EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/228/57

Zaak C-294/04: Verzoek van het Juzgado de lo Social n° 30 de Madrid van 5 juli 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen C. Sarkatzis Herrero en Instituto Madrileño de la Salud

PB C 228 van 11.9.2004, p. 28–28 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

11.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 228/28


Verzoek van het Juzgado de lo Social no 30 de Madrid van 5 juli 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen C. Sarkatzis Herrero en Instituto Madrileño de la Salud

(Zaak C-294/04)

(2004/C 228/57)

Het Juzgado de lo Social no 30 de Madrid heeft bij beschikking van 5 juli 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 12 juli 2004, in het geding tussen C. Sarkatzis Herrero en Instituto Madrileño de la Salud, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1)

Moeten de gemeenschapsrechtelijke bepalingen betreffende het zwangerschapsverlof en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces aldus worden uitgelegd, dat een vrouw die met zwangerschapsverlof is en in die omstandigheid een betrekking in overheidsdienst krijgt, dezelfde rechten moet genieten als de andere kandidaten die zijn geslaagd voor het ambtenarenexamen?

2)

Ongeacht het geval van de ambtenaar die voor het eerst in dienst treedt, verleent de toegang van de ambtenaar tot een betrekking in vaste dienst op een ogenblik waarop de arbeidsverhouding reeds bestaat maar is opgeschort wegens zwangerschapsverlof, een recht op promotiekansen die niet negatief mogen worden beïnvloed door een zwangerschapsverlof?

3)

Meer in het bijzonder, heeft de tijdelijke ambtenaar die met zwangerschapsverlof is op het ogenblik dat zij een betrekking in vaste dienst krijgt, overeenkomstig de aangehaalde bepalingen en in het bijzonder de bepalingen met betrekking tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces en daarna, vanaf dat ogenblik daadwerkelijk het recht om in dienst te treden en de hoedanigheid van ambtenaar te verwerven met inbegrip van de daaraan verbonden rechten, zodat haar beroepsloopbaan ingaat en haar anciënniteit begint te lopen, en wel onder dezelfde voorwaarden als de andere kandidaten die een betrekking hebben gekregen, ook wanneer krachtens de toepasselijke bepalingen van intern recht in haar geval de uitoefening van die rechten afhankelijk is van de voorwaarde dat zij effectief haar activiteiten uitoefent en wordt opgeschort zolang dat niet het geval is?


Top