Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0133

Zaak C-133/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Bundesgerichtshof (Duitsland) op 28 februari 2022 — LACD GmbH / BB Sport GmbH & Co. KG

PB C 222 van 7.6.2022, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 222 van 7.6.2022, p. 10–11 (GA)

7.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 222/11


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Bundesgerichtshof (Duitsland) op 28 februari 2022 — LACD GmbH / BB Sport GmbH & Co. KG

(Zaak C-133/22)

(2022/C 222/19)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: LACD GmbH

Verwerende partij: BB Sport GmbH & Co. KG

Prejudiciële vragen

1.

Kan er sprake zijn van enig/een ander vereiste dat geen verband houdt met de conformiteit in de zin van artikel 2, punt 14, van richtlijn 2011/83/EU (1) en van artikel 2, punt 12, van richtlijn (EU) 2019/771 (2), indien de verplichting van de garant samenhangt met omstandigheden die in de persoon van de consument zijn gelegen, in het bijzonder met diens subjectieve houding ten opzichte van het verkochte product (in casu: de aan het vrije oordeel van de consument overgelaten tevredenheid over het verkochte product), zonder dat deze persoonlijke omstandigheden verband hoeven te houden met de staat of de kenmerken van het verkochte product?

2.

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moet het niet beantwoorden aan vereisten die betrekking hebben op omstandigheden die in de persoon van de consument zijn gelegen (in casu: diens tevredenheid over de gekochte goederen), kunnen worden vastgesteld aan de hand van objectieve omstandigheden?


(1)  Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2011, L 304, blz. 64).

(2)  Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van verordening (EU) 2017/2394 en richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van richtlijn 1999/44/EG (PB 2019, L 136, blz. 28, met rectificatie in PB 2019, L 305, blz. 66).


Top