EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02008R1333-20141106
Regulation (EC) No 1333/2008 of the European Parliament and of the Council of 16 December 2008 on food additives (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) n r. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (Voor de EER relevante tekst)
2008R1333 — NL — 06.11.2014 — 021.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EG) Nr. 1333/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354, 31.12.2008, p.16) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 1333/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 16 december 2008
inzake levensmiddelenadditieven
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité ( 1 ),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 2 ),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het vrije verkeer van veilig en gezond voedsel is een wezenlijk aspect van de interne markt, dat een aanzienlijke bijdrage levert tot de gezondheid en het welzijn van de burgers en hun sociale en economische belangen. |
(2) |
Bij de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap dient een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens te worden gewaarborgd. |
(3) |
Deze verordening vervangt de bestaande richtlijnen en beschikkingen inzake levensmiddelenadditieven die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, om de doeltreffende werking van de interne markt, maar ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en een hoog niveau van consumentenbescherming, met inbegrip van de bescherming van de belangen van de consument, te waarborgen door allesomvattende en gestroomlijnde procedures. |
(4) |
Deze verordening harmoniseert het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen in de Gemeenschap. Dit omvat het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen overeenkomstig Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen ( 3 ) en het gebruik van bepaalde levensmiddelenkleurstoffen voor het aanbrengen van het keurmerk op vlees en voor het versieren of stempelen van eieren. Voorts harmoniseert deze verordening het gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen om de veiligheid en kwaliteit ervan te waarborgen en de opslag en het gebruik ervan te vergemakkelijken. Hiervoor bestond nog geen regelgeving op communautair niveau. |
(5) |
Levensmiddelenadditieven zijn stoffen die op zichzelf gewoonlijk niet als levensmiddelen worden geconsumeerd, maar doelbewust aan levensmiddelen worden toegevoegd voor de in deze verordening omschreven technologische doeleinden, zoals de conservering van levensmiddelen. Alle levensmiddelenadditieven moeten onder deze verordening vallen, en derhalve moet de lijst van functionele klassen geactualiseerd worden in het licht van de wetenschappelijke vooruitgang en de technologische ontwikkeling. Wanneer stoffen worden gebruikt om aroma en/of smaak te geven of voor voedingsdoeleinden, bijvoorbeeld zoutvervangers, vitaminen of mineralen, dienen zij echter niet als levensmiddelenadditieven te worden beschouwd. Als levensmiddel beschouwde stoffen die voor technologische doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals natriumchloride en als kleurstof gebruikte saffraan, en voedingsenzymen mogen evenmin binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Uit levensmiddelen en ander natuurlijk uitgangsmateriaal verkregen preparaten, waarmee beoogd wordt een technologisch effect in het eindproduct te bereiken en die bereid worden door selectieve extractie van bestanddelen (d.w.z. de kleurstoffen en niet de aromatische of voedingsbestanddelen), zijn additieven in de zin van deze verordening. Voedingsenzymen ten slotte vallen onder Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen ( 4 ), waarbij deze verordening dus niet van toepassing is. |
(6) |
Stoffen die op zichzelf niet als levensmiddel worden geconsumeerd, maar doelbewust bij de verwerking van levensmiddelen worden gebruikt, en die slechts als residu in het eindproduct achterblijven en geen technologisch effect op het eindproduct hebben (technische hulpstoffen), mogen niet onder deze verordening vallen. |
(7) |
Levensmiddelenadditieven mogen slechts worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van levensmiddelenadditieven moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn, mag de consument niet misleiden en moet een voordeel hebben voor de consument. Misleiding van de consument omvat, maar blijft niet beperkt tot aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of het productieproces, of de voedingskwaliteit ervan, met inbegrip van de hoeveelheid groenten en fruit die het bevat. Bij de goedkeuring van levensmiddelenadditieven moeten ook andere relevante factoren in aanmerking worden genomen, waaronder maatschappelijke, economische, traditionele, ethische en milieufactoren, het voorzorgsbeginsel en de uitvoerbaarheid van controles. In verband met het gebruik en het maximumniveau van een levensmiddelenadditief moeten de inname van het levensmiddelenadditief uit andere bronnen en de blootstelling aan het levensmiddelenadditief van speciale groepen consumenten (bv. consumenten met een allergie) in aanmerking worden genomen. |
(8) |
Levensmiddelenadditieven moeten aan de goedgekeurde specificaties voldoen, die de nodige informatie bevatten om het levensmiddelenadditief en de oorsprong ervan adequaat te identificeren, alsook een omschrijving van de aanvaardbare zuiverheidscriteria. De specificaties die eerder voor levensmiddelenadditieven zijn vastgesteld bij Richtlijn 95/31/EG van de Commissie van 5 juli 1995 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen ( 5 ) mogen worden gebruikt, Richtlijn 95/45/EG van de Commissie van 26 juli 1995 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor kleurstoffen die in levensmiddelen ( 6 ) mogen worden gebruikt en Richtlijn 96/77/EG van de Commissie van 2 december 1996 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ( 7 ) moeten worden gehandhaafd totdat de desbetreffende additieven in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Dan moeten de specificaties voor die additieven in een verordening worden vastgesteld. Die specificaties moeten rechtstreeks betrekking hebben op de additieven die in de communautaire lijsten in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Gezien de complexiteit en de inhoud van die specificaties mogen zij echter niet als dusdanig op de communautaire lijsten worden opgenomen, maar moeten zij duidelijkheidshalve in een of meer afzonderlijke verordeningen worden vastgesteld. |
(9) |
Sommige levensmiddelenadditieven mogen specifiek voor bepaalde toegestane oenologische procedés en behandelingen worden gebruikt. Deze levensmiddelenadditieven moeten overeenkomstig deze verordening en de specifieke bepalingen van de desbetreffende communautaire wetgeving worden gebruikt. |
(10) |
Met het oog op harmonisering moeten de risicobeoordeling en de goedkeuring van levensmiddelenadditieven plaatsvinden volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s ( 8 ). |
(11) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden ( 9 ) moet de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) worden geraadpleegd over aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op de volksgezondheid. |
(12) |
Een levensmiddelenadditief dat binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ( 10 ) valt, moet overeenkomstig die verordening alsook bij de onderhavige verordening worden toegelaten. |
(13) |
Een levensmiddelenadditief dat reeds overeenkomstig deze verordening is goedgekeurd en dat wordt bereid volgens productiemethoden of met gebruikmaking van uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke in het kader van de risicobeoordeling van de Autoriteit zijn beoordeeld of verschillen van die welke onder de vastgestelde specificaties vallen, moet aan een beoordeling door de Autoriteit worden onderworpen. Sterk verschillend zou onder meer kunnen inhouden dat van een productiemethode waarbij het product uit planten wordt verkregen, is overgestapt op productie door gisting met behulp van een micro-organisme of door genetische modificatie van het oorspronkelijke micro-organisme, of dat er iets is veranderd in de uitgangsmaterialen of de deeltjesgrootte, met inbegrip van de gebruikmaking van nanotechnologie. |
(14) |
Levensmiddelenadditieven moeten een punt van voortdurende aandacht zijn en moeten opnieuw worden beoordeeld telkens wanneer wijzigingen in de gebruiksomstandigheden en nieuwe wetenschappelijke gegevens daartoe aanleiding geven. Waar nodig dient de Commissie zich in overleg met de lidstaten te beraden over passende maatregelen. |
(15) |
Lidstaten die het verbod van 1 januari 1992 op het gebruik van bepaalde additieven in bepaalde levensmiddelen die als traditionele producten worden beschouwd en die op hun grondgebied worden vervaardigd handhaven, moeten dat kunnen blijven doen. Wat betreft producten zoals „feta” of „salame cacciatore” is deze verordening van toepassing onverminderd strengere voorschriften met betrekking tot het gebruik van bepaalde benamingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen ( 11 ) en Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen ( 12 ). |
(16) |
Onder voorbehoud van verdere restricties mag een additief, behalve door directe toevoeging, aanwezig zijn in levensmiddelen omdat het afkomstig is van een ingrediënt waarin het additief was toegestaan, mits de hoeveelheid van het additief in het uiteindelijke levensmiddel niet groter is dan als het was toegevoegd met gebruik van het ingrediënt onder correcte technologische omstandigheden en volgens goede productiemethoden. |
(17) |
Voor levensmiddelenadditieven blijven de algemene etiketteringsvoorschriften gelden overeenkomstig Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame ( 13 ), en, in voorkomend geval, Verordening (EG) nr. 1829/2003 en Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders ( 14 ). Voorts moeten in deze verordening specifieke etiketteringsvoorschriften worden vastgesteld voor levensmiddelenadditieven die als zodanig aan de producent of aan de eindverbruiker worden verkocht. |
(18) |
Uit hoofde van deze verordening toegelaten zoetstoffen mogen worden gebruikt als tafelzoetstoffen die rechtstreeks aan de consument worden verkocht. De fabrikanten van dergelijke producten moeten via passende middelen informatie beschikbaar stellen aan de consument zodat deze het product op veilige wijze kan gebruiken. Dergelijke informatie kan op een aantal manieren beschikbaar worden gesteld, onder meer op productetiketten, internetwebsites, consumenteninformatielijnen of op het verkooppunt. Met het oog op een uniforme aanpak met betrekking tot de uitvoering van deze vereiste, kan het nodig zijn op communautair niveau richtsnoeren op te stellen. |
(19) |
De voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 15 ), |
(20) |
In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de bijlagen bij deze verordening te wijzigen en passende overgangsmaatregelen te treffen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(21) |
Om redenen van doeltreffendheid moeten de normale termijnen voor de regelgevingsprocedure met toetsing worden ingekort voor de vaststelling van bepaalde wijzigingen in bijlage II en bijlage III in verband met stoffen die reeds zijn toegelaten krachtens andere communautaire wetgeving en van passende overgangsmaatregelen inzake die stoffen. |
(22) |
Om de communautaire wetgeving inzake levensmiddelenadditieven op evenredige en doeltreffende wijze te ontwikkelen en aan te passen, is het noodzakelijk gegevens te verzamelen, informatie uit te wisselen en de werkzaamheden tussen de lidstaten te coördineren. Daartoe kan het nuttig zijn onderzoeken uit te voeren naar specifieke kwesties om zo het besluitvormingsproces te vergemakkelijken. De Gemeenschap dient deze onderzoeken in het kader van haar begrotingsprocedure te kunnen financieren. De financiering van dergelijke maatregelen is geregeld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn ( 16 ). |
(23) |
De lidstaten moeten officiële controles uitvoeren om deze verordening te handhaven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004. |
(24) |
Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een communautaire regeling inzake levensmiddelenadditieven, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de eenheid van de markt en een hoog niveau van consumentenbescherming beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te bereiken. |
(25) |
Na de vaststelling van deze verordening moet de Commissie, bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, alle bestaande goedkeuringen controleren op andere criteria dan veiligheid, zoals inname, technologische noodzaak en mogelijke misleiding van de consument. Alle levensmiddelenadditieven die in de Gemeenschap toegelaten moeten blijven, moeten worden ondergebracht in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening. Bijlage III bij deze verordening moet worden aangevuld met de overige levensmiddelenadditieven die in levensmiddelenadditieven en in voedingsenzymen en draagstoffen voor voedingsstoffen worden gebruikt en met de gebruiksvoorwaarden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s]. Om in een passende overgangsperiode te voorzien, mogen de bepalingen van bijlage III, met uitzondering van de bepalingen betreffende draagstoffen voor levensmiddelenadditieven en levensmiddelenadditieven in aroma’s, niet vóór 1 januari 2011 van toepassing zijn. |
(26) |
Tot de toekomstige communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven zijn opgesteld, dient te worden voorzien in een vereenvoudigde procedure om de huidige lijsten van levensmiddelenadditieven in de bestaande richtlijnen te actualiseren. |
(27) |
Onverminderd de resultaten van de in overweging 25 genoemde controle moet de Commissie uiterlijk een jaar na de vaststelling van deze verordening een beoordelingsprogramma opzetten in het kader waarvan de Autoriteit de veiligheid van de reeds door de Gemeenschap goedgekeurde levensmiddelenadditieven opnieuw beoordeelt. In het kader van dat programma moet worden vastgesteld volgens welke behoeften en prioriteiten de goedgekeurde levensmiddelenadditieven moeten worden onderzocht. |
(28) |
Bij deze verordening worden de volgende besluiten ingetrokken en vervangen: Richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 17 ), Richtlijn 65/66/EEG van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 18 ), Richtlijn 78/663/EEG van de Raad van 25 juli 1978 tot vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 19 ), Richtlijn 78/664/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de vaststelling van de bijzondere zuiverheidseisen voor de oxydatie tegengaande stoffen waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan ( 20 ), Eerste Richtlijn 81/712/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke analysemethoden voor de controle van zuiverheidseisen voor bepaalde levensmiddelenadditieven ( 21 ), Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt ( 22 ), Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt ( 23 ), Richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt ( 24 ), Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ( 25 ), alsmede Beschikking nr. 292/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende de handhaving van nationale wetgeving die het gebruik van bepaalde additieven bij de vervaardiging van bepaalde specifieke levensmiddelen verbiedt ( 26 ) en Beschikking 2002/247/EG van de Commissie van 27 maart 2002 tot opschorting van het in de handel brengen en de invoer van geleiproducten die het levensmiddelenadditief E 425 konjac bevatten ( 27 ). Een aantal bepalingen van bovengenoemde besluiten moet echter gedurende een overgangsperiode van kracht blijven totdat de communautaire lijsten in de bijlagen bij deze verordening zijn vastgesteld, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening stelt voorschriften voor in levensmiddelen gebruikte levensmiddelenadditieven vast om de doeltreffende werking van de interne markt, maar ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en een hoog niveau van de consumentenbescherming te waarborgen, inclusief de bescherming van de consumentbelangen en eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel, in voorkomend geval rekening houdend met de bescherming van het milieu.
Hiertoe is in deze verordening het volgende vastgesteld:
a) communautaire lijsten van goedgekeurde levensmiddelenadditieven, opgenomen in bijlage II en bijlage III;
b) de gebruiksvoorwaarden voor levensmiddelenadditieven in levensmiddelen, waaronder in levensmiddelenadditieven, en in voedingsenzymen zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen] en voor voedingssmaakstoffen die vallen onder Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen ( 28 );
c) voorschriften voor de etikettering van als zodanig verkochte levensmiddelenadditieven.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. Deze verordening is van toepassing op levensmiddelenadditieven.
2. Deze verordening is niet van toepassing op de volgende stoffen, tenzij deze als levensmiddelenadditieven worden gebruikt:
a) technische hulpstoffen;
b) stoffen die voor de bescherming van planten en plantaardige producten worden gebruikt overeenkomstig de communautaire fytosanitaire voorschriften;
c) stoffen die als voedingsstoffen aan levensmiddelen worden toegevoegd;
d) stoffen die voor de behandeling van voor menselijke consumptie bestemd water worden gebruikt en binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water vallen ( 29 );
e) aroma’s die onder Verordening (EG) nr. 1334/2008 [inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen] vallen.
3. Deze verordening is met ingang van de datum van goedkeuring van een communautaire lijst van voedselenzymen overeenkomstig artikel 17 van desbetreffende verordening niet van toepassing op enzymen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen] vallen.
4. Deze verordening is van toepassing onverminderd specifieke communautaire bepalingen inzake het gebruik van levensmiddelenadditieven:
a) in specifieke levensmiddelen;
b) voor andere dan de in deze verordening bedoelde doeleinden.
Artikel 3
Definities
1. Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002 en nr. 1829/2003.
2. Voorts gelden voor de toepassing van deze verordening de volgende definities:
a) „levensmiddelenadditief”: elke stof, met of zonder voedingswaarde, die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die voor technologische doeleinden bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg of redelijkerwijs te verwachten gevolg dat de stof zelf of bijproducten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden;
Als levensmiddelenadditieven worden echter niet beschouwd:
i) monosachariden, disachariden of oligosachariden en levensmiddelen die deze stoffen bevatten en die om hun zoetkracht worden gebruikt;
ii) levensmiddelen, gedroogd of in geconcentreerde vorm, waaronder aroma’s, die wegens hun aromatische, smaakgevende of voedingseigenschappen en, in tweede instantie, wegens de kleurende eigenschappen, voor de vervaardiging van samengestelde levensmiddelen worden gebruikt;
iii) stoffen die in bedekkings- of omhullingsmaterialen worden gebruikt maar geen deel uitmaken van levensmiddelen en niet bestemd zijn om samen met deze levensmiddelen te worden geconsumeerd;
iv) producten die pectine bevatten en die door middel van een behandeling met verdund zuur, gevolgd door een gedeeltelijke neutralisatie met natrium- of kaliumzouten, worden verkregen uit gedroogde appelpulp, schillen van citrusvruchten of kweeperen of een mengsel daarvan („vloeibare pectine”);
v) kauwgombasis;
vi) witte of gele dextrine, geroost of gedextrineerd zetmeel, zetmeel dat gemodificeerd is door een behandeling met zuur of base, gebleekt zetmeel, fysisch gemodificeerd zetmeel en zetmeel dat behandeld is met enzymen die zetmeel afbreken;
vii) ammoniumchloride;
viii) bloedplasma, voedingsgelatine, eiwithydrolysaten en hun zouten, melkeiwit en gluten;
ix) aminozuren en zouten daarvan die geen technologische functie hebben, met uitzondering van glutaminezuur, glycine, cysteïne en cystine en zouten daarvan;
x) caseïnaten en caseïne;
xi) inuline;
b) „technische hulpstof”: elke stof die:
i) op zichzelf niet als levensmiddel wordt geconsumeerd;
ii) bij de verwerking van grondstoffen, levensmiddelen of voedselingrediënten bewust wordt gebruikt om tijdens de bewerking of verwerking aan een bepaald technologisch doel te beantwoorden; en tevens
iii) kan leiden tot de onbedoelde maar technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen van deze stof of bijproducten ervan in het eindproduct, mits deze residuen geen gevaar voor de gezondheid vormen en geen technologisch effect op het eindproduct hebben;
c) „functionele klasse”: een van de categorieën in bijlage I, op basis van de technologische functie die een levensmiddelenadditief vervult in het levensmiddel;
d) „onverwerkt levensmiddel”: een levensmiddel dat geen behandeling heeft ondergaan die een ingrijpende wijziging veroorzaakt in de oorspronkelijke staat van het levensmiddel, waarbij de volgende behandelingen worden geacht geen ingrijpende wijziging te veroorzaken: verdelen, breken, hakken, uitbenen, fijnhakken, villen, schillen, pellen, malen, snijden, schoonmaken, opmaken, diepvriezen, invriezen, koelen, doppen, verpakken en uitpakken;
e) „levensmiddel zonder toegevoegde suikers”: een levensmiddel zonder:
i) toegevoegde monosachariden of disachariden;
ii) toegevoegde levensmiddelen die monosachariden of disachariden bevatten en die om hun zoetkracht worden gebruikt;
f) „levensmiddel met verminderde verbrandingswaarde”: een levensmiddel waarvan de verbrandingswaarde met ten minste 30 % is verminderd ten opzichte van het oorspronkelijke levensmiddel of een soortgelijk product;
g) „tafelzoetstof”: bereiding van toegelaten zoetstoffen die eventueel andere levensmiddelenadditieven en/of voedselingrediënten kan bevatten en die bestemd is om als vervangingsmiddel voor suikers aan de eindverbruiker te worden verkocht;
h) „quantum satis”: er is geen numerieke maximumhoeveelheid vastgesteld en de stoffen worden gebruikt overeenkomstig goede productiemethoden, in hoeveelheden die niet groter zijn dan voor het beoogde doel nodig is en op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid.
HOOFDSTUK II
COMMUNAUTAIRE LIJSTEN VAN GOEDGEKEURDE LEVENSMIDDELENADDITIEVEN
Artikel 4
Communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven
1. Alleen levensmiddelenadditieven die in de communautaire lijst in bijlage II zijn opgenomen, mogen als zodanig in de handel gebracht en in levensmiddelen gebruikt worden, mits zij voldoen aan de in de lijst gestelde voorwaarden.
2. Alleen levensmiddelenadditieven die in de communautaire lijst in bijlage III zijn opgenomen, mogen onder de daarin gespecificeerde gebruiksvoorwaarden in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s worden gebruikt.
3. De lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II wordt opgesteld op basis van de categorieën levensmiddelen waaraan zij mogen worden toegevoegd.
4. De lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage III wordt opgesteld op basis van de levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s en voedingsstoffen of categorieën daarvan waaraan zij mogen worden toegevoegd.
5. Levensmiddelenadditieven moeten voldoen aan de specificaties als bedoeld in artikel 14.
Artikel 5
Verbod op levensmiddelenadditieven en/of levensmiddelen die niet aan de verordening voldoen
Niemand mag een levensmiddelenadditief of een levensmiddel dat een dergelijk additief bevat, in de handel brengen, indien het gebruik van het levensmiddelenadditief niet aan deze verordening voldoet.
Artikel 6
Algemene voorwaarden voor de opneming in de communautaire lijsten en het gebruik van levensmiddelenadditieven
1. Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien het aan de volgende voorwaarden voldoet en, waar dat relevant is, andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt, waaronder milieufactoren:
a) het levert volgens de beschikbare wetenschappelijke gegevens bij de voorgestelde hoeveelheden geen gevaar voor de gezondheid van de consument op;
b) er is een aanvaardbare technische behoefte waarin niet met andere economisch en technisch bruikbare methoden kan worden voorzien en tevens;
c) het gebruik ervan brengt de consument niet in misleiding.
2. Om in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III te worden opgenomen, moet een levensmiddelenadditief voordelen voor de consument hebben en dus aan een of meer van de volgende doeleinden beantwoorden:
a) instandhouding van de voedingskwaliteit van het levensmiddel;
b) levering van de benodigde ingrediënten of bestanddelen van levensmiddelen die voor groepen consumenten met speciale dieetbehoeften worden vervaardigd;
c) verhoging van de houdbaarheid of stabiliteit van een levensmiddel of verbetering van de organoleptische eigenschappen, mits dit de aard, substantie of kwaliteit van het levensmiddel niet zodanig verandert dat de consument daardoor kan worden misleid;
d) vergemakkelijking van het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen, met inbegrip van levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s, mits het levensmiddelenadditief niet wordt gebruikt om de gevolgen van het gebruik van ondeugdelijke grondstoffen of van ongewenste (en ook onhygiënische) methoden tijdens een van deze activiteiten te verhullen.
3. In afwijking van lid 2, onder a), mag een levensmiddelenadditief dat de voedingskwaliteit van een levensmiddel vermindert, in de communautaire lijst in bijlage II worden opgenomen mits:
a) het levensmiddel geen wezenlijk onderdeel van een normaal voedingspatroon vormt; of
b) het levensmiddelenadditief nodig is voor de vervaardiging van levensmiddelen voor groepen consumenten met speciale dieetbehoeften.
Artikel 7
Specifieke voorwaarden voor zoetstoffen
Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijst in bijlage II in de functionele klasse „zoetstoffen” worden opgenomen indien het, naast een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde doeleinden, ook aan een of meer van de volgende doeleinden beantwoordt:
a) vervanging van suikers bij de vervaardiging van levensmiddelen met verminderde verbrandingswaarde, niet-cariogene levensmiddelen of levensmiddelen zonder toegevoegde suikers; of
b) vervanging van suikers wanneer dit zorgt voor een langere houdbaarheid van levensmiddelen; of
c) vervaardiging van voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen zoals omschreven in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 89/398/EEG.
Artikel 8
►C1 Specifieke voorwaarden voor kleurstoffen ◄
Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijst in bijlage II in de functionele klasse „kleurstoffen” worden opgenomen indien het, naast een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde doeleinden, aan een van de volgende doeleinden beantwoordt:
a) een levensmiddel waarvan de kleur door verwerking, opslag, verpakking en distributie is aangetast, waardoor het er minder aanvaardbaar kan uitzien, zijn oorspronkelijke voorkomen teruggeven;
b) levensmiddelen er aantrekkelijker doen uitzien;
c) levensmiddelen die anders kleurloos zouden zijn, kleur geven.
Artikel 9
Functionele klassen van levensmiddelenadditieven
1. Levensmiddelenadditieven kunnen in de bijlagen II en III in een van de functionele klassen in bijlage I worden ingedeeld op basis van hun voornaamste technologische functie.
Dat een levensmiddelenadditief in een functionele klasse wordt ingedeeld, sluit niet uit dat het voor verscheidene functies kan worden gebruikt.
2. Wanneer de wetenschappelijke vooruitgang of de technologische ontwikkeling het vereist, worden de maatregelen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening betreffende extra functionele klassen die in bijlage I kunnen worden toegevoegd, vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bedoeld in artikel 28, lid 3.
Artikel 10
Inhoud van de communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven
1. Een levensmiddelenadditief dat voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 6, 7 en 8 kan volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s] worden opgenomen in:
a) de communautaire lijst in bijlage II bij deze verordening; en/of
b) de communautaire lijst in bijlage III bij deze verordening.
2. Bij een in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III opgenomen levensmiddelenadditief wordt het volgende vermeld:
a) de naam van het levensmiddelenadditief en het E-nummer;
b) de levensmiddelen waaraan het levensmiddelenadditief mag worden toegevoegd;
c) de voorwaarden waaronder het levensmiddelenadditief mag worden gebruikt;
d) in voorkomend geval, mogelijke beperkingen op de rechtstreekse verkoop van het levensmiddelenadditief aan de eindgebruiker.
3. De communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden gewijzigd volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s].
Artikel 11
Te gebruiken hoeveelheden levensmiddelenadditieven
1. Bij de vaststelling van de gebruiksvoorwaarden als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder c):
a) wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld op de kleinste hoeveelheid die nodig is om het gewenste effect te bereiken;
b) wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld met inachtneming van:
i) de aanvaardbare dagelijkse inname of een gelijkwaardig gegeven dat voor het levensmiddelenadditief is vastgesteld en de waarschijnlijke dagelijkse inname van het levensmiddelenadditief uit alle voedselbronnen;
ii) indien het levensmiddelenadditief bestemd is om te worden gebruikt in levensmiddelen voor speciale groepen consumenten, de mogelijke dagelijkse inname van het additief door consumenten van die groepen.
2. In voorkomend geval wordt voor een levensmiddelenadditief geen numerieke maximumhoeveelheid vastgesteld („quantum satis”). In dat geval wordt het levensmiddelenadditief gebruikt overeenkomstig het „quantum satis”-beginsel.
3. ►C1 Tenzij anders is vermeld, zijn de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven in bijlage II van toepassing op levensmiddelen ◄ in de vorm waarop zij in de handel worden gebracht. In afwijking van dit beginsel zijn bij gedroogde en/of geconcentreerde levensmiddelen die gereconstitueerd moeten worden de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven van toepassing op levensmiddelen die zijn gereconstitueerd volgens de aanwijzingen op het etiket, rekening houdend met de op het etiket aangegeven minimale verdunningsfactor.
4. ►C1 Tenzij anders is vermeld, zijn de maximaal te gebruiken hoeveelheden kleurstoffen in bijlage II van toepassing op ◄ de hoeveelheden kleurgevende bestanddelen in het kleurstofpreparaat.
Artikel 12
Wijzigingen in het productieproces of de uitgangsmaterialen van een levensmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen
Indien zich bij een levenmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen, een belangrijke wijziging voordoet in de productiemethoden of bij de gebruikte uitgangsmaterialen, dan wel door een verandering van deeltjesomvang bijvoorbeeld ten gevolge van nanotechnologie, dan wordt het levensmiddelenadditief dat volgens die nieuwe productiemethoden of met die nieuwe uitgangsmaterialen wordt vervaardigd, beschouwd als een ander additief, en is een nieuwe opname in de communautaire lijsten of een wijziging in de specificaties vereist alvorens het in de handel mag worden gebracht.
Artikel 13
Levensmiddelenadditieven die onder de toepassing vallen van Verordening (EG) nr. 1829/2003
1. Een levensmiddelenadditief dat onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, mag conform deze verordening slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien daarvoor goedkeuring is verleend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.
2. Voor voedingsmiddelenadditieven die reeds zijn opgenomen in de communautaire lijst en zijn geproduceerd van een ander uitgangsmateriaal dat binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, is geen nieuwe vergunning uit hoofde van deze verordening vereist, zolang het nieuwe uitgangsmateriaal onder een op basis van Verordening (EG) nr. 1829/2003 verleende vergunning valt, en het additief voldoet aan de specificaties die zijn vastgesteld in het kader van deze verordening.
Artikel 14
Specificaties van levensmiddelenadditieven
►C1 De specificaties van levensmiddelenadditieven, wat oorsprong, zuiverheidscriteria en eventuele andere noodzakelijke informatie betreft, worden vastgesteld ◄ wanneer het levensmiddelenadditief voor het eerst in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III wordt opgenomen, volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s].
HOOFDSTUK III
GEBRUIK VAN LEVENSMIDDELENADDITIEVEN IN LEVENSMIDDELEN
Artikel 15
Gebruik van levensmiddelenadditieven in onverwerkte levensmiddelen
Levensmiddelenadditieven mogen niet worden gebruikt in onverwerkte levensmiddelen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in bijlage II.
Artikel 16
Gebruik van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen voor zuigelingen en peuters
Levensmiddelenadditieven mogen niet worden gebruikt in levensmiddelen voor zuigelingen en peuters als bedoeld in Richtlijn 89/398/EEG, met inbegrip van dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald in bijlage II bij deze verordening.
Artikel 17
Gebruik van kleurstoffen voor merktekens
Alleen levensmiddelenkleurstoffen die in bijlage II bij deze verordening zijn opgenomen, mogen worden gebruikt voor het aanbrengen van het keurmerk overeenkomstig Richtlijn 91/497/EEG van de Raad van 29 juli 1991 tot wijziging en codificatie van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ten einde deze uit te breiden tot de productie en het in de handel brengen van vers vlees ( 30 ) en andere verplichte merktekens op vleesproducten, voor het versieren van eierschalen of voor het stempelen van eierschalen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong ( 31 ).
Artikel 18
„Carry-over”-beginsel
1. De aanwezigheid van een levensmiddelenadditief is toegestaan:
a) in samengestelde levensmiddelen die niet in bijlage II zijn vermeld, mits het levensmiddelenadditief is toegestaan in een van de ingrediënten van het samengestelde levensmiddel;
b) in een levensmiddel waaraan een levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma is toegevoegd, mits het levensmiddelenadditief:
i) in het levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma overeenkomstig deze verordening is toegestaan, en tevens
ii) via het levensmiddelenadditief, voedingsenzym of levensmiddelenaroma in het levensmiddel terechtgekomen is, en tevens
iii) geen technologische functie heeft in het eindproduct;
c) in een levensmiddel dat uitsluitend bestemd is voor gebruik bij de bereiding van een samengesteld levensmiddel, mits het samengestelde levensmiddel aan deze verordening voldoet.
2. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, is lid 1 niet van toepassing op volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding, en dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik zoals bedoeld in Richtlijn 89/398/EEG.
3. Indien een levensmiddelenadditief in een levensmiddelenaroma, levensmiddelenadditief of voedingsenzym wordt toegevoegd aan een levensmiddel en een technologische functie in dat levensmiddel heeft, wordt het beschouwd als een levensmiddelenadditief van dat levensmiddel, en niet als een levensmiddelenadditief van het toegevoegde aroma, levensmiddelenadditief of voedingsenzym, en moet het derhalve voldoen aan de voorwaarden voor het gebruik van dat levensmiddel.
4. Onverminderd lid 1 is de aanwezigheid van een als zoetstof gebruikt levensmiddel toegestaan in samengestelde levensmiddelen zonder toegevoegde suikers, samengestelde levensmiddelen met verminderde verbrandingswaarde, samengestelde dieetvoeding bestemd voor een caloriearm dieet, in niet-cariogene samengestelde levensmiddelen en samengestelde levensmiddelen met een verlengde houdbaarheid, mits de zoetstof in een van de ingrediënten van deze samengestelde levensmiddelen is toegestaan.
Artikel 19
Interpretatiebesluiten
Zo nodig kan volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2, worden besloten of:
a) een bepaald levensmiddel tot een categorie levensmiddelen in bijlage II behoort; of
b) een in de bijlagen II en III opgenomen en volgens de „quantum satis”-regel toegestaan levensmiddelenadditief wordt gebruikt overeenkomstig de criteria van artikel 11, lid 2; of
c) een bepaalde stof voldoet aan de definitie van levensmiddelenadditief van artikel 3.
Artikel 20
Traditionele levensmiddelen
De in bijlage IV vermelde lidstaten mogen het gebruik van bepaalde categorieën levensmiddelenadditieven in op hun grondgebied vervaardigde en in die bijlage opgenomen traditionele levensmiddelen blijven verbieden.
HOOFDSTUK IV
ETIKETTERING
Artikel 21
Etikettering van levensmiddelenadditieven die niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker
1. Niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven die afzonderlijk dan wel gemengd met elkaar en/of met voedselingrediënten worden verkocht, zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2000/13/EG, mogen alleen in de handel worden gebracht met de etikettering overeenkomstig artikel 22 van deze verordening, die op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters is aangebracht. De informatie wordt in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal gesteld.
2. Op zijn eigen grondgebied mag de lidstaat waar het product in de handel wordt gebracht, overeenkomstig het Verdrag voorschrijven dat de in artikel 22 bedoelde informatie in een of meer door die lidstaat vast te stellen officiële talen wordt vermeld. Dit vormt geen beletsel om deze informatie in verscheidene talen te vermelden.
Artikel 22
Algemene etiketteringsvoorschriften voor levensmiddelenadditieven die niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker
1. Indien niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of andere voedselingrediënten worden verkocht en/of indien er andere stoffen aan zijn toegevoegd, wordt op de verpakking of de recipiënten ervan de volgende informatie over ieder levensmiddelenadditief vermeld:
a) de in deze verordening vastgestelde naam en/of E-nummer van elk levensmiddelenadditief of een verkoopbenaming die de naam en/of het E-nummer van elk levensmiddelenadditief bevat;
b) de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” of „voor levensmiddelen, beperkt gebruik” of een meer specifieke aanduiding inzake het beoogde gebruik ervan in levensmiddelen;
c) zo nodig de bijzondere voorwaarden voor opslag en/of gebruik;
d) een vermelding aan de hand waarvan de partij kan worden geïdentificeerd;
e) een gebruiksaanwijzing indien een behoorlijk gebruik van het levensmiddelenadditief zonder gebruiksaanwijzing onmogelijk is;
f) de naam of de firmanaam en het adres van de fabrikant, van de verpakker of van de verkoper;
g) een vermelding van de maximumhoeveelheid van ieder bestanddeel of iedere groep bestanddelen waarvoor een kwantitatieve beperking in levensmiddelen geldt en/of adequate duidelijke, gemakkelijk te begrijpen informatie, zodat de koper in staat wordt gesteld deze verordening of andere relevante communautaire wetgeving na te leven; indien dezelfde kwantitatieve beperking geldt voor een groep van bestanddelen die afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt, mag het gecombineerde percentage met één getal worden aangegeven; de kwantitatieve beperking wordt hetzij in getallen uitgedrukt, hetzij door het „quantum satis”-beginsel;
h) de nettohoeveelheid;
i) de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste gebruiksdatum;
j) in voorkomend geval, informatie over een levensmiddelenadditief of andere stoffen overeenkomstig dit artikel en zoals vermeld in bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG wat betreft de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen.
2. Indien levensmiddelenadditieven gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten verkocht worden, wordt op de verpakking of de recipiënten van de levensmiddelenadditieven een lijst van alle bestanddelen in aflopende volgorde van het aandeel ervan in het totaalgewicht vermeld.
3. Indien stoffen (met inbegrip van levensmiddelenadditieven of andere voedselingrediënten) worden toegevoegd aan levensmiddelenadditieven om het opslaan, verkopen, standaardiseren, verdunnen of oplossen ervan te vergemakkelijken, worden al die stoffen op de verpakking of de recipiënten van de levensmiddelenadditieven opgesomd in aflopende volgorde van het aandeel ervan in het totaalgewicht.
4. In afwijking van de leden 1, 2 en 3, hoeft de in lid 1, onder e) tot en met g), en de leden 2 en 3, genoemde informatie alleen in de vóór of bij levering te verstrekken documenten betreffende de partij te worden vermeld, mits de aanduiding „niet voor de verkoop in de detailhandel” op een goed zichtbare plaats van de verpakking of de recipiënt van het desbetreffende product voorkomt.
5. In afwijking van de leden 1, 2 en 3 hoeft, wanneer de levensmiddelenadditieven in tankwagens worden geleverd, alle informatie alleen te worden vermeld in de bij levering te verstrekken begeleidende documenten betreffende de partij.
Artikel 23
Etikettering van levensmiddelenadditieven die bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker
1. Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort ( 32 ) te identificeren en Verordening (EG) nr. 1829/2003, mogen voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven die afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten slechts in de handel worden gebracht indien de verpakking de volgende informatie bevat:
a) de in deze verordening vastgestelde naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief of een verkoopbenaming die de naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief bevat;
b) de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” of „voor levensmiddelen, beperkt gebruik” of een meer specifieke aanduiding inzake het beoogde gebruik ervan in levensmiddelen.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, letter a), moet de verkoopbenaming van tafelzoetstoffen de vermelding „tafelzoetstof op basis van …” bevatten, gevolgd door de naam of de namen van de zoetstoffen die voor de samenstelling ervan zijn gebruikt
3. Op de etikettering van tafelzoetstoffen die polyolen en/of aspartaam en/of aspartaam-acesulfaamzout bevatten, worden de volgende waarschuwingen vermeld:
a) polyolen: „overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben”;
b) ►C1 aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout: ◄ „Bevat een bron van fenylalanine”.
4. De fabrikanten van tafelzoetstoffen moeten via passende middelen de nodige informatie beschikbaar stellen zodat de consument deze op veilige wijze kan gebruiken. Er kunnen richtsnoeren voor de uitvoering van dit lid worden aangenomen overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 28, lid 3.
5. Op de in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel bedoelde informatie is artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2000/13/EG van overeenkomstige toepassing.
Artikel 24
Etiketteringsvoorschrift voor voedingsmiddelen die bepaalde levensmiddelenkleurstoffen bevatten
1. Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 2000/13/EG dient de etikettering van voedingsmiddelen die bepaalde levensmiddelenkleurstoffen als vermeld in bijlage V bij deze verordening bevatten, ook de in die bijlage vermelde aanvullende gegevens te omvatten.
2. In verband met de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie is artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2000/13/EG van overeenkomstige toepassing.
3. Voor zover de wetenschappelijke vooruitgang of de technische ontwikkeling zulks vereisen, wordt bijlage V aangepast door middel van maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 25
Overige etiketteringsvoorschriften
De artikelen 21, 22, 23 en 24 gelden onverminderd meer gedetailleerde of uitgebreidere wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake metrologie of inzake de presentatie, indeling, verpakking en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten of het vervoer ervan.
HOOFDSTUK V
PROCEDURELE BEPALINGEN EN UITVOERING
Artikel 26
Informatieverplichting
1. Producenten en gebruikers van een levensmiddelenadditief stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van alle nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het levensmiddelenadditief.
2. Producenten en gebruikers van een levensmiddelenadditief stellen de Commissie op haar verzoek in kennis van het feitelijk gebruik van het levensmiddelenadditief. Die informatie wordt door de Commissie beschikbaar gesteld aan de lidstaten.
Artikel 27
Monitoring van de inname van levensmiddelenadditieven
1. De lidstaten zorgen voor systemen om het verbruik en gebruik van levensmiddelenadditieven op grond van risico’s te monitoren, en rapporteren zo vaak als nodig is hun bevindingen aan de Commissie en de Autoriteit.
2. Na raadpleging van de Autoriteit wordt volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2, een gemeenschappelijke methode voor de verzameling van informatie door de lidstaten over de inname van levensmiddelenadditieven via de voeding in de Gemeenschap vastgesteld.
Artikel 28
Comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4 en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk 2 maanden, 2 maanden en 4 maanden.
Artikel 29
Communautaire financiering van geharmoniseerd beleid
De rechtsgrondslag voor de financiering van de maatregelen die uit deze verordening voortvloeien is artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004.
HOOFDSTUK VI
OVERGANGS — EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 30
Opstelling van communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven
1. Levensmiddelenadditieven die overeenkomstig de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG, zoals gewijzigd op grond van artikel 31 van deze verordening, in levensmiddelen mogen worden gebruikt, alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in bijlage II bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met de artikelen 6, 7 en 8 daarvan. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage II betreffen en die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.
Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage II opgenomen.
2. ►C1 Levensmiddelenadditieven die in Richtlijn 95/2/EG werden toegelaten voor gebruik in levensmiddelenadditieven, ◄ alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in deel 1 van bijlage III bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met artikel 6 van deze verordening. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage III betreffen en die beogenniet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.
Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage III opgenomen.
3. ►C1 Levensmiddelenadditieven die in Richtlijn 95/2/EG werden toegelaten voor gebruik in levensmiddelenaroma’s, ◄ alsook de desbetreffende gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in deel 4 van bijlage III bij deze verordening nadat is gecontroleerd of zij in overeenstemming zijn met artikel 6 van deze verordening. De maatregelen die het opnemen van dergelijke additieven in bijlage III betreffen en die beogenniet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. De controle omvat geen nieuwe risicobeoordeling door de Autoriteit. De controle wordt uiterlijk 20 januari 2011 afgerond.
Levensmiddelenadditieven en gebruiksvormen die niet langer nodig zijn, worden niet in bijlage III opgenomen.
4. De specificaties van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde levensmiddelenadditieven worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1331/2008 [tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s] vastgesteld wanneer deze levensmiddelenadditieven overeenkomstig die leden in de bijlagen worden opgenomen.
5. De maatregelen met betrekking tot passende overgangsmaatregelen, bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door aanvulling ervan, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 28, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 31
Overgangsmaatregelen
Totdat de communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven zijn opgesteld als bepaald in artikel 30, worden de bijlagen bij de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG zo nodig aangevuld met maatregelen, bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordeningen te wijzigen, die door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 28, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
►C1 Levensmiddelen die vόόr 20 januari 2010 in de handel zijn gebracht ◄ of geëtiketteerd, en die niet voldoen aan artikel 22, lid 1, onder i), en artikel 22, lid 4, kunnen in de handel worden gebracht tot de datum van hun minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum.
►C1 Levensmiddelen die niet voldoen aan artikel 24, ◄ en die voor 20 juli 2010 legaal in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum in de handel worden gebracht.
Artikel 32
Herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven
1. Levensmiddelenadditieven die vóór 20 januari 2009 toegestaan waren, worden onderworpen aan een nieuwe risicobeoordeling, die door de Autoriteit wordt verricht.
2. Na raadpleging van de Autoriteit wordt uiterlijk 20 januari 2010 een beoordelingsprogramma voor deze additieven vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 28, lid 2. Dit beoordelingsprogramma wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 33
Intrekkingen
1. De volgende besluiten worden ingetrokken:
a) Richtlijn van de Raad van 23 oktober 1962 betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren;
b) Richtlijn 65/66/EEG;
c) Richtlijn 78/663/EEG;
d) Richtlijn 78/664/EEG;
e) Richtlijn 81/712/EEG;
f) Richtlijn 89/107/EEG;
g) Richtlijn 94/35/EG;
h) Richtlijn 94/36/EG;
i) Richtlijn 95/2/EG;
j) Beschikking nr. 292/97/EG;
k) Beschikking 2002/247/EG.
2. Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 34
Overgangsbepalingen
In afwijking van artikel 33 blijven de volgende bepalingen van toepassing totdat de overdracht uit hoofde van artikel 30, leden 1, 2 en 3, van deze verordening, van levensmiddelenadditieven die reeds in de Richtlijnen 94/35/EG, 94/36/EG en 95/2/EG waren toegestaan, is voltooid:
a) artikel 2, leden 1, 2 en 4, van Richtlijn 94/35/EG en de bijlage bij die richtlijn;
b) artikel 2, leden 1 tot en met 6, 8, 9 en 10 van Richtlijn 94/36/EG en de bijlagen I tot en met V bij die richtlijn;
c) de artikelen 2 en 4 van Richtlijn 95/2/EG en de bijlagen I tot en met VI bij die richtlijn.
In afwijking van punt c) wordt de goedkeuring voor E 1103 invertase en E 1105 lysozym overeenkomstig Richtlijn 95/2/EG ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van de communautaire lijst van voedingsenzymen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1332/2008 [inzake voedingsenzymen].
Artikel 35
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 20 januari 2010.
Artikel 4, lid 2, is echter met ingang van 1 januari 2011 van toepassing op de delen 2, 3 en 5 van bijlage III en artikel 23, lid 4, is van toepassing met ingang van 20 januari 2011. Artikel 24 is van toepassing met ingang van 20 juli 2010. Artikel 31 is van toepassing met ingang van 20 januari 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Functionele klassen van levensmiddelenadditieven in levensmiddelen en van levensmiddelenadditieven in levensmiddelenadditieven en voedselenzymen:
1. „zoetstoffen”: stoffen die worden gebruikt om levensmiddelen een zoete smaak te geven of in tafelzoetstoffen;
2. „kleurstoffen”: stoffen die aan een levensmiddel kleur geven of teruggeven en die natuurlijke bestanddelen van levensmiddelen en andere natuurlijke bronnen bevatten die gewoonlijk noch op zich als levensmiddelen worden geconsumeerd, noch als kenmerkende voedselingrediënten worden gebruikt. Preparaten die uit levensmiddelen en ander eetbaar natuurlijk uitgangsmateriaal zijn verkregen door een fysische en/of chemische behandeling die resulteert in een selectieve extractie van de kleurstof (en niet van de aromatische of voedingsbestanddelen) zijn kleurstoffen in de zin van deze verordening;
3. „conserveermiddelen”: stoffen die de houdbaarheid van levensmiddelen verlengen door ze te beschermen tegen bederf door micro-organismen en/of tegen de groei van pathogene micro-organismen;
4. „antioxidanten”: stoffen die de houdbaarheid van levensmiddelen verlengen door ze te beschermen tegen bederf door oxidatie, zoals het ranzig worden van vet en kleurveranderingen;
5. „draagstoffen”: stoffen die worden gebruikt om een levensmiddelenadditief, een aroma, een voedingsenzym, een voedingsstof en/of een andere stof die voor voedings- of fysiologische doeleinden aan een levensmiddel is toegevoegd, op te lossen, te verdunnen, te dispergeren of op een andere wijze fysisch te wijzigen zonder de technologische functie ervan te veranderen (en zonder zelf een technologisch effect uit te oefenen), om de verwerking, de toepassing of het gebruik van de stof te vergemakkelijken;
6. „voedingszuren”: stoffen die de zuurgraad van levensmiddelen verhogen en/of levensmiddelen een zure smaak geven;
7. „zuurteregelaars”: stoffen die de zuurgraad of alkaliteit van levensmiddelen wijzigen of regelen;
8. „antiklontermiddelen”: stoffen die de neiging van afzonderlijke levensmiddelendeeltjes om aan elkaar te kleven, verkleinen;
9. „antischuimmiddelen”: stoffen die schuimvorming verhinderen of verminderen;
10. „vulstoffen”: stoffen die het volume van een levensmiddel vergroten zonder noemenswaardig tot de beschikbare energiewaarde ervan bij te dragen;
11. „emulgatoren”: stoffen die een homogene menging van twee of meer onmengbare fasen, zoals olie en water, in een levensmiddel mogelijk maken of in stand houden;
12. „smeltzouten”: stoffen die kaaseiwitten in gedispergeerde vorm omzetten om een homogene verdeling van vet en andere bestanddelen te bewerkstelligen;
13. „verstevigingsmiddelen”: stoffen die fruit of groente stevig of knapperig maken of houden, of met geleermiddelen reageren om een gel te vormen of te verstevigen;
14. „smaakversterkers”: stoffen die de bestaande smaak en/of geur van een levensmiddel versterken;
15. „schuimmiddelen”: stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van een gasvormige fase in een vloeibaar of vast levensmiddel te vormen;
16. „geleermiddelen”: stoffen die een levensmiddel vorm geven door een gel te vormen;
17. „glansmiddelen” (met inbegrip van glijmiddelen): stoffen die op het oppervlak van een levensmiddel worden aangebracht om het een glanzend uiterlijk te geven of om een beschermende deklaag te vormen;
18. „bevochtigingsmiddelen”: stoffen die uitdroging van levensmiddelen beletten door de gevolgen van een lage luchtvochtigheid tegen te gaan, of een poeder makkelijker oplosbaar maken in een waterig medium;
19. „gemodificeerde zetmelen”: stoffen die door een of meer chemische behandelingen uit eetbare zetmelen worden verkregen, eventueel een fysische behandeling of een behandeling met enzymen hebben ondergaan en eventueel met zuur of loog verdund of gebleekt zijn;
20. „verpakkingsgasssen”: gassen, met uitzondering van lucht, die vóór, tijdens of na het verpakken van een levensmiddel in de verpakking worden gebracht;
21. „drijfgassen”: gassen, met uitzondering van lucht, die een levensmiddel uit een recipiënt drukken;
22. „rijsmiddelen”: stoffen of combinaties van stoffen die gas vrijmaken en daardoor het volume van deeg of beslag vergroten;
23. „complexvormers”: stoffen die chemische complexen vormen met metaalionen;
24. „stabilisatoren”: stoffen die het mogelijk maken de fysisch-chemische toestand van een levensmiddel te handhaven; stabilisatoren omvatten stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van twee of meer onmengbare stoffen in een levensmiddel te handhaven, stoffen die een bestaande kleur van een levensmiddel stabiliseren, fixeren of intensifiëren en stoffen die het bindend vermogen van het levensmiddel vergroten, onder meer door de vorming van crosslinks tussen eiwitten waardoor afzonderlijke deeltjes tot een gereconstitueerd levensmiddel worden gebonden;
25. „verdikkingsmiddelen”: stoffen die de viscositeit van een levensmiddel vergroten;
26. „meelverbeteraars”: stoffen, met uitzondering van emulgatoren, die aan meel of deeg worden toegevoegd om de bakeigenschappen ervan te verbeteren;
27. „contrastverhogers” stoffen die, bij aanbrenging op het buitenoppervlak van fruit of groenten na depigmentatie van vooraf bepaalde delen (bv. door laserbehandeling) deze delen helpen onderscheiden van het overblijvende oppervlak door er een kleur aan te geven na een interactie met bepaalde componenten van de opperste laag.
BIJLAGE II
EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en gebruiksvoorwaarden
DEEL A
1. Inleiding
Deze EU-lijst omvat:
— de naam van het levensmiddelenadditief en het E-nummer,
— de levensmiddelen waaraan het levensmiddelenadditief mag worden toegevoegd,
— de voorwaarden waaronder het levensmiddelenadditief mag worden gebruikt,
— beperkingen op de rechtstreekse verkoop van het levensmiddelenadditief aan de eindverbruiker.
2. Algemene bepalingen betreffende in de lijst opgenomen levensmiddelenadditieven en gebruiksvoorwaarden
1. Alleen de in deel B opgenomen stoffen mogen als additieven in levensmiddelen worden gebruikt.
2. De additieven mogen alleen worden gebruikt in de in deel E van deze bijlage genoemde levensmiddelen, onder de daarbij vermelde voorwaarden.
3. In deel E van deze bijlage zijn de levensmiddelen ingedeeld naar de in deel D van deze bijlage vermelde levensmiddelencategorieën en zijn de additieven gegroepeerd volgens de definities in deel C van deze bijlage.
4. Uit alle in tabel 1 van deel B opgenomen kleurstoffen bereide aluminiumlakken zijn tot en met 31 juli 2014 toegestaan.
Vanaf 1 augustus 2014 zijn slechts uit de in tabel 3 van dit deel A opgenomen kleurstoffen bereide aluminiumlakken toegestaan, en dan nog slechts in die levensmiddelencategorieën waarvoor in deel E expliciet maxima voor aluminium uit lakken worden vermeld.
5. De kleurstoffen E 123, E 127, E 160b, E 173 en E 180 mogen niet rechtstreeks aan de consument worden verkocht.
6. De onder de nummers E 407, E 407a en E 440 vermelde stoffen mogen met suikers worden gestandaardiseerd op voorwaarde dat dit samen met hun nummer en aanduiding vermeld wordt.
7. Nitriet met de vermelding „voor gebruik in levensmiddelen” mag alleen vermengd met zout of met een zoutvervanger verkocht worden.
8. Het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 geldt wat alle levensmiddelenadditieven betreft, niet voor de in tabel 1 vermelde levensmiddelen en wat levensmiddelenkleurstoffen betreft, niet voor de in tabel 2 vermelde levensmiddelen.
Tabel 1
Levensmiddelen waarin de aanwezigheid van een additief niet krachtens het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr.1333/2008 mag worden toegestaan
1 |
Onverwerkte levensmiddelen als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1333/2008, met uitzondering van vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004 |
2 |
Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG van de Raad (1) |
3 |
Niet-geëmulgeerde oliën en vetten van dierlijke of plantaardige oorsprong |
4 |
Boter |
5 |
Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk en niet-gearomatiseerde, gewone gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met een verlaagd vetgehalte) |
6 |
Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan |
7 |
Niet-gearomatiseerde karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk) |
8 |
Natuurlijk mineraalwater als omschreven in Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), alsmede bronwater en ander water in flessen of pakken |
9 |
Koffie (met uitzondering van oploskoffie met smaakstoffen) en koffie-extract |
10 |
Niet-gearomatiseerde bladthee |
11 |
Suikers als omschreven in Richtlijn 2001/111/EG vande Raad (3) |
12 |
Droge deegwaren met uitzondering van glutenvrije deegwaren en/of deegwaren voor diëten met een laag eiwitgehalte, in overeenstemming met Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) |
(1) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47. (2) PB L 164 van 26.6.2009, blz. 45. (3) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 53. (4) PB L 124 van 20.5.2009, blz. 21. |
Tabel 2
Levensmiddelen waarin de aanwezigheid van een levensmiddelenkleurstof niet krachtens het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 mag worden toegestaan
1 |
Onverwerkte levensmiddelen als omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1333/2008 |
2 |
Water in flessen of pakken |
3 |
Volle, halfvolle en magere melk, gepasteuriseerd of gesteriliseerd (met inbegrip van UHT-sterilisatie) (niet-gearomatiseerd) |
4 |
Chocolademelk |
5 |
Gefermenteerde melk (niet-gearomatiseerd) |
6 |
Verduurzaamde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG van de Raad (1) (niet-gearomatiseerd) |
7 |
Karnemelk (niet-gearomatiseerd) |
8 |
Room en roompoeder (niet-gearomatiseerd) |
9 |
Oliën en vetten van dierlijke of plantaardige oorsprong |
10 |
Gerijpte en ongerijpte kaas (niet-gearomatiseerd) |
11 |
Boter van schapen- en geitenmelk |
12 |
Eieren en eiproducten als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004 |
13 |
Meel, andere gemalen producten en zetmeel |
14 |
Brood en soortgelijke producten |
15 |
Deegwaren en gnocchi |
16 |
Suiker, met inbegrip van alle mono- en disachariden |
17 |
Tomatenpuree en tomaten in blik en in glas |
18 |
Sauzen op basis van tomaten |
19 |
Vruchtensappen en vruchtennectars als vermeld in Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (2) en groentesappen en groentedranken |
20 |
Vruchten, groenten (met inbegrip van aardappelen) en paddenstoelen — in blik, in glas of gedroogd; verwerkte vruchten, groenten (met inbegrip van aardappelen) en paddenstoelen |
21 |
Extra jam of extra confituur, extra gelei en kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG van de Raad (3); crème de pruneaux |
22 |
Vis, schaal-, en weekdieren, vlees, pluimvee en wild, alsmede bereidingen daarvan, met uitzondering van bereide maaltijden die deze ingrediënten bevatten |
23 |
Cacaoproducten en chocoladebestanddelen in chocoladeproducten als vermeld in Richtlijn 2000/36/EG (4) |
24 |
Gebrande koffie, thee, vruchten- en kruidenthee, cichorei; extracten van thee, vruchten- en kruidenthee en cichorei; thee-, planten- en vruchteninfusies en graanbereidingen voor infusies, mengsels en instantmengsels van deze producten |
25 |
Zout, zoutvervangers, kruiden en kruidenmengsels |
26 |
Wijn en andere producten die onder Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (5) vallen, als vermeld in bijlage I, deel XII, bij die verordening |
27 |
Gedistilleerde dranken als omschreven in bijlage II, categorieën 1 tot en met 14, bij Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6), eau-de-vie (voorafgegaan door de naam van de vrucht), verkregen door maceratie en distillatie en London gin (bijlage II, categorie 16 respectievelijk 22) Sambuca, maraschino, marrasquino of Maraskino en mistrà als omschreven in bijlage II, categorieën 38, 39 en 43, bij Verordening (EG) nr. 110/2008 |
28 |
Sangria, clarea en zurra als vermeld in Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (7) |
29 |
Wijnazijn die onder Verordening (EG) nr. 1234/2007 valt, als vermeld in bijlage I, deel XII, bij die verordening |
30 |
Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, als vermeld in Richtlijn 2009/39/EG, met inbegrip van voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters |
31 |
Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG |
32 |
Mout en moutproducten |
(1) PB L 15 van 17.1.2002, blz. 19. (2) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58. (3) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 67. (4) PB L 197 van 3.8.2000, blz. 19. (5) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. (6) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16. (7) PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1. |
Tabel 3
Kleurstoffen die in de vorm van lakken mogen worden gebruikt
E-nummer |
Naam |
E 100 |
Curcumine |
E 101 |
Riboflavinen |
E 102 |
Tartrazine |
E 104 |
Chinolinegeel |
E 110 |
Zonnegeel FCF/oranjegeel S |
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
E 123 |
Amarant |
E 124 |
Ponceau 4R, cochenillerood A |
E 127 |
Erytrosine |
E 129 |
Allurarood AC |
E 131 |
Patentblauw V |
E 132 |
Indigotine, indigokarmijn |
E 133 |
Briljantblauw FCF |
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
E 142 |
Groen S |
E 151 |
Briljantzwart PN |
E 155 |
Bruin HT |
E 163 |
Anthocyanen |
E 180 |
Litholrubine BK |
DEEL B
LIJST VAN ALLE ADDITIEVEN
1. Kleurstoffen
E-nummer |
Naam |
E 100 |
Curcumine |
E 101 |
Riboflavinen |
E 102 |
Tartrazine |
E 104 |
Chinolinegeel |
E 110 |
Zonnegeel FCF/oranjegeel S |
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
E 123 |
Amarant |
E 124 |
Ponceau 4R, cochenillerood A |
E 127 |
Erytrosine |
E 129 |
Allurarood AC |
E 131 |
Patentblauw V |
E 132 |
Indigotine, indigokarmijn |
E 133 |
Briljantblauw FCF |
E 140 |
Chlorofylen en chlorofylinen |
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
E 142 |
Groen S |
E 150a |
Karamel (1) |
E 150b |
Alkali-sulfietkaramel |
E 150c |
Ammoniakkaramel |
E 150d |
Sulfiet-ammoniakkaramel |
E 151 |
Briljantzwart PN |
E 153 |
Plantaardige koolstof |
E 155 |
Bruin HT |
E 160a |
Carotenen |
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
E 160d |
Lycopeen |
E 160e |
Bèta-apo-8'-carotenal (C30) |
E 161b |
Luteïne |
E 161g |
Canthaxanthine (2) |
E 162 |
Bietenrood, betanine |
E 163 |
Anthocyanen |
E 170 |
Calciumcarbonaat |
E 171 |
Titaandioxide |
E 172 |
IJzeroxiden en -hydroxiden |
E 173 |
Aluminium |
E 174 |
Zilver |
E 175 |
Goud |
E 180 |
Litholrubine BK |
(1) Met „karamel” worden bedoeld producten van min of meer bruine kleur, bestemd voor kleuring. Deze naam komt niet overeen met het zoete aromatische product dat wordt verkregen door verhitting van suiker en als aroma voor levensmiddelen (bv. suikerwerk, gebak, alcoholhoudende dranken) wordt gebruikt. (2) Canthaxanthine is niet toegestaan in de levensmiddelencategorieën van de delen D en E. De stof is in lijst B1 opgenomen omdat zij in geneesmiddelen wordt gebruikt overeenkomstig Richtlijn 2009/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 109 van 30.4.2009, blz. 10). |
2. Zoetstoffen
E-nummer |
Naam |
E 420 |
Sorbitolen |
E 421 |
Mannitol |
E 950 |
Acesulfaam-K |
E 951 |
Aspartaam |
E 952 |
Cyclamaten |
E 953 |
Isomalt |
E 954 |
Sacharinen |
E 955 |
Sucralose |
E 957 |
Thaumatine |
E 959 |
Neohesperidine-DC |
E 960 |
Steviolglycosiden |
E 961 |
Neotaam |
E 962 |
Aspartaam-acesulfaamzout |
E 964 |
Polyglycitolstroop |
E 965 |
Maltitolen |
E 966 |
Lactitol |
E 967 |
Xylitol |
E 968 |
Erytritol |
E 969 |
Advantaam |
3. Andere additieven dan kleurstoffen en zoetstoffen
E-nummer |
Naam |
E 170 |
Calciumcarbonaat |
E 172 |
IJzeroxiden en ijzerhydroxiden |
E 200 |
Sorbinezuur |
E 202 |
Kaliumsorbaat |
E 203 |
Calciumsorbaat |
E 210 |
Benzoëzuur (1) |
E 211 |
Natriumbenzoaat (1) |
E 212 |
Kaliumbenzoaat (1) |
E 213 |
Calciumbenzoaat (1) |
E 214 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat |
E 215 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
E 218 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat |
E 219 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
E 220 |
Zwaveldioxide |
E 221 |
Natriumsulfiet |
E 222 |
Natriumwaterstofsulfiet |
E 223 |
Natriumdisulfiet |
E 224 |
Kaliumdisulfiet |
E 226 |
Calciumsulfiet |
E 227 |
Calciumwaterstofsulfiet |
E 228 |
Kaliumwaterstofsulfiet |
E 234 |
Nisine |
E 235 |
Natamycine |
E 239 |
Hexamethyleentetramine |
E 242 |
Dimethyldicarbonaat |
E 243 |
Ethyllauroylarginaat |
E 249 |
Kaliumnitriet |
E 250 |
Natriumnitriet |
E 251 |
Natriumnitraat |
E 252 |
Kaliumnitraat |
E 260 |
Azijnzuur |
E 261 |
Kaliumacetaten (4) |
E 262 |
Natriumacetaten |
E 263 |
Calciumacetaat |
E 270 |
Melkzuur |
E 280 |
Propionzuur |
E 281 |
Natriumpropionaat |
E 282 |
Calciumpropionaat |
E 283 |
Kaliumpropionaat |
E 284 |
Boorzuur |
E 285 |
Natriumtetraboraat (borax) |
E 290 |
Koolstofdioxide |
E 296 |
Appelzuur |
E 297 |
Fumaarzuur |
E 300 |
Ascorbinezuur |
E 301 |
Natriumascorbaat |
E 302 |
Calciumascorbaat |
E 304 |
Vetzuuresters van ascorbinezuur |
E 306 |
Tocoferolrijk extract |
E 307 |
Alfa-tocoferol |
E 308 |
Gamma-tocoferol |
E 309 |
Delta-tocoferol |
E 310 |
Propylgallaat |
E 311 |
Octylgallaat |
E 312 |
Dodecylgallaat |
E 315 |
Erythorbinezuur |
E 316 |
Natriumerythorbaat |
E 319 |
tert-Butylhydrochinon (TBHQ) |
E 320 |
Butylhydroxyanisool (BHA) |
E 321 |
Butylhydroxytolueen (BHT) |
E 322 |
Lecithinen |
E 325 |
Natriumlactaat |
E 326 |
Kaliumlactaat |
E 327 |
Calciumlactaat |
E 330 |
Citroenzuur |
E 331 |
Natriumcitraten |
E 332 |
Kaliumcitraten |
E 333 |
Calciumcitraten |
E 334 |
L(+)-Wijnsteenzuur |
E 335 |
Natriumtartraten |
E 336 |
Kaliumtartraten |
E 337 |
Kaliumnatriumtartraat |
E 338 |
Fosforzuur |
E 339 |
Natriumfosfaten |
E 340 |
Kaliumfosfaten |
E 341 |
Calciumfosfaten |
E 343 |
Magnesiumfosfaten |
E 350 |
Natriummalaten |
E 351 |
Kaliummalaat |
E 352 |
Calciummalaten |
E 353 |
Metawijnsteenzuur |
E 354 |
Calciumtartraat |
E 355 |
Adipinezuur |
E 356 |
Natriumadipaat |
E 357 |
Kaliumadipaat |
E 363 |
Barnsteenzuur |
E 380 |
Triammoniumcitraat |
E 385 |
Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA) |
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
E 400 |
Alginezuur |
E 401 |
Natriumalginaat |
E 402 |
Kaliumalginaat |
E 403 |
Ammoniumalginaat |
E 404 |
Calciumalginaat |
E 405 |
Propyleenglycolalginaat |
E 406 |
Agaragar |
E 407a |
Verwerkt Eucheuma-wier |
E 407 |
Carrageen |
E 410 |
Johannesbroodpitmeel |
E 412 |
Guarpitmeel |
E 413 |
Tragant |
E 414 |
Arabische gom |
E 415 |
Xanthaangom |
E 416 |
Karayagom |
E 417 |
Taragom |
E 418 |
Gellangom |
E 422 |
Glycerol |
E 423 |
Octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom |
E 425 |
Konjac |
E 426 |
Hemicellulose van soja |
E 427 |
Cassiagom |
E 431 |
Polyoxyethyleen(40)stearaat |
E 432 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonolauraat (polysorbaat 20) |
E 433 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonoöleaat (polysorbaat 80) |
E 434 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonopalmitaat (polysorbaat 40) |
E 435 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonostearaat (polysorbaat 60) |
E 436 |
Polyoxyethyleensorbitaantristearaat (polysorbaat 65) |
E 440 |
Pectinen |
E 442 |
Ammoniumfosfatiden |
E 444 |
Sucroseacetaatisobutyraat |
E 445 |
Glycerolesters van houthars |
E 450 |
Difosfaten |
E 451 |
Trifosfaten |
E 452 |
Polyfosfaten |
E 459 |
Bèta-cyclodextrine |
E 460 |
Cellulose |
E 461 |
Methylcellulose |
E 462 |
Ethylcellulose |
E 463 |
Hydroxypropylcellulose |
E 464 |
Hydroxypropylmethylcellulose |
E 465 |
Ethylmethylcellulose |
E 466 |
Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom |
E 468 |
Vernette natriumcarboxymethylcellulose, vernette cellulosegom |
E 469 |
Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose, enzymatisch gehydrolyseerde cellulosegom |
E 470a |
Natrium-, kalium- en calciumzouten van vetzuren |
E 470b |
Magnesiumzouten van vetzuren |
E 471 |
Mono- en diglyceriden van vetzuren |
E 472a |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met azijnzuur |
E 472b |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met melkzuur |
E 472c |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur |
E 472d |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met wijnsteenzuur |
E 472e |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met monoacetyl- en diacetylwijnsteenzuur |
E 472f |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met een mengsel van azijnzuur en wijnsteenzuur |
E 473 |
Sucrose-esters van vetzuren |
E 474 |
Sucroglyceriden |
E 475 |
Polyglycerolesters van vetzuren |
E 476 |
Polyglycerolpolyricinoleaat |
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
E 479b |
Thermisch geoxideerde sojaolie, na reactie met mono- en diglyceriden van vetzuren |
E 481 |
Natriumstearoyl-2-lactylaat |
E 482 |
Calciumstearoyl-2-lactylaat |
E 483 |
Stearyltartraat |
E 491 |
Sorbitaanmonostearaat |
E 492 |
Sorbitaantristearaat |
E 493 |
Sorbitaanmonolauraat |
E 494 |
Sorbitaanmonoöleaat |
E 495 |
Sorbitaanmonopalmitaat |
E 499 |
Plantensterolen die rijk zijn aan stigmasterol |
E 500 |
Natriumcarbonaten |
E 501 |
Kaliumcarbonaten |
E 503 |
Ammoniumcarbonaten |
E 504 |
Magnesiumcarbonaten |
E 507 |
Zoutzuur |
E 508 |
Kaliumchloride |
E 509 |
Calciumchloride |
E 511 |
Magnesiumchloride |
E 512 |
Tin(II)chloride |
E 513 |
Zwavelzuur |
E 514 |
Natriumsulfaten |
E 515 |
Kaliumsulfaten |
E 516 |
Calciumsulfaat |
E 517 |
Ammoniumsulfaat |
E 520 |
Aluminiumsulfaat |
E 521 |
Aluminiumnatriumsulfaat |
E 522 |
Aluminiumkaliumsulfaat |
E 523 |
Aluminiumammoniumsulfaat |
E 524 |
Natriumhydroxide |
E 525 |
Kaliumhydroxide |
E 526 |
Calciumhydroxide |
E 527 |
Ammoniumhydroxide |
E 528 |
Magnesiumhydroxide |
E 529 |
Calciumoxide |
E 530 |
Magnesiumoxide |
E 535 |
Natriumhexacyanoferraat(II) |
E 536 |
Kaliumhexacyanoferraat(II) |
E 538 |
Calciumhexacyanoferraat(II) |
E 541 |
Natriumaluminiumfosfaat, zuur |
E 551 |
Siliciumdioxide |
E 552 |
Calciumsilicaat |
E 553a |
Magnesiumsilicaat |
E 553b |
Talk |
E 554 |
Natriumaluminiumsilicaat |
E 555 |
Kaliumaluminiumsilicaat |
E 556 |
Calciumaluminiumsilicaat (2) |
E 558 |
Bentoniet (3) |
E 559 |
Aluminiumsilicaat (kaolien) (2) |
E 570 |
Vetzuren |
E 574 |
Gluconzuur |
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
E 576 |
Natriumgluconaat |
E 577 |
Kaliumgluconaat |
E 578 |
Calciumgluconaat |
E 579 |
IJzer(II)gluconaat |
E 585 |
IJzer(II)lactaat |
E 586 |
4-Hexylresorcinol |
E 620 |
Glutaminezuur |
E 621 |
Mononatriumglutamaat |
E 622 |
Monokaliumglutamaat |
E 623 |
Calciumdiglutamaat |
E 624 |
Monoammoniumglutamaat |
E 625 |
Magnesiumdiglutamaat |
E 626 |
Guanylzuur |
E 627 |
Natriumguanylaat |
E 628 |
Kaliumguanylaat |
E 629 |
Calciumguanylaat |
E 630 |
Inosinezuur |
E 631 |
Dinatriuminosinaat |
E 632 |
Dikaliuminosinaat |
E 633 |
Calciuminosinaat |
E 634 |
Calcium-5'-ribonucleotiden |
E 635 |
Dinatrium-5'-ribonucleotiden |
E 640 |
Glycine en natriumglycinaat |
E 650 |
Zinkacetaat |
E 900 |
Dimethylpolysiloxaan |
E 901 |
Bijenwas, wit en geel |
E 902 |
Candelillawas |
E 903 |
Carnaubawas |
E 904 |
Schellak |
E 905 |
Microkristallijne was |
E 907 |
Gehydrogeneerd poly-1-deceen |
▼M45 ————— |
|
E 914 |
Geoxideerde polyethyleenwas |
E 920 |
L-Cysteïne |
E 927b |
Carbamide |
E 938 |
Argon |
E 939 |
Helium |
E 941 |
Stikstof |
E 942 |
Distikstofoxide |
E 943a |
Butaan |
E 943b |
Isobutaan |
E 944 |
Propaan |
E 948 |
Zuurstof |
E 949 |
Waterstof |
E 999 |
Quillaja-extract |
E 1103 |
Invertase |
E 1105 |
Lysozym |
E 1200 |
Polydextrose |
E 1201 |
Polyvinylpyrrolidon |
E 1202 |
Polyvinylpolypyrrolidon |
E 1203 |
Polyvinylalcohol (PVA) |
E 1204 |
Pullulan |
E 1205 |
Basisch methacrylaatcopolymeer |
E 1206 |
Neutraal methacrylaatcopolymeer |
E 1207 |
Anionisch methacrylaatcopolymeer |
E 1208 |
Polyvinylpyrrolidon-vinylacetaatcopolymeer |
E 1209 |
Polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer |
E 1404 |
Geoxideerd zetmeel |
E 1410 |
Monozetmeelfosfaat |
E 1412 |
Dizetmeelfosfaat |
E 1413 |
Gefosfateerd dizetmeelfosfaat |
E 1414 |
Geacetyleerd dizetmeelfosfaat |
E 1420 |
Geacetyleerd zetmeel |
E 1422 |
Geacetyleerd dizetmeeladipaat |
E 1440 |
Hydroxypropylzetmeel |
E 1442 |
Hydroxypropyldizetmeelfosfaat |
E 1450 |
Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat |
E 1451 |
Geacetyleerd geoxideerd zetmeel |
E 1452 |
Zetmeelaluminiumoctenylsuccinaat |
E 1505 |
Triëthylcitraat |
E 1517 |
Glyceryldiacetaat (diacetine) |
E 1518 |
Glyceryltriacetaat (triacetine) |
E 1519 |
Benzylalcohol |
E 1520 |
Propaan-1,2-diol (propyleenglycol) |
E 1521 |
Polyethyleenglycol |
(1) Benzoëzuur mag voorkomen in bepaalde gefermenteerde producten die worden verkregen met fermentatieprocessen waarbij goede fabricagepraktijken worden toegepast. (2) toegestaan tot en met 31 januari 2014 (3) toegestaan tot en met 31 mei 2013 (4) Toepassingsperiode: met ingang van 6 februari 2013. |
DEEL C
DEFINITIES VAN GROEPEN ADDITIEVEN
1. Groep I
E-nummer |
Naam |
Specifiek maximum |
E 170 |
Calciumcarbonaat |
quantum satis |
E 260 |
Azijnzuur |
quantum satis |
E 261 |
Kaliumacetaten (4) |
quantum satis |
E 262 |
Natriumacetaten |
quantum satis |
E 263 |
Calciumacetaat |
quantum satis |
E 270 |
Melkzuur |
quantum satis |
E 290 |
Koolstofdioxide |
quantum satis |
E 296 |
Appelzuur |
quantum satis |
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
E 301 |
Natriumascorbaat |
quantum satis |
E 302 |
Calciumascorbaat |
quantum satis |
E 304 |
Vetzuuresters van ascorbinezuur |
quantum satis |
E 306 |
Tocoferolrijk extract |
quantum satis |
E 307 |
Alfa-tocoferol |
quantum satis |
E 308 |
Gamma-tocoferol |
quantum satis |
E 309 |
Delta-tocoferol |
quantum satis |
E 322 |
Lecithinen |
quantum satis |
E 325 |
Natriumlactaat |
quantum satis |
E 326 |
Kaliumlactaat |
quantum satis |
E 327 |
Calciumlactaat |
quantum satis |
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
E 333 |
Calciumcitraten |
quantum satis |
E 334 |
Wijnsteenzuur (L(+)-) |
quantum satis |
E 335 |
Natriumtartraten |
quantum satis |
E 336 |
Kaliumtartraten |
quantum satis |
E 337 |
Kaliumnatriumtartraat |
quantum satis |
E 350 |
Natriummalaten |
quantum satis |
E 351 |
Kaliummalaat |
quantum satis |
E 352 |
Calciummalaten |
quantum satis |
E 354 |
Calciumtartraat |
quantum satis |
E 380 |
Triammoniumcitraat |
quantum satis |
E 400 |
Alginezuur |
quantum satis (1) |
E 401 |
Natriumalginaat |
quantum satis (1) |
E 402 |
Kaliumalginaat |
quantum satis (1) |
E 403 |
Ammoniumalginaat |
quantum satis (1) |
E 404 |
Calciumalginaat |
quantum satis (1) |
E 406 |
Agaragar |
quantum satis (1) |
E 407 |
Carrageen |
quantum satis (1) |
E 407a |
Verwerkt Eucheuma-wier |
quantum satis (1) |
E 410 |
Johannesbroodpitmeel |
|
E 412 |
Guarpitmeel |
|
E 413 |
Tragant |
quantum satis (1) |
E 414 |
Arabische gom |
quantum satis (1) |
E 415 |
Xanthaangom |
|
E 417 |
Taragom |
|
E 418 |
Gellangom |
quantum satis (1) |
E 422 |
Glycerol |
quantum satis |
E 425 |
Konjac i) Konjacgom ii) Konjacglucomannaan |
|
E 440 |
Pectinen |
quantum satis (1) |
E 460 |
Cellulose |
quantum satis |
E 461 |
Methylcellulose |
quantum satis |
E 462 |
Ethylcellulose |
quantum satis |
E 463 |
Hydroxypropylcellulose |
quantum satis |
E 464 |
Hydroxypropylmethylcellulose |
quantum satis |
E 465 |
Ethylmethylcellulose |
quantum satis |
E 466 |
Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom |
quantum satis |
E 469 |
Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose |
quantum satis |
E 470a |
Natrium-, kalium- en calciumzouten van vetzuren |
quantum satis |
E 470b |
Magnesiumzouten van vetzuren |
quantum satis |
E 471 |
Mono- en diglyceriden van vetzuren |
quantum satis |
E 472a |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met azijnzuur |
quantum satis |
E 472b |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met melkzuur |
quantum satis |
E 472c |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur |
quantum satis |
E 472d |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met wijnsteenzuur |
quantum satis |
E 472e |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met monoacetyl- en diacetylwijnsteenzuur |
quantum satis |
E 472f |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met een mengsel van azijnzuur en wijnsteenzuur |
quantum satis |
E 500 |
Natriumcarbonaten |
quantum satis |
E 501 |
Kaliumcarbonaten |
quantum satis |
E 503 |
Ammoniumcarbonaten |
quantum satis |
E 504 |
Magnesiumcarbonaten |
quantum satis |
E 507 |
Zoutzuur |
quantum satis |
E 508 |
Kaliumchloride |
quantum satis |
E 509 |
Calciumchloride |
quantum satis |
E 511 |
Magnesiumchloride |
quantum satis |
E 513 |
Zwavelzuur |
quantum satis |
E 514 |
Natriumsulfaten |
quantum satis |
E 515 |
Kaliumsulfaten |
quantum satis |
E 516 |
Calciumsulfaat |
quantum satis |
E 524 |
Natriumhydroxide |
quantum satis |
E 525 |
Kaliumhydroxide |
quantum satis |
E 526 |
Calciumhydroxide |
quantum satis |
E 527 |
Ammoniumhydroxide |
quantum satis |
E 528 |
Magnesiumhydroxide |
quantum satis |
E 529 |
Calciumoxide |
quantum satis |
E 530 |
Magnesiumoxide |
quantum satis |
E 570 |
Vetzuren |
quantum satis |
E 574 |
Gluconzuur |
quantum satis |
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
E 576 |
Natriumgluconaat |
quantum satis |
E 577 |
Kaliumgluconaat |
quantum satis |
E 578 |
Calciumgluconaat |
quantum satis |
E 640 |
Glycine en natriumglycinaat |
quantum satis |
E 920 |
L-Cysteïne |
quantum satis |
E 938 |
Argon |
quantum satis |
E 939 |
Helium |
quantum satis |
E 941 |
Stikstof |
quantum satis |
E 942 |
Distikstofoxide |
quantum satis |
E 948 |
Zuurstof |
quantum satis |
E 949 |
Waterstof |
quantum satis |
E 1103 |
Invertase |
quantum satis |
E 1200 |
Polydextrose |
quantum satis |
E 1404 |
Geoxideerd zetmeel |
quantum satis |
E 1410 |
Monozetmeelfosfaat |
quantum satis |
E 1412 |
Dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
E 1413 |
Gefosfateerd dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
E 1414 |
Geacetyleerd dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
E 1420 |
Geacetyleerd zetmeel |
quantum satis |
E 1422 |
Geacetyleerd dizetmeeladipaat |
quantum satis |
E 1440 |
Hydroxypropylzetmeel |
quantum satis |
E 1442 |
Hydroxypropyldizetmeelfosfaat |
quantum satis |
E 1450 |
Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat |
quantum satis |
E 1451 |
Geacetyleerd geoxideerd zetmeel |
quantum satis |
E 620 |
Glutaminezuur |
10 g/kg, afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als glutaminezuur |
E 621 |
Mononatriumglutamaat |
|
E 622 |
Monokaliumglutamaat |
|
E 623 |
Calciumdiglutamaat |
|
E 624 |
Monoammoniumglutamaat |
|
E 625 |
Magnesiumdiglutamaat |
|
E 626 |
Guanylzuur |
500 mg/kg, afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als guanylzuur |
E 627 |
Natriumguanylaat |
|
E 628 |
Kaliumguanylaat |
|
E 629 |
Calciumguanylaat |
|
E 630 |
Inosinezuur |
|
E 631 |
Dinatriuminosinaat |
|
E 632 |
Dikaliuminosinaat |
|
E 633 |
Calciuminosinaat |
|
E 634 |
Calcium-5'-ribonucleotiden |
|
E 635 |
Dinatrium-5'-ribonucleotiden |
|
E 420 |
Sorbitolen |
quantum satis (indien niet als zoetstof gebruikt) |
E 421 |
Mannitol |
|
E 953 |
Isomalt |
|
E 965 |
Maltitolen |
|
E 966 |
Lactitol |
|
E 967 |
Xylitol |
|
E 968 |
Erytritol |
|
(1) Mag niet worden gebruikt in geleiproducten in minicups. (2) Mag niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen die bedoeld zijn voor rehydratering bij inname. (3) Mag niet worden gebruikt in geleiproducten. (4) Toepassingsperiode: met ingang van 6 februari 2013. |
2. Groep II: in quantum satis — hoeveelheid toegestane levensmiddelenkleurstoffen
E-nummer |
Naam |
E 101 |
Riboflavinen |
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
E 150a |
Karamel |
E 150b |
Alkali-sulfietkaramel |
E 150c |
Ammoniakkaramel |
E 150d |
Sulfiet-ammoniakkaramel |
E 153 |
Plantaardige koolstof |
E 160a |
Carotenen |
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
E 162 |
Bietenrood, betanine |
E 163 |
Anthocyanen |
E 170 |
Calciumcarbonaat |
E 171 |
Titaandioxide |
E 172 |
IJzeroxiden en -hydroxiden |
3. Groep III: levensmiddelenkleurstoffen met een gecombineerd maximum
E-nummer |
Naam |
E 100 |
Curcumine |
E 102 |
Tartrazine |
▼M6 ————— |
|
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
▼M6 ————— |
|
E 129 |
Allurarood AC |
E 131 |
Patentblauw V |
E 132 |
Indigotine, indigokarmijn |
E 133 |
Briljantblauw FCF |
E 142 |
Groen S |
E 151 |
Briljantzwart PN |
E 155 |
Bruin HT |
E 160e |
Bèta-apo-8'-carotenal (C30) |
E 161b |
Luteïne |
4. Groep IV: polyolen
E-nummer |
Naam |
E 420 |
Sorbitolen |
E 421 |
Mannitol |
E 953 |
Isomalt |
E 965 |
Maltitolen |
E 966 |
Lactitol |
E 967 |
Xylitol |
E 968 |
Erytritol |
5. Andere additieven die in combinatie mogen worden gereglementeerd
a) E 200 – E 203: Sorbinezuur — Sorbaten (Sa)
E-nummer |
Naam |
E 200 |
Sorbinezuur |
E 202 |
Kaliumsorbaat |
E 203 |
Calciumsorbaat |
b) E 210 – E 213: Benzoëzuur — Benzoaten (Ba)
E-nummer |
Naam |
E 210 |
Benzoëzuur |
E 211 |
Natriumbenzoaat |
E 212 |
Kaliumbenzoaat |
E 213 |
Calciumbenzoaat |
c) E 200 – E 213: Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten (Sa + Ba)
E-nummer |
Naam |
E 200 |
Sorbinezuur |
E 202 |
Kaliumsorbaat |
E 203 |
Calciumsorbaat |
E 210 |
Benzoëzuur |
E 211 |
Natriumbenzoaat |
E 212 |
Kaliumbenzoaat |
E 213 |
Calciumbenzoaat |
d) E 200 – E 219: Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten; p-hydroxybenzoaten (Sa + Ba + PHB)
E-nummer |
Naam |
E 200 |
Sorbinezuur |
E 202 |
Kaliumsorbaat |
E 203 |
Calciumsorbaat |
E 210 |
Benzoëzuur |
E 211 |
Natriumbenzoaat |
E 212 |
Kaliumbenzoaat |
E 213 |
Calciumbenzoaat |
E 214 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat |
E 215 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
E 218 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat |
E 219 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
e) E 200 – E 203, E 214 – E 219: Sorbinezuur — Sorbaten; p-hydroxybenzoaten (Sa + PHB)
E-nummer |
Naam |
E 200 |
Sorbinezuur |
E 202 |
Kaliumsorbaat |
E 203 |
Calciumsorbaat |
E 214 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat |
E 215 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
E 218 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat |
E 219 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
f) E 214 – E 219: p-Hydroxybenzoaten (PHB)
E-nummer |
Naam |
E 214 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat |
E 215 |
Ethyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
E 218 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat |
E 219 |
Methyl-p-hydroxybenzoaat, natriumzout |
g) E 220 – E 228: Zwaveldioxide — Sulfieten
E-nummer |
Naam |
E 220 |
Zwaveldioxide |
E 221 |
Natriumsulfiet |
E 222 |
Natriumwaterstofsulfiet |
E 223 |
Natriumdisulfiet |
E 224 |
Kaliumdisulfiet |
E 226 |
Calciumsulfiet |
E 227 |
Calciumwaterstofsulfiet |
E 228 |
Kaliumwaterstofsulfiet |
h) E 249 – E 250: Nitrieten
E-nummer |
Naam |
E 249 |
Kaliumnitriet |
E 250 |
Natriumnitriet |
i) E 251 – E 252: Nitraten
E-nummer |
Naam |
E 251 |
Natriumnitraat |
E 252 |
Kaliumnitraat |
j) E 280 – E 283: Propionzuur – Propionaten
E-nummer |
Naam |
E 280 |
Propionzuur |
E 281 |
Natriumpropionaat |
E 282 |
Calciumpropionaat |
E 283 |
Kaliumpropionaat |
k) E 310 – E 320: Gallaten, TBHQ en BHA
E-nummer |
Naam |
E 310 |
Propylgallaat |
E 311 |
Octylgallaat |
E 312 |
Dodecylgallaat |
E 319 |
tert-Butylhydrochinon (TBHQ) |
E 320 |
Butylhydroxyanisool (BHA) |
l) E 338-341, E 343 en E 450-452: Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten
E-nummer |
Naam |
E 338 |
Fosforzuur |
E 339 |
Natriumfosfaten |
E 340 |
Kaliumfosfaten |
E 341 |
Calciumfosfaten |
E 343 |
Magnesiumfosfaten |
E 450 |
Difosfaten (1) |
E 451 |
Trifosfaten |
E 452 |
Polyfosfaten |
(1) met uitzondering van E 450 (ix). |
m) E 355 – E 357: Adipinezuur — Adipaten
E-nummer |
Naam |
E 355 |
Adipinezuur |
E 356 |
Natriumadipaat |
E 357 |
Kaliumadipaat |
n) E 432 – E 436: Polysorbaten
E-nummer |
Naam |
E 432 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonolauraat (polysorbaat 20) |
E 433 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonoöleaat (polysorbaat 80) |
E 434 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonopalmitaat (polysorbaat 40) |
E 435 |
Polyoxyethyleensorbitaanmonostearaat (polysorbaat 60) |
E 436 |
Polyoxyethyleensorbitaantristearaat (polysorbaat 65) |
o) E 473 – E 474: Sucrose-esters van vetzuren, sucroglyceriden
E-nummer |
Naam |
E 473 |
Sucrose-esters van vetzuren |
E 474 |
Sucroglyceriden |
p) E 481 – E 482: Stearoyl-2-lactylaten
E-nummer |
Naam |
E 481 |
Natriumstearoyl-2-lactylaat |
E 482 |
Calciumstearoyl-2-lactylaat |
q) E 491 – E 495: Sorbitaanesters
E-nummer |
Naam |
E 491 |
Sorbitaanmonostearaat |
E 492 |
Sorbitaantristearaat |
E 493 |
Sorbitaanmonolauraat |
E 494 |
Sorbitaanmonoöleaat |
E 495 |
Sorbitaanmonopalmitaat |
r) E 520 – E 523: Aluminiumsulfaten
E-nummer |
Naam |
E 520 |
Aluminiumsulfaat |
E 521 |
Aluminiumnatriumsulfaat |
E 522 |
Aluminiumkaliumsulfaat |
E 523 |
Aluminiumammoniumsulfaat |
s.1) E 551 – 559: Siliciumdioxide — Silicaten ( 33 )
E-nummer |
Naam |
E 551 |
Siliciumdioxide |
E 552 |
Calciumsilicaat |
E 553a |
Magnesiumsilicaat |
E 553b |
Talk |
E 554 |
Natriumaluminiumsilicaat |
E 555 |
Kaliumaluminiumsilicaat |
E 556 |
Calciumaluminiumsilicaat |
E 559 |
Aluminiumsilicaat (kaolien) |
s.2) E 551 – 553: Siliciumdioxide — Silicaten ( 34 )
E-nummer |
Naam |
E 551 |
Siliciumdioxide |
E 552 |
Calciumsilicaat |
E 553a |
Magnesiumsilicaat |
E 553b |
Talk |
t) E 620 – E 625: Glutaminezuur — Glutamaten
E-nummer |
Naam |
E 620 |
Glutaminezuur |
E 621 |
Mononatriumglutamaat |
E 622 |
Monokaliumglutamaat |
E 623 |
Calciumdiglutamaat |
E 624 |
Monoammoniumglutamaat |
E 625 |
Magnesiumdiglutamaat |
u) E 626 – E 635: Ribonucleotiden
E-nummer |
Naam |
E 626 |
Guanylzuur |
E 627 |
Natriumguanylaat |
E 628 |
Kaliumguanylaat |
E 629 |
Calciumguanylaat |
E 630 |
Inosinezuur |
E 631 |
Dinatriuminosinaat |
E 632 |
Dikaliuminosinaat |
E 633 |
Calciuminosinaat |
E 634 |
Calcium-5'-ribonucleotiden |
E 635 |
Dinatrium-5'-ribonucleotiden |
DEEL D
LEVENSMIDDELENCATEGORIEËN
Nummer |
Naam |
0. |
Alle categorieën levensmiddelen |
01. |
Zuivelproducten en zuivelanalogen |
01.1 |
Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk |
01.2 |
Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van niet-gearomatiseerde natuurlijke karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk), die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan |
01.3 |
Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie een warmtebehandeling hebben ondergaan |
01.4 |
Gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan |
01.5 |
Gedehydrateerde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG |
01.6 |
Room en roompoeder |
01.6.1 |
Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met verlaagd vetgehalte) |
01.6.2 |
Niet-gearomatiseerde, met levende fermenten gefermenteerde roomproducten en vervangingsproducten, met een vetgehalte van minder dan 20 % |
01.6.3 |
Andere room |
01.7 |
Kaas en kaasproducten |
01.7.1 |
Ongerijpte kaas, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen |
01.7.2 |
Gerijpte kaas |
01.7.3 |
Eetbare kaaskorsten |
01.7.4 |
Weikaas |
01.7.5 |
Smeltkaas |
01.7.6 |
Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen) |
01.8 |
Zuivelanalogen, inclusief koffiewitmakers |
02. |
Oliën, vetten en emulsies van oliën en vetten |
02.1 |
Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet) |
02.2 |
Emulsies van oliën en vetten, voornamelijk van het type water in olie |
02.2.1 |
Boter en boterconcentraat, butteroil en watervrij melkvet |
02.2.2 |
Andere emulsies van oliën en vetten, inclusief smeerbare producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en vloeibare emulsies |
02.3 |
Bakspray op basis van plantaardige olie |
03. |
Consumptie-ijs |
04. |
Groenten en fruit |
04.1 |
Onverwerkte groenten en fruit |
04.1.1 |
Verse groenten en fruit, heel |
04.1.2 |
Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt |
04.1.3 |
Bevroren groenten en fruit |
04.2 |
Verwerkte groenten en fruit |
04.2.1 |
Gedroogde groenten en fruit |
04.2.2 |
Groenten en fruit in azijn, olie of pekel |
04.2.3 |
Groente- en fruitconserven in blik of in glas |
04.2.4 |
Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van producten die onder 5.4 vallen |
04.2.4.1 |
Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van compote |
04.2.4.2 |
Compote, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen |
04.2.5 |
Jam of confituur, gelei en marmelade en soortgelijke producten |
04.2.5.1 |
Extra jam of extra confituur en extra gelei, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG |
04.2.5.2 |
Jam of confituur, gelei en marmelade alsmede kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG |
04.2.5.3 |
Andere soortgelijke smeerbare groente- en fruitproducten |
04.2.5.4 |
Notenboter en notenpasta |
04.2.6 |
Verwerkte aardappelproducten |
05. |
Snoepgoed |
05.1 |
Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG |
05.2 |
Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem |
05.3 |
Kauwgom |
05.4 |
Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallen vullingen op basis van fruit |
06. |
Granen en graanproducten |
06.1 |
Granen, heel, gebroken of in vlokken |
06.2 |
Meel, andere gemalen producten en zetmeel |
06.2.1 |
Meel, bloem |
06.2.2 |
Zetmeel |
06.3 |
Ontbijtgranen |
06.4 |
Deegwaren |
06.4.1 |
Verse deegwaren |
06.4.2 |
Droge deegwaren |
06.4.3 |
Voorgekookte deegwaren, vers |
06.4.4 |
Gnocchi van aardappelen |
06.4.5 |
Vullingen voor gevulde deegwaren (ravioli en soortgelijke producten) |
06.5 |
Noedels |
06.6 |
Beslag |
06.7 |
Voorgekookte of verwerkte granen |
07. |
Bakkerijproducten |
07.1 |
Brood en broodjes |
07.1.1 |
Brood, uitsluitend bereid van de volgende ingrediënten: tarwebloem, water, gist of bakpoeder, zout |
07.1.2 |
Pain courant français; friss búzakenyér, fehér és félbarna kenyerek |
07.2 |
Banketbakkerswaren |
08. |
Vlees |
08.1 |
Vers vlees, met uitzondering van vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004 |
08.2 |
Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004 |
08.3 |
Vleesproducten |
08.3.1 |
Niet-warmtebehandelde vleesproducten |
08.3.2 |
Warmtebehandelde vleesproducten |
08.3.3 |
Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees |
08.3.4 |
Traditioneel vervaardigde gezouten vleesproducten waarvoor specifieke bepalingen inzake nitrieten en nitraten gelden |
08.3.4.1 |
Traditionele in een pekelbad gezouten producten (vleesproducten die in een pekeloplossing van nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen worden gedompeld) |
08.3.4.2 |
Traditioneel vervaardigde drooggezouten producten (bij droogzouten wordt de buitenkant van het vlees droog ingewreven met een pekelmengsel dat nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen bevat, gevolgd door stabilisatie/rijping) |
08.3.4.3 |
Overige traditioneel vervaardigde gezouten producten (combinatie van zouten in een pekelbad en droogzouten, of waarbij nitrieten en/of nitraten bestanddeel zijn van een samengesteld product of waarbij de pekeloplossing in het product wordt ingespoten voordat het wordt gekookt) |
09. |
Vis en visserijproducten |
09.1 |
Onverwerkte vis en visserijproducten |
09.1.1 |
Onverwerkte vis |
09.1.2 |
Onverwerkte schaal- en weekdieren |
09.2 |
Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren |
09.3 |
Viskuit |
10. |
Eieren en eiproducten |
10.1 |
Onverwerkte eieren |
10.2 |
Verwerkte eieren en eiproducten |
11. |
Suikers, stroop, honing en tafelzoetstoffen |
11.1 |
Suikers en stroop als bedoeld in Richtlijn 2001/111/EG |
11.2 |
Andere suikers en stroop |
11.3 |
Honing als omschreven in Richtlijn 2001/110/EG |
11.4 |
Tafelzoetstoffen |
11.4.1 |
Tafelzoetstoffen in vloeibare vorm |
11.4.2 |
Tafelzoetstoffen in poedervorm |
11.4.3 |
Tafelzoetstoffen in tabletvorm |
12. |
Zouten, specerijen, soepen, sauzen, salades en eiwitproducten |
12.1 |
Zout en zoutvervangers |
12.1.1 |
Zout |
12.1.2 |
Zoutvervangers |
12.2 |
Kruiden, specerijen en kruiderijen |
12.2.1 |
Kruiden en specerijen |
12.2.2 |
Kruiderijen en kruidenmixen |
12.3 |
Azijn |
12.4 |
Mosterd |
12.5 |
Soepen en bouillons |
12.6 |
Sauzen |
12.7 |
Salades en hartige broodsmeersels |
12.8 |
Gist en gistproducten |
12.9 |
Eiwitproducten, met uitzondering van producten die onder categorie 1.8 vallen |
13. |
Voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen als omschreven in Richtlijn 2009/39/EG |
13.1 |
Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters |
13.1.1 |
Volledige zuigelingenvoeding als omschreven in Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie (1) |
13.1.2 |
Opvolgzuigelingenvoeding als omschreven in Richtlijn 2006/141/EG |
13.1.3 |
Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters als omschreven in Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie (2) |
13.1.4 |
Andere levensmiddelen voor peuters |
13.1.5 |
Dieetvoeding voor zuigelingen en peuters voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG van de Commissie (3) en speciaal samengesteld voedsel voor zuigelingen |
13.1.5.1 |
Dieetvoeding voor zuigelingen voor medisch gebruik en speciaal samengesteld voedsel voor zuigelingen |
13.1.5.2 |
Dieetvoeding voor baby's en peuters voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG |
13.2 |
Dieetvoeding voor medisch gebruik als omschreven in Richtlijn 1999/21/EG (met uitzondering van producten die onder categorie 13.1.5 vallen) |
13.3 |
Dieetvoeding voor gewichtsbeperking ter vervanging van de totale dagelijkse voedselinname of van een maaltijd (gehele of gedeeltelijke vervanging van de volledige dagelijkse voeding) |
13.4 |
Levensmiddelen voor personen met een glutenintolerantie als omschreven in Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie (4) |
14. |
Dranken |
14.1 |
Niet-alcoholhoudende dranken |
14.1.1 |
Water, inclusief natuurlijk mineraalwater als omschreven in Richtlijn 2009/54/EG, alsmede bronwater en ander water in flessen of andere verpakkingen |
14.1.2 |
Vruchtensappen als omschreven in Richtlijn 2001/112/EG en groentesappen |
14.1.3 |
Vruchtennectars als omschreven in Richtlijn 2001/112/EG, groentedranken en soortgelijke producten |
14.1.4 |
Gearomatiseerde dranken |
14.1.5 |
Koffie, thee, vruchten- en kruidenthee, cichorei; extracten van thee, vruchten- en kruidenthee en cichorei; thee-, planten-, vruchten- en graanbereidingen voor infusies, alsmede mengsels en instantmengsels van deze producten |
14.1.5.1 |
Koffie, koffie-extract |
14.1.5.2 |
Overige |
14.2 |
Alcoholhoudende dranken, inclusief hun alcoholvrije en alcoholarme pendanten |
14.2.1 |
Bier en moutdranken |
14.2.2 |
Wijn en andere producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en alcoholarme pendanten |
14.2.3 |
Cider en perencider |
14.2.4 |
Vruchtenwijn en „made wine” |
14.2.5 |
Mede |
14.2.6 |
Gedistilleerde dranken als omschreven in Verordening (EG) nr. 110/2008 |
14.2.7 |
Gearomatiseerde wijnproducten als omschreven in Verordening (EEG) nr. 1601/91 |
14.2.7.1 |
Gearomatiseerde wijnen |
14.2.7.2 |
Gearomatiseerde dranken op basis van wijn |
14.2.7.3 |
Gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten |
14.2.8 |
Andere alcoholhoudende dranken, inclusief mengsels van alcoholhoudende dranken met niet-alcoholhoudende dranken, en gedistilleerde dranken met een alcoholgehalte van minder dan 15 % |
15. |
Kant-en-klare hapjes en snacks |
15.1 |
Snacks op basis van aardappelen, granen, meel of zetmeel |
15.2 |
Verwerkte noten |
16. |
Desserts, met uitzondering van producten die onder de categorieën 1, 3 en 4 vallen |
17. |
Voedingssupplementen als omschreven in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), met uitzondering van voedingssupplementen voor zuigelingen en peuters |
17.1 |
Voedingssupplementen in vaste vorm, waaronder capsules, tabletten en soortgelijke vormen, met uitzondering van kauwtabletten |
17.2 |
Voedingssupplementen in vloeibare vorm |
17.3 |
Voedingssupplementen in de vorm van siroop of kauwtabletten |
18. |
Niet onder de categorieën 1 tot en met 17 vallende verwerkte levensmiddelen, met uitzondering van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters |
(1) PB L 401 van 30.12.2006, blz. 1. (2) PB L 339 van 6.12.2006, blz. 16. (3) PB L 91 van 7.4.1999, blz. 29. (4) PB L 16 van 21.1.2009, blz. 3. (5) PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51. |
DEEL E
TOEGESTANE LEVENSMIDDELENADDITIEVEN EN VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK IN LEVENSMIDDELENCATEGORIEËN
Categorienummer |
E-nummer |
Naam |
Maximum (mg/kg of mg/l) |
Voetnoten |
Beperkingen/uitzonderingen |
0. |
In alle levensmiddelencategorieën toegestane levensmiddelenadditieven |
||||
E 290 |
Koolstofdioxide |
quantum satis |
|||
E 938 |
Argon |
quantum satis |
|||
E 939 |
Helium |
quantum satis |
|||
E 941 |
Stikstof |
quantum satis |
|||
E 942 |
Distikstofoxide |
quantum satis |
|||
E 948 |
Zuurstof |
quantum satis |
|||
E 949 |
Waterstof |
quantum satis |
|||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
10 000 |
(1) (4) (57) |
alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen |
|
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) (57) |
alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) (57) |
alleen levensmiddelen in poedervorm (d.w.z. levensmiddelen die tijdens het productieproces gedroogd zijn, en mengsels daarvan), behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
E 459 |
Bèta-cyclodextrine |
quantum satis |
alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen |
||
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
quantum satis |
(1) |
alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
quantum satis |
(1) |
alleen levensmiddelen in tablet- of drageevorm, behalve de in tabel 1 van deel A van deze bijlage opgenomen levensmiddelen Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(57): Het maximum geldt tenzij in de punten 01 tot en met 18 van deze bijlage een ander maximumgehalte voor afzonderlijke levensmiddelen of levensmiddelencategorieën is vastgesteld. |
|||||
01 |
Zuivelproducten en zuivelanalogen |
||||
01.1 |
Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde en gesteriliseerde (met inbegrip van UHT-sterilisatie) melk |
||||
E 331 |
Natriumcitraten |
4 000 |
alleen UHT-geitenmelk |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
1 000 |
(1) (4) |
alleen gesteriliseerde melk en UHT-melk |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
01.2 |
Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van niet-gearomatiseerde natuurlijke karnemelk (met uitzondering van gesteriliseerde karnemelk), die na de fermentatie geen warmtebehandeling hebben ondergaan |
||||
01.3 |
Niet-gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten die na de fermentatie een warmtebehandeling hebben ondergaan |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen gestremde melk |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
01.4 |
Gearomatiseerde, gefermenteerde melkproducten, met inbegrip van producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
(74) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
150 |
Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
150 |
(74) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
Groep IV |
Polyolen |
quantum satis |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 104 |
Chinolinegeel |
10 |
(61) |
||
E 110 |
Zonnegeel FCF/oranjegeel S |
5 |
(61) |
||
E 124 |
Ponceau 4R, cochenillerood A |
5 |
(61) |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
10 |
|||
E 160d |
Lycopeen |
30 |
|||
E 200 – E 213 |
Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten |
300 |
(1) (2) |
alleen desserts op basis van zuivelproducten die geen warmtebehandeling hebben ondergaan |
|
E 297 |
Fumaarzuur |
4 000 |
alleen desserts met vruchtensmaak |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
3 000 |
(1) (4) |
||
E 355 – E 357 |
Adipinezuur — Adipaten |
1 000 |
alleen desserts met vruchtensmaak |
||
E 363 |
Barnsteenzuur |
6 000 |
|||
E 416 |
Karayagom |
6 000 |
|||
E 427 |
Cassiagom |
2 500 |
|||
E 432 – E 436 |
Polysorbaten |
1 000 |
|||
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
5 000 |
|||
E 475 |
Polyglycerolesters van vetzuren |
2 000 |
|||
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
5 000 |
|||
E 481 – E 482 |
Stearoyl-2-lactylaten |
5 000 |
|||
E 483 |
Stearyltartraat |
5 000 |
|||
E 491 – E 495 |
Sorbitaanesters |
5 000 |
|||
E 950 |
Acesulfaam-K |
350 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 951 |
Aspartaam |
1 000 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 952 |
Cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat |
250 |
(51) |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 954 |
Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat |
100 |
(52) |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 955 |
Sucralose |
400 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 957 |
Thaumatine |
5 |
alleen als smaakversterker |
||
E 959 |
Neohesperidine-DC |
50 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 960 |
Steviolglycosiden |
100 |
(60) |
alleen producten met gereduceerde energiewaarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 962 |
Aspartaam-acesulfaamzout |
350 |
(11)a (49) (50) |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 961 |
Neotaam |
32 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 969 |
Advantaam |
10 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(11): De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten. |
|||||
(49): De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950). |
|||||
(50): De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951. |
|||||
(51): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(52): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide. |
|||||
(60): Uitgedrukt als steviolequivalenten. |
|||||
(61): De totale hoeveelheid van E 104, E 110, E 124 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden. |
|||||
(74): Maximum voor aluminium uit alle aluminiumlakken: 15 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing. |
|||||
01.5 |
Gedehydrateerde melk als omschreven in Richtlijn 2001/114/EG |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
behalve niet-gearomatiseerde producten |
||
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
|||
E 301 |
Natriumascorbaat |
quantum satis |
|||
E 304 |
Vetzuuresters van ascorbinezuur |
quantum satis |
|||
E 310 – E 320 |
Gallaten, TBHQ en BHA |
200 |
(1) |
alleen melkpoeder voor automaten |
|
E 322 |
Lecithinen |
quantum satis |
|||
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
|||
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
|||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
1 000 |
(1) (4) |
alleen gedeeltelijk gedehydrateerde melk met minder dan 28 % vaste stof |
|
E 338-452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
1 500 |
(1) (4) |
alleen gedeeltelijk gedehydrateerde melk met meer dan 28 % vaste stof |
|
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
2 500 |
(1) (4) |
alleen melkpoeder en mageremelkpoeder |
|
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
200 |
(41) (46) |
alleen melkpoeder voor automaten |
|
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
30 |
(46) |
alleen melkpoeder voor de bereiding van consumptie-ijs |
|
E 407 |
Carrageen |
quantum satis |
|||
E 500 (ii) |
Natriumwaterstofcarbonaat |
quantum satis |
|||
E 501 (ii) |
Kaliumwaterstofcarbonaat |
quantum satis |
|||
E 509 |
Calciumchloride |
quantum satis |
|||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(41): Uitgedrukt op basis van het vetgehalte. |
|||||
(46): Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur. |
|||||
01.6 |
Room en roompoeder |
||||
01.6.1 |
Niet-gearomatiseerde, gepasteuriseerde room (met uitzondering van room met verlaagd vetgehalte) |
||||
E 401 |
Natriumalginaat |
quantum satis |
|||
E 402 |
Kaliumalginaat |
quantum satis |
|||
E 407 |
Carrageen |
quantum satis |
|||
E 466 |
Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom |
quantum satis |
|||
E 471 |
Mono- en diglyceriden van vetzuren |
quantum satis |
|||
01.6.2 |
Niet-gearomatiseerde, met levende fermenten gefermenteerde roomproducten en vervangingsproducten, met een vetgehalte van minder dan 20 % |
||||
E 406 |
Agaragar |
quantum satis |
|||
E 407 |
Carrageen |
quantum satis |
|||
E 410 |
Johannesbroodpitmeel |
quantum satis |
|||
E 412 |
Guarpitmeel |
quantum satis |
|||
E 415 |
Xanthaangom |
quantum satis |
|||
E 440 |
Pectinen |
quantum satis |
|||
E 460 |
Cellulose |
quantum satis |
|||
E 466 |
Natriumcarboxymethylcellulose, cellulosegom |
quantum satis |
|||
E 471 |
Mono- en diglyceriden van vetzuren |
quantum satis |
|||
E 1404 |
Geoxideerd zetmeel |
quantum satis |
|||
E 1410 |
Monozetmeelfosfaat |
quantum satis |
|||
E 1412 |
Dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
|||
E 1413 |
Gefosfateerd dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
|||
E 1414 |
Geacetyleerd dizetmeelfosfaat |
quantum satis |
|||
E 1420 |
Geacetyleerd zetmeel |
quantum satis |
|||
E 1422 |
Geacetyleerd dizetmeeladipaat |
quantum satis |
|||
E 1440 |
Hydroxypropylzetmeel |
quantum satis |
|||
E 1442 |
Hydroxypropyldizetmeelfosfaat |
quantum satis |
|||
E 1450 |
Zetmeelnatriumoctenylsuccinaat |
quantum satis |
|||
E 1451 |
Geacetyleerd geoxideerd zetmeel |
quantum satis |
|||
01.6.3 |
Andere room |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
alleen gearomatiseerde room |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
150 |
alleen gearomatiseerde room |
||
E 104 |
Chinolinegeel |
10 |
(61) |
alleen gearomatiseerde room |
|
E 110 |
Zonnegeel FCF/oranjegeel S |
5 |
(61) |
alleen gearomatiseerde room |
|
E 124 |
Ponceau 4R, cochenillerood A |
5 |
(61) |
alleen gearomatiseerde room |
|
E 234 |
Nisine |
10 |
alleen clotted cream |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
5 000 |
(1) (4) |
alleen gesteriliseerde room, gepasteuriseerde room, UHT-room en geslagen room |
|
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
5 000 |
(1) |
alleen gesteriliseerde room en gesteriliseerde room met verlaagd vetgehalte |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(61): De totale hoeveelheid van E 104, E 110, E 124 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden |
|||||
01.7 |
Kaas en kaasproducten |
||||
01.7.1 |
Ongerijpte kaas, met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen |
||||
Groep I |
Additieven |
behalve mozzarella |
|||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
alleen gearomatiseerde ongerijpte kaas |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
150 |
alleen gearomatiseerde ongerijpte kaas |
||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
||
E 234 |
Nisine |
10 |
alleen mascarpone |
||
E 260 |
Azijnzuur |
quantum satis |
alleen mozzarella |
||
E 270 |
Melkzuur |
quantum satis |
alleen mozzarella |
||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
alleen mozzarella |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
2 000 |
(1) (4) |
behalve mozzarella |
|
E 460 (ii) |
Cellulose in poedervorm |
quantum satis |
alleen geraspte en gesneden mozzarella |
||
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
alleen mozzarella |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
01.7.2 |
Gerijpte kaas |
||||
E 1105 |
Lysozym |
quantum satis |
|||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
125 |
(83) |
alleen rode gemarmerde kaas en kaas met rode pesto |
|
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
quantum satis |
alleen Sage Derby-kaas |
||
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
quantum satis |
alleen Sage Derby-kaas, kaas met groene en rode pesto, wasabikaas en groene gemarmerde kruidkaas |
||
E 153 |
Plantaardige koolstof |
quantum satis |
alleen Morbier-kaas |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
15 |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
50 |
alleen Red Leicester-kaas |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
35 |
alleen Mimolette-kaas |
||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte kaas |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen rode gemarmerde kaas |
||
E 170 |
Calciumcarbonaat |
quantum satis |
|||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen voorverpakte, in plakken of stukken gesneden kaas, gelaagde kaas en kaas met toegevoegde levensmiddelen |
|
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten |
||
E 234 |
Nisine |
12,5 |
(29) |
||
E 235 |
Natamycine |
1 |
(8) |
alleen oppervlaktebehandeling van harde, halfharde en halfzachte kaas |
|
E 239 |
Hexamethyleentetramine |
25 mg/kg restgehalte, uitgedrukt als formaldehyd |
alleen Provolone-kaas |
||
E 251 – E 252 |
Nitraten |
150 |
(30) |
alleen harde, halfharde en halfzachte kaas |
|
E 280 – E 283 |
Propionzuur — Propionaten |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling |
||
E 460 |
Cellulose in poedervorm |
quantum satis |
alleen gerijpte kaas, gesneden of geraspt |
||
E 500 (ii) |
Natriumwaterstofcarbonaat |
quantum satis |
alleen zuremelkse kaas |
||
E 504 |
Magnesiumcarbonaten |
quantum satis |
|||
E 509 |
Calciumchloride |
quantum satis |
|||
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
alleen harde en halfharde kaas, gesneden of geraspt Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
alleen harde en halfharde kaas, gesneden of geraspt Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
|||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(8) mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm). |
|||||
(29): Deze stof kan van nature in bepaalde kaassoorten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen. |
|||||
(30): In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water. |
|||||
(83): Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn: 3,2 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing. |
|||||
01.7.3 |
Eetbare kaaskorsten |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
|||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
quantum satis |
Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
quantum satis |
(67) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
E 104 |
Chinolinegeel |
10 |
(62) |
||
E 160d |
Lycopeen |
30 |
|||
E 180 |
Litholrubine BK |
quantum satis |
Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
||
E 180 |
Litholrubine BK |
quantum satis |
(67) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
20 |
|||
(62): De totale hoeveelheid van E 104 en de kleuren in groep III mogen niet het voor groep III vermelde maximum overschrijden |
|||||
(67): Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn, en E 180 Litholrubine BK: 10 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing. |
|||||
01.7.4 |
Weikaas |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
|||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen voorverpakte gesneden kaas, gelaagde kaas en kaas met toegevoegde levensmiddelen |
|
E 251 – E 252 |
Nitraten |
150 |
(30) |
alleen kaasmelk van harde, halfharde en halfzachte kaas |
|
E 260 |
Azijnzuur |
quantum satis |
|||
E 270 |
Melkzuur |
quantum satis |
|||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
|||
E 460 (ii) |
Cellulose in poedervorm |
quantum satis |
alleen geraspte en gesneden kaas |
||
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
|||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(30): In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water. |
|||||
01.7.5 |
Smeltkaas |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
||
E 100 |
Curcumine |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
|
E 102 |
Tartrazine |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
|
▼M6 ————— |
|||||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
|
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
100 |
(33) (66) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
|
▼M6 ————— |
|||||
E 160e |
Bèta-apo-8'-carotenal (C30) |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
|
E 161b |
Luteïne |
100 |
(33) |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
|
E 160d |
Lycopeen |
5 |
alleen gearomatiseerde smeltkaas |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
|||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
|||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
15 |
|||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur – sorbaten |
2 000 |
(1) (2) |
||
E 234 |
Nisine |
12,5 |
(29) |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
20 000 |
(1) (4) |
||
E 427 |
Cassiagom |
2 500 |
|||
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(29): Deze stof kan van nature in bepaalde kaassoorten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen. |
|||||
(33): Maximumgehalte voor E 100, E 102, E 120, E 122, E 160e en E 161b, afzonderlijk of in combinatie. |
|||||
(66): Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 Cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing. |
|||||
01.7.6 |
Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen) |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
alleen gearomatiseerde ongerijpte producten |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
100 |
alleen gearomatiseerde ongerijpte producten |
||
E 1105 |
Lysozym |
quantum satis |
alleen gerijpte producten |
||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
125 |
alleen rode gemarmerde producten |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
15 |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten |
||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
alleen gerijpte oranje, gele en gebroken-witte producten |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen rode gemarmerde producten |
||
E 170 |
Calciumcarbonaat |
quantum satis |
alleen gerijpte producten |
||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen ongerijpte producten, voorverpakte gesneden gerijpte producten, gelaagde gerijpte producten en gerijpte producten met toegevoegde levensmiddelen |
|
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten |
||
E 234 |
Nisine |
12,5 |
(29) |
alleen gerijpte en verwerkte producten |
|
E 235 |
Natamycine |
1 mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm) |
alleen oppervlaktebehandeling van harde, halfharde en halfzachte producten |
||
E 251 – E 252 |
Nitraten |
150 |
(30) |
alleen harde, halfharde en halfzachte producten |
|
E 280 – E 283 |
Propionzuur — Propionaten |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling van gerijpte producten |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
2 000 |
(1) (4) |
alleen ongerijpte producten |
|
E 460 |
Cellulose in poedervorm |
quantum satis |
alleen gesneden of geraspte, gerijpte en ongerijpte producten |
||
E 504 |
Magnesiumcarbonaten |
quantum satis |
alleen gerijpte producten |
||
E 509 |
Calciumchloride |
quantum satis |
alleen gerijpte producten |
||
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide, Calciumsilicaat, Magnesiumsilicaat, Talk |
10 000 |
(1) |
alleen gesneden of geraspte harde en halfharde producten Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
alleen gesneden of geraspte harde en halfharde producten Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
alleen gerijpte producten |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(29): Deze stof kan van nature in bepaalde producten voorkomen ten gevolge van gistingsprocessen. |
|||||
(30): In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water. |
|||||
01.8 |
Zuivelanalogen, inclusief koffiewitmakers |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
|||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
quantum satis |
(1) (2) |
alleen kaasanalogen (alleen oppervlaktebehandeling) |
|
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
2 000 |
(1) (2) |
alleen kaasanalogen op basis van eiwit |
|
E 251 – E 252 |
Nitraten |
150 |
(30) |
alleen kaasanalogen op basis van zuivelproducten |
|
E 280 – E 283 |
Propionzuur — Propionaten |
quantum satis |
alleen kaasanalogen (alleen oppervlaktebehandeling) |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
5 000 |
(1) (4) |
alleen analogen voor geslagen room |
|
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
20 000 |
(1) (4) |
alleen smeltkaasanalogen |
|
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
30 000 |
(1) (4) |
alleen koffiewitmakers |
|
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
50 000 |
(1) (4) |
alleen koffiewitmakers voor automaten |
|
E 432 – E 436 |
Polysorbaten |
5 000 |
(1) |
alleen melk- en roomanalogen |
|
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
5 000 |
(1) |
alleen roomanalogen |
|
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
20 000 |
(1) |
alleen koffiewitmakers |
|
E 475 |
Polyglycerolesters van vetzuren |
5 000 |
alleen melk- en roomanalogen |
||
E 475 |
Polyglycerolesters van vetzuren |
500 |
alleen koffiewitmakers |
||
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
1 000 |
alleen koffiewitmakers |
||
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
5 000 |
alleen melk- en roomanalogen |
||
E 481 – E 482 |
Stearoyl-2-lactylaten |
3 000 |
(1) |
alleen koffiewitmakers |
|
E 491 – E 495 |
Sorbitaanesters |
5 000 |
(1) |
alleen melk- en roomanalogen, koffiewitmakers |
|
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
alleen gesneden of geraspte kaasanalogen en smeltkaasanalogen, koffiewitmakers Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
10 000 |
(1) |
alleen gesneden of geraspte kaasanalogen en smeltkaasanalogen, koffiewitmakers Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(30): In de kaasmelk of gelijkwaardige hoeveelheid indien toegevoegd na verwijdering van wei en toevoeging van water. |
|||||
02 |
Oliën, vetten en en emulsies van oliën en vetten |
||||
02.1 |
Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet) |
||||
E 100 |
Curcumine |
quantum satis |
alleen vetten |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen vetten |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
10 |
alleen vetten |
||
E 270 |
Melkzuur |
quantum satis |
alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus |
||
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus |
||
E 304 |
Vetzuuresters van ascorbinezuur |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 306 |
Tocoferolrijk extract |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 307 |
Alfa-tocoferol |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 307 |
Alfa-tocoferol |
200 |
alleen geraffineerde olijfolie, met inbegrip van olie van afvallen van olijven |
||
E 308 |
Gamma-tocoferol |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 309 |
Delta-tocoferol |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 310 – E 320 |
Gallaten, TBHQ en BHA, afzonderlijk of in combinatie |
200 |
(1) (41) |
alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet (behalve olie van afvallen van olijven) en reuzel, visolie, runder-, pluimvee en schapenvet |
|
E 321 |
Butylhydroxytolueen (BHT) |
100 |
(41) |
alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet (behalve olie van afvallen van olijven) en reuzel, visolie, runder-, pluimvee en schapenvet |
|
E 322 |
Lecithinen |
30 000 |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 333 |
Calciumcitraten |
quantum satis |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
30 |
(41) (46) |
alleen plantaardige oliën (behalve olie van eerste persing en olijfolie) en vetten waarin het aandeel meervoudig onverzadigde vetzuren hoger is dan 15 % (m/m), voor gebruik in niet-warmtebehandelde levensmiddelen |
|
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
50 |
(41) (46) |
alleen visolie en algenolie, reuzel, runder-, pluimvee-, schapen- en varkensvet, vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen, bakolie en -vet, behalve olie van afvallen van olijven |
|
E 471 |
Mono- en diglyceriden van vetzuren |
10 000 |
behalve olie van eerste persing en olijfolie |
||
E 472c |
Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur |
quantum satis |
alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus |
||
E 900 |
Dimethylpolysiloxaan |
10 |
alleen bakolie en -vet |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(41): Uitgedrukt op basis van het vetgehalte. |
|||||
(46): Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur. |
|||||
02.2 |
Emulsies van oliën en vetten, voornamelijk van het type water in olie |
||||
02.2.1 |
Boter en boterconcentraat, butteroil en watervrij melkvet |
||||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
behalve boter van schapen- en geitenmelk |
||
E 500 |
Natriumcarbonaten |
quantum satis |
alleen zureroomboter |
||
E 338 – E -452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
2 000 |
(1) (4) |
alleen zureroomboter |
|
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
02.2.2 |
Andere emulsies van oliën en vetten, inclusief smeerbare producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en vloeibare emulsies |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
E 100 |
Curcumine |
quantum satis |
behalve boter met verlaagd vetgehalte |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
|||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
10 |
behalve boter met verlaagd vetgehalte |
||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen vetemulsies (behalve boter) met een vetgehalte van 60 % of meer |
|
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
2 000 |
(1) (2) |
alleen vetemulsies met een vetgehalte van minder dan 60 % |
|
E 310 – E 320 |
Gallaten, TBHQ en BHA, afzonderlijk of in combinatie |
200 |
(1) (2) |
alleen bakvet |
|
E 321 |
Butylhydroxytolueen (BHT) |
100 |
alleen bakvet |
||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
5 000 |
(1) (4) |
alleen smeerbare vetproducten |
|
E 385 |
Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA) |
100 |
alleen smeerbare vetproducten zoals gedefinieerd in artikel 115 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en bijlage XV daarbij, met een vetgehalte van maximaal 41 % |
||
E 405 |
Propyleenglycolalginaat |
3 000 |
|||
E 432 – E 436 |
Polysorbaten |
10 000 |
(1) |
alleen vetemulsies voor bakwerk |
|
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
10 000 |
(1) |
alleen vetemulsies voor bakwerk |
|
E 475 |
Polyglycerolesters van vetzuren |
5 000 |
|||
E 476 |
Polyglycerolpolyricinoleaat |
4 000 |
alleen smeerbare vetproducten als omschreven in artikel 115 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en bijlage XV daarbij, met een vetgehalte van maximaal 41 % en soortgelijke producten met een vetegehalte van minder dan 10 % |
||
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
10 000 |
alleen vetemulsies voor bakwerk |
||
E 479b |
Thermisch geoxideerde sojaolie, na reactie met mono- en diglyceriden van vetzuren |
5 000 |
alleen vetemulsies voor braden |
||
E 481 – E 482 |
Stearoyl-2-lactylaten |
10 000 |
(1) |
||
E 491 – E 495 |
Sorbitaanesters |
10 000 |
(1) |
||
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
30 000 |
(1) |
alleen producten om blik in te vetten Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
30 000 |
(1) |
alleen producten om blik in te vetten Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
E 900 |
Dimethylpolysiloxaan |
10 |
alleen bakolie en -vet |
||
E 959 |
Neohesperidine-DC |
5 |
alleen als smaakversterker, alleen in de vetgroepen B en C in bijlage XV bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
02.3 |
Bakspray op basis van plantaardige olie |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
30 000 |
(1) (4) |
alleen sprays van emulsies op basis van water voor het aanbrengen van een laag op bakblikken |
|
E 392 |
Extracten van rozemarijn |
50 |
(41) (46) |
alleen vetten en oliën voor professionele bereiding van warmtebehandelde levensmiddelen |
|
E 551 – 559 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
30 000 |
(1) |
alleen producten om blik in te vetten Toepassingsperiode: tot en met 31 januari 2014 |
|
E 551 – 553 |
Siliciumdioxide – Silicaten |
30 000 |
(1) |
alleen producten om blik in te vetten Toepassingsperiode: vanaf 1 februari 2014 |
|
E 943a |
Butaan |
quantum satis |
alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water |
||
E 943b |
Isobutaan |
quantum satis |
alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water |
||
E 944 |
Propaan |
quantum satis |
alleen bakspray op basis van plantaardige olie (alleen voor beroepsmatig gebruik) en emulsiespray op basis van water |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(41): Uitgedrukt op basis van het vetgehalte. |
|||||
(46): Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur. |
|||||
03 |
Consumptie-ijs |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
Toepassingsperiode: tot en met 31 juli 2014 |
||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
(75) |
Toepassingsperiode: vanaf 1 augustus 2014 |
|
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
150 |
(25) |
||
Groep IV |
Polyolen |
quantum satis |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 160b |
Annatto, bixine, norbixine |
20 |
|||
E 160d |
Lycopeen |
40 |
|||
E 338 – E 452 |
Fosforzuur — Fosfaten — Di-, tri- en polyfosfaten |
1 000 |
(1) (4) |
||
E 405 |
Propyleenglycolalginaat |
3 000 |
alleen consumptie-ijs op basis van water |
||
E 427 |
Cassiagom |
2 500 |
|||
E 432 – E 436 |
Polysorbaten |
1 000 |
(1) |
||
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
5 000 |
(1) |
||
E 477 |
Esters van propaan-1,2-diol met vetzuren |
3 000 |
|||
E 491 – E 495 |
Sorbitaanesters |
500 |
(1) |
||
E 901 |
Bijenwas, wit en geel |
quantum satis |
alleen voorverpakte wafels met consumptie-ijs |
||
E 950 |
Acesulfaam-K |
800 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 951 |
Aspartaam |
800 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 954 |
Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat |
100 |
(52) |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 955 |
Sucralose |
320 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 957 |
Thaumatine |
50 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 959 |
Neohesperidine-DC |
50 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 960 |
Steviolglycosiden |
200 |
(60) |
alleen ijs met gereduceerde energiewaarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 961 |
Neotaam |
26 |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 962 |
Aspartaam-acesulfaamzout |
800 |
(11)b (49) (50) |
alleen ijs met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 964 |
Polyglycitolstroop |
200 000 |
alleen producten met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers Toepassingsperiode: Met ingang van 29 november 2012 |
||
E 969 |
Advantaam |
10 |
alleen met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(4): Het maximum wordt uitgedrukt als P2O5. |
|||||
(11): De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten. |
|||||
(25): De hoeveelheid van elk van de kleurstoffen E 122 en E 155 mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg of 50 mg/ml. |
|||||
(49): De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950). |
|||||
(50): De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951. |
|||||
(51): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(52): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide. |
|||||
(60): Uitgedrukt als steviolequivalenten. |
|||||
(75): Maximum voor aluminium uit alle aluminiumlakken: 30 mg/kg. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 1333/2008 is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing. |
|||||
04 |
Groenten en fruit |
||||
04.1 |
Onverwerkte groenten en fruit |
||||
04.1.1 |
Verse groenten en fruit, heel |
||||
E 172 |
IJzeroxiden en ijzerhydroxiden |
6 |
Alleen als contrastverhoger voor het markeren van citrusfruit, meloenen en granaatappels om: — alle of sommige door de EU-wetgeving of door de wetgeving van de lidstaten verplichte aanduidingen te herhalen — en/of — op vrijwillige basis de merknaam, de productiemethode, PLU-code, QR-code en/of de barcode weer te geven Toepassingsperiode: met ingang van 24 juni 2013 |
||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
20 |
alleen oppervlaktebehandeling van ongeschilde verse citrusvruchten |
||
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
10 |
(3) |
alleen tafeldruiven, verse lychees (gemeten in de eetbare delen) en blauwe bessen (Vaccinium corymbosum) |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
100 |
(3) |
alleen vacuümverpakte suikermais |
|
E 445 |
Glycerolesters van houthars |
50 |
alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten |
||
E 464 |
Hydroxypropylmethylcellulose |
10 |
Alleen voor citrusfruit, meloenen en granaatappels om: — alle of sommige door de EU-wetgeving of door de wetgeving van de lidstaten verplichte aanduidingen te herhalen — en/of — op vrijwillige basis de merknaam, de productiemethode, PLU-code, QR-code en/of de barcode weer te geven Toepassingsperiode: met ingang van 24 juni 2013 |
||
E 473 – E 474 |
Sucrose-esters van vetzuren — Sucroglyceriden |
quantum satis |
(1) |
alleen oppervlaktebehandeling van vers fruit |
|
E 901 |
Bijenwas, wit en geel |
quantum satis |
alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, bananen, mango’s, avocado’s en granaatappelen en als glansmiddel op noten Toepassingsperiode wat bananen, mango’s, avocado’s en granaatappelen betreft: Met ingang van 25 december 2012 |
||
E 902 |
Candelillawas |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken en ananassen en als glansmiddel voor noten |
||
E 903 |
Carnaubawas |
200 |
alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s en als glansmiddel op noten Toepassingsperiode wat granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s betreft: Met ingang van 25 december 2012 |
||
E 904 |
Schellak |
quantum satis |
alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken, ananassen, granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s en als glansmiddel op noten Toepassingsperiode wat granaatappelen, mango’s, avocado’s en papaja’s betreft: Met ingang van 25 december 2012 |
||
E 905 |
Microkristallijne was |
quantum satis |
alleen voor de oppervlakbehandeling van fruit: meloenen, papaja’s, mango’s, avocado’s en ananassen Toepassingsperiode voor ananassen: Met ingang van 25 december 2012 |
||
▼M45 ————— |
|||||
E 914 |
Geoxideerde polyethyleenwas |
quantum satis |
alleen oppervlaktebehandeling van citrusvruchten, meloenen, papaja's, mango's, avocado's en ananassen |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
04.1.2 |
Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt |
||||
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
50 |
(3) |
alleen geschilde aardappelen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
300 |
(3) |
alleen pulp van uien, knoflook en sjalotten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
800 |
(3) |
alleen pulp van mierikswortel |
|
E 296 |
Appelzuur |
quantum satis |
alleen voorverpakte, onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 301 |
Natriumascorbaat |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 302 |
Calciumascorbaat |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 333 |
Calciumcitraten |
quantum satis |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit en voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen |
||
E 401 |
Natriumalginaat |
2 400 |
(82) |
alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit, bedoeld om te worden verkocht aan de eindverbruiker |
|
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
(82): Mag alleen worden gebruikt in combinatie met E 302 als glansmiddel en met een maximumgehalte van 800 mg/kg van E 302 in het eindproduct. |
|||||
04.1.3 |
Bevroren groenten en fruit |
||||
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
50 |
(3) |
alleen witte groenten, met inbegrip van paddenstoelen en witte peulvruchten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
100 |
(3) |
alleen bevroren en diepgevroren aardappelen |
|
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
|||
E 301 |
Natriumascorbaat |
quantum satis |
|||
E 302 |
Calciumascorbaat |
quantum satis |
|||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
|||
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
|||
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
|||
E 333 |
Calciumcitraten |
quantum satis |
|||
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
04.2 |
Verwerkte groenten en fruit |
||||
04.2.1 |
Gedroogde groenten en fruit |
||||
Groep I |
Additieven |
De stoffen E 410, E 412, E 415 en E 417 mogen niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen die bedoeld zijn voor rehydratering bij inname. |
|||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
▼M6 ————— |
|||||
E 129 |
Allurarood AG |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 131 |
Patentblauw V |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 133 |
Briljantblauw FCF |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 150a-d |
Karamels |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 162 |
Bietenrood, betanine |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen gedroogde vruchten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
50 |
(3) |
alleen gedroogde kokosnoot |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
50 |
(3) |
alleen witte groenten, verwerkt, met inbegrip van peulvruchten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
100 |
(3) |
alleen gedroogde paddenstoelen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
150 |
(3) |
alleen gedroogde gember |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
200 |
(3) |
alleen gedroogde tomaten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
400 |
(3) |
alleen witte groenten, gedroogd |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
500 |
(3) |
alleen gedroogde vruchten en noten in de schaal, behalve gedroogde appelen, peren, bananen, abrikozen, perziken, druiven, pruimen en vijgen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
600 |
(3) |
alleen gedroogde appelen en peren |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
1 000 |
(3) |
alleen gedroogde bananen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
2 000 |
(3) |
alleen gedroogde abrikozen, perziken, druiven, pruimen en vijgen |
|
E 907 |
Gehydrogeneerd poly-1-deceen |
2 000 |
alleen als glansmiddel voor gedroogde vruchten |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
(34): Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie. |
|||||
04.2.2 |
Groenten en fruit in azijn, olie of pekel |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
▼M6 ————— |
|||||
E 129 |
Allurarood AG |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 131 |
Patentblauw V |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 133 |
Briljantblauw FCF |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 150a-d |
Karamels |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 162 |
Bietenrood, betanine |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 150a-d |
Karamels |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 162 |
Bietenrood, betanine |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 200 – E 213 |
Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten |
2 000 |
(1) (2) |
alleen groenten (behalve olijven) |
|
E 200 – E 203 |
Sorbinezuur — Sorbaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen olijven en olijvenbereidingen |
|
E 210 – E 213 |
Benzoëzuur — Benzoaten |
500 |
(1) (2) |
alleen olijven en olijvenbereidingen |
|
E 200 – E 213 |
Sorbinezuur — Sorbaten; Benzoëzuur — Benzoaten |
1 000 |
(1) (2) |
alleen olijven en olijvenbereidingen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
100 |
(3) |
behalve olijven en gele paprika's in pekel |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
500 |
(3) |
alleen gele paprika's in pekel |
|
E 579 |
IJzer(II)gluconaat |
150 |
(56) |
alleen door oxidatie donker gemaakte olijven |
|
E 585 |
IJzer(II)lactaat |
150 |
(56) |
alleen door oxidatie donker gemaakte olijven |
|
E 950 |
Acesulfaam-K |
200 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
E 951 |
Aspartaam |
300 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
E 954 |
Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat |
160 |
(52) |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
|
E 955 |
Sucralose |
180 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
E 959 |
Neohesperidine-DC |
100 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
E 960 |
Steviolglycosiden |
100 |
(60) |
alleen zoetzure groente- en vruchtenconserven |
|
E 961 |
Neotaam |
10 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
E 962 |
Aspartaam-acesulfaamzout |
200 |
(11)a (49) (50) |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
|
E 969 |
Advantaam |
3 |
alleen zoetzure groente- en fruitconserven |
||
(1): De additieven mogen afzonderlijk of in combinatie worden toegevoegd. |
|||||
(2): Het maximum geldt voor de som en de hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
(11): De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten. |
|||||
(34): Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie. |
|||||
(49): De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950). |
|||||
(50): De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951. |
|||||
(52): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide. |
|||||
(56): Uitgedrukt als Fe. |
|||||
(60): Uitgedrukt als steviolequivalenten. |
|||||
04.2.3 |
Groente- en fruitconserven in blik of in glas |
||||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
▼M6 ————— |
|||||
E 129 |
Allurarood AG |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 131 |
Patentblauw V |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 133 |
Briljantblauw FCF |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 140 |
Chlorofylen, chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 141 |
Kopercomplexen van chlorofylen en chlorofylinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 150a-d |
Karamels |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160a |
Carotenen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 160c |
Paprika-extract, capsanthine, capsorubine |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 162 |
Bietenrood, betanine |
quantum satis |
alleen groenten (behalve olijven) |
||
E 163 |
Anthocyanen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 102 |
Tartrazine |
100 |
alleen „processed mushy and garden peas” (in blik) |
||
E 133 |
Briljantblauw FCF |
20 |
alleen „processed mushy and garden peas” (in blik) |
||
E 142 |
Groen S |
10 |
alleen „processed mushy and garden peas” (in blik) |
||
E 127 |
Erytrosine |
200 |
alleen cocktailkersen en gekonfijte kersen |
||
E 127 |
Erytrosine |
150 |
alleen bigarreaus op siroop en in vruchtencocktails |
||
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
50 |
(3) |
alleen witte groenten, met inbegrip van peulvruchten |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
250 |
(3) |
alleen glasconserven van gesneden citroen |
|
E 220 – E 228 |
Zwaveldioxide — Sulfieten |
100 |
(3) |
alleen glasconserven van witte zoete kersen, vacuümverpakte suikermais |
|
E 260 |
Azijnzuur |
quantum satis |
|||
E 261 |
Kaliumacetaten |
quantum satis |
toepassingsperiode: met ingang van 6 februari 2013 |
||
E 262 |
Natriumacetaten |
quantum satis |
|||
E 263 |
Calciumacetaat |
quantum satis |
|||
E 270 |
Melkzuur |
quantum satis |
|||
E 296 |
Appelzuur |
quantum satis |
|||
E 300 |
Ascorbinezuur |
quantum satis |
|||
E 301 |
Natriumascorbaat |
quantum satis |
|||
E 302 |
Calciumascorbaat |
quantum satis |
|||
E 325 |
Natriumlactaat |
quantum satis |
|||
E 326 |
Kaliumlactaat |
quantum satis |
|||
E 327 |
Calciumlactaat |
quantum satis |
|||
E 330 |
Citroenzuur |
quantum satis |
|||
E 331 |
Natriumcitraten |
quantum satis |
|||
E 332 |
Kaliumcitraten |
quantum satis |
|||
E 333 |
Calciumcitraten |
quantum satis |
|||
E 334 |
L(+)-Wijnsteenzuur |
quantum satis |
|||
E 335 |
Natriumtartraten |
quantum satis |
|||
E 336 |
Kaliumtartraten |
quantum satis |
|||
E 337 |
Kaliumnatriumtartraat |
quantum satis |
|||
E 385 |
Calciumdinatrium-ethyleendiaminetetraäcetaat (calciumdinatrium-EDTA) |
250 |
alleen peulvruchten, groenten, paddenstoelen en artisjokken |
||
E 410 |
Johannesbroodpitmeel |
quantum satis |
alleen kastanjes in opgietvloeistof |
||
E 412 |
Guarpitmeel |
quantum satis |
alleen kastanjes in opgietvloeistof |
||
E 415 |
Xanthaangom |
quantum satis |
alleen kastanjes in opgietvloeistof |
||
E 509 |
Calciumchloride |
quantum satis |
|||
E 512 |
Tin(II)chloride |
25 |
(55) |
alleen witte asperges |
|
E 575 |
Glucono-delta-lacton |
quantum satis |
|||
E 579 |
IJzer(II)gluconaat |
150 |
(56) |
alleen door oxidatie donker gemaakte olijven |
|
E 585 |
IJzer(II)lactaat |
150 |
(56) |
alleen door oxidatie donker gemaakte olijven |
|
E 900 |
Dimethylpolysiloxaan |
10 |
|||
E 950 |
Acesulfaam-K |
350 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 951 |
Aspartaam |
1 000 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 952 |
Cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat |
1 000 |
(51) |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 954 |
Sacharine en natrium-, kalium- en calciumsacharinaat |
200 |
(52) |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 955 |
Sucralose |
400 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 959 |
Neohesperidine-DC |
50 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 961 |
Neotaam |
32 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
E 962 |
Aspartaam-acesulfaamzout |
350 |
(11)a (49) (50) |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
|
E 969 |
Advantaam |
10 |
alleen fruit met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers |
||
(3): De maxima worden uitgedrukt als SO2-totaal uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht. |
|||||
(11): De grenswaarden worden uitgedrukt in a) acesulfaam-K-equivalenten of b) aspartaamequivalenten. |
|||||
(34): Maximum voor E 120, E 122, E 129, E 131 en E 133, afzonderlijk of in combinatie. |
|||||
(49): De maximaal te gebruiken hoeveelheden zijn afgeleid van de maxima voor de bestanddelen, aspartaam (E 951) en acesulfaam-K (E 950). |
|||||
(50): De maxima voor E 951 en E 950 mogen niet worden overschreden door het gebruik van aspartaam-acesulfaamzout, afzonderlijk of in combinatie met E 950 of E 951. |
|||||
(51): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij zuur. |
|||||
(52): De maximaal te gebruiken hoeveelheden worden uitgedrukt als vrij imide. |
|||||
(55): Uitgedrukt als Sn. |
|||||
(56): Uitgedrukt als Fe. |
|||||
04.2.4 |
Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van producten die onder 5.4 vallen |
||||
04.2.4.1 |
Groente- en fruitbereidingen, met uitzondering van compote |
||||
Groep I |
Additieven |
||||
Groep II |
Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid |
quantum satis |
alleen „mostarda di frutta” |
||
Groep III |
Kleurstoffen met een gecombineerd maximum |
200 |
alleen „mostarda di frutta” |
||
Groep IV |
Polyolen |
quantum satis |
alleen bereidingen met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers, behalve als zij bestemd zijn voor de bereiding van dranken op basis van vruchtensap |
||
E 100 |
Curcumine |
50 |
uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier |
||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
alleen conserven van rood fruit |
||
E 101 |
Riboflavinen |
quantum satis |
uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier |
||
E 104 |
Chinolinegeel |
30 |
(61) |
alleen „mostarda di frutta” |
|
E 110 |
Zonnegeel FCF/oranjegeel S |
35 |
(61) |
alleen „mostarda di frutta” |
|
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
100 |
uitsluitend imitatieviskuit op basis van zeewier |
||
E 120 |
Cochenille, karmijnzuur, karmijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
E 122 |
Azorubine, karmozijn |
200 |
(34) |
alleen conserven van rood fruit |
|
▼M6 ————— |
|||||