This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2002/118/20
Judgment of the Court (Fifth Chamber) 21 March 2002 in Case C-267/00 (Reference for a preliminary ruling from the High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Crown Office)): Commissioners of Customs and Excise v Zoological Society of London (Sixth VAT Directive — Article 13A(2)(a), second indent — Exempt transactions — Bodies managed and administered on a voluntary basis)
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 21 maart 2002 in zaak C-267/00 [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Crown Office) om een prejudiciële beslissing]: Commissioners of Customs & Excise tegen Zoological Society of London ("Zesde BTW-richtlijn — Artikel 13, A, lid 2, sub a, tweede streepje — Vrijgestelde handelingen — Op vrijwillige basis beheerde en bestuurde instellingen")
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 21 maart 2002 in zaak C-267/00 [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Crown Office) om een prejudiciële beslissing]: Commissioners of Customs & Excise tegen Zoological Society of London ("Zesde BTW-richtlijn — Artikel 13, A, lid 2, sub a, tweede streepje — Vrijgestelde handelingen — Op vrijwillige basis beheerde en bestuurde instellingen")
PB C 118 van 18.5.2002, p. 13–14
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)