EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01991D0037-19920425

Consolidated text: Beschikking van de Commissie van 20 december 1990 tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken en tot wijziging van een aantal beschikkingen tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de teksten in de Duitse en de Griekse taal zijn authentiek) (91/37/EEG)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1991/37/1992-04-25

Geconsolideerde TEKST: 31991D0037 — NL — 25.04.1992

1991D0037 — NL — 25.04.1992 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 1990

tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken en tot wijziging van een aantal beschikkingen tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken

(Slechts de teksten in de Duitse en de Griekse taal zijn authentiek)

(91/37/EEG)

(PB L 018, 24.1.1991, p.19)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

Beschikking van de Commissie van 3 april 1992

  L 108

55

25.4.1992




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 1990

tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Helleense Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken en tot wijziging van een aantal beschikkingen tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken

(Slechts de teksten in de Duitse en de Griekse taal zijn authentiek)

(91/37/EEG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG ( 2 ), en met name op artikel 15, lid 2 en lid 3,

Gelet op Beschikking 75/576/EEG van de Commissie ( 3 ), en met name op artikel 2, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de Beschikkingen 79/92/EEG ( 4 ), 82/949/EEG ( 5 ), 84/23/EEG ( 6 ), 85/59/EEG ( 7 ), 85/624/EEG ( 8 ), 87/110/EEG ( 9 ), 87/118/EEG ( 10 ), 88/94/EEG ( 11 ), 89/77/EEG ( 12 ) en 89/589/EEG ( 13 ) van de Commissie tot machtiging van de Bondsrepubliek Duitsland om, onder andere, de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken,

Gezien de door Duitsland en Griekenland ingediende verzoeken,

Overwegende dat krachtens artikel 15, lid 1, van Richtlijn 70/457/EEG voor de handel in zaaizaad of pootgoed van rassen die in 1988 in ten minste één van de Lid-Staten officieel zijn toegelaten en die tevens voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 70/457/EEG, na 31 december 1990 in de Gemeenschap geen enkele beperking ten aanzien van het ras meer geldt;

Overwegende evenwel dat in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 70/457/EEG is bepaald dat in de in artikel 15, lid 3, genoemde gevallen de Lid-Staat die daarom verzoekt, kan worden gemachtigd de handel in zaaizaad en pootgoed van bepaalde rassen te verbieden;

Overwegende dat het verzoek van Duitsland betrekking heeft op maïsrassen met een FAO-rijpheidsklasse-index van meer dan 350; dat algemeen bekend is dat maïsrassen met een FAO-rijpheidsklasse-index van meer dan 350 momenteel niet geschikt zijn om in Duitsland te worden geteeld (artikel 15, lid 3, onder c), tweede geval, van Richtlijn 70/457/EEG); dat derhalve volledig moet worden voldaan aan het verzoek van Duitsland betreffende deze rassen;

Overwegende dat het verzoek van Griekenland betrekking heeft op vroege sojarassen; dat eveneens algemeen bekend is dat vroege sojarassen momenteel niet geschikt zijn om in Griekenland te worden geteeld (artikel 15, lid 3, onder c), tweede geval, van Richtlijn 70/457/EEG); dat derhalve betreffende deze rassen volledig moet worden voldaan aan het verzoek van Griekenland;

Overwegende evenwel dat de regeling voor het verlenen van machtigingen op grond van artikel 15, lid 2, van voornoemde richtlijn moet worden herzien met het oog op de voltooiing van de interne markt; dat deze herziening, die uiterlijk op 31 december 1992 haar beslag moet krijgen, consequenties zal hebben voor alle tot nog toe toegestane afwijkingen;

Overwegende dat de Commissie bij bovengenoemde beschikkingen Duitsland onder meer heeft gemachtigd om de handel te verbieden in zaaizaad van een aantal in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen opgenomen winterrassen van haver en maïsrassen met een FAO-rijpheidsklasse-index van meer dan 350;

Overwegende dat in de praktijk is gebleken dat niet langer kan worden volgehouden dat in Duitsland de cultuur- of gebruikswaarde van bepaalde winterrassen van haver geringer is dan die van andere vergelijkbare rassen;

Overwegende dat een aantal maïsrassen die vroeger geacht werden tot een hogere dan de hierboven genoemde FAO-rijpheidsklasse-index te behoren, bij de huidige stand van wetenschap en techniek niet langer als zodanig kunnen worden aangemerkt;

Overwegende dat derhalve niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden om voor bovengenoemde winterrassen van haver en maïsrassen aan Duitsland dergelijke machtigingen te verlenen;

Overwegende dat dienovereenkomstig de machtigingen voor bovengenoemde rassen moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

BESLUIT:



▼M1 —————

▼B

Artikel 2

De Helleense Republiek wordt gemachtigd om op haar grondgebied de handel te verbieden in zaaizaad van de volgende in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen van 1991 op te nemen rassen:

OLIEHOUDENDE PLANTEN EN VEZELGEWASSEN

Glycine max. (L.) Merrill — soja

Cervin

Kalmit

Leopard

Major

Mogador

.

Artikel 3

De in artikel 1 en artikel 2 bedoelde machtigingen worden ingetrokken zodra wordt geconstateerd dat de voorwaarden voor de verlening ervan niet meer zijn vervuld.

Artikel 4

De Bondsrepubliek Duitsland en de Helleense Republiek delen de Commissie en de andere Lid-Staten mede vanaf welke datum en op welke wijze zij van de in artikel 1, respectievelijk artikel 2, bedoelde machtiging gebruik maken.

Artikel 5

De op grond van de hierna genoemde beschikkingen aan de Bondsrepubliek Duitsland verleende machtigingen worden ingetrokken voor de hieronder vermelde rassen:

GRANEN

1. 


Avena sativa L. — haver

Beschikking

Rassen

75/576/EEG

Angelica

Argentina

Astra

Ava

Avoine d'hiver du Prieur

Crin Noir

Noire de Moyencourt

Peniarth

Rogart 8

79/92/EEG

Pennal

82/949/EEG

Fringante

Kalott

Rosette

85/59/EEG

Bulwark

Lidia

Oyster

85/624/EEG

Mutine

Tanagra

87/110/EEG

Vintero

87/118/EEG

AC 1

Blancanieves

Blenda

Cartuja

Nina

PA 101

PA 102

PA 105

Prevision

Roja de Argelia

Saia 6

88/94/EEG

Image

Lustre

89/77/EEG

Kynon

89/589/EEG

Aintree

Cigale

Craig

Sonar

2. 


Zea mays L. — maïs

Beschikking

Rassen

82/949/EEG

Fany

84/23/EEG

Cantaleso

Eva

85/59/EEG

Arta

85/624/EEG

Senechal

88/94/EEG

Anjou 39

Aquilan

LG 2350

89/77/EEG

Jaguar

Mikado

Nobel

89/589/EEG

Axios

.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Helleense Republiek.



( 1 ) PB nr. L 225 van 12. 10. 1970, blz. 1.

( 2 ) PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 48.

( 3 ) PB nr. L 253 van 30. 9. 1975, blz. 36.

( 4 ) PB nr. L 22 van 31. 1. 1979, blz. 14.

( 5 ) PB nr. L 383 van 31. 12. 1982, blz. 27.

( 6 ) PB nr. L 20 van 25. 1. 1984, blz. 19.

( 7 ) PB nr. L 23 van 26. 1. 1985, blz. 44.

( 8 ) PB nr. L 379 van 31. 12. 1985, blz. 20.

( 9 ) PB nr. L 48 van 17. 2. 1987, blz. 27.

( 10 ) PB nr. L 49 van 18. 2. 1987, blz. 35.

( 11 ) PB nr. L 56 van 2. 3. 1988, blz. 40.

( 12 ) PB nr. L 30 van 1. 2. 1989, blz. 72.

( 13 ) PB nr. L 331 van 16. 11. 1989, blz. 46.

Top