Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0620

    Zaak C-620/21, MOMTRADE RUSE: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 11 mei 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad — Bulgarije) — MOMTRADE RUSE OOD / Direktor na Direktsia “Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite [Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 132, lid 1, onder g) – Vrijstellingen voor diensten welke nauw samenhangen met maatschappelijk werk en de sociale zekerheid en zijn verricht door organisaties die door de betrokken lidstaat als instellingen van sociale aard zijn erkend – Diensten die worden verricht voor een niet-belastingplichtige in een andere lidstaat dan die waar de dienstverrichter is gevestigd – Beoordeling van de aard van de diensten en van de voorwaarde van erkenning als instelling van sociale aard – Bepaling van het relevante nationale recht – Begrip “betrokken lidstaat”]

    PB C 223 van 26.6.2023, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.6.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 223/2


    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 11 mei 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad — Bulgarije) — MOMTRADE RUSE OOD / Direktor na Direktsia “Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite

    (Zaak C-620/21 (1), MOMTRADE RUSE)

    (Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 132, lid 1, onder g) - Vrijstellingen voor diensten welke nauw samenhangen met maatschappelijk werk en de sociale zekerheid en zijn verricht door organisaties die door de betrokken lidstaat als instellingen van sociale aard zijn erkend - Diensten die worden verricht voor een niet-belastingplichtige in een andere lidstaat dan die waar de dienstverrichter is gevestigd - Beoordeling van de aard van de diensten en van de voorwaarde van erkenning als instelling van sociale aard - Bepaling van het relevante nationale recht - Begrip “betrokken lidstaat”)

    (2023/C 223/02)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Varhoven administrativen sad

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: MOMTRADE RUSE OOD

    Verwerende partij: Direktor na Direktsia “Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite

    Dictum

    1)

    Artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008,

    moet aldus worden uitgelegd dat

    ten eerste, sociale diensten die worden verstrekt aan natuurlijke personen die wonen in een andere lidstaat dan die waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, op grond van die bepaling kunnen worden vrijgesteld, en ten tweede, het in dit verband irrelevant is of deze dienstverrichter gebruik heeft gemaakt van een in die andere lidstaat gevestigde vennootschap om in contact te treden met zijn klanten.

    2)

    Artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/8,

    moet aldus worden uitgelegd dat

    wanneer een vennootschap sociale diensten verstrekt aan natuurlijke personen die wonen in een andere lidstaat dan die waar deze vennootschap de zetel van haar bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, de aard van die diensten en de kenmerken van die vennootschap, om te bepalen of deze diensten vallen onder het begrip “diensten […] welke nauw samenhangen met maatschappelijk werk en met de sociale zekerheid [en die worden verricht door een organisatie] die door de betrokken lidstaat als [instelling] van sociale aard [is] erkend” in de zin van deze bepaling, moeten worden onderzocht overeenkomstig het recht tot omzetting van de richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd, van de lidstaat waar de vennootschap de zetel van haar bedrijfsuitoefening heeft gevestigd.

    3)

    Artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/8,

    moet aldus worden uitgelegd dat

    het feit dat een vennootschap die sociale diensten verricht, bij een overheidsorgaan van de lidstaat van heffing is geregistreerd als verrichter van sociale diensten overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat, slechts volstaat om aan te nemen dat deze vennootschap valt onder het begrip “[organisatie] die door de betrokken lidstaat als [instelling] van sociale aard [is] erkend” in de zin van die bepaling, wanneer voor die inschrijving vereist is dat de bevoegde nationale instanties vooraf de sociale aard van die vennootschap in de zin van die bepaling verifieert.


    (1)  PB C 24 van 17.1.2022.


    Top