91998E1916

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1916/98

van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie

(9 juni 1998)

Betreft: Mededinging op het gebied van elektronische en andere betaalmiddelen

Wanneer valt er van de Commissie - gezien de snelle ontwikkeling op het gebied van betaalmiddelen, met name kaarten en elektronische betaalmiddelen - een standpunt te verwachten ten aanzien van de vraag of de mededinging tussen de bedrijven die kredietkaarten en betalingsdiensten aanbieden, bevredigend verloopt?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(8 juli 1998)

De Commissie legt thans de laatste hand aan een onderzoek naar de compatibiliteit van de regels van twee grote internationale kredietkaartsystemen met het Gemeenschapsrecht. Deze regels werden aan de Commissie bekendgemaakt teneinde een verklaring van niet- toepasselijkheid of een vrijstelling in de zin van artikel 85 van het EG-Verdrag te verkrijgen. Afgezien van deze kennisgevingen onderzoekt de Commissie ook een aantal formele en informele klachten tegen een of meer aspecten van deze internationale kredietkaartsystemen, in het bijzonder de klacht van de Europese kleinhandelsorganisatie Eurocommerce.

De Commissie denkt dat zij in het tweede halfjaar van 1998 een formeel besluit in deze twee zaken zal kunnen nemen. Kort na de bekendmaking van haar opinie over deze hangende afzonderlijke zaken zal de Commissie een bericht publiceren waarin haar standpunt over de belangrijkste mededingingsaspecten van betaalkaartsystemen in een meer algemene context zal worden verduidelijkt.