Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/042/86

    Zaak F-1/07: Beroep ingesteld op 3 januari 2007 — Chassagne/Commissie

    PB C 42 van 24.2.2007, p. 49–49 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.2.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 42/49


    Beroep ingesteld op 3 januari 2007 — Chassagne/Commissie

    (Zaak F-1/07)

    (2007/C 42/86)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Olivier Chassagne (Brussel, België) (vertegenwoordiger: Y. Minatchy, advocaat)

    Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies

    nietig te verklaren het besluit van de Commissie van 17 november 2006 houdende vaststelling van de lijst van bevorderde functionarissen en van de daaruit voor verzoeker voortvloeiende maatregelen;

    elke maatregel te treffen die nodig is voor het veiligstellen van verzoekers rechten en belangen;

    de verwerende partij te veroordelen tot betaling van een bedrag van 160 184 EUR aan schadevergoeding;

    de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoeker betwist het besluit van de Commissie om zijn naam niet te plaatsen op de lijst van ambtenaren die in het kader van de bevorderingsronde 2006 zijn bevorderd, op grond dat hij voor die ronde noch een beoordelingsrapport — zijn beoordeling was op de datum van het bestreden besluit nog niet afgrond — noch een meritepunt heeft kunnen krijgen.

    Het beroep is voornamelijk gebaseerd op het feit dat het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) verzoeker zou hebben buitengesloten van de beoordelings- en bevorderingsronde 2006, zodat zijn carrièreverloop een ernstige vertraging heeft opgelopen.

    Verzoeker is van mening dat het bestreden besluit: i) in strijd is met een aantal algemene gemeenschapsrechtelijk beginselen, waaronder met name de bescherming van de rechten van verdediging, de motiveringsplicht, het verbod van kennelijk onjuiste beoordeling, de bescherming van gewettigd vertrouwen, de rechtszekerheid en de gelijke behandeling; ii) een aantal gemeenschapsrechtelijke bepalingen schendt, onder meer de artikelen 43 en 45 van het Statuut en de algemene uitvoeringsbepalingen die de Commissie voor de toepassing ervan heeft vastgesteld.


    Top