This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/211/31
Case C-281/07: Reference for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof (Germany), lodged on 13 June 2007 — Bayerische Hypotheken- und Vereinsbank AG v Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-281/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 13 juni 2007 — Bayerische Hypotheken- und Vereinsbank AG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-281/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 13 juni 2007 — Bayerische Hypotheken- und Vereinsbank AG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
PB C 211 van 8.9.2007, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.9.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 13 juni 2007 — Bayerische Hypotheken- und Vereinsbank AG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
(Zaak C-281/07)
(2007/C 211/31)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bayerische Hypotheken- und Vereinsbank AG
Verwerende partij: Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Prejudiciële vragen
1. |
Is artikel 3, lid 1, eerste zin, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (1) ook dan van toepassing op de terugvordering van een restitutie bij uitvoer die een exporteur ten onrechte werd toegekend, wanneer laatstgenoemde geen onregelmatigheid heeft begaan? |
Zo ja:
2. |
Moet deze bepaling op overeenkomstige wijze worden toegepast bij de terugvordering van dergelijke voordelen van degene aan wie de exporteur zijn aanspraak op een restitutie bij uitvoer heeft overgedragen? |
(1) PB L 312, blz. 1.