Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/019/68

    Zaak T-451/04: Beroep wegens nalaten, op 18 november 2004 ingesteld door Mediocurso — Estabelecimento de Ensino Particular, S.A. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 19 van 22.1.2005, p. 32–33 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    22.1.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 19/32


    Beroep wegens nalaten, op 18 november 2004 ingesteld door Mediocurso — Estabelecimento de Ensino Particular, S.A. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-451/04)

    (2005/C 19/68)

    Procestaal: Portugees

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 18 november 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Mediocurso — Estabelecimento de Ensino Particular, S.A., gevestigd te Lissabon (Portugal), vertegenwoordigd door C. Botelho Moniz en E. Maia Cadete, advocaten te Lissabon.

    Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

    vast te stellen dat de Commissie in strijd met artikel 233 EG niet heeft voldaan aan haar verplichting tot uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 21 september 2000 in zaak C-462/98 P, Mediocurso/Commissie;

    de Commissie van de Europese Gemeenschappen te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoekster betoogt dat de Commissie heeft nagelaten de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 21 september 2000 in zaak C-462/98 P, Mediocurso/Commissie.

    Meer dan 50 maanden na het arrest, waarin met name uitspraak is gedaan over de aanvragen van verzoekster om betaling van het saldo, heeft de Commissie nog steeds niet de nodige uitvoeringsmaatregelen genomen.

    Op verzoeksters brief van 19 juli 2004, waarin zij de Commissie verzocht het arrest uit te voeren, heeft deze laatste enkel bij brief van 31 augustus 2004 geantwoord dat haar diensten zo snel mogelijk nieuwe beschikkingen zouden uitwerken. Volgens verzoekster is dit een louter tussentijdse mededeling en geen maatregel tot uitvoering van het arrest.

    De Commissie heeft zich dan ook schuldig gemaakt aan onrechtmatig verzuim in de zin van artikel 232 EG, welke schending door het Hof van Justitie kan worden vastgesteld krachtens lid 1 van dezelfde bepaling.


    Top