This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/201/16
Case C-224/04: Reference for a preliminary ruling by the Tribunale di Gorizia by order of that court of 7 April 2004 in the case of Azienda Agricola Roberto and Andrea Bogar against Agenzia per le erogazioni in Agricoltura (AGEA) and Cospalat Friuli Venezia Giulia
Zaak C-224/04: Verzoek van het Tribunale di Gorizia van 7 april 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Azienda Agricola Bogar Roberto en Agenzia per le erogazioni in Agricoltura, enerzijds en AGEA en Cospalat Friuli Venezia Giulia, anderzijds
Zaak C-224/04: Verzoek van het Tribunale di Gorizia van 7 april 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Azienda Agricola Bogar Roberto en Agenzia per le erogazioni in Agricoltura, enerzijds en AGEA en Cospalat Friuli Venezia Giulia, anderzijds
PB C 201 van 7.8.2004, p. 9–9
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
7.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 201/9 |
Verzoek van het Tribunale di Gorizia van 7 april 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Azienda Agricola Bogar Roberto en Agenzia per le erogazioni in Agricoltura, enerzijds en AGEA en Cospalat Friuli Venezia Giulia, anderzijds
(Zaak C-224/04)
(2004/C 201/16)
Het Tribunale di Gorizia heeft bij beschikking van 7 april 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 28 mei 2004, in het geding tussen Azienda Agricola Bogar Roberto en Agenzia per le erogazioni in Agricoltura, enerzijds en AGEA en Cospalat Friuli Venezia Giulia,anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:
„daar de kwalificatie van het rechtskarakter van de extra heffingen op melk en zuivelproducten dient te geschieden volgens de regels van het gemeenschapsrecht waarbij deze heffingen zijn ingesteld en de basisregels betreffende de toepassing ervan zijn vastgelegd [met name verordening (EEG) nr. 856/84 van 31 maart 1984 en verordening 3950/92 van 28 december 1992], wordt de volgende vraag gesteld:
— |
Moeten artikel 1 van verordening (EEG) nr. 856/84 (1) van 31 maart 1984 en de artikelen 1 tot en met 4 van verordening (EEG) nr. 3950/92 (2) van 28 december 1992 aldus worden uitgelegd dat heffingen op melk en zuivelproducten als administratieve sancties moeten worden aangemerkt, en moeten de producenten bijgevolg deze heffingen enkel betalen ingeval zij de toegewezen quota opzettelijk of uit nalatigheid hebben overschreden?” |