Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/106/88

    Zaak C-165/04: Beroep, op 1 april 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland

    PB C 106 van 30.4.2004, p. 51–51 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 106/51


    Beroep, op 1 april 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland

    (Zaak C-165/04)

    (2004/C 106/88)

    Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 1 april 2004 beroep ingesteld tegen Ierland door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Banks als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

    Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:

    vast te stellen dat Ierland, door niet de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van 19 maart 2002 in zaak C-13/00 (1), Commissie/ Ierland, de krachtens artikel 228 EG op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

    Ierland te gelasten de Commissie van de Europese Gemeenschappen een dwangsom van 3 600 euro te betalen voor elke dag vertraging bij het nemen van de maatregelen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest in zaak C-13/00, vanaf de datum van het in de onderhavige procedure te wijzen arrest tot de datum van de uitvoering van het arrest in zaak C-13/00;

    Ierland te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    In zijn arrest van 19 maart 2002 in zaak C-13/00 heeft het Hof verklaard dat Ierland, door niet vóór 1 januari 1995 tot de Berner Conventie voor de bescherming van de werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs van 24 juli 1971) toe te treden, de krachtens artikel 228, lid 7, EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 300, lid 7, EG) juncto artikel 5 van Protocol 28 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    Ingevolge artikel 228, lid 1, EG is een lidstaat gehouden de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van een arrest waarin het Hof vaststelt dat hij een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen.

    Twee jaar zijn verstreken sedert het arrest van het Hof in zaak C-13/00 en de Commissie heeft nog steeds geen informatie ontvangen waaruit zij zou kunnen opmaken dat Ierland de Akte van Parijs uiteindelijk heeft geratificeerd. Zij dient derhalve te concluderen dat Ierland nog steeds niet de maatregelen heeft genomen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van Hof in zaak C-13/00.

    Overeenkomstig artikel 228, lid 2, EG verzoekt de Commissie het Hof Ierland een dwangsom van 3 600 euro op te leggen voor iedere dag vertraging bij het nemen van de maatregelen ter uitvoering van het arrest van het Hof in zaak C-13/00 vanaf de dag waarop het arrest in de onderhavige zaak zal worden gewezen.


    (1)  Jurispr. 2002, blz. I-513.


    Top