Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0595

    Zaak C-595/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 15 september 2022 door Jean-Marc Colombani tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 6 juli 2022 in zaak T-129/21, Colombani / EDEO

    PB C 482 van 19.12.2022, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 482/5


    Hogere voorziening ingesteld op 15 september 2022 door Jean-Marc Colombani tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 6 juli 2022 in zaak T-129/21, Colombani / EDEO

    (Zaak C-595/22 P)

    (2022/C 482/08)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirant: Jean-Marc Colombani (vertegenwoordiger: N. de Montigny, avocate)

    Andere partij in de procedure: Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)

    Conclusies

    Rekwirant verzoekt het Hof:

    de hogere voorziening toe te wijzen en het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 6 juli 2022 in zaak T-129/21, Colombani/EDEO, te vernietigen;

    de zaak zelf af te doen en:

    het besluit van EDEO van 17 april 2020 tot afwijzing van de sollicitatie van rekwirant naar het ambt van Directeur Noord-Afrika en Midden-Oosten (kennisgeving van vacature 2020/48) nietig te verklaren;

    het besluit van EDEO van 6 juli 2020 tot afwijzing van de sollicitatie van rekwirant naar het ambt van hoofd van de delegatie van de Europese Unie in Canada (kennisgeving van vacature 2020/134) nietig te verklaren;

    de verwerende partij in de hogere voorziening te verwijzen in de kosten die rekwirant ten behoeve van de onderhavige procedure en de procedure in eerste aanleg heeft gemaakt.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Tot staving van zijn hogere voorziening voert rekwirant twee middelen aan.

    Met zijn eerste middel voert rekwirant aan dat het Gerecht verscheidene fouten heeft gemaakt door het verzoek tot nietigverklaring van het besluit van 17 april 2020 niet-ontvankelijk te verklaren.

    Door te oordelen dat rekwirant, door in het kader van zaak T-507/20, Colombani/EDEO, met EDEO op 9 februari 2021 een minnelijke regeling te sluiten, zich ertoe heeft verbonden af te zien van zijn recht om op te komen tegen het besluit tot afwijzing van zijn sollicitatie naar het ambt van kandidaat-directeur, (i) heeft het Gerecht blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen in zijn uitlegging van de regeling; (ii) heeft het infra petita beslist; (iii) is het voorbij gegaan aan het belang van rekwirant bij de nietigverklaring van het litigieuze besluit; en (iv) heeft het een onjuiste analyse gemaakt van de voorwaarden waaronder kan worden aangevoerd dat er sprake is van een wilsgebrek van rekwirant bij de ondertekening van deze regeling.

    Met zijn tweede middel voert rekwirant aan dat het Gerecht zijn procedurele rechten heeft geschonden door het onderzoek ten gronde van de zaak te beperken tot het besluit van 6 juli 2020, met uitsluiting van elke analyse van de middelen ten gronde voor zover deze ook betrekking hebben op het besluit van 17 april 2020.


    Top