This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 01992L0029-20191120
Council Directive 92/29/EEC of 31 March 1992 on the minimum safety and health requirements for improved medical treatment on board vessels
Consolidated text: Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen
Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen
01992L0029 — NL — 20.11.2019 — 005.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
RICHTLIJN 92/29/EEG VAN DE RAAD van 31 maart 1992 (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19) |
Gewijzigd bij:
|
|
|
Publicatieblad |
||
|
nr. |
blz. |
datum |
||
|
VERORDENING (EG) Nr. 1882/2003 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 september 2003 |
L 284 |
1 |
31.10.2003 |
|
|
L 165 |
21 |
27.6.2007 |
||
|
VERORDENING (EG) Nr. 1137/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008 |
L 311 |
1 |
21.11.2008 |
|
|
VERORDENING (EU) 2019/1243 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 198 |
241 |
25.7.2019 |
|
|
RICHTLIJN (EU) 2019/1834 VAN DE COMMISSIE van 24 oktober 2019 |
L 279 |
80 |
31.10.2019 |
|
RICHTLIJN 92/29/EEG VAN DE RAAD
van 31 maart 1992
betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen
Artikel 1
Definities
In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) schip: elk schip in staats- of particulier eigendom dat onder de vlag van een Lid-Staat vaart of onder de volledige rechtsmacht van een Lid-Staat geregistreerd is, en bestemd is voor de vaart ter zee of waarmede in estuaria wordt gevist, met uitzondering van:
— rivierschepen,
— oorlogsschepen,
— voor niet-commerciële doeleinden gebruikte pleziervaartuigen zonder professionele bemanning, en
— sleepboten die in havengebieden varen.
De schepen zijn ingedeeld in drie categorieën volgens bijlage I;
b) werknemer: iedere persoon die een beroepsactiviteit uitoefent aan boord van een schip, alsmede stagiairs en leerlingen, met uitzondering van havenloodsen en walpersoneel dat werkzaamheden aan boord van een schip aan de kade verricht;
c) reder: de geregistreerde eigenaar van een schip, behalve wanneer het een bare-boat charter betreft of indien het schip, op grond van een beheersovereenkomst, geheel of gedeeltelijk beheerd wordt door een andere natuurlijke of rechtspersoon dan de geregistreerde eigenaar; eventueel wordt de bare-boat-bevrachter of de natuurlijke of rechtspersoon die het schip beheert als de reder beschouwd;
d) medische uitrusting: de geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota waarvan in bijlage II een niet-limitatieve lijst is opgenomen;
e) antidotum: een stof, gebruikt ter voorkoming of behandeling van de directe of indirecte schadelijke effecten die teweeg worden gebracht door een of meer van de op de lijst in bijlage III voorkomende gevaarlijke stoffen.
Artikel 2
Geneesmiddelen en verplegingsartikelen — Ruimte voor medische verzorging — Arts
Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
1.
a) elk schip dat zijn vlag voert of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd is, permanent een medische uitrusting aan boord heeft die voor de scheepscategorie waartoe het behoort, kwalitatief ten minste overeenstemt met het bepaalde in bijlage II, afdelingen I en II;
b) bij de vaststelling van de aan boord mee te nemen hoeveelheden geneesmiddelen en verplegingsartikelen rekening wordt gehouden met de kenmerken van de reis — met name: aanlegplaatsen, bestemming, duur —, met het soort activiteit(en) dat tijdens deze reis moet worden verricht, met de kenmerken van de lading, en met het aantal werknemers;
c) van de in de medische uitrusting opgenomen geneesmiddelen en verplegingsartikelen een overzicht wordt gegeven op een checklist die ten minste voldoet aan het in bijlage IV, delen A, B en C, punten II.1 en II.2, vastgestelde algemene kader;
2.
a) elk schip dat zijn vlag voert of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd is, voor alle vlotten en reddingsboten beschikt over een waterdichte medicijnkist waarvan de inhoud ten minste overeenstemt met de in bijlage II, afdelingen I en II, vastgestelde medische uitrusting voor de schepen van categorie C;
b) de inhoud van de medicijnkisten eveneens wordt gespecificeerd op de checklist als bedoeld in punt 1, onder c);
3. elk schip van meer dan 500 brt met een bemanning van 15 werknemers of meer, dat zijn vlag voert of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd is en dat een reis maakt van meer dan drie dagen, over een ruimte beschikt voor medische verzorging onder bevredigende materiële en hygiënische omstandigheden;
4. elk schip met een bemanning van 100 werknemers of meer, dat zijn vlag voert en dat op een internationaal traject van meer dan drie dagen vaart, een arts aan boord heeft.
Artikel 3
Antidota
Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
1. elk schip dat zijn vlag voert of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd is en een of meer van de in bijlage III genoemde gevaarlijke stoffen vervoert, over de medische uitrusting beschikt die ten minste de in bijlage II, afdeling III, genoemde antidota omvatten;
2. schepen van het type veerboot die zijn vlag voeren of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd zijn en waarbij als gevolg van de exploitatievoorwaarden de aard van de vervoerde gevaarlijke stoffen niet altijd tijdig van tevoren bekend kan zijn, in de medische uitrusting steeds ten minste alle in bijlage II, afdeling III, genoemde antidota aan boord hebben.
Bij overtochten op een lijnverbinding met een duur van minder dan twee uur mag evenwel worden volstaan met de antidota die in zeer dringende gevallen moeten worden toegediend en wel binnen een termijn die de normale duur van de overtocht niet overschrijdt;
3. de inhoud van de medische uitrusting, voor wat betreft de antidota, wordt opgenomen in een controledocument dat minstens voldoet aan de in bijlage IV, delen A, B en C, punt II.3, bedoelde algemene checklist.
Artikel 4
Verantwoordelijkheid
Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
1.
a) de levering en de vernieuwing van de medische uitrusting van de schepen die zijn vlag voeren of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd zijn, uitsluitend onder verantwoordelijkheid van de reder geschiedt, zonder kosten voor de werknemers;
b) het beheer van de medische uitrusting onder de verantwoordelijkheid van de kapitein wordt geplaatst. Deze kan het gebruik en het onderhoud van de medische uitrusting, onverminderd zijn verantwoordelijkheid, aan een of meer met name genoemde en op grond van hun bevoegdheid aangewezen werknemers delegeren;
2. de medische uitrusting in goede staat verkeert en wordt aangevuld en/of vernieuwd zodra dat mogelijk is en in ieder geval bij voorrang tijdens de normale bevoorradingsprocedures;
3. wanneer de kapitein, na naar beste vermogen medisch advies te hebben ingewonnen, constateert dat er sprake is van een medisch spoedgeval, de noodzakelijke maar niet aan boord aanwezige geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota zo snel mogelijk ter beschikking worden gesteld.
Artikel 5
Voorlichting en opleiding
Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
1. de medische uitrusting vergezeld gaat van een of meer handleidingen die ten minste een gebruiksaanwijzing voor de in bijlage II, afdeling III, bedoelde antidota bevat;
2. allen die een zeevaartopleiding volgen en zich op het werken aan boord van een schip voorbereiden, een basisopleiding hebben ontvangen ter zake van medische hulpverlenings- en levensreddende maatregelen die bij een ongeval of een ernstig medisch spoedgeval terstond moeten worden genomen;
3. de kapitein en de werknemer(s) aan wie hij overeenkomstig artikel 4, punt 1, onder b), het gebruik van de medische uitrusting van het schip eventueel heeft toevertrouwd, een speciale opleiding hebben ontvangen, met op gezette tijden, ten minste om de vijf jaar, een bijscholing, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke risico's en vereisten van de verschillende scheepscategorieën en de in bijlage V vervatte algemene richtsnoeren worden gevolgd.
Artikel 6
Radiomedisch consult
1. Ten einde te komen tot een betere spoedbehandeling van de werknemers, neemt elke Lid-Staat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:
a) een of meer centra worden aangewezen om de werknemers via de radio gratis medisch advies te verstrekken;
b) enkele van de artsen die hun diensten in het kader van deze radioadviescentra verlenen, vertrouwd zijn met de bijzondere omstandigheden aan boord van schepen.
2. In de betrokken centra kunnen eventueel, met instemming van de betrokken werknemers, persoonlijke medische gegevens worden opgeslagen ten einde bij het verstrekken van de adviezen een zo groot mogelijk efficiency te bereiken.
Het vertrouwelijke karakter van deze gegevens moet gewaarborgd zijn.
Artikel 7
Controle
1. Elke Lid-Staat neemt de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat een bevoegd persoon of bevoegde instantie zich er tijdens een jaarlijkse controle van de medische uitrusting aan boord van ieder schip dat zijn vlag voert van vergewist:
— dat de uitrusting in overeenstemming is met de minimumeisen van deze richtlijn;
— dat uit de in artikel 2, punt 1, onder c), bedoelde checklist blijkt dat de uitrusting in overeenstemming is met deze minimumeisen;
— dat de uitrusting op de juiste wijze wordt bewaard;
— dat eventuele uiterste gebruiksdata worden gerespecteerd.
2. De controle van de medische uitrusting op de reddingsvlotten wordt verricht tijdens het jaarlijkse onderhoud van de reddingsvlotten.
Bij wijze van uitzondering kan deze controle met ten hoogste vijf maanden worden uitgesteld.
Artikel 8
Wijzigingen in de bijlagen
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 8 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om zuiver technische wijzigingen aan te brengen in de bijlagen, teneinde rekening te houden met de technische vooruitgang, wijzigingen in internationale voorschriften of specificaties en nieuwe bevindingen op het gebied van medische hulpverlening aan boord van schepen.
Indien, in naar behoren gemotiveerde en uitzonderlijke gevallen van onmiddellijke, rechtstreekse en ernstige risico’s voor de lichamelijke gezondheid en veiligheid van werknemers en andere personen, om dwingende redenen van urgentie binnen een zeer kort tijdsbestek actie vereist is, is de in artikel 8 ter, neergelegde procedure van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.
Artikel 8 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 8 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 26 juli 2019. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven ( 1 ).
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6. Een overeenkomstig artikel 8 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 8 ter
Spoedprocedure
1. Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen wordt gebruikgemaakt van de spoedprocedure.
2. Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 8 bis, lid 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.
Artikel 9
Slotbepalingen
1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1994 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen of reeds hebben vastgesteld.
▼M2 —————
Artikel 9 bis
Verslag over de tenuitvoerlegging
Om de vijf jaar dienen de lidstaten een verslag in bij de Commissie over de praktische tenuitvoerlegging van deze richtlijn in de vorm van een specifiek hoofdstuk van het verslag bedoeld in artikel 17 bis, leden 1, 2 en 3, van Richtlijn 89/391/EEG, dat als basis dient voor de evaluatie van de Commissie overeenkomstig artikel 17 bis, lid 4, van die richtijn..
Artikel 10
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
BIJLAGE I
SCHEEPSCATEGORIEËN
(Artikel 1, onder a))
|
A. |
Schepen voor de zeevaart of de zeevisserij, vaargebied onbeperkt. |
|
B. |
Schepen voor de zeevaart of de zeevisserij, met een vaargebied tot minder dan 150 zeemijl van de dichtstbijzijnde haven met adequate medische voorzieningen ( 2 ). |
|
C. |
Schepen voor het havenverkeer, boten en vaartuigen die onder de kust blijven of boten met geen andere accommodatieruimten dan een stuurhut. |
BIJLAGE II
MEDISCHE UITRUSTING (NIET-LIMITATIEVE LIJST) (*)
(Artikel 1, onder d))
(*) In het licht van artikel 2, lid 1, onder a), kunnen de lidstaten in uitzonderlijke omstandigheden en om objectief gerechtvaardigde redenen het gebruik van alternatieve geneesmiddelen of verplegingsartikelen overwegen
I. GENEESMIDDELEN
|
|
Scheepscategorieën |
||
|
|
A |
B |
C |
|
1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
|
|
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
x |
x |
|
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
x |
x |
x |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
x |
x |
|
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
x |
x |
|
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
x |
x |
|
|
2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
|
|
|
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
x |
x |
|
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
x |
x |
|
|
b) Middel tegen braken |
x |
x |
|
|
c) Laxeermiddelen |
x |
|
|
|
d) Middel tegen diarree |
x |
x |
x |
|
e) Middel tegen aambeien |
x |
x |
|
|
3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
x |
x |
x |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
x |
x |
|
|
c) Middel tegen krampen |
x |
x |
|
|
4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
x |
x |
|
|
b) Neurolepticum |
x |
x |
|
|
c) Middel tegen zeeziekte |
x |
x |
x |
|
d) Middel tegen epilepsie |
x |
x |
|
|
5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
x |
x |
|
|
b) Glucocorticoïden |
x |
x |
|
|
6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
x |
x |
|
|
b) Hoestmiddel |
x |
x |
|
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
x |
x |
|
|
7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
x |
x |
|
|
b) Parasietendodend middel |
x |
x |
|
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
x |
x |
|
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
x |
x |
|
|
8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
x |
x |
|
|
9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
|
|
|
|
— Antiseptische oplossing |
x |
x |
x |
|
— Antibiotische zalf |
x |
x |
|
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
x |
x |
|
|
— Antimycotische huidgel |
x |
|
|
|
— Preparaat tegen brandwonden |
x |
x |
x |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
|
|
|
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
x |
x |
|
|
— Anesthetisch collyrium |
x |
x |
|
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
x |
x |
x |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
x |
x |
|
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
|
|
|
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
x |
x |
|
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
|
|
|
|
— Antiseptische gorgeldrank |
x |
x |
|
|
e) Lokale anesthetica |
|
|
|
|
— Lokaal anestheticum via kryotherapie |
x |
|
|
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
x |
x |
|
II. VERPLEGINGSARTIKELEN
|
|
Scheepscategorieën |
||
|
|
A |
B |
C |
|
1. Reanimatiebenodigdheden |
|
|
|
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
x |
x |
|
|
— Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (1) |
x |
x |
|
|
— Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
x |
x |
|
|
2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|
|
|
|
— Stuwbanden |
x |
x |
x |
|
— Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
x |
x |
|
|
— Zelfklevend elastisch verband |
x |
x |
x |
|
— Verbandgazen |
x |
x |
|
|
— Tunnelverband voor de vingers |
x |
|
|
|
— Steriele gazen |
x |
x |
x |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
x |
x |
|
|
— Driekante doek |
x |
x |
|
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
x |
x |
x |
|
— Pleisterverband |
x |
x |
x |
|
— Steriele snelverbanden |
x |
x |
x |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
x |
x |
x |
|
— Hechtingsdraden met naald, niet resorbeerbaar |
x |
|
|
|
— Vette watten |
x |
x |
|
|
3. Instrumenten |
|
|
|
|
— Scalpels voor eenmalig gebruik (operatiemessen) |
x |
|
|
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
x |
x |
|
|
— Scharen |
x |
x |
|
|
— Anatomische pincetten |
x |
x |
|
|
— Vaatklemmen |
x |
x |
|
|
— Naaldvoerders |
x |
|
|
|
— Scheermessen voor eenmalig gebruik |
x |
|
|
|
4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
|
|
|
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
x |
x |
|
|
— Reactiestroken voor urineonderzoek |
x |
|
|
|
— Temperatuurbladen |
x |
|
|
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
x |
x |
|
|
— Stethoscoop |
x |
x |
|
|
— Bloeddrukmeter |
x |
x |
|
|
— Koortsthermometer |
x |
x |
|
|
— Thermometer voor hypothermie |
x |
x |
|
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
x |
x |
|
|
5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
|
|
|
|
— Materiaal voor het draineren van de blaas (geschikt voor mannen en vrouwen) |
x |
|
|
|
— Set voor intraveneuze infusie |
x |
x |
|
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
x |
x |
|
|
6. Verplegingsartikelen |
|
|
|
|
— Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
x |
x |
|
|
— Ondersteek |
x |
|
|
|
— Warmwaterkruik |
x |
|
|
|
— Urinaal (fles voor het opvangen van urine) |
x |
|
|
|
— IJszak |
x |
|
|
|
7. Immobilisatiemateriaal |
|
|
|
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
x |
x |
|
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
x |
x |
|
|
8. Desinfectie — insektenverdelging — bescherming |
|
|
|
|
— Waterontsmetter |
x |
|
|
|
— Vloeibaar insecticide |
x |
|
|
|
— Insecticide in poedervorm |
x |
|
|
|
(1) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken. |
|||
III. ANTIDOTA
|
1. Geneesmiddelen |
|
— Algemene |
|
— Middelen voor hart- en vaatziekten |
|
— Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
|
— Middelen voor het zenuwstelsel |
|
— Middelen voor het ademhalingsstelsel |
|
— Infectiewerende middelen |
|
— Middelen voor uitwendig gebruik |
|
2. Medische apparatuur |
|
— Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
Noot:
Met het oog op een nauwkeurige toepassing van afdeling III kunnen de lidstaten zich baseren op de „Handleiding voor geneeskundige eerste hulp bij ongelukken met gevaarlijke stoffen”, als opgenomen in de International Maritime Dangerous Goods Code van de IMO (geconsolideerde editie van 1990), zoals gewijzigd.
Bij een eventuele aanpassing van deze afdeling III ter toepassing van artikel 8 kan onder meer rekening worden gehouden met de bijwerking(en) van voornoemde handleiding.
BIJLAGE III
GEVAARLIJKE STOFFEN
(Artikel 1, onder e), artikel 3, punt 1)
De stoffen in deze bijlage moeten in aanmerking worden genomen ongeacht de vorm waarin zij aan boord zijn gebracht, ook als het om afvalstoffen of residuen van de lading gaat.
— Explosieve stoffen en voorwerpen
— Samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen
— Ontvlambare vloeistoffen
— Ontvlambare stoffen
— Stoffen die tot zelfontbranding kunnen overgaan
— Stoffen die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen
— Oxydatieve stoffen
— Organische peroxiden
— Toxische stoffen
— Besmettelijke stoffen
— Radioactieve stoffen
— Corrosieve stoffen
— Diverse gevaarlijke stoffen, dat wil zeggen alle overige stoffen waarvan proefondervindelijk is of kan worden aangetoond dat zij een zodanig gevaar opleveren dat het bepaalde in artikel 3 erop van toepassing dient te zijn.
Nota bene
Met het oog op een nauwkeurige toepassing van deze bijlage kunnen de Lid-Staten zich baseren op de International Maritime Dangerous Goods Code van de IMO (geconsolideerde uitgave 1990).
Bij een eventuele aanpassing van deze bijlage ter toepassing van artikel 8 kan met name rekening worden gehouden met de bijwerking(en) van de International Maritime Dangerous Goods Code van de IMO.
BIJLAGE IV
ALGEMENE CHECKLIST VOOR DE MEDISCHE UITRUSTING VAN SCHEPEN
(Artikel 2, punt 1, onder c), en artikel 3, punt 3)
DEEL A
SCHEPEN VAN CATEGORIE A
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1. GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
0 |
0 |
0 |
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
0 |
0 |
0 |
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middel tegen braken |
0 |
0 |
0 |
|
c) Laxeermiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
e) Middel tegen aambeien |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen krampen |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Neurolepticum |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen epilepsie |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Glucocorticoïden |
0 |
0 |
0 |
|
1.6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
0 |
0 |
0 |
|
b) Hoestmiddel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
0 |
0 |
0 |
|
1.7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
0 |
0 |
0 |
|
b) Parasietendodend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
0 |
0 |
0 |
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
1.8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
1.9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotische zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Antimycotische huidgel |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetisch collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische gorgeldrank |
0 |
0 |
0 |
|
e) Lokale anesthetica |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum via kryotherapie |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Reanimatiebenodigdheden |
|
||
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
0 |
0 |
0 |
|
— Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (1) |
0 |
0 |
0 |
|
— Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
0 |
0 |
0 |
|
2.2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Verbandgazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Tunnelverband voor de vingers |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
— Driekante doek |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtingsdraden met naald, niet resorbeerbaar |
0 |
0 |
0 |
|
— Vette watten |
0 |
0 |
0 |
|
2.3. Instrumenten |
|||
|
— Scalpels voor eenmalig gebruik (operatiemessen) |
0 |
0 |
0 |
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Scharen |
0 |
0 |
0 |
|
— Anatomische pincetten |
0 |
0 |
0 |
|
— Vaatklemmen |
0 |
0 |
0 |
|
— Naaldvoerders |
0 |
0 |
0 |
|
— Scheermessen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
0 |
0 |
0 |
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Reactiestroken voor urineonderzoek |
0 |
0 |
0 |
|
— Temperatuurbladen |
0 |
0 |
0 |
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
0 |
0 |
0 |
|
— Stethoscoop |
0 |
0 |
0 |
|
— Bloeddrukmeter |
0 |
0 |
0 |
|
— Koortsthermometer |
0 |
0 |
0 |
|
— Thermometer voor hypothermie |
0 |
0 |
0 |
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
2.5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
0 |
0 |
0 |
|
— Materiaal voor het draineren van de blaas (geschikt voor mannen en vrouwen) |
0 |
0 |
0 |
|
— Set voor intraveneuze infusie |
0 |
0 |
0 |
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.6. Verplegingsartikelen |
0 |
0 |
0 |
|
— Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
0 |
0 |
0 |
|
— Ondersteek |
0 |
0 |
0 |
|
— Warmwaterkruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Urinaal (fles voor het opvangen van urine) |
0 |
0 |
0 |
|
— IJszak |
0 |
0 |
0 |
|
2.7. Immobilisatiemateriaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
0 |
0 |
0 |
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
0 |
0 |
0 |
|
2.8. Desinfectie — insektenverdelging — bescherming |
0 |
0 |
0 |
|
— Waterontsmetter |
0 |
0 |
0 |
|
— Vloeibaar insecticide |
0 |
0 |
0 |
|
— Insecticide in poedervorm |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
|
(1) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken. |
|||
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
DEEL B
SCHEPEN VAN CATEGORIE B
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1. GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
0 |
0 |
0 |
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
0 |
0 |
0 |
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middel tegen braken |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen aambeien |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen krampen |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Neurolepticum |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen epilepsie |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Glucocorticoïden |
0 |
0 |
0 |
|
1.6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
0 |
0 |
0 |
|
b) Hoestmiddel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
0 |
0 |
0 |
|
1.7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
0 |
0 |
0 |
|
b) Parasietendodend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
0 |
0 |
0 |
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
1.8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
1.9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotische zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetisch collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische gorgeldrank |
0 |
0 |
0 |
|
e) Lokale anesthetica |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Reanimatiebenodigdheden |
|
||
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
0 |
0 |
0 |
|
— Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (1) |
0 |
0 |
0 |
|
— Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
0 |
0 |
0 |
|
2.2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Verbandgazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
— Driekante doek |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
— Vette watten |
0 |
0 |
0 |
|
2.3. Instrumenten |
|||
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Scharen |
0 |
0 |
0 |
|
— Anatomische pincetten |
0 |
0 |
0 |
|
— Vaatklemmen |
0 |
0 |
0 |
|
2.4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
0 |
0 |
0 |
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
0 |
0 |
0 |
|
— Stethoscoop |
0 |
0 |
0 |
|
— Bloeddrukmeter |
0 |
0 |
0 |
|
— Koortsthermometer |
0 |
0 |
0 |
|
— Thermometer voor hypothermie |
0 |
0 |
0 |
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
2.5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
0 |
0 |
0 |
|
— Set voor intraveneuze infusie |
0 |
0 |
0 |
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.6. Verplegingsartikelen |
0 |
0 |
0 |
|
— Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
0 |
0 |
0 |
|
2.7. Immobilisatiemateriaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
0 |
0 |
0 |
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
|
(1) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken. |
|||
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
DEEL C
SCHEPEN VAN CATEGORIE C
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1. GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
BIJLAGE V
MEDISCHE OPLEIDING VAN DE KAPITEIN EN DE AANGEWEZEN WERKNEMERS
(Artikel 5, punt 3)
|
I. |
1. Verwerving van de beginselen van de fysiologie, kennis van de ziekteverschijnselen en therapie. 2. Verwerving van elementaire kennis op het gebied van de preventieve gezondheidszorg, met name inzake individuele en collectieve hygiëne, en van elementaire kennis van eventuele profylactische maatregelen. 3. Verwerving van praktische kennis van elementaire medische handelingen en de wijze van evacuatie van patiënten. Het personeel verantwoordelijk voor de medische zorg aan boord van schepen van categorie A moet de praktijkopleiding, indien mogelijk, in een ziekenhuis hebben gevolgd. 4. Verwerving van een goede kennis van de wijze waarop de middelen voor medische consultatie op afstand moeten worden gebruikt. |
|
II. |
Bij de medische opleiding dient rekening te worden gehouden met de in de algemeen erkende recente internationale teksten vastgestelde programma's. |
( 1 ) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
( 2 ) Categorie B wordt uitgebreid tot schepen voor de zeevaart of de zeevisserij met een vaargebied tot minder dan 175 zeemijl van de dichtstbijzijnde haven met adequate medische voorzieningen die permanent binnen de actieradius van aan land gestationeerde reddingshelikopters blijven.
Hiertoe wordt door iedere Lid-Staat bijgewerkte informatie verstrekt betreffende de zones en de omstandigheden waarin de reddingshelikopters systematisch beschikbaar zijn
a) aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie, en
b) aan de kapiteins van schepen die zijn vlag voeren of onder zijn volledige rechtsmacht geregistreerd zijn en onder de eerste alinea van deze voetnoot vallen of kunnen vallen; de informatie wordt verstrekt op de meest adequate wijze, met name via radioconsultatiecentra, reddingscoördinatiecentra of kustradiostations.