This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/129/08
Case C-157/07: Reference for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof (Germany) lodged on 21 March 2007 — Finanzamt für Körperschaften III in Berlin v Krankenheim Ruhesitz am Wannsee-Seniorenheimstatt GmbH
Zaak C-157/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 21 maart 2007 — Finanzamt für Körperschaften III in Berlin/Krankenheim Ruhesitz am Wannsee-Seniorenheimstatt GmbH
Zaak C-157/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 21 maart 2007 — Finanzamt für Körperschaften III in Berlin/Krankenheim Ruhesitz am Wannsee-Seniorenheimstatt GmbH
PB C 129 van 9.6.2007, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 129/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 21 maart 2007 — Finanzamt für Körperschaften III in Berlin/Krankenheim Ruhesitz am Wannsee-Seniorenheimstatt GmbH
(Zaak C-157/07)
(2007/C 129/08)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Finanzamt für Körperschaften III in Berlin,
Verwerende partij: Krankenheim Ruhesitz am Wannsee-Seniorenheimstatt GmbH,
Prejudiciële vragen
1) |
Verzet artikel 31 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1) zich tegen een regeling van een lidstaat op grond waarvan een aldaar wonende onbeperkt belastingplichtige verliezen uit een in een andere lidstaat gelegen vaste inrichting die op grond van een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting, weliswaar onder bepaalde voorwaarden bij de berekening van zijn totale inkomen in aftrek kan brengen,
|
2) |
Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord: Heeft het feit dat de beperkingen van de verliesverrekening in de andere lidstaat (de bronstaat) van hun kant in strijd zijn met artikel 31 van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, omdat zij de aldaar ter zake van inkomsten uit vaste inrichtingen slechts beperkt belastingplichtige benadelen tegenover de aldaar onbeperkt belastingplichtigen, gevolgen voor de vestigingsstaat? |
3) |
En voorts, indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord: Dient de vestigingsstaat af te zien van naheffing over de verliezen van de buitenlandse vaste inrichting voor zover deze anders in geen van de lidstaten kunnen worden verrekend, aangezien de vaste inrichting in de andere lidstaat is opgeheven? |