This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022TN0084
Case T-84/22: Action brought on 15 February 2022 — Credit Suisse Group and Others v Commission
Zaak T-84/22: Beroep ingesteld op 15 februari 2022 — Credit Suisse Group e.a. / Commissie
Zaak T-84/22: Beroep ingesteld op 15 februari 2022 — Credit Suisse Group e.a. / Commissie
PB C 148 van 4.4.2022, p. 39–40
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 148 van 4.4.2022, p. 32–33
(GA)
4.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 148/39 |
Beroep ingesteld op 15 februari 2022 — Credit Suisse Group e.a. / Commissie
(Zaak T-84/22)
(2022/C 148/52)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Credit Suisse Group AG (Zurich, Zwitserland), Credit Suisse AG (Zurich) en Credit Suisse Securities (Europa) Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: R. Wesseling en F. Brouwer, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
besluit C(2021) 8612 final van de Commissie van 2 december 2021 in zaak AT.40135 — FOREX (Sterling Lads) (hierna: “besluit”) nietig te verklaren op grond van artikel 263 VWEU; |
— |
subsidiair, artikel 1 van het besluit gedeeltelijk nietig te verklaren op grond van artikel 263 VWEU en de in artikel 2 van het besluit opgelegde geldboete te verminderen krachtens artikel 261 VWEU; |
— |
hoe dan ook het bedrag van de in artikel 2 van het besluit opgelegde geldboete te verminderen krachtens artikel 261 VWEU; |
— |
bij wijze van maatregel tot organisatie van de procesgang of maatregel van instructie krachtens artikel 88, lid 1, en artikel 89, lid 3, onder d) respectievelijk artikel 91, onder b), van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te gelasten dat de Commissie het schikkingsbesluit overlegt; |
— |
de Commissie overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering te gelasten de kosten van de verzoekende partijen te dragen of, subsidiair, een gepast deel van hun kosten te dragen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen vijf middelen aan.
1. |
Met het eerste middel voeren zij aan dat de Commissie artikel 101 VWEU heeft geschonden en onvoldoende redenen heeft gegeven voor haar conclusie dat de Information Exchange Chats (gesprekken waarbij informatie werd uitgewisseld) overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragen vormen. In het bijzonder:
|
2. |
Met het tweede middel voeren zij aan dat de Commissie artikel 101 VWEU heeft geschonden en onvoldoende redenen heeft gegeven voor haar conclusie dat de Information Exchange Chats, afzonderlijk beschouwd dan wel als onderdeel van een vermeende enkele voortdurende inbreuk bevattende andere beweerde gedragingen waarvoor CS niet aansprakelijk is gesteld, ertoe strekten de mededinging te beperken of te vervalsen. De Commissie heeft met name:
|
3. |
Met het derde middel wordt aangevoerd dat de Commissie artikel 101 VWEU heeft geschonden en onvoldoende redenen heeft gegeven om het concept van de enkele voortdurende inbreuk toe te passen. Zij heeft met name:
|
4. |
Met het vierde middel voeren verzoeksters aan dat de Commissie artikel 23 van verordening nr. 1/2003, de richtsnoeren voor geldboeten, de beginselen van evenredigheid en gelijke behandeling en de motiveringsplicht heeft geschonden. In het bijzonder:
|
5. |
Met het vijfde middel wordt aangevoerd dat de Commissie het beginsel van behoorlijk bestuur en de rechten van verdediging van CS heeft geschonden door geen grondig en onpartijdig onderzoek te hebben gevoerd. |