Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92000E004136

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4136/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. 28e aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn 67/548/EEG betreffende gevaarlijke stoffen.

    PB C 187E van 3.7.2001, p. 144–145 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92000E4136

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4136/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. 28e aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn 67/548/EEG betreffende gevaarlijke stoffen.

    Publicatieblad Nr. 187 E van 03/07/2001 blz. 0144 - 0145


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4136/00

    van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie

    (16 januari 2001)

    Betreft: 28e aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn 67/548/EEG betreffende gevaarlijke stoffen

    In het ontwerp voor de 28ste aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn 67/548/EEG(1) betreffende gevaarlijke stoffen wordt voorgesteld trichloorethyleen onder te brengen in categorie 2 van kankerverwekkende stoffen, terwijl het momenteel in categorie 3 is ingedeeld.

    Is de Commissie er na uitgebreide studies op meerdere duizenden personen werkelijk van overtuigd dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de blootstelling aan trichloorethyleen en een toename van kanker?

    De industrie beweert immers dat de criteria uit de preambule van de EU-etiketteringsgids, die stelt dat rekening moet worden gehouden met normale behandelings- en gebruiksomstandigheden, niet zijn toegepast, en dat in de twee verrichte epidemiologische studies, de blootstellingssituaties die worden geacht de Duitse kankers te hebben veroorzaakt, het gevolg waren van een abnormaal hoog trichloorethyleengehalte dat ver boven de beroepsblootstellingsnormen lag. Verder beweert de industrie dat betere praktijken binnen de blootstellingslimieten werknemers tegen de risico's van trichloorethyleen moeten beschermen.

    Wat is het antwoord van de Commissie op deze punten?

    (1) PB L 196 van 16.8.1967, blz. 1.

    Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

    (5 maart 2001)

    De indeling van trichloorethyleen komt aan de orde in de context van Verordening (EEG) nr. 793/93 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen(1) en Richtlijn 67/548/EEG inzake de indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen. Het Europees Bureau voor chemische stoffen (ECB) in Ispra in Italië levert de technisch/wetenschappelijke ondersteuning, waarbij de lidstaten en de industrie worden geraadpleegd via de werkgroep Carcinogeniteit, mutageniteit en reproductietoxiciteit (CMR). Moeilijke gevallen zoals trichloorethyleen worden voorgelegd aan de zogenaamde werkgroep Gespecialiseerde deskundigen, die bestaat uit onafhankelijke wetenschappers uit alle lidstaten.

    De werkgroep Gespecialiseerde deskundigen beoordeelt voorstellen voor de indeling van chemische stoffen uitsluitend op hun wetenschappelijke merites. In dit geval hebben de gespecialiseerde deskundigen tijdens hun vergadering op 30-31 maart 2000 een indeling als carcinogeen van categorie 2 (R45) aanbevolen. De CMR-groep met de deskundigen van de lidstaten heeft deze aanbeveling tijdens de vergadering op 9-12 mei 2000 met vrijwel algemene stemmen gesteund. Deze conclusie is het resultaat van een gedetailleerde bestudering van de volledige wetenschappelijke gegevens gedurende enkele jaren. Daarbij hebben ook, maar niet uitsluitend, de genoemde epidemiologische studies een rol gespeeld. De Commissie zou erop willen wijzen dat wordt voorgesteld deze stof in te delen als carcinogeen van categorie 2 (indeling vooral op basis van dierproeven) en niet als carcinogeen van categorie 1 (indeling op basis van epidemiologische gegevens).

    De Commissie zou erop willen wijzen dat deze indeling niet automatisch tot beperkingen voor het in de handel brengen en het gebruik van stoffen leidt. De Commissie zal echter mogelijke beperkingen voor het in de handel brengen en het gebruik onderzoeken in het kader van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten(2). Zoals gebruikelijk is voor stoffen die als CMR van categorie 1 of 2 worden ingedeeld, zal de Commissie zorgvuldig nagaan of een mogelijk verbod op de verkoop van trichloorethyleen aan de consument in aanmerking komt. Daarnaast heeft de Commissie bij de vaststelling van Richtlijn 94/60/EG(3) (de veertiende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG) toegezegd bijzondere aandacht te besteden aan trichloorethyleen en andere gechloreerde oplosmiddelen. Alvorens er een voorstel wordt ingediend, zullen de voor- en nadelen van beperkingen voor het in de handel brengen en het gebruik in overleg met de industrie en andere betrokken partijen worden bekeken.

    (1) PB L 84 van 5.4.1993.

    (2) PB L 262 van 27.9.1976.

    (3) PB L 365 van 31.12.1994.

    Top