This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/082/36
Case C-53/05: Action brought on 9 February 2005 by the Commission of the European Communities against the Portuguese Republic
Zaak C-53/05: Beroep, op 9 februari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek
Zaak C-53/05: Beroep, op 9 februari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek
PB C 82 van 2.4.2005, p. 17–18
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 82/17 |
Beroep, op 9 februari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek
(Zaak C-53/05)
(2005/C 82/36)
Procestaal: Portugees
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 9 februari 2005 beroep ingesteld tegen de Portugese Republiek door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. Andrade en W. Wils als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:
— |
vast te stellen dat de Portugese Republiek, door alle categorieën van instellingen te hebben vrijgesteld van de aan auteurs wegens openbare uitlening verschuldigde vergoeding, de krachtens artikel 5 juncto artikel 1 van richtlijn 92/100/EEG (1) van de Raad van 19 november 1992 op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— |
de Portugese Republiek te verwijzen in de kosten van het onderhavige geding. |
Middelen en voornaamste argumenten
Vóór richtlijn 92/100 verleende het Portugese recht de auteur geen recht op vergoeding wanneer een werk waarvoor het distributierecht uitgeput was, werd uitgeleend. Thans kent de Portugese wetgeving een recht op vergoeding toe, maar door vrijstelling van betaling daarvan te verlenen aan alle categorieën van openbare instellingen voor openbare uitlening is dit recht in de zin van richtlijn 92/100 uitgehold en is de Portugese Republiek de krachtens de artikelen 1 en 5 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.
(1) PB L 343, blz. 61.