaliumgluconaat

quantum satis

E 578

Calciumgluconaat

quantum satis

E 640

Glycine en natriumglycinaat

quantum satis

E 920

L-Cysteïne

quantum satis

E 938

Argon

quantum satis

E 939

Helium

quantum satis

E 941

Stikstof

quantum satis

E 942

Distikstofoxide

quantum satis

E 948

Zuurstof

quantum satis

E 949

Waterstof

quantum satis

E 1103

Invertase

quantum satis

E 1200

Polydextrose

quantum satis

E 1404

Geoxideerd zetmeel

quantum satis

E 1410

Monozetmeelfosfaat

quantum satis

E 1412

Dizetmeelfosfaat

quantum satis

E 1413

Gefosfateerd dizetmeelfosfaat

quantum satis

E 1414

Geacetyleerd dizetmeelfosfaat

quantum satis

E 1420

Geacetyleerd zetmeel

quantum satis

E 1422

Geacetyleerd dizetmeeladipaat

quantum satis

E 1440

Hydroxypropylzetmeel

quantum satis

E 1442

Hydroxypropyldizetmeelfosfaat

quantum satis

E 1450

Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat

quantum satis

E 1451

Geacetyleerd geoxideerd zetmeel

quantum satis

E 620

Glutaminezuur

10 g/kg, afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als glutaminezuur

E 621

Mononatriumglutamaat

E 622

Monokaliumglutamaat

E 623

Calciumdiglutamaat

E 624

Monoammoniumglutamaat

E 625

Magnesiumdiglutamaat

E 626

Guanylzuur

500 mg/kg, afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als guanylzuur

E 627

Natriumguanylaat

E 628

Kaliumguanylaat

E 629

Calciumguanylaat

E 630

Inosinezuur

E 631

Dinatriuminosinaat

E 632

Dikaliuminosinaat

E 633

Calciuminosinaat

E 634

Calcium-5'-ribonucleotiden

E 635

Dinatrium-5'-ribonucleotiden

E 420

Sorbitolen

quantum satis (indien niet als zoetstof gebruikt)

E 421

Mannitol

E 953

Isomalt

E 965

Maltitolen

E 966

Lactitol

E 967

Xylitol

E 968

Erytritol

(1)   Mag niet worden gebruikt in geleiproducten in minicups.

(2)   Mag niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen die bedoeld zijn voor rehydratering bij inname.

(3)   Mag niet worden gebruikt in geleiproducten.

(4)   Toepassingsperiode: met ingang van 6 februari 2013.

2.    Groep II: in quantum satis — hoeveelheid toegestane levensmiddelenkleurstoffen



E-nummer

Naam

E 101

Riboflavinen

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

E 150a

Karamel

E 150b

Alkali-sulfietkaramel

E 150c

Ammoniakkaramel

E 150d

Sulfiet-ammoniakkaramel

E 153

Plantaardige koolstof

E 160a

Carotenen

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

E 162

Bietenrood, betanine

E 163

Anthocyanen

E 170

Calciumcarbonaat

E 171

Titaandioxide

E 172

IJzeroxiden en -hydroxiden

3.    Groep III: levensmiddelenkleurstoffen met een gecombineerd maximum



E-nummer

Naam

E 100

Curcumine

E 102

Tartrazine

▼M6 —————

▼M2

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

E 122

Azorubine, karmozijn

▼M6 —————

▼M2

E 129

Allurarood AC

E 131

Patentblauw V

E 132

Indigotine, indigokarmijn

E 133

Briljantblauw FCF

E 142

Groen S

▼M35

E 151

Briljantzwart PN

▼M2

E 155

Bruin HT

E 160e

Bèta-apo-8'-carotenal (C30)

E 161b

Luteïne

4.    Groep IV: polyolen



E-nummer

Naam

E 420

Sorbitolen

E 421

Mannitol

E 953

Isomalt

E 965

Maltitolen

E 966

Lactitol

E 967

Xylitol

E 968

Erytritol

5.    Andere additieven die in combinatie mogen worden gereglementeerd



a)  E 200 – E 203: Sorbinezuur — Sorbaten (Sa)

E-nummer

Naam

E 200

Sorbinezuur

E 202

Kaliumsorbaat

E 203

Calciumsorbaat



b)  E 210 – E 213: Benzoëzuur — Benzoaten (Ba)

E-nummer

Naam

E 210

Benzoëzuur

E 211

Natriumbenzoaat

E 212

Kaliumbenzoaat

E 213

Calciumbenzoaat



c)  E 200 – E 213: Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten (Sa + Ba)

E-nummer

Naam

E 200

Sorbinezuur

E 202

Kaliumsorbaat

E 203

Calciumsorbaat

E 210

Benzoëzuur

E 211

Natriumbenzoaat

E 212

Kaliumbenzoaat

E 213

Calciumbenzoaat



d)  E 200 – E 219: Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten; p-hydroxybenzoaten (Sa + Ba + PHB)

E-nummer

Naam

E 200

Sorbinezuur

E 202

Kaliumsorbaat

E 203

Calciumsorbaat

E 210

Benzoëzuur

E 211

Natriumbenzoaat

E 212

Kaliumbenzoaat

E 213

Calciumbenzoaat

E 214

Ethyl-p-hydroxybenzoaat

E 215

Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout

E 218

Methyl-p-hydroxybenzoaat

E 219

Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout



e)  E 200 – E 203, E 214 – E 219: Sorbinezuur — Sorbaten; p-hydroxybenzoaten (Sa + PHB)

E-nummer

Naam

E 200

Sorbinezuur

E 202

Kaliumsorbaat

E 203

Calciumsorbaat

E 214

Ethyl-p-hydroxybenzoaat

E 215

Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout

E 218

Methyl-p-hydroxybenzoaat

E 219

Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout



f)  E 214 – E 219: p-Hydroxybenzoaten (PHB)

E-nummer

Naam

E 214

Ethyl-p-hydroxybenzoaat

E 215

Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout

E 218

Methyl-p-hydroxybenzoaat

E 219

Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout



g)  E 220 – E 228: Zwaveldioxide — Sulfieten

E-nummer

Naam

E 220

Zwaveldioxide

E 221

Natriumsulfiet

E 222

Natriumwaterstofsulfiet

E 223

Natriumdisulfiet

E 224

Kaliumdisulfiet

E 226

Calciumsulfiet

E 227

Calciumwaterstofsulfiet

E 228

Kaliumwaterstofsulfiet



h)  E 249 – E 250: Nitrieten

E-nummer

Naam

E 249

Kaliumnitriet

E 250

Natriumnitriet



i)  E 251 – E 252: Nitraten

E-nummer

Naam

E 251

Natriumnitraat

E 252

Kaliumnitraat



j)  E 280 – E 283: Propionzuur – Propionaten

E-nummer

Naam

E 280

Propionzuur

E 281

Natriumpropionaat

E 282

Calciumpropionaat

E 283

Kaliumpropionaat



k)  E 310 – E 320: Gallaten, TBHQ en BHA

E-nummer

Naam

E 310

Propylgallaat

E 311

Octylgallaat

E 312

Dodecylgallaat

E 319

tert-Butylhydrochinon (TBHQ)

E 320

Butylhydroxyanisool (BHA)



l)  E 338-341, E 343 en E 450-452: Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

E-nummer

Naam

E 338

Fosforzuur

E 339

Natriumfosfaten

E 340

Kaliumfosfaten

E 341

Calciumfosfaten

E 343

Magnesiumfosfaten

E 450

Difosfaten (1)

E 451

Trifosfaten

E 452

Polyfosfaten

(1)   met uitzondering van E 450 (ix).



m)  E 355 – E 357: Adipinezuur — Adipaten

E-nummer

Naam

E 355

Adipinezuur

E 356

Natriumadipaat

E 357

Kaliumadipaat



n)  E 432 – E 436: Polysorbaten

E-nummer

Naam

E 432

Polyoxyethyleensorbitaanmonolauraat (polysorbaat 20)

E 433

Polyoxyethyleensorbitaanmonoöleaat (polysorbaat 80)

E 434

Polyoxyethyleensorbitaanmonopalmitaat (polysorbaat 40)

E 435

Polyoxyethyleensorbitaanmonostearaat (polysorbaat 60)

E 436

Polyoxyethyleensorbitaantristearaat (polysorbaat 65)



o)  E 473 – E 474: Sucrose-esters van vetzuren, sucroglyceriden

E-nummer

Naam

E 473

Sucrose-esters van vetzuren

E 474

Sucroglyceriden



p)  E 481 – E 482: Stearoyl-2-lactylaten

E-nummer

Naam

E 481

Natriumstearoyl-2-lactylaat

E 482

Calciumstearoyl-2-lactylaat



q)  E 491 – E 495: Sorbitaanesters

E-nummer

Naam

E 491

Sorbitaanmonostearaat

E 492

Sorbitaantristearaat

E 493

Sorbitaanmonolauraat

E 494

Sorbitaanmonoöleaat

E 495

Sorbitaanmonopalmitaat



r)  E 520 – E 523: Aluminiumsulfaten

E-nummer

Naam

E 520

Aluminiumsulfaat

E 521

Aluminiumnatriumsulfaat

E 522

Aluminiumkaliumsulfaat

E 523

Aluminiumammoniumsulfaat

▼M7

s.1) E 551 – 559: Siliciumdioxide — Silicaten ( 33 )



E-nummer

Naam

E 551

Siliciumdioxide

E 552

Calciumsilicaat

E 553a

Magnesiumsilicaat

E 553b

Talk

E 554

Natriumaluminiumsilicaat

E 555

Kaliumaluminiumsilicaat

E 556

Calciumaluminiumsilicaat

E 559

Aluminiumsilicaat (kaolien)

s.2) E 551 – 553: Siliciumdioxide — Silicaten ( 34 )



E-nummer

Naam

E 551

Siliciumdioxide

E 552

Calciumsilicaat

E 553a

Magnesiumsilicaat

E 553b

Talk

▼M2



t)  E 620 – E 625: Glutaminezuur — Glutamaten

E-nummer

Naam

E 620

Glutaminezuur

E 621

Mononatriumglutamaat

E 622

Monokaliumglutamaat

E 623

Calciumdiglutamaat

E 624

Monoammoniumglutamaat

E 625

Magnesiumdiglutamaat



u)  E 626 – E 635: Ribonucleotiden

E-nummer

Naam

E 626

Guanylzuur

E 627

Natriumguanylaat

E 628

Kaliumguanylaat

E 629

Calciumguanylaat

E 630

Inosinezuur

E 631

Dinatriuminosinaat

E 632

Dikaliuminosinaat

E 633

Calciuminosinaat

E 634

Calcium-5'-ribonucleotiden

E 635

Dinatrium-5'-ribonucleotiden

DEEL D

LEVENSMIDDELENCATEGORIEËN



Nummer

Naam

0.

Alle categorieën levensmiddelen

01.

Zuivelproducten en zuivelanalogen

01.1

Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk

01.2

Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van niet-gearomatiseerde natuurlijke karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk), die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan

01.3

Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie een warmtebehandeling hebben ondergaan

01.4

Gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan

01.5

Gedehydrateerde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG

01.6

Room en roompoeder

01.6.1

Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met verlaagd vetgehalte)

01.6.2

Niet-gearomatiseerde, met levende fermenten gefermenteerde roomproducten en vervangingsproducten, met een vetgehalte van minder dan 20 %

01.6.3

Andere room

01.7

Kaas en kaasproducten

01.7.1

Ongerijpte kaas, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen

01.7.2

Gerijpte kaas

01.7.3

Eetbare kaaskorsten

01.7.4

Weikaas

01.7.5

Smeltkaas

01.7.6

Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen)

01.8

Zuivelanalogen, inclusief koffiewitmakers

02.

Oliën, vetten en emulsies van oliën en vetten

02.1

Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet)

02.2

Emulsies van oliën en vetten, voornamelijk van het type water in olie

02.2.1

Boter en boterconcentraat, butteroil en watervrij melkvet

02.2.2

Andere emulsies van oliën en vetten, inclusief smeerbare producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en vloeibare emulsies

02.3

Bakspray op basis van plantaardige olie

03.

Consumptie-ijs

04.

Groenten en fruit

04.1

Onverwerkte groenten en fruit

04.1.1

Verse groenten en fruit, heel

04.1.2

Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt

04.1.3

Bevroren groenten en fruit

04.2

Verwerkte groenten en fruit

04.2.1

Gedroogde groenten en fruit

04.2.2

Groenten en fruit in azijn, olie of pekel

04.2.3

Groente- en fruitconserven in blik of in glas

04.2.4

Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van producten die onder 5.4 vallen

04.2.4.1

Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van compote

04.2.4.2

Compote, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen

04.2.5

Jam of confituur, gelei en marmelade en soortgelijke producten

04.2.5.1

Extra jam of extra confituur en extra gelei, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG

04.2.5.2

Jam of confituur, gelei en marmelade alsmede kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG

04.2.5.3

Andere soortgelijke smeerbare groente- en fruitproducten

04.2.5.4

Notenboter en notenpasta

04.2.6

Verwerkte aardappelproducten

05.

Snoepgoed

05.1

Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG

05.2

Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem

05.3

Kauwgom

05.4

Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallen vullingen op basis van fruit

06.

Granen en graanproducten

06.1

Granen, heel, gebroken of in vlokken

06.2

Meel, andere gemalen producten en zetmeel

06.2.1

Meel, bloem

06.2.2

Zetmeel

06.3

Ontbijtgranen

06.4

Deegwaren

06.4.1

Verse deegwaren

06.4.2

Droge deegwaren

06.4.3

Voorgekookte deegwaren, vers

06.4.4

Gnocchi van aardappelen

06.4.5

Vullingen voor gevulde deegwaren (ravioli en soortgelijke producten)

06.5

Noedels

06.6

Beslag

06.7

Voorgekookte of verwerkte granen

07.

Bakkerijproducten

07.1

Brood en broodjes

07.1.1

Brood, uitsluitend bereid van de volgende ingrediënten: tarwebloem, water, gist of bakpoeder, zout

07.1.2

Pain courant français; friss búzakenyér, fehér és félbarna kenyerek

07.2

Banketbakkerswaren

▼M42

08.

Vlees

08.1

Vers vlees, met uitzondering van vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004

08.2

Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004

08.3

Vleesproducten

08.3.1

Niet-warmtebehandelde vleesproducten

08.3.2

Warmtebehandelde vleesproducten

08.3.3

Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees

08.3.4

Traditioneel vervaardigde gezouten vleesproducten waarvoor specifieke bepalingen inzake nitrieten en nitraten gelden

08.3.4.1

Traditionele in een pekelbad gezouten producten (vleesproducten die in een pekeloplossing van nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen worden gedompeld)

08.3.4.2

Traditioneel vervaardigde drooggezouten producten (bij droogzouten wordt de buitenkant van het vlees droog ingewreven met een pekelmengsel dat nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen bevat, gevolgd door stabilisatie/rijping)

08.3.4.3

Overige traditioneel vervaardigde gezouten producten (combinatie van zouten in een pekelbad en droogzouten, of waarbij nitrieten en/of nitraten bestanddeel zijn van een samengesteld product of waarbij de pekeloplossing in het product wordt ingespoten voordat het wordt gekookt)

▼M2

09.

Vis en visserijproducten

09.1

Onverwerkte vis en visserijproducten

09.1.1

Onverwerkte vis

09.1.2

Onverwerkte schaal- en weekdieren

09.2

Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren

09.3

Viskuit

10.

Eieren en eiproducten

10.1

Onverwerkte eieren

10.2

Verwerkte eieren en eiproducten

11.

Suikers, stroop, honing en tafelzoetstoffen

11.1

Suikers en stroop als bedoeld in Richtlijn 2001/111/EG

11.2

Andere suikers en stroop

11.3

Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG

11.4

Tafelzoetstoffen

11.4.1

Tafelzoetstoffen in vloeibare vorm

11.4.2

Tafelzoetstoffen in poedervorm

11.4.3

Tafelzoetstoffen in tabletvorm

12.

Zouten, specerijen, soepen, sauzen, salades en eiwitproducten

12.1

Zout en zoutvervangers

12.1.1

Zout

12.1.2

Zoutvervangers

12.2

Kruiden, specerijen en kruiderijen

12.2.1

Kruiden en specerijen

12.2.2

Kruiderijen en kruidenmixen

12.3

Azijn

12.4

Mosterd

12.5

Soepen en bouillons

12.6

Sauzen

12.7

Salades en hartige broodsmeersels

12.8

Gist en gistproducten

12.9

Eiwitproducten, met uitzondering van producten die onder categorie 1.8 vallen

13.

Voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen als omschreven in Richtlijn 2009/39/EG

13.1

Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

13.1.1

Volledige zuigelingenvoeding als omschreven in Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie (1)

13.1.2

Opvolgzuigelingenvoeding als omschreven in Richtlijn 2006/141/EG

13.1.3

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters als omschreven in Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie (2)

13.1.4

Andere levensmiddelen voor peuters

13.1.5

Dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG van de Commissie (3) en speciaal samengesteld voedsel voor zuigelingen

13.1.5.1

Dieetvoeding voor zuigelingen voor medisch gebruik en speciaal samengesteld voedsel voor zuigelingen

13.1.5.2

Dieetvoeding voor baby's en peuters voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG

13.2

Dieetvoeding voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG (met uitzondering van producten die onder categorie 13.1.5 vallen)

13.3

Dieetvoeding voor gewichtsbeperking ter vervanging van de totale dagelijkse voedselinname of van een maaltijd (gehele of gedeeltelijke vervanging van de volledige dagelijkse voeding)

13.4

Levensmiddelen voor personen met een glutenintolerantie als omschreven in Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie (4)

14.

Dranken

14.1

Niet-alcoholhoudende dranken

14.1.1

Water, inclusief natuurlijk mineraalwater als omschreven in Richtlijn 2009/54/EG, alsmede bronwater en ander water in flessen of andere verpakkingen

14.1.2

Vruchtensappen als omschreven in Richtlijn 2001/112/EG en groentesappen

14.1.3

Vruchtennectars als omschreven in Richtlijn 2001/112/EG, groentedranken en soortgelijke producten

14.1.4

Gearomatiseerde dranken

14.1.5

Koffie, thee, vruchten- en kruidenthee, cichorei; extracten van thee, vruchten- en kruidenthee en cichorei; thee-, planten-, vruchten- en graanbereidingen voor infusies, alsmede mengsels en instantmengsels van deze producten

14.1.5.1

Koffie, koffie-extract

14.1.5.2

Overige

14.2

Alcoholhoudende dranken, inclusief hun alcoholvrije en alcoholarme pendanten

14.2.1

Bier en moutdranken

14.2.2

Wijn en andere producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en alcoholarme pendanten

14.2.3

Cider en perencider

14.2.4

Vruchtenwijn en „made wine”

14.2.5

Mede

14.2.6

Gedistilleerde dranken als omschreven in Verordening (EG) nr. 110/2008

14.2.7

Gearomatiseerde wijnproducten als omschreven in Verordening (EEG) nr. 1601/91

14.2.7.1

Gearomatiseerde wijnen

14.2.7.2

Gearomatiseerde dranken op basis van wijn

14.2.7.3

Gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten

14.2.8

Andere alcoholhoudende dranken, inclusief mengsels van alcoholhoudende dranken met niet-alcoholhoudende dranken, en gedistilleerde dranken met een alcoholgehalte van minder dan 15 %

15.

Kant-en-klare hapjes en snacks

15.1

Snacks op basis van aardappelen, granen, meel of zetmeel

15.2

Verwerkte noten

16.

Desserts, met uitzondering van producten die onder de categorieën 1, 3 en 4 vallen

17.

Voedingssupplementen als omschreven in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), met uitzondering van voedingssupplementen voor zuigelingen en peuters

17.1

Voedingssupplementen in vaste vorm, waaronder capsules, tabletten en soortgelijke vormen, met uitzondering van kauwtabletten

17.2

Voedingssupplementen in vloeibare vorm

17.3

Voedingssupplementen in de vorm van siroop of kauwtabletten

18.

Niet onder de categorieën 1 tot en met 17 vallende verwerkte levensmiddelen, met uitzondering van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

(1)   PB L 401 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)   PB L 339 van 6.12.2006, blz. 16.

(3)   PB L 91 van 7.4.1999, blz. 29.

(4)   PB L 16 van 21.1.2009, blz. 3.

(5)   PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51.

DEEL E

TOEGESTANE LEVENSMIDDELENADDITIEVEN EN VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK IN LEVENSMIDDELENCATEGORIEËN



Categorienummer

E-nummer

Naam

Maximum (mg/kg of mg/l)

Voetnoten

Beperkingen/uitzonderingen

0.

In alle levensmiddelencategorieën toegestane levensmiddelenadditieven

E 290

Koolstofdioxide

quantum satis

 
 

E 938

Argon

quantum satis

 
 

E 939

Helium

quantum satis

 
 

E 941

Stikstof

quantum satis

 
 

E 942

Distikstofoxide

quantum satis

 
 

E 948

Zuurstof

quantum satis

 
 

E 949

Waterstof

quantum satis

 
 

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

10 000

(1) (4) (57)

alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1) (57)

alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1) (57)

alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

E 459

Bèta-cyclodextrine

quantum satis

 

alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

quantum satis

(1)

alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

quantum satis

(1)

alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(57):  Het maximum geldt tenzij in de punten 01 tot en met 18 van deze bijlage een ander maximumgehalte voor afzonderlijke levensmiddelen of levensmiddelencategorieën is vastgesteld.

01

Zuivelproducten en zuivelanalogen

01.1

Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk

E 331

Natriumcitraten

4 000

 

alleen UHT-geitenmelk

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

1 000

(1) (4)

alleen gesteriliseerde melk en UHT-melk

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

01.2

Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van niet-gearomatiseerde natuurlijke karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk), die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan

01.3

Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie een warmtebehandeling hebben ondergaan

Groep I

Additieven

 
 
 

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen gestremde melk

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

01.4

Gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan

Groep I

Additieven

 
 
 

▼M7

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

(74)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

150

 

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

150

(74)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

▼M2

Groep IV

Polyolen

quantum satis

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M6

E 104

Chinolinegeel

10

(61)

 

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

5

(61)

 

E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

5

(61)

 

▼M2

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

10

 
 

E 160d

Lycopeen

30

 
 

E 200 – E 213

Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten

300

(1) (2)

alleen desserts op basis van zuivelproducten die geen warmtebehandeling hebben ondergaan

E 297

Fumaarzuur

4 000

 

alleen desserts met vruchtensmaak

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

3 000

(1) (4)

 

E 355 – E 357

Adipinezuur — Adipaten

1 000

 

alleen desserts met vruchtensmaak

E 363

Barnsteenzuur

6 000

 
 

E 416

Karayagom

6 000

 
 

E 427

Cassiagom

2 500

 
 

E 432 – E 436

Polysorbaten

1 000

 
 

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

5 000

 
 

E 475

Polyglycerolesters van vetzuren

2 000

 
 

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

5 000

 
 

E 481 – E 482

Stearoyl-2-lactylaten

5 000

 
 

E 483

Stearyltartraat

5 000

 
 

E 491 – E 495

Sorbitaanesters

5 000

 
 

E 950

Acesulfaam-K

350

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 951

Aspartaam

1 000

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 952

Cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat

250

(51)

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 954

Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat

100

(52)

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 955

Sucralose

400

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 957

Thaumatine

5

 

alleen als smaakversterker

E 959

Neohesperidine-DC

50

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M5

E 960

Steviolglycosiden

100

(60)

alleen producten met gereduceerde energiewaarde of zonder toegevoegde suikers

▼M2

E 962

Aspartaam-acesulfaamzout

350

(11)a (49) (50)

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 961

Neotaam

32

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M39

E 969

Advantaam

10

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(11):  De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten.

(49):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950).

(50):  De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951.

(51):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(52):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide.

▼M5

(60):  Uitgedrukt als steviolequivalenten.

▼M6

(61):  De totale hoeveelheid van E 104, E 110, E 124 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden.

▼M7

(74):  Maximum voor aluminium uit alle aluminiumlakken: 15 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.

▼M2

01.5

Gedehydrateerde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

behalve niet-gearomatiseerde producten

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 
 

E 301

Natriumascorbaat

quantum satis

 
 

E 304

Vetzuuresters van ascorbinezuur

quantum satis

 
 

E 310 – E 320

Gallaten, TBHQ en BHA

200

(1)

alleen melkpoeder voor automaten

E 322

Lecithinen

quantum satis

 
 

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

 
 

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

 
 

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

1 000

(1) (4)

alleen gedeeltelijk gedehydrateerde melk met minder dan 28 % vaste stof

E 338-452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

1 500

(1) (4)

alleen gedeeltelijk gedehydrateerde melk met meer dan 28 % vaste stof

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

2 500

(1) (4)

alleen melkpoeder en mageremelkpoeder

E 392

Extracten van rozemarijn

200

(41) (46)

alleen melkpoeder voor automaten

E 392

Extracten van rozemarijn

30

(46)

alleen melkpoeder voor de bereiding van consumptie-ijs

E 407

Carrageen

quantum satis

 
 

E 500 (ii)

Natriumwaterstofcarbonaat

quantum satis

 
 

E 501 (ii)

Kaliumwaterstofcarbonaat

quantum satis

 
 

E 509

Calciumchloride

quantum satis

 
 

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(41):  Uitgedrukt op basis van het vetgehalte.

(46):  Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur.

01.6

Room en roompoeder

01.6.1

Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met verlaagd vetgehalte)

E 401

Natriumalginaat

quantum satis

 
 

E 402

Kaliumalginaat

quantum satis

 
 

E 407

Carrageen

quantum satis

 
 

▼M35

E 466

Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom

quantum satis

 
 

▼M2

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

quantum satis

 
 

01.6.2

Niet-gearomatiseerde, met levende fermenten gefermenteerde roomproducten en vervangingsproducten, met een vetgehalte van minder dan 20 %

E 406

Agaragar

quantum satis

 
 

E 407

Carrageen

quantum satis

 
 

E 410

Johannesbroodpitmeel

quantum satis

 
 

E 412

Guarpitmeel

quantum satis

 
 

E 415

Xanthaangom

quantum satis

 
 

E 440

Pectinen

quantum satis

 
 

E 460

Cellulose

quantum satis

 
 

▼M35

E 466

Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom

quantum satis

 
 

▼M2

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

quantum satis

 
 

E 1404

Geoxideerd zetmeel

quantum satis

 
 

E 1410

Monozetmeelfosfaat

quantum satis

 
 

E 1412

Dizetmeelfosfaat

quantum satis

 
 

E 1413

Gefosfateerd dizetmeelfosfaat

quantum satis

 
 

E 1414

Geacetyleerd dizetmeelfosfaat

quantum satis

 
 

E 1420

Geacetyleerd zetmeel

quantum satis

 
 

E 1422

Geacetyleerd dizetmeeladipaat

quantum satis

 
 

E 1440

Hydroxypropylzetmeel

quantum satis

 
 

E 1442

Hydroxypropyldizetmeelfosfaat

quantum satis

 
 

E 1450

Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat

quantum satis

 
 

E 1451

Geacetyleerd geoxideerd zetmeel

quantum satis

 
 

01.6.3

Andere room

Groep I

Additieven

 
 
 

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

alleen gearomatiseerde room

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

150

 

alleen gearomatiseerde room

▼M6

E 104

Chinolinegeel

10

(61)

alleen gearomatiseerde room

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

5

(61)

alleen gearomatiseerde room

E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

5

(61)

alleen gearomatiseerde room

▼M2

E 234

Nisine

10

 

alleen clotted cream

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

5 000

(1) (4)

alleen gesteriliseerde room, gepasteuriseerde room, UHT-room en geslagen room

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

5 000

(1)

alleen gesteriliseerde room en gesteriliseerde room met verlaagd vetgehalte

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

▼M6

(61):  De totale hoeveelheid van E 104, E 110, E 124 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden

▼M2

01.7

Kaas en kaasproducten

01.7.1

Ongerijpte kaas, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen

▼M23

Groep I

Additieven

 
 

behalve mozzarella

▼M2

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

alleen gearomatiseerde ongerijpte kaas

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

150

 

alleen gearomatiseerde ongerijpte kaas

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

 

E 234

Nisine

10

 

alleen mascarpone

E 260

Azijnzuur

quantum satis

 

alleen mozzarella

E 270

Melkzuur

quantum satis

 

alleen mozzarella

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 

alleen mozzarella

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

2 000

(1) (4)

behalve mozzarella

E 460 (ii)

Cellulose in poedervorm

quantum satis

 

alleen geraspte en gesneden mozzarella

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

 

alleen mozzarella

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

01.7.2

Gerijpte kaas

E 1105

Lysozym

quantum satis

 
 

▼M49

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

125

(83)

alleen rode gemarmerde kaas en kaas met rode pesto

▼M2

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

quantum satis

 

alleen Sage Derby-kaas

▼M49

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

quantum satis

 

alleen Sage Derby-kaas, kaas met groene en rode pesto, wasabikaas en groene gemarmerde kruidkaas

▼M2

E 153

Plantaardige koolstof

quantum satis

 

alleen Morbier-kaas

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas

▼M49

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

15

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas

▼M2

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

50

 

alleen Red Leicester-kaas

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

35

 

alleen Mimolette-kaas

▼M49

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas

▼M2

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen rode gemarmerde kaas

E 170

Calciumcarbonaat

quantum satis

 
 

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen voorverpakte, in plakken of stukken gesneden kaas, gelaagde kaas en kaas met toegevoegde levensmiddelen

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten

E 234

Nisine

12,5

(29)

 

E 235

Natamycine

1

(8)

alleen oppervlaktebehandeling van harde, halfharde en halfzachte kaas

E 239

Hexamethyleentetramine

25 mg/kg restgehalte, uitgedrukt als formaldehyd

 

alleen Provolone-kaas

E 251 – E 252

Nitraten

150

(30)

alleen harde, halfharde en halfzachte kaas

E 280 – E 283

Propionzuur — Propionaten

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling

E 460

Cellulose in poedervorm

quantum satis

 

alleen gerijpte kaas, gesneden of geraspt

E 500 (ii)

Natriumwaterstofcarbonaat

quantum satis

 

alleen zuremelkse kaas

E 504

Magnesiumcarbonaten

quantum satis

 
 

E 509

Calciumchloride

quantum satis

 
 

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

alleen harde en halfharde kaas, gesneden of geraspt

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

alleen harde en halfharde kaas, gesneden of geraspt

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

 
 

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(8)  mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm).

(29):  Deze stof kan van nature in bepaalde kaassoorten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen.

(30):  In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water.

▼M44

(83):  Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn: 3,2 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.

▼M2

01.7.3

Eetbare kaaskorsten

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 
 

▼M7

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

quantum satis

 

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

quantum satis

(67)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

▼M6

E 104

Chinolinegeel

10

(62)

 

▼M2

E 160d

Lycopeen

30

 
 

▼M7

E 180

Litholrubine BK

quantum satis

 

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

E 180

Litholrubine BK

quantum satis

(67)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

▼M2

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

20

 
 

▼M6

(62):  De totale hoeveelheid van E 104 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden

▼M7

(67):  Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn, en E 180 Litholrubine BK: 10 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.

▼M2

01.7.4

Weikaas

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 
 

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen voorverpakte gesneden kaas, gelaagde kaas en kaas met toegevoegde levensmiddelen

E 251 – E 252

Nitraten

150

(30)

alleen kaasmelk van harde, halfharde en halfzachte kaas

E 260

Azijnzuur

quantum satis

 
 

E 270

Melkzuur

quantum satis

 
 

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 
 

E 460 (ii)

Cellulose in poedervorm

quantum satis

 

alleen geraspte en gesneden kaas

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

 
 

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(30):  In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water.

01.7.5

Smeltkaas

Groep I

Additieven

 
 
 

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

alleen gearomatiseerde smeltkaas

E 100

Curcumine

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

E 102

Tartrazine

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

▼M6 —————

▼M7

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

100

(33) (66)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

▼M2

E 122

Azorubine, karmozijn

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

▼M6 —————

▼M2

E 160e

Bèta-apo-8'-carotenal (C30)

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

E 161b

Luteïne

100

(33)

alleen gearomatiseerde smeltkaas

E 160d

Lycopeen

5

 

alleen gearomatiseerde smeltkaas

E 160a

Carotenen

quantum satis

 
 

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 
 

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

15

 
 

E 200 – E 203

Sorbinezuur – sorbaten

2 000

(1) (2)

 

E 234

Nisine

12,5

(29)

 

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

20 000

(1) (4)

 

E 427

Cassiagom

2 500

 
 

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(29):  Deze stof kan van nature in bepaalde kaassoorten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen.

▼M6

(33):  Maximumgehalte voor E 100, E 102, E 120, E 122, E 160e en E 161b, afzonderlijk of in combinatie.

▼M7

(66):  Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.

▼M2

01.7.6

Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen)

Groep I

Additieven

 
 
 

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

alleen gearomatiseerde ongerijpte producten

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

100

 

alleen gearomatiseerde ongerijpte producten

E 1105

Lysozym

quantum satis

 

alleen gerijpte producten

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

125

 

alleen rode gemarmerde producten

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

15

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 

alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen rode gemarmerde producten

E 170

Calciumcarbonaat

quantum satis

 

alleen gerijpte producten

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen ongerijpte producten, voorverpakte gesneden gerijpte producten, gelaagde gerijpte producten en gerijpte producten met toegevoegde levensmiddelen

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten

E 234

Nisine

12,5

(29)

alleen gerijpte en verwerkte producten

E 235

Natamycine

1 mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm)

 

alleen oppervlaktebehandeling van harde, halfharde en halfzachte producten

E 251 – E 252

Nitraten

150

(30)

alleen harde, halfharde en halfzachte producten

E 280 – E 283

Propionzuur — Propionaten

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

2 000

(1) (4)

alleen ongerijpte producten

E 460

Cellulose in poedervorm

quantum satis

 

alleen gesneden of geraspte, gerijpte en ongerijpte producten

E 504

Magnesiumcarbonaten

quantum satis

 

alleen gerijpte producten

E 509

Calciumchloride

quantum satis

 

alleen gerijpte producten

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide, Calciumsilicaat, Magnesiumsilicaat, Talk

10 000

(1)

alleen gesneden of geraspte harde en halfharde producten

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

alleen gesneden of geraspte harde en halfharde producten

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

 

alleen gerijpte producten

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(29):  Deze stof kan van nature in bepaalde producten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen.

(30):  In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water.

01.8

Zuivelanalogen, inclusief koffiewitmakers

Groep I

Additieven

 
 
 

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 
 

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

quantum satis

(1) (2)

alleen kaasanalogen (alleen oppervlaktebehandeling)

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

2 000

(1) (2)

alleen kaasanalogen op basis van eiwit

E 251 – E 252

Nitraten

150

(30)

alleen kaasanalogen op basis van zuivelproducten

E 280 – E 283

Propionzuur — Propionaten

quantum satis

 

alleen kaasanalogen (alleen oppervlaktebehandeling)

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

5 000

(1) (4)

alleen analogen voor geslagen room

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

20 000

(1) (4)

alleen smeltkaasanalogen

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

30 000

(1) (4)

alleen koffiewitmakers

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

50 000

(1) (4)

alleen koffiewitmakers voor automaten

E 432 – E 436

Polysorbaten

5 000

(1)

alleen melk- en roomanalogen

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

5 000

(1)

alleen roomanalogen

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

20 000

(1)

alleen koffiewitmakers

E 475

Polyglycerolesters van vetzuren

5 000

 

alleen melk- en roomanalogen

E 475

Polyglycerolesters van vetzuren

500

 

alleen koffiewitmakers

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

1 000

 

alleen koffiewitmakers

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

5 000

 

alleen melk- en roomanalogen

E 481 – E 482

Stearoyl-2-lactylaten

3 000

(1)

alleen koffiewitmakers

E 491 – E 495

Sorbitaanesters

5 000

(1)

alleen melk- en roomanalogen, koffiewitmakers

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

alleen gesneden of geraspte kaasanalogen en smeltkaasanalogen, koffiewitmakers

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

10 000

(1)

alleen gesneden of geraspte kaasanalogen en smeltkaasanalogen, koffiewitmakers

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(30):  In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water.

02

Oliën, vetten en en emulsies van oliën en vetten

02.1

Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet)

E 100

Curcumine

quantum satis

 

alleen vetten

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen vetten

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

10

 

alleen vetten

E 270

Melkzuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus

E 304

Vetzuuresters van ascorbinezuur

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 306

Tocoferolrijk extract

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 307

Alfa-tocoferol

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 307

Alfa-tocoferol

200

 

alleen geraffineerde olijfolie, met inbegrip van olie van afvallen van olijven

E 308

Gamma-tocoferol

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 309

Delta-tocoferol

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 310 – E 320

Gallaten, TBHQ en BHA, afzonderlijk of in combinatie

200

(1) (41)

alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet (behalve olie van afvallen van olijven) en reuzel, visolie, runder-, pluimvee en schapenvet

E 321

Butylhydroxytolueen (BHT)

100

(41)

alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet (behalve olie van afvallen van olijven) en reuzel, visolie, runder-, pluimvee en schapenvet

E 322

Lecithinen

30 000

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 333

Calciumcitraten

quantum satis

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 392

Extracten van rozemarijn

30

(41) (46)

alleen plantaardige oliën (behalve olie van eerste persing en olijfolie) en vetten waarin het aandeel meervoudig onverzadigde vetzuren hoger is dan 15 % (m/m), voor gebruik in niet-warmtebehandelde levensmiddelen

E 392

Extracten van rozemarijn

50

(41) (46)

alleen visolie en algenolie, reuzel, runder-, pluimvee-, schapen- en varkensvet, vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet, behalve olie van afvallen van olijven

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

10 000

 

behalve olie van eerste persing en olijfolie

E 472c

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus

E 900

Dimethylpolysiloxaan

10

 

alleen bakolie en -vet

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(41):  Uitgedrukt op basis van het vetgehalte.

(46):  Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur.

02.2

Emulsies van oliën en vetten, voornamelijk van het type water in olie

02.2.1

Boter en boterconcentraat, butteroil en watervrij melkvet

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

behalve boter van schapen- en geitenmelk

E 500

Natriumcarbonaten

quantum satis

 

alleen zureroomboter

E 338 – E -452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

2 000

(1) (4)

alleen zureroomboter

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

02.2.2

Andere emulsies van oliën en vetten, inclusief smeerbare producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en vloeibare emulsies

Groep I

Additieven

 
 
 

E 100

Curcumine

quantum satis

 

behalve boter met verlaagd vetgehalte

E 160a

Carotenen

quantum satis

 
 

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

10

 

behalve boter met verlaagd vetgehalte

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen vetemulsies (behalve boter) met een vetgehalte van 60 % of meer

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

2 000

(1) (2)

alleen vetemulsies met een vetgehalte van minder dan 60 %

E 310 – E 320

Gallaten, TBHQ en BHA, afzonderlijk of in combinatie

200

(1) (2)

alleen bakvet

E 321

Butylhydroxytolueen (BHT)

100

 

alleen bakvet

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

5 000

(1) (4)

alleen smeerbare vetproducten

E 385

Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA)

100

 

alleen smeerbare vetproducten zoals gedefinieerd in artikel 115 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en bijlage XV daarbij, met een vetgehalte van maximaal 41 %

E 405

Propyleenglycolalginaat

3 000

 
 

E 432 – E 436

Polysorbaten

10 000

(1)

alleen vetemulsies voor bakwerk

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

10 000

(1)

alleen vetemulsies voor bakwerk

E 475

Polyglycerolesters van vetzuren

5 000

 
 

E 476

Polyglycerolpolyricinoleaat

4 000

 

alleen smeerbare vetproducten als omschreven in artikel 115 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en bijlage XV daarbij, met een vetgehalte van maximaal 41 % en soortgelijke producten met een vetegehalte van minder dan 10 %

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

10 000

 

alleen vetemulsies voor bakwerk

E 479b

Thermisch geoxideerde sojaolie, na reactie met mono- en diglyceriden van vetzuren

5 000

 

alleen vetemulsies voor braden

E 481 – E 482

Stearoyl-2-lactylaten

10 000

(1)

 

E 491 – E 495

Sorbitaanesters

10 000

(1)

 

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

30 000

(1)

alleen producten om blik in te vetten

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

30 000

(1)

alleen producten om blik in te vetten

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

E 900

Dimethylpolysiloxaan

10

 

alleen bakolie en -vet

E 959

Neohesperidine-DC

5

 

alleen als smaakversterker, alleen in de vetgroepen B en C in bijlage XV bij Verordening (EG) nr. 1234/2007

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

02.3

Bakspray op basis van plantaardige olie

Groep I

Additieven

 
 
 

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

30 000

(1) (4)

alleen sprays van emulsies op basis van water voor het aanbrengen van een laag op bakblikken

E 392

Extracten van rozemarijn

50

(41) (46)

alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen

▼M7

E 551 – 559

Siliciumdioxide – Silicaten

30 000

(1)

alleen producten om blik in te vetten

Toepassingsperiode:

tot en met 31 januari 2014

E 551 – 553

Siliciumdioxide – Silicaten

30 000

(1)

alleen producten om blik in te vetten

Toepassingsperiode:

vanaf 1 februari 2014

▼M2

E 943a

Butaan

quantum satis

 

alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water

E 943b

Isobutaan

quantum satis

 

alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water

E 944

Propaan

quantum satis

 

alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(41):  Uitgedrukt op basis van het vetgehalte.

(46):  Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur.

03

Consumptie-ijs

Groep I

Additieven

 
 
 

▼M7

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

Toepassingsperiode:

tot en met 31 juli 2014

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

(75)

Toepassingsperiode:

vanaf 1 augustus 2014

▼M2

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

150

(25)

 

Groep IV

Polyolen

quantum satis

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 160b

Annatto, bixine, norbixine

20

 
 

E 160d

Lycopeen

40

 
 

E 338 – E 452

Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten

1 000

(1) (4)

 

E 405

Propyleenglycolalginaat

3 000

 

alleen consumptie-ijs op basis van water

E 427

Cassiagom

2 500

 
 

E 432 – E 436

Polysorbaten

1 000

(1)

 

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

5 000

(1)

 

E 477

Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren

3 000

 
 

E 491 – E 495

Sorbitaanesters

500

(1)

 

E 901

Bijenwas, wit en geel

quantum satis

 

alleen voorverpakte wafels met consumptie-ijs

E 950

Acesulfaam-K

800

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 951

Aspartaam

800

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 954

Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat

100

(52)

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 955

Sucralose

320

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 957

Thaumatine

50

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 959

Neohesperidine-DC

50

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M5

E 960

Steviolglycosiden

200

(60)

alleen ijs met gereduceerde energiewaarde of zonder toegevoegde suikers

▼M2

E 961

Neotaam

26

 

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 962

Aspartaam-acesulfaamzout

800

(11)b (49) (50)

alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M14

E 964

Polyglycitolstroop

200 000

 

alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

Toepassingsperiode:

Met ingang van 29 november 2012

▼M39

E 969

Advantaam

10

 

alleen met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(4):  Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5.

(11):  De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten.

▼M6

(25):  De hoeveelheid van elk van de kleurstoffen E 122 en E 155 mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg of 50 mg/ml.

▼M2

(49):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950).

(50):  De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951.

(51):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(52):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide.

▼M5

(60):  Uitgedrukt als steviolequivalenten.

▼M7

(75):  Maximum voor aluminium uit alle aluminiumlakken: 30 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.

▼M2

04

Groenten en fruit

04.1

Onverwerkte groenten en fruit

04.1.1

Verse groenten en fruit, heel

▼M25

E 172

IJzeroxiden en ijzerhydroxiden

6

 

Alleen als contrastverhoger voor het markeren van citrusfruit, meloenen en granaatappels om:

— alle of sommige door de EU-wetgeving of door de wetgeving van de lidstaten verplichte aanduidingen te herhalen

— en/of

— op vrijwillige basis de merknaam, de productiemethode, PLU-code, QR-code en/of de barcode weer te geven

Toepassingsperiode:

met ingang van 24 juni 2013

▼M2

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

20

 

alleen oppervlaktebehandeling van ongeschilde verse citrusvruchten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

10

(3)

alleen tafeldruiven, verse lychees (gemeten in de eetbare delen) en blauwe bessen (Vaccinium corymbosum)

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

100

(3)

alleen vacuümverpakte suikermais

E 445

Glycerolesters van houthars

50

 

alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten

▼M25

E 464

Hydroxypropylmethylcellulose

10

 

Alleen voor citrusfruit, meloenen en granaatappels om:

— alle of sommige door de EU-wetgeving of door de wetgeving van de lidstaten verplichte aanduidingen te herhalen

— en/of

— op vrijwillige basis de merknaam, de productiemethode, PLU-code, QR-code en/of de barcode weer te geven

Toepassingsperiode:

met ingang van 24 juni 2013

▼M2

E 473 – E 474

Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden

quantum satis

(1)

alleen oppervlaktebehandeling van vers fruit

▼M16

E 901

Bijenwas, wit en geel

quantum satis

 

alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, bananen, mango’s, avocado’s en granaatappelen en als glansmiddel op noten

Toepassingsperiode wat bananen, mango’s, avocado’s en granaatappelen betreft:

Met ingang van 25 december 2012

▼M2

E 902

Candelillawas

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken en ananassen en als glansmiddel voor noten

▼M16

E 903

Carnaubawas

200

 

alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s en als glansmiddel op noten

Toepassingsperiode wat granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s betreft:

Met ingang van 25 december 2012

E 904

Schellak

quantum satis

 

alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s en als glansmiddel op noten

Toepassingsperiode wat granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s betreft:

Met ingang van 25 december 2012

E 905

Microkristallijne was

quantum satis

 

alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: meloenen, papaja’s, mango’s, avocado’s en ananassen

Toepassingsperiode voor ananassen:

Met ingang van 25 december 2012

▼M45 —————

▼M2

E 914

Geoxideerde polyethyleenwas

quantum satis

 

alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten, meloenen, papaja's, mango's, avocado's en ananassen

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

04.1.2

Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen geschilde aardappelen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

300

(3)

alleen pulp van uien, knoflook en sjalotten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

800

(3)

alleen pulp van mierikswortel

E 296

Appelzuur

quantum satis

 

alleen voorverpakte, onverwerkte en geschilde aardappelen

▼M23

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 301

Natriumascorbaat

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 302

Calciumascorbaat

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

E 333

Calciumcitraten

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen

▼M46

E 401

Natriumalginaat

2 400

(82)

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit, bedoeld om te worden verkocht aan de eindverbruiker

▼M2

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

▼M46

(82):  Mag alleen worden gebruikt in combinatie met E 302 als glansmiddel en met een maximumgehalte van 800 mg/kg van E 302 in het eindproduct.

▼M2

04.1.3

Bevroren groenten en fruit

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen witte groenten, met inbegrip van paddenstoelen en witte peulvruchten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

100

(3)

alleen bevroren en diepgevroren aardappelen

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 
 

E 301

Natriumascorbaat

quantum satis

 
 

E 302

Calciumascorbaat

quantum satis

 
 

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 
 

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

 
 

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

 
 

E 333

Calciumcitraten

quantum satis

 
 

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

04.2

Verwerkte groenten en fruit

04.2.1

Gedroogde groenten en fruit

Groep I

Additieven

 
 

De stoffen E 410, E 412, E 415 en E 417 mogen niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen die bedoeld zijn voor rehydratering bij inname.

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 122

Azorubine, karmozijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

▼M6 —————

▼M2

E 129

Allurarood AG

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 131

Patentblauw V

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 133

Briljantblauw FCF

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 150a-d

Karamels

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 162

Bietenrood, betanine

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen gedroogde vruchten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen gedroogde kokosnoot

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen witte groenten, verwerkt, met inbegrip van peulvruchten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

100

(3)

alleen gedroogde paddenstoelen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

150

(3)

alleen gedroogde gember

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

200

(3)

alleen gedroogde tomaten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

400

(3)

alleen witte groenten, gedroogd

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

500

(3)

alleen gedroogde vruchten en noten in de schaal, behalve gedroogde appelen, peren, bananen, abrikozen, perziken, druiven, pruimen en vijgen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

600

(3)

alleen gedroogde appelen en peren

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

1 000

(3)

alleen gedroogde bananen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

2 000

(3)

alleen gedroogde abrikozen, perziken, druiven, pruimen en vijgen

E 907

Gehydrogeneerd poly-1-deceen

2 000

 

alleen als glansmiddel voor gedroogde vruchten

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

▼M6

(34):  Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie.

▼M2

04.2.2

Groenten en fruit in azijn, olie of pekel

Groep I

Additieven

 
 
 

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 122

Azorubine, karmozijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

▼M6 —————

▼M2

E 129

Allurarood AG

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 131

Patentblauw V

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 133

Briljantblauw FCF

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 150a-d

Karamels

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 162

Bietenrood, betanine

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 150a-d

Karamels

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 162

Bietenrood, betanine

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 200 – E 213

Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten

2 000

(1) (2)

alleen groenten (behalve olijven)

E 200 – E 203

Sorbinezuur — Sorbaten

1 000

(1) (2)

alleen olijven en olijvenbereidingen

E 210 – E 213

Benzoëzuur — Benzoaten

500

(1) (2)

alleen olijven en olijvenbereidingen

E 200 – E 213

Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten

1 000

(1) (2)

alleen olijven en olijvenbereidingen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

100

(3)

behalve olijven en gele paprika's in pekel

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

500

(3)

alleen gele paprika's in pekel

E 579

IJzer(II)gluconaat

150

(56)

alleen door oxidatie donker gemaakte olijven

E 585

IJzer(II)lactaat

150

(56)

alleen door oxidatie donker gemaakte olijven

E 950

Acesulfaam-K

200

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

E 951

Aspartaam

300

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

E 954

Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat

160

(52)

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

E 955

Sucralose

180

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

E 959

Neohesperidine-DC

100

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

▼M5

E 960

Steviolglycosiden

100

(60)

alleen zoetzure groente- en vruchtenconserven

▼M2

E 961

Neotaam

10

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

E 962

Aspartaam-acesulfaamzout

200

(11)a (49) (50)

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

▼M39

E 969

Advantaam

3

 

alleen zoetzure groente- en fruitconserven

▼M2

(1):  De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd.

(2):  Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

(11):  De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten.

▼M6

(34):  Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie.

▼M2

(49):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950).

(50):  De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951.

(52):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide.

(56):  Uitgedrukt als Fe.

▼M5

(60):  Uitgedrukt als steviolequivalenten.

▼M2

04.2.3

Groente- en fruitconserven in blik of in glas

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 122

Azorubine, karmozijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

▼M6 —————

▼M2

E 129

Allurarood AG

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 131

Patentblauw V

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 133

Briljantblauw FCF

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 140

Chlorofylen, chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 141

Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 150a-d

Karamels

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160a

Carotenen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 160c

Paprika-extract, capsanthine, capsorubine

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 162

Bietenrood, betanine

quantum satis

 

alleen groenten (behalve olijven)

E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

E 102

Tartrazine

100

 

alleen „processed mushy and garden peas” (in blik)

E 133

Briljantblauw FCF

20

 

alleen „processed mushy and garden peas” (in blik)

E 142

Groen S

10

 

alleen „processed mushy and garden peas” (in blik)

E 127

Erytrosine

200

 

alleen cocktailkersen en gekonfijte kersen

E 127

Erytrosine

150

 

alleen bigarreaus op siroop en in vruchtencocktails

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen witte groenten, met inbegrip van peulvruchten

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

250

(3)

alleen glasconserven van gesneden citroen

E 220 – E 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

100

(3)

alleen glasconserven van witte zoete kersen, vacuümverpakte suikermais

E 260

Azijnzuur

quantum satis

 
 

▼M20

E 261

Kaliumacetaten

quantum satis

 

toepassingsperiode:

met ingang van 6 februari 2013

▼M2

E 262

Natriumacetaten

quantum satis

 
 

E 263

Calciumacetaat

quantum satis

 
 

E 270

Melkzuur

quantum satis

 
 

E 296

Appelzuur

quantum satis

 
 

E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 
 

E 301

Natriumascorbaat

quantum satis

 
 

E 302

Calciumascorbaat

quantum satis

 
 

E 325

Natriumlactaat

quantum satis

 
 

E 326

Kaliumlactaat

quantum satis

 
 

E 327

Calciumlactaat

quantum satis

 
 

E 330

Citroenzuur

quantum satis

 
 

E 331

Natriumcitraten

quantum satis

 
 

E 332

Kaliumcitraten

quantum satis

 
 

E 333

Calciumcitraten

quantum satis

 
 

E 334

L(+)-Wijnsteenzuur

quantum satis

 
 

E 335

Natriumtartraten

quantum satis

 
 

E 336

Kaliumtartraten

quantum satis

 
 

E 337

Kaliumnatriumtartraat

quantum satis

 
 

E 385

Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA)

250

 

alleen peulvruchten, groenten, paddenstoelen en artisjokken

E 410

Johannesbroodpitmeel

quantum satis

 

alleen kastanjes in opgietvloeistof

E 412

Guarpitmeel

quantum satis

 

alleen kastanjes in opgietvloeistof

E 415

Xanthaangom

quantum satis

 

alleen kastanjes in opgietvloeistof

E 509

Calciumchloride

quantum satis

 
 

E 512

Tin(II)chloride

25

(55)

alleen witte asperges

E 575

Glucono-delta-lacton

quantum satis

 
 

E 579

IJzer(II)gluconaat

150

(56)

alleen door oxidatie donker gemaakte olijven

E 585

IJzer(II)lactaat

150

(56)

alleen door oxidatie donker gemaakte olijven

E 900

Dimethylpolysiloxaan

10

 
 

E 950

Acesulfaam-K

350

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 951

Aspartaam

1 000

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 952

Cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat

1 000

(51)

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 954

Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat

200

(52)

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 955

Sucralose

400

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 959

Neohesperidine-DC

50

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 961

Neotaam

32

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

E 962

Aspartaam-acesulfaamzout

350

(11)a (49) (50)

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M39

E 969

Advantaam

10

 

alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers

▼M2

(3):  De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.

(11):  De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten.

▼M6

(34):  Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie.

▼M2

(49):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950).

(50):  De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951.

(51):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur.

(52):  De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide.

(55):  Uitgedrukt als Sn.

(56):  Uitgedrukt als Fe.

04.2.4

Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van producten die onder 5.4 vallen

04.2.4.1

Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van compote

Groep I

Additieven

 
 
 

Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

quantum satis

 

alleen „mostarda di frutta”

Groep III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

200

 

alleen „mostarda di frutta”

Groep IV

Polyolen

quantum satis

 

alleen bereidingen met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers, behalve als zij bestemd zijn voor de bereiding van dranken op basis van vruchtensap

▼M27

E 100

Curcumine

50

 

uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier

▼M2

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

alleen conserven van rood fruit

▼M27

E 101

Riboflavinen

quantum satis

 

uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier

▼M6

E 104

Chinolinegeel

30

(61)

alleen „mostarda di frutta”

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

35

(61)

alleen „mostarda di frutta”

▼M27

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

100

 

uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier

▼M2

E 120

Cochenille, karmijnzuur, karmijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

E 122

Azorubine, karmozijn

200

(34)

alleen conserven van rood fruit

▼M6 —————