Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/006/31

    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 oktober 2004 in zaak C-497/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (Niet-nakoming — Artikel 28 EG — Maatregelen van gelijke werking — Postorderverkoop van voedingssupplementen — Verbod)

    PB C 6 van 8.1.2005, p. 17–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    8.1.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 6/17


    ARREST VAN HET HOF

    (Vierde kamer)

    van 28 oktober 2004

    in zaak C-497/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (1)

    (Niet-nakoming - Artikel 28 EG - Maatregelen van gelijke werking - Postorderverkoop van voedingssupplementen - Verbod)

    (2005/C 6/31)

    Procestaal: Duits

    In zaak C-497/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 24 november 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: C. Schieferer en B. Schima) tegen Republiek Oostenrijk (gemachtigde: E. Riedl), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, J. N. Cunha Rodrigues en M. Ilešič (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer; griffier: R. Grass, op 28 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1.

    Door in § 50, lid 2, van de Gewerbeordnung de postorderverkoop van voedingssupplementen te verbieden, is de Republiek Oostenrijk de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2.

    De Republiek Oostenrijk wordt in de kosten verwezen.


    (1)  PB C 21 van 24.1.2004.


    Top