Vælg de eksperimentelle funktioner, som du ønsker at prøve

Dette dokument er et uddrag fra EUR-Lex

Dokument 62020TN0687

    Zaak T-687/20: Beroep ingesteld op 16 november 2020 — Jinan Meide Casting e.a./Commissie

    PB C 19 van 18.1.2021, s. 68–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.1.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 19/68


    Beroep ingesteld op 16 november 2020 — Jinan Meide Casting e.a./Commissie

    (Zaak T-687/20)

    (2021/C 19/74)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Jinan Meide Casting Co. Ltd (Jinan, China) en 10 andere verzoekende partijen (vertegenwoordigers: R. Antonini, E. Monard en B. Maniatis, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    uitvoeringsverordening (EU) 2020/1210 van de Commissie van 20 augustus 2020 betreffende het opnieuw instellen van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer en nodulair gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en vervaardigd door Jinan Meide Castings Co., Ltd, naar aanleiding van het arrest van het Gerecht in zaak T-650/17 (1), nietig verklaren, en

    de Europese Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van het beroep voeren verzoeksters zeven middelen aan.

    1.

    Schending van artikel 10, lid 1, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) (de “basisverordening”) en schending van het algemeen verbod van terugwerkende kracht. Verzoeksters betogen dat op grond van artikel 10, lid 1, van de basisverordening, de rechten alleen konden worden toegepast op producten die vanaf 22 augustus 2020 in het vrije verkeer zijn gekomen, omdat de bestreden uitvoeringsverordening op die datum in werking is getreden. De bepalingen van de bestreden uitvoeringsverordening houdende de instelling en inning van rechten vanaf 15 mei 2013 zijn derhalve in strijd met artikel 10, lid 1, van de basisverordening en het algemeen verbod van terugwerkende kracht.

    2.

    Schending van het algemeen beginsel dat Uniehandelingen geen terugwerkende kracht hebben en van het algemeen rechtszekerheidsbeginsel.

    3.

    Door de bestreden uitvoeringsverordening vast te stellen heeft de Commissie artikel 266 VWEU geschonden, aangezien zij heeft nagelaten om de noodzakelijke maatregelen te treffen om te voldoen aan het arrest van het Gerecht in zaak T-650/17. In het bijzonder is bij de bestreden uitvoeringsverordening, aangezien deze opnieuw rechten instelt vanaf 15 mei 2013, voorbijgegaan aan het feit dat bij dit arrest verordening (EU) 2017/1146 (3) in haar geheel nietig is verklaard ten aanzien van Jinan Meide Casting Co., Ltd. (“JMCC”), waardoor de aan JMCC opgelegde rechten met terugwerkende kracht werden uitgewist van de rechtsorde van de Europese Unie.

    4.

    Door met terugwerkende kracht rechten in te stellen, in plaats van te kiezen voor de minder bezwarende mogelijkheid om alleen voor de toekomst rechten in te stellen, is de Commissie verder gegaan dan noodzakelijk was om het arrest van het Gerecht in zaak T-650/17 ten uitvoer te brengen, in strijd met het evenredigheidsbeginsel alsmede artikel 5, leden 1 en 4, VEU.

    5.

    De bestreden uitvoeringsverordening is in strijd met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, dat een algemeen beginsel van Unierecht vormt en is verankerd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Volgens verzoeksters zou de meest doeltreffende voorziening in rechte in verband met de onrechtmatige instelling van rechten op hun import erin hebben bestaan om nietigverklaring te verkrijgen en aldus volledig te worden vergoed voor de onverschuldigd betaalde rechten.

    6.

    Middels de bestreden uitvoeringsverordening stelt de Commissie een recht in dat is verjaard krachtens artikel 103 van het douanewetboek van de Unie (4), dat bepaalt dat dergelijke rechten alleen kunnen worden geïnd binnen drie jaar na de datum van de import.

    7.

    De registratie van de import van JMCC’s producten bood de Commissie geen grond om in casu de rechten met terugwerkende kracht in te stellen. Volgens verzoeksters was de Commissie tevens niet bevoegd om registratie verplicht te stellen, en werd de import van JMCC’s producten in strijd met artikel 14, lid 5, van de basisverordening onderworpen aan registratie.


    (1)  PB 2020, L 274, blz. 20.

    (2)  PB 2009, L 343, blz. 51.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1146 van de Commissie van 28 juni 2017 betreffende het opnieuw instellen van een definitief antidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en vervaardigd door Jinan Meide Castings Co., Ltd (PB 2017, L 166, blz. 23).

    (4)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parliament en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB 2013 L 269, blz. 1).


    Op